Diabetes mellitus: eenvoudige classificatie en bijpassende behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diabetes mellitus: eenvoudige classificatie en bijpassende behandeling"

Transcriptie

1 voor de praktijk Diabetes mellitus: eenvoudige classificatie en bijpassende behandeling S.Simsek, M.Diamant, E.M.W.Eekhoff en R.J.Heine Het classificeren van diabetes mellitus is niet altijd eenvoudig, maar is van klinisch belang wegens de verschillen in behandeling, prognose en overerving. Bij jonge patiënten met acute symptomen van hyperglykemie en een lage body mass index (BMI) is de diagnose diabetes mellitus type 1 evident en moet men zo snel mogelijk beginnen met insulinetherapie. De aanwezigheid van doofheid bij patiënten met geringe klachten en een zeer positieve familieanamnese doet denken aan een maternale dan wel mitochondriale vorm van diabetes: maternal inherited diabetes and deafness (MIDD). Indien doofheid niet aanwezig is, moet bij dezelfde groep patiënten gedacht worden aan maturityonset diabetes of the young (MODY). Bij een niet-acute presentatie van hyperglykemie en een niet-uitgesproken familieanamnese kan de BMI van de patiënt helpen bij de te nemen volgende stappen. Een voorgesteld stroomdiagram kan in de praktijk eenvoudig worden toegepast voor de classificatie en de behandeling van patiënten met hyperglykemie. Ned Tijdschr Geskd. 2006;150: Diabetes mellitus (DM) wordt volgens de huidige classificatie ingedeeld in type 1 (DM1), type 2 (DM2) en zwangerschapsdiabetes (GDM). Daarnaast bestaat er een klein aantal erfelijke vormen, zoals maturity-onset diabetes of the young (MODY) en maternal inherited diabetes and deafness (MIDD). 1 Regelmatig is het echter niet eenvoudig om patiënten bij wie eenmaal de diagnose DM is gesteld vervolgens nader te classificeren. In dit tijdschrift is reeds aandacht geschonken aan de moeilijkheden die een behandelend arts kan tegenkomen bij het classificeren van DM. 2 3 Aangezien de behandeling, de prognose en de overerving van de diverse vormen van DM mede worden bepaald door een juiste classificatie, is het van groot belang om de diagnose correct te stellen. Vaak wordt een diagnose heroverwogen wanr er onvoldoende therapierespons of een onverwacht beloop is. Een praktische beslisboom kan een eenvoudig hulpmiddel zijn bij het classificeren van DM. 4 In dit artikel beschrijven wij de stappen die genomen dienen te worden om patiënten met DM juist te classificeren. Wij stellen een richtlijn voor die uitgaat van de body mass index (BMI uitgedrukt in kg/m 2 ), ook wel queteletindex genoemd, en van de familieanamnese. VU Medisch Centrum, afd. Endocrinologie/Diabetescentrum, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam. Hr.dr.S.Simsek en mw.dr.m.diamant, internisten-endocrinologen (tevens: vasculair geskundigen); mw.dr.e.m.w.eekhoff, internist-endocrinoloog; hr.prof.dr.r.j.heine, internist-diabetoloog. Correspondentieadres: hr.dr.s.simsek (simsek@vumc.nl). criteria voor het diagnosticeren van diabetes mellitus Voor het stellen van de diagnose DM zijn er diverse nationale en internationale criteria en richtlijnen beschikbaar, onder andere die van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ( pdf ) Volgens de standaard Diabetes mellitus type 2 van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) wordt van DM gesproken als de nuchtere bloedglucoseconcentratie bij herhaling > 6,0 mmol/l bedraagt in capillair vol bloed en/of > 6,9 mmol/l in veneus plasma. Evens is er DM als bij de patiënt een niet-nuchtere bloedglucoseconcentratie wordt gemeten van > 11,0 mmol/l in capillair vol bloed en/of veneus plasma. 5 classificatie van diabetes mellitus De NHG-standaard vermeldt niet welke stappen er genomen moeten worden om te komen tot een juiste classificatie. Het blijkt lastig om een eenmaal vastgestelde DM verder te classificeren of in categorieën in te delen. In 1979 publiceerde de National Diabetes Data Group een classificatie van DM waarin 5 typen DM werden onderscheiden: (a) insulineafhankelijke DM (DM1), (b) niet-insulineafhankelijke DM (DM2), (c) GDM, (d) aan wanvoeding gerelateerde DM en (e) andere typen DM. 7 Deze classificatie was gebaseerd op behandeling (voor DM1 en DM2) en pathogenese (voor GDM, aan wanvoeding gerelateerde DM en voor andere typen van DM). In 1995 nam de American Diabetes Association de classi- Ned Tijdschr Geskd mei;150(18) 1007

2 ficatie en de diagnostische criteria onder de loep. De classificatie berustte op de veronderstelde oorzaak van DM, 1 in tegenstelling tot de vroegere classificatie, gehanteerd door de National Diabetes Data Group en de WHO, die gebaseerd was op oorzaak én behandeling. 5 7 belangrijkste typen van diabetes mellitus bij volwassenen Auto-immune diabetes mellitus. Tot de auto-immune diabetes mellitus worden gerekend DM1 en latente auto-immune diabetes van volwassenen (LADA). Bij auto-immune DM vindt er vernietiging plaats van de insulineproducerende cellen (β-cellen) van de alvleesklier, hetgeen uiteindelijk leidt tot een absoluut insulinetekort. De patiënten met DM1, die meestal vóór het 18e levensar wordt ontdekt, hebben een absolute behoefte aan behandeling met insuline. Bij gebrek aan insuline zijn deze patiënten niet in staat glucose als brandstof voor de cellen te gebruiken en zijn zij daarvoor met name aangewezen op de afbraak van vrije vetzuren. Het stellen van de diagnose DM1 is dikwijls niet moeilijk, aangezien de meeste patiënten geen overgewicht hebben (BMI B 25 kg/m 2 ) en zich presenteren met acute verschijnselen van insulinedeficiëntie: hyperglykemie, gewichtsverlies en de aanwezigheid van ketonen in de urine. Bij een late presentatie kan bij deze patiënten zelfs verzuring gevonden worden door een overmaat aan vetzuren. Overigens komt een ketoacidotische ontregeling niet alleen voor bij DM1, maar kan deze bij sommige, vooral niet-blanke patiënten met DM2 onder bepaalde omstandigheden ook voorkomen; dit is meestal het geval bij een combinatie van infectie en het niet gebruiken van de diabetesmedicatie (zie verder). Ook oudere patiënten kunnen DM1 krijgen, zelfs tot op bearde leeftijd. Het kan dan evens gaan om een acute presentatie met hyperglykemie en belangrijk gewichtsverlies, waarbij een ketotische ontregeling overigens zelden voorkomt. LADA wordt op dit moment gediagnosticeerd op basis van 3 klinische criteria: (a) manifestatie van DM op een latere leeftijd dan 18 ar, (b) aanwezigheid van autoantistoffen gericht tegen de eilandjes van Langerhans, tegen glutamaatdecarboxylase (GAD65) in het bijzonder hetgeen een onderscheid is met DM2 en (c) insulineonafhankelijkheid op het moment dat de diagnose wordt gesteld hetgeen een onderscheid is met DM1. Volgens deze criteria worden de LADA-patiënten klinisch ingedeeld tussen DM1- en DM2- patiënten. LADA wordt ook wel langzame DM1 ( slow progressive insulin-dependent diabetes mellitus ; SPIDDM) of DM type 1 1 / 2 genoemd. Sommige auteurs beweren dat LADA-patiënten, in tegenstelling tot DM2-patiënten, beter meteen met insulinetherapie kunnen starten om verdere β-celachteruitgang te voorkomen, 8-10 maar hiervoor is geen bewijs geleverd. Continuüm. Onlangs is de vraag gesteld of LADA wel een klinisch relevante term is. 11 Dit werd geïllustreerd aan de hand van 2 denkbeeldige patiënten: mannen van middelbare leeftijd, die beiden antistoffen hadden tegen de eilandjes van Langerhans. De aanwezigheid van deze antistoffen kan wijzen op een proces van β-celdestructie. Patiënt X had een niet-afwijkend postuur (BMI < 25 kg/m 2 ), terwijl patiënt Y met overgewicht (BMI > 25 kg/m 2 ) relatief resistent was tegen insuline. Bij patiënt X zal DM manifest worden (= hyperglykemie) als hij nauwelijks of geen β-cellen meer heeft, resulterend in een directe behoefte aan insulinetherapie. Patiënt Y daarentegen zal ten tijde van de manifestatie van de hyperglykemie nog insulineproductie hebben, echter onvoldoende om tegemoet te komen aan de hoge insulinebehoefte die het gevolg is van de insulineresistentie. Normaliter zal de behandeling van patiënt Y aanvankelijk bestaan uit metformine, uit sulfonylureumderivaten of uit beide. Patiënt X zal beschouwd worden als iemand met een late vorm van DM1 en bij patiënt Y zal de diagnose LADA worden gesteld, terwijl het enige verschil tussen beide vormen de insulinegevoeligheid is. Volgens de auteur van het artikel is het beter om autoimmune diabetes als een continuüm te zien dan energie en tijd te steken in het kunstmatig onderscheid maken tussen de diverse manifestatievormen. 11 Dit wordt geïllustreerd aan de hand van kinderen met een hoge BMI en een langzame vorm van DM1. 12 Ons inziens moeten LADA en latent autoimmune diabetes of the young (LADY) derhalve worden beschouwd als een continuüm van dezelfde ziekte, waarbij er autoantistoffen aanwezig zijn en er een nietacute presentatie is van hyperglykemie, onafhankelijk van de leeftijd ten tijde van de presentatie. De met overgewicht verband houdende insulineresistentie zorgt er vermoedelijk voor dat de hyperglykemie geleidelijk manifest wordt zonder dat de meeste insulineproducerende cellen reeds teloor zijn gegaan. Welke van de diverse conventionele therapieën (insuline, metformine, sulfonylureumderivaten, thiazolidinedionen en de verschillende combinaties daarvan) er bij LADApatiënten voor zorgen dat de insulineproducerende functie van de β-cel zo lang mogelijk behouden blijft, moet in toekomstige studies onderzocht worden. Diabetes mellitus type 2. DM2 heeft als belangrijkste pathofysiologische kenmerken een progressieve β-celdisfunctie en insulineresistentie. Het betreft patiënten met overgewicht (BMI > 25 kg/m 2 ) of obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ) van wie de meesten naast hyperglykemie een clustering van diverse risicofactoren voor hart- en vaatziekten hebben, zoals hypertensie, hypertriglyceridemie, een verlaagde HDLcholesterolwaarde en een grote middelomvang Veelal betreft het oudere patiënten, hoewel vetzucht tegenwoordig steeds vaker voorkomt in jongere leeftijdsgroepen. Desalniettemin zal het stellen van de diagnose DM2, die 1008 Ned Tijdschr Geskd mei;150(18)

3 veelal familiair voorkomt, niet tot grote problemen leiden (tabel 1). Het onderscheid met DM1 kan moeilijker te maken zijn bij jongvolwassenen met overgewicht. Door de toename van het aantal mensen met overgewicht in de algemene bevolking kunnen obese patiënten met DM1 ook een clustering van diverse risicofactoren voor hart- en vaatziekten hebben. Bovendien komt er ook een vorm van DM2 voor, voornamelijk bij niet-blanke populaties, die gepaard gaat met ketoacidose. Deze vorm van diabetes wordt thans DM2 met neiging tot ketoacidose genoemd ( ketosis-prone type 2 diabetes ). 16 Andere monogenetische vormen van diabetes mellitus. Er zijn ook verschillende monogenetische vormen van DM die gekenmerkt worden door een defecte β-celfunctie (tabel 2). Een uitgebreide beschrijving van de monogenetische vormen van DM is eerder in het Tijdschrift verschenen laboratoriumtests voor de classificatie van diabetes mellitus Zoals wij hierboven hebben uiteengezet, is het bij sommige volwassen patiënten niet eenvoudig om op klinische gronden onderscheid te maken tussen DM1 en DM2. Welke laboratoriumbepalingen kunnen bij het maken van dat onderscheid nuttig zijn? Veelal wordt er gebruikgemaakt van de C-peptideconcentratie als een maat voor het al dan niet aanwezig zijn van endogene insulineproductie. Echter, het meten van een al of niet nuchtere C-peptideconcentratie is meestal weinig zinvol, omdat deze bepaling mede afhankelijk is van de momentane bloedglucosewaarden. Bovendien kan de C-peptideconcentratie bij patiënten in de beginren van DM1, de zogenaamde honeymoon -fase, nog binnen de normale waarden liggen. 20 DM1 gaat samen met de aanwezigheid van diverse autoantistoffen, die onder meer gericht zijn tegen de eilandjes van Langerhans ( islet cell antibodies ; ICA), tegen het enzym dat de decarboxylatie katalyseert van glutamaatzuur naar γ-aminoboterzuur (glutamaatdecarboxylase; GAD65), tegen tyrosinefosfatase IA-2 en IA-2β en tegen insuline. Bij 85-90% van de DM-patiënten wordt er 1 autoantistof gevonden, maar meestal zijn er meerdere autoantistoffen aanwezig. De aanwezigheid van deze autoantistoffen is een bewijs voor DM1; men spreekt van DM type 1A: immuungemedieerde diabetes mellitus. Bij DM type 1A is er een sterke samenhang met de HLA-DQA- en HLA-DQB-genen en is er beïnvloeding door de HLA-DRB-genen. Idiopathische DM1. Er bestaat ook een zeldzame vorm van DM1, idiopathische DM1, ook wel DM type 1B genoemd, met name bij patiënten van Aziatische of Afrikaanse afkomst, bij wie geen autoantistoffen kunnen worden aangetoond. Deze vorm wordt verder gekenmerkt door een permanent insulinetekort, gepaard gaande met ketoacidotische ontregelingen, en een sterke erfelijke component, echter zonder dat er een verband is met HLA. Verschillende bevolkings- en cohortstudies onder patabel 1. Belangrijkste typen van diabetes mellitus, klinische kenmerken en behandeling DM type 1 LADA MODY MIDD DM type 2 leeftijd van manifestatie < 25 ar > 25 ar < 25 ar > 25 ar > 25 ar (gemiddeld rond (meestal vanaf 38 ar) 40 ar) BMI (in kg/m 2 ) B 25 B 25 B 25 meestal B 25 > 25 andere cardiovasculaire risicofactoren* belaste familieanamnese zelden zelden meerdere generaties meerdere generaties meerdere generaties erfelijkheid zelden zelden monogenetisch monogenetisch polygenetisch autosomaal dominant autosomaal dominant penetrantie 95% 100% 10-40% acute eerste presentatie ketoacidose zelden soms initiële voorkeurs- insuline onbekend (orale sulfonylureum- metformine metformine behandeling middelen of derivaten gecontraïndiceerd (leefstijladviezen) insuline) DM = diabetes mellitus; LADA = latente auto-immune diabetes van volwassenen; MODY = maturity-onset diabetes of the young ; MIDD = maternal inherited diabetes and deafness ; BMI = body mass index. * Clustering van cardiovasculaire risicofactoren: hypertensie, hypertriglyceridemie, insulineresistentie, verlaagde HDL-cholesterolconcentratie, gepaard gaande met een grote middelomvang. Drie opeenvolgende generaties. Acute eerste presentatie: hyperglykemie met gewichtsverlies en ketonen in de urine. Ned Tijdschr Geskd mei;150(18) 1009

4 tabel 2. Verschillende tot nu toe bekende typen van monogenetische diabetesvormen gen/eiwit frequentie ernst van DM overige bevindingen naast hyperglykemie MODY 1 HNF4α zeldzaam ernstig verlaagde concentratie triglyceriden MODY 2 glucokinase 1% gering MODY 3 HNF1α 2% ernstig MODY 4 IPF1 < 1% gering MODY 5 HNF1β zeldzaam ernstig nierafwijkingen, met name cysten, vaak leidend tot niet-dm-gerelateerde nierinsufficiëntie MODY 6 NeuroD1 zeldzaam onbekend MODY 7 Isl-1 zeldzaam MODY X zeldzaam MIDD MtDNA 1% progressief doofheid, retinale pigmentatie, maternale overerving DM = diabetes mellitus; MODY = maturity-onset diabetes of the young ; MIDD = maternal inherited diabetes and deafness ; MtDNA = mitochondriaal DNA. tiënten bij wie DM2 was gediagnosticeerd, hebben aangetoond dat 4-10% van deze patiënten positief was voor één of meerdere van de bovengenoemde autoantistoffen Volgens de criteria van de American Diabetes Association en de WHO moet DM bij deze patiënten geclassificeerd worden als LADA of DM type 1A, het immuungemedieerde type van DM1. De volwassen patiënten met deze vorm van DM, die aanvankelijk geen insuline nodig hebben en bij wie toch antilichamen worden aangetoond, onderscheiden zich van de klassieke DM2-patiënten met name door een lagere BMI. diagnostisch en classificerend stroomdiagram met een daaraan gekoppelde behandeling Op basis van het voorgaande stellen wij een praktisch stroomdiagram voor, waarbij wij niet streven naar volledigheid, maar waarin wij in ieder geval de in de praktijk vaakst voorkomende vormen van DM noemen (figuur). Bij een patiënt die zich presenteert met acute hyperglykemie gepaard gaande met gewichtsverlies, de aanwezigheid van ketonen in de urine en eventueel verzuring, en met een hyperglykemie belaste familieanamnese? BMI > 25 kg/m 2? autosomaal dominant? hyperglykemische klachten?* doofheid BMI > 25 kg/m 2? DM1 DM2 MIDD MODY DM1 DM2 insuline metformine contra-indicatie sulfonylureumderivaat insuline voor metformine metformine Stroomdiagram voor het onderscheiden van de meest voorkomende vormen van diabetes mellitus bij patiënten met hyperglykemie. BMI = body mass index ; DM1 = diabetes mellitus type 1; DM2 = diabetes mellitus type 2; MIDD = maternal inherited diabetes and deafness ; MODY = maturity-onset diabetes of the young. *De genoemde hyperglykemische klachten zijn: polyurie, polydipsie, nycturie en gewichtsverlies Ned Tijdschr Geskd mei;150(18)

5 onbelaste familieanamnese voor DM en een BMI B 25 kg/ m 2, lijkt de diagnose DM1 evident. Een (volwassen) patiënt komt dan in principe bij de internist terecht voor verdere behandeling met insuline. Eventueel kunnen autoantistoffen bepaald worden om de diagnose te beves tigen. Het stroomdiagram noemt geen patiënt met een BMI B 25 kg/m 2 zonder belaste familieanamnese die zich niet presenteert met acute hyperglykemie, dat wil zeggen een patiënt zonder directe noodzaak voor behandeling met insuline. Als er autoantistoffen aanwezig zijn, zou bij die patiënt de diagnose LADA volgens de bovenstaande criteria gesteld kunnen worden. Indien een patiënt een BMI > 25 kg/m 2 heeft zonder belaste familieanamnese en er bij presentatie klachten zijn van hyperglykemie (polydipsie, polyurie, nycturie, gewichtsverlies) lijkt er DM1 in het spel te zijn en dient patiënt in ieder geval in het begin met insuline te starten. Om de diagnose te bevestigen kan eventueel de aanwezigheid van autoantistoffen bepaald worden. Bij een patiënt zonder belaste familieanamnese met een BMI > 25 kg/m 2 zonder hyperglykemische klachten lijkt het te gaan om DM2 (β-celdisfunctie en insulineresistentie); in dat geval kan men de patiënt met metformine behandelen en hem leefstijladviezen geven, zoals adviezen voor een dieet en voor lichaamsbeweging. Wanr de familieanamnese onbelast is bij een patiënt met een BMI > 25 kg/m 2 en er positieve autoantistofuitslagen zijn, is er veel voor te zeggen om deze patiënt aanvankelijk met orale middelen te behandelen. Bij patiënten met hyperglykemie bij wie het niet gaat om een acute eerste presentatie en die wel een sterk belaste familieanamnese hebben, dat wil zeggen DM in 3 opeenvolgende generaties oftewel een autosomaal dominant overervingspatroon, en die een lage BMI hebben, lijkt het te gaan om een monogenetische vorm van DM. Als er bovendien, eventueel bilaterale, slechthorendheid bestaat, is de waarschijnlijkheidsdiagnose een mitochondriale dan wel maternale vorm van diabetes: MIDD. Bij MIDD bestaat er een contra-indicatie voor het gebruik van metformine wegens het vergrote risico op een lactaatacidose. 30 De insulinopenie is bij deze patiënten meestal progressief en de meesten zullen snel met insuline behandeld moeten worden. Bij een hyperglykemische patiënt zonder doofheid, maar met een autosomaal dominante overerving bij een belaste familieanamnese en een BMI B 25 kg/m 2 dient men sterk rekening te houden met een vorm van MODY, waarbij behandeling met een sulfonylureumderivaat geïndiceerd is. Indien men MODY veronderstelt, kan men overwegen een genetisch onderzoek uit te voeren, omdat de prognose en de behandeling bepaald worden op basis van het type DM (zie tabel 2). Tevens zou men een nader familieonderzoek kunnen overwegen. Indien de hyperglykemische patiënt een BMI > 25 kg/m 2 heeft, maar zich de eerste keer niet met een acute hyperglykemie presenteert, hij of zij wel een belaste familieanamnese heeft, maar geen autosomaal dominant overervingspatroon, en als hij of zij een clustering heeft van risicofactoren voor hart- en vaatziekte kan de diagnose DM2 gesteld worden. Naast het geven van leefstijladviezen bestaat de primaire voorkeursbehandeling uit metformine. Dit voor de praktijk simpele schema voorziet in een eerste handzame classificatie van een patiënt met hyperglykemie bij een DM de novo en bij reeds bestaande DM; daarin zijn de uitzonderlijke vormen van DM niet opgenomen hierop moet men wel bedacht blijven. conclusie DM is een steeds vaker voorkomende ziekte die vooral samenhangt met de toename van obesitas onder de algemene bevolking. Hoewel een verschil tussen DM1 en DM2 meestal gemakkelijk gemaakt kan worden, zijn er door het voortschrijdende inzicht in de etiologie en de pathogenese andere typen DM gekarakteriseerd, die vaak verschillend behandeld moeten worden. Het aangegeven stroomschema geeft de meest voorkomende vormen van DM weer in de vorm van een eenvoudige richtlijn voor diagnostiek en de daarbij behorende classificatie en therapie. Prof.dr.J.C.Netelenbos, internist-endocrinoloog, becommentarieerde een eerdere versie van dit artikel. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 24 februari 2006 Literatuur 1 American Diabetes Association. Diagnosis and classification of diabetes mellitus. Diabetes Care. 2005;28:S Hoekstra JBL, Koning EJP de. Diabetes mellitus, maar welk type? Ned Tijdschr Geskd. 2004;148: Diamant M, Eekhoff EMW, Heine RJ, Simsek S. Diabetes mellitus, maar welk type? Ned Tijdschr Geskd. 2004;148: Simsek S, Diamant M, Eekhoff EM, Heine RJ. Waarom wordt bij de start van orale therapie bij diabetes mellitus type 2 niet altijd begonnen met metformine in plaats van sulfonylureumderivaten, ook bij patiënten die een QI hebben van < 27? In: De meest gestelde vragen over: diabetes mellitus. Vademecum permanente nascholing huisartsen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; Rutten GEHM, Verhoeven S, Heine RJ, Grauw WJC de, Cromme PVM, Reenders K, et al. NHG-standaard Diabetes mellitus type 2. Huisarts Wet. 1999;42: Houweling ST, Kleefstra N, Ballegooie E van, Miedema K, Rischen R, Heeg JE. Diagnostiek van diabetes mellitus: beperkte plaats voor draagbare glucosemeters. Ned Tijdschr Geskd. 2005;149: Ned Tijdschr Geskd mei;150(18) 1011

6 7 National Diabetes Data Group. Classification and diagnosis of diabetes mellitus and other categories of glucose intolerance. Diabetes. 1979;28: Gottsater A, Landin-Olsson M, Fernlund P, Lernmark A, Sundkvist G. Beta-cell function in relation to islet cell antibodies during the first 3 yr after clinical diagnosis of diabetes in type II diabetic patients. Diabetes Care. 1993;16: Szepietowska B, Szelachowska M, Kinalska I. Do latent autoimmune diabetes of the adult (LADA) patients require insulin at diagnosis?: response to Pozzilli and di Mario. Diabetes Care. 2002;25: Maruyama T, Shimada T, Kanatsuka A, Kasuga A, Takei I, Yokoyama J, et al. Multicenter prevention trial of slowly progressive type 1 diabetes with small dose of insulin (the Tokyo study): preliminary report. Ann N Y Acad Sci. 2003;1005: Gale EAM. Latent autoimmune diabetes in adults: a guide for the perplexed. Diabetologia. 2005;48: Lohmann T, Nietzschmann U, Kiess W. Lady-like : is there a latent autoimmune diabetes in the young? Diabetes Care. 2000;23: Olijhoek JK, Martens FMAC, Banga JD, Visseren FLJ. Het metabool syndroom: een cluster van vasculaire risicofactoren. Ned Tijdschr Geskd. 2005;149: Dekker JM, Diamant M, Nijpels G, Heine RJ. Het metabool syndroom: beperkte meerwaarde voor de klinische praktijk. Ned Tijdschr Geskd. 2005;149: Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cholesterol in Adults. Executive summary of the third report of the National Cholesterol Education Program (NCEP) Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cholesterol in Adults (Adult Treatment Panel III). JAMA. 2001;285: Sobngwi E, Gautier JF. Adult-onset idiopathic type I or ketosis-prone type II diabetes: evidence to revisit diabetes classification. Diabetologia. 2002;45: Maassen JA, Lemkes HHPJ, Losekoot M. Van gen naar ziekte; maturity-onset diabetes of the young (MODY), monogenetisch overervende vormen van diabetes mellitus. Ned Tijdschr Geskd. 2001;145: Losekoot M, Broekman AJ, Breuning MH, Koning EJP de, Romijn JA, Maassen JA. Moleculaire diagnostiek bij aanwijzingen voor maturity onset diabetes of the young ; resultaten bij 184 patiënten. Ned Tijdschr Geskd. 2005;149: Maassen JA, Ouweland JMW van den, Losekoot M, Lemkes HHPJ. Van gen naar ziekte; mutatie in mitochondrieel DNA en maternaal over ervende diabetes mellitus met doofheid (MIDD). Ned Tijdschr Geskd. 2001;145: Heinze E, Thon A. Honeymoon period in insulin-dependent diabetes mellitus. Pediatrician ;12: Ruige JB, Batstra MR, Aanstoot HJ, Bouter LM, Bruining GJ, Neeling JN de, et al. Low prevalence of antibodies to GAD65 in a 50- to 74-year-old general Dutch population. The Hoorn study. Diabetes Care. 1997;20: Tuomi T, Carlsson A, Li H, Isomaa B, Miettinen A, Nilsson A, et al. Clinical and genetic characteristics of type 2 diabetes with and without GAD antibodies. Diabetes. 1999;48: Isomaa B, Almgren P, Henricsson M, Taskinen MR, Tuomi T, Groop L, et al. Chronic complications in patients with slowly progressing autoimmune type 1 diabetes (LADA). Diabetes Care. 1999;22: Pozzilli P, di Mario U. Autoimmune diabetes not requiring insulin at diagnosis (latent autoimmune diabetes of the adult): definition, characterization, and potential prevention. Diabetes Care. 2001;24: Landin-Olsson M. Latent autoimmune diabetes in adults. Ann N Y Acad Sci. 2002;958: Takeda H, Kawasaki E, Shimizu I, Konoue E, Fujiyama M, Murao S, et al. Clinical, autoimmune, and genetic characteristics of adult-onset diabetic patients with GAD autoantibodies in Japan (Ehime study). Diabetes Care. 2002;25: Zinman B, Kahn SE, Haffner SM, O Neill MC, Heise MA, Freed MI, et al. Phenotypic characteristics of GAD antibody-positive recently diagnosed patients with type 2 diabetes in North America and Europe. ADOPT Study Group. Diabetes. 2004;53: Maioli M, Alendro E, Tonolo G, Gilliam LK, Bekris L, Hampe CS, et al. Epitope-restricted 65-kilodalton glutamic acid decarboxylase autoantibodies among new-onset Sardinian type 2 diabetes patients define phenotypes of autoimmune diabetes. Study Group for the Genetics of Diabetes in Sardinia. J Clin Endocrinol Metab. 2004;89: Hamaguchi K, Kimura A, Kusuda Y, Yamashita T, Yasunami M, Takahasi M, et al. Clinical and genetic characteristics of GAD-antibody positive patients initially diagnosed as having type 2 diabetes. Diabetes Res Clin Pract. 2004;66: Maassen JA. Mitochondrial diabetes: pathophysiology, clinical presentation, and genetic analysis. Am J Med Genet. 2002;115: Abstract Diabetes mellitus: simple classification and corresponding treatment The classification of diabetes mellitus is not always straightforward but is of clinical importance in view of the differences in treatment, prognosis and inheritance. In young patients with acute signs of hyperglycaemia and a low bodymass index (BMI), diabetes type 1 is the evident diagnosis, and insulin therapy should be initiated as quickly as possible. Deafness in patients with mild symptoms and a highly positive family history suggests the presence of a mitochondrial or maternally inherited type of diabetes: maternally inherited diabetes and deafness (MIDD). In the absence of deafness, maturity onset diabetes of the young (MODY) should be suspected in the same group of patients. In case of a non-acute presentation of hyperglycaemia without an evident family history of diabetes, the BMI can be helpful in the next steps of the diagnostic process. In practice, the proposed flow chart can readily be applied for the classification and treatment of patients with hyperglycaemia. Ned Tijdschr Geskd. 2006;150: Ned Tijdschr Geskd mei;150(18)

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning

Nadere informatie

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie

Nadere informatie

Belangenverstrengeling. Bijzondere vormen van diabetes. Je ziet alleen wat je herkent. Mw. Van den Hoven - MIDD. Classificatie DM. Elliot Joslin, 1946

Belangenverstrengeling. Bijzondere vormen van diabetes. Je ziet alleen wat je herkent. Mw. Van den Hoven - MIDD. Classificatie DM. Elliot Joslin, 1946 Belangenverstrengeling Bijzondere vormen van F. Holleman Langerhansdagen 2015 Academisch prestige: AMC Praatjes/adviesraden: sanofi, MSD, Janssen, Eli Lilly, Boehringer Ingelheim, AstraZeneca Alle (neven)inkomsten

Nadere informatie

RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei

RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei Dr. A. van de Wiel Dr. P.C. Oldenburg-Ligtenberg Internisten Meander MC diabetes mellitus amersfoort 2013 Workshop: de verschillende typen van diabetes

Nadere informatie

Diagnose MODY nog vaak gemist

Diagnose MODY nog vaak gemist Diagnose MODY nog vaak gemist Verzekeren en erfelijkheid 1 Heeft u als huisarts wel eens een patiënt laten testen op MODY? Die kans is best klein. Deze erfelijke vorm van diabetes is zeldzaam en relatief

Nadere informatie

Diabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie

Diabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie Diabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie Suat Simsek Internist-endocrinoloog Medisch Centrum Alkmaar 24 mei 2013 Agenda Diabetes mellitus type 1 Coeliakie Diabetes mellitus type 1 en Coeliakie Classificatie

Nadere informatie

1 Over diabetes mellitus

1 Over diabetes mellitus 1 Over diabetes mellitus 1.1 Inleiding Diabetes mellitus is in essentie een stoornis van het glucosemetabolisme. Onder deze algemene omschrijving zijn diverse vormen van diabetes mellitus te onderscheiden.

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

Diabetes kan ook erfelijk zijn: MODY

Diabetes kan ook erfelijk zijn: MODY Diabetes kan ook erfelijk zijn: MODY Verzekeren en erfelijkheid 1 Veel mensen denken dat er maar twee soorten diabetes zijn: diabetes type 1 en 2. Dit klopt niet. Er bestaan ook nog enkele zeldzamere vormen

Nadere informatie

Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings

Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings HMG-CoA Reductase Inhibitors and safety the risk of new onset diabetes/impaired glucose metabolism Final SmPC and PL wording agreed by PhVWP December 2011 Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY

Nadere informatie

DIABETES EN LEEFSTIJL 7 JUNI 2018 MARTIJN CANOY

DIABETES EN LEEFSTIJL 7 JUNI 2018 MARTIJN CANOY DIABETES EN LEEFSTIJL 7 JUNI 2018 MARTIJN CANOY DIABETES EN LEEFSTIJL 1. Hoe vaak komt het voor 2. Wat is diabetes 3. Welke vormen 4. Complicaties 5. Leefstijl 1. voeding 2. Roken 3. Bewegen 6. Overgewicht

Nadere informatie

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Inhoudsweergave Wie is at risk & Diagnose Prevalentie Klinisch belang van

Nadere informatie

3. Diagnostiek en risico-inventarisatie

3. Diagnostiek en risico-inventarisatie LEIDRAAD DIABETES_BINNENWERK-BSL_100 x 150 4-4 01-09-11 15:01 Pagina 1 3. Diagnostiek en risico-inventarisatie 3.1 Diagnostiek Indien een patiënt de klassieke symptomen van diabetes heeft, is de diagnose

Nadere informatie

Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie

Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Onder redactie van: Dr.

Nadere informatie

Brochure MODYScan. De genetische test MODYScan detecteert specifiek de gebieden in het DNA waarin voorheen

Brochure MODYScan. De genetische test MODYScan detecteert specifiek de gebieden in het DNA waarin voorheen Brochure MODYScan MODYScan De genetische test MODYScan detecteert specifiek de gebieden in het DNA waarin voorheen afwijkingen zijn gevonden, die leiden tot het ontstaan van Maturity-Onset Diabetes of

Nadere informatie

Richtlijn Diabetes Mellitus de novo. Datum: Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ

Richtlijn Diabetes Mellitus de novo. Datum: Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ Richtlijn Diabetes Mellitus de novo Datum: 31-08-2018 Auteur: M. Dousma, kinderarts NWZ Doel het zo snel mogelijk stellen van de diagnose diabetes, de typering en de ernst van de metabole ontregeling door

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Beweging

Diabetes Mellitus en Beweging Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën

Nadere informatie

Behandeling Type 1 diabetes. Diabetes mellitus in vogelvlucht. Nieuwe ontwikkelingen in de. Behandeling van diabetes. Chronische behandeling diabetes

Behandeling Type 1 diabetes. Diabetes mellitus in vogelvlucht. Nieuwe ontwikkelingen in de. Behandeling van diabetes. Chronische behandeling diabetes Diabetes mellitus in vogelvlucht Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van Diabetes Aantal diabetespatiënten wereldwijd in 2012 ca. 371 miljoen In 2025: 6% van de wereldbevolking Jaarlijks ca. 72.000

Nadere informatie

ROIG DM 18 april 2007

ROIG DM 18 april 2007 ROIG DM 18 april 2007 sprekers: dr. M.Diamant, prof. Dr. R.J.Heine, dr. B.J. Potter van Loon en dr. A.B. Arntzenius 8.30 ontvangst 09.00 09.30 Diabetes Gravidarum en pre-diabetes Arntzenius 09.30 10.30

Nadere informatie

Wat is diabetes? Informatiebrochure. Wat is diabetes? Items:

Wat is diabetes? Informatiebrochure. Wat is diabetes? Items: I Informatiebrochure Wat is diabetes? Items: Diabetes type 1 Afweersysteem Vingerprikken Insuline injecteren Diabetes type 2 Andere vormen Wat is diabetes? Eilandjes van Langerhans in de Alvleesklier Er

Nadere informatie

Welke behandelstrategie bij obese type 2 patiënten: GLP 1 agonist!

Welke behandelstrategie bij obese type 2 patiënten: GLP 1 agonist! 1 Welke behandelstrategie bij obese type patiënten: GLP 1 agonist! Bruce H.R. Wolffenbuttel, internist endocrinoloog Universitair Medisch Centrum Groningen Afd. Endocrinologie: www.umcg.net Blog: www.gmed.nl

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING In de Westerse wereld vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaken van ziekte en overlijden. Bij het ontstaan van hart- en vaatziekten speelt atherosclerose (slagaderverkalking)

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner 1 Diabetes mellitus 2 Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner 2 Inhoud Epidemiologie Diagnostiek en behandeling in de diabetesketenzorg in Nederland Wat doet de praktijkondersteuner binnen

Nadere informatie

Vasculaire geneeskunde meets metabole ziekten: wanneer moet een vasculair geneeskundige aan een metabole aandoening denken?

Vasculaire geneeskunde meets metabole ziekten: wanneer moet een vasculair geneeskundige aan een metabole aandoening denken? Vasculaire geneeskunde meets metabole ziekten: wanneer moet een vasculair geneeskundige aan een metabole aandoening denken? dr Martijn C.G.J. Brouwers, internist-endocrinoloog Afdeling Endocrinologie en

Nadere informatie

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand

Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) 21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene

Nadere informatie

Protocol Diagnosticeren van diabetes mellitus

Protocol Diagnosticeren van diabetes mellitus Protocol Diagnosticeren van diabetes mellitus Naam van de praktijk Titel van protocol: Diagnosticeren van diabetes mellitus Logo van de praktijk Protocolnummer: Versie: Auteur: Vaststellingsdatum: Beheerder

Nadere informatie

Basaal Plus. Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011

Basaal Plus. Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011 Basaal Plus Wat te doen als langwerkende insuline toegevoegd aan orale medicatie niet meer afdoende is? Duodagen april 2011 2 Toetsvragen Bij Insuline Resistentie bestaat er een afname in vrije vetzuur

Nadere informatie

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek

Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie - Richtlijnen voor exacte, uniforme diagnostiek Familiaire Hypercholesterolemie (FH) is een van de meest voorkomende ernstige metabole aandoeningen die wij kennen. De incidentie

Nadere informatie

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie

Nadere informatie

Hyperglycemie Keto-acidose

Hyperglycemie Keto-acidose Hyperglycemie Keto-acidose Klinische les Marco van Meer SJG 20 06 2007 (acute) ontregeling van diabetes Doel Op het einde van mijn presentatie is jullie kennis over glucose huishouding en ketoacidose weer

Nadere informatie

Casus: hulpvraag. GLP-1 receptor agonisten. Casus: conclusie. Casus: voorgeschiedenis 10-12-2012

Casus: hulpvraag. GLP-1 receptor agonisten. Casus: conclusie. Casus: voorgeschiedenis 10-12-2012 Diabetes mellitus, anders dan gewoon type 1 en 2. Eerst maar eens gewoon een casus uit de dagelijkse praktijk. Nanno Kleefstra, arts, Kenniscentrum Diabetes, Zwolle, UMCG Groningen Frits Holleman, internist,

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening

Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening Dr. Jojanneke Bruins j.bruins@lentis.nl Promotoren: Prof. dr. Marieke Pijnenborg Prof. dr. Edwin van den Heuvel Co-promotoren

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken

Nadere informatie

Dutch Summary. Samenvatting van het proefschrift Glucocorticoïd-geïnduceerde diabetes: de potentiële rol voor incretine-therapie

Dutch Summary. Samenvatting van het proefschrift Glucocorticoïd-geïnduceerde diabetes: de potentiële rol voor incretine-therapie CHAPTER 11 Dutch Summary Samenvatting van het proefschrift Glucocorticoïd-geïnduceerde diabetes: de potentiële rol voor incretine-therapie Chapter 11 Het doel van dit proefschrift was te onderzoeken of

Nadere informatie

GLUT1 deficientie syndroom. Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog

GLUT1 deficientie syndroom. Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog GLUT1 deficientie syndroom Drs. Willemijn Leen, neuroloog i.o. Prof. dr. Michèl Willemsen, kinderneuroloog Inhoud Algemene informatie over GLUT1DS Antwoord op de gestelde vragen Nieuwe ontwikkelingen GLUT1

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus DIABETOgen Test Diabetes mellitus Typ II Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De DIABETOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op diabetes mellitus type

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Achtergrond Fenotype = grote variabiliteit Niet alle symptomen

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes: diagnostische en beleidsmatige inzichten. Henk Bilo Opfrisdagen 15 & 16 december Risicofactoren.

Zwangerschapsdiabetes: diagnostische en beleidsmatige inzichten. Henk Bilo Opfrisdagen 15 & 16 december Risicofactoren. Zwangerschapsdiabetes: diagnostische en beleidsmatige inzichten Henk Bilo Opfrisdagen 15 & 16 december 2011 1 Risicofactoren BMI > 30 kg/m2 voor de zwangerschap Familiehistorie met diabetes mellitus of

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Hoofdstuk 2 CHAPTER 10 Nederlandse Samenvatting Samenvatting De aandoening diabetes mellitus wordt gekenmerkt door een chronisch verhoogd glucosegehalte in het bloed, oftewel hyperglykemie. Karakteriserend voor patiënten

Nadere informatie

Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013

Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013 COIG cursusdag klinische genetica in de interne geneeskunde Mee-naar-huis-neem boodschappen 2013 Bredenoord, Deegens, Helderman-van der Enden, Hes, Knoers, Menko, Rennenberg, van Tintelen, Vasen, Wilde

Nadere informatie

Smeerolie voor de poli. Workshop Diabetes

Smeerolie voor de poli. Workshop Diabetes Smeerolie voor de poli Workshop Diabetes Paetrick Netten, oktober 2015 datum copyright auteur versie Diagnose en classificatie diabetes datum copyright auteur versie 2010 Criteria voor Diabetes Nuchtere

Nadere informatie

De meest gestelde vragen over: diabetes mellitus

De meest gestelde vragen over: diabetes mellitus De meest gestelde vragen over: diabetes mellitus De meest gestelde vragen over: diabetes mellitus Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, Houten Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat

Nadere informatie

17/12/2013. Inhoudsweergave. Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes?

17/12/2013. Inhoudsweergave. Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes? Hoe kunnen zorgverleners dagdagelijks meehelpen bij de preventiestrijd tegen T2DM en zwangerschapsdiabetes? prof dr C. De Block Endocrinologie-diabetologie UZA & UA Secretaris Vlaamse Diabetes Vereniging

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.7 30 mei 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: advies stoppen met roken, BMI < 25, RR > 140 en niet behandeld egfr indicatoren

Nadere informatie

zwangerschapsdiabetes

zwangerschapsdiabetes op de grens van de 2e lijn? belangenverstrengelingen aangaande deze bijeenkomst heb ik niet mj muis Langerhans-symposium 12 & 14 juni 2018 Marian Muis internist-endocrinoloog programma Definities Fysiologie

Nadere informatie

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende

Nadere informatie

SKML HIM Diabetes. Manou Batstra, Medisch Immunoloog Reinier de Graaf Gasthuis Medische laboratoria

SKML HIM Diabetes. Manou Batstra, Medisch Immunoloog Reinier de Graaf Gasthuis Medische laboratoria SKML HIM Diabetes Manou Batstra, Medisch Immunoloog Reinier de Graaf Gasthuis Medische laboratoria Pancreas, insuline, diabetes? Type-1 diabetes Autoantistoffen ZnT8 Voorspellende waarde (IASP) Delftse

Nadere informatie

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes Zwangerschapsdiabetes 11/2015 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ

Nadere informatie

Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee?

Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee? Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee? Maarten Visscher Resident in Anaesthesiology PhD Candidate Casus Patient, mw. D, 63 jr, lapchol VG: 1x HNP OK 1990 MI 1996 DM Med: PCM, gliclazide,

Nadere informatie

Nawoord. Nawoord. kan dus langzaam veranderen en dan moet er alsnog overgeschakeld worden op andere brandstof met minder koolhydraten.

Nawoord. Nawoord. kan dus langzaam veranderen en dan moet er alsnog overgeschakeld worden op andere brandstof met minder koolhydraten. Nawoord 171 Wat ik met dit boek duidelijk heb willen maken, is dat verschillende personen een verschillende stofwisseling hebben. Net zoals er benzinemotoren bestaan en dieselmotoren. Verschillende motoren

Nadere informatie

Diabetes Mellitus. Er zijn verschillende soorten diabetes. Er wordt onderscheid gemaakt tussen diabetes type 1 diabetes type 2 zwangerschapsdiabetes.

Diabetes Mellitus. Er zijn verschillende soorten diabetes. Er wordt onderscheid gemaakt tussen diabetes type 1 diabetes type 2 zwangerschapsdiabetes. Diabetes Mellitus Diabetes Mellitus (in de volksmond suikerziekte genoemd) is een stofwisselingsziekte. Het lichaam is niet meer goed in staat om glucose (= bloedsuiker) uit het bloed te verwerken en op

Nadere informatie

Changing Diabetes is een geregistreerd handelsmerk. van Novo Nordisk A/S. Etery Sherbinad, diabetes type 2

Changing Diabetes is een geregistreerd handelsmerk. van Novo Nordisk A/S. Etery Sherbinad, diabetes type 2 Novo Nordisk beschouwt het als haar missie om de toekomst van diabetes te veranderen. Om deze visie gestalte te geven hebben wij het Changing Diabetes-programma ontwikkeld. Changing Diabetes omvat diverse

Nadere informatie

Metabool syndroom. Bestaat het wel bij de oudere psychiatrische patiënt?

Metabool syndroom. Bestaat het wel bij de oudere psychiatrische patiënt? Metabool syndroom Bestaat het wel bij de oudere psychiatrische patiënt? Even voorstellen Casper Jansen Specialist ouderengeneeskunde Centrum voor ouderenpsychiatrie GGNet Sanne Wassink-Vossen Verpleegkundig

Nadere informatie

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Korte casus 1 Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Inleiding tot klinisch denken Titularis: Prof. Dr. Nicole Pouliart Tutor: Chelsey Plas 05/12/2014 Inhoud Casus Differentiaaldiagnoses oesofageale

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s GRAVENHAGE

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ s GRAVENHAGE 2731.2013089824 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen

Nadere informatie

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten)

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Inleiding U bent door uw behandelend arts verwezen naar de vaatrisicopolikliniek omdat u een vaatziekte heeft en/of vanwege risicofactoren voor het

Nadere informatie

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Dia 2 Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body

Nadere informatie

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 Locatie: Rijn-zaal Voorzitter: Yvo Smulders 0830 Ontvangst met koffie 0900-0930 Introductie, risicofactoren en risicostratificatie Y. Smulders, VUmc 0930-1000

Nadere informatie

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6 Diabetes uw praktijk alle praktijke n D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9 D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8 D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6 D6 HbA1c bepaald 70,9 70,5 D36 HbA1c < 53 81,3

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA DIABETES. DanielFleck@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA DIABETES. DanielFleck@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA DIABETES DanielFleck@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze

Nadere informatie

SUMMARY. Samenvatting

SUMMARY. Samenvatting SUMMARY Samenvatting 165 166 SAMENVATTING Overgewicht en obesitas bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. Eén van de gevolgen ervan is het ontstaan van hypertensie (een te hoge bloeddruk).

Nadere informatie

Diabetes en kanker: nieuwe inzichten

Diabetes en kanker: nieuwe inzichten Diabetes en kanker: nieuwe inzichten Joost B.L.Hoekstra internist AMC 11-10-2012 Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met diverse farmaceutische

Nadere informatie

Bijlage KA.1 Diagnostisch instrument overgewicht kinderen

Bijlage KA.1 Diagnostisch instrument overgewicht kinderen Bijlage KA.1 Diagnostisch instrument overgewicht kinderen Doel Met behulp van het Diagnostisch instrument overgewicht kinderen kan de kinderarts signaleren in welke mate er sprake is van overgewicht, een

Nadere informatie

Diabetes Mellitus. Nieuwe behandelingsopties en perspectieven

Diabetes Mellitus. Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Diabetes Mellitus Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Diabetes Mellitus Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Dr. Adriaan Kooy internist vasculair geneeskundige ISBN-13: 9789031353026 NUR 870

Nadere informatie

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity )

Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Datum 13 maart 2015 GVS rapport 15/04 dulaglutide (Trulicity ) > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG 0530.2015030019 Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus

Nadere informatie

DIABETES GRAVIDARUM 13 APRIL 2011 I. VAN DER VEEN AIOS O&G UMCG

DIABETES GRAVIDARUM 13 APRIL 2011 I. VAN DER VEEN AIOS O&G UMCG DIABETES GRAVIDARUM 13 APRIL 2011 I. VAN DER VEEN AIOS O&G UMCG Inleiding Definitie Screenen vs diagnostiek 75 grams OGTT Zorgpaden UMCG/MZH Quiz Literatuurlijst Definitie Diabetes Gravidarum/Gestational

Nadere informatie

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade Verwijzing van patiënten met chronische nierschade VERSCHILLEN IN VERWIJSCRITERIA TUSSEN ZIEKENHUIZEN Loes J. Meijer en François G. Schellevis Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5679

Nadere informatie

Richtlijn (erfelijke) dyslipidemie in de tweede en derde lijn (in aanvulling op richtlijn CVRM)

Richtlijn (erfelijke) dyslipidemie in de tweede en derde lijn (in aanvulling op richtlijn CVRM) Richtlijn (erfelijke) dyslipidemie in de tweede en derde lijn (in aanvulling op richtlijn CVRM) Jeanine Roeters van Lennep, Erasmus MC, Rotterdam email: j.roetersvanlennep@erasmusmc.nl Disclosure belangen

Nadere informatie

Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2.

Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2. Zorginhoudelijke indicatoren over de kwaliteit van de diabeteszorg voor patiënten met diabetes type 2. Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING HbA 1c ontstaat door de versuikering van hemoglobine, het belangrijkste bestanddeel van rode bloedcellen. In het bloed bindt een glucosemolecuul (niet-enzymatisch) met een aminozuur van de β-keten van

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Leuven protocol Cardiovasculaire preparticipatie screening en evaluatie van sporters boven 35 jaar goedgekeurd door ALV op 17 september 2015

Leuven protocol Cardiovasculaire preparticipatie screening en evaluatie van sporters boven 35 jaar goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Leuven protocol Cardiovasculaire preparticipatie screening en evaluatie van sporters boven 35 jaar goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 (VSG6816) 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Behandeling van diabetes type 2

Behandeling van diabetes type 2 Behandeling van diabetes type 2 Diabetes type 2 is de meest voorkomende vorm van diabetes: ongeveer negentig procent van de mensen heeft diabetes type 2. Hierbij is vaak sprake van een combinatie van factoren.

Nadere informatie

Diabetische Oogziekten

Diabetische Oogziekten Diabetische Oogziekten F. Hageman, Oogarts OPSIS oogziekenhuis Amstelveen Den Burg DIABETES MELLITUS GLUCOSE Bloedglucosespiegel : Maat voor hoeveelheid glucose opgelost in het bloed. Wordt uitgedrukt

Nadere informatie

Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld

Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld dr. Paul Janssen, huisarts Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap 1. Toenemende prevalentie type

Nadere informatie

Regionale Transmurale Afspraken - DM

Regionale Transmurale Afspraken - DM Diagnostiek Aanwijzingen voor ander type diabetes dan type 2 (o.a. LADA en MODY) Overweegt consultatie bij: 1. BMI < 27 kg/m2 2. Leeftijd < 25 jaar 3. Vroegtijdig falen orale medicatie 4. Diabetespakket

Nadere informatie

Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier)

Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier) Dieetbehandelingsprotocol Diabetes mellitus (Elsevier) Doelgroep Mensen met diabetes mellitus (Para)medische gegevens, ziektebeeld, diagnose Type 1 Sterk verhoogd glucose gehalte in het plasma van nuchter

Nadere informatie

Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten

Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten Samenvatting Bij het preventief sportmedisch onderzoek (basisplus en groot Sportmedisch Onderzoek) bepalen we tenminste Cholesterol en HDL-cholesterol

Nadere informatie

De nieuwe NHG standaard Diabetes Mellitus type 2

De nieuwe NHG standaard Diabetes Mellitus type 2 De nieuwe NHG standaard Diabetes Mellitus type 2 F. Holleman Belangenverstrengeling Academisch prestige: AMC Adviesraden: sanofi, Eli Lilly Onderzoekssponsoring: MSD Alle (neven)inkomsten afkomstig van

Nadere informatie

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder > geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Bedrijfsnamen Sponsoring Sanofi Geen Takeda Nederland BV

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Het Congres Morbide Obesitas wordt mede mogelijk gemaakt door:

Het Congres Morbide Obesitas wordt mede mogelijk gemaakt door: Het Congres Morbide Obesitas wordt mede mogelijk gemaakt door: Bariatrie: (n)iets voor de 1 e lijn? Bariatrie, diabetes en de NHG standaard dr. Dingeman Swank, bariatrisch chirurg NOK drs. Françoise Langens,

Nadere informatie

Ingrid BW.indd 231 03-03-2006 11:14:01

Ingrid BW.indd 231 03-03-2006 11:14:01 Curriculum Vitae CURRICULUM VITAE Ingrid M.Jazet w erd geboren op 6 juli 1968 te Schiedam.N a het behalen van haar eindexamen A theneum β aan het Petrus Canisius College te A lkmaar in 1987,studeerde zijeerst

Nadere informatie

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu?

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Annette Galema-Boers, MANP 24-11-2017 Clinic for dyslipidemias and inherited cardiovascular diseases

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen Ellen Govers Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen 1. patiënten kunnen goed afvallen op de Richtlijnen Goede Voeding 2. overgewicht behandelen

Nadere informatie