Regionale rapportage Regio Oost voor deelprogramma Zoetwater. aangescherpte knelpuntenanalyse mogelijke strategieën en bouwstenen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regionale rapportage Regio Oost voor deelprogramma Zoetwater. aangescherpte knelpuntenanalyse mogelijke strategieën en bouwstenen"

Transcriptie

1 Regionale rapportage Regio Oost voor deelprogramma Zoetwater aangescherpte knelpuntenanalyse mogelijke strategieën en bouwstenen Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Oost 1 maart 2012

2 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater

3 Inhoudsopgave LEESWIJZER INLEIDING DELTAPROGRAMMA DEELPROGRAMMA ZOETWATER REGIONALE BETROKKENHEID KORTE KARAKTERISTIEK VAN REGIO OOST WATERHUISHOUDING LANDGEBRUIK REGIONALE VERKENNINGEN PROJECT ZOETWATERVOORZIENING OOST-NEDERLAND RESULTATEN VAN DE VERKENNINGEN DELTASCENARIO S KANTTEKENINGEN SAMENVATTING REGIONALE KNELPUNTEN STRATEGIEËN EN MAATREGELEN INLEIDING RICHTINGGEVENDE UITSPRAKEN MOGELIJKE BOUWSTENEN INSCHATTING VAN KOSTEN VOOR MOGELIJKE MAATREGELEN...27 BIJLAGE: BESCHRIJVING VAN 5 STRATEGIEËN VANUIT REGIONAAL PERSPECTIEF STRATEGIE 1: WATER VOLGT GROOTSCHALIG...29 STRATEGIE 2: WATER VOLGT BEPERKT, OPTIMALISEREN HUIDIGE STRATEGIE...29 STRATEGIE 3: WATER VOLGT BEPERKT, MET INSCHAKELING VAN MARKTPARTIJEN...30 STRATEGIE 4: WATER STUURT R.O STRATEGIE 5: WATER STUURT GEBRUIKER...31 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater

4 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater

5 Leeswijzer Deze rapportage bevat de inbreng van Regio Oost voor het deelprogramma Zoetwater. Het betreft de tweede rapportage. De eerste dateert van maart 2011, toen ging het om een eerste formulering van knelpunten. Nu gaat het om een aanscherping van deze knelpunten en een reflectie op mogelijke strategieën en maatregelen. De opbouw van deze rapportage is als volgt: hoofdstuk 1 bevat de inleiding in hoofdstuk 2 wordt een korte karakteristiek van het gebied van Regio Oost gegeven hoofdstuk 3 bevat een samenvatting van de uitgevoerde regionale verkenningen in hoofdstuk 4 worden de regionale knelpunten beschreven. hoofdstuk 5 gaat in op de mogelijke strategieën en maatregelen De hoofdstukken 1 tot en met 3 zijn van beschrijvende aard. De kern van deze rapportage staat in de hoofdstukken 4 en 5. Deze zijn ook afzonderlijk goed te lezen. De beschreven regionale knelpunten zijn voor een deel een aanscherping van de knelpunten, die vorig jaar zijn beschreven. Er is niet afzonderlijk aangegeven waar aanscherping aan de orde is. Hoofdstuk 4 bevat daarmee een compleet overzicht. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 1/32

6 1 Inleiding 1.1 Deltaprogramma Naar aanleiding van het advies van de commissie Veerman (2008) is door het Rijk een Deltaprogramma opgesteld. Het inmiddels tweede Deltaprogramma is op Prinsjesdag 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het Deltaprogramma heeft tot doel Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging en tekorten aan zoet water. Deze beide problemen zijn een gevolg van klimaatverandering. Het programma richt zich op de lange termijn, d.w.z. de periode tot 2050 met een doorkijk tot Voor de uitwