PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e"

Transcriptie

1 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang november 2008 nummer 92 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA 12) 2 Productschap Akkerbouw (PA 53) 9 Productschap Tuinbouw (PT 13 tot en met PT 17) 16

2 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw HPA 12 Heffingsverordening HPA fonds teeltaangelegenheden jaar 2008 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 8 november 2007 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het Fonds Teeltaangelegenheden voor het jaar 2008 (heffingsverordening HPA fonds teeltaangelegenheden jaar 2008) Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 3 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden; Besluit: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: a. hoofdproductschap : Hoofdproductschap Akkerbouw; b. bestuur : bestuur van het hoofdproductschap; c. dagelijks bestuur : dagelijks bestuur van het hoofdproductschap; d. voorzitter : voorzitter van het hoofdproductschap; e. secretaris : secretaris van het hoofdproductschap, die belast is met teeltaangelegenheden; f. commissie : Commissie Teeltaangelegenheden; g. ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld; h. braakland : de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daaropvolgende oogstjaar niet worden beteeld; i. cultuurgrond : beteelde grond, braakland; j. N.A.K. : Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, gevestigd te Emmeloord; k. gemeten maat : de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; l. contractteelt : de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst.

3 2 Heffingsbepalingen Artikel 2 1. De ondernemer, die in het jaar 2008 een onderneming drijft, met als activiteit het telen van akkerbouwgewassen, is verplicht voor dat jaar aan het hoofdproductschap een heffing te betalen. 2. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het hoofdproductschap ingevolge de bij of krachtens de Verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 verstrekte gegevens. 3. De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: groep 1 cultuurgrond, in gebruik als braakland: 3,- per ha; groep 2 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van triticale, veld bonen, koolzaad en groenbemestingsgewassen: 3,- per ha; groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 groep 9 groep 10 groep 11 groep 12 groep 13 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van kapucijners en grauwe erwten en groene droog te oogsten erwten en schokkers: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zomertarwe, zomergerst, rogge andere dan snijrogge en haver: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van luzerne: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van wintertarwe en wintergerst: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van vlas: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van karwijzaad en blauwmaanzaad: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van corn cob mix en korrelmais: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van bruine bonen: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van graszaad: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zetmeelaardappelen: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van voederbieten: 3,- per ha; 3,20 per ha; 3,- per ha; 3,20 per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; 3,- per ha; Vbbo 2008,nr. 92

4 groep 14 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van andere dan in de groepen 1 t/m 13 en 15 t/m 3,- per ha; 20 genoemde gewassen: groep 15 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 9,- per ha; suikerbieten: groep 16 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van consumptieaardappelen: 6,- per ha; groep 17 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van pootaardappelen (bij de N.A.K. aangegeven): 6,- per ha; groep 18 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van 6,-per ha; zaaiuien: groep 19 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van poot- en plantuien (inclusief sjalotten): 6,- per ha; groep 20 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van zilveruien: 6,- per ha. 4. De heffing is bestemd voor het Fonds teeltaangelegenheden. Artikel 3 1. Voor de toepassing van artikel 2 wordt onder onderneming mede verstaan de onderneming die gedreven wordt door de ondernemer die cultuurgrond: a. zaai- of pootklaar huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond waarop door de verhuurder tenminste één van de eerste werkzaamheden, zoals het bemesten, het ploegen en andere voorjaarswerkzaamheden zijn verricht; b. als overig los land voor één teeltseizoen huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond die geheel geen voorbewerking door de verhuurder of verpachter heeft ondergaan; c. overigens om niet in gebruik ontvangt, zoals bij landruil; d. beteelt voor contractteelt, waaronder verstaan wordt dat de teler (contractnemer) de gewasverzorging (grotendeels) uitvoert en daarvoor zelf verantwoordelijk is. In afwijking van het eerste lid onderdelen a en b wordt cultuurgrond die door de ondernemer zaaiklaar is verhuurd voor de teelt van vlas, gerekend tot het bedrijf van de verhuurder. 2. Voor de toepassing van artikel 2 wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 2 worden gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de aldaar bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. Artikel 4 3 Ambtshalve heffing 1. Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 2, niet, niet-tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris, namens het bestuur bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen. 2. Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de

5 aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens. 3. Indien het hoofdproductschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het hoofdproductschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht. Artikel 5 4 Betaling van de heffing 1. De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het hoofdproductschap aan de hand van nota's in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris, namens het bestuur van het hoofdproductschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum. 2. Het hoofdproductschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het hoofdproductschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het hoofdproductschap te ontvangen bedragen over te gaan. Artikel 6 In afwijking van artikel 5 is de nota terstond invorderbaar: a. zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd; b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt; of c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt. Artikel 7 De secretaris kan, namens het bestuur, besluiten nota's met een bedrag minder dan 50,- samen te voegen tot verzamelnota's, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben. Artikel 8 Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 5 gestelde termijn heeft betaald, kan door de secretaris, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Artikel 9 5 Slotbepalingen 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap; b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming,

6 waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is. 2. Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2007, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008, met uitzondering van het in artikel 12 verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 bepaalde Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening HPA fonds teeltaangelegenheden jaar Den Haag, 8 november 2007 Th.A.M. Meijer voorzitter P. Hijma secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 13 december 2007 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/3798. TOELICHTING De doelstellingen die worden nagestreefd Doelstelling van de heffing is het verhogen van het financiële rendement van de productie en afzet van akkerbouwgewassen en -producten, het voorkomen van ziekten en plagen bij akkerbouwgewassen en de vermindering van milieubelasting. Het gaat hierbij met name om financiering van onderzoek en milieubeleid. De primaire sector heeft ervoor gekozen om het bestuur van het HPA te kunnen adviseren vanuit een specifiek daartoe ingestelde commissie. De Commissie Teeltaangelegenheden wordt door het bestuur benoemd op voordracht van de LTO, NAV, CNV Bedrijvenbond en FNV Bondgenoten. De commissie is daardoor een goede afspiegeling van de betreffende sector.

7 Het hoofdproductschap dient ten opzichte van organisaties van ondernemers en werknemers een complementaire rol te vervullen en alleen activiteiten op sectorniveau te ontplooien waartoe deze organisaties op eigen kracht niet of onvoldoende in staat zijn. Voornoemde taken dienen onder publiekrechtelijk kader te geschieden, aangezien de daaruit voortvloeiende maatregelen alleen maar geëffectueerd kunnen worden indien iedere onderneming in de sector daaraan gehouden is en deze maatregelen zo nodig sectorbreed kunnen worden gehandhaafd. De sector van akkerbouwers bestaat uit zeer vele kleine en middelgrote ondernemers. Vooral de kleinere bedrijven zullen niet in staat zijn zelf zulke activiteiten uit te (laten) voeren. De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de financiering van onderzoek en milieubeleid. Het gaat hierbij met name om verbetering van teeltmethoden die een hogere opbrengst en een op de vraag gerichte kwaliteit tot stand brengen. Tevens wordt een vergroting van de duurzaamheid beoogd door de input van mineralen en chemische middelen te verlagen, zodat de omgeving (milieu, natuur) minder belast wordt. Ook wordt de ontwikkeling van betere rassen gestimuleerd. Een deel van het geld wordt besteed aan kennisoverdracht om onderzoeksresultaten in de praktijk te (laten) brengen. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het hoofdproductschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de akkerbouw. Alle ondernemingen betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van activiteiten, maar niet meebetalen. De afweging t.o.v. private alternatieven Gezien het collectieve belang voor de gehele sector, waarbij het voor de individuele akkerbouwer niet mogelijk is de vermelde onderwerpen zelf aan te pakken, is gekozen voor een collectieve publieke aanpak. Zodoende kan onderzoek op elkaar worden afgestemd, is meer geld voor meerjarige projecten beschikbaar en worden volwaardige publicaties aan de sector beschikbaar gesteld. Dit heffingensysteem maakt dat het hoofdproductschap zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Deze laatste treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het hoofdproductschap beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Evenmin ondersteunt het optreden van het hoofdproductschap private belangen van individuele ondernemingen. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het hoofdproductschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De financiële gevolgen van de verordening/de structuur van de heffing en onderbouwing daarvan De heffingen zijn ten opzichte van het jaar 2007 op hetzelfde niveau gebleven. Wel is tot een verschuiving tussen de gewassen besloten. De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond. Hierdoor wordt bereikt dat alle akkerbouwers in verhouding tot de grootte van hun bedrijf bijdragen in de kosten van de projecten. Bij gewassen met een hogere gemiddelde financiële opbrengst zijn de heffingen hoger vastgesteld dan de overige gewassen. Bovendien is het nemen van de oppervlakte per bedrijf als heffingspunt administratief eenvoudig. Het gaat hier om een heffing die alleen rust op arealen die in Nederland liggen, zodat deze geen invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten heeft.

8 De verhouding tot andere wetgeving en tot bestaande en komende internationale en communautaire regelingen. N.v.t. De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is van toepassing op alle bedrijfsgenoten waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld. In de sector teeltaangelegenheden gaat het om alle bedrijven met akkerbouwgewassen. De resultaten van onderzoek en voorlichting zijn voor ieder in de sector beschikbaar. Toedelen bestuursbevoegdheden Teneinde alle ondernemers die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk de heffing te doen betalen, is de secretaris gemandateerd om de ondernemer te belasten met een ambtshalve heffing indien die ondernemer in strijd met de voorschriften in gebreke blijft de benodigde gegevens in te dienen. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De opbrengst wordt geschat op ,- zoals vermeld staat in de HPAbegroting 2008 (hoofdstukken F1 en G2). De uitgaven hebben betrekking op ondermeer de volgende bestemmingen: - Onderzoek ,- Gewasbeschermingsbeleid ,- - Akkerbouw PR ,- - Tuchtrecht ,- Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zou er niet op deze schaal onderzoek plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek bevorderen de kwaliteit en leveren een vermindering van de belasting van het milieu op. Dit is in het algemeen belang van consument en milieu. Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze heffing zou de sector sociaal-economisch minder gestructureerd zijn en komen een aantal gewenste projecten niet van de grond. Omdat de ongeveer akkerbouwers niet ieder voor zich bovenstaande onderwerpen kunnen aanpakken, is op verzoek van de brancheorganisaties gekozen voor een collectieve aanpak. Onderzoek en beleid dat gericht is op het voorkomen van ziekten en plagen en de vermindering van de belasting van het milieu leveren een bijdrage aan de versterking van de economische positie van de betrokken ondernemers en van de sector als geheel. Bijzonderheden rond de steunmelding/notificatie De Europese Commissie heeft bij besluit van 30 september 1998 goedkeuring verleend aan onderhavige steunmaatregel, bekend onder NN 94/98. Bij besluit van 17 april 2002 is goedkeuring verleend aan het toevoegen van 3 heffingsgroepen, te weten zaaiuien, poot- en plantuien en zilveruien. Administratieve lastendruk De heffingsstructuur is zodanig dat zij voor de ondernemer nauwelijks lastendruk met zich brengt. Voor het opleggen van de heffingen wordt gebruik gemaakt van de registraties van LNV. De ondernemer verstrekt zijn gegevens op het door LNV verstrekte formulier en dient dit vervolgens in bij de uitvoerende dienst van LNV, die deze gegevens doorgeeft aan het hoofdproductschap.

9 Terugwerkende kracht De verordening heeft terugwerkende kracht aangezien het doorlopende Qaarlijks vastgestelde) heffingen betreft. De tuchtrechtelijk te handhaven bepalingen zijn van terugwerkende kracht uitgezonderd. Den Haag, 8 november 2007 Th.A.M. Meijer voorzitter P. Hijma secretaris Productschap Akkerbouw PA 53 Heffingsverordening PA fonds teeltaangelegenheden j aar 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende Vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het Fonds Teeltaangelegenheden voor het jaar 2008 (Heffingsverordening PA fonds teeltaangelegenheden jaar 2008) Het bestuur van het Productschap Akkerbouw; Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 8 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden; Besluit: Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: 1 Begripsbepalingen a. productschap b. bestuur c. dagelijks bestuur d. voorzitter e. secretaris f. ondernemer g. braakland h. cultuurgrond i. N.A.K. j. gemeten maat k. contractteelt Productschap Akkerbouw; bestuur van het productschap; dagelijks bestuur vari het productschap; voorzitter van het productschap; secretaris Van het productschap, die belast is met teeltaangelegenheden; de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daaropvolgende oogstjaar niet worden beteeld; beteefde grond, braakland; Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, gevestigd te Emmeloord; de oppervlakte beteeibare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijkzijn; de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst.

10 2 Heffingsbepalingen Artikel 2 1. De ondernemer, die in het jaar 2008 een onderneming drijft, met als activiteit het telen van akkerbouwgewassen, is verplicht voor dat jaar aan het productschap een heffing te betalen. 2. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap ingevolge de bij of krachtens de Verordening PA registratie en verstrekking van gegevens teelsector 2008 verstrekte gegevens. 3. De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: groep 1 cultuurgrond, in gebruik als braakland: 3,- per ha; groep 2 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van triticale, veldbonen, koolzaad en groenbemestingsgewassen: 3,- per ha; groep 3 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van kapucijners en grauwe erwten en groene droog te oogsten erwten en schokkers: 3,- per ha; groep 4 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,20 per ha; zomertarwe, zomergerst, rogge andere dan snijrogge en haver: groep 5 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; luzerne: groep 6 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,20 per ha; wintertarwe en wintergerst: groep 7 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; vlas: groep 8 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; karwijzaad en blauwmaanzaad: groep 9 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; corn cob mix en korrelmais: groep 10 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; bruine bonen: groep 11 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; graszaad: groep 12 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,-per ha; zetmeelaardappelen: groep 13 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 3,- per ha; voederbieten: groep 14 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van andere dan in de groepen 1 t/m 13 en 15 t/m 3,- per ha; 20 genoemde gewassen: 10

11 groep 15 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van 9,-per ha; suikerbieten: groep 16 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van consumptieaardappelen: 6,- per ha; groep 17 cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van pootaardappelen (bij de N.A.K. aangegeven): 6,- per ha; groep 18 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van 6,- per ha; zaaiuien: groep 19 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van poot- en plantuien (inclusief sjalotten): 6,- per ha; groep 20 cultuurgrond in gebruik voor de teelt van zilveruien: 6,- per ha. 4. De heffing is bestemd voor het Fonds teeltaangelegenheden. Artikel 3 1. Voor de toepassing van artikel 2 wordt onder onderneming mede verstaan de onderneming die gedreven wordt door de ondernemer die cultuurgrond: a. zaai- of pootklaar huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond waarop door de verhuurder tenminste één van de eerste werkzaamheden, zoals het bemesten, het ploegen en andere voorjaarswerkzaamheden zijn verricht; b. als overig los land voor één teeltseizoen huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond die geheel geen voorbewerking door de verhuurder of verpachter heeft ondergaan; c. overigens om niet in gebruik ontvangt, zoals bij landruil; d. beteelt voor contractteelt, waaronder verstaan wordt dat de teler (contractnemer) de gewasverzorging (grotendeels) uitvoert en daarvoor zelf verantwoordelijk is. In afwijking van het eerste lid onderdelen a en b wordt cultuurgrond die door de ondernemer zaaiklaar is verhuurd voor de teelt van vlas, gerekend tot het bedrijf van de verhuurder. 2. Voor de toepassing van artikel 2 wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 2 worden gedeelten van een hectare beiast in evenredigheid met de aldaar bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. Artikel 4 3 Ambtshalve heffing 1. Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 2, niet, niet-tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris, namens het bestuur bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen. 2. Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens. 11

12 3. Indien het productschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht. Artikel 5 4 Betaling van de heffing 1. De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het productschap aan de hand van nota's in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris, namens het bestuur van het productschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum. 2. Het productschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het productschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het productschap te ontvangen bedragen over te gaan. 3. Het Hoofdproductschap Akkerbouw wordt gemachtigd de verschuldigde heffingsbedragen in rekening te brengen, in te vorderen en in ontvangst te nemen. Artikel 6 In afwijking van artikel 5 is de nota terstond invorderbaar: a. zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd; b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt; of c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt. Artikel 7 De secretaris kan, namens het bestuur, besluiten nota's met een bedrag minder dan 50,- samen te voegen tot verzamelnota's, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben. Artikel 8 Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 5 gestelde termijn heeft betaald, kan door de secretaris, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Artikel 9 5 Slotbepalingen 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende: a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het productschap; 12

13 b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het productschap en de met financiële controle op het productschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is. 2. Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 2008, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2008, met uitzondering van de toepassing van de Verordening PA algemene bepalingen Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als: Heffingsverordening PA fonds teeltaangelegenheden jaar Den Haag, 5 juni 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter M. Elema secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 26 juni 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/

14 TOELICHTING Met ingang van 1 januari 2008 is het Productschap Akkerbouw ingesteld (Stb. 2007, 548). Het Productschap Akkerbouw heeft de autonome taken overgenomen van zowel het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten (GZP), dat tot die datum heeft bestaan, alsook die van het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA). Gelet op artikel 20, derde lid, (GZP) onderscheidenlijk artikel 20a, tweede lid, (HPA) van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijven de verordeningen en besluiten van genoemde productschappen rechtsgeldig totdat het Productschap Akkerbouw verordeningen respectievelijk besluiten ter zake heeft vastgesteld en deze in werking zijn getreden. Onderhavige verordening kent zijn voorganger in een gelijknamige verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw. De doelstellingen die worden nagestreefd Doelstelling van de heffing is het verhogen van het financiële rendement van de productie en afzet van akkerbouwgewassen en -producten, het voorkomen van ziekten en plagen bij akkerbouwgewassen en de vermindering van milieubelasting. Het gaat hierbij met name om financiering van onderzoek en milieubeleid. De primaire sector heeft ervoor gekozen om het bestuur van het PA te kunnen adviseren vanuit een specifiek daartoe ingestelde commissie. De Commissie Teeltaangelegenheden wordt door het bestuur benoemd op voordracht van de LTO, NAV, CNV Bedrijvenbond en FNV Bondgenoten. De commissie is daardoor een goede afspiegeling van de betreffende sector. Het productschap dient ten opzichte van organisaties van ondernemers en werknemers een complementaire rol te vervullen en alleen activiteiten op sectorniveau te ontplooien waartoe deze organisaties op eigen kracht niet of onvoldoende in staat zijn. Voornoemde taken dienen onder publiekrechtelijk kader te geschieden, aangezien de daaruit voortvloeiende maatregelen alleen maar geëffectueerd kunnen worden indien iedere onderneming in de sector daaraan gehouden is en deze maatregelen zo nodig sectorbreed kunnen worden gehandhaafd. De sector van akkerbouwers bestaat uit zeer vele kleine en middelgrote ondernemers. Vooral de kleinere bedrijven zullen niet in staat zijn zelf zulke activiteiten uitte (laten) voeren. De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de financiering van onderzoek en milieubeleid. Het gaat hierbij met name om verbetering van teeltmethoden die een hogere opbrengst en een op de vraag gerichte kwaliteit tot stand brengen. Tevens wordt een vergroting van de duurzaamheid beoogd door de input van mineralen en chemische middelen te verlagen, zodat de omgeving (milieu, natuur) minder belast wordt. Ook wordt de ontwikkeling van betere rassen gestimuleerd. Een deel van het geld wordt besteed aan kennisoverdracht om onderzoeksresultaten in de praktijk te (laten) brengen. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de akkerbouw. Alle ondernemingen betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van activiteiten, maar niet meebetalen. De afweging Lo.v. private alternatieven Gezien het collectieve belang voor de gehele sector, waarbij het voor de individuele akkerbouwer niet mogelijk is de vermelde onderwerpen zelf aan te pakken, is gekozen voor een collectieve publieke aanpak. Zodoende kan onderzoek op elkaar worden afgestemd, is meer geld voor meerjarige projecten beschikbaar en worden volwaardige publicaties aan de sector beschikbaar gesteld. Dit heffingensysteem maakt dat het productschap zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Deze laatste treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het 14

15 algemeen belang. Het optreden van het productschap beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niét op negatieve wijze. Evenmin ondersteunt het optreden van het productschap private belangen van individuele ondernemingen. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De financiële gevolgen van de verordening/de structuur van de heffing en onderbouwing daarvan De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond. Hierdoor wordt bereikt dat alle akkerbouwers in verhouding tot de grootte van hun bedrijf bijdragen in de kosten van de projecten. Bij gewassen met een hogere gemiddelde financiële opbrengst zijn de heffingen hoger vastgesteld dan de overige gewassen. Bovendien is het nemen van de oppervlakte per bedrijf als heffingspunt administratief eenvoudig. Het gaat hier om een heffing die alleen rust op arealen die in Nederland liggen, zodat deze geen invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten heeft. De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is van toepassing op alle bedrijfsgenoten waarvoor het productschap is ingesteld. In de sector teeltaangelegenheden gaat het om alle bedrijven met akkerbouwgewassen. De resultaten van onderzoek en voorlichting zijn voor ieder in de sector beschikbaar. Toedelen bestuursbevoegdheden Teneinde alle ondernemers die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk de heffing te doen betalen, is de secretaris gemandateerd om de ondernemer te belasten met een ambtshalve heffing indien die ondernemer in strijd met de voorschriften in gebreke blijft de benodigde gegevens in te dienen. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De opbrengst wordt geschat op ,- zoals vermeld staat jn de PA-begroting 2008 (hoofdstukken H). In dit bedrag is tevens opgenomen de opbrengst van de Heffingsverordening HPA fonds teeltaangelegenheden jaar De uitgaven hebben betrekking op ondermeer de volgende bestemmingen: - Onderzoek ,- Gewasbeschermingsbeleid ,- - Akkerbouw PR ,- - Tuchtrecht ,- Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zou er niet op deze schaal onderzoek plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek bevorderen de kwaliteit en leveren een vermindering van de belasting van het milieu op. Dit is in het algemeen belang van consument en milieu. Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze heffing zou de sector sociaal-economisch minder gestructureerd zijn en komen een aantal gewenste projecten niet van de grond. Omdat de ongeveer akkerbouwers niet ieder voor zich bovenstaande onderwerpen kunnen aanpakken, is op verzoek van de brancheorganisaties gekozen voor een collectieve aanpak. Onderzoek en beleid dat gericht is op het voorkomen van ziekten en plagen en de vermindering van de belasting van het milieu leveren een bijdrage aan de versterking van de economische positie van'de betrokken ondernemers en van de sector als geheel. 15

16 Bijzonderheden rond de steunmelding/notificatie De Europese Commissie heeft bij besluit van 30 september 1998 goedkeuring verleend aan onderhavige steunmaatregel, bekend onder NN 94/98. Bij besluit van 17 april 2002 is goedkeuring verleend aan het toevoegen van 3 heffingsgroepen, te weten zaaiuien, poot- en plantuien en zilveruien. Administratieve lastendruk De heffingsstructuur is zodanig dat zij voor de ondernemer nauwelijks lastendruk met zich brengt. Voor het opleggen van de heffingen wordt gebruik gemaakt van de registraties van LNV. De ondernemer verstrekt zijn gegevens op het door LNV verstrekte formulier en dient dit vervolgens in bij de uitvoerende dienst van LNV, die deze gegevens doorgeeft aan het productschap. Den Haag, 5 juni 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter M. Elema secretaris Productschap Tuinbouw PT 13 Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van i juli houdende de vaststelling vaneen heffing ten behoeve van de teelt va n f ruit en champignons voor het jaar 2009 (Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons 2009) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 17 juni 2008; BESLUIT: i Begripsbepalingen Artikel i 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen i en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel i:i en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het braakland: de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld, alsmede niet beteelde gronden, waarop in juli of augustus in enig oogstjaar aardbeien zullen worden geplant en waarvan in het daaropvolgende jaar zal worden geoogst; b. de cultuurgrond: beteelde grond, braakland, de oppervlakte van de grond die gemoeid is met het gebruik van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 4 genoemde gewassen of producten kunnen worden geteeld, of ten tijde va n het tijdvak als bedoeld in de Regeling Landbouwtelling, nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; c. de teelt onder glas: iedere andere teelt dan die in de open grond; 16

17 d. de gemeten maat: e. de contractteelt: de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; de teelt van gewassen op contract voor een ander. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die in het jaar 2009 een onderneming drijft waarin fruit of champignons worden geteeld is aan het productschap een heffing verschuldigd. 2. De berekening van de heffing als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap verstrekte gegevens. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2009, ten behoeve van onder andere afzetbevordering, onderzoek en milieuprojecten. 4. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik, een en ander overeenkomstig de volgende artikelen. Artikel 4 De heffing naar de grondslag grondgebruik wordt berekend naar de oppervlakte van de bij onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: a. b. c. d. e. f. g- h. groep 12 groep 33 groep 34 groep 343 groep 35 groep 36 groep 60 groep 75 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van appelen: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van peren-. cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van klein fruit: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in open grond van blauwe bessen: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van overige pit- en steenvruchten: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van zwarte bessen en zure kersen: cultuurgrond in gebruik voor de teelt onder glas van fruit: cultuurgrond beschikbaar voor de teelt van champignons in teeltbakken (vermenigvuldigd met het aantal teeltlagen: 6q,qi per ha; 104,17 per ha; 308,95 per ha 150,01 per ha 164,27 per ha; 36,53 per ha 7,53 per are 0,82 per m2 Artikel 5 1. Voor de toepassing van artikel 4, wordt onder de bij de onderneming behorende cultuurgrond mede verstaan cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Voor de toepassing van artikel 4, wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot de groepen 32 tot en met 36 gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de voor die groepen bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. 4. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot groep 60 gedeelten van een are belast in evenredigheid met de voor die groep bedoelde bedragen. 4 Oplegging en inning Artikel 6 l. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 17

18 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel g Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons Deze verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 27 augustus 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/1974. Toelichting i Algemeen Tot en met het heffingsjaar 1999 werden bijzondere heffingen voor de teelt van groenten en fruit, inclusief champignons en uien, opgelegd krachtens de Verordening PT bijzondere heffing Met ingang van 2000 is dat gewijzigd. Voor de teelt van groenten en fruit werd met ingang van het heffingsjaar 2000 een heffing opgelegd krachtens de Verordening PT heffing teelt groenten en fruit, waarbij de grondslag voor de heffing bestaat uit de in het jaar behaalde omzet. De sectoren fruit en champignons hebben daarnaast voor wat betreft de bijzondere heffing evenwel gekozen voor voortzetting van de areaalheffing. De onderhavige heffingsverordening dient derhalve als basis voor de bijzondere heffing voor sectoren fruit en champignons in het jaar De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Er zijn ongeveer fruitbedrijven en ongeveer 300 champignonbedrijven die de heffing opbrengen. 18

19 De relatief kleine bedrijven kunnen niet ieder afzonderlijk geld besteden aan de hierna te noemen doelstellingen. Grotere bedrijven zouden wellicht bepaalde zaken wel zelf kunnen financieren, hetgeen ertoe zal leiden dat hun producten duurder zouden worden. Dat vormt de reden dat het productschap voor de hele sector geld vraagt voor: promotie- en marketing, technisch onderzoek, kwaliteitsaangelegenheden, en milieuaangelegenheden. De te verwachten effecten van de verordening zijn het stimuleren van de afzet van fruit en champignons via onpersoonlijke reclame, laten plaatsvinden van onderzoek in het belang van fruit en champignons en diverse projecten die voor de bescherming van het milieu van belang zijn, kortom allemaal zaken die de sector in haar geheel van belang acht maar die kleine bedrijven afzonderlijk niet alleen kunnen verwezenlijken. Het beoogde effect zal moeten samen gaan met een acceptabel prijsniveau, acceptabel voor verkoper en consument. Voor de fruitsector is voor 2008 begroot Inkomsten: Uitgaven: i.4s1.ooo Organisatiekosten: 1Q4..OOO Voor de champignonsector is voor 2008 begroot: Inkomsten: Uitgaven: Q.OOO Organisatiekosten: 1OQ.OOO 2.2 De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Via de heffing opgelegd door het PT betalen alle ondernemingen mee aan de financiering van activiteiten die in het algemeen belang zijn van de sector fruit en champignons. Deze bepaalt zelf de hoogte van de heffing en beslist zelf over de hoogte van de uitgaven, en welke activiteiten in een bepaald jaar dienen te worden uitgevoerd. Zouden deze activiteiten niet via regels van het PT worden geregeld, dan zouden er een aantal niet worden uitgevoerd. 2.3 De afweging van private alternatieven Per jaar wordt bekeken hoe hoogde tarieven in de praktijk moeten zijn om de activiteiten te kunnen bekostigen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de afzonderlijke ondernemingen in enig jaar te zwaar zouden worden belast. Er wordt niet meer betaald dan nodig is. 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 Oe financiële gevolgen van de verordening of het besluit De ondernemingen worden met een heffing per areaal belast. Zij kunnen de heffing in de verkoopprijs doorberekenen. De producten worden daardoor duurder. Daartegenover staat dat met uitkomsten van de gefinancierde activiteiten alle ondernemingen hun voordeel kunnen doen. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Bij een areaalheffing wordt uitgegaan van de gegevens van de landbouwtelling, zodat ondernemers géén aangifte hoeven te doen, waardoor de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. 3 Steunmaatregel De heffingsverordening is, tezamen met de uitgaven die daarmee zijn gemoeid, door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking van 7 november 2002, SG(o2)/D De structuur van de heffing Het gaat hier om een areaalheffing voor fruit en champignons. Op basis van de uitgavenraming worden per gewasgroep de tarieven bepaald. 19

20 3-2 De onderbouwing van de gekozen structuur De heffingssystematiek is indertijd overgenomen van het Landbouwschap. Daar waren de ondernemingen alle vele jaren gewend aaneen heffing per areaal. In aanvang zou het PTde bijzondere heffing maar voor een beperkte periode opleggen. Gaandeweg de discussies besloot de fruitsector en de champignonsector de areaalheffing voor hun sectoren te handhaven. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt aan alle betrokken ondernemingen in de fruit- en champignonsector opgelegd. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2010 zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. De opbrengst was in Het algemeen belang van de activiteit Zonder de financieringsbron die het PT instelt, zouden activiteiten als onpersoonlijke reclame en sectoroverschrijdende aangelegenheden (Floriade, milieu) en nieuwe ontwikkelingen op gang brengen via wetenschappelijk onderzoek, niet plaatsvinden. 3.6 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1, eerste en tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2007 heeft tot gevolg d at een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel 2 In dit artikel wordt de heffingsplicht omschreven. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van gegevens die het PT ter beschikking heeft. Met name gegevens die de ondernemer aan Dienst regelingen (Landbouwtelling) heeft opgegeven, zijn bepalend. Tevens wordt vermeld waar de heffingsopbrengst onder andere aan wordt besteed. Artikelen3 tot en mets In deze artikelen wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is verschuldigd over de oppervlakte van de grond (areaal) die voor de teelt van de betreffende producten wordt gebruikt. Ter verduidelijking volgt hieronder wat onder de diverse groepen valt: Groep 32 Appelen: appelen aangeplant in het betreffende seizoen en appelen aangeplant vóór het betreffende seizoen. Groep 33 Peren: peren aangeplant in het betreffende seizoen en peren aangeplant vóór het betreffende seizoen. Groep 34 Klein fruit: rode bessen, frambozen, bramen en overige bessen, exclusief blauwe en zwarte bessen. Groep 34 a: blauwe bessen. Groep 35 Overige pit- en steenvruchten: onder andere pruimen, perziken en zoete kersen exclusief zure kersen. Groep 36: zwarte bessen en zure kersen. Groep 60: fruit onder glas De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van i juli 1999, schrijft in artikel 126 voordat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum)tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris 20

21 PT 14 Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van i juli 2008, houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van de teelt van vollegrondsgroenten voor het jaar 2009 (Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten 2009) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 17 juni 2008; BESLUIT: i Begripsbepalingen Artikel i 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen i en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel i:i en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het braakland: de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld; b. de cultuurgrond: beteelde grond, braakland, de oppervlakte van de grond die gemoeid is met het gebruik van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 4 genoemde gewassen of producten kunnen worden geteeld, of ten tijde van het tijdvak als bedoeld in de Regeling Landbouwtelling, nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; c. de teelt onder glas: iedere andere teelt dan die in de open grond; d. de gemeten maat: de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; e. de contractteelt: de teelt van gewassen op contract vooreen ander. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die in het jaar 2009 een onderneming drijft waarin vollegrondsgroenten, waaronder begrepen aardbeien en aardbeienplanten, witlofwortel en witloftrek, worden geteeld is aan het productschap een heffing verschuldigd. Het areaal uitgangsmateriaal voor vollegrondsgroenten waarvan het uitgangsmateriaal in het handelsverkeer wordt gebracht en onder keuring van de NAK Tuinbouw valt, is van deze heffing uitgezonderd. Echter voor witlofwortels en voor uitgangsmateriaal van aardbeien (wachtbedden en vermeerderingsvelden) is de heffing wel verschuldigd. 2. De berekening van de heffing als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap verstrekte gegevens. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2009, ten behoeve van afzetbevordering, onderzoek en milieuprojecten. 4. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik, daaronder begrepen de witloftrek, een en ander overeenkomstig de volgende artikelen. 21

22 Artikel 4 De heffing naar de grondslag grondgebruik wordt berekend naar de oppervlakte van de bij onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: Groep i: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van groen te oogsten erwten, stamsperziebonen, snijbonen en tuinbonen: 12,75 per ha; Groep 2: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van was-, bospeen, en winterpeen: 25,00 per ha; Groep 3: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van herfst-, vroege-, en bewaarkool: 29,75 per ha; Groep 4: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van spinazie, kroten, knolselderij, en schorseneren: 12,75 per ha; Groep 5: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van spruitkool: 42,50 per ha; G roep 6: G roep 7: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt inde open grond van broccoli: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van 21,25 perha; bloemkool: 25,50 perha; Groep 8: Groep 9: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van prei: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van witlofwortel: 40,ooperha; 25,00 perha; Groep 10: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van sla: 42,50 per ha; Groep n: G roep 12: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van asperges: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: 80,75 P er ha ; aardbeien, productievelden io2,ooper ha aardbeien,vermeerderingsvelden so.ooperha Groep 13: Groep 14: aardbeien, wachtbedden cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: andijvie, bleekselderij, Chinese kool, courgette, rabarber, radicchio rosso en venkel cultuurgrond, in gebruik voor de teelt onder glas van aardbeien: cultuurgrond, beschikbaar voor de trek van witlof in bakken (vermenigvuldigd met het aantal teeltlagen: 25,ooperha 75,00 per ha; 9,35 per are; teeltoppervlak; 1,50 per rm teeltoppervlak; Groep 15: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van andere groenten dan in de groepen i tot en met 14 genoemd: 4o,ooperha. Artikel 5 1. Voor de toepassing van artikel 4, wordt onder de bij de onderneming behorende cultuurgrond mede verstaan cultuurgrond die: a. zaai-of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; C. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Voor de toepassing van artikel 4, wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot de groepen i toten met 13 en 15, gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de voor die groepen bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. 4 Oplegging en inning Artikel 6 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. 22

23 Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten Deze verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 27 augustus 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/1978. Toelichting i Algemeen Tot en met het heffingsjaar 1999 werden bijzondere heffingen voor de teelt van groenten en fruit, inclusief champignons en uien, opgelegd krachtens de Verordening PT bijzondere heffing Met ingang van 2000 is dat gewijzigd. Voor de teelt van groenten en fruit werd met ingang van het heffingsjaar 2000 een heffing opgelegd krachtens de Verordening PT heffing teelt groenten en fruit, waarbij de grondslag voor de heffing bestaat uit de in het jaar behaalde omzet. De sectoren fruit en champignons hebben daarnaast voor wat betreft de bijzondere heffing evenwel gekozen voor voortzetting van de areaalheffing. Nu, met ingang van het heffingsjaar 2005, wordt op verzoek van de sector vollegrondsgroenten de areaalheffing voor dit product heringevoerd. De onderhavige heffingsverordening dient derhalve als basis voor de bijzondere heffing voor sector vollegrondsgroenten in het jaar De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Er zijn jaarlijks tussen de 5000 en 7000 bedrijven die de heffing opbrengen. De relatief kleine bedrijven kunnen niet ieder afzonderlijk geld besteden aan de hierna te noemen activiteiten. Grotere ondernemingen zouden wellicht bepaalde zaken wel zelf kunnen financieren, hetgeen ertoe zal leiden dat hun producten duurder zouden worden. Dat vormt de reden dat het productschap voor de hele sector geld vraagt voor: promotie- en marketing, technisch onderzoek, kwaliteitsaangelegenheden, en milieuaangelegenheden. De te verwachten effecten van de verordening zijn het stimuleren van de afzet van vollegrondsgroenten via onpersoonlijke reclame, laten plaatsvinden van onderzoek in het belang van vollegrondsgroenten en diverse projecten die voor de bescherming van het milieu van belang zijn, kortom allemaal zaken die de sector in haar geheel van belang acht maar die kleine ondernemingen afzonderlijk niet alleen kunnen verwezenlijken. Het 23

24 beoogde effect zal moeten samen gaan met een acceptabel prijsniveau, acceptabel voor verkoper en consument. 2.2 De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Via de heffing opgelegd door het PT betalen alle ondernemingen mee aan de financiering van activiteiten die in het algemeen belang zijn van de sector vollegrondsgroenten. Deze bepaalt zelf de hoogte van de heffing en beslist zelf over de hoogte van de uitgaven, en welke doelstellingen in een bepaald jaar dienen te worden nagestreefd. Zouden deze activiteiten niet via regels van het Productschap Tuinbouw (PT) worden geregeld, dan er een aantal niet worden uitgevoerd. 2.3 De afweging van private alternatieven Per jaar wordt bekeken hoe hoog de tarieven in de praktijk moeten zijn om de uitgaven te kunnen bekostigen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de afzonderlijke ondernemingen in enig jaar te zwaar zouden worden belast. Er wordt niet meer betaald dan nodig is. 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit voor de individuele ondernemer De ondernemingen worden met een heffing per areaal belast. Zij kunnen de heffing in de verkoopprijs doorberekenen. De uitkomsten van de gefinancierde activiteiten komen ten goede aan alle ondernemers 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Bij een areaalheffing wordt uitgegaan van de gegevens van de landbouwtelling, zodat ondernemers géén aangifte behoeven te doen, waardoor de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. 3 Steunmaatregel De heffingsverordening is door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking van 12 april 2006, C (2006) 1676 goedgekeurd. 3.1 De structuur van de heffing Het gaat hier om een areaalheffing voor vollegrondsgroenten. Op basis van de uitgavenraming worden per gewasgroep de tarieven bepaald. 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur De heffingssystematiek is indertijd overgenomen van het Landbouwschap. Daar waren deondernemingen alle vele jaren gewend aan een heffing per areaal. In aanvang zou het PT de bijzondere heffing maar voor een beperkte periode opleggen. Voor de vollegrondsgroenten is da n ook de heffing vanaf 2000 berekend naarde omzet. Gaandeweg de discussies besloot de vollegrondsgroentensector toch terug te keren tot de areaalheffing. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt aan alle betrokken ondernemingen in de vollegrondsgroentensector opgelegd. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting De opbrengst voor 2007 was Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2009 zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder de heffingsverordening zouden activiteiten als: onpersoonlijke reclame en sector-overschrijdende aangelegenheden (Floriade, milieu) en nieuwe ontwikkelingen op gang brengen via wetenschappelijk onderzoek, niet plaatsvinden. 24

25 3.6 Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd op in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel 7, tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2007 heeft tot gevolg dat eengroot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel 2 In dit artikel wordt de heffingsplicht omschreven. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van gegevens die het productschap ter beschikking heeft. Met name gegevens die de ondernemer aan Dienst regelingen (Landbouwtelling) heeft opgegeven, zijn bepalend. Tevens wordt vermeld waar de heffingsopbrengst aan wordt besteed. Artikelen 3 tot en met 5 In deze artikelen wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is verschuldigd over de oppervlakte van de grond die voor de teelt van de betreffende producten wordt gebruikt. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris PT 15 Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van i juli 2008, houdende de vaststelling van een heffing op verduurzaamde producten voor het jaar 2009 (Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2009) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 17 juni 2008 BESLUIT: i Begripsbepalingen Artikel i 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen i en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel i:i en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening Algemene Bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het verduurzamen: alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze producten, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden; b. de fabrikant: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin fruit, groenten, of daaruit verkregen producten worden verduurzaamd; c. de omzet: de verkoopwaarde af fabriek van de door de fabrikant gedurende een kalenderjaar verduurzaamde groenten en fruit, met uitzondering van: pindakaas, sauzen, natte en droge soepen, aroma's, limonades, salades, kindervoedsel en kant en klaarmaaltijden. 25

26 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De fabrikant is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van onder andere aangelegenheden als milieuprojecten, onderzoek, kwaliteitscontrole en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het productschap. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die de fabrikant is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag omzet over het kalenderjaar De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet en bedraagt voor: a. verduurzaamde groenten en fruit (excl. verduurzaamde champignons): 0,047%, en b. verduurzaamde champignons: 0,062%. 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 De voorzitter kan, indien hem uit te zijner beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens herzien en opnieuw opleggen Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. s Slotbepalingen Artikel? Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruii De verordening, de toelichting en de bijlage wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 27 augustus 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/

27 Toelichting i Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: Promotionele- en marketing activiteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke fabrikant van verduurzaamde groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, en maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien. De onderhavige heffing is dan ook een heffing die geldt voor elke Nederlandse fabrikant van verwerkte groenten en fruit. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. In 2007 heeft de heffing opgeleverd. 2.2 De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen 2.3 De afweging van private belangen Door middel van de heffingsverordening wordt aan alle ondernemingen een heffing opgelegd. Alle ondernemingen profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 27

28 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3 Steunmaatregel Bij beschikking van 8 december 1999, SG (99) 0/36357 heeft de Europese Commissie de steunmaatregelen betaald uit de opbrengst van de heffing in 1999 goedgekeurd (Pb.EG 2000, C 46/6). Sindsdien is er in de verordening niets veranderd. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de productwaarde. Voor twee categorieën groenten en fruit geldt een eigen tarief: Percentage Categorie Verduurzaamde groenten en fruit Verduurzaamde champignons 0,047% 0,062% Categorie Verduurzaamde groenten en fruit Verduurzaamde champignons ,065% 0,225% ,065% 0,180% ,065% 0,180% ,059% 0,074% ,053% 0,068% ,047% 0,062% % 0,062% 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op productwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2010, zoals die zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden er geen controle, onderzoek en algemene promotie plaatsvinden. Kleine en middelgrote ondernemingen kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing besteed moet worden. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dat alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 28

29 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel i, eerste en tweede lid Het verwijzen naar de Instellingsbeschikking Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2007 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel T, derde lid onder c: Het gaat om het totaal bedrag, exclusief BTW. Bij de 'verkoopprijs af fabriek' gaat het om de kale prijs, dus zonder vrachtkosten. In plaats van in een aparte bijlage, zijn nu de producten waarop de verordening niet van toepassing is, in dit artikel opgenomen. Artikel4, eerste lid: Na het doen van de aangifte die betrekking heeft op de omzet van het afgelopen jaar, wordt de heffing opgelegd. Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel 5: Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 6: De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, wordt hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van i juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum)tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris PT 16 Verordening PT heffing teelt groenten en fruit 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van ijuli 2008 houdende de vaststelling van een heffing over de teelt van groenten en fruit, voor het jaar 2009 (Verordening PT heffing teelt groenten en fruit 2009) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 17 juni 2008; BESLUIT: i Begripsbepalingen Artikel i 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen i en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel i:i en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen

30 3. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de teelt van groenten en fruit, uitgangsmateriaal daaronder begrepen, wordt uitgeoefend; b. bewerken: alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; c. verduurzamen: alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze producten, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden; d. productwaarde teelt: de verkoopsom van de door de ondernemer gedurende een kalenderjaar in Nederland geteelde groenten en fruit, ongeacht de bestemming daarvan; voor zover de ondernemer de door hem geteelde groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, wordt voor het bepalen van de verkoopsom de theoretische kostprijs gehanteerd; daaronder worden verstaan alle kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de teelt, de oogst, alsmede het vervoer van het product naar de fabriek of het bedrijf; e. afzetorganisatie/bemiddelaar: de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van ondernemers de door hen geteelde producten verkoopt; f. uitgangsmateriaal: opkweekmateriaal voor groentenplanten zowel onder glas als vollegrond, alsmede groentenzaden m.u.v. aardbeienplanten; g. glasgroenten: onder glas of plastic tunnels geteelde groenten; h. vollegrondsgroenten: groenten niet onder glas geteeld; i. fruit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; 4. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer is jaarlijks een heffing aan het productschap verschuldigd ten behoeve van aangelegenheden als milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoek en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het productschap. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd en berekend bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag van de productwaarde over het kalenderjaar De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de productwaarde en bedraagt voor: a. glasgroenten: >393% b. vollegrondsgroenten: o% c. fruit: 0,078% d. champignons: 0,097% e. uitgangsmateriaal: o, 080% 3. Indien en voorzover de ondernemer: a. op contract teelt voor industrie die groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, of b. voor producten (gewassen, groenten en fruit) waarvoor geen wettelijke kwaliteitseisen gelden, worden de percentages in lid 2 met 0,027% verlaagd. 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. 30

31 Artikel 5 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze a ante wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel? Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing teelt groenten en fruit De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 27 augustus 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/1976. Toelichting i. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: promotionele- en marketingactiviteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden, overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT 31

32 Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is in zijn algemeenheid de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke teler van groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien en de algemene kosten van het productschap. De onderhavige heffing is dan ook een algemene heffing die geldt voor elke teler in van groenten en fruit in Nederland. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. In 2007 heeft de heffing opgeleverd. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private belangen Door middel van de deze heffingsverordening wordt aan alle ondernemingen een heffing opgelegd. Alle ondernemingen profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 Financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3. Steunmaatregel Het gaat hier om een heffing welke alleen rust op het in Nederland geteelde product. Er is geen sprake van een heffing op groenten- en fruitproducten afkomstig uit andere Lidstaten van de EU. Bij beschikking van 8 december 1999, SG (99) 0/36357 heeft de Europese Commissie de steunmaatregelen betaald uit de opbrengst van de heffing in 1999 goedgekeurd.pb.eg 2000, C 46/6. Sindsdien is er in de verordening niets veranderd. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de productwaarde. Op deze wijze draagt eenieder naar vermogen bij. Voor de diverse categorieën groenten en fruit geldt een eigen tarief: 32

33 Categorie Glasgroenten Vollegrondsgroenten Aardbeien Fruit Champignons Andere paddestoelen Uitgangsmateriaal Witlofpennen ,510% 0,760% 0,610% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,600% ,510% 0,760% 0,610% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,600% ,510% 0,160% 0,160% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,000% ,468% 0,153% 0,153% 0,153% 0,170% 0,050% 0,080% 0,000% ,402% 0,087% 0,087% 0,087% 0,105% 0,045% 0,080% 0,000% ,393% 0,00% 0,00% 0,078% 0,097% 0,040% 0,080% 0,00% De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op productwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Anders dan bij een areaalheffing is er wanneer er geen omzet is, ook geen heffing verschuldigd. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. In de sector groenten en fruit gaat het om alle telers. Door uit te gaan van de onderneming is het PT voor de inning van de heffing niet afhankelijk van de medewerking van handelaren en veilingen om heffingen in te houden. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2010, zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden er geen kwaliteitscontrole, onderzoek en algemene promotie plaatsvinden. Kleineen middelgrote ondernemingen kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing wordt besteed. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dat alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel i, eerste en tweede lid Het verwijzen naarde Verordening PT algemene bepalingen 2007 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel t, derde lid onder b en c-. Deze definities zijn opgenomen in verband met artikel i, derde lid onder d en artikel 3, tweede en derde lid. Artikel i, derde lid onder d: Het gaat om het totaal bedrag dat een ondernemer gedurende eenjaar heeft gefactureerd, exclusief BTW. Dat komt dus neer op de prijs van het product in gewicht of stuks, vermenigvuldigd met de hoeveelheid. Verpakkingen in welke vorm dan ook valt niet onder de productwaarde, mits een en ander aantoonbaar is in de administratie. Voorde ondernemers die hun teelt bewerken of verduurzamen (en dus toegevoegde waarde leveren), dient een bedrag te worden gehanteerd exclusief deze toegevoegde waarde. Deze zelf telende fabrikanten hanteren voor het bepalen van de verkoopwaarde de zogenaamde theoretische kostprijs. Artikel i, derde lid onder e: Deze omschrijving heeft zowel betrekking op veilingen, als op telersverenigingen die ten behoeve van hun leden producten verkopen. In geval van bemiddeling geldt dat middels facturering aan de afnemers duidelijk moet zijn dat het bemiddeling betreft cq vooreen bepaald deel bemiddeling betreft. Artikel 2: In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de onderhavige verordening betrekking heeft op een algemene en een bestemmingsheffing. Voor f ruit en champignons beperkt de onderhavige verordening zich tot een 33

34 algemene heffing en een heffing kwaliteitscontrole(fruit). Daarnaast wordt voor deze sectoren, op basis van het areaal nog een bijzondere heffing opgelegd (ingevolge de Verordening PT bijzondere heffing fruit en champignons). Voor de vollegrondsgroenten geldt dat met ingang van volledig wordt overgegaan op een areaalheffing. Dat is de reden dat het tarief in art. 3 lid 2 op 0,0% wordt gezet. Artikel 3, derde lid In de gevallen waar deze bepaling op ziet, vindt geen kwaliteitscontrole plaats en wordt de heffing verlaagd. Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel s- Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 6: De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, worden hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van i juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum)tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris PT 17 Verordening PT heffing hoveniersbedrijven 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. l juli 2008 houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van hoveniersbedrijven (Verordening PT heffing hoveniersbedrijven 2009) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor hovenierswerkzaamheden, d.d. 10 april 2008j BESLUIT: l begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:1 en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT Algemene Bepalingen 2007 : 3. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. hovenierswerkzaamheden: het aanleggen, het aanbrengen van wijzigingen in en het onderhouden van siertuinen, begraafplaatsen, groenstroken, parken, plantsoenen, landgoederen en openbaar groen in stad en landschap, inclusief werkzaamheden op sportterreinen en in bossen, met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, met inbegrip van de voorbereidende en grondwerkzaamheden; 34

35 b. leveringen: de bij de werkzaamheden behorende levering van levende en dode materialen; c. ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin hovenierswerkzaamheden worden verricht; d. omzet: het bruto-omzetbedrag van hovenierswerkzaamheden en leveringen over het jaar Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer is een heffing aan het Productschap Tuinbouw verschuldigd ten behoeve van promotie- en marketingactiviteiten, economische aangelegenheden, kwaliteitsaangelegenheden, technisch onderzoek, milieu-aangelegenheden en voorlichting, alsmede ten behoeve van de algemene kosten van het Productschap Tuinbouw. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 grondslag en hoogte Artikel 3 \. De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag van de in het jaar 2009 behaalde omzet. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is samengesteld uit een basisheffing van 135,=, vermeerderd met de som van het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van de hierna genoemde heffingspercentages over de hierna genoemde omzetbedragen: a. toten met ,-: 0,031%, met dien verstande, dat bij een omzet van ten hoogste uitsluitend de basisheffing is verschuldigd; b. van ,= tot en met ,=: 0,02%, en c. meer dan ,=: 0,01%. 3. Indien sprake is van onderaanneming, kan de hovenier, die in onderaanneming werk uitvoert, de omzet welke hij als onderaannemer heeft gerealiseerd, buiten zijn omzet laten, omdat in dat geval de hoofdaannemer aansprakelijk is voorde afdracht van de heffing over de gerealiseerde omzet uit onderaanneming. 4 oplegging en inning Artikel 4 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt, dat de verstrekking van de gegevens of een ambtshalve schatting niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd Artikel S 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 6 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 7 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing hoveniersbedrijven

36 Deze verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, l juli 2008 A. Bruggeman vice-voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 27 augustus 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 31 oktober 2008, nr. TRCJZ/2008/1980. Toelichting 1 Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is een publiekrechtelijk lichaam, ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd waarvan de opbrengst dient ter financiering van: a. specifieke bestemmingen, en b. algemene werkzaamheden van het PT. Het PT is een ketenorganisatie. De belangen welke hij van ondernemingen en daarin werkzame personen in de tuinbouwsector behartigt betreffen de primaire sector en de (detail)handel in tuinbouwproducten. De werkzaamheden van het PT strekken zich in grote lijnen uit over de onderwerpen: a. onpersoonlijke (product- en diensten)promotie, b. economisch onderzoek, c. kwaliteitsonderzoek, d. milieu-aangelegenheden, en e. overigen. Overigens wordt voorlichting gegeven en wordt geadviseerd aan en overleg gepleegd met de overheid terzake van onderwerpen die de hovenierssector raken. De werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of- door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. Resultaten van onderzoeken worden als informatie breed verspreid en is bij het PT verkrijgbaar. Het PT besteedt aandacht aan de verspreiding van informatie via het internet ( en met rapporten, handleidingen, werkboeken, checklists en dergelijke. De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven. 2 Commissie voor hovenierswerkzaamheden De Commissie voor hovenierswerkzaamheden is ingesteld bij de Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. De commissie adviseert het bestuur op haar terrein en doet voorstellen met betrekking tot de vaststelling van verordeningen. 36

37 De onderhavige verordening is in concept besproken in de commissie. De concept-verordening is in het Mededelingenblad bedrijfsorganisatie gepubliceerd. 3 Vaststelling van de tekst van de verordening De tekst van de verordening is vastgesteld in de bestuursvergadering van l juli Doel en nut van de heffing A/let de activiteiten die hiervoor in algemene zin zijn genoemd is naar het oordeel van het bestuur zowel het gemeenschappelijk belang van de ondernemingen en de werkenden in de hoveniers- en groenvoorzieningssector als het algemeen belang gediend. De hoveniers- en groenvoorzieningssector is zeer divers; in grootte variëren de bedrijven van eenmanszaken tot bedrijven met enkele honderden werknemers; bedrijven zijn algemeen georiënteerd of juist gespecialiseerd; de activiteiten zijn als hoofdactiviteit aan te merken of zijn juist een nevenactiviteit. De sector wordt ook vaak gezien als een met een eenvoudige entree in de ondernemerswereld, hetgeen leidt tot ondernemingen in de groensector met een kortere dan gemiddelde levensduur. De groenbranche als zodanig kent over de gehele linie zekere vormen van problematiek: specifieke arbeidsomstandigheden; een bijzondere concurrentiepositie ten opzichte van andere branches; specifieke milieu-aspecten; een bijzondere band met de overheid als opdrachtgever én als concurrent. De diversiteit beperkt het zelfregulerend vermogen door ondernemers binnen de sector, terwijl de over de gehele linie spelende problematiek wel een aanpak vraagt; dit maakt ingrijpen door het productschap noodzakelijk. De heffing wordt opgelegd naar rato van de behaalde omzet. De ondernemers kunnen de omzet waarover de heffing wordt geheven eenvoudig uit de jaarstukken verkrijgen en voor het productschap is de omzet een goed te controleren criterium, ook achteraf. 5 Systematiek van de heffing De heffing wordt opgelegd bij alle bedrijven die volgens de definitie van artikel l van de verordening hovenierswerkzaamheden verrichten. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar de rechtsvorm, grootte, of anderszins. Alle ondernemers dragen een basisheffing af van 135,=. Naast de basisheffing is een heffing verschuldigd welke is gerelateerd aan de behaalde omzet voor aanleg, onderhoud en de daarmee samenhangende werkzaamheden en leveringen. De in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, genoemde werkzaamheden omvatten al datgene een hoveniers- of groenvoorzieningsbedrijf ten behoeve van zijn opdrachtgever verricht, dus van ontwerpen, uitzetten en graaf- of sloopwerkzaamheden tot aanplanting, vijveronderhoud en afrastering. De heffing is degressief gestaffeld. De degressieve staffel doet recht aan de mate waarin bedrijven van de uit de heffing gefinancierde projecten kunnen profiteren, met name daar waar het resultaat geen direct effect heeft op de omzet. Daarnaast besteden grotere bedrijven zelf reeds financiën aan onderzoeken en promotieactiviteiten die een positief effect sorteren voor de gehele sector. 6 Omvang van de heffing en de uitgaven Uit de opbrengst van de heffing worden activiteiten gefinancierd. Voor wat betreft de exacte bedragen voor het omzetjaar 2008 wordt hier verwezen naar de begroting van het PT zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Voor 2008 was de heffingsopbrengst begroot op De uitgaven werden als volgt begroot: Promotie Arbeid Kwaliteitsaangelegenheden Milieuaangelegenheden Organisatiekosten Overigen 2007 begroting begroting

38 7 Publiekrechtelijke regeling De gefinancierde activiteiten leiden tot een resultaat dat de hoveniers- en groenvoorzieningssector als geheel en daarmee de ondernemingen zelf ten goede komen. Door de gezamenlijk inzet van gelden worden met name twee voordelen behaald: onderzoeks-, promotie- en andere activiteiten kunnen tegen relatief zeer lage kosten (omgeslagen per onderneming) worden uitgevoerd en activiteiten welke in termen van inzet, begeleiding, resultaatsverwachting en vooral kosten niet gedragen kunnen worden door één of een groep van ondernemingen kunnen nu wel worden uitgevoerd. Een publiekrechtelijke regeling leidt er ook toe, dat de gehele sector bijdraagt aan wat diezelfde sector ten goede komt. Financiering langs privaatrechtelijke, vrijwillige, weg zou bedrijven uitsluiten en kent niet het voordeel van de kostenefficiency van een totale gezamenlijke aanpak. Om deze reden is gekozen voor de, ook door het bedrijfsleven via de organisaties van ondernemers in de sector gewenste, publiekrechtelijke regeling. 8 Privaatrechtelijke alternatieven (Para-)fiscale heffingen dienen met waarborgen te zijn omkleed. De Wet op de bedrijfsorganisatie regelt de procedure rond en het toezicht op de financiën van het productschap, zowel waar het de inkomsten als waar de uitgaven betreft. Het past niet, om in zo'n beschreven en gesloten systeem over te gaan tot het opleggen van heffingen op privaatrechtelijke grondslag. De besteding van de financiën vindt wel plaats via privaatrechtelijke weg, aangezien de projecten welke worden gefinancierd worden uitgevoerd door onderzoekscentra of belangenorganisaties op privaatrechtelijke basis. Dit is evenwel geen privaatrechtelijk alternatief in het kader van de onderhavige verordening, aangezien deze uitsluitend betrekking heeft op de heffing zelve en niet bepaalt waarvoor en op welke wijze de heffing wordt besteed; daartoe zij verwezen naar de begrotingen en de jaarrekening van het productschap. 9 Algemeen belang Het algemeen belang is in meer dan een opzicht gediend; de activiteiten leiden tot een in economisch perspectief bezien gezonde bedrijfstak, met consequenties als een positieve invloed op de economische groei en de werkgelegenheid (ruim werknemers inclusief meewerkende gezinsleden en inleenkrachten) en strekken er voorts toe de sector op het gebied van belangrijke maatschappelijke issues als milieu, veiligheid en arbeidsomstandigheden te voldoen aan de eigen of overeengekomen (bijvoorbeeld Meerjarenafspraken) verantwoordelijkheid. 10 Sectoraal belang De heffingsverordening strekt ertoe deze activiteiten te financieren zodat het voor de ontwikkeling van de hoveniers- en groenvoorzieningssector nodige ontwikkelingsonderzoek kan worden gecontinueerd en de mogelijkheden tot een gezonde, op continuïteit en winstgevendheid gerichte, bedrijfsvoering door goede afzetmogelijkheden kunnen worden geboden. Gelet op het collectieve belang van de volledige hoveniers- en groenvoorzieningssector is het naar de overtuiging van het bestuur logisch én nodig dat alle in de sector werkzame ondernemingen bijdragen. Door van alle ondernemingen in de sector een bijdrage te vragen blijven de financiële lasten per bedrijf relatief laag. 11 Verhouding tot communautaire regelingen De verordening behoeft geen aanmelding bij de Europese Commissie, aangezien de heffingsverordening geen betrekking heeft op landbouwgoederen en ten aanzien van de kadervoorschriften MKB de De Minimisregel van toepassing is. In communautair verband bestaan overigens geen regelingen die beperkingen opleggen aan hetgeen in deze verordening specifiek is geregeld. 12 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 38

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 Verordening van het productschap Akkerbouw van 13 november 2008 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

LAATSTE TEKST (februari 2010)

LAATSTE TEKST (februari 2010) LAATSTE TEKST (februari 2010) HEFFINGSVERORDENING PA VLASFONDS 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 13 november 2008, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de vlassector

Nadere informatie

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij

Nadere informatie

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing VERGADERING : BESTUUR DATUM : 13 NOVEMBER 2008 AGENDAPUNT : 10 BIJLAGE : 26 Lett: AF no. JBA ONTWERP HEFFINGSVERORDENING PA INLANDS GRAAN 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007; Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan telers van bloembollen op

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 11 oktober 2002 nummer 63 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Nadere informatie

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging II d.d. 9-9-2011 Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 20091) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang oktober 2003 num mer 63. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang oktober 2003 num mer 63. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 10 oktober 2003 num

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang maart 2004 num mer 14

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang maart 2004 num mer 14 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 12 maart 2004 num mer

Nadere informatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten

Nadere informatie

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten; Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 13 BIJLAGE : 21 ONTWERP VERORDENING GZP FINANCIERINGSHEFFING JAAR 2008 Verordening van het Productschap

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 15 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 1 juni 2007 nummer 28

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 19 mei 2011 houdende de vaststelling van een aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 24 december 2004 nummer

Nadere informatie

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten behoeve

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 19 oktober 2007 nummer

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit )

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit ) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2010 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2009, houdende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 20 januari 2006 num

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 26 november 2004 num

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing teelt groenten

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d. 9-9-2011 Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2009 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 1 juli 2008 houdende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 7 december 2007 nummer

Nadere informatie

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 10 november 2010, houdende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 56 24 februari 2006 num

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten laste van

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2003 num mer 78

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2003 num mer 78 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 29 december 2003 num

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 23 juli 2004 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 30 mei 2003 nummer 37

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de

Nadere informatie

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 25 maart 2008 houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 17 BIJLAGE : 25 ONTWERP VERORDENING GZP STRUCTUURVERSTERKING BAKKERIJ JAAR 2008 Verordening van het

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 20 februari 2009 nummer

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012 Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2011, houdende de vaststelling van een vakheffing voor de handel in bloemkwekerijproducten.

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker Brancheorganisatie Suiker Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie Suiker heeft op 11 november 2015 de volgende regeling

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 15 mei 2009 nummer 31

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting PLUIMNED, de erkende brancheorganisatie voor de sector pluimveevlees heeft

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008; Verordening PT registratie gewasbeschermingsmiddelen onbedekte teelt bloembollen 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2008, houdende de vaststelling van regels over

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening van het Productschap Vis van 13 november 2012, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers

Nadere informatie

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector Inleiding Stichting OVONED, de erkende brancheorganisatie voor de sector eieren, heeft op 16 mei

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpve een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 13 november 2012, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 3 oktober 2003 num mer

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43 Inhoudsopgave jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Groenten en

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 4 oktober 2002 nummer 57 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit voor het

Nadere informatie

Behoort bij agendapunt 10a Openb. bestuursvergadering dd

Behoort bij agendapunt 10a Openb. bestuursvergadering dd VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING SIERTEELT EN -HANDEL 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum) houdende de vaststelling van een algemene heffing voor de sector sierteelt

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.6 7 februari 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 10 december 2004 nummer

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdproductschap alsmede van productschappen voor ondernemingen op het gebied van de teelt van, de been verwerking van en de handel in akkerbouwproducten

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave Nr.33 5 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 29 december 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Productschap Vee en Vlees 8

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Productschap Vee en Vlees 8 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 4 juni 2004 num mer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.21 18 mei 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Margarine, Vetten en

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 8 februari 2008 nummer

Nadere informatie

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit 2012

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende opheffing Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Aardappelen, Bedrijfschap Groothandel in Bloemkwekerijprodukten, Bedrijfschap Groothandel

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 5 augustus 2005 nummer 42 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 24 januari 2003 num

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 1 april 2005 nummer 16 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 27 maart 2009 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 22 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 30 januari 2009 nummer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357 Rapport Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Gemeenschappelijk Secretariaat Vorderingen (GSV) Landbouwschap zijn verzoek van 24 april 2002 om de aanslag

Nadere informatie

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1. De voor het benoemen van leden van het bestuur van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen,

Nadere informatie

FONDS- EN FINANCIERINGSHEFFING SECTOR GRANEN EN RIJST

FONDS- EN FINANCIERINGSHEFFING SECTOR GRANEN EN RIJST FONDS- EN FINANCIERINGSHEFFING SECTOR GRANEN EN RIJST Juli 2010 1 INDEX 1 Inleiding 3 2 Verplichte registratie van ondernemingen 4 3 Het stelsel van de fonds- en financieringsheffing 5 3.1 Ontstaansfeit

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2012, houdende bepalingen met betrekking tot uitvoering van de integrale

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 28 september 2007 nummer

Nadere informatie

ONTWERP. Gehoord het dagelijks bestuur van het Productschap Akkerbouw, van het Productschap Diervoeder en van het Productschap Wijn;

ONTWERP. Gehoord het dagelijks bestuur van het Productschap Akkerbouw, van het Productschap Diervoeder en van het Productschap Wijn; VERGADERING : BESTUUR DATUM : 11 NOVEMBER 2011 AGENDAPUNT : 7 BIJLAGE : 16 ONTWERP VERORDENING HPA VERGOEDING VOORZITTER 2012 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 2011, houdende regels met

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 52 27 december 2002 num

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, Verordening PT Uitlekgewichten verduurzaamde champignons en zuurkool 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 20 februari 2007, houdende de vaststelling van uitlekgewichten voor verduurzaamde

Nadere informatie

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009 VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009 Verordening van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën van 27 november 2008, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Margarine,

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.62 27 december 2013-63e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

Consultatieverslag AVV verzoeken BO Granen, BO Suiker en BO Aardappelen en overige akkerbouwgewassen

Consultatieverslag AVV verzoeken BO Granen, BO Suiker en BO Aardappelen en overige akkerbouwgewassen Consultatieverslag AVV verzoeken BO Granen, BO Suiker en BO Aardappelen en overige akkerbouwgewassen I. Inleiding Van 3 december 2015 tot en met 8 januari 2016 kon via de website www.internetconsultatie.nl

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2 Nr.67 14 oktober 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie sociaal-economische raad 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing voor het

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 25 maart 2005 nummer 15 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.7 10 februari 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 24 mei 2002 nummer 31 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap

Nadere informatie

Besluit registratie splijtstoffen en ertsen (tekst geldig vanaf )

Besluit registratie splijtstoffen en ertsen (tekst geldig vanaf ) Besluit registratie splijtstoffen en ertsen (tekst geldig vanaf 16-11-2010) Besluit van 8 oktober 1969, tot uitvoering van de artikelen 13 en 14 van de Kernenergiewet Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, betreffende de registratie van ondernemingen (REGISTRATIEVERORDENING BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2008) No. Ho 01/2008 Het bestuur van het Bedrijfschap

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.53 12 oktober 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Mededelingenblad

Nadere informatie