PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e"

Transcriptie

1 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 1 juni 2007 nummer 28 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Tuinbouw 2 Bedrijfschap Afbouw 53 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA 13) 54 Productschap Tuinbouw (PT 16 en PT 17) 56

2 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Tuinbouw Ontwerp- Wijziging Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d., houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de handel in groenten en fruit voor het jaar 2006 (Wijziging Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 4 april 2006; BESLUIT: Artikel l De Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006 wordt als volgt gewijzigd: A. In artikel 3, tweede lid wordt de zinsnede toegevoegd: De heffing voor de handel ten behoeve van afzetbevordering van uien is voor 50% verschuldigd door degene die uien aankoopt bij telers en voor 50% verschuldigd door degenen die uien exporteert. B. In artikel 3, vierde lid wordt de zinsnede " 68,00 per 100 ton", vervangen door: 31,70 per 100 ton voor kwaliteitscontrole en 36,30 per 100 ton voor afzetbevordering. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 3 Deze verordening wordt aangehaald als: Wijziging Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit De verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris

3 Toelichting Inmiddels is goedgekeurd en gepubliceerd de Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2006, d.d. 30 september 2005 nr. 56, blz. 51 e.v.. De reden van deze wijziging is het verzoek van Frugi Venta de reeds jaren bestaande scheefgroei in de lastenverdeling tussen exporteurs en sorteer- en pakstations recht te trekken. Dit gebeurt met name in artikel 3, tweede en vierde lid. De verdeling in heffing tussen exporteurs en degenen die uien aankopen bij telers geldt alleen voor de bestemming afzetbevordering en niet voor de bestemming kwaliteitscontrole. Derhalve moet de bestemmingsheffing gesplitst worden in maximum tarieven voor afzetbevordering en kwaliteitscontrole. De Commissie voor groenten en fruit heeft in de vergadering van 4 april 2006 over het concept positief aan het bestuur van het productschap geadviseerd. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende regels ter zake van de aan ondernemers, die groenten en fruit naar Japan en Taiwan exporteren, op te leggen heffing voor het jaar 2007 (Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan 2007) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 20 juni 2006; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel l: l en artikel 3:l, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen Heffingsplicht Artikel 2 1. De exporteur van groenten en fruit is over de door hem naar Japan en Taiwan uitgevoerde groenten en fruit aan het productschap een heffing verschuldigd.

4 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2007, ten behoeve van de financiering van controles van groenten en fruit die naar Japan en Taiwan worden uitgevoerd. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. Artikel 3 1. Ter uitvoering van artikel 2 doet de exporteur van groenten en fruit aangifte bij het productschap van de tijd gedurende welke de door hem naar Japan en Taiwan uitgevoerde hoeveelheden groenten en fruit zijn gecontroleerd. 2. De opgave als bedoeld in het vorige lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen. 3. Wanneer de exporteur de Plantenziektenkundige Dienst heeft gemachtigd de in het eerste lid bedoelde gegevens aan het productschap te verstrekken, hoeft de opgave als bedoeld in het tweede lid, niet te geschieden. 3 Grondslag en hoogte Artikel 4 1. Het bedrag van de heffing wordt vastgesteld op basis van de tijd gedurende welke de uit te voeren groenten en fruit onderworpen zijn geweest aan een controle als bedoeld in artikel 3, eerste lid. 2. De tijd, welke is gemoeid met de controle, wordt afgerond op de tijdseenheid van een kwartier. Per kwartier is maximaal een heffing van 45,00 verschuldigd. 3. De hoogte van de heffing als bedoeld in het tweede lid, wordt door middel van een besluit van het bestuur vastgesteld. 4. De exporteur en de keurmeester ondertekenen allebei de verklaring waaruit blijkt gedurende hoeveel tijd de keurmeester één of meerdere partijen groenten en fruit heeft gekeurd, uitgedrukt in eenheden van een kwartier. 5. Indien een exporteur één of meer verklaringen niet heeft ondertekend, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing. 4 Oplegging en inning Artikel 5 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het kalenderjaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 6 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 5, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 7 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

5 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting l Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: a. (onpersoonlijke) promotie, b. sociaal onderzoek, c. economisch onderzoek, d. technisch onderzoek, e. milieuaangelegenheden. f. kwaliteitsaangelegenheden, g. de organisatiekosten van het PT, en h. overigen. Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen.

6 De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit - vanuit Nederland - naar Japan en Taiwan tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. Er zijn afspraken gemaakt tussen de Japanse en de Nederlandse overheden volgens welke groenten en fruit afkomstig uit Nederland in Nederland reeds voor de verzending naar Japan en Taiwan wordt onderworpen aan een controle en een monitoring, waarna de daadwerkelijke export probleemloos kan verlopen. Zonder het systeem van voorafgaande monitoring en controle zouden groenten en fruit wel kunnen worden geëxporteerd naar Japan en Taiwan, maar met het risico dat de producten bij aankomst niet worden toegelaten en daar ter plaatse moeten worden vernietigd of zelfs worden teruggezonden. Met alle onnodige extra kosten van dien. Om de sector te behoeden voor het maken van overbodige extra kosten, is het systeem van controle en monitoring opgezet. Het doel is dus meerledig: a. versoepeling van de handel op Japan en Taiwan, en b. kostenbesparing voor het betrokken bedrijfsleven. Het te verwachten effect is: kostenbesparing voor het betrokken bedrijfsleven. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Zonder de Japans-Nederlandse overeenkomst zou controle en monitoring niet kunnen plaatsvinden. Een regeling op privaatrechtelijke basis behoort thans nog niet tot de mogelijkheden al wordt niet uitgesloten dat in de toekomst de regeling op een andere basis kan worden gestoeld. Dit is mede afhankelijk van hoe de Japanse overheid over het systeem denkt en of zij een regeling op privaatrechtelijke basis zou accepteren. Dit is thans niet het geval. Nu een privaatrechtelijke regeling niet aan de orde is, is gekozen voor een publiekrechtelijke Benadering; een verordening van het PT. Het systeem van controle en monitoring houdt in: - het plaatsen van lijmvallen ("Jackson Trap"); - de periodieke controle van deze vallen, waarbij lijmbodems en lokstoffen worden verwisseld; - het beoordelen van de lijmbodems op de aanwezigheid van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van fruitmonsters uit importzendingen; - het onderzoeken en beoordelen van deze fruitmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van vruchtmonsters op deelnemende productiebedrijven; - het onderzoeken en beoordelen van deze vruchtmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het begeleiden van de Japanse inspecteur ten tijde van controle-/monitoringbezoeken in de QMA en DPA, dan wel aan het laboratorium van de Nederlandse Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. 2.3 Afweging van private belangen De Japanse overheid doet tot op heden zaken met de Nederlandse overheid, waarvan het PT deel uitmaakt. De Japanse overheid sluit geen overeenkomsten met individuele ondernemingen. Het PT heeft als organisatie van de keten de mogelijkheid de eisen die aan de export op Japan en Taiwan worden gesteld, te versoepelen. Het optreden van het PT ondersteunt de private belangen van de individuele ondernemingen.

7 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen die gebruik maken van het systeem een financiële bijdrage gevraagd om de kosten te financieren. Daarbij is gekozen voor een heffïngsbedrag per tijdseenheid. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3 Steunmaatregel Er wordt uitvoering gegeven aan protocollen die door Japan en Nederland zijn afgesloten. Het systeem van monitoring en controle in Nederland voorafgaand aan de daadwerkelijke export, is in het belang van de hele tuinbouwsector, gelet op het bestaan van soortgelijke systemen in de bloembollen en bloemen sector. De Europese Commissie heeft de steunmaatregel (N 81/2000) goedgekeurd op 19 maart 2001 (SG 2001) D/286916). 3.1 De structuur van de heffing De heffing bestaat uit een tarief per kwartier. Het tarief is maximaal 45 per kwartier en wordt door middel van een besluit van het bestuur van het PT vastgesteld op een lager niveau, zoals blijkt uit onderstaande gegevens. Per kwartier , De onderbouwing van de gekozen structuur De Europese Commissie was in de bloemensector al akkoord gegaan met een tarief per tijdseenheid. Dat is de reden dat gekozen is voor een bedrag per tijdseenheid. 3.3 De werking naar alle bedrij fsgenoten De verordening is alleen van toepassing op die ondernemingen die daadwerkelijk gebruik maken van het systeem van controle en monitoring. 3.4 De becijfering van de opbrengst (bruto, contributieaftrek) onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt verwezen naar de begroting 2007, zoals die in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie wordt gepubliceerd. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit naar Japan en Taiwan van uit Nederland tegen zo laag mogelijke kosten voor de betrokken ondernemingen. De afspraken die zijn gemaakt in de sector groenten en fruit kunnen niet los worden gezien van de afspraken die gelden voor de export van bloembollen en de bloemen naar Japan. Ook voor de bloemen en bloembollen gelden speciale afspraken.

8 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze regeling zou de export van groenten en fruit naar Japan en Taiwan minder soepel verlopen, waardoor de export hun aandeel in de wereldhandel zouden zien afnemen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd op...in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, tweede lid Het verwijzen naar de Verordening PT algemene bepalingen 2003 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel 3 In dit artikel wordt bepaald dat men aangifte moet doen. Alleen wanneer het PT over de gegevens van de PD kan beschikken, kan een aparte aangifte achterwege blijven. Artikel 4 In dit artikel wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is gerelateerd aan de tijd die de keurmeester aan de keuring besteedt. De hoogte van de heffing bedraagt maximaal 45,= per kwartier. Artikel 7 De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, worden hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de maximumtarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van..., houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de handel in groenten en fruit voor het jaar 2008 (Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14, van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT:

9 l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel l: l en artikel 3:l, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. de handel: het aankopen bij/verkopen van, producten aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften; b. het bewerken: alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; c. de ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in de verse of bewerkte producten: Ie fruit, met uitzondering van slaggrondnoten en kopra; 2e groenten, met uitzondering van zaden van groenten; d. de aankoopwaarde handel: het bedrag van de door de ondernemer, al dan niet via een afzetorganisatie, gedurende een kalenderjaar bij telers aangekochte en in Nederland geteelde groenten en fruitproducten; e. een afzetorganisatie/bemiddelaar: de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde producten verkoopt; f. uien: alle uien met uitzondering van zilveruien. 4. Met de ondernemer als bedoeld in het derde lid, onder c, wordt gelijk gesteld de natuurlijke of rechtspersoon die groenten en fruit van telers aankoopt en deze zonder tussenkomst van andere handelaren verkoopt aan consumenten. Voor de aankoopwaarde handel wordt in dat geval uitsluitend in aanmerking genomen hetgeen van telers op deze wijze is aangekocht. 5. Met de ondernemer als bedoeld in het derde lid, onder c, wordt ook gelijkgesteld de telersvereniging of afzetorganisatie die producten van telers aankoopt en deze vervolgens verkoopt aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van onder andere aangelegenheden als: milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoek en afzetbevordering. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag aankoopwaarde handel over het kalenderjaar In afwijking van het eerste lid, wordt de heffing voor de handel in uien opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen. De heffing voor de handel ten behoeve van de afzetbevordering van uien is voor 50% verschuldigd door degene die uien aankoopt bij telers en voor 50% verschuldigd door degene die uien exporteert.

10 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt voor: a. groenten: 0,038%; b. fruit: 0,073%, en c. champignons: 0,057%. 4. De heffing als bedoeld in het tweede lid, wordt uitgedrukt in centen per aantal gekochte kilogrammen en bedraagt: 9,54 per 100 ton voor kwaliteitscontrole en 36,30 per 100 ton voor afzetbevordering. 5. Indien en voor zover de ondernemer: a. op contract teelt voor industrie die groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, of b. voor producten (gewassen, groenten en fruit) waarvoor geen wettelijke kwaliteitseisen gelden, worden de percentages in lid 3 met 0,027% verlaagd. 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 7 1. Het bestuur van het productschap is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is in verband daarmee bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 2. Het bestuur van het productschap is bevoegd van het bij of krachtens deze verordening bepaalde gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen en aan zodanige ontheffing voorschriften te verbinden, bij welker niet, niet tijdig of niet behoorlijke nakoming de desbetreffende ontheffing geacht wordt niet te zijn verleend. 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit

11 De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting 1. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT is samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werkenden in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, welke zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties, die hun werkterrein hebben liggen in de bewuste sector, in casu de sector groenten en fruit. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: Promotionele- en marketing activiteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is in zijn algemeenheid de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke handelaar in groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, en maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien. De onderhavige heffing is dan ook een heffing die geldt voor elke Nederlandse ondernemer die handelt in groenten en fruit. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. 11

12 kwaliteit onderzoek promotie , , ,00 Ter indicatie, over 2006 heeft de heffing ,00 opgeleverd. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private belangen Door middel van deze heffingsverordening wordt aan alle ondernemers een heffing opgelegd. Alle ondernemers profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, controlewerkzaamheden, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan zaken die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3 Steunmaatregel Het gaat hier om een heffing welke alleen rust op het in Nederland geteelde product. Er is geen sprake van een heffing op groenten en fruitproducten afkomstig uit andere Lidstaten van de EU. Bij beschikking van 8 december 1999, SG (99) D/36357 heeft de Europese Commissie de steunmaatregelen betaald uit de opbrengst van de heffing in 1999 goedgekeurd (Pb.EG 2000, C 46/6). Sindsdien is er in de verordening niets veranderd. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de productwaarde. Categorie Groenten Fruit Champignons ,105% 0,140% 0,120% ,105% 0,140% 0,120% ,105% 0,140% 0,120% ,105% 0,140% 0,120% ,103% 0,138% 0,120% ,042% 0.077% 0,060% ,038% 0,073% 0,057% 12

