PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Transcriptie

1 Nr.74 3 december e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 BEDRIJFSLICHAMEN 8 Productschap Tuinbouw 8 Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 16 Productschap Pluimvee en Eieren (PPE 32) 16 Productschap Vis (VIS 33 tot en met VIS 36) 18 Productschap Zuivel (PZ 7) 46 Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel (HBAG 10) 54 Bosschap (BOS 6) 60

2 SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bestuurssamenstellingen Besluit benoemingsrechten Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 25 november 2010 tot aanwijzing van de organisaties die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden van de Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel onder bepaling van het aantal leden, dat per organisatie benoemd kan worden (Besluit benoemingsrechten Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen 2011) De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 88a, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gelet op artikel 5 en 6 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gelet op de Verordening representativiteit organisaties (RE 3/2001); Gehoord de betrokken organisaties; Besluit: 1 Benoemingsgerechtigde organisaties Artikel 1 Elk van de volgende organisaties kan van de Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel, bestaande uit zeven leden, het achter haar naam vermelde aantal leden benoemen: ORGANISATIES VAN ONDERNEMERS Nederlandse Aardappel Organisatie 3 leden Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel 1 lid ORGANISATIES VAN WERKNEMERS FNV Bondgenoten 2 leden CNV Dienstenbond 1 lid 2 Slotbepalingen Artikel 2 Het Besluit benoemingsrechten Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen 2009 wordt ingetrokken. 2 Mbbo 2010, nr. 74 2

3 Artikel 3 Dit besluit wordt geplaatst in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit benoemingsrechten Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen Den Haag, 25 november 2010 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter D. Haenen waarnemend secretaris Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van verzending daarvan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer. Besluit benoemingsrechten Commissie bloemkwekerijproducten 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 25 november 2010 tot aanwijzing van de organisaties die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden van de Commissie bloemkwekerijproducten van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel onder bepaling van het aantal leden, dat per organisatie benoemd kan worden (Besluit benoemingsrechten Commissie bloemkwekerijproducten 2011) De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 88a, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gelet op artikel 5 en 8 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gelet op de Verordening representativiteit organisaties (RE 3/2001); Gehoord de betrokken organisaties; Besluit: 1 Benoemingsgerechtigde organisaties Artikel 1 Elk van de volgende organisaties kan van de Commissie bloemkwekerijproducten, van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel bestaande uit negen leden, het achter haar naam vermelde aantal leden benoemen: ORGANISATIES VAN ONDERNEMERS Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten 5 leden Plantum NL 1 lid ORGANISATIES VAN WERKNEMERS FNV Bondgenoten 2 leden CNV Dienstenbond 1 lid 3 Mbbo 2010, nr. 74 3

4 2 Slotbepalingen Artikel 2 Het Besluit benoemingsrechten Commissie bloemkwekerijproducten 2009 wordt ingetrokken. Artikel 3 Dit besluit wordt geplaatst in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit benoemingsrechten Commissie bloemkwekerijproducten Den Haag, 25 november 2010 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter D. Haenen waarnemend secretaris Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van verzending daarvan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer. Besluit benoemingsrechten Commissie pootaardappelen 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 25 november 2010 tot aanwijzing van de organisaties die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden van de Commissie pootaardappelen van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel onder bepaling van het aantal leden, dat per organisatie benoemd kan worden (Besluit benoemingsrechten Commissie pootaardappelen 2011) De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 88a, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gelet op artikel 5 en 7 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gelet op de Verordening representativiteit organisaties (RE 3/2001); Gehoord de betrokken organisaties; Besluit: 1 Benoemingsgerechtigde organisaties Artikel 1 Elk van de volgende organisaties kan van de Commissie pootaardappelen van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel, bestaande uit zeven leden, het achter haar naam vermelde aantal leden benoemen: ORGANISATIES VAN ONDERNEMERS Nederlandse Aardappel Organisatie 3 leden Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel 1 lid 4 Mbbo 2010, nr. 74 4

5 ORGANISATIES VAN WERKNEMERS FNV Bondgenoten 2 leden CNV Dienstenbond 1 lid 2 Slotbepalingen Artikel 2 Het Besluit benoemingsrechten Commissie pootaardappelen 2009 wordt ingetrokken. Artikel 3 Dit besluit wordt geplaatst in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit benoemingsrechten Commissie pootaardappelen Den Haag, 25 november 2010 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter D. Haenen waarnemend secretaris Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van verzending daarvan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer. Besluit benoemingsrechten Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 25 november 2010 tot aanwijzing van de organisaties die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel onder bepaling van het aantal leden, dat per organisatie benoemd kan worden (Besluit benoemingsrechten Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 2011). De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 74, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gelet op artikel 4 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gelet op de Verordening representativiteit organisaties (RE 3/2001); Gelet op de Instellingsverordening Bestuurskamer 2008 (RE 10/2008); Gehoord de betrokken organisaties; Besluit: 1 Benoemingsgerechtigde organisaties Artikel 1 Elk van de volgende organisaties kan van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel, bestaande uit zeven leden, het achter haar naam vermelde aantal leden benoemen: 5 Mbbo 2010, nr. 74 5

6 ORGANISATIES VAN ONDERNEMERS Frugi Venta Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijprodukten Nederlandse Aardappel Organisatie Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel ORGANISATIES VAN WERKNEMERS FNV Bondgenoten De Unie CNV Dienstenbond 1 lid 1 lid ) gezamenlijk ) 1 lid 2 leden 1 lid 1 lid 2 Slotbepalingen Artikel 2 Het Besluit benoemingsrechten Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 2009 wordt ingetrokken. Artikel 3 Dit besluit wordt geplaatst in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit benoemingsrechten Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Den Haag, 25 november 2010 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter D. Haenen waarnemend secretaris Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van verzending daarvan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer. Besluit benoemingsrechten Commissie groenten en fruit 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 25 november 2010 tot aanwijzing van de organisaties die gerechtigd zijn tot het benoemen van de leden van de Commissie groenten en fruit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel onder bepaling van het aantal leden, dat per organisatie benoemd kan worden (Besluit benoemingsrechten Commissie groenten en fruit 2011) De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op artikel 88a, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gelet op artikel 5 en 9 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gelet op de Verordening representativiteit organisaties (RE 3/2001); Gehoord de betrokken organisaties; Besluit: 6 Mbbo 2010, nr. 74 6

7 1 Benoemingsgerechtigde organisaties Artikel 1 Elk van de volgende organisaties kan van de Commissie groenten en fruit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel, bestaande uit tien leden, het achter haar naam vermelde aantal leden benoemen: ORGANISATIES VAN ONDERNEMERS Frugi Venta 6 leden ORGANISATIES VAN WERKNEMERS FNV Bondgenoten 2 leden De Unie 1 lid CNV Dienstenbond 1 lid 2 Slotbepalingen Artikel 2 Het Besluit benoemingsrechten Commissie groenten en fruit 2009 wordt ingetrokken. Artikel 3 Dit besluit wordt geplaatst in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op 1 januari Artikel 5 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit benoemingsrechten Commissie groenten en fruit Den Haag, 25 november 2010 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter D. Haenen waarnemend secretaris Indien een organisatie zich met het op haar betrekking hebbende besluit niet wil verenigen, kan zij tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van verzending daarvan een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Bestuurskamer. 7 Mbbo 2010, nr. 74 7

