Werkplekleren HAN ILS beoordelingsformulier (minor docent worden in vo en mbo) werkplekbegeleider (september 2018)

Transcriptie

1 Werkplekler HAN ILS beoordelingsformulier (minor doct word in vo mbo) werkplekbegeleider (september 2018) (Digitale versie te vind op > stages > ILS HAN overig) Instructie Voor de beoordeling van e studt is e woordrapport inclusief overzicht gemarkeerde rubrics noodzakelijk. 1. De beoordelaar leest het integrale beroepsbeeld van het type werkplekler dat hij beoordeelt; hierin word de kerndoel van dit type geschetst e eindkwalificatie per stagetype gegev. 2. De beoordelaar leest de rubrics per compettie vormt zich e beeld van het niveau waarop de studt functioneert. 3. De beoordelaar geeft eerst e integraal beeld waar de studt nu staat wat zijn leervordering zijn. 4. De beoordelaar bekijkt nog es extra de knock-outcriteria die schuingedrukt in de rubrics zijn opgom: e studt die aan het eind van de stage niet voldoet aan de knock-outcriteria kan, ondanks evtueel aangetoonde groei, ge voldode hal voor de betreffde stage. 5. De beoordelaar schrijft, geïnspireerd door de stapp 1 t/m 4, e woordrapport per compettie. Dit woordrapport vermeldt de vordering die de studt heeft geboekt (bij voorkeur met voorbeeld aan de hand van uitgevoerde leerwerktak) geeft aandachtspunt voor volgde stages. N.B.: voor e studt is de inhoud van het woordrapport van de werkplekbegeleider het belangrijkste bewijsstuk voor zijn integrale toetsing. 6. De beoordelaar leest de cesuurbepaling van de beoordeling van het werkplekler 7. De studt stuurt minsts 5 werkdag vóór het beoordelingsgesprek de zelfevaluatie naar de werkplekbegeleider, schoolopleider, instituutsopleider of de ipd. 8. Tijds het tussbeoordelingsgesprek geeft de beoordelaar e beeld van het functioner van het leerproces van de studt op weg naar de vereiste compettieverwerving door de kwalificatie onvoldode, twijfel of goed te gev. De beoordelaar geeft daarmee de verwachting aan of het leertraject aan het eind positief kan word afgeslot. De tussevaluatie is e belangrijk feed forward momt waarbij de werkplekbegeleider expliciet kan aangev waar de ontwikkel- punt ligg. 9. Tijds het eindbeoordelingsgesprek geeft de beoordelaar e beeld van het niveau van het functioner van de studt naar de vereiste compettieverwerving aan door e (heel) cijfer toe te kn, waarbij het principe van het nadeel van de twijfel (twijfel is onvoldode) uitgangspunt is. 10. Bij het (tuss-/eind-)beoordelingsgesprek zijn op opleidings- samwerkingsschol de werkplekbegeleider de schoolopleider /of instituutsopleider aanwezig. Op stageschol heeft de werkplekbegeleider voor de tussbeoordeling contact met de ipd is de ipd aanwezig bij de eindbeoordeling. 11. De werkplekbegeleider voorziet de ingevulde rubrics van e paraaf tekt de definitieve versie van het woordrapport van de tuss- of eindbeoordeling. Daarna ondertekt de schoolopleider als laatste de instituutsopleider als examinator van HAN ILS. Hij/zij geeft daarmee aan dat het oordeel in redelijkheid tot stand is gekom. Op stageschol tekt naast de werkplekbegeleider de ipd van HAN ILS. 12. De studt levert alle getekde documt digitaal aan ter archivering.