13 Uien per 100 ton 68,00 68,00 68,00 68,00 46,90 45, De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op productwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2009, zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden er geen kwaliteitscontrole, onderzoek en algemene promotie plaatsvinden. Kleine en middelgrote bedrijven kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing besteed moet worden. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dit alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4. Artikelsgewijze toelichting Artikel l, eerste en tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel l, derde lid onder d: Het gaat hierbij om het totaal bedrag (exclusief BTW) van de door de ondernemer bij telers gedurende eenjaar aangekochte in Nederland geteelde producten. Onder aankoopwaarde wordt verstaan de prijs van het product in kilogrammen of stuks, vermenigvuldigd met de hoeveelheid. Artikel l, derde lid e: In geval van bemiddeling geldt dat middels facturering aan de afnemers duidelijk moet zijn dat het bemiddeling betreft cq voor een bepaald deel bemiddeling betreft. Dit kan door dit als tekst op te nemen of het zichtbaar te maken van een bedrag aan provisie of commissie. Artikel l, vierde lid: Winkeliers (retailers) worden als zodanig niet in deze heffing betrokken. Dat is alleen het geval zodra zij zelf van telers aankopen. Artikel l, vijfde lid: Zodra er sprake is van eigendomsoverdracht van producten van telers naar veilingen of telersverenigingen treden laatstgenoemden op als handelaren en worden zij als zodanig voor deze heffing aangemerkt. 13

14 Artikel 2, eerste lid: In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de onderhavige verordening betrekking heeft op een bestemmingsheffing. Artikel 3, tweede lid: Voor de uien geldt een ander regiem omdat men daar pleegt uit te gaan van kilogrammen. Het gaat om netto kilogrammen, dus zonder tarra. Artikel 3, zesde lid: In de gevallen waar deze bepaling op ziet vindt geen kwaliteitscontrole plaats en wordt de heffing in deze gevallen verlaagd. Artikel 4, eerste lid: Na het doen van de aangifte die betrekking heeft op de aankoopwaarde van het afgelopen jaar, wordt de heffing opgelegd. Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel 5: Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 7: Handelsbedrijven in de sector groenten en fruit kunnen in het kader van de uitvoering van deze verordening geconfronteerd worden met verregaande administratieve verplichtingen. Met name om te kunnen komen tot een lastenverlichting van het bedrijfsleven op dit punt kan het bestuur in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van verplichtingen die uit de verordening voortvloeien. Per saldo dienen deze ontheffingen niet te leiden tot een verlaging van de heffing. Het betreft met name bedrijven die door hun bijzondere structuur en grootte onevenredig zwaar worden belast ten aanzien van de administratieve verplichtingen ("conglomeraten", ofwel bedrijven die onder een holding opereren). In deze situaties wordt de mogelijkheid geboden de aangifte te baseren op de omzet van het concern, dus op de verkoopwaarde in plaats van de inkoopwaarde, waarbij de relatie tussen de inkoop- en de verkoopwaarde als verhoudingscijfer wordt bepaald; dit verhoudingscijfer wordt iedere driejaren bepaald. De voorwaarden voor deze ontheffing zijn: Het betreft een samenwerkingsverband van meerdere handelshuizen (conglomeraten); Er wordt een geconsolideerde jaarrekening opgeleverd; De totale aankoopwaarde bedraagt ten minste 50 miljoen; Er bestaat gedetailleerd inzicht in de herkomst van de producten ten behoeve van de bepaling van de uitgangspositie. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum) tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris 14

15 Ontwerp- Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van de teelt van fruit en champignons voor het jaar 2008 (Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het braakland: de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld, alsmede niet beteelde gronden, waarop in juli of augustus in enig oogstjaar aardbeien zullen worden geplant en waarvan in het daaropvolgende jaar zal worden geoogst; b. de cultuurgrond: beteelde grond, braakland, de oppervlakte van de grond die gemoeid is met het gebruik van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 4 genoemde gewassen of producten kunnen worden geteeld, of ten tijde van het tijdvak als bedoeld in de Regeling Landbouwtelling, nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; c. de teelt onder glas: iedere andere teelt dan die in de open grond; d. de gemeten maat: de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; e. de contractteelt: de teelt van gewassen op contract voor een ander. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die in het jaar 2008 een onderneming drijft waarin fruit of champignons worden geteeld is aan het productschap een heffing verschuldigd. 2. De berekening van de heffing als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap verstrekte gegevens. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2008, ten behoeve van onder andere afzetbevordering, onderzoek en milieuprojecten. 4. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 15

16 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik, een en ander overeenkomstig de volgende artikelen. Artikel 4 De heffing naar de grondslag grondgebruik wordt berekend naar de oppervlakte van de bij onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: a. groep 32 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van 69,91 per ha; appelen: b. groep 33 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van 104,17 per ha; peren: c. groep 34 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van 308,95 per ha klein fruit: d. groep 34a cultuurgrond in gebruik voor de teelt in open grond van 150,01 per ha blauwe bessen: e. groep 35 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van 164,27 per ha; overige pit- en steenvruchten: f. groep 36 cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van 36,53 per ha zwarte bessen en zure kersen: g. groep 60 cultuurgrond in gebruik voor de teelt onder glas van fruit: 7,53 per are h. groep 75 cultuurgrond beschikbaar voor de teelt van champignons in 0,82 per m2 teeltbakken (vermenigvuldigd met het aantal teeltlagen: Artikel 5 1. Voor de toepassing van artikel 4, wordt onder de bij de onderneming behorende cultuurgrond mede verstaan cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Voor de toepassing van artikel 4, wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot de groepen 32 tot en met 36 gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de voor die groepen bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. 4. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot groep 60 gedeelten van een are belast in evenredigheid met de voor die groep bedoelde bedragen. 4 Oplegging en inning Artikel 6 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een 16

17 opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing teelt fruit en champignons Deze verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting l Algemeen Tot en met het heffingsjaar 1999 werden bijzondere heffingen voor de teelt van groenten en fruit, inclusief champignons en uien, opgelegd krachtens de Verordening PT bijzondere heffing Met ingang van 2000 is dat gewijzigd. Voor de teelt van groenten en fruit werd met ingang van het heffingsjaar 2000 een heffing opgelegd krachtens de Verordening PT heffing teelt groenten en fruit, waarbij de grondslag voor de heffing bestaat uit de in het jaar behaalde omzet. De sectoren fruit en champignons hebben daarnaast voor wat betreft de bijzondere heffing evenwel gekozen voor voortzetting van de areaalheffing. De onderhavige heffingsverordening dient derhalve als basis voor de bijzondere heffing voor sectoren fruit en champignons in het jaar De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Er zijn ongeveer fruitbedrijven en ongeveer 300 champignonbedrijven die de heffing opbrengen. De relatief kleine bedrijven kunnen niet ieder afzonderlijk geld besteden aan de hierna te noemen doelstellingen. Grotere bedrijven zouden wellicht bepaalde zaken wel zelf kunnen financieren, hetgeen ertoe zal leiden dat hun producten duurder zouden worden. Dat vormt de 17

18 reden dat het productschap voor de hele sector geld vraagt voor: promotie- en marketing, technisch onderzoek, kwaliteitsaangelegenheden, en milieuaangelegenheden. De te verwachten effecten van de verordening zijn het stimuleren van de afzet van fruit en champignons via onpersoonlijke reclame, laten plaatsvinden van onderzoek in het belang van fruit en champignons en diverse projecten die voor de bescherming van het milieu van belang zijn, kortom allemaal zaken die de sector in haar geheel van belang acht maar die kleine bedrijven afzonderlijk niet alleen kunnen verwezenlijken. Het beoogde effect zal moeten samen gaan met een acceptabel prijsniveau, acceptabel voor verkoper en consument. Voor de fruitsector is voor 2007 begroot: Inkomsten: Uitgaven: Organisatiekosten: Voor de champignonsector is voor 2007 begroot Inkomsten: Uitgaven: Organisatiekosten: De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Via de heffing opgelegd door het PT betalen alle ondernemingen mee aan de financiering van activiteiten die in het algemeen belang zijn van de sector fruit en champignons. Deze bepaalt zelf de hoogte van de heffing en beslist zelf over de hoogte van de uitgaven, en welke activiteiten in een bepaald jaar dienen te worden uitgevoerd. Zouden deze activiteiten niet via regels van het PT worden geregeld, dan zouden er een aantal niet worden uitgevoerd. 2.3 De afweging van private alternatieven Per jaar wordt bekeken hoe hoog de tarieven in de praktijk moeten zijn om de activiteiten te kunnen bekostigen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de afzonderlijke ondernemingen in enig jaar te zwaar zouden worden belast. Er wordt niet meer betaald dan nodig is. 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit De ondernemingen worden met een heffing per areaal belast. Zij kunnen de heffing in de verkoopprijs doorberekenen. De producten worden daardoor duurder. Daartegenover staat dat met uitkomsten van de gefinancierde activiteiten alle ondernemingen hun voordeel kunnen doen. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Bij een areaalheffing wordt uitgegaan van de gegevens van de landbouwtelling, zodat ondernemers géén aangifte hoeven te doen, waardoor de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. 18

19 3 Steunmaatregel De heffingsverordening is, tezamen met de uitgaven die daarmee zijn gemoeid, door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking van 7 november 2002, SG(02)/D De structuur van de heffing Het gaat hier om een areaalheffing voor fruit en champignons. Op basis van de uitgavenraming worden per gewasgroep de tarieven bepaald. 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur De heffingssystematiek is indertijd overgenomen van het Landbouwschap. Daar waren de ondernemingen alle vele jaren gewend aan een heffing per areaal. In aanvang zou het PT de bijzondere heffing maar voor een beperkte periode opleggen. Gaandeweg de discussies besloot de fruitsector en de champignonsector de areaalheffing voor hun sectoren te handhaven. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt aan alle betrokken ondernemingen in de fruit- en champignonsector opgelegd. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2008 zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. De opbrengst was in Het algemeen belang van de activiteit Zonder de financieringsbron die het PT instelt, zouden activiteiten als onpersoonlijke reclame en sectoroverschrijdende aangelegenheden (Floriade, milieu) en nieuwe ontwikkelingen op gang brengen via wetenschappelijk onderzoek, niet plaatsvinden. 3.6 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, eerste en tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Ten opzichte van vorig jaar is contractteelt op een andere manier gedefinieerd. Artikel 2 In dit artikel wordt de heffingsplicht omschreven. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van gegevens die het PT ter beschikking heeft. Met name gegevens die de ondernemer aan Dienst regelingen (Landbouwtelling) heeft opgegeven, zijn bepalend. Tevens wordt vermeld waar de heffingsopbrengst onder andere aan wordt besteed. Artikelen 3 tot en met 5 In deze artikelen wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is verschuldigd over de oppervlakte van de grond (areaal) die voor de teelt van de betreffende producten wordt gebruikt. Ter verduidelijking volgt hieronder wat onder de diverse groepen valt: Groep 32 Appelen: appelen aangeplant in het betreffende seizoen en appelen aangeplant vóór het betreffende seizoen. Groep 33 Peren: peren aangeplant in het betreffende seizoen en peren aangeplant vóór het betreffende seizoen. Groep 34 Klein fruit: rode bessen, frambozen, bramen en overige bessen, exclusief blauwe en zwarte bessen. Groep 34 a: blauwe bessen. 19

20 Groep 35 Overige pit- en steenvruchten: onder andere pruimen, perziken en zoete kersen exclusief zure kersen. Groep 36: zwarte bessen en zure kersen. Groep 60: fruit onder glas Bij groep 75 is een andere omschrijving gehanteerd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum) tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van de teelt van vollegrondsgroenten voor het jaar 2008 (Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95, 100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel l: l en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het braakland: de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld; b. de cultuurgrond: beteelde grond, braakland, de oppervlakte van de grond die gemoeid is met het gebruik van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 4 genoemde gewassen of producten kunnen worden geteeld, of ten tijde van het tijdvak als bedoeld in de Regeling Landbouwtelling, nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; c. de teelt onder glas: iedere andere teelt dan die in de open grond; 20

21 d. de gemeten maat: de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; e. de contractteelt: de teelt van gewassen op contract voor een ander. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die in het jaar 2008 een onderneming drijft waarin vollegrondsgroenten, waaronder begrepen aardbeien, witlofwortel en witloftrek, worden geteeld is aan het productschap een heffing verschuldigd. Het areaal uitgangsmateriaal voor vollegrondsgroenten waarvan het uitgangsmateriaal in het handelsverkeer wordt gebracht en onder keuring van de NAK Tuinbouw valt, is van deze heffing uitgezonderd 2. De berekening van de heffing als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap verstrekte gegevens. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2008, ten behoeve van afzetbevordering, onderzoek en milieuprojecten. 4. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik, daaronder begrepen de witloftrek, een en ander overeenkomstig de volgende artikelen. Artikel 4 De heffing naar de grondslag grondgebruik wordt berekend naar de oppervlakte van de bij onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: Groep l: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van Groep 2: groen te oogsten erwten, stamsperziebonen, snijbonen en tuinbonen: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van 12,75 per ha; was-, bospeen, en winterpeen: 25,00 per ha; Groep 3: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van herfst-, vroege-, en bewaarkool: 29,75 per ha; Groep 4: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van spinazie, kroten, knolselderij, en schorseneren: 12,75 per ha; Groep 5: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van spruitkool: 42,50 per ha; Groep 6: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van broccoli: 21,25 per ha; Groep 7: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van bloemkool: 25,50 per ha; Groep 8: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van Groep 9: prei: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van 29,75 per ha; witlofwortel: 25,00 per ha; Groep 10: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van sla: 42,50 per ha; Groep 11: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van asperges: 80,75 per ha; Groep 12: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: aardbeien, productievelden 102,00 per ha aardbeien, vermeerderingsvelden 50,00 per ha aardbeien, wachtbedden 25,00 per ha cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: 21

22 Groep 13: Groep 14: Groep 15: andijvie, bleekselderij, Chinese kool, courgette, rabarber, radicchio rosso en venkel 75,00 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt onder glas van aardbeien: 9,35 per are; teeltoppervlak; cultuurgrond, beschikbaar voor de trek van witlof in bakken (vermenigvuldigd met het aantal teeltlagen: l,50 per m2 teeltoppervlak; cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van andere groenten dan in de groepen l tot en met 14 genoemd: 40,00 per ha. Artikel 5 1. Voor de toepassing van artikel 4, wordt onder de bij de onderneming behorende cultuurgrond mede verstaan cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Voor de toepassing van artikel 4, wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot de groepen l tot en met 13 en 15, gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de voor die groepen bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. 4 Oplegging en inning Artikel 6 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt vertekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. 22

23 Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing vollegrondsgroenten Deze verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting l Algemeen Tot en met het heffingsjaar 1999 werden bijzondere heffingen voor de teelt van groenten en fruit, inclusief champignons en uien, opgelegd krachtens de Verordening PT bijzondere heffing Met ingang van 2000 is dat gewijzigd. Voor de teelt van groenten en fruit werd met ingang van het heffingsjaar 2000 een heffing opgelegd krachtens de Verordening PT heffing teelt groenten en fruit, waarbij de grondslag voor de heffing bestaat uit de in het jaar behaalde omzet. De sectoren fruit en champignons hebben daarnaast voor wat betreft de bijzondere heffing evenwel gekozen voor voortzetting van de areaalheffing. Nu, met ingang van het heffingsjaar 2005, wordt op verzoek van de sector vollegrondsgroenten de areaalheffing voor dit product heringevoerd. De onderhavige heffingsverordening dient derhalve als basis voor de bijzondere heffing voor sector vollegrondsgroenten in het jaar De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Er zijn jaarlijks tussen de 5000 en 7000 bedrijven die de heffing opbrengen. De relatief kleine bedrijven kunnen niet ieder afzonderlijk geld besteden aan de hierna te noemen activiteiten. Grotere ondernemingen zouden wellicht bepaalde zaken wel zelf kunnen financieren, hetgeen ertoe zal leiden dat hun producten duurder zouden worden. Dat vormt de reden dat het productschap voor de hele sector geld vraagt voor: promotie- en marketing, technisch onderzoek, kwaliteitsaangelegenheden, en milieuaangelegenheden. De te verwachten effecten van de verordening zijn het stimuleren van de afzet van vollegrondsgroenten via onpersoonlijke reclame, laten plaatsvinden van onderzoek in het belang van vollegrondsgroenten en diverse projecten die voor de bescherming van het milieu van belang zijn, kortom allemaal zaken die de sector in haar geheel van belang acht maar die kleine ondernemingen afzonderlijk niet alleen kunnen verwezenlijken. Het beoogde effect zal moeten samen gaan met een acceptabel prijsniveau, acceptabel voor verkoper en consument. 2.2 De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Via de heffing opgelegd door het PT betalen alle ondernemingen mee aan de financiering van activiteiten die in het algemeen belang zijn van de sector vollegrondsgroenten. Deze bepaalt zelf de hoogte van de heffing en beslist zelf over de hoogte van de uitgaven, en welke doelstellingen in een bepaald jaar dienen te worden nagestreefd. Zouden deze activiteiten niet via regels van het Productschap Tuinbouw (PT) worden geregeld, dan er een aantal niet worden uitgevoerd. 23

24 2.3 De afweging van private alternatieven Per jaar wordt bekeken hoe hoog de tarieven in de praktijk moeten zijn om de uitgaven te kunnen bekostigen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de afzonderlijke ondernemingen in enig jaar te zwaar zouden worden belast. Er wordt niet meer betaald dan nodig is. 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit voor de individuele ondernemer De ondernemingen worden met een heffing per areaal belast. Zij kunnen de heffing in de verkoopprijs doorberekenen. De uitkomsten van de gefinancierde activiteiten komen ten goede aan alle ondernemers 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Bij een areaalheffing wordt uitgegaan van de gegevens van de landbouwtelling, zodat ondernemers géén aangifte behoeven te doen, waardoor de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. 3 Steunmaatregel De heffingsverordening is door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking van 12 april 2006, C (2006) 1676 goedgekeurd. 3.1 De structuur van de heffing Het gaat hier om een areaalheffing voor vollegrondsgroenten. Op basis van de uitgavenraming worden per gewasgroep de tarieven bepaald. 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur De heffingssystematiek is indertijd overgenomen van het Landbouwschap. Daar waren de ondernemingen alle vele jaren gewend aan een heffing per areaal. In aanvang zou het PT de bijzondere heffing maar voor een beperkte periode opleggen. Voor de vollegrondsgroenten is dan ook de heffing vanaf 2000 berekend naar de omzet. Gaandeweg de discussies besloot de vollegrondsgroentensector toch terug te keren tot de areaalheffing. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt aan alle betrokken ondernemingen in de vollegrondsgroentensector opgelegd. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting De opbrengst voor 2006 was Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2008 zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder de heffingsverordening zouden activiteiten als: onpersoonlijke reclame en sectoroverschrijdende aangelegenheden (Floriade, milieu) en nieuwe ontwikkelingen op gang brengen via wetenschappelijk onderzoek, niet plaatsvinden. 24

25 3.6 Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd op in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel 2 In dit artikel wordt de heffingsplicht omschreven. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van gegevens die het productschap ter beschikking heeft. Met name gegevens die de ondernemer aan Dienst regelingen (Landbouwtelling) heeft opgegeven, zijn bepalend. Tevens wordt vermeld waar de heffingsopbrengst aan wordt besteed. Artikelen 3 tot en met 5 In deze artikelen wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is verschuldigd over de oppervlakte van de grond die voor de teelt van de betreffende producten wordt gebruikt. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een heffing op verduurzaamde producten voor het jaar 2008 (Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95, 100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het verduurzamen: alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze producten, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden; b. de fabrikant: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin fruit, groenten, of daaruit verkregen producten worden verduurzaamd; 25

26 c. de omzet: de verkoopwaarde af fabriek van de door de fabrikant gedurende een kalenderjaar verduurzaamde groenten en fruit, met uitzondering van: pindakaas, sauzen, natte en droge soepen, aroma's, limonades, salades, kindervoedsel en kant en klaarmaaltijden. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De fabrikant is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van onder andere aangelegenheden als milieuprojecten, onderzoek, kwaliteitscontrole en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het productschap. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel3 1. De heffing die de fabrikant is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag omzet over het kalenderjaar De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet en bedraagt voor: a. verduurzaamde groenten en fruit (excl. verduurzaamde champignons): 0,047%, en b. verduurzaamde champignons: 0,062%. 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 De voorzitter kan, indien hem uit te zijner beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens herzien en opnieuw opleggen Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 7 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. 26

27 Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing verduurzaamde groenten en fruit De verordening, de toelichting en de bijlage wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting l Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: Promotionele- en marketing activiteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of- door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 De doelstellingen die worden nagestreefd en de te venvachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke fabrikant van verduurzaamde groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om 27

28 financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, en maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien. De onderhavige heffing is dan ook een heffing die geldt voor elke Nederlandse fabrikant van verwerkte groenten en fruit. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. In 2006 heeft de heffing ,- opgeleverd. 2.2 De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 De afweging van private belangen Door middel van de heffingsverordening wordt aan alle ondernemingen een heffing opgelegd. Alle ondernemingen profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelfactiviteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 2.4 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrij fslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3 Steunmaatregel Bij beschikking van 8 december 1999, SG (99) D/36357 heeft de Europese Commissie de steunmaatregelen betaald uit de opbrengst van de heffing in 1999 goedgekeurd (Pb.EG 2000, C 46/6). Sindsdien is er in de verordening niets veranderd. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de productwaarde. Voor twee categorieën groenten en fruit geldt een eigen tarief: 28

29 Categorie Verduurzaamde groenten en fruit Verduurzaamde champignons Percentage 0,047% 0,062% Categorie Verduurzaamde groenten en fruit Verduurzaamde champignons ,065% 0,225% ,065% 0,180% ,065% 0,180% ,059% 0,074% ,053% 0,068% ,047% 0,062% 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op productwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2009, zoals die zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden er geen controle, onderzoek en algemene promotie plaatsvinden. Kleine en middelgrote ondernemingen kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing besteed moet worden. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dat alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, eerste en tweede lid Het verwijzen naar de Instellingsbeschikking Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel l, derde lid onder c: Het gaat om het totaal bedrag, exclusief BTW. Bij de 'verkoopprijs af fabriek' gaat het om de kale prijs, dus zonder vrachtkosten. In plaats van in een aparte bijlage, zijn nu de producten waarop de verordening niet van toepassing is, in dit artikel opgenomen. Artikel 4, eerste lid: Na het doen van de aangifte die betrekking heeft op de omzet van het afgelopen jaar, wordt de heffing opgelegd. 29

30 Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel 5: Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 6: De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, wordt hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum) tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende regels ter zake van de aan ondernemers, die groenten en fruit naar Japan en Taiwan exporteren, op te leggen heffing voor het jaar 2008 (Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel l :1 en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen Heffïngsplicht Artikel 2 1. De exporteur van groenten en fruit is over de door hem naar Japan en Taiwan uitgevoerde groenten en fruit aan het productschap een heffing verschuldigd. 30

31 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2008, ten behoeve van de financiering van controles van groenten en fruit die naar Japan en Taiwan worden uitgevoerd. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. Artikel 3 1. Ter uitvoering van artikel 2 doet de exporteur van groenten en fruit aangifte bij het productschap van de tijd gedurende welke de door hem naar Japan en Taiwan uitgevoerde hoeveelheden groenten en fruit zijn gecontroleerd. 2. De opgave als bedoeld in het vorige lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen. 3. Wanneer de exporteur de Plantenziektenkundige Dienst heeft gemachtigd de in het eerste lid bedoelde gegevens aan het productschap te verstrekken, hoeft de opgave als bedoeld in het tweede lid, niet te geschieden. 3 Grondslag en hoogte Artikel 4 1. Het bedrag van de heffing wordt vastgesteld op basis van de tijd gedurende welke de uit te voeren groenten en fruit onderworpen zijn geweest aan een controle als bedoeld in artikel 3, eerste lid. 2. De tijd, welke is gemoeid met de controle, wordt afgerond op de tijdseenheid van een kwartier. Per kwartier is maximaal een heffing van 45,00 verschuldigd. 3. De hoogte van de heffing als bedoeld in het tweede lid, wordt door middel van een besluit van het bestuur vastgesteld. 4. De exporteur en de keurmeester ondertekenen allebei de verklaring waaruit blijkt gedurende hoeveel tijd de keurmeester één of meerdere partijen groenten en fruit heeft gekeurd, uitgedrukt in eenheden van een kwartier. 5. Indien een exporteur één of meer verklaringen niet heeft ondertekend, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing. 4 Oplegging en inning Artikel 5 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het kwartaal waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 6 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 5, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 7 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 31

32 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing export groenten en fruit Japan en Taiwan De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting l Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffing dient ter financiering van: Promotionele- en marketing activiteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. 32

33 De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit - vanuit Nederland - naar Japan en Taiwan tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. Er zijn afspraken gemaakt tussen de Japanse en de Nederlandse overheden volgens welke groenten en fruit afkomstig uit Nederland in Nederland reeds voor de verzending naar Japan en Taiwan wordt onderworpen aan een controle en een monitoring, waarna de daadwerkelijke export probleemloos kan verlopen. Zonder het systeem van voorafgaande monitoring en controle zouden groenten en fruit wel kunnen worden geëxporteerd naar Japan en Taiwan, maar met het risico dat de producten bij aankomst niet worden toegelaten en daar ter plaatse moeten worden vernietigd of zelfs worden teruggezonden. Met alle onnodige extra kosten van dien. Om de sector te behoeden voor het maken van overbodige extra kosten, is het systeem van controle en monitoring opgezet. Het doel is dus meerledig: a. versoepeling van de handel op Japan en Taiwan, en b. kostenbesparing voor het betrokken bedrijfsleven. Het te verwachten effect is: kostenbesparing voor het betrokken bedrijfsleven. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Zonder de Japans-Nederlandse overeenkomst zou controle en monitoring niet kunnen plaatsvinden. Een regeling op privaatrechtelijke basis behoort thans nog niet tot de mogelijkheden al wordt niet uitgesloten dat in de toekomst de regeling op een andere basis kan worden gestoeld. Dit is mede afhankelijk van hoe de Japanse overheid over het systeem denkt en of zij een regeling op privaatrechtelijke basis zou accepteren. Dit is thans niet het geval. Nu een privaatrechtelijke regeling niet aan de orde is, is gekozen voor een publiekrechtelijke benadering; een verordening van het PT. Het systeem van controle en monitoring houdt in: - het plaatsen van lijmvallen ("Jackson Trap"); - de periodieke controle van deze vallen, waarbij lijmbodems en lokstoffen worden verwisseld; - het beoordelen van de lijmbodems op de aanwezigheid van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van fruitmonsters uit importzendingen; - het onderzoeken en beoordelen van deze fruitmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van vruchtmonsters op deelnemende productiebedrijven; - het onderzoeken en beoordelen van deze vruchtmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het begeleiden van de Japanse inspecteur ten tijde van controle-/monitoringbezoeken in de QMA en DPA, dan wel aan het laboratorium van de Nederlandse Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen. 2.3 Afweging van private belangen De Japanse overheid doet tot op heden zaken met de Nederlandse overheid, waarvan het PT deel uitmaakt. De Japanse overheid sluit geen overeenkomsten met individuele ondernemingen. Het PT heeft als organisatie van de keten de mogelijkheid de eisen die aan de export op Japan en Taiwan worden gesteld, te versoepelen. Het optreden van het PT ondersteunt de private belangen van de individuele ondernemingen. 33

34 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen die gebruik maken van het systeem een financiële bijdrage gevraagd om de kosten te financieren. Daarbij is gekozen voor een heffingsbedrag per tijdseenheid. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Daarom is de mogelijkheid opgenomen dat de exporteur de Plantenziektenkundige Dienst kan machtigen de gegevens aan het PT te geven. 3 Steunmaatregel Er wordt uitvoering gegeven aan protocollen die door Japan en Nederland zijn afgesloten. Het systeem van monitoring en controle in Nederland voorafgaand aan de daadwerkelijke export, is in het belang van de hele tuinbouwsector, gelet op het bestaan van soortgelijke systemen in de bloembollen en bloemen sector. De Europese Commissie heeft de steunmaatregel (N 81/2000) goedgekeurd op 19 maart 2001 (SG 2001) D/286916). 3.1 De structuur van de heffing De heffing bestaat uit een tarief per kwartier. Het tarief is maximaal 45 per kwartier en wordt door middel van een besluit van het bestuur van het PT vastgesteld op een lager niveau, zoals blijkt uit onderstaande gegevens. Per kwartier , De onderbouwing van de gekozen structuur De Europese Commissie was in de bloemensector al akkoord gegaan met een tarief per tijdseenheid. Dat is de reden dat gekozen is voor een bedrag per tijdseenheid. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is alleen van toepassing op die bedrijfsgenoten, de exporteurs van groenten en fruit, die daadwerkelijk gebruik maken van het systeem van controle en monitoring. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt verwezen naar de begroting 2008, zoals die in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie wordt gepubliceerd. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit naar Japan en Taiwan van uit Nederland tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. De afspraken die zijn gemaakt in de sector groenten en fruit kunnen niet los worden gezien van de afspraken die gelden voor de export van bloembollen en de bloemen naar Japan. Ook voor de bloemen en bloembollen gelden speciale afspraken. 34

35 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze regeling zou de export van groenten en fruit naar Japan en Taiwan minder soepel verlopen, waardoor de export hun aandeel in de wereldhandel zouden zien afnemen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, tweede lid Het verwijzen naar de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel 3 In dit artikel wordt bepaald dat men aangifte moet doen. Alleen wanneer het PT over de gegevens van de PD kan beschikken, kan een aparte aangifte achterwege blijven. Artikel 4 In dit artikel wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is gerelateerd aan de tijd die de keurmeester aan de keuring besteedt (incl. voorrij-eenheden). De hoogte van de heffing bedraagt maximaal 45,= per kwartier. Artikel 7 De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, worden hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de maximumtarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT heffing teelt groenten en fruit 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een heffing over de teelt van groenten en fruit, voor het jaar 2008 (Verordening PT heffing teelt groenten en fruit 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: 35

36 l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de teelt van groenten en fruit, uitgangsmateriaal daaronder begrepen, wordt b. bewerken: c. verduurzamen: d. productwaarde teelt: e. afzetorganisatie/bemiddelaar: f. uitgangsmateriaal: g. glasgroenten: h. vollegrondsgroenten: i. fruit: 4. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. uitgeoefend; alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze producten, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden; de verkoopsom van de door de ondernemer gedurende een kalenderjaar in Nederland geteelde groenten en fruit, ongeacht de bestemming daarvan; voor zover de ondernemer de door hem geteelde groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, wordt voor het bepalen van de verkoopsom de theoretische kostprijs gehanteerd; daaronder worden verstaan alle kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de teelt, de oogst, alsmede het vervoer van het product naar de fabriek of het bedrijf; de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van ondernemers de door hen geteelde producten verkoopt; opkweekmateriaal voor groentenplanten en aardbeien zowel onder glas als vollegrond, alsmede groentenzaden; onder glas of plastic tunnels geteelde groenten; groenten niet onder glas geteeld; hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer is jaarlijks een heffing aan het productschap verschuldigd ten behoeve van aangelegenheden als milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoek en afzetbevordering, alsmede de algemene kosten van het productschap. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd en berekend bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag van de productwaarde over het kalenderjaar

37 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de productwaarde en bedraagt voor: a. glasgroenten: 0,393% b. vollegrondsgroenten: 0% c. fruit: 0,078% d. champignons: 0,097% e. uitgangsmateriaal: 0,080% 3. Indien en voorzover de ondernemer: a. op contract teelt voor industrie die groenten en fruit verduurzaamt of bewerkt, of b. voor producten (gewassen, groenten en fruit) waarvoor geen wettelijke kwaliteitseisen gelden, worden de percentages in lid 2 met 0,027% verlaagd. 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 7 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing teelt groenten en fruit De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris 37

38 Toelichting 1. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrij fsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: promotionele- en marketingactiviteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden, overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rijks)overheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te venvachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is in zijn algemeenheid de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke teler van groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien en de algemene kosten van het productschap. De onderhavige heffing is dan ook een algemene heffing die geldt voor elke teler in van groenten en fruit in Nederland. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. In 2006 heeft de heffing opgeleverd. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en 38

39 vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private belangen Door middel van de deze heffingsverordening wordt aan alle ondernemingen een heffing opgelegd. Alle ondernemingen profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 Financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3. Steunmaatregel Het gaat hier om een heffing welke alleen rust op het in Nederland geteelde product. Er is geen sprake van een heffing op groenten- en fruitproducten afkomstig uit andere Lidstaten van de EU. Bij beschikking van 8 december 1999, SG (99) D/36357 heeft de Europese Commissie de steunmaatregelen betaald uit de opbrengst van de heffing in 1999 goedgekeurd.pb.eg 2000, C 46/6. Sindsdien is er in de verordening niets veranderd. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de productwaarde. Op deze wijze draagt eenieder naar vermogen bij. Voor de diverse categorieën groenten en fruit geldt een eigen tarief: Categorie Glasgroenten Vollegrondsgroenten Aardbeien Fruit Champignons Andere paddestoelen Uitgangsmateriaal Witiofpennen ,510% 0,760% 0,610% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,600% ,510% 0,760% 0,610% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,600% ,510% 0,160% 0,160% 0,160% 0,175% 0,055% 0,080% 0,000% ,468% 0,153% 0,153% 0,153% 0,170% 0,050% 0,080% 0,000% ,402% 0,087% 0,087% 0,087% 0,105% 0,045% 0,080% 0,000% ,393% 0,00% 0,00% 0,078% 0,097% 0,040% 0,080% 0,00% 39

40 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op productwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Anders dan bij een areaalheffing is er wanneer er geen omzet is, ook geen heffing verschuldigd. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. In de sector groenten en fruit gaat het om alle telers. Door uit te gaan van de onderneming is het PT voor de inning van de heffing niet afhankelijk van de medewerking van handelaren en veilingen om heffingen in te houden. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2009, zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden er geen kwaliteitscontrole, onderzoek en algemene promotie plaatsvinden. Kleine en middelgrote ondernemingen kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing wordt besteed. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dat alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, eerste en tweede lid Het verwijzen naar de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel l, derde lid onder b en c: Deze definities zijn opgenomen in verband met artikel l, derde lid onder d en artikel 3, tweede en derde lid. Artikel l, derde lid onder d: Het gaat om het totaal bedrag dat een ondernemer gedurende eenjaar heeft gefactureerd, exclusief BTW. Dat komt dus neer op de prijs van het product in gewicht of stuks, vermenigvuldigd met de hoeveelheid. Verpakkingen in welke vorm dan ook valt niet onder de productwaarde, mits een en ander aantoonbaar is in de administratie. Voor de ondernemers die hun teelt bewerken of verduurzamen (en dus toegevoegde waarde leveren), dient een bedrag te worden gehanteerd exclusief deze toegevoegde waarde. Deze zelf telende fabrikanten hanteren voor het bepalen van de verkoopwaarde de zogenaamde theoretische kostprijs. Artikel l, derde lid onder e: Deze omschrijving heeft zowel betrekking op veilingen, als op telersverenigingen die ten behoeve van hun leden producten verkopen. In geval van bemiddeling geldt dat middels facturering aan de afnemers duidelijk moet zijn dat het bemiddeling betreft eq voor een bepaald deel bemiddeling betreft. 40

41 Artikel 2: In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de onderhavige verordening betrekking heeft op een algemene en een bestemmingsheffing. Voor fruit en champignons beperkt de onderhavige verordening zich tot een algemene heffing en een heffing kwaliteitscontrole (fruit). Daarnaast wordt voor deze sectoren, op basis van het areaal nog een bijzondere heffing opgelegd (ingevolge de Verordening PT bijzondere heffing fruit en champignons). Voor de vollegrondsgroenten geldt dat met ingang van volledig wordt overgegaan op een areaalheffing. Dat is de reden dat het tarief in art. 3 lid 2 op 0,0% wordt gezet. Artikel 3, derde lid In de gevallen waar deze bepaling op ziet, vindt geen kwaliteitscontrole plaats en wordt de heffing verlaagd. Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel 5: Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 6: De bescherming van de gegevens die aan het productschap worden verstrekt, worden hiermee gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum) tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT heffing vollegrondsgroenten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van de teelt van vollegrondsgroenten voor het jaar 2008 (Verordening PT heffing vollegrondsgroenten 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 41

42 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. het braakland: de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld; b. de cultuurgrond: beteelde grond, braakland, de oppervlakte van de grond die gemoeid is met het gebruik van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 4 genoemde gewassen of producten kunnen worden geteeld, of ten tijde van het tijdvak als bedoeld in de Regeling Landbouwtelling, nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; c. de teelt onder glas: iedere andere teelt dan die in de open grond; d. de gemeten maat: de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; e. de contractteelt: de teelt van gewassen op contract voor een ander. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die in het jaar 2008 een onderneming drijft waarin vollegrondsgroenten, waaronder begrepen aardbeien, witlofwortel en witloftrek, worden geteeld is aan het productschap een heffing verschuldigd. Het areaal uitgangsmateriaal voor vollegrondsgroenten waarvan het uitgangsmateriaal in het handelsverkeer wordt gebracht en onder keuring van de NAK Tuinbouw valt, is van deze heffing uitgezonderd 2. De berekening van de heffing als bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap verstrekte gegevens. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het kalenderjaar 2008, ten behoeve van aangelegenheden als: milieuprojecten, kwaliteitscontrole, onderzoek, afzetbevordering alsmede de algemene kosten van het productschap. 4. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik, daaronder begrepen de witloftrek, een en ander overeenkomstig de volgende artikelen. Artikel 4 De heffing naar de grondslag grondgebruik wordt berekend naar de oppervlakte van de bij onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: Groep l: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van groen te oogsten erwten, stamsperziebonen, snijbonen Groep 2: en tuinbonen: 2,55 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van was-, bospeen, en winterpeen: 2,55 per ha; Groep 3: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond Groep 4: van herfst-, vroege-, en bewaarkool: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van 6,40 per ha; Groep 5: spinazie, kroten, knolselderij, en schorseneren: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond 2,55 per ha; van spruitkool: 6,40 per ha; 42

43 Groep 6: Groep 7: Groep 8: Groep 9: Groep 10: Groep 11: Groep 12: Groep 13: Groep 14: Groep 15: cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van broccoli: 6,40 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van bloemkool: 6,40 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van prei: 6,40 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van witlofwortel: 0,00 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van sla: 6,40 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van asperges: 10,20 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: aardbeien, productievelden 17,85 per ha aardbeien, vermeerderingsvelden 0,00 per ha aardbeien, wachtbedden 0,00 per ha cultuurgrond, in gebruik voor de teelt in de open grond van: andijvie, bleekselderij, Chinese kool, courgette, rabarber, radicchio rosso en venkel 10,20 per ha; cultuurgrond, in gebruik voor de teelt onder glas van aardbeien: 1,91 per are; teeltoppervlak; cultuurgrond, beschikbaar voor de trek van witiof in bakken (vermenigvuldigd met het aantal teeltlagen: cultuurgrond in gebruik voor de teelt in de open grond van andere groenten dan in de groepen l tot en met 14 genoemd: 0,51 per m2 teeltoppervlak; 10,20 per ha. Artikel 5 1. Voor de toepassing van artikel 4, wordt onder de bij de onderneming behorende cultuurgrond mede verstaan cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Voor de toepassing van artikel 4, wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat. 3. Voor de toepassing van artikel 4, worden met betrekking tot de groepen l tot en met 13 en 15, gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de voor die groepen bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren. 4 Oplegging en inning Artikel 6 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 6, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. 43

44 Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 9 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing vollegrondsgroenten Deze verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting 1. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: promotionele- en marketingactiviteiten technisch onderzoek, arbeid kwaliteit milieuaangelegenheden, overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rij ks) o verheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden 44

45 worden door het PT zelf verricht of- door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak de individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te venvachten (neven)effecten van de verordening De doelstelling van de heffing is in zijn algemeenheid de afzet van groenten en fruit te vergroten, waarvan elke teler van groenten en fruit kan profiteren. Het gaat hierbij met name om financiering van activiteiten die liggen op het gebied van promotie en voorlichting, het verrichten van onderzoek, de verbetering van de kwaliteit, controle op de kwaliteit, maatregelen die ertoe leiden dat het milieu wordt ontzien en de algemene kosten van het productschap. De onderhavige heffing is dan ook een algemene heffing die geldt voor elke teler van vollegrondsgroenten in Nederland. De middelen worden niet vooraf geoormerkt. Tijdens het vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten worden gefinancierd. Tot en met eind 2007 wordt over de omzet van de telers van vollegrondsgroenten de heffing berekend. Met ingang van l januari 2008 is het areaal de basis voor het berekenen van de heffing. De tarieven zijn zo opgesteld dat de opbrengst van de heffing gelijk blijft. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de groenten en fruitsector. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (free riders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private belangen Door middel van de deze heffingsverordening wordt aan alle telers van vollegrondsgroenten een heffing opgelegd. Alle ondernemingen profiteren zo van de door het PT gefinancierde activiteiten. Voor een individuele onderneming is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel controle, promotie, onderzoek als verbetering van het milieu. De sector vraagt het PT zaken op te starten die anders niet van de grond zouden komen. 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 Financiële gevolgen van de verordening De opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd en komt ten goede aan alle telers van vollegondsgroenten. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de 45

46 verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Bij een areaalheffing wordt uitgegaan van de gegevens van de zgn Landbouwtelling, zodat de telers niet ook nog eens apart bij het PT aangifte moeten doen, waardoor de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. 3. Steunmaatregel Het gaat hier om een heffing welke alleen rust op het in Nederland geteelde product. Er is geen sprake van een heffing op groenten- en fruitproducten afkomstig uit andere Lidstaten van de EU. 3.1 De structuur van de heffing Op basis van de uitavenraming worden per gewasgroep de tarieven bepaald. De teler van vollegrondsgroenten wordt met een heffing per areaal belast. De heffing kan in de verkoopprijs van het product worden doorberekend. 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur De heffingssystematiek is indertijd overgenomen van het Landbouwschap. Daar waren de ondernemingen alle vele jaren gewend aan een heffing per areaal. Vanaf 2000 is de heffing voor vollegrondsgroenten berekend over de omzet. Met ingang van 2008 heeft de vollegrondsgroentensector besloten terug te gaan naar de areaalheffing. Ook de bijzondere heffing wordt op basis van het areaal opgelegd. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt aan alle betrokken ondernemingen in de vollegrondsgroentensector opgelegd. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor 2008 is de opbrengst geraamd op Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2008, zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze heffingsverordening zouden activiteiten als: onpersoonlijke reclame, en sectoroverschrijdende aangelegenheden (Floriade, milieu) en nieuwe ontwikkelingen op gang brengen via wetenschappelijk onderzoek, niet plaatsvinden. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit De sector groenten en fruit bepaalt zelf, via de organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie voor groenten en fruit en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing wordt besteed. Is er een keuze gemaakt voor de projecten dan kunnen daarna de kosten worden begroot. Dat alles is bepalend voor de hoogte van de heffing. Hierbij spelen de meerjaren prognoses een belangrijke rol, waardoor een te grote schommeling in de hoogte van de heffing per jaar, kan worden voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l Dit artikel bevat de begripsbepalingen 46

47 Artikel 2 Dit artikel bevat de heffingsplicht: de teler van vollegrondsgroenten moet een heffing naar het areaal betalen. Artikelen 3, 4 en 5 In deze artikelen staan de tarieven per product, per areaal Artikelen 6, 7 en 8 In deze artikelen staat de regeling van de oplegging van de heffing en de inning. Artikelen 9 en 10 Deze artikelen bevatten de slotbepalingen Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT algemene heffing handel groenten en fruit 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van... houdende de vaststelling van een algemene heffing op de handel in groenten en fruit voor het jaar 2008 (Verordening PT algemene heffing handel groenten en fruit 2008) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95,100 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artikel 3:l, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. de handel: het aankopen bij/verkopen van, producten aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften; b. het bewerken: alle handelingen waarbij van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; c. de ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in de verse of bewerkte producten: Ie fruit, met uitzondering van slaggrondnoten en kopra; 47

48 2e groenten, met uitzondering van zaden van groenten; d. de aankoopwaarde handel: het bedrag van de door de ondernemer gedurende een kalenderjaar aangekochte producten; e. een afzetorganisatie/bemiddelaar: de natuurlijke of rechtspersoon die in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde producten verkoopt; f. uien: alle uien met uitzondering van zilveruien. 4. Met de ondernemer als bedoeld in het derde lid, onder c, wordt gelijk gesteld de natuurlijke of rechtspersoon die groenten en fruit van telers of van buitenlandse handelaren aankoopt en deze zonder tussenkomst van andere handelaren verkoopt aan consumenten. Voor de aankoopwaarde handel wordt in dat geval uitsluitend in aanmerking genomen hetgeen van telers of buitenlandse handelaren op deze wijze is aangekocht. 5. Met de ondernemer bedoeld in het derde lid, onder c, wordt ook gelijkgesteld de telersvereniging of afzetorganisatie die producten van telers aankoopt en deze vervolgens verkoopt aan anderen dan consumenten voor hun persoonlijke behoeften. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd ten behoeve van de algemene kosten van het productschap. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag aankoopwaarde handel over het kalenderjaar In afwijking van het eerste lid, wordt de heffing voor de handel in uien opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen. 3. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt 0,04%. 4. De heffing als bedoeld in het tweede lid, wordt uitgedrukt in centen per aantal gekochte kilogrammen en bedraagt 3,30 per 100 ton 4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming blijkt met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. 48

49 Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 7 1. Het bestuur van het productschap is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is in verband daarmee bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 2. Het bestuur van het productschap is bevoegd van het bij of krachtens deze verordening bepaalde gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen en aan zodanige ontheffing voorschriften te verbinden, bij welker niet, niet tijdig of niet behoorlijke nakoming de desbetreffende ontheffing geacht wordt niet te zijn verleend 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene heffing handel groenten en fruit De verordening en de toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting 1. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT is samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werkenden in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door commissies, welke zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van organisaties, die hun werkterrein hebben liggen in de bewuste sector, in casu de sector groenten en fruit. Aan de ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld worden heffingen opgelegd. De opbrengst van de opgelegde heffingen dient ter financiering van: Promotionele- en marketing activiteiten technisch onderzoek, arbeid 49

50 kwaliteit milieuaangelegenheden overige bijdragen en de organisatiekosten van het PT Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de (Rij ks) o verheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. De resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening De onderhavige algemene heffing dient ter financiering van de organisatiekosten van het PT. De heffing wordt opgelegd over aankopen van het binnenlands en buitenlands product. Tezamen met de bestemmingsheffing handel maakt de (impliciete) heffing op aankopen van buitenlands product deel uit van een algemeen stelsel van binnenlandse belastingen waardoor nationale en ingevoerde producten stelselmatig worden belast volgens dezelfde objectieve toegepaste criteria, zonder onderscheid naar oorsprong van de producten. In 2006 heeft de heffing opgeleverd. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving, i.c. de verordening Het PT is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de sector groenten en fruit. Zo wordt voorkomen dat er ondernemingen zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen (de zogenaamde "free riders"). Dat maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde organisatie treedt alleen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Het optreden van het PT ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private alternatieven Door middel van de heffing wordt eenieder die bij het PT als handelaar is geregistreerd een heffing opgelegd. 2.4 Uitvoerings - en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota's, controlewerkzaamheden, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 Financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan activiteiten die anders niet zouden worden behartigd of anders niet worden gerealiseerd. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de 50

51 verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. 3. Steunmaatregel Aangezien er in dit stelsel geen sprake van is dat nationale producten worden bevoordeeld ten opzicht van geïmporteerde producten is de heffing op het ingevoerde product ex artikel 90 EGverdrag toegestaan. 3.1 De structuur van de heffing De heffing is een bepaald percentage van de aankoopwaarde. Op deze wijze draagt eenieder naar vermogen bij. De aanleiding om als grondslag voor de heffing niet meer de aankoopwaarde, maar de omvang van de onderneming te hanteren bestaat uit de toenemende internationalisering, waardoor productstromen moeilijker kunnen worden gevolgd. Hefflngspercentage algemene heffing handel groenten en fruit ,055% 0,055% 0,055% Groenten en fruit Uien 4,53/100 ton 4,53/100 ton 4,53/100 ton ,05% 4,08/100 ton 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur Een heffing op aankoopwaarde heeft voor eenieder gelijke gevolgen. Bij een lage productwaarde past een lage heffing en omgekeerd ,045% 3,67/100 ton ,04% 3,30/100 ton 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De heffingsverordening is van toepassing op alle ondernemingen waarvoor het PT is ingesteld. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting 2009 zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Het gaat om de bijdrage van de handel in de organisatiekosten van het PT 3.6 Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie 4 Artikelsgewijze toelichting Artikel l, eerste en tweede lid Het verwijzen naar het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw en de Verordening PT algemene bepalingen 2006 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd. Artikel l, derde lid onder d: Het gaat hierbij om het totaal bedrag (exclusief BTW) van de door de ondernemer gedurende eenjaar gekochte producten, ongeacht of deze producten van een teler, via een veilingorganisatie, of van een andere handelaar zijn betrokken. Bij aankopen van Nederlandse handelaren is de aankoop inclusief verpakking en bewerking (dus factuurprijs exclusief statiegeld meermalig fust). Ingeval van aankopen buiten Nederland is de aankoopwaarde de cif-waarde. Onder overige aankoopwaarde verstaat het PT de prijs van het product in kilogram of stuks, vermenigvuldigd met de hoeveelheid. 51

52 Artikel l, derde lid e: In geval van bemiddeling geldt dat middels facturering aan de afnemers duidelijk moet zijn dat het bemiddeling betreft cq voor een bepaald deel bemiddeling betreft. Dit kan door dit als tekst op te nemen of het zichtbaar te maken van een bedrag aan provisie of commissie. Artikel l, vierde lid: Winkeliers (retailers) worden als zodanig niet in deze heffing betrokken. Dat is alleen het geval zodra zij zelf van telers of buiten Nederland aankopen. Artikel l, vijfde lid: Zodra er sprake is van eigendomsoverdracht van producten van telers naar veilingen of telersverenigingen treden laatstgenoemden op als handelaren en worden zij als zodanig voor deze heffing aangemerkt. Artikel 2, eerste lid: In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat de onderhavige verordening betrekking heeft op een algemene heffing. Artikel 3, tweede lid: Voor de uien geldt een ander regiem omdat men daar pleegt uit te gaan van kilogrammen. Het gaat om netto kilogrammen, dus zonder tarra. Artikel 4, eerste lid: Na het doen van de aangifte die betrekking heeft op de aankoopwaarde van het afgelopen jaar, wordt de heffing opgelegd. Artikel 4, tweede lid: Zekerheidshalve is de mogelijkheid om voorlopige aanslagen op te leggen hier opgenomen. Tot dusverre is het binnen het PT echter geen bestaande praktijk. Artikel 5: Deze bepaling biedt de mogelijkheid de aanslag te herstellen indien sprake is van foutieve gegevens, dan wel van een foutieve raming. Overeenkomstig de fiscale praktijk gaat het PT tot maximaal vijf aangifte-jaren terug. Artikel 7: Handelsbedrijven in de sector groenten en fruit kunnen in het kader van de uitvoering van deze verordening geconfronteerd worden met verregaande administratieve verplichtingen. Met name om te kunnen komen tot een lastenverlichting van het bedrijfsleven op dit punt kan het bestuur in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van verplichtingen die uit de verordening voortvloeien. Per saldo dienen deze ontheffingen niet te leiden tot een verlaging van de heffing. Het betreft met name bedrijven die door hun bijzondere structuur en grootte onevenredig zwaar worden belast ten aanzien van de administratieve verplichtingen ("conglomeraten" ofwel bedrijven die onder een holding opereren). In deze situaties wordt de mogelijkheid geboden de aangifte te baseren op de omzet van het concern, dus op de verkoopwaarde in plaats van de inkoopwaarde, waarbij de relatie tussen de inkoop- en de verkoopwaarde als verhoudingscijfer wordt bepaald; dit verhoudingscijfer wordt iedere driejaren bepaald. De voorwaarden voor deze ontheffing zijn: Het betreft een samenwerkingsverband van meerdere handelshuizen (conglomeraten); Er wordt een geconsolideerde jaarrekening opgeleverd; De totale aankoopwaarde bedraagt ten minste 50 miljoen; Er bestaat gedetailleerd inzicht in de herkomst van de producten ten behoeve van de bepaling van de uitgangspositie. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. 52

53 Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum) tarieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingsplichtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, voorzitter secretaris Bedrijfschap Afbouw Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2006 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der inkomsten en uitgaven over 2006, met toelichting bij het secretariaat, Burgemeester Elsenlaan 321 te Rijswijk (ZH), voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 4 juli

54 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw HPA 13 Verordening HPA suiker en isoglucose 2007 Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 8 maart 2007, houdende regels ter zake van de uitvoering van de suikermarktordening (Verordening HPA suiker en isoglucose 2007). Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw, Gelet op artikel 23 van de Landbouwwet, artikel 2 van de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de artikelen 96, 97 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, in aanmerking nemende Verordeningen (EEG) nr. 318/2006, houdende een gemeenschappe-lijke ordening der markten in de sector suiker, Verordening (EEG) nr. 320/2006, houdende een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot de wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Raad van 20 februari 2006 en de daarbij behorende uirvoeringsverordening van de Raad van de EU en de Commissie (Pb EG L 58). Gehoord de Suikerbegeleidingscommissie; Besluit: Artikel l Deze verordening verstaat onder: l Begripsbepalingen a. hoofdproductschap : Hoofdproductschap Akkerbouw; b. minister : Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; c. raadsverordeningen : Verordening (EEG) nr. 318/2006 of Verordening (EEG)nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006; d. uitvoeringsverordeningen : verordening van de Raad van de EU of van de Commissie van de EG ter uitvoering van de raadsverordening. Overigens wordt de terminologie van de EG-verordeningen overgenomen. 54

55 2 Bepalingen met betrekking tot de erkenning van marktdeelnemers Artikel 2 Het hoofdproductschap verleent op verzoek een erkenning aan producenten van suiker en isoglucose en aan de verwerkers van deze producten tot de in de raadsverordening bedoelde producten. De erkende ondernemingen verstrekken maandelijks van de voorgaande maand aan het hoofdproductschap de in de raadsverordening gevraagde gegevens. Het hoofdproductschap kan aanvullende gegevens verlangen. Artikel 3 3 Bepalingen met betrekking tot de mededeling van prijzen Erkende suikerondernemingen die over een productiequotum beschikken en erkende ondernemingen die industriële suiker verwerken geven maandelijks met ingang van productieseizoen 2007/2008 het hoofdproductschap gegevens door over het door hun gehanteerde prijsniveau. Voor gegevens betreffende seizoen 2006/2007 worden deze rechtstreeks door de onder-nemingen en erkende ondernemingen of via een intermediair gemeld aan de commissie. Artikel 4 4 Bepalingen met betrekking tot de productie buiten het quotum Voor 14 april van elk jaar deelt elke door het hoofdproductschap erkende suikerfabrikant de hoeveelheid suiker mee die hij boven zijn productiequotum heeft geproduceerd in het lopende verkoopseizoen. Voor elk verkoopseizoen is de fabrikant aan het hoofdproductschap een overschotheffing verschuldigd, te bepalen over de geproduceerde hoeveelheden bedoeld in de raadsverordening. Artikel 5 5 Bepaling met betrekking tot de productieheffing Het hoofdproductschap vordert een productieheffing in over het quotum, voor het betrokken verkoopseizoen overeenkomstig de raadsverordening bij de producent die een suiker of isoglucose quotum beschikt. Artikel 6 6 Bepalingen met betrekking tot de herstructureringsheffmg Het hoofdproductschap vordert een herstructureringsheffing in over het quotum, voor het betrokken verkoopseizoen overeenkomstig de raadsverordening bij de producent die over een suiker of isoglucose quotum beschikt. Artikel 7 7 Slotbepalingen Verordening HPA suiker, isoglucose en inulinestroop 1999 wordt ingetrokken. 55

56 Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met l juli Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening HPA suiker en isoglucose Den Haag, 8 maart 2007 Th.A.M. Meijer voorzitter P. Hijma secretaris Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 22 mei 2007, nr. TRCJZ/2007/924. TOELICHTING: De marktordening suiker is sterk gewijzigd mede als gevolg van afspraken in WTO-verband. De communautaire verplichtingen zoals vastgesteld in de communautaire verordeningen van de Raad en Commissie zijn dientengevolge aanzienlijk aangepast. Ingevolge de ministeriele Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zijn de bevoegdheden ten aanzien van de nationale uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening suiker overgedragen aan het Hoofdproductschap Akkerbouw. Deze verordening regelt de praktische toepassing in Nederland. Gelet op de vele veranderingen is het dienstig de Verordening HPA suiker, isoglucose en inulinestroop 1999 in zijn geheel te vervangen door deze verordening, met terugwerkende kracht tot juli 2006, aangezien toen de gewijzigde EG-verordeningen in werking zijn getreden. Den Haag, 8 maart 2007 Th.A.M. Meijer voorzitter P. Hijma secretaris Productschap Tuinbouw PT 16 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d, 27 juni 2006, houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten naar Japan exporteren op te ieggen heffing voor het jaar 2007 (Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2007} HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; 56

57 gehoord de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 17 mei 2006; BESLUIT: l Begripsbepalingen Artikel l 1. in deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. in deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen l,len artikel 3.1 en de werkwijze zoais beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen in deze verordening wordt verstaan onder: a. bloemkwekerijproducten: : producten als omschreven in artike! l, derde lid, sub a, van de Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2007; b. heffingsplichtige : degene die ingevolge deze heffingsverordening heffing is verschuldigd. 5 2 HeffmgspJkbt Artikel 2 1. De exporteur van bloemkwekerijproducten is over de door hem naar Japan uitgevoerde bloemkwekerijproducten aan het productschap een heffing verschuldigd. 2. De heffing als bedoesd in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het jaar 2007, ten behoeve van de financiering van controles van bloemkwekerijproducten die naar Japan worden urtgevoerd. 3. De heffing als bedoeld in het eerste tid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. Artikel 3 1. Ter uitvoering van artike! 2 doet de exporteur van bloemkwekerijproducten aangifte bij het productschap van de tijd gedurende we!ke de door hem naar Japan uitgevoerde hoeveelheden bloemkwekerijproducten zijn gecontroleerd, 2. De opgave als bedoeld in het vorige lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen. 3. Wanneer de exporteur de Plantenziektenkurtdige Dienst heeft gemachtigd de in het eerste lid bedoelde gegevens aan het productschap te verstrekken, hoeft de opgave als bedoeld in het tweede lid, niet te geschieden, 3 Grondslag en hoogte Artikel 4 1. Het bedrag van de heffing wordt vastgesteld op basis van de tijd gedurende welke de uit te voeren bloemkwekerijproducten onderworpen zijn geweest aan een controle ais bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2. De tijd welke is gemoeid met de controle wordt afgerond op de tijdseenheid van een kwartier. Per kwartier is een heffing van; 80,= verschuldigd. 3. De exporteur en de keurmeester ondertekenen allebei de verklaring waaruit blijkt gedurende hoevee! tijd de keurmeester één of meerdere partijen bloemkwekerijproducten heeft gekeurd, uitgedrukt in eenheden van een kwartier, 4. Indiërs een exporteur één of meer verklaringen niet heeft ondertekend, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing, 4 Oplegging en inning Artikel 5 indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens, of een ambtshalve schatting, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. 57

58 Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervuiling van de taak van het productschap. S Slotbepalingen Artikel 7 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenfafad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald ais: Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan Deze verordeningen de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Zoetermeer, 6 juli 2006 D. Duijzer voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 31 augustus 2006 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 22 mei 2007, nr. TRCJZ/2006/2277. Toelichting 1. Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna,- PT} is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening tn ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. De ondernemingen - waaroor het PT is ingesteld - worden heffingen opgelegd. De opbrengst dient ter financiering van vóór-inspectie in Nederland van bloemkwekerijproducten, die naar Japan worden geëxporteerd. Op private basis kunnen deze geiden niet bijeen worden gebracht. Voor 2007 wordt een bedrag van ongeveer 300,000 begroot. De verordening is inhoudelijk gelijk aan die welke gold voor het jaar 2006, Waar mogelijk is verwezen naar de Verordening PT Algemene bepalingen Hierdoor is het aantal artikelen in deze heffingsverordening afgenomen. 2. Doelstellingen en te verwachten (neveneffecten van de verordening Met de opbrengst van de heffing worden maatregelen gefinancierd waardoor de export van bloemkwekerijproducten naar Japan van uit Nederland tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven kan plaatsvinden. De afspraken die zijn gemaakt in de bloemkwekerijsector kunnen niet los worden gezien van de afspraken die gelden voor de bloembollen- en de groenten- en fruitexport naar Japan. Er zijn afspraken gemaakt tussen de Japanse en de Nederlandse overheden volgens welke bloemkwekerijproducten afkomstig uit Nederland in Nederland reeds voor de verzending naar Japan worden onderworpen aan een controle waarna de daadwerkelijke export probleemloos kan verlopen, 58

59 Zender het systegrnyw^ geëxporteerd naar Japart, maar rnèl het risico dat tje procjuctéft bij aankomst niét worden toegelaten en daar ter plaafsé moeteti worden vernietigd of zelfs wofden téruggezondea Met alle onnodige extra(kosten van dien< Om de; isettor ie behoeden voor het maker» van overbodige extra kosten* Is het systeem van coritföfe m Nederland dóór Japanse inspecteurs opgezet Het doel ts d«s rrieértedlg; a, versoepeling van de hartdlel Op Japatij eft b, kostenbesparing voor het betrokken bedrfjftteven, Het t : verwachteneffetrt is; köstenbespafirtg voor rsetbetrokkert bedrijfsleven 2.1 Nadere motivering noodzaak publieke regelgeving Zender dé Japans-Nederi&ndse overeenicoöist zou controle fiiét kunnen ptaatsvpden. Elk bedrijf afzonderlijk: 20y tt}n producten 033^ worden gehandeld, jjoudefidé produdêh bij aankom extra kosten moeten wórden gemaakt fen regejlng op privaatrechtéjj ke basis behoort thans nóg niet tot de mogeiijkhëdéfl al wordt rrm uitgesloten 4ai tedètoékófftst dé refeffagojs eenandere basïis kan wpfdën gestoeld, öft-ïs mede af hanfceïp vao hoe de Japanse overheid over het systeem derttó en «f zij een regdfag op privaatrechtelijke basis 200 accepteren, Öat is thans niet het geval. Nu eeri prlvaatf 5cfïfeiijke regef ing niet aan <fe orrfe ïs, is gefeoien voor een ^öbilekrechtelpe bewadgiffng door róidde! van een vferördeniogyar» het FT; Hetsystëera hoyctts Ir*; het begeleidërf vw delspartselnspeeteuf tsn tpe vancontrofebezoete, 2*2 ^fweèsn va«:phvateafternatieveiii E>e lapansé overheid doet tot c?p hedenslecnts zaken mét de Nederlandse ovèfbeid, waatvarj het PT deêi ültesakt De ja^nsé overheid sluit geert öyêréènfontóten met indivïdueie onderfiemirif en. Hét Pt hééft als organisatie van dg keten de magelphemöle eisen dte aso de export op Japan worden geste d t tt verspepeten, Héïiïptfeden van liet W"ondef$teuni:de.private^ béiangertvan dé indivldüété e«demem!rigeri 2.3 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: bet verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geert last gelegd op andere overheden. 2.4 financiële gevolgen van de verordening leder jaar wordt van de betrokken ondernemingen die gebruik maken van het systeem een financiële bijdrage gevraagd om de kosten te kunnen betalen. Daarbij is gekozen voor een heffingsbedrag per tijdseenheid. 2.5 Administratieve iasten In 2004 hebben de bedrtjfsltchamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorsteilen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Ten aanzien van deze verordening geldt dat degene dte bloemkwekerijproducten exporteert naar Japan op een voorgedrukt aangifteformulier zijn gegevens dient aan te leveren, alvorens een heffing kan worden toegezonden. Wanneer de exporteur de PD machtigt de gegevens aan het PT verstrekken, hoeft de aangifte niet te geschieden, 3 Steunmaatregel Het tarief per tijdseenheid wordt als een retributie beschouwd. Er wordt uitvoering gegeven aan protocollen die door Japan en Nederland zijn afgesloten, Het systeem van een controle in Nederland voorafgaand aan de daadwerkelijke export, is in het belang van de hele tuinbouwsector, gelet op het bestaan van soortgelijke systemen tn de bloembollen en groenten- en fruitsector. De Europese Commissie heeft in het verleden de financiering van het systeem goedgekeurd, waarna LNV en de SER hun goedkeuring gaven. Het steunfiche is jaarlijks gemeld onder nr /024/C. Door EG is de steunmaatregel in het verleden goedgekeurd onder nr. SG (96) D (Pb. 1996, C17S}. 3,1 Structuur van de heffing De heffing bestaat uit een tarief per kwartier. Het tarief is 80,= per kwartier en kan door het bestuur van het PTop een lager niveau worden gesteld. 59

60 3.2 Werking naar aile bedrijfsgenoten De verordening ts alleen van toepassing op die bedrijfsgenoten, de exporteurs van bloemkwekerijproducten, die daadwerkelijk gebruik maken van het systeem van controle. 3.3 Becijfering van die opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naarde begroting van het PTvoor het jaar 2007, zoals die zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, 3.4 Algemeen belang van de activiteit Het vergemakkelijken van de export van bloemkwekerijproducten naar Japan van uit Nederland tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. De afspraken die zijn gemaakt in de bloemkwekerijsector kunnen niet los worden gezien van de afspraken die gelden voor de bloembollen- en de groenten- en fruitexport naar Japan. 3,$ Sectoraal belang van de activiteit De sector bloemen bepaalt zeff, via de organisaties die vertegenwoordigd rijn in de Commissie voor Bloemkwekerijproducten en in het bestuur van het PT, aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing wordt besteed. Zonder voorafgaande inspectie zou de export van bloemkwekerijproducten naar Japan minder soepel verlopen, waardoor de exportpositie ïn de wereldhandel zou kunnen afnemen. 3.6 Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie, 4 Artikelsgewïjze toelichting Artikel t, tweede iid Het verwijzen naarde Verordening PT algemene bepalingen 2003 heeft tot gevolg dat een groot aantal definities niet meer zijn opgenomen evenals de wijze waarop de heffing zal worden geïnd, Artikels In dit artikel wordt bepaald dat men aangifte moet doen. Alleen wanneer het productschap over de gegevens van de PD kan beschikken, kan een aparte aangifte achterwege blijven. Artikel 4 In dit artikel wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. De heffing is gerelateerd aan de tijd die de keurmeester aan de keuring besteedt De hoogte van de heffing bedraagt 80,= per kwartier. Artikel 6 De bescherming van de gegevens die aan het PT worden verstrekt, wordt gewaarborgd. De Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals deze luidt met ingang van l juli 1999, schrijft in artikel 126 voor dat heffingsverordeningen jaarlijks worden vastgesteld. Het gaat niet om een nieuwe heffing, noch worden de (maximum)t3rieven verhoogd en evenmin wordt een nieuwe categorie heffingsplichtigen in de heffing betrokken. Voor de betrokken heffingspftchtigen verandert er derhalve de facto niets. Zoetermeer, 6 juli 2006 D. Duijzer voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris 60

61 PT 17 Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 juni 2006, houdende de vaststelling van een vakhefftng voor bloemkwekerijproducten voor het jaar 2007 (Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2007). HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 17 mei 2006; BESLUIT: 1 Begripsbepalingen Artikel i i. Ir» deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen i en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw, 2, fn deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en artiket 3:1, en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de verordening PT algemene bepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. de bloemkwekerijproducten: siergewassen, bteemzaden daaronder begrepen, in bfad-, bloemof vruchtdragende toestand in hun geheei of gedeeltelijk, met uitzondering van: T. winterharde houtgewassen in hun geheel voorzover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen zonder wortels en delen van winterharde houtgewassen welke voor vermeerdering zijn bestemd; 2-, voor zover in groene toestand de Japanse azalea's, alsmede variëteiten en hybriden daarvan; 3-, dahüastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen, en 4, aquariumplantenen niet-levende bloemkwekerijproducten; b, teeltmateriaal: c. het kweken van bloemkwekertjproducten of teeltmateriaal: d, de kweker: e, de importeur: f. de omzet; g. de invoerwaarde: h, de veiling: planten en plantendelen die bestemd zijn om voor de teert van bloemkwekerijproducten of ter vermeerdering te dienen dan wel daartoe gebruikt worden; t, het ter verkrijging van een oogst brengen, hebben of houden in een al dan niet overdekt groeimedium van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal; 2-, het ter bevordering van het verkrijgen van een oogst verrichten van alle wijzen van behandelen, bewerken, beschermen, bewaren en verzorgen van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal, of 3-, het oogsten van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal; de ondernemer die bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal kweekt; de ondernemer die bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal invoert; het bruto-verkoopfactuurbedrag inclusief kosten doch exclusief BTW; de cif-waarde van hetgeen de importeur heeft ingevoerd; een organisatie die bemiddelt bij de aan- en verkopen van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal. Onder het kweken van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal wordt mede begrepen het doen kweken. Deze verordening is niet van toepassing op bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal, welke afkomstig zijn uit andere Lidstaten van de EU en in Nederland worden verhandeld. 61

62 2 Hefttngspfieht 8. a. Bedrijven die in aanmerking willen komen voor een gedeeltelijke verlaging van het heffingstarief, dienen over het betrokken kalenderjaar de gecertificeerde jaarrekening aan het productschap te overleggen. b, Wanneer het productschap vaststelt dat op jaarbasis de heffingsgrondslag van aangekochte bloemkwekerijproducten hoger Is dan ,*, wordt over ; 1. het bedrag tussen 0,0-11, ,= het heffingstarief van 0,345% toegepast, 2. het bedrag tussen S05,* en 50, ,= het verlaagde heffingstarief van 0,245% toegepast, en 3. het bedrag groter dan ,=, het verlaagde heffingstarief van 0,145% toegepast, c. Wanneer het productschap vaststelt dat op jaarbasis de heffingsgrondslag van zelfgekweekte bloemkwekerijproducten (niet zijnde teeltmateriaal) hoger is dan ,=, wordt over: 1. de eerste ,* het heffmgstarief van 1,01% toegepast, en 2. het bedrag hoger dan ,= het verlaagde heffingstarief van 0,76% toegepast d. Aanvragen voor restitutie moeten worden ingediend binnen één jaar na afloop van het jaar waarover de restitutie wordt gevraagd en vergezeld gaan van een accountantsverklaring, 9. Voor 2007 geldt dat het aan het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Bloemen en Planten (HBAGBP) af te dragen bedrag wordt vastgesteld op de som van: a. 90% van 9/109 deel van de jaarlijkse opbrengst van de in eerder genoemde verordening bedoelde heffing op het eindproduct; b, 100% van 9/66,5 deel van de jaarlijkse opbrengst van de in eerder bedoelde heffing op het teeltmateriaal, 4 Oplegging en inning Artikels 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingspiichtige van een heffingsnota, 2. in afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 6 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een ambtshalve schatting, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel? Een kweker, onderscheidenlijk een importeur van bloemkwekerijproducten wordt geacht, indien hij door hem gekweekte, onderscheidenlijk geïmporteerde bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal door tussenkomst van een veiling verhandelt, aan zijn verplichtingen als bedoeld in artikel a ten aanzien van de op vorenbedoelde wijze verhandelde producten te hebben voldaan, indien hij de desbetreffende veiling heeft gemachtigd namens hem aan het productschap de door hem verschuldigde heffing te voldoen en deze heffing door het productschap fs ontvangen, Artikel 8 1. De verkoper van bloemkwekerijproducten heeft het recht aan de afnemers van door hem gekweekte bloemkwekerijproducten onderscheidenlijk van door hem rechtstreeks doorverhandelde bloemkwekerijproducten, het hieronder genoemde heffingspercentage van het verkoopbedrag der door hem aan die afnemers verhandelde bloemkwekerijproducten in rekening te brengen van: 0,435%, 2. Indien een verkoper van bloemkwekerijproducten, van het hem in het vorige lid toegekende recht gebruik maakt, zijn de desbetreffende afnemers verplicht het aan hen krachtens het bepaalde in het vorige lid in rekening gebrachte, aan die verkoper te voldoen. 3. Deze bepaling is niet van toepassing op de verkoop van bloemzaden en teeltmateriaal. Artikel g i. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat va n het productschap te worden gesteld, i. Oeze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap. 62

63 5 Slotbepalingen Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenbïad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel n Deze verordening wordt aangehaald als; Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten Deze verordening en de bijbehorende toelichting zal worden gepubliceerd in het Verordeningenbïad Bedrijfsorganisatie, Zoetermeer, 6 juli 2006 D. Duijzer voorzitter C. Kuijvenhoven secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 23 februari 2007 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 22 mei 2007, nr. TRCJZ/2006/2281. Toelichting t Algemeen Het Productschap Tuinbouw (PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a, een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. Het bestuur wordt bijgestaan door commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. De ondernemingen - waarvoor het PT is ingesteld - worden heffingen opgelegd. De opbrengst dient ter financiering van; a. de algemene werkzaamheden van het PT (algemene heffing), en b. eer» specifieke bestemming (bestemmingsheffingen). Het PT is een ketenorgamsatte. De werkzaamheden van het PT strekken zich uit over een groot aantal onderwerper». Enkele daarvan zijn: a. (onpersoonlijke) promotie, b. sociaal onderzoek, c. economisch onderzoek, d. technisch onderzoek, e. mifietiaangelegenheden, f. kwafitertsaangelegenheden, g. de organisatiekosten van het PT, en h, overige projecten. Daarnaast wordt er ook voorlichting gegeven, en geadviseerd aan en overleg gepleegd met de {Rijksjoverheid over onderwerpen die de tuinbouwsector raken. Genoemde werkzaamheden worden door het PT zelf verricht of - door middel van het verstrekken van subsidies of het geven van opdrachten - door derden. Het PT heeft niet tot taak individuele belangenbehartiging of advisering van ondernemingen. Resultaten van onderzoeken worden breed verspreid en zijn bij het PT verkrijgbaar. Verspreiding van informatie vindt ook plaats via het internet ( De sector wordt permanent op de hoogte gehouden van nieuwe uitgaven en ontwikkelingen. 63

64 { 2.1 Poelstefiingefi dïe waréêts nagesstreêid e» cie te verwachten {nevewjertecteri van «Je De doelstelling Van de heffing is ln*ïijri algèmeênheïcf de: afzet van btóerrtkwékerprödytsefs te vergroten, waarvan eik bedrijf kan profiteren. Het gaal om finandering van activiteiten die flggw ophet geneti mn promotie, kwalitertsaargelêgenhederi, yerrlertten vars onderzoek en rraatfegetendte ertoejetderi dat het milieu wórdt oötzfen en organisatiekosten var* hét PT> Öe rrtïdifefen worden niet vooraf gecarme kt;0ij: fi«t vaststellen van de begroting wordt bepaald welke activiteiten fpfömotie, onderzoek etc.) wordengefinancierd. Oe ondeffeayige heffing is ee«algemene heffing. Met de hefflngsvérórdening wordt de Nederlandse kweker van bioemkweit«ri pfodmcteri resp. de Importeur die uit derde landen importeert een heffing öpgejegd óver de ornxei van dé door hem xeif gekweekte feloeffiicwskerijisroducten resp. uit dercle landen geïmporteerde producten. Aart de afnemer wordt een gedeelte varrde heffing door berelcefid Op deze wijze dragen teslï en handel hyr^aartejtft de heffing bij, y^pf eg drïe hoofdsgorten van bidenikweieeryprqjjy^g^j eldt een eigen tarteft Afkomst J e f J Handel HgAÖBP HöofSsoorlers èióemkwéleryproëucté» ^5Ï5% ö*34p& &&%*&.+j._j.:i- Teeltmateriaal Q.57P 0,09% ]»Wrf.».«BJöemzaden ;i:,:ooo?é "-" totaal ),01% :»,$6$% 1,000% Uit de opbrengst van «Je heffing worden activiteiten gefinancierd. Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting zoals die wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Er wordt bij de besteding van de opbrengst van de heffing zeer nauw samengewerkt met het H8AG8P, In het kader van kostenbesparing int het productschap voor het HBAGBPde heffing die het anders apart aan dezelfde bedrijven zou moeten opleggen. Op deze wijze worden de administratieve iast voor de betrokken bedrijven beperkt. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving Het PT is ingesteld voor alle ondernemingen in de bloemkwekerijsector. Al!e ondernemingen betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zouden zijn die wel profiteren van activiteiten maar niet meebetalen {freeriders). Dit maakt dat het PT zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Laatstgenoemde treedt aileen op voor haar leden en vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het PT beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet en ondersteunt geen private belangen van individuele ondernemingen. 2.3 Afweging van private alternatieven Door middel van de verordening wordt aan alle kwekers en importeurs een vakheffing opgelegd. Zij hebben het recht een deel van de heffing (0435%) aan hun afnemers (handelaren) door te berekenen, waardoor affe importeurs, kwekers en handelaren aan de opbrengst bijdragen. (Deze doorberekening is voor de kweker van bloemzaden en het teeltmateriaal niet van toepassing.) Voor een individueel bedrijf is het niet goed mogelijk zelf activiteiten te financieren die liggen op het terrein van zowel promotie, kwaliteit, onderzoek als verbetering van het milieu. Bovendien is het zo dat de sector vraagt om projecten op te starten die anders niet van de grond zouden tornen. 2.4 Uitvoerings- en handhavsngsaspecten van de verordening Het gaat om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en Handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan; het verzenden van de nota's, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden, 2.5 De financiële gevolgen van de verordening De kostprijs van het product wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de opbrengst van de heffing wordt besteed aan zaken die anders niet zouden worden behartigd of gerealiseerd. Hierdoor ontstaat een evenwicht tussen het opleggen van een heffing en de uitgaven voor projecten die passen in het algemeen belang. 64

65 2.6 Administratieve lasten W'ióp4 tefefcet» dé tedrijfïjicfemen onder coördinatie van de-s f? een nuttetïfïg admimstratfevelasten uitgevoerd en naar aanleifiihg daarvan Fed«ctievöörsteiJe«: geformuleerd. In cssu betekent Ét een vefanfeeriftji varï 4s aandacht voor de adrrtfnistratiêveiiastert in de verordeningen, BIJ het ontwerpen en uitschrijven van vèfórdenlrigsri -zal door dé schappen worden getracht de admlnistratfeve lasten structureel zo laag mogelijk te houden, Stewnmaalregei Het gaat omeen heffing welkerust 00 het in Hederfand en Ift derde landen gekweekte product..sr. is géén;.sprake van een tefftftg op proétóen afkomstig uit andere lidstaten van de EU, De steynrnaatregél h laatstelijk in 2005 «Éo r de Europese Commissie go«dgeteird onder m. H 372/2003.,i Pt$tfwctu«rv«(n de heffing Dé heffing ïs een bepaald percentage van dé omzet O'p de?e wijze draagt een teder naar vermogen Wj> Meer drrteet betekent eers hogere heffingf één iagefe omzet betekent een fagere heffing, Ot^datbloemkwekferyprodudèr! veelal via <fè bloemenveilingen vrorden afgezet :zi]rt fee veilingen ingeschakeldbij de Irwirig van de heffing. Op èm& wijze wordt de administratieve Issf voor de betroute bedrijven fveüsriglwekers} kseiri gëhoüïienf Verkopen^buiten dé veiiirsg om, woftjen door mltféej vanaanf iften, op evenredige wifïe belast. * $ m onderbouwing van ds gekomen sftfus*««r föfi orrxètheff ng ftóeff vöo;reênmer ^ - geer? heffing verschuldigd, Bij een tege ortizël past eert lage heffing enomgekëerd, 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is van toepassing op atle bedrijfsgenoten waarvoor het PT is ingesteld. 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats In de begroting Voor wat betreft de exacte bedragen wordt hier verwezen naar de begroting zosls die wordt gepubliceerd tn het Verordentngenblad Bedrijfsorganisatie, 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zou er geert algemene promotie plaatsvinden. Kleine en middelgrote bedrijven kunnen niet tegelijkertijd dit soort activiteiten zelf financieren. Dit geldt in nog sterkere mate voor het doen van onderzoek en voor maatregelen die het milieu ten goede komen. 3.6 Hét sectoraal belang van de activiteit De bloemensector bepaalt zelf via de organisaties - in de sectorcommissie en bestuur - aan welke activiteiten de opbrengst van de heffing wordt besteed. Is de keuze gemaakt, dan kunnen de kosten worden begroot Dit te bepalend voor de hoogte van de heffing, Meerjarenprognoses spelen eert belangrijke rol, waardoor schommeling in hoogte van de heffing wordt voorkomen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. 4 ArtïkeJsgewijze toelichting Artikel 1, lid 2 Hier wordt verwezen naar de Verordening PT Algemene bepalingen Dat heeft tot gevolg dat de tekst van de verordening m vergelijking met die uit voorgaande jaren aanzienlijk is bekort. Artikel1, M'31> Met de definitie van teeltmateriaal is aansluiting gezocht bij de definitie in de Zaaizaad- en PSantgoedwet Artikeh, lid3ƒ Voor zover creditnota's voor schadegevallen en kwantumkorting alsmede royalty's in het brutoverkoopfactuurbedrag zijrs begrepen, kunnen deze worden afgetrokken om tot de belastbare waarde te komen. Andere aftrekposten zijn niet toegestaan. Artikel i, lid 4 De bepaling dat onder 'kweken' eveneens 'doen kweken' wordt verstaan is wederom ingevoerd; deze bepaling blijkt duidelijkheid te scheppen in gevallen waarin sprake is van contractteelt Artikels In dit artikel wordt de heffingsplicht omschreven. Omdat de heffïngsverordeningen voor één jaar gelden, is opgenomen dat de verordening alleen voor één jaar geldt. Artike 14 In dit artikel wordt de grondslag en de hoogte van de heffing omschreven. 65

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2012 Verordening van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d. 9-9-2011 Verordening PT bestemmingsheffing handel groenten en fruit 2009 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 1 juli 2008 houdende

Nadere informatie

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten

Nadere informatie

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging II d.d. 9-9-2011 Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 20091) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2010 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 30 maart 2010, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 19 oktober 2007 nummer

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007; Verordening PT heffing bestrijding Ditylenchus dipsaci oogstjaar 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 maart 2007, houdende de vaststelling van aan telers van bloembollen op

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen Verordening PT heffing export bloembollen naar Japan oogstjaar 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 19 mei 2011 houdende de vaststelling van een aan exporteurs van bloembollen

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 15 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten

Nadere informatie

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten behoeve

Nadere informatie

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 25 maart 2008 houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012 Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2011, houdende de vaststelling van een vakheffing voor de handel in bloemkwekerijproducten.

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 15 mei 2009 nummer 31

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 26 november 2004 num

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 24 mei 2002 nummer 30 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap

Nadere informatie

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing VERGADERING : BESTUUR DATUM : 13 NOVEMBER 2008 AGENDAPUNT : 10 BIJLAGE : 26 Lett: AF no. JBA ONTWERP HEFFINGSVERORDENING PA INLANDS GRAAN 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 7 december 2007 nummer

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing ten laste van

Nadere informatie

LAATSTE TEKST (februari 2010)

LAATSTE TEKST (februari 2010) LAATSTE TEKST (februari 2010) HEFFINGSVERORDENING PA VLASFONDS 2009 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 13 november 2008, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de vlassector

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 57 18 mei 2007 nummer 25

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 20 februari 2009 nummer

Nadere informatie

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit )

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit ) INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2010 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2009, houdende

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2011, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing teelt groenten

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009 Verordening van het productschap Akkerbouw van 13 november 2008 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43 Inhoudsopgave jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Groenten en

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 8 februari 2008 nummer

Nadere informatie

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit voor het

Nadere informatie

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening financiering projecten groothandelssector 2013 Verordening van het Productschap Vis van 13 november 2012, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers

Nadere informatie

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d. 9-9-2011 Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011 1) Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 10 november 2010, houdende

Nadere informatie

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 14 november 2011, houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit 2012

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 14 november 2008 nummer

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdbedrijfschap voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en het bedrijf van tussenpersoon in akker- en tuinbouwproducten

Nadere informatie

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten; Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 13 BIJLAGE : 21 ONTWERP VERORDENING GZP FINANCIERINGSHEFFING JAAR 2008 Verordening van het Productschap

Nadere informatie

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013 VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 13 november 2012, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve

Nadere informatie

Behoort bij agendapunt 10a Openb. bestuursvergadering dd

Behoort bij agendapunt 10a Openb. bestuursvergadering dd VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING SIERTEELT EN -HANDEL 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum) houdende de vaststelling van een algemene heffing voor de sector sierteelt

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.34 19 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Zuivel 2 Verordeningenblad

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.31 20 juli 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Openbare kennisgevingen

Nadere informatie

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008; Verordening PT registratie gewasbeschermingsmiddelen onbedekte teelt bloembollen 2009 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 11 november 2008, houdende de vaststelling van regels over

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 5 november 2004 nummer 66

PBO-blad. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 54 5 november 2004 nummer 66 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 5 november 2004 nummer

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpve een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.30 4 juni 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 11 oktober 2002 nummer 63 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave Nr.33 5 september 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 55 5 augustus 2005 nummer 42 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 24 mei 2002 nummer 31 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap

Nadere informatie

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, Verordening PT Uitlekgewichten verduurzaamde champignons en zuurkool 2007 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 20 februari 2007, houdende de vaststelling van uitlekgewichten voor verduurzaamde

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 53 24 januari 2003 num

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, betreffende de registratie van ondernemingen (REGISTRATIEVERORDENING BEDRIJFSCHAP HORECA EN CATERING 2008) No. Ho 01/2008 Het bestuur van het Bedrijfschap

Nadere informatie

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 17 BIJLAGE : 25 ONTWERP VERORDENING GZP STRUCTUURVERSTERKING BAKKERIJ JAAR 2008 Verordening van het

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 1 augustus 2008 nummer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.6 7 februari 2014-64e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.21 18 mei 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Margarine, Vetten en

Nadere informatie

Productschap Diervoeder

Productschap Diervoeder Productschap Diervoeder VERORDENING PDV REGISTRATIE ONDERNEMINGEN DIERVOEDERSECTOR 2003 Verordening van het Productschap Diervoeder van 12 februari 2003 (Wijziging I: 2 december 2009) houdende regels ter

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2 Nr.67 14 oktober 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie sociaal-economische raad 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Verordeningen en besluiten 3 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 10 december 2004 nummer

Nadere informatie

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij

Nadere informatie

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 2012, houdende bepalingen met betrekking tot uitvoering van de integrale

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 59 5 juni 2009 nummer 36

Nadere informatie

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Productschap Vee en Vlees 8

PBO-blad. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Productschap Vee en Vlees 8 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 4 juni 2004 num mer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.74 3 december 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.35 24 juni 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts Bestuurskamer Ontwerp- Besluit van (datum) houdende opheffing Bedrijfschap voor de Groothandel en de Tussenpersonen in Aardappelen, Bedrijfschap Groothandel in Bloemkwekerijprodukten, Bedrijfschap Groothandel

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 31 december 2004 nummer

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker Brancheorganisatie Suiker Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie Suiker heeft op 11 november 2015 de volgende regeling

Nadere informatie

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang maart 2004 num mer 14

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang maart 2004 num mer 14 PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 54 12 maart 2004 num mer

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.45 13 augustus 2010-60e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Pluimvee en Eieren

Nadere informatie

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen 2016-2020 Inleiding De Brancheorganisatie

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008 Verordening van het Productschap Akkerbouw van 5 juni 2008 houdende regels ter zake van subsidies voor de structuurversterking voor de

Nadere informatie

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e PBO-blad Sociaal- Economische Raad M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e I n h o u d s o p g a v e jaargang 58 29 december 2008 nummer

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2011:BQ3767

ECLI:NL:CBB:2011:BQ3767 ECLI:NL:CBB:2011:BQ3767 Instantie Datum uitspraak 02-05-2011 Datum publicatie 09-05-2011 College van Beroep voor het bedrijfsleven Zaaknummer AWB 09/1047 AWB 09/1048 AWB 09/1049 Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.7 10 februari 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Nr.62 27 december 2013-63e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen

Nadere informatie

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit 1. De voor het benoemen van leden van het bestuur van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen,

Nadere informatie

Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd. 28-2-2013

Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd. 28-2-2013 ONTWERP-VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING PT CO 2 SECTORSYSTEEM GLASTUINBOUW 2011 (2013-l) Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum) houdende wijziging van de Verordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap Ontwerp- Besluit van (datum) houdende de instelling van een hoofdproductschap alsmede van productschappen voor ondernemingen op het gebied van de teelt van, de been verwerking van en de handel in akkerbouwproducten

Nadere informatie

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering; VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing voor het

Nadere informatie

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van 01-01-2017 t/m heden Hoofdstuk VIII. S&O-afdrachtvermindering

Nadere informatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Nr.53 12 oktober 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Tuinbouw 2 Mededelingenblad

Nadere informatie

Overeenkomst EXPORTEURS inzake monitoringsprogramma 2018 Middellandsezeevlieg t.b.v. export van vruchtgroenten naar Japan Onderdeel: Werkzaamheden QMA

Overeenkomst EXPORTEURS inzake monitoringsprogramma 2018 Middellandsezeevlieg t.b.v. export van vruchtgroenten naar Japan Onderdeel: Werkzaamheden QMA Volgnummer: Postadres: Postbus 420, 2700 AK Zoetermeer Overeenkomst EXPORTEURS inzake monitoringsprogramma 2018 Middellandsezeevlieg t.b.v. export van vruchtgroenten naar Japan Onderdeel: Werkzaamheden

Nadere informatie

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Besluit tot vaststelling van de Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel

Nadere informatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie PBO-blad Sociaal- Economische Raad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave jaargang 52 4 oktober 2002 nummer 57 Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Regionale uitvoeringsdienst Zeeland Nr. 640 13 november 2017 Bijdrageverordening RUD Zeeland 2017 Besluit van het algemeen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds

Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2005, 122 Artikel 1. Uitkering en voorschotten 1. De inspecteur kan een voorschot verlenen

Nadere informatie

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014

VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING TOT VASTSTELLING VAN DE HERZIENE BEGROTING VAN BATEN EN LASTEN OVER HET JAAR 2014 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering tot vaststelling van de herziene begroting van baten en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 486 Besluit van 23 november 2016, houdende vaststelling van de grondslag voor de bijdrage van zelfstandig bestuursorganen voor het gebruik van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Sociaal- Economische Raad

Sociaal- Economische Raad Sociaal- Economische Raad Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende

Nadere informatie

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw Productschap Tuinbouw 30.000 ondernemingen De Nederlandse tuinbouw- en groensector bestaat uit een kleine 30.000 ondernemingen

Nadere informatie

2 Voorbereiding van vergaderingen van (dagelijks) bestuur, sectorcommissie en sociaaleconomische

2 Voorbereiding van vergaderingen van (dagelijks) bestuur, sectorcommissie en sociaaleconomische Verordening PT Reglement van Orde 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008, houdende tot het geven van regels met betrekking tot de vergaderingen van het bestuur, de

Nadere informatie

KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU

KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU Louis Pasteurlaan 6 Zoetermeer Controlereglement van de Stichting: Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB), gevestigd te Zoetermeer ------------------ AANHEF Het KCB is, op basis

Nadere informatie