Aan de leden van Provinciale Staten

Transcriptie

1 Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 22 april 2008 Briefnummer : /17/A.25, CW Zaaknummer : Behandeld door : Boer W.E. de Telefoonnummer : (050) Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : evaluatie welzijnsbeleid Geachte dames en heren, In de vergadering van de commissie Welzijn, cultuur en Sociaal Beleid van 19 september 2007 is de evaluatie Welzijnsbeleid provincie Groningen 2007 besproken. Deze evaluatie is in onze opdracht door het bureau Dimensus te Breda vervaardigd. De rapportage van Dimensus werd in juni 2007 gepubliceerd. Een hoofdconclusie uit het rapport is, dat bij de betrokkenen tevredenheid over het provinciale welzijnsbeleid overheerst. Wij hebben aangegeven dat wij de inhoud van het evaluatierapport zouden doornemen met de betrokken gemeenten, met CMO en met de bij de speerpunten betrokken organisaties. Inmiddels is de voortgang van het gebiedsgericht werken en van het speerpuntenbeleid in alle 10 overleggen (6 gebieden, G6 en betrokkenen bij drie speerpunten) aan de orde geweest. Ook is het rapport met CMO besproken. In de overleggen is nagegaan hoe men tegen het evaluatierapport aankijkt, of de projecten metterdaad op schema liggen en welke resultaten tot eind 2008 nog kunnen worden bereikt. Uit het gevoerde overleg blijkt dat men zich in het algemeen herkent in het positieve beeld dat uit de evaluatie naar voren komt. Er zitten geen grote verrassingen in. In de evaluatie word gesteld dat er lichte verschillen zijn tussen de speerpunten en de regio's. Sommige regio's (Centraal Groningen en in mindere mate Noord Groningen) en het speerpunt jeugd en veiligheid scoren blijkens de evaluatie wat minder. De betrokkenen vinden dat er in een aantal gevallen zeer plausibele verklaringen zijn voor een aantal negatieve bevindingen uit het rapport. Op een aantal punten is een nuancering gewenst. Het merendeel van de projecten ligt volgens de betrokkenen op schema. 1

2 Reacties per regio en per speerpunt. Uit het gevoerde overleg per gebied en per speerpunt zijn de volgende reacties naar voren gekomen. Centraal Groningen (gemeenten Haren, Hoogezand-Sappemeer en Slochteren) In de evaluatie scoort de regio centraal Groningen wat minder positief dan gemiddeld. Naar de mening van betrokkenen geeft de evaluatie weer hoe de situatie in de zomer van 2007 was. Sindsdien is de voortgang in de uitvoering aanzienlijk verbeterd. Als de evaluatie nu nogmaals zou worden gehouden zouden de uitkomsten voor Centraal Groningen er naar de mening van betrokkenen positiever uitzien. In deze regio is gewerkt aan 5 projecten. In plm. 60% van de gevallen wordt de oorspronkelijke doelstelling gehaald. In plm. 40% van de gevallen worden de doelen gedeeltelijk verwezenlijkt, waarbij de situatie verschillend is. In een aantal gevallen wordt meer bereikt dan oorspronkelijk de bedoeling was. Waar mogelijk wordt getracht de ontstane achterstand verder in te lopen. De projecten hebben betrekking op: lokale loketten WWZ, het OGGz beleid, het realiseren van steunpunten mantelzorg, het ontwikkelen van multifunctionele dorps- en wijkcentra en op een sluitende aanpak voor het toeleiden van jongeren naar een diploma of startkwalificatie. Noord Groningen (gemeenten Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer en Winsum) De regio Noord Groningen scoort In de evaluatie wat minder positief dan gemiddeld. In de regio Noord is gekozen voor vijf thema's in de periode : multifunctionele dorpshuizen, professionalisering peuterspeelzaalwerk, jeugd- en jongerenwerk, zorgadviesteams en steunstee ontwikkeling. Het overleg vindt dat er met alle projecten goede resultaten zijn behaald. De peuterspeelzalen hebben, mede dankzij een gezamenlijke inzet van provincie en gemeenten een duidelijke impuls gekregen. Dat was niet haalbaar geweest zonder de inzet van het gebiedsprogramma en de regionale aanpak. In vijf dorpen is gewerkt aan de ontwikkeling van multifunctionele dorpshuizen. De aandacht voor jeugd en jongeren in het lokale welzijnsbeleid toegenomen. Eind 2008 zullen er 11 steunstee varianten ontwikkeld zijn. Door de betrokkenen is benadrukt dat de werkvelden waarop de projecten betrekking hebben volop in ontwikkeling zijn. Landelijke/gemeentelijke ontwikkelingen en nieuwe wetgeving doen hun invloed gelden. Ook wanneer de projecten zijn afgerond, is het werk niet klaar. Oldambt (gemeenten Bellingwedde, Reiderland, Scheemda en Winschoten). De evaluatie geeft aan dat betrokkenen zeer tevreden zijn over de resultaten. De regio herkent zich in dit beeld. In de regio worden vier projecten uitgevoerd. De gestelde doelen worden voor alle vier projecten gehaald. Resultaten zijn onder meer: de presentatie van een nota jeugd en jongerenbeleid voor de regio Oldambt. Het project samenwerking welzijnsinstellingen heeft geresulteerd in een fusie en is voltooid. De doelstellingen van het project WMO ontwikkeling worden gehaald. Voor het project vitale dorpen geldt dat het dorps- en wijkgericht werken volop in ontwikkeling is, met toepassing van de in het G6 programma ontwikkelde methodiek. 2

3 Stadskanaal/Vlagtwedde (gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde) De regio Stadskanaal/Vlagtwedde scoort erg positief in de evaluatie. De resultaten zijn herkenbaar voor het regioteam. Het gebiedsgericht werken heeft de regionale samenwerking bevorderd en de gemeenten geholpen een aantal beleidsterreinen goed op orde te krijgen. Gebiedsgericht werken vraagt een investering van de gemeenten, maar levert ook het nodige op: een gezamenlijk flexibel budget maakt het mogelijk snel inzet te plegen. Resultaten zijn ondermeer: professionalisering van het peuterspeelzaalwerk en versterking van het jeugd en jongerenwerk. In beide gemeenten is een methodiek ontwikkeld voor de sluitende aanpak van jongeren naar startkwalificatie en werk. De werkwijze wordt nu toegepast in het reguliere beleid. Bij de hulpverlening aan multi-probleem gezinnen is de samenwerking tussen de organisaties sterk verbeterd en het hulpaanbod uitgebreid. Er zijn 6 steunstees gerealiseerd. Burgers worden beter bereikt en er is een betere beschikbaarheid en afstemming vanuit gemeenten en organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Regio Veendam/Pekela/Menterwolde. Het evaluatie rapport van Dimensus noemt de regio Veendam, Pekela, Menterwolde als een regio waar de respondenten wat minder positief zijn. Deze mening wordt in zijn algemeen niet gedeeld door het regioteam. Het regioteam is van mening dat het gebiedsgerichte werken de regionale samenwerking heeft bevorderd. Ontwikkelingen als het regionaal zorgadviesteam en de sluitende aanpak MPV (Menterwolde, Pekela, Veendam) voor 0-12 jarigen zouden nooit zo stevig zijn ontwikkeld en geïmplementeerd zonder het gebiedsgericht werken. Voor jeugd en voor ontwikkeling nieuw beleid zijn de resultaten misschien minder maar daar zijn redenen voor. Samenwerkingsprocessen tussen organisaties vergen tijd. Een gezamenlijk flexibel budget maakt het mogelijk snel inzet te plegen en is een winstpunt dat vastgehouden zou moeten worden. Men vindt dat op grond van de resultaten van de evaluatie gekeken zou kunnen worden naar het communicatietraject met het veld. Er is sprake van 6 projecten. Voor het project zorgstructuur 0-12 jaar en jongeren aan het werk geldt dat het doel is gehaald. Voor de overige projecten is het doel gedeeltelijk gehaald. Dit geldt voor: het project jeugd heeft de toekomst, het project hulp aan multi-probleem gezinnen, de ontwikkeling van steunstees WWz en het project ontwikkeling van nieuw beleid. Westerkwartier (gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn) Voor wat betreft de tevredenheid over de resultaten van het gebiedsgerichte werken is de score van het Westerkwartier in de evaluatie positief. Dit blijkt met de werkelijkheid te stroken. Er lopen drie projecten in het Westerkwartier, nl. lokale loketten, voor- en vroegschoolse educatie en een sluitende aanpak startkwalificatie en werk voor jongeren. Voor alle projecten geldt dat zij op schema liggen. In de evaluatie is nog te lezen dat er een achterstand was m.b.t. de sluitende aanpak startkwalificatie en werk voor jongeren. Inmiddels is die achterstand ingelopen. G6. Het overleg van de G6 herkent zich in de evaluatie. Het G6 programma bestaat uit zes lokale projecten onder lokale aansturing. De lokale projecten liggen op schema. De doelstellingen worden gehaald. De lokale projecten zijn voortdurend in ontwikkeling als het gaat om lokaal sociaal beleid/wijk- en dorpsgericht werken. Nieuwe thema's worden toegevoegd en lokaal (voorbeeld: de Buurt de Baas, project Praten in Vertrouwen in Hoogezand Sappemeer, project radicalisering in 3

4 Winschoten) of in gezamenlijk G6 verband opgepakt (voorbeeld polarisering en radicalisering onder jongeren, De Groninger Gemeente Monitor). Kortom: het is een dynamisch proces waarin de participatie van burgers, de (regie-) rol van de gemeenten en de inzet van betrokken maatschappelijke instellingen de centrale uitgangspunten vormen. Relaties met de gemeentelijke WMO ontwikkelingen worden op natuurlijke wijze gelegd. In plattelandsgebieden wordt in het ontwikkelen van dorpsgericht werken steeds meer de expertise ingezet die is ontwikkeld in het G6 programma. Het programma Participatie Minderheden behaalt in 2008 zijn doelstellingen: Ontwikkeling Kennisnetwerk Multicultureel Groningen, Website Multicultureel Groningen, en de implementatie van de werkwijze Plaza Migranta in 2008 in de G6- gemeenten. Speerpunt Jeugd en veiligheid Het evaluatierapport signaleert dat de tevredenheid voor het speerpunt jeugd en veiligheid wat minder is. Degenen die bij dit speerpunt betrokken zijn geven aan dat de uitkomsten van de evaluatie vertekend zijn. Er is geen rekening mee gehouden dat een aantal onderdelen van het speerpunt reeds in 2006 is gestopt. Het project ARC (aanpak risicojongeren) is in 2006 ook gestopt. Het Bureau Jeugdzorg heeft de activiteiten deels voortgezet. Het project aansluiting jeugdzorg - jeugdbeleid is vanaf september 2006 door het procesmanagement jeugd overgenomen. Voor de respondenten was mogelijk niet duidelijk dat de betrokkenheid van het speerpunt was gestopt, omdat de activiteiten feitelijk wel zijn voortgezet. Het project kent vijf projecten. Bij de Ondersteuning Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit (APJ) is het doel gedeeltelijk gehaald. Er is een scala van activiteiten en initiatieven ontwikkeld. Het functioneren van het platform is echter bemoeilijkt omdat het OM zich steeds meer beperkt tot overleg en samenwerking met de jeugd justitie ketenpartners. Bij het project gemeentelijke actieplannen jeugd en veiligheid is het doel gehaald. Dat geldt ook voor het project begeleiding en advisering lokale netwerken. De doelstellingen van het project jongeren school en veiligheid zijn gehaald. De ondersteuning van het project ARC (aanpak risicojongeren) van BJZ is in 2006 beëindigd. Vrijwilligerswerk. In de evaluatie wordt gesteld dat men overwegend positief tot zeer positief is over het speerpunt vrijwilligerswerk. Dit wordt gezien de voortgang en resultaten van de projecten onderschreven. Voor alle projecten geldt dat de doelen zijn gehaald en dat de activiteiten op schema liggen. Het platform maatschappelijk ondernemen loopt buitengewoon goed. Uit een uitgebreid klantenonderzoek m.b.t. de site blijkt dat de bezoekers tevreden zijn over de site. Het project informatie en adviesfunctie loopt volgens schema. Bij het project Vrijwilligerswerk Leerschool voor jongeren wordt de doelstelling van 150 leerlingen ruimschoots gehaald. De dorpshuisondersteuning (tot bij CMO) loopt naar wens. Ook het project het technisch onderhoud van speeltuinen ligt op koers. Het technische onderhoud van speeltuinen is een zorgpunt voor alle gemeenten. In 2008 wordt een voorstel gedaan tot herziening van dit onderdeel. Speerpunt huiselijk geweld. Over de projecten van het speerpunt huiselijk wordt volgens de evaluatie overwegend positief geoordeeld. Dit is ook de mening van de betrokkenen bij de uitvoering van dit speerpunt. Voor alle onderdelen worden de doelen gehaald. 4

5 Dit geldt voor het onderdeel publiciteit en voorlichting, ouderenmishandeling, aanpak problematiek loverboys en provinciale monitor huiselijk geweld. Men constateert dat de doelen niet hoeven te worden aangepast. Resultaten zijn ondermeer dat het Groninger publiek weet waar het terecht kan als het gaat om huiselijk geweld. In de voorlichting en publiciteit is specifieke aandacht geschonken aan jongeren en allochtone groeperingen. Er is een provinciale infrastructuur van meldpunten waar mishandelde ouderen terecht kunnen. Iedere gemeente heeft een meldpunt oudermishandeling of een aandachtsfunctionaris. De zorgstructuren van VO en VMBO zijn toegerust om vragen met betrekking tot loverboys te kunnen behandelen en door te verwijzen. Bovendien ligt er een voorlichtingspakket voor scholen. Er ligt een monitor op basis van politiegegevens. Men signaleert wel dat de ontwikkelingen rond de Wet op de jeugdzorg en de ontwikkelingen rond de WMO hebben ertoe geleid dat de aandacht voor jeugd en veiligheid enigszins is verdrongen door nieuwe prioriteiten: WMO/preventief jeugdbeleid. Conclusie Per regio en per speerpunt is er sprake van veel onderling verschillende initiatieven. Enkele hoofdlijnen voor de hele provincie zijn niettemin zichtbaar. Als resultaten zijn ondermeer te noemen: het werk van de peuterspeelzalen heeft een duidelijke impuls gekregen, de aandacht voor het jeugd en jongerenwerk in het lokale welzijnsbeleid is toegenomen, er is met succes gewerkt aan een sluitende aanpak om jongeren aan een startkwalificatie en werk te helpen, er zijn lokale loketten wonen welzijn en zorg tot stand gebracht, er zijn steunstees gerealiseerd. Hierbij is duidelijk ingespeeld op de actuele ontwikkelingen tengevolge van de Wet op de jeugdzorg en de Wet Maatschappelijke ondersteuning. Het bevorderen van de leefbaarheid en het creëren van een actieve betrokken samenleving is een hoofddoelstelling van het provinciale welzijnsbeleid in de periode In het beleidsplan Welzijn heeft de provincie aangegeven dat de provincie in samenwerking met gemeenten en andere partners ging investeren in de sociale infrastructuur. De conclusie uit het evaluatierapport is dat het provinciale welzijnsbeleid voor de periode 2005 tot en met 2008 positief wordt gewaardeerd en goede resultaten oplevert. Op grond van het gevoerde overleg wordt die conclusie bevestigd. Over de activiteiten die in 2007 in het kader van het provinciale welzijnsbeleid zijn uitgevoerd verschijnt omstreeks mei een uitvoerig verslag. Wij zullen dit na verschijnen zo spoedig mogelijk voor u ter inzage leggen. Het verslag zal binnenkort ook via de provinciale website te raadplegen zijn. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:, voorzitter., secretaris. 5