2 Integraal beroepsbeeld Integraal beroepsbeeld eind wpl1 Kern: De studt heeft gekoz voor het beroep van leraar. Hij heeft de rol van leraar aangom. De studt bereidt begeleid lesonderdel voor voert deze uit. In zijn reflecties op de lesonderdel is de studt gericht op ontwikkeling van zijn competties 1. De studt twijfelde bij de start van de opleiding mogelijk of hij leraar wilde word. Daar is nu ge sprake meer van. Hij kiest ervoor leraar te word weet duidelijk wat hem aanspreekt in het beroep wat hem lastig lijkt. Dit vanuit e eerste indruk n.a.v. zijn praktijkervaring. Tijds het werkplekler heeft hij ervaring opgedaan met het begeleid van leerling/ mbostudt met aspect van lesgev. Hij imiteert niet louter maar zoekt (ook) creatief naar eig invulling. Uitsprak van de studt hebb regelmatig het karakter van persoonlijke ontdekking of vernieuwd inzicht. De studt communiceert respectvol. Hij is bereid zijn uitsprak handel te verantwoord. De studt heeft zich ook georiënteerd op het werk in e vaksectie of e team in de school. Hij weet wat het betekt om in e team te werk. De studt is zich bewust van kan kijk naar de eig knis. Hij is bereid deze knis te koppel aan te verantwoord vanuit eig (stage)ervaring. De studt beheerst de knisbases voldode om effectief (deel)less te ontwerp uit te voer. Hij heeft meer vakknis dan de leerling/mbo-studt aan wie hij lesgeeft. De studt stelt zich begeleidbaar op: hij vraagt feedback, kan dit constructief respectvol ontvang gev. Hij zoekt de dialoog met medestudt, doct begeleiders om zo tot knisdeling te kom. De studt is ontwikkelingsgericht. Hij is erop gericht zijn eig prestaties competties te verbeter. De studt heeft e onderzoekde houding, zowel naar zijn eig functioner als naar het reil zeil van de school naar de leefwereld van leerling/mbo-studt. Hij toont eig initiatief, bijvoorbeeld door op de stageschool met eig ideeën voor leerwerkopdracht te kom. De beroepshouding van de studt kmerkt zich door aspect als het houd aan afsprak, het ton van inzet, het effectief samwerk met medestudt waaronder het gev van adequate (peer)feedback de bereidheid tot het ler van praktijkervaring. Integraal beroepsbeeld eind wpl2a Kern: De studt is actief op zoek naar leerdoel kiest bewust voor leeractiviteit om deze te bereik (zoals leerwerktak). Hij is zich bewust van de verschill tuss leerling/mbo-studt van groepsprocess in de klas. Hij kan verschill tuss leerling/mbo-studt verwoord. De studt bereidt begeleid less voor voert deze uit. De studt zoekt actief naar zijn sterke kant interesses als leraar. Hij maakt in toemde mate eig keuzes binn zijn less probeert die steeds vaker theoretisch te onderbouw te verantwoord. De studt toont zich bereid om zijn knis inzicht uit te breid. Hiertoe raadpleegt hij diverse deskundige bronn. Ook toont hij initiatief om zoveel mogelijk praktijkervaring op te do. Hij verdiept zich in nieuwe ervaring in nieuwe informatie. Zo komt hij tot nieuwe ontdekking die tot professioneler gedrag kunn leid. De studt is zich daarnaast bewust van de knis ervaring van ander. Hij respecteert deze gebruikt dat in toemde mate als input om zijn eig dk handel verder te ontwikkel. De studt beheerst de knisbases voldode om effectief less, c.q. evoudige leerarrangemt te ontwerp uit te voer Hij staat in de praktijk van het lesgev bov de lesstof, hetge o.a. blijkt uit de omgang met vrag opmerking van de leerling/ mbostudt. De studt is zich bewust van behoeft van leerling/mbo-studt zoekt actief naar mogelijkhed om in zijn less hierbij aan te sluit. De studt krijgt in e toemde mate inzicht in de wijze waarop leerling/mbo-studt ler kan daardoor kele individuele leerling/mbo-studt effectief ondersteun. 1 In het MBO valt onder les e veelheid van leeractiviteit: less in grotere kleinere groep project