8 BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Tuinbouw Ontwerp- Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2011 Verordening van het Productschap Tuinbouw van., houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende ondernemers, die groenten en fruit naar Japan exporteren, op te leggen retributie (Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2011) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 7 december 2010; BESLUIT: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1 en 2 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw. 2. In deze verordening worden overgenomen de begripsbepalingen van artikel 1:1 en 3:1 en de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de Verordening PT algemene bepalingen Retributieplicht Artikel 2 1. De exporteur van groenten en fruit is over de door hem naar Japan uitgevoerde groenten en fruit aan het productschap jaarlijks een retributie verschuldigd. 2. De retributie bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd ten behoeve van de financiering van controles van groenten en fruit die naar Japan worden uitgevoerd. 3. De retributie bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde. Artikel 3 1. Ter uitvoering van artikel 2 doet de exporteur van groenten en fruit aangifte bij het productschap van de tijd gedurende welke de door hem naar Japan uitgevoerde hoeveelheden groenten en fruit zijn gecontroleerd. 2. De opgave bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen. 3. Wanneer de exporteur het Kwaliteitscontrolebureau voor Groenten en Fruit heeft gemachtigd de in het eerste lid bedoelde gegevens aan het productschap te verstrekken, hoeft de opgave bedoeld in het tweede lid, niet te geschieden. 3 Grondslag en hoogte Artikel 4 1. Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op basis van de tijd gedurende welke de uit te voeren groenten en fruit onderworpen zijn geweest aan een controle als bedoeld in artikel 3, eerste lid. 2. De tijd, welke is gemoeid met de controle, wordt afgerond op de tijdseenheid van een kwartier. Per kwartier is een retributie van 35 verschuldigd. 8 Mbbo 2010, nr. 74 8

9 3. De exporteur en de keurmeester ondertekenen allebei de verklaring waaruit blijkt gedurende hoeveel tijd de keurmeester één of meerdere partijen groenten en fruit heeft gekeurd, uitgedrukt in eenheden van een kwartier. 4. Indien een exporteur één of meer verklaringen niet heeft ondertekend, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing. 4 Oplegging en inning Artikel 5 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde retributie vindt plaats na afloop van het kwartaal waarover de retributie verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de retributieplichtige van een retributienota. 2. In afwijking van het eerste lid kan de retributieplichtige een voorlopige retributie worden opgelegd tot het bedrag waarop de retributie vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige retributie wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde retributie. Artikel 6 Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 5, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde retributie aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 7 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld. 2. Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT retributie export groenten en fruit Japan Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting 1 Algemeen Het Productschap Tuinbouw (hierna: PT) is ingesteld krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie. Het PT heeft tot taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening in ondernemingen in de tuinbouwsector te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Het bestuur van het PT bestaat uit: a. een onafhankelijke bij koninklijk besluit benoemde voorzitter, en b. personen, benoemd door organisaties van werkgevers en werkenden, werkzaam in de tuinbouwsector. 9 Mbbo 2010, nr. 74 9

10 Het bestuur wordt bijgestaan door Commissies, die op overeenkomstige wijze zijn samengesteld. 2.1 Doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten (neven)effecten van de verordening Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit - vanuit Nederland - naar Japan tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. Er zijn afspraken gemaakt tussen de Japanse en de Nederlandse overheden volgens welke groenten en fruit afkomstig uit Nederland in Nederland reeds voor de verzending naar Japan wordt onderworpen aan een controle en een monitoring, waarna de daadwerkelijke export probleemloos kan verlopen. Zonder het systeem van voorafgaande monitoring en controle zouden groenten en fruit wel kunnen worden geëxporteerd naar Japan, maar met het risico dat de producten bij aankomst niet worden toegelaten en daar ter plaatse moeten worden vernietigd of zelfs worden teruggezonden, met alle onnodige extra kosten van dien. Om de sector te behoeden voor het maken van overbodige extra kosten, is het systeem van controle en monitoring opgezet. Het doel is dus meerledig: a. versoepeling van de handel op Japan, en b. kostenbesparing voor het betrokken bedrijfsleven. 2.2 Nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Zonder de Japans-Nederlandse overeenkomst zou controle en monitoring niet kunnen plaatsvinden. Voor de controle en monitoring is het noodzakelijk dat Japanse inspecteurs in Nederland aanwezig zijn. Het toenmalige ministerie van LNV heeft bepaald dat het PT garant dient te staan voor de betaling van de kosten die met het verblijf van de Japanse inspecteurs in Nederland gemoeid zijn. Het systeem van controle en monitoring houdt in: - het plaatsen van lijmvallen ( Jackson Trap ); - de periodieke controle van deze vallen, waarbij lijmbodems en lokstoffen worden verwisseld; - het beoordelen van de lijmbodems op de aanwezigheid van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van fruitmonsters uit importzendingen; - het onderzoeken en beoordelen van deze fruitmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het nemen van vruchtmonsters op deelnemende productiebedrijven; - het onderzoeken en beoordelen van deze vruchtmonsters op het voorkomen van de Middellandse zeevlieg; - het begeleiden van de Japanse inspecteur ten tijde van controle-/ monitoringbezoeken in de QMA en DPA. Er is slechts een zeer kleine groep exporteurs van groenten en fruit naar Japan. Deze exporteurs hebben te kennen gegeven graag op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst hun aandeel in de kosten van de Japanse inspecteurs aan het PT te voldoen. Tussen het PT en de huidige exporteurs zijn inmiddels deze private overeenkomsten gesloten, ze zijn ingegaan per 1 januari 2009 en zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. De verordening PT retributie export groenten en fruit Japan 2011 dient als achtervang voor het geval partijen (huidige exporteurs, danwel nieuwe exporteurs) niet willen meewerken aan privaatrechtelijke afdracht van de kosten van controle. In dat geval kunnen de voor controle gemaakte kosten middels deze retributieverordening aan de betreffende exporteurs worden toegerekend. 10 Mbbo 2010, nr

11 2.3 Afweging van private belangen De Japanse overheid doet tot op heden zaken met de Nederlandse overheid, waarvan het PT deel uitmaakt. De Japanse overheid sluit geen overeenkomsten met individuele ondernemingen. Het PT heeft als organisatie van de keten de mogelijkheid de eisen die aan de export op Japan worden gesteld, te versoepelen. Het optreden van het PT ondersteunt de private belangen van de individuele ondernemingen. 2.4 Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een retributieverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het PT komen. Hier wordt onder verstaan: het verzenden van de nota s, het afhandelen van bezwaren en de behandeling van eventuele beroepsprocedures. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. 2.5 De financiële gevolgen van de verordening of het besluit Ieder jaar wordt van de betrokken ondernemingen die gebruik maken van het systeem een financiële bijdrage gevraagd om de kosten te financieren. Daarbij is gekozen voor een bedrag per tijdseenheid, per kwartier. 2.6 Administratieve lasten In 2004 hebben de bedrijfslichamen onder coördinatie van de SER een nulmeting administratieve lasten uitgevoerd en naar aanleiding daarvan reductievoorstellen geformuleerd. In casu betekent dit een verankering van de aandacht voor de administratieve lasten in de verordeningen. Bij het ontwerpen en uitschrijven van verordeningen zal door de schappen worden getracht de administratieve lasten structureel zo laag mogelijk te houden. Daarom is de mogelijkheid opgenomen dat de exporteur het Kwaliteitscontrolebureau voor groenten en fruit kan machtigen de gegevens aan het PT te geven. 3 Retributie Er wordt uitvoering gegeven aan protocollen die door Japan en Nederland zijn afgesloten. Het systeem van monitoring en controle in Nederland voorafgaand aan de daadwerkelijke export, is in het belang van de hele tuinbouwsector, gelet op het bestaan van soortgelijke systemen in de bloembollen- en bloemensector. Omdat de door de inspecteurs gemaakte kosten één op één worden doorgerekend aan de exporteurs is er sprake van een retributie. Van een steunmaatregel is dan ook geen sprake. 3.1 De structuur van de retributie De retributie bestaat uit een tarief per kwartier. Het tarief is 35 per kwartier. Tot 2010 werd het tarief door middel van een besluit van het bestuur van het PT vastgesteld op een lager niveau, zoals blijkt uit onderstaande gegevens. Per kwartier , Met ingang van 2010 werd het tarief niet meer bij besluit vastgesteld, maar louter middels verordening. 3.2 De onderbouwing van de gekozen structuur De Europese Commissie was in de bloemensector al akkoord gegaan met een tarief per tijdseenheid. Dat is de reden dat gekozen is voor een bedrag per tijdseenheid. 3.3 De werking naar alle bedrijfsgenoten De verordening is alleen van toepassing op die bedrijfsgenoten, de exporteurs van groenten en fruit, die daadwerkelijk gebruik maken van het systeem van controle en monitoring. 11 Mbbo 2010, nr

12 3.4 De becijfering van de opbrengst onder vermelding van de vindplaats in de begroting In de begroting van het PT is geen opbrengst op basis van deze verordening inbegroot. Dit omdat de financiering vooralsnog privaat geschiedt. 3.5 Het algemeen belang van de activiteit Het vergemakkelijken van de export van groenten en fruit naar Japan vanuit Nederland tegen zo laag mogelijke kosten voor het betrokken bedrijfsleven. De afspraken die zijn gemaakt in de sector groenten en fruit kunnen niet los worden gezien van de afspraken die gelden voor de export van bloembollen en de bloemen naar Japan. Ook voor de bloemen en bloembollen gelden speciale afspraken. 3.6 Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze regeling zou de export van groenten en fruit naar Japan minder soepel verlopen, waardoor de export hun aandeel in de wereldhandel zou zien afnemen. 3.7 Publicatie Het concept van deze verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Wijziging I Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011 Verordening van het Productschap Tuinbouw d.d.. houdende wijziging van de Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011 (Wijziging I Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2011) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 7 december 2010 BESLUIT: Artikel I De Verordening PT heffing teelt groenten en fruit wordt als volgt gewijzigd. A Artikel 3, tweede lid, komt te luiden: 2. De heffing wordt berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor: 12 Mbbo 2010, nr

13 Productgroep Tarief Eenh. Glasgroenten Aubergines ,62 are Komkommers ,62 are Paprika - Gele paprika ,62 are Paprika - Groene paprika ,62 are Paprika - Rode paprika ,62 are Paprika - Overige paprika ,62 are Tomaten - Losse tomaten (rond, vlees, tussentype) ,62 are Tomaten - Trostomaten (incl. fijne trostomaten) ,62 are Tomaten - Cherry-tomaten ,62 are Overige groenten (inclusief meloenen) 621 5,92 are Vollegrondsgroenten Aardbeien onder glas 610 7,55 are Aardbeien plastic tunnel 611 7,55 are Aardbeien productie ,41 ha Aardbeien vermeerdering ,58 ha Aardbeien wachtbed ,29 ha Andijvie ,63 ha Asperges ,29 ha Asperges (nog geen prod.) ,29 ha Bloemkool ,50 ha Boerenkool ,28 ha Bospeen ,50 ha Broccoli ,14 ha Chinese kool ,63 ha Erwten (groen te oogsten) ,44 ha Knolselderij ,44 ha Knolvenkel/venkel ,63 ha Komkommerachtigen (augurk, meloen, pompoen) ,28 ha Komkommerachtigen (courgette) ,63 ha Koolraap ,28 Ha Koolrabi ,28 ha Kroten ,44 ha Kruiden (blad-, zaad- en wortelkruiden) 32,28 ha Paksoi ,28 ha Peulen ,28 ha Prei ,91 ha Pronkbonen ,41 ha Raapstelen ,28 ha Rabarber ,63 ha Radijs ,28 ha 13 Mbbo 2010, nr

14 Rodekool ,66 ha Savooiekool ,66 ha Schorseneren ,44 ha Selderij, groen ,28 ha Selderij, bleek ,63 ha Sla (IJsbergsla) ,35 ha Sla (kropsla en overige sla) ,35 ha Sla (radicchio rosso) ,63 ha Spinazie ,44 ha Spitskool ,66 ha Spruitkool ,35 ha Stamsperziebonen (=stamslabonen) ,44 ha Stoksnijbonen en stokslabonen ,44 ha Suikermaïs ,46 ha Tuinbonen (groen te oogsten) ,44 ha Waspeen ,50 ha Winterpeen ,50 ha Witlofwortel ,86 ha Wittekool ,66 ha Overige niet genoemde bladgewassen ,87 ha Overige niet genoemde groenten ,87 ha Witlof in bakken 585 0,90 m² Fruit Notenbomen (amandelen, hazel- en walnoten) 36,36 ha Appelen in seizoen ,61 ha Appelen vóór seizoen ,61 ha Peren in seizoen ,66 ha Peren vóór seizoen ,66 ha Blauwe bessen ,76 ha Pruimen ,69 ha Rode bessen ,70 ha Bramen ,70 ha Frambozen ,70 ha Zure kersen (Best.Verw.Ind.) ,36 ha Zoete kersen ,69 ha Zwarte bessen (Best.Verw.Ind.) ,36 ha Overig kleinfruit ,70 ha Overige pit- en steenvrucht ,69 ha Fruit onder glas 635 7,49 are Champignons Oppervlakte met de hand geoogst 702 0,87 m² Oppervlakte machinaal geoogst 703 0,87 m² 14 Mbbo 2010, nr

15 B In de toelichting wordt na de alinea De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting en voor de alinea Het algemeen belang van de activiteit de volgende alinea toegevoegd: Besteding heffingsgelden overige groenten bij de glasgroenten Met betrekking tot de besteding van de heffingsgelden opgebracht door overige Glasgroenten op basis van het areaal wordt de volgende verdeling per gewas als indicatie aangehouden: Gewas % Radijs 19 Pepers 7 Courgette 7 Slasoorten 19 Andijvie 14 Spinazie 3 Bloemkool 9 Asperge 12 Bonen (snij/sperzie) 6 Overig 4 Totaal 100 Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari Artikel III Deze verordening wordt aangehaald als: Wijziging I Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit Zoetermeer, voorzitter secretaris Toelichting Vanuit de sector bestaat de wens om het tarief van de heffing op sommige vollegrondsgroenten te verlagen met ongeveer 10 procent. De onderhavige wijzigingsverordening brengt de verlaging tot stand. De tweede wijziging probeert inzicht te geven in de verdeling van de opbrengsten en uitgaven van de categorie overige groenten van de glasgroenten. Richtinggevende percentages zijn opgenomen in de toelichting van de verordening bijzondere heffing teelt groenten en fruit Zoetermeer, voorzitter secretaris 15 Mbbo 2010, nr

16 BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Pluimvee en Eieren PPE 32 Besluit tweede gebiedsvaststelling bestrijding infectieuze coryza bij pluimvee (PPE) 2010 Besluit van de voorzitter, namens het bestuur, van het Productschap Pluimvee en Eieren van 23 november 2010 houdende vaststelling van een gebied waar infectieuze coryza is uitgebroken en wordt bestreden (Besluit tweede gebiedsvaststelling bestrijding infectieuze coryza bij pluimvee (PPE) 2010) De voorzitter van het Productschap Pluimvee en Eieren, namens het bestuur; Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Verordening bestrijding infectieuze coryza en Salmonella Gallinarum bij pluimvee (PPE) 2009; Gehoord het advies van de Adviescommissie pluimveegezondheidszorg, Besluit: Artikel 1 In het gebied aangegeven op de kaart in de bijlage is op 23 november 2010 de aanwezigheid van infectieuze coryza bij pluimvee vastgesteld. Artikel 2 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tweede gebiedsvaststelling bestrijding infectieuze coryza bij pluimvee (PPE) Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van de dag na publicatie. Zoetermeer, 23 november 2010 B.J. Krouwel voorzitter TOELICHTING BIJ HET BESLUIT TWEEDE GEBIEDSVASTSTELLING BESTRIJDING INFECTIEUZE CORYZA BIJ PLUIMVEE (PPE) 2010 Op 23 november 2010 heeft laboratoriumonderzoek uitgewezen dat pluimvee gehouden op een pluimveebedrijf in de omgeving van Homoet (Over Betuwe) is besmet met infectieuze coryza. Deze aandoening die wordt veroorzaakt door de bacterie Avibacterium (para)gallinarum kan gedurende enkele weken voor een pluimveebedrijf productiedaling en uitval betekenen. Om besmetting van de pluimveebedrijven in de directe omgeving te voorkomen worden er bestrijdingsmaatregelen genomen als beschreven in de artikelen 3, 4 en 5 van de Verordening bestrijding infectieuze coryza en Salmonella Gallinarum bij pluimvee (PPE) Met onderhavig besluit wordt bekendgemaakt in welke omgeving pluimveebedrijven 16

17 rekening moeten houden met concrete bestrijdingsmaatregelen. In de bijlage van dit besluit is aangegeven welk gebied het betreft. Pluimveeondernemingen die zich bevinden in een straal van drie kilometer rondom het besmette bedrijf worden apart bij brief geïnformeerd over de voor hun pluimveeondernemingen geldende maatregelen. Voor al het bedrijfsmatig gehouden pluimvee in het bedoelde gebied geldt een ophokgebod van maximaal twaalf weken. Voor biologisch gehouden pluimvee geldt het ophokgebod niet. Alle pluimveehouders in het gebied worden aangeraden extra hygiënemaatregelen te treffen om een besmetting van hun bedrijf te voorkomen. Eerder, op 6 september 2010, is voor de eerste maal in 2010 een gebied vastgesteld waarin infectieuze coryza bij pluimvee wordt bestreden. Met onderhavig besluit wordt voor een tweede maal in 2010, na constatering van de aanwezigheid hiervan, in een beperkt gebied infectieuze coryza bij pluimvee bestreden. Zoetermeer, 23 november 2010 B.J. Krouwel voorzitter kopij zie f:/opmaak/2010/pboblad/ppe32 17

18 Productschap Vis VIS 33 Heffingsverordening 2011 kopij 1, 12 blz. kopiëren 18

19 19

20 20

21 21

22 22

23 23

24 24

25 25

26 26

27 27

28 28

29 Rijswijk, 30 september 2010 D.C. Faber voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november

30 30

31 31

32 32

33 33

34 34

35 35

36 36

37 37

38 38

39 39

40 Rijswijk, 30 september 2010 D.C. Faber voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris 40

41 VIS 34 Verordening tot intrekking van de Verordening regeling verkoop zoetwatervis 2003 kopij 2, 1 blz. kopiëren Namens het bestuur van het Productschap, D.C. Faber voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november

42 Namens het bestuur van het Productschap, D.C. Faber voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris 42

43 VIS 35 Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2010 kopij 3, 2 blz. kopiëren 43

44 Rijswijk, 10 juni 2010 J.K.Nooitgedagt plv. voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november Rijswijk, 10 juni 2010 J.K. Nooitgedagt plv. voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris 44

45 VIS 36 Verordening I tot wijziging van de Verordening PVis vergoedingen voorzitter 2010 kopij 4, 1 blz. kopiëren Rijswijk, 30 september 2010 J.K.Nooitgedagt plv. voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november

46 Rijswijk, 30 september 2010 J.K. Nooitgedagt plv. voorzitter D.A.M. Risseeuw secretaris Productschap Zuivel PZ 7 Zuivelverordening 2010, Subsidieverstrekking 46

47 47

48 48

49 49

50 50

51 Zoetermeer, 27 oktober 2010 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november

52 52

53 53

54 Zoetermeer, 27 oktober 2010 G.A. Koopstra voorzitter F. Beekman secretaris Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel HBAG 10 Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds 2010 kopij 6, 2 blz. kopiëren 54

55 55

56 Aalsmeer, 12 november 2009 M.J. Varekamp voorzitter P.M.M. van Ostaijen secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november 2010 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 13 oktober 2010, nr

57 57

58 58

59 De heffing is verhoogd van 0,60 naar 0,70 per ton. Voor het overige komst deze verordening nagenoeg overeen met de Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds Aalsmeer, 12 november 2009 M.J. Varekamp voorzitter P.M.M. van Ostaijen secretaris 59

60 Bosschap BOS 6 Verordening Bosschap Algemene Heffing

61 61

62 E.H.T.M. Nijpels voorzitter G.J.P. Jansen secretaris Goedgekeurd door de Toezichtkamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 25 november

63 63

64 64

65 E.H.T.M. Nijpels voorzitter G.J.P. Jansen secretaris 65

66 Wettelijk voorgeschreven uitgave van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verorde ningen en besluiten van de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie (PBO). Verschijnt wekelijks. ISSN SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Redactie PBO-blad Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag T E pboblad@ser.nl Een jaarabonnement is gratis. Opgave jaarabonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen uitsluitend via met als onderwerp abonnement.