Integrale leerlingenprognose t/m 2023

Transcriptie

1 Integrale leerlingenprognose 24 t/m 223 Gemeente 's-hertogenbosch Bureau Onderzoek en Statistiek mei 24

2 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Scholen en voedingsgebieden 4 3. Prognose van de basisgeneraties Algemeen Ontwikkeling van de woningvoorraad Ontwikkeling van de basisgeneraties 8 4. Leerlingenprognose basisonderwijs 1 5. Leerlingenprognose voortgezet onderwijs Leerlingenprognose speciaal onderwijs 15 Bijlagen 17 Bijlage 1: Overzicht van prognosegebieden 18 Bijlage 2: Prognose van de basisgeneratie voor het basisonderwijs 21 Bijlage 3: Voedingsgebieden basisscholen 28 Bijlage 4: Leerlingenprognose basisonderwijs 3 Bijlage 5: Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 39 Bijlage 6: Leerlingenprognose speciaal onderwijs 4 2

3 1. Inleiding Jaarlijks wordt door de gemeenteraad het "Integrale huisvestingsplan onderwijs" (IHP) vastgesteld. Dit bevat onder meer de financiële consequenties van de wettelijke taak die de gemeente heeft met betrekking tot onderwijshuisvesting. Schoolbesturen dienen daartoe aanvragen in. In de gemeentelijke "Verordening voorzieningen huisvesting gemeente 's-hertogenbosch" is de procedure en wijze van beoordeling van dergelijke aanvragen neergelegd. Eén van de vereisten is dat schoolbesturen een aanvraag vergezeld laten gaan van een leerlingenprognose. Met de schoolbesturen is echter de afspraak gemaakt, dat de gemeente 's-hertogenbosch zorg draagt voor een integrale leerlingenprognose, een prognose zowel voor het basis-, het voortgezet, als het speciaal onderwijs. Ten behoeve van het IHP 24 zijn nieuwe integrale leerlingenprognoses nodig. Deze dienen te voldoen aan de eisen die geformuleerd zijn in genoemde verordening. Het voor deze prognose gebruikte softwarepakket G4Pro van Pronexus BV te Eindhoven (v/h ingenieursbureau Micro BV) voldoet aan deze eisen. De prognose is vervaardigd door Bureau Onderzoek & Statistiek in opdracht van Afdeling Jeugd & Onderwijs/team Onderwijshuisvesting van de sector CWS. In principe bestrijkt de prognose de periode 24 t/m 223. Het mag echter duidelijk zijn, dat naarmate de blik verder in de toekomst reikt, de onzekerheden omtrent het realiteitsgehalte van het geschetste beeld toenemen. Op voorhand moet gesteld worden, dat de geprognosticeerde ontwikkelingen op de lange termijn niet meer dan indicatief zijn. Daarvoor zijn er te veel (vaak ook toevallige) factoren die van invloed zijn op de toekomstige leerlingenaantallen. Eén van de belangrijkste daarvan is de factor woningbouw. De prognose valt uiteen in twee delen: een bevolkingsprognose ter bepaling van de toekomstige basisgeneratie voor de diverse onderwijssoorten; een prognose van de leerlingenaantallen per school. Deze rapportage is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de gebiedsindeling die aan de basis ligt van de vooruitberekening; hoofdstuk 3 bespreekt de prognose van de verschillende basisgeneraties. Hierbij wordt eerst ingegaan op de prognosemethodiek, vervolgens op de woningbouwplanning en woningvoorraadontwikkeling, en tenslotte op de resultaten per deelgebied; de hoofdstukken 4, 5 en 6 behandelen de leerlingenprognoses voor respectievelijk het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs. De resultaten van de prognose worden voortdurend vergeleken met die van de vorige integrale leerlingenprognose die uit 22 dateert. 3

4 2. Scholen en voedingsgebieden Ten behoeve van deze leerlingenprognose is de gemeente 's-hertogenbosch onderverdeeld in dezelfde deelgebieden als bij de vorige prognose. Op het hoogste niveau worden vier stadsdelen onderscheiden: Centrum en Zuid, bestaande uit de wijken Binnenstad, Zuidoost, Graafsepoort en Muntel/Vliert; Noord, bestaande uit de wijken Noord, Maaspoort en Empel; West, bestaande uit de wijken West en Engelen; Rosmalen, bestaande uit de wijken Rosmalen Noord, Rosmalen Zuid en De Groote Wielen. Binnen de stadsdelen zijn gebieden samengesteld uit één of meer buurten, zodanig dat ze binnen een wijk vallen. Dit zijn de "prognosegebieden" waarvoor een vooruitberekening wordt gemaakt van de basisgeneratie die de leerlingen levert voor de verschillende schoolsoorten. Bij deze vooruitberekening wordt uiteraard ook rekening gehouden met toekomstige woningbouw. Omdat er in het voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs veel leerlingen uit omliggende gemeenten komen, worden ook die gemeenten als afzonderlijke prognosegebieden beschouwd. De ontwikkeling van de basisgeneratie in die gemeenten wordt ontleend aan de welbekende PRIMOS-prognoses. Per school wordt een voedingsgebied bepaald. Dit bestaat uit één of meer prognosegebieden. Voor het voortgezet en het (voortgezet) speciaal onderwijs geldt, dat de prognosegebieden binnen 's- Hertogenbosch worden gesommeerd tot op stadsdeelniveau. Het voedingsgebied van een school dient minimaal 7% van de leerlingen van die school te leveren. Voor het vaststellen daarvan wordt gebruik gemaakt van herkomstgegevens van leerlingen die geregistreerd zijn in de gemeentelijke leerplichtadministratie per peildatum 1 oktober 23. Bijlage 1 geeft een overzicht van de indeling van de gemeente 's-hertogenbosch in prognosegebieden. 4

5 3. Prognose van de basisgeneraties 3.1. Algemeen. Doel van de prognose is om per gebied de toekomstige omvang te bepalen van de generaties die onderwijs volgen. Het gaat om de volgende generaties: de 4 t/m 11-jarigen plus 3% van de 12-jarigen voor het basisonderwijs en speciaal onderwijs; 5% van de 12-jarigen plus 5% van de 13-jarigen voor de instroom van het voortgezet onderwijs: 7% van de 12-jarigen plus de 13 t/m 16-jarigen voor het voortgezet onderwijs met vierjarige opleiding; 7% van de 12-jarigen plus de 13 t/m 18-jarigen voor het voortgezet onderwijs met zesjarige opleiding en het voortgezet speciaal onderwijs. Het programma G4Pro voorziet in verschillende rekenmodellen om de omvang van de basisgeneraties te prognosticeren. Deze rekenmodellen zijn in principe gelijk aan die uit de vanouds bekende PROBO-systematiek. Twee ervan worden gebruikt in de huidige prognose: de cohortmethode Deze wordt gehanteerd bij een bestaand voedingsgebied. De essentie van deze methode is, dat de verandering in omvang van de verschillende leeftijdsgroepen (cohorten) over de afgelopen jaren wordt geanalyseerd. Dit gebeurt door uit het verleden "mutatiefactoren" af te leiden. Deze geven aan hoe de omvang van een cohort op zekere peildatum zich verhoudt tot de omvang van het naastjongere cohort op de vorige peildatum. Een mutatiefactor geeft in wezen de verandering aan die het gevolg is van sterfte, vestiging en vertrek binnen het betreffende cohort. Als ten opzichte van de vorige periode de woningvoorraad in omvang is toegenomen, dan worden de mutatiefactoren gecorrigeerd voor deze toename. Dit gebeurt om het effect van migratie als gevolg van woningbouw te neutraliseren. Bij het afleiden van mutatiefactoren is de lengte van de analyseperiode van belang. Als sprake is van een trendmatige bevolkingsontwikkeling, dan worden de mutatiefactoren afgeleid uit de gegevens over de laatste paar jaar. In stabiele prognosegebieden of in kleine gebieden, waar toevallige fluctuaties een grote rol spelen, wordt doorgaans een langere analyseperiode beschouwd. Nadat aannamen omtrent de mutatiefactoren gedaan zijn, wordt de toekomstige omvang van de diverse leeftijdscohorten berekend, simpelweg door hun omvang in het uitgangsjaar (in dit geval 24) te vermenigvuldigen met deze mutatiefactoren. Indien woningbouw voorzien is, wordt hiervoor gecorrigeerd. Doorgaans worden de mutatiefactoren 5 jaar na de laatste woningbouwactiviteiten in een gebied op 1 gezet. Dat betekent dat vanaf dan de verschillende leeftijdscohorten niet meer in omvang veranderen. De procedure waarbij mutatiefactoren vanaf zeker moment in een aantal jaren via interpolatie naar 1 gebracht worden, wordt aangeduid met de term "egaliseren". Dit egaliseren kan soms achterwege blijven als aannemelijk is dat woningbouw een continu karakter zal hebben, zoals bijvoorbeeld in centrumgebieden. Toekomstige geboorten worden bepaald aan de hand van leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers en de geraamde aantallen vrouwen in de leeftijdsgroep van jaar. 5

6 de nieuwbouwmethode Bij toekomstige nieuwbouwgebieden kan uiteraard niet uitgegaan worden van historische gegevens. Daarom wordt gebruik gemaakt van referentieprofielen die de ontwikkeling van de gemiddelde woningbezetting van de basisgeneraties in een nieuwbouwgebied weergeven. Afhankelijk van het percentage eengezinswoningen en van het (gestandaardiseerde) algemene vruchtbaarheidscijfer van de gemeente (aantal geboorten per 1 vrouwen van jaar) worden correctiefactoren geactiveerd. Hiermee worden de profielen aangepast aan de gegeven situatie. In combinatie met de woningvoorraadcijfers kunnen vervolgens de toekomstige basisgeneraties berekend worden Ontwikkeling van de woningvoorraad Eén van de meest cruciale factoren die van invloed zijn op omvang en samenstelling van de bevolking, is de ontwikkeling van de woningvoorraad. Voor een prognose van de basisgeneraties is het dan ook van het grootste belang om per prognosegebied deze woningvoorraadontwikkeling zo nauwkeurig mogelijk in beeld te krijgen. Hiertoe is gebruik gemaakt van een aantal stukken van afdeling SO/Wonen: Concept Meerjaren woningbouwprogramma (nov 23); Overzicht potentiële restcapaciteit woningbouw 's-hertogenbosch (okt 23). Het meerjaren woningbouwprogramma geeft inzicht in de diverse woningbouwplannen die van jaar tot jaar op stapel staan in de periode t/m 27. Het planjaar geeft het streefjaar aan, waarin bouwvergunningen worden afgegeven. Om hieruit de woningvoorraadontwikkeling af te leiden moet een raming gemaakt worden van de aantallen woningen die jaarlijks opgeleverd worden. Voor concrete woningbouwplannen is het niet altijd mogelijk hiervoor een strikte planning aan te houden, aangezien één en ander afhankelijk is van een groot aantal onzekere factoren. De onzekerheid is nog groter voor de plannen die op de woningbouwplanning vanaf 28 zullen verschijnen en die nu nog figureren op het overzicht restcapaciteit bestemmingsplannen. Er is daarom voor gekozen om de oplevering van bouwplannen in een bepaald gebied over een aantal jaren uit te smeren, in plaats van deze in hun geheel op te nemen in het eerste of tweede jaar na (vooralsnog) geplande afgifte bouwvergunning. Als gevolg hiervan kunnen er weliswaar van jaar tot jaar verschillen optreden tussen prognose en realiteit, maar op de langere termijn maakt dit geen verschil. Vanaf 216 zijn geen extra woningen meer opgenomen in de bestaande gebieden, aangezien daar op dit moment niets zinnigs over te zeggen valt. Tabel 1 geeft per prognosegebied een overzicht van de verwachte toename van de woningvoorraad in de jaren 24 t/m

7 Tabel 1: Toename woningvoorraad 24 t/m 222 Prognosegebied C1 Binnenstad C2 Zuid 1 C3 Zuidoost C4 Hinthamerpoort C5 Graafsebuurt C6 Hintham 8 1 C7 Muntel/Vliert N1 Buitenp/Herven N2 Haren/Donk/Reit N3 Hambaken/Rompert 14 4 N4 Orthen N5 Maaspoort Zuid N6 Maaspoort Oost N7 Maaspoort West 126 N8 Empel N8A Empel nieuwbouw R1 Maliskamp R2 Sparrenburg R3 Molenhoek R4 Rosmalen kom R5 De Overlaet R6 Kruisstraat R7 De Groote Wielen R7A De Groote Wielen 2e fase W1 West W2 Zuidwest W3 Kruiskamp 1 W4 Engelen 1 1 W4A Haverleij A2 A2-zone Totaal

8 3.3. Ontwikkeling van de basisgeneraties Voor 25 bestaande gebieden en voor 5 nieuwbouwgebieden is een prognose gemaakt van de verschillende basisgeneraties. Voor de bestaande gebieden is in alle gevallen de cohortmethode gebruikt. De prognose van de basisgeneratie voor het basisonderwijs is het meest doorslaggevend. Immers het patroon waarlangs deze generatie zich ontwikkelt is haast per definitie maatgevend voor de ontwikkeling enkele jaren later van de basisgeneratie voor het voortgezet onderwijs. Maar ook hebben basisscholen een veel kleiner voedingsgebied dan de overige scholen. Ze zijn dus veel gevoeliger voor lokale veranderingen in de bevolkingssamenstelling. De aannames die gedaan werden, sluiten zoveel mogelijk aan bij de gebruikelijke aannames, zoals die onder 3.1 werden toegelicht: mutatiefactoren zijn afgeleid uit de bevolkingscijfers van de afgelopen drie jaar. In een aantal gevallen bleek het wenselijk om de analyseperiode uit te breiden van 3 naar 5 jaar; deze mutatiefactoren zijn na afloop van woningbouw in een gebied over een periode van 5 jaar geëgaliseerd naar de waarde 1. Bij enkele prognosegebieden is ervoor gekozen om niet te egaliseren, in hoofdzaak vanwege de specifieke bevolkingsontwikkeling die aan die gebieden eigen is; De bevolking in asielzoekerscentra kent een geheel eigen dynamiek en is daarom in deze prognose buiten beschouwing gelaten. In tabel 2 worden per gebied de prognoseresultaten gepresenteerd van de basisgeneratie voor het basisonderwijs. In bijlage 2 worden deze grafisch weergegeven, inclusief een vergelijking met de uitkomsten van de vorige prognose. Per prognosegebied worden de uitkomsten becommentarieerd. 8

9 Tabel 2: Prognose basisgeneratie basisonderwijs 24 t/m 223 Basisgeneratie BO C1 Binnenstad C2 Zuid C3 Zuidoost C4 Hinthamerpoort C5 Graafsebuurt C6 Hintham C7 Muntel/Vliert N1 Buitenp/Herven N2 Haren/Donk/Reit N3 Hambaken/Rompert N4 Orthen N5 Maaspoort Zuid N6 Maaspoort Oost N7 Maaspoort West N8 Empel N8A Empel nieuwbouw R1 Maliskamp R2 Sparrenburg R3 Molenhoek R4 Rosmalen kom R5 De Overlaet R6 Kruisstraat R7 De Groote Wielen R7A De Groote Wielen 2e fase W1 West W2 Zuidwest W3 Kruiskamp W4 Engelen W4A Haverleij A2 A2-zone Totaal

10 4. Leerlingenprognose basisonderwijs Voor de Bossche basisscholen zijn de te verwachten leerlingenaantallen vooruitberekend voor de jaren 25 t/m 223. Daartoe is eerst voor elke basisschool een voedingsgebied gedefinieerd, dat bestaat uit één of meer prognosegebieden. In het voorgaande is voor elk prognosegebied de toekomstige basisgeneratie berekend. Per prognosegebied en per school zijn vervolgens aannames gedaan omtrent deelname en belangstelling. Uitgangspunt is dat in principe de deelname en belangstelling per peildatum 1 oktober 23 in de toekomst gecontinueerd wordt, althans voor de meeste scholen. Aldus kan per school berekend worden hoeveel leerlingen deze in de toekomst zal trekken vanuit de prognosegebieden die tezamen het voedingsgebied van de betreffende school vormen. Deze aantallen worden vervolgens gesommeerd en verhoogd met een opslag die afhankelijk is van het aandeel leerlingen dat van buiten het voedingsgebied komt. Op deze wijze worden voor elke school de toekomstige leerlingenaantallen bepaald. Tabel 3 geeft de uitkomsten per school. In bijlage 3 worden de voedingsgebieden per school weergegeven. Bijlage 4 bevat per school een grafische weergave van de toekomstige leerlingenaantallen. De resultaten worden vergeleken met die van de vorige prognose. 1

11 Tabel 3: Leerlingenprognose basisonderwijs Leerlingen per school JH Jeroen Boschschool DZ Antonius Abt IZ De Troubadour JA De Masten KL Kempenaars KY Den Krommenhoek XR De Driestroom UF 't Wikveld MV 't Ven PF De Vlek YM1 Cirkel (Rompert) YM2 De Cirkel (Zuid) ZH L.W. Beekman ZH1 L.W.Beekman (nevenvestiging) LN De Vlieger RL Nutsschool Noord AZ De Hobbit FU Nutsschool West NV De Hoeven RP Madelief ZC De Kruisstraat BT Het Palet LF Aquamarijn TH De Haren ZR De Duizendpoot WW Paus Joannes AE Het Bossche Broek AE-1 Het Bossche Broek (liviusstr) VM De Kruisboelijn KA De Kameleon KA-1 De Kameleon (Graafseweg)

12 Leerlingen per school MN Mgr. Bekkers PB Norbertus RJ 't Boschveld TU De Opstap (Masemude) WE De Opstap (De Eemelanden) MZ De Regenboog OD De Plataan PN de Springplank QO Gandalf RO De Eenhoorn RO-1 Caleidoscoop NM Merlijn NN De Bron RE De Overlaet RF De Borch RT Imam Albogari AY Meander AZ 't Schrijverke School De Groote Wielen School De Groote Wielen School A2-zone Totaal

13 5. Leerlingenprognose voortgezet onderwijs De leerlingenaantallen voor de 8 scholen voor voortgezet onderwijs in 's-hertogenbosch zijn geprognosticeerd voor de jaren 25 t/m 223. Als rekenmodel is de Micro-methode gehanteerd (ontwikkeld door Pronexus te Eindhoven). In deze rapportage wordt de uitkomst daarvan gepresenteerd. De Micro-methode werkt in principe hetzelfde als de PROBO-methodiek voor het basisonderwijs. Daarbij wordt het toekomstige aantal leerlingen per school afgeleid door een belangstellingspercentage los te laten op de verwachte basisgeneratie in het voedingsgebied. Deze basisgeneratie omvat 7% van de kinderen van 12 jaar plus alle kinderen van 13 t/m 16 jaar (voor 4-klassige scholen) of van 13 t/m 18 jaar (voor 6-klassige scholen). De resultaten van deze methode wordt gepresenteerd in tabel 4. Bijlage 5 geeft een grafische voorstelling van de uitkomsten, waarin ook de cijfers van de vorige prognose zijn opgenomen. Belangrijke verschillen tussen de huidige en de vorige prognose blijken voor het Rodenborchcollege (waar temporisering in de woningbouw van De Groote Wielen zorgt voor een lagere groei), het Sint Janslyceum, Frederik Hendrikcollege, Jeroen Boschcollege en het Hervioncollege (waarbij de ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar aanleiding geven tot bijstelling). 13

14 Tabel 4: Leerlingenprognose voortgezet onderwijs Leerlingen pe r school Sancta Maria Mavo Ds. Pierson College Rodenborchcollege Hervion College Stedelijk Gymnasium St. Janslyceum Jeroen Bosch College Frederik Hendrik College Totaal

15 6. Leerlingenprognose speciaal onderwijs De gemeente 's-hertogenbosch kent 7 scholen voor speciaal onderwijs. Het gaat om 1 school voor uitsluitend SO, 2 VSO-scholen en 4 scholen voor zowel SO als VSO. Dit betekent dat er voor 11 scholen/afdelingen een prognose van het leerlingenaantal is gemaakt, die de periode 25 t/m 223 bestrijkt. De voedingsgebieden van de scholen zijn gedefinieerd op basis van herkomstgegevens van leerlingen uit de leerplichtadministratie van De herkomstgebieden binnen de gemeente 's- Hertogenbosch zijn gegroepeerd tot vier stadsdelen. De voedingsgebieden van de scholen zijn samengesteld uit een of meer stadsdelen en/of een of meer omliggende gemeenten. Voor de prognose is gebruik gemaakt van de standaard SO-methode in G4Pro. Deze bestaat eruit, dat eerst per stadsdeel of per gemeente een belangstellingspercentage bepaald wordt. Dit is de fractie van de basisgeneratie in dat gebied (kinderen 4 t/m 12 jaar voor SO en 12 t/m 18 jaar voor VSO) die de betreffende school bezoekt. Vervolgens wordt dat belangstellingspercentage toegepast op de reeds geprognosticeerde basisgeneratie van het betreffende gebied. De uitkomsten van de prognose vertoont voor met name de Herman Broerenschool (VSO) een flink verschil met de prognose 22. Dit verschil wordt uitsluitend veroorzaakt, doordat in het afgelopen jaar beduidend meer leerlingen deze school bevolkten dan voorzien werd in de vorige prognose. Deze ontwikkeling vindt zijn oorzaak in gewijzigde beleidsdoelstellingen. Tabel 5 geeft de prognosecijfers voor de scholen voor de jaren 24 t/m 223. Tevens zijn deze grafisch in beeld gebracht in bijlage 6, waarin ook de uitkomsten van de vorige prognose worden weergegeven. 15

16 Tabel 5: Leerlingenprognose speciaal onderwijs Leerlingen per school Herman Broerenschool SO Herman Broerenschool VSO Klimop SO Klimop VSO Gabrielschool SO Gabrielschool VSO Van Maerlant Het Overpad De Rijzert De Rietlanden SO De Rietlanden VSO Totaal

17 Bijlagen 1. Overzicht van prognosegebieden 2. Prognose van de basisgeneratie voor het basisonderwijs 3. Voedingsgebieden basisscholen 4. Leerlingenprognose basisonderwijs 5. Leerlingenprognose voortgezet onderwijs 6. Leerlingenprognose speciaal onderwijs 17

18 Bijlage 1: Overzicht van prognosegebieden Stadsdeel Wijk Prognosegebied Buurt CENTRUM/ZUID 1 BINNENSTAD C1 Binnenstad 11 Binnenstad centrum 12 Binnenstad oost 13 De Hofstad 14 Binnenstad noord 15 Het Zand 16 Vughterpoort 2 ZUIDOOST C2 Zuid 21 Het Bossche Broek 22 Zuid 23 Bazeldonk 24 Bedrijven Zuid 25 Gestelse Buurt 26 Pettelaarspark 27 De Meerendonk 28 Kloosterstraat C3 Zuidoost 29 De Bossche Pad 21 Grevelingen 211 Aawijk zuid 212 Bedrijvenpark De Brand 3 GRAAFSEPOORT C4 Hinthamerpoort 31 Hinthamerpoort C5 Graafsebuurt 32 Graafsebuurt zuid 33 Aawijk noord 34 Graafsebuurt noord C6 Hintham 35 Hintham zuid 36 Hintham noord 4 MUNTEL/VLIERT C7 Muntel/Vliert 41 De Muntel 42 De Vliert 43 Orthenpoort NOORD 9 NOORD N1 Buitenp/Herven 91 De Buitenpepers 92 De Herven 93 Bedrijven De Herven 94 De Slagen N2 Haren/Donk/Reit 95 De Haren 96 De Reit 97 De Donk N3 Hambaken/Rompert 98 De Rompert 99 De Hambaken 91 Sprookjesbuurt 911 Muziekinstrumentenbuurt 912 Edelstenenbuurt 915 Bedrijven Noord N4 Orthen 913 Orthen 914 Orthen west 18

19 Stadsdeel Wijk Prognosegebied Buurt 1 MAASPOORT N5 Maaspoort zuid 11 Italiaanse buurt 12 Maasdal 13 Abdijenbuurt N6 Maaspoort oost 14 Lokeren 15 Maasstroom 16 Staatsliedenbuurt N7 Maaspoort west 17 Het Zilverpark 18 Maasvallei 19 Maasoever 11 Bedrijven Maaspoort 111 Oud Empel 8 EMPEL N8 Empel 81 Kom Empel 82 Maasakker 83 Empel oost 84 De Koornwaard ROSMALEN 5 ROSMALEN ZUID R1 Maliskamp 51 Maliskamp west 52 Maliskamp oost 53 Het Vinkel R2 Sparrenburg 54 Binckhorst 55 Sparrenburg R3 Molenhoek 56 Molenhoek 57 A2 zone Rosmalen Z 6 ROSMALEN NOORD R4 Rosmalen kom 61 't Ven 62 Rosmalen centrum 63 Hondsberg 68 A2 zone Rosmalen N R5 De Overlaet 66 De Overlaet oost 67 De Overlaet west R6 Kruisstraat 64 Kruisstraat 65 Bedrijven Kruisstraat 69 Rosmalense Polder 7 DE GROOTE WIELEN R7 De Groote Wielen 71 Brabantpoort 799 De Groote Wielen WEST 11 WEST W1 West 111 Boschveld 112 Paleiskwartier 118 De Rietvelden oost 119 De Rietvelden west 111 Veemarktkwartier 1111 Ertveld W2 Zuidwest 113 Willemspoort 114 Deuteren 115 De Moerputten 116 De Schutskamp W3 Kruiskamp 117 De Kruiskamp 12 ENGELEN W4 Engelen 121 Kom Engelen 122 De Vutter 123 Henriëttewaard 124 De Haverleij 125 Bokhoven 126 Engelermeer 19

20 Kilometers R1 R3 C3 C6 R7 R6 R2 R4 R5 C1 C2 C4 C5 C7 N1 N4 N5 N6 N2 N3 N8 N7 W2 W3 W1 W

21 Bijlage 2: Prognose van de basisgeneratie voor het basisonderwijs 5 C1 Binnenstad C1 Binnenstad De prognose 24 is nagenoeg gelijk aan de prognose uit Prog 22 Prog 24 Werkelijk C2 Zuid Door een groter aantal geboorten neemt de basisgeneratie toe ten opzichte van de vorige prognose. Een verklaring is gelegen in de verjonging van deze buurt C2 Zuid Prog 22 Prog 24 Werkelijk C3 Zuidoost Doordat in 23 en 24 het aantal geboorten is afgenomen is de prognose op termijn lager C3 Zuidoost Prog 22 Prog 24 Werkelijk C4 Hinthamerpoort De afgenomen geboorten en basisgeneratie van de laatste 2 jaren leidt tot 21 tot lagere cijfers op de korte termijn. Dat is vooral een gevolg van de herstructurering in deze buurt C4 Hinthamerpoort Prog 22 Prog 24 Werkelijk 21

22 C5 Graafsebuurt Door extra woningbouw van 25 woningen stijgt op termijn de basisgeneratie uit boven die van C5 Hinthamerpoort Prog 22 Prog 24 Werkelijk C6 Hintham C6 Hintham Conform vorige prognose Prog 22 Prog 24 Werkelijk C7 Muntel/Vliert Ontwikkeling basisgeneratie is conform de prognose uit 22. C7 Muntel/Vliert Prog 22 Prog 24 Werkelijk N1 Buitenpepers/Herven 7 6 N1 Buitenpepers/Herven Conform vorige prognose Prog 22 Prog 24 Werkelijk 22

23 N2 Haren/Donk/Reit De prognose uit 24 is op de korte termijn iets lager door een iets lagere basisgeneratie dan eerder vo orspeld. De herstructurering speelt daarbij een rol. N2 Haren/Donk/Reit Prog 22 Prog 24 Werkelijk N3 Hambaken/Rompert De basisgeneratie is lager dan die in 22. Een verklaring voor de lagere aantallen basisgeneratie zit vooral in het aantal vrouwen dat lager is dan voorheen, waardoor het aantal geboorten afneemt N3 Hambaken/Rompert Prog 22 Prog 24 Werkelijk N4 Orthen N4 Orthen Door meer geboorten neemt de basisgeneratie op termijn toe vergeleken bij de prognose uit Prog 22 Prog 24 Werkelijk N5 Maaspoort Zuid N5 Maaspoort Zuid De basisgeneratie is fors hoger dan in 22 door autonome bevolkingsontwikkelingen Prog 22 Prog 24 Werkelijk 23

24 N6 Maaspoort Oost De ontwikkeling van de basisgeneratie wijkt nauwelijks af van die uit 22. N6 Maaspoort Oost Prog 22 Prog 24 Werkelijk N7 Maaspoort West 15 N7 Maaspoort West Lagere aantallen op termijn in de basisgeneratie door minder geboorten. De geboorten nemen de laatste jaren sterker af dan verwacht Prog 22 Prog 24 Werkelijk N8 Empel Bestaand en nieuwbouwgebied zijn hier samengenomen. De basisgeneratie laat na 25 een mindere stijging zien dan in de prognose 22 naar voren kwam. De top ligt lager doordat er minder woningen worden gebouwd. N8 Empel Prog 22 Prog 24 Werkelijk R1 Maliskamp R1 Maliskamp Gezien de kleine aantallen zijn de ontwikkelingen sterk afhankelijk van toevallige fluctuaties Prog 22 Prog 24 Werkelijk 24

25 R2 Sparrenburg Conform vorige prognose R2 Sparrenburg Prog 22 Prog 24 Werkelijk R3 Molenhoek Door minder geboorten is de basisgeneratie iets lager, ontwikkeling blijft redelijk conform prognose R3 Molenhoek Prog 22 Prog 24 Werkelijk 1 R4 Rosmalen Kom R4 Rosmalen kom Conform vorige prognose Prog 22 Prog 24 Werkelijk 15 R5 De Overlaet 125 R5 De Overlaet Conform vorige prognose Prog 22 Prog 24 Werkelijk 25

26 R6 Kruisstraat Vrijwel conform vorige prognose. Ook hier zijn gezien de kleine aantallen toevallige fluctuaties van grote invloed R6 Kruisstraat Prog 22 Prog 24 Werkelijk R7 De Groote Wielen Ten opzichte van de vorige prognose heeft er vertraging en temporisering van de woningbouw plaatsgevonden. De ontwikkeling van de basisgeneratie is in overeenstemming met deze wijzigingen R7 De Groote Wielen Prog 22 Prog 24 Werkelijk W1 West Er zijn minder woningen gepland dan voorzien in de prognose van 22. Toch blijft basisgeneratie redelijk rond de 3. De nieuwbouw betreft veelal appartementen waardoor het effect op de basisgeneratie niet zo groot is. W1 West Prog 22 Prog 24 Werkelijk W2 Zuidwest 7 W2 Zuidwest Door meer woningbouw na 21 is de basisgeneratie op termijn iets hoger dan in Prog 22 Prog 24 Werkelijk 26

27 W3 Kruiskamp W3 Kruiskamp De bevolkingsontwikkeling van de afgelopen paar jaar duidt op een afnemende dynamiek. De basisgeneratie vertoont daardoor een geringere toename Prog 22 Prog 24 Werkelijk W4 Engelen Ontwikkeling basisgeneratie is conform de vorige prognose W4 Engelen Prog 22 Prog 24 Werkelijk W4A Haverleij In de huidige prognose komt de basisgeneratie op termijn iets lager uit dan in de vorige prognose door de getemporiseerde woningbouw W4A Haverleij Prog 22 Prog 24 Werkelijk 's-hertogenbosch totaal Gesommeerd blijken de berekende aantallen voor de basisgeneratie iets onder het niveau van de vorige prognose te liggen. Dit komt door een temporisering van de woningbouw in de Groote Wielen. In dit totaaloverzicht zijn ook de nieuwbouwgebieden De Groote Wielen 2e fase en A2-zone meegenomen. 's-hertogenbosch totaal Prog 22 Prog 24 Werkelijk 27

28 Bijlage 3: Voedingsgebieden basisscholen Gegroepeerd naar stadsdeel zijn de voedingsgebieden per school als volgt gedefinieerd: Stadsdeel Centrum/Zuid C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 N1 N2 N3 N4 N6 N7 R5 W1 W4 3JH Jeroen Boschschool x x 6XR De Driestroom (*) x x x x x x x x x x x x x x x 9YM2 De Cirkel (Zuid) x 9ZH L.W. Beekman x x x x 9ZH1 L.W.Beekman (nevenvest) x x x 1LN De Vlieger x x 12LF Aquamarijn x x x x x x 14AE Het Bossche Broek x x x 14AE-1 Het Bossche Broek (Liv) x x x 15KA De Kameleon x x 15KA-1 De Kameleon Graafsew. x x x x 15PB Norbertus x x 18OD De Plataan x x Stadsdeel Noord C7 N1 N2 N3 N4 N5 N6 N7 N8 N8A 7UF 't Wikveld x x 9YM1 Cirkel (Rompert) x x x 1RL Nutsschool Noord x x x 11RP Madelief x x x 12BT Het Palet x x x x x 12TH De Haren x x 12ZR De Duizendpoot x x 15WE De Opstap Eemelanden x x x 15WE1 De Opstap Masemude x x 18PN de Springplank x x 18QO Gandalf x x 18RO De Eenhoorn x 18RO-1 Caleidoscoop x x 21NM Merlijn x x x x 21NN De Bron x x x x 24AY Meander x 24AZ 't Schrijverke x x x Stadsdeel Rosmalen R1 R2 R3 R4 R5 R6 C6 5IZ De Troubadour x x x x x 5JA De Masten x 6KY Den Krommenhoek x x 8MV 't Ven x x 9PF De Vlek x x x 11AZ De Hobbit x x 11NV De Hoeven x x x 11ZC De Kruisstraat x x 21RE De Overlaet x x 21RF De Borch x x (*) alle buurten behalve C4 28

29 Stadsdeel West C2 C3 C7 N1 N2 N3 N4 W1 W2 W3 W4 W4A 4DZ Antonius Abt x x 5KL Kempenaars x x 11FU Nutsschool West x x 13WW Paus Joannes x x 14VM De Kruisboelijn x x 15MN Mgr. Bekkers x 15RJ 't Boschveld x 18MZ De Regenboog x x x 23RT Imam Albogari x x x x x x x x x 29

30 Bijlage 4: Leerlingenprognose basisonderwijs 1. Stadsdeel Centrum/Zuid Jeroen Boschschool 3JH Prognose 22 Prognose De Driestroom 6XR Prognose 22 Prognose 24 De Cirkel (Zuid) 9YM Prognose 22 Prognose L.W.Beekman 9ZH Prognose 22 Prognose L.W. Beekman (neven) Het Rondeel 9ZH Prognose 22 Prognose De Vlieger 1LN Prognose 22 Prognose Aquamarijn 12LF Prognose 22 Prognose 24 Het Bossche Broek (Kruisbroedershof) 14AE Prognose 24 3

31 Het Bossche Broek (Liviusstraat) 14AE-1 De Kameleon (Graafseweg) 15KA Prognose Prognose 24 De Kameleon (A.der Kinderen/Geldersedam/L.van Veghel) 15KA Prognose Norbertus 15PB Prognose 22 Prognose 24 De Plataan 18OD Prognose 22 Prognose 24 Toelichting: LW Beekman Een sterke stijging (5-75 ll) ten opzichte van de voorspelling in 22. Dit komt door een toename van de belangstelling vanuit de Binnenstad en Muntel/Vliert. De Plataan Een lichte daling (van eerst 2, later 1 ll) ten opzichte van de prognose 22. Dit wordt veroorzaakt door een dalende belangstelling in o.a. de Graafsebuurt en Zuidoost Ook de basisgeneratie in deze buurten zijn lager dan voorspeld in de prognose van 22. Norbertus Aantal leerlingen lager dan in 22 voorspeld. Dit komt door een lagere belangstelling in buurt C5 Graafsebuurt en de op termijn afnemende basisgeneratie in Zuidoost die leiden tot wat lagere cijfers. 31

32 2. Stadsdeel Noord 't Wikveld 7UF Prognose 22 Prognose 24 De Cirkel Rompert (Noord) 9YM Prognose 22 Prognose Nutsschool Noord 1RL Prognose 22 Prognose 24 Madelief 11RP Prognose 22 Prognose Het Palet 12BT Prognose 22 Prognose De Haren 12TH Prognose 22 Prognose De Duizendpoot 12ZR Prognose 22 Prognose 24 De Opstap De Eemelanden 15WE Prognose 22 Prognose 24 32

33 De Opstap Masemude15WE Prognose 22 Prognose De Springplank 18PN Prognose 22 Prognose 24 Gandalf (De Kruisstraat) 18QO Prognose 22 Prognose De Eenhoorn 18RO Prognose 22 Prognose Caleidoscoop 18RO Prognose 22 Prognose Merlijn 21NM Prognose 22 Prognose 24 De Bron 21NN Prognose 22 Prognose 24 Meander 24AY Prognose 22 Prognose 24 33

34 't Schrijverke 24AZ Prognose 22 Prognose 24 Toelichting: Nutsschool Noord Noorderlicht Het aantal leerlingen daalt harder dan in 22 is voorspeld. De oorzaak is gelegen in een afname van de belangstelling vanuit N1 Buitenp/Herven en N2 Haren/Donk/Reit, waar tevens ook een daling van de basisgeneratie optreedt. Het Palet Aantal leerlingen hoger in de prognose 24 dan in 22 voorspeld, op termijn 5 tot 75 leerlingen. Dit komt door de groei van het aantal leerlingen in 22 en 23. Belangstelling neemt toe vanuit N3 Hamaken/Rompert, maar ook Muntel/Vliert C7 en Orthen N4. Het zijn niet zozeer de basisgeneraties die stijgen maar meer de belangstellingspercentages die toenemen.. De Opstap (De Eemelanden) Iets lagere prognose in 24 t.o.v. 22 door de afnemende belangstellingspercentages in met name N6 Maaspoort Oost. De Springplank Sterke afname ten opzichte van de voorspelling in 22. Dit wordt veroorzaakt door een afgenomen belangstelling en basisgeneratie vanuit vooral Hambaken/Rompert dan voorspeld in 22 voor de jaren 23 en 24. Dit geldt ook voor het andere voedingsgebied Orthen N4. De Eenhoorn Verdere afname ten opzichte van de voorspelling in 22. Dit wordt veroorzaakt door de afgenomen belangstelling en basisgeneratie vanuit N2 Haren/Donk en Reit ten opzichte van de vorige voorspelling voor 23 en 24. Meander Op termijn iets lager dan voorspeld in de vorige prognose. De Opstap Masemude De prognose 24 komt hoger uit dan in 22. De toename van het aantal leerlingen wordt veroorzaakt door een toename van de belangstelling vanuit Maaspoort Oost N6 (24 68;22 48). Caleidoscoop De prognose van 24 laat een lagere inschatting zien van het aantal leerlingen ten opzichte van de prognose 22. Dit komt doordat in de prognose 24 met minder woningbouw wordt gerekend waardoor de basisgeneratie achterblijft bij de eerdere voorspelling. 34

35 3. Stadsdeel Rosmalen De Troubadour 5IZ De Masten 5JA Prognose 22 Prognose Prognose 22 Prognose Den Krommenhoek 6KY 't Ven 8MV Prognose 22 Prognose Prognose 22 Prognose 24 De Vlek 9PF Prognose 22 Prognose De Hobbit 11AZ Prognose 22 Prognose De Hoeven 11NV De Kruisstraat 11ZC Prognose 22 Prognose Prognose 22 Prognose 24 35

36 De Overlaet 21RE Prognose 22 Prognose 24 De Borch 21RF Prognose 22 Prognose 24 School De Groote Wielen Prognose 22 Prognose 24 Toelichting: De Masten Op termijn neemt het aantal leerlingen in de prognose 24 minder af dan in de prognose uit 22. Dit komt doordat de basisgeneratie in de Maliskamp t.o.v. de voorspelde waarden in 22, hoger is. Den Krommenhoek Afname aantal leerlingen in de afgelopen 2 jaren, daardoor zit prognose 24 een stuk (25) onder die van 22. Dit wordt vooral door een daling van de basisgeneratie in Rosmalen Kom veroorzaakt. De Kruisstraat Op de langere termijn een toenemende discrepantie met de prognose uit 22. De oorzaak is gelegen in de lagere aantallen leerlingen vanuit het eigenlijke voedingsgebied, en een lager belangstellingspercentage. Groote Wielen Gewijzigde ontwikkeling door vertraging en temporisering van de woningbouw. 36

37 4. Stadsdeel West Antonius Abt 4DZ Prognose 22 Prognose Kempenaars 5KL Prognose 22 Prognose Nutsschool West 11FU Prognose 22 Prognose Paus Joannes 13WW Prognose 22 Prognose De Kruisboelijn 14VM Prognose 22 Prognose Mgr. Bekkers 15MN Prognose 22 Prognose 't Boschveld 15RJ De Regenboog 18MZ Prognose 22 Prognose Prognose 22 Prognose 24 37

38 Imam Albogari 23RT Prognose 22 Prognose 24 Toelichting: Mgr. Bekkers Afname ten opzichte van vorige prognose die wordt veroorzaakt door afname belangstelling vanuit buurt Zuidwest (W2) voor deze school. Imam Albogari Prognose 24 is een stuk lager dan in 22 doordat er in 23 en 24 minder leerlingen waren (17 voorspeld, 15 werkelijk). De verklaring zit voor een deel in de ontwikkeling van basisgeneratie die iets lager is in de Kruiskamp dan voorspeld in 22. De Regenboog Door een stijgende belangstelling neemt het aantal leerlingen toe ten opzichte van de voorspelling in 22. West W1 is erbij gekomen als voedingsgebied. Kempenaars Ten opzichte van de prognose uit 22 groeit de Kempenaars beduidend minder hard naar een maximum rond 27. Gelet op de huidige bevolkingsdynamiek als gevolg van de nieuwbouw zijn als voedingsgebieden genomen Engelen én het nieuwbouwgebied Haverleij. Die dynamiek blijkt uit het feit dat er in 24 veel kinderen in de Haverleij onder de 4 jaar erbij gekomen zijn. Uit het meest recente cijfermateriaal is van alle schoolgaande kinderen uit de Haverleij op bepaald naar welke school ze gingen. Daaruit blijkt dat 41% voor de Kempenaars heeft gekozen. Dit is vertaald naar een voor de toekomst te hanteren belangstellingspercentage van 45%. Antonius Abt Ten opzichte van de prognose uit 22 groeit Antonius Abt beduidend harder dan toen voorspeld. De verplaatsing van de school naar de Haverleij speelt daarin een belangrijke rol. Dezelfde bevolkingsdynamiek als bij de Kempenaars speelt zich af rond de Antonius Abt. Ook hier zijn, naast de gemeente Heusden, als voedingsgebied genomen Engelen én Haverleij. Uit het meest recente cijfermateriaal is van alle kinderen die uit de Haverleij op naar school gingen bepaald naar welke school ze gingen. Daaruit blijkt dat 45% voor Antonius Abt heeft gekozen. Dit is vertaald naar een voor de toekomst te hanteren belangstellingspercentage van 5%. 38

39 Bijlage 5: Leerlingenprognose voortgezet onderwijs Sancta Maria Mavo (1GV) Ds. Piersoncollege (5PL) Prognose 24 prognose 22 Werkelijk Prognose 24 Prognose 22 Werkelijk Rodenborchcollege (7MU) Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk Hervioncollege (17KF) Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk 6 Stedelijk Gymnasium (2AJ) 25 Sint Janslyceum (2ST) Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk Jeroen Boschcollege (2SY) Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk Frederik Hendrikcollege (23FY) Prognose 22 Prognose 24 Werkelijk 39