3 De studt communiceert over zijn praktijkervaring zijn ontwikkelingsproces. Hij toont zich bereid de begeleiding te vrag die hij nodig heeft. De studt begint in toemde mate vertrouw te krijg in zijn eig competties zijn vermog die verder te ontwikkel. Hij blijft ontwikkelingsgericht formuleert leervrag. De beroepshouding van de studt kmerkt zich door aspect als het houd aan afsprak, het ton van inzet, het effectief samwerk met medestudt waaronder het gev van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat correct taalgebruik op effectieve communicatie de bereidheid tot het ler van praktijkervaring. Integraal beroepsbeeld eind wpl2b Kern: De studt is zich bewust van zijn leerdoel werkt actief hieraan. De studt kan (onder begeleiding) verschill tuss leerling/mbo-studt groepsprocess in de klas analyser, definiër beschrijv houdt hier reking mee. De studt bereidt begeleid e lessreeks voor voert deze uit. De studt heeft voldode zelfvertrouw om zelfstandig voor de kas te staan. De studt weet waar zijn sterke kant interesses als leraar ligg. Hij verantwoordt op basis van het curriculum in samwerking met het team keuzes binn zijn less kan deze ook theoretisch onderbouw. De studt gaat in de praktijk van het lesgev professioneel te werk door zijn dk zijn handel theoretisch te onderbouw. De studt is actief op zoek naar nieuwe knis inzicht kan bij het verwerk van nieuwe ervaring steeds meer diepgang, nuancering complexiteit aanbrg. De studt is zich daarnaast bewust van de knis ervaring van ander. Hij respecteert deze niet alle maar gebruikt deze daarnaast als input om zijn eig dk handel verder te ontwikkel. De studt beheerst de knisbases voldode om effectief lessseries/leerarrangemt te kunn ontwerp uit te voer. Hij staat bov de lesstof, hetge o.a. blijkt uit de flexibele wijze waarop hij omgaat met opmerking vrag van leerling/mbo-studt. De studt sluit in zijn less aan bij de behoeftes van leerling/mbo-studt. Hij is zich bewust van het (knis)niveau van zijn leerling/mbo-studt verschill tuss leerling/mbostudt houdt hier reking mee tijds zijn less. In het beroepsonderwijs verdiept de studt zich in de beroepscontext /het integrale beroepsbeeld van de opleiding die de leerling/mbo-studt volgt. De studt heeft inzicht in de wijze waarop leerling/ mbo-studt ler kan daardoor ook individuele leerling/ mbo-studt ondersteun. De studt communiceert voortdurd over zijn praktijkervaring zijn ontwikkelingsproces. Hij is daarbij in staat om de begeleiding te vrag die hij nodig heeft. De studt heeft vertrouw in zijn eig competties zijn vermog die verder te ontwikkel. Hij blijft ontwikkelingsgericht formuleert leervrag die zijn activiteit als leraar in opleiding stur. De beroepshouding van de studt kmerkt zich door aspect als het houd aan afsprak, het ton van inzet, het effectief samwerk met medestudt waaronder het gev van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat correct taalgebruik op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisatievermog, beslissingsvermog de bereidheid tot het voortdurd zelfstandig ler van praktijkervaring. Integraal beroepsbeeld eind wpl3 Kern: De studt verzorgt ontwikkelt zelfstandig onderwijs levert actief e bijdrage aan het organiser van het onderwijs. De studt neemt initiatief om sam met collega s in multidisciplinaire teams systematisch de eig praktijk te onderzoek van elkaar te ler. Hij is zich bewust van zijn eig knisbases beroepsopvatting, van de oorsprong daarvan gaat respectvol om met die van ander. Ook gebruikt hij dat als input om zijn eig handel verder te professionaliser. De studt is deskundig op zijn vakgebied. Hij beheerst de knisbases voldode om effectief te functioner als beginnd leraar. Hij houdt nieuwe ontwikkeling bij. Ontwikkeling in zijn vakgebied weet hij goed op waarde te schatt, hierbij houdt hij voor zover mogelijk reking met vervolgonderwijs /of beroepsperspectief van het beroep waartoe opgeleid wordt. Hierbij wordt ook reking gehoud met sociaal-maatschappelijke, wetschappelijke ethische aspect. De studt is in staat e doordacht positief leef- leerklimaat vorm te gev. De studt voelt zich

4 uitgedaagd wat betreft de omgang met zijn leerling/mbo-studt er is aantoonbaar sprake van wederzijdse respectvolle communicatie. Hij stimuleert leerling/mbo-studt om te ler heeft positieve verwachting van h. De studt heeft e eig inbrg tijds vergadering is ook op meerdere manier buit het directe lesgev actief in de school werkzaam. Hij communiceert effectief met de omgeving; dk daarbij aan ouders, verzorgers, begeleiders, beroepveld in het beroepsonderwijs, etc. De studt heeft vertrouw in zijn eig competties zijn vermog die verder te ontwikkel. Hij is bewust bekwaam: de studt weet wat hij kan ook wat hij nog heeft te ler. Hij heeft e duidelijke beroepsidtiteit; hij kan aangev wat hij belangrijk vindt in zijn less kan dat theoretisch verantwoord. De studt zoekt op e effectieve wijze de dialoog met collega s deskundig om zo tot knisdeling te kom. Bij reflectie op zijn handel laat hij merk dat hij gebeurtiss kan plaats in e groter kader verband kan legg tuss gebeurtiss. De beroepshouding van de studt kmerkt zich door aspect als het houd aan afsprak, het ton van inzet, de gerichtheid op adequaat correct taalgebruik op effectieve communicatie; verder de bereidheid om effectief sam te werk met collega s op mesoniveau van de school met de beroepspraktijk of het vervolgonderwijs; verder verantwoordelijkheidszin, organisatievermog, beslissingsvermog, relationele gerichtheid de bereidheid tot het voortdurd zelfstandig zelfverantwoordelijk ler van praktijkervaring.

5 Rubrics Met e markeerstift kun je aangev welk gedrag e lerde laat zi. Knock-outcriteria zijn cursief weergegev. De knock-outcriteria geld alle voor de eindbeoordeling. Met het begrip lerde doel we op leerling in het vo én studt in het mbo. Compettie 1: Interpersoonlijke compettie 1.1 Effectief communicer WPL1 WPL2a WPL2b toont zich bereid in staat contact te mak met ander toont basisbetrokkheid t.a.v. ander beschikt over voldode effectieve communicatieve basisvaardighed (sprek, actief luister, schrijv) beschikt over communicatieve vaardighed die hem/haar in staat stell ander respectvol tegemoet te tred wisselt van perspectief communiceert erknd met ander WPL3 toont zich bereid in staat e professionele betrokkheid te ton is tactisch diplomatiek in het optred communiceert in voldode correct ABN, zowel mondeling als schriftelijk staat op voor de ming ideeën van ander communiceert in voldode correct ABN, zowel mondeling als schriftelijk staat op voor de ming ideeën van ander toont zich bereid ander respectvol tegemoet te tred

6 1.2 Het schepp van e veilig leer- leefklimaat 1.3 Het onderhoud van e juiste gezagsrelatie laat in gedrag thousiasme nieuwsgierigheid zi naar lerd hun omgeving toont zich bereid in staat om vanuit de rol van leraar contact te mak met lerd toont respect voor luistert naar de eig inbrg van lerd toont zich bereid zich te verdiep in de (leer)prestaties van lerd toont zich bereid in staat de rol van leraar op zich te nem als leraar op te tred in buit de les toont zich bereid in staat e leersituatie te creër waarin alle lerd e eig inbrg kunn ton in e ontspann sfeer kunn werk toont zich bereid in staat reking te houd met de basisbehoeft van lerd kan in contact met lerd e goede balans aanbrg tuss betrokkheid afstand tuss stur, begeleid ruimte gev toont zich bereid in staat e leer- leefklimaat te schepp waarin lerd zich veilig, geaccepteerd gewaardeerd voel waarin ze tot optimale leerprestaties kunn kom vertrouw ontwikkel in eig kunn toont zich bereid in staat e goede gezagsrelatie met zijn of haar lerd te onderhoud waarin sprake is van wederzijdse acceptatie toont zich bereid in staat de less ordelijk te lat verlop toont zich bereid in staat de less ordelijk te lat verlop kan in zijn/haar leiderschapsstijl reking houd met lerd, groep situatie is in staat het eig gedrag dat van de lerd ter discussie te stell 1.4 Het effectief overbrg van informatie laat in eig optred durf thousiasme zi vertoont in de basis voldode expressief spreekgedrag, zowel verbaal als non-verbaal (o.a. stemvolume, articulatie, intonatie, oogcontact, gezichtsexpressie) vertoont voldode expressief spreekgedrag, zowel verbaal als non-verbaal (o.a. stemvolume, articulatie, intonatie, oogcontact, gezichtsexpressie) is in staat om gefundeerd e ming te verwoord voor zichzelf op te kom

7 Compettie 2: Pedagogische compettie WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 2.1 Waard, norm overtuiging/opvatting handelt communiceert respectvol met ander vanuit zijn eig knis opvatting. Hij is bereid zijn uitsprak handel van daaruit te verantwoord. Hij respecteert de opvatting van ander onderzoekt binn de school geldde norm waard handelt daar naar. hanteert knis norm van ander als input voor mogelijke verfijning van zijn eig knis handel. maakt eig norm waard die van de lerd in de groep bespreekbaar verantwoordt zijn uitsprak handel van daaruit. handelt maakt keuzes gerelateerd aan de maatschappelijke culturele context. 2.2 Verschill tuss leerling ziet verschill tuss lerd m.b.t. ordeverstord gedrag herkt hoe lerd hun basisbehoeft verschilld kbaar mak bewak herkt verwoordt groepsprocess gedrag in de klas vertoont adequaat stopgedrag, daarbij reking houdd met verschill tuss lerd handelt reflecteert er naar voelt zich verantwoordelijk voor het welbevind van leerling/ mbostudt voor wat de lerd ler. analyseert, definieert beschrijft verschill tuss lerd in cultureel, sociaal emotioneel opzicht, onderzoekt de mogelijkhed om het sociale klimaat in de klas te verbeter kan adequaat leiding gev aan omgaan met lerd uit verschillde leeftijdsgroep, daarbij reking houdd met hun algeme basisbehoeft hun specifieke sociaal-emotionele cognitieve kmerk houdt reking met de diversiteit van lerd in cultureel, sociaal emotioneel opzicht de gevolg daarvan onderneemt passd actie om het sociale klimaat in de klas te verbeter 2.3 Zorgleerling oriënteert zich op de zorgstructuur van de school verkt de eig positie in de zorgstructuur rond lerd is op de hoogte van de eig positie in de zorgstructuur rond lerd kan kmerk van lerd met specifieke leer- kan e effectief begeleidingsgesprek voer kan aangev wanneer e leerling doorverwez moet/kan

8 Compettie 2: Pedagogische compettie WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 gedragsproblem herkn in de klas is op de hoogte van de tak bevoegdhed van e leerlingbegeleider/ begeleider mbostudt kan specifieke leer- gedragsproblem in het VO het MBO herkn erkn onderzoekt hoe hij daarmee om kan gaan word naar de leerlingbegeleider/ begeleider mbo-studt, in samspraak, naar e externe instantie is op de hoogte van de recht de plicht van ouders/verzorgers lerd m.b.t. schoolse aangeleghed, zoals schoolplicht, inspraak, privacygevoelige informatie over leerling/mbo-studt e.d. respecteert dat 2.4 Ler ler kan lerd bij de les betrekk gebruikt de inbrg van lerd op e positieve manier in het onderwijsleerproces stimuleert lerd om zelf tot oplossing te kom daagt lerd uit om vrag te stell toont vertrouw in de capaciteit van lerd kan verschillde manier van ler in lerd herkn kan individuele lerd help bij hun leeractiviteit houdt daarbij reking met het vermog van de lerd zorgt voor e leersituatie waarin lerd e eig inbrg durv kunn ton helpt individuele lerd de juiste leeractiviteit uit te voer zet klassikaal individueel lerd aan tot meer zelfsturing reflectie bij het ler, uitgaande van de startpositie van de lerd daagt lerd uit om e eig inbrg te ton 2.5 De coachde rol neemt knis van de begeleidingsrol in e niet klassikaal georganiseerde doctgestuurde onderwijssetting. oeft met de begeleidingsrol in e niet klassikaal georganiseerde doctgestuurde onderwijssetting begeleidt lerd in niet klassikaal doctgestuurde onderwijssettings

9 Compettie 3: Vakinhoudelijk vakdidactische compettie 3.1 Vakknis beheerst de lesstof voldode om e les adequaat voor te bereid met behulp van e lesformulier WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 staat voldode bov de leerstof om e lessserie adequaat voor te bereid met behulp van e lesformulier staat voldode bov de lesstof om onderwijsleertraject te ontwerp voor verschillde groep, reking houdd met verschill tuss lerd beheerst de lesstof voldode om e les uit te voer 3.2 Voorbereiding informeert regelmatig bij de werkplekbegeleider naar de voorknis van de lerd toont aan dat hij gebruik maakt van de voorgeschrev (vak)didactische literatuur bij zijn lesvoorbereiding beheerst de lesstof voldode om e les met behulp van e lesformulier effectief uit te voer staat voldode bov de lesstof om n.a.v. vrag van lerd vakknis te kunn toepass is in staat om aan te sluit bij de gemiddelde voorknis van de lerd toont aan dat hij adequaat gebruik maakt van (vak)didactische literatuur bij zijn lesvoorbereiding staat voldode bov de lesstof om e lessserie met behulp van e lesformulier effectief uit te voer is in staat om aan te sluit bij de voorknis van individuele lerd te differtiër is in staat, waar mogelijk, in zijn voorbereiding reking te houd met het vervolgonderwijs/ beroep waartoe opgeleid wordt. verantwoordt zijn keuzes op basis van de voorgeschrev vak(didactische) literatuur staat voldode bov de lesstof om onderwijsleertraject uit te voer in verschillde groep, reking houdd met verschill tuss lerd is bereid vanuit het beroepsperspectief of vervolgonderwijs naar lesstof te kijk laat zi transfers te kunn mak naar het beroep waartoe wordt opgeleid of het vervolgonderwijs waarvoor wordt opgeleid is in staat om aantoonbaar tegemoet te kom aan verschill in leerbehoeft verschill in leerstijl. Kan, indi van toepassing, tegemoetkom aan de leerbehoefte t aanzi van het vervolgonderwijs/ beroep waartoe opgeleid wordt varieert in zijn/haar onderwijs met vorm van zelfstandig werk, zelfstandig ler ler ler gaat uit van verschill als positief gegev bij het activer van de voorknis maakt gebruik van actuele betrouwbare bronn bij het uitdiep van e vakmatig thema

10 3.3 Uitvoering kan e les uitvoer zoals die is voorbereid met e ervar doct volgs klassikaal instructiemodel/directe instructiemodel kan e les uitvoer zoals die is voorbereid passd bij de stagecontext uitgaande van de principes van de didactiek van het vak kan e lessserie uitvoer conform voorbereiding daarin gebruikmak van afwisseling activerde werkvorm waarbij tegemoet gekom wordt aan de verschillde leerbehoeft van de lerd kan e onderwijsleertraject uitvoer conform voorbereiding maakt daarbij gebruik van afwisseling activerde werkvorm. Hij komt tegemoet aan de verschillde leerbehoeft van de lerd. Kan flexibel met de fasering van de les omgaan improviser geeft e heldere opbouw in de leerstof van e les aan sluit aan bij de belevingswereld van de lerd geeft e heldere opbouw in de leerstof van e les aan maakt actief gebruik van voorknis de belevingswereld van de lerd oriënteert zich op leeractiviteit die niet doctgestuurd zijn geeft e heldere opbouw in de leerstof van e lessserie of leerarrangemt aan zorgt voor e betekisvolle context die aansluit bij de voorknis belevingswereld van de lerd neemt deel aan leeractiviteit die niet doctgestuurd zijn geeft e heldere opbouw in de leerstof van e onderwijsleertraject aan verwerkt actualiteit praktijk in zijn lesstof is in staat niet doctgestuurde leeractiviteit uit te voer 3.4 Evaluatie leerdoel leerling controleert of de doel van de les behaald zijn controleert of de doel van de les behaald zijn signaleert leervrag van lerd evalueert het leerproces de leerresultat van lerd evalueert systematisch analytisch het leerproces de leerresultat van lerd is in staat om hierover effectief te rapporter aan derd kan evoudige of geslot toets nakijk aan de hand van e aangereikt correctiemodel kan bestaande toets analyser, nakijk besprek met de klas aan de hand van e correctiemodel kan evoudige overhoring ontwikkel kan zelf evoudige toets ontwerp, nakijk besprek met de klas aan de hand van e correctiemodel kan toets op basis van de resultat evaluer verbeterpunt formuler levert e bijdrage aan de ontwikkeling van betrouwbare valide beoordelingsinstrumt oriënteert zich op andere dan gangbare schriftelijke vorm van evaluatie toetsing. verkt de mogelijkheid andere dan gangbare schriftelijke vorm van evaluatie toetsing binn de eig less toe te pass past waar mogelijk alternatieve vorm van evaluatie toetsing toe waarbij reking gehoud wordt met waartoe opgeleid wordt.

11 3.5 Observatie ontwikkeling observeert hoe de doct op verschillde manier lesgeeft zijn onderwijs aanpast aan verschillde klass/doelgroep observeert hoe de doct op verschillde manier lesgeeft de but dit om het eig didactisch repertoire uit te breid observeert hoe lerd zelf hun leerproces vormgev ondersteunt ze daarbij signaleert vakspecifieke leerproblem /of hiat in knis bij lerd onderneemt actie, helpt lerd of verwijst lerd door is in staat om zijn less (vak)didactisch te verbeter op basis van feedback is bereid om zijn less (vak)didactisch te verbeter op basis van feedback eig bevinding is in staat om zijn onderwijs (vak)didactisch te verbeter op basis van eig bevinding vraagt indi nodig advies aan de werkplekbegeleider of andere deskundig verantwoordt zijn vakdidactische opvatting de gekoz aanpak met verwijzing naar relevante theorie

12 Compettie 4: Organisatorische compettie 4.1 Organiser plann WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 boemt wat er nodig is voor het start van e onderwijsactiviteit kan planmatig e onderwijsactiviteit organiser, uitvoer bijstell kan zelfstandig planmatig e reeks onderwijsactiviteit organiser, uitvoer bijstell overziet de jaarplanning kan daarbinn zijn eig onderwijs organiser voert de juiste praktische voorbereiding voor e leeractiviteit uit kan leermiddel goed zorgvuldig inzett (goed georganiseerd veilig voorbereid) bij practica: plant stemt af met de assistt gaat op basis van zijn planning flexibel om met onverwachte situaties plant neemt verantwoordelijkheid over werkzaamhed die zijn professionele ontwikkeling bevorder gedurde de stageperiode de voorbereiding hierop kan de te verricht werkzaamhed in de klas over verschillde less he overzi organiser kan de werkzaamhed in de klas over e langere periode zelfstandig overzi organiser kan e balans aanbrg in de organisatie van zijn persoonlijke werkzaamhed de organisatie van zijn activiteit in de school maakt in overleg met de werkplekbegeleider e begin met de leerlingadministratie binn de eig les kan e deel van de leerlingadministratie bijhoud afstemm met de werkplekbegeleider kan onder begeleiding de leerlingadministratie bijhoud kan zelfstandig de leerlingadministratie bijhoud inzett bij overlegsituaties in de school heeft zijn spull op orde stelt prioriteit verdeelt de beschikbare tijd efficiënt t.b.v. e zo groot mogelijke leeropbrgst voor zowel zichzelf als voor lerd

13 Compettie 5: Samwerk met collega s 5.1 Werkverhouding zoekt actief contact met de werkplekbegeleider toont interesse in collega s medestudt WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 is aanspreekbaar op eig gedrag. houdt zich aan afsprak 5.2 Schoolorganisatie toont interesse in de schoolorganisatie buit het microniveau van de klas 5.3 Plaats in het team verkt zijn plaats in het team stelt zich distbaar op; houdt reking met collega s medestudt; wisselt soms ervaring uit met collega s kan ander met respect aansprek op hun gedrag is op de hoogte van de schoolorganisatie kt zijn plaats in het team kan eig bijdrage(n) boem. Kan eig grz m.b.t. samwerking in het team aangev werkt sam met collega s in e team aan tak; zoekt actief uitwisseling met collega s om eig less te optimaliser stelt zich loyaal op t.o.v. de schoolregels; levert e constructieve bijdrage bij overlegmomt; toont e positieve houding t.o.v. de schoolorganisatie verkt de visie van de school verwoordt zijn opvatting m.b.t. het samwerk met collega s toont zich in houding, contact werkzaamhed als e beginnd doct teamlid neemt de verantwoordelijkheid die daar bij hoort levert als beginnd doct e bijdrage aan de schoolorganisatie functioneert effectief op het mesoniveau van de school kan eig initiatiev in de samwerking met collega s motiver theoretisch onderbouw; kan daarbij omgaan met weerstand Compettie 6: Samwerk met de omgeving 6.1 Professioneel (doelmatig) contact: plann, wet do WPL2a WPL2b WPL3 toont belangstelling voor ouders/verzorgers andere betrokk bij het onderwijs op de school op respectvolle wijze zoekt maakt gebruik van informatie van person instelling buit de school (info mtor, handelingsplann, zorgcoördinator) communiceert duidelijk pro-actief over zijn werkzaamhed met betrokk is aanwezig bij gesprekk over lerd met ouders/verzorgers andere belanghebbd toont interesse in gesprekspartners communiceert respectvol over lerd met alle gesprekspartners kan zijn bijdrage aan werkverhouding boem evaluer toont e professionele houding beheersing van gesprekstechniek in gesprekk met ouders/collega s/leerling cq mbo-studt/ begeleiding rondom stage, z. deelt op zakelijke discrete manier informatie over lerd met ouders andere belanghebbd weet bij conflict hoe bij te drag aan goede werkverhouding

14 Compettie 7: Reflectie & ontwikkeling WPL1 WPL2a WPL2b WPL3 7.1 Persoonlijke leerdoel toont zich bereid, met ondersteuning, te reflecter op persoonlijke leerdoel is in staat te reflecter op persoonlijke leerdoel kan op e planmatige manier persoonlijke leerdoel formuler daaraan werk om het eig leerproces vorm te gev toont zich bereid, met ondersteuning, te reflecter op eig handel kan reflectie, met ondersteuning van de werkplekbegeleider, inzett bij zijn ontwikkeling kan reflectie, met ondersteuning van de werkplekbegeleider, systematisch inzett bij zijn ontwikkeling zet reflectie systematisch in bij zijn eig ontwikkeling 7.2 Onderzoekde houding onderzoekt de vraag wil kan ik leraar word kan dit verwoord 7.3 Oordeelsvorming is in staat door verkning e reëel oordeel over de beroepspraktijk te gev kan op e planmatige manier op basis van het leerwerkplan in overleg met de werkplekbegeleider richting vorm gev aan de ontwikkeling van de persoonlijke leerdoel (o.m. door uitvoer leerwerktak) onderzoekt hoe vormgegev kan word aan het doctschap onderzoekt de uitstroomprofiel beroepsonderwijs havo/vwo kan op e planmatige manier op basis van het leerwerkplan meer zelfstandig richting vorm gev aan de ontwikkeling van persoonlijke leerdoel door bewust gekoz leeractiviteit (zoals leerwerktak) onderbouwt zijn keuze voor het gekoz uitstroomprofiel bekijkt bij oordeelsvorming meerdere perspectiev verdiept zich in de vraag hoe vorm te gev aan de professionele idtiteit verantwoordt zijn keuze van het gekoz uitstroomprofiel geeft gefundeerd e oordeel vanuit meerdere perspectiev kan in dialoog e oordeel bijstell

15 Woordrapport Werkplekler van de werkplekbegeleider (voor WPL 2A of 2B; minor doct word in vo mbo) Beoordelaar: Naam studt Naam school Vak Werkplekactiviteit Naam werkplekbegeleider Naam schoolopleider Minor doct word WPL2A/ WPL2B (let op: de studt van de minor kan de stage op niveau 2A of 2B behal om de minor af te rond! Bij twijfel wordt de stage op niveau 2A afgetekd!) Evaluatie Datum Naam instituutsopleider of ipd tussoordeel / eindoordeel 1. Welke tak heeft de studt verricht t behoeve van de school de vaksectie anders dan in zijn leerwerkplan goemd? Studt heeft de onderstaande extra tak verricht: 2. Welke gerichte leeractiviteit (zoals leerwerktak) heeft de studt verricht naar aanleiding van de eig leerbehoefte (in overleg met de begeleiding)? Studt heeft onderstaande leeractiviteit ondernom: 3. Algeme beoordeling Algeme beoordeling n.a.v. het integrale beroepsbeeld (zie bov) 15 Paraaf werkplekbegeleider:

16 4. Motivering van het oordeel per compettie Interpersoonlijk compett Pedagogisch compett Vakinhoudelijk vakdidactisch compett Organisatorisch compett Compett in het samwerk met collega s Compett in het samwerk met de omgeving (indi van toepassing) Compett in reflectie ontwikkeling 16 Paraaf werkplekbegeleider:

17 Beoordeling van de werkplekbegeleider bij tussevaluatie: onvoldode* twijfel* voldode (studt voldoet aan de verwachting in dit deel van het wpl) Naam + handteking werkplekbegeleider, schoolopleider instituutsopleider of ipd*: Beoordeling van de werkplekbegeleider bij eindbeoordeling: Datum: Naam + handteking werkplekbegeleider, schoolopleider instituutsopleider of ipd*: (Heel) cijfer tuss 0 10 (Zie cesuurbepaling op de volgde pagina) Dit cijfer wordt gegev op: niveau 2A / 2B (omcirkel wat van toepassing is!) Het cijfer wordt vastgesteld tijds beoordelingsgesprek. Datum: *Op alle schol tekt de werkplekbegeleider het formulier. Op opleidings- samwerkingsschol wordt het formulier daarnaast ook getekd door de schoolopleider de instituutsopleider. Op stageschol tekt de ipd. 5. Aanvulling bij onvoldode of twijfel *Bij onvoldode of twijfel is het belangrijk voor de studt inzichtelijk te mak welke gedragsindicator onvoldode zijn. Als dat in de rubrics reeds gedaan is kan hier volstaan word met e verwijzing. 17 Paraaf werkplekbegeleider:

18 Cesuurbepaling van de beoordeling van het werkplekler Kader De Commissie Werkplekler is unaniem van ming dat de beoordeling van het werkplekler op holistische wijze tot stand dit te kom. De belangrijkste argumt daarvoor zijn dat e analytische beoordeling op grond van e (gewog) som van de beoordeling per afzonderlijke compettie (pluss minn bij de gedragsindicator optell tot e gemiddeld cijfer kom) ondolijk is, slechts de schijn van objectiviteit wekt ge recht doet aan het integrale beeld van het functioner van e studt op de werkplek. In plaats daarvan moet de aandacht word gericht op e zo goed mogelijk kwalitatief oordeel met e kwaliteitsborging door de intersubjectiviteit van de beoordeling de professionaliteit van de beoordelaars. T behoeve van e holistische kwalitatieve beoordeling zijn in het beoordelingsformulier twee handvatt voor de beoordelingsrapportage (per compettie, uitmondd in e cijfer) beschrev, namelijk de integrale beroepsbeeld op vier niveaus kmerkde gedragsindicator met knockoutcriteria. Toelichting bij het beoordelingsformulier Cesuur: De studt heeft e voldode beoordeling voor het werkplekler als alle geformuleerde knockoutcriteria van het betreffde niveau zijn aangetoond. Richtlijn voor het bepal van e eindcijfer in schema: Onvoldode De studt heeft e stageplaats toegewez gekreg is niet kom opdag op de cijfer 1 stage. Onvoldode cijfer 3 Onvoldode Cijfer 4 Onvoldode cijfer 5 Voldode cijfer 6 Ruim voldode cijfer 7 Goed cijfer 8 De studt heeft de stage voortijdig afgebrok. Eén of meerdere knock-outcriteria van het te verwacht niveau zijn onvoldode aangetoond: het functioner van de studt op de werkplek blijft achter op het te verwacht niveau. Er zijn veel belangrijke punt ter verbetering. De beroepshouding is niet op niveau. Eén of meerdere knock-outcriteria van het te verwacht niveau zijn onvoldode aangetoond: het functioner van de studt op de werkplek blijft achter op het te verwacht niveau. Er zijn veel belangrijke punt ter verbetering. De beroepshouding is op niveau. Alle knock-outcriteria zijn op het te verwacht niveau aangetoond. Op de overige criteria zijn er punt ter verbetering. Alle geformuleerde criteria zijn op het te verwacht niveau aangetoond. De meeste geformuleerde criteria zijn ruim bov het te verwacht niveau aangetoond. E aantal criteria is voldode aangetoond. Zeer goed Alle geformuleerde criteria zijn zeer ruim bov het te verwacht niveau aangetoond. cijfer 9 NB: er wordt niet becijferd tuss de 5 de 6; er wordt het nadeel van de twijfel gegev. De tussevaluatie: De tussevaluatie van het functioner van de studt op de werkplek heeft het karakter van ontwikkelingsgerichte feedback. 18 Paraaf werkplekbegeleider: