Boekverslag Nederlands Twee vorstinnen en een vorst door R.J. Peskens

Transcriptie

1 Boekverslag Nederlands Twee vorstinnen en een vorst door R.J. Peskens Boekverslag door een scholier 1471 woorden 29 oktober ,8 28 keer beoordeeld Auteur Genre R.J. Peskens Kort verhaal, Coming of age, Eerste uitgave 1975 Psychologische roman Vak Nederlands Titel: TWEE VORSTINNEN EN EEN VORST Schrijver: R.J. Peskens ( ps. van G.A van Oorschot ) Uitgeverij: G.A van Oorschot Druk: Twaalfde (1981) SAMENVATTING VAN DE INHOUD Het boek twee vorstinnen en een vorst is onder te verdelen in twee delen. In het eerste deel maken we allerlei gebeurtenissen mee die de Ikfiguur beleeft met zijn verschrikkelijk brutale kenauachtige moeder. De Ikfiguur zelf is een zeer rustig mens en zijn vader ook, maar zijn moeder heeft echt overal lak aan. Zo zaagt ze zomaar bomen bij de kolenboer die haar geen kolen meer wil verkopen, ze gooit de huisbaas van de trap omdat hij haar komt aanmanen voor de huur die nog niet betaald is en steekt zijn winkel ook nog in brand. Ook slaat ze een leraar van de Ikfiguur in elkaar omdat hij haar zoon een beetje pest en ze doet nog vele andere dingen. De Ikfiguur is aan de ene kant wel trots op zijn moeder, maar soms schaamt hij zich ook een beetje voor haar. Ook ontmoeten zijn ouders in het eerste deel koningin Wilhelmina, wat veel indruk op hen maakt. In het tweede deel gaat het vooral over de aftakeling van de ouders ze worden allebei ziek en gaan aan het eind van het boek dood. De moeder is in het tweede deel dement en ziek en is erg veranderd. VERHAALANALYSE 1.De titel : De verklaring van de titel: de twee vorstinnen zijn koningin Wilhelmina, die een ontmoeting met de vader en moeder had en later was ertussen haar en moeder briefcontact. De tweede vorstin is de moeder, ze regeert het gezin als een vorstin; de vorst is de vader die het contact tussen de twee vorstinnen tot stand heeft gebracht. Pagina 1 van 5

2 2. Soort boek : Het is een verhalenbundel met verschillende korte verhaaltjes, deze verhaaltjes hebben een sterk autobiografisch karakter, omdat een gedeelte van deze verhaaltjes niet verzonnen is. Het is dus een autobiografische verhalenbundel. 3. Personages : De hoofdpersonen zijn vader, moeder en de zoon (Ikfiguur). De bijpersonen zijn oma en de huisbaas. Over de hoofdpersonen: a. Leeftijd: De moeder is in het eerste deel van het verhaal rond de veertig en in het tweede deel is ze vijfentachtig. De vader is in het eerste deel ongeveer vijfenveertig, in het laatste deel zevenentachtig. De zoon is in het eerste deel ongeveer veertien en rond de zestig in het tweede deel. b. Karakter: De moeder is in het eerste deel levenskrachtig, agressief en dominerend. Ze valt vooral de bezittende, heersende klasse aan. Ze heeft een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Ze maakt schulden, is zeer ongedurig en pleegt strafbare handelingen. In het tweede deel is moeder ouder geworden en haar vitaliteit is verdwenen en ze wordt zeer agressief en dement. De vader is verstandig en bedachtzaam, hij neemt het vaak voor zijn vrouw op. Hij vindt veel dingen die zijn vrouw doet niet zo erg zelfs van de maand gevangenis die zijn vrouw krijgt zegt hij niets. Vader wil altijd graag overleg in tegenstelling tot zijn vrouw. De zoon is een gehoorzamend verlengstuk van zijn moeders wil en staat tussen beide ouders in. Hij is wel veel zachtmoediger dan zijn moeder. c. Uiterlijk: Moeder is een stevig gebouwde flinke vrouw met donker haar. In het tweede deel van het verhaal is ze een oud armoedig vrouwtje geworden. Vader is een klein donkerharig mager mannetje, die later in het verhaal niet veel verandert. De zoon lijkt veel op zijn moeder dus ook donker haar en tamelijk groot. d. Verhouding tot de andere personages: De zoon kan het zeer goed met zijn moeder vinden en denkt haar ook goed te begrijpen. Zijn vader vindt hij soms een beetje erg makkelijk. Vader en moeder vinden de zoon een niet al te moeilijk kind. e. Veranderingen in de loop van het verhaal: De vitaliteit van moeder neemt sterk af en daar heeft ze het wel moeilijk mee en ze wordt een beetje dement. De vader gaat zich naarmate moeder ouder wordt meer bekommeren om zijn vrouw en wordt veel zorgzamer. De zoon wordt naarmate het boek vervolgt ouder en wijzer en zet er steeds meer vraagtekens bij of moeder vroeger wel alles goed heeft gedaan. f. Het milieu: In het eerste deel van het boek zijn ze een tamelijk arm gezin ze hebben al niet echt veel geld maar als ze al wat hebben gooit de moeder het over de balk. Ze wonen in een eenvoudig huis in Vlissingen. Als de vader later de politiek in gaat, is het beter gesteld met het inkomen van vader en moeder en dan Pagina 2 van 5

3 hebben ze genoeg geld voor een goede oude dag. Zoon begint na zijn studie een eigen zaak en weet redelijk welvarend te worden. g. De opvattingen: Moeder denkt dat ze gewoon als mens zich nergens wat van aan moet trekken en ze denkt dat ze zelf de baas is over de wereld en kan doen waar ze zin in heeft. Vader maakt zich overal niet echt druk om, maar heeft wel zeer fanatieke politieke ideeën. De zoon denkt dat je ook eigenlijk maar een beetje je eigen gang moet gaan, maar trekt zich wel veel aan van de mening van andere mensen. Over de bijpersonen: De huisbaas: Typerende karaktertrek: gierigheid De rol in het verhaal: Als moeder hem van de trap heeft gegooid klaagt hij haar aan waardoor moeder een maand in de gevangenis moet zitten. De verhouding tot de andere personages: Verhuurder van het huis van de familie. De oma: Typerende karaktertrek: zorgzaamheid De rol in het verhaal: De Ikfiguur komt vaak met zijn problemen bij haar. De verhouding tot de andere personages: oma van de Ikfiguur en moeder van vader 4. De tijd: 1. Het verhaal speelt van rond 1935 tot ongeveer Tussen het begin en het eind verloopt circa 40 jaar. 3. Het is een chronologisch verhaal, want het verhaal begint bij het begin en de korte verhaaltjes volgen elkaar op in de goede tijdsvolgorde. 4. Er zijn aardig wat terugblikken vooral in het tweede deel naar zijn jeugd. 5. Er zijn soms grote sprongen in de tijd, zoals tussen het eerste en tweede deel van wel dertig jaar. 5.Vertelsituatie: We beleven het verhaal door de ogen van de Ikfiguur. Er worden behoorlijk wat gedachten beschreven en er is sprake van een ik-vertelsituatie, omdat de zinnen vaak beginnen met ik. 6. Ruimte: Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Vlissingen in het ouderlijk huis en in het bejaardentehuis. 7. Opbouw: Het verhaal begint met een korte inleiding. De hoofdpersoon komt niet echt voor een probleem te staan, alleen zijn moeder komt voortdurend in de problemen, die ze meestal wel weet op te lossen. De belangrijkste gebeurtenissen zijn de misstanden van moeder, omdat het veel korte verhaaltjes zijn zit er in ieder verhaaltje wel een gebeurtenis en een hoogtepunt. Het is een gesloten eind, want je weet hoe het Pagina 3 van 5

4 afloopt. 8. Thema en motieven: Het thema van deel één is: Verzet tegen de gevestigde orde, bij het optreden van moeder speelt het sociale verschil een belangrijke rol. Een voorbeeld hiervan is dat moeder het eten dat ze van de burgemeester heeft gekregen voor de zieke vader weggooit. Het thema in deel twee is: Het verval, het verval van ouderdom, geestelijk en lichamelijk en uiteindelijk het definitieve verval: de dood. En het aan de ouderdom verbonden isolement. De motieven zijn: kenauachtige, dominerende moederfiguur, agressiviteit en geweldpleging, verzet tegen de heersende klasse, het opkomen voor armen en zwakken, burgerlijke gehoorzaamheid, aftakeling. 9. Bedoeling: De schrijver heeft geen directe bedoeling met zijn boek, hij wil vooral de lezer vermaken. 10. Taal: Het taalgebruik was goed te volgen met veel dialogen, alleen was het soms wel een beetje ouderwets. Mijn Mening: Over de gebeurtenissen: Er gebeurde veel in het verhaal, het was zeker niet saai en de gebeurtenissen waren soms zeer verrassend. Over de personages: Er waren niet echt veel personages in het boek, maar diegene die er waren werden uitgebreid uitgewerkt. Over het onderwerp: Het onderwerp was wel leuk omdat er niet veel overgeschreven is, dus is het een keer iets anders. Over de bouw: Goede bouw, het is leuk dat er steeds aparte verhaaltjes zijn, dat is goed voor de afwisseling. Over het taalgebruik: Makkelijk en goed te volgen, alleen soms een beetje ouderwets. Informatie schrijver: R.J Peskens heette eigenlijk Geert van Oorschot. Hij leefde van 1909 tot Hij groeide op in Vlissingen, in een socialistisch-anarchistisch gezin. Zijn moeder was een vrijgevochten vrouw die aan alles en iedereen lak had. Zijn vader was lid van SDAP en later wethouder voor de PvdA. Van Oorschot werkte eerst bij verschillende uitgeverijen als vertegenwoordiger. Na de Tweede Wereldoorlog stichtte hij een eigen uitgeverij. Schrijven beschouwde hij als een hobby. Hij voelde zich in de eerste plaats uitgever. Hoewel anderen de kwaliteit van zijn werk roemden, bleef hij zelf altijd bescheiden. Pas op late leeftijd besloot hij, op aandrang van enkele vrienden, de verhalen te publiceren. Zij gaan voornamelijk over zijn jeugd. Een aantal onderwerpen keren steeds terug: eenzaamheid, angst, dreiging, armoede en socialisme. Pagina 4 van 5

5 Toch zijn deze verhalen niet somber. Ze bevatten heel wat humor en lezen gemakkelijk weg. Zijn voornaamste boeken: Twee vorstinnen en een vorst(1975), Mijn tante Coleta(1976), Mijn moeder was eigenlijk een Italiaanse(1977), De man met de urn (1981). Pagina 5 van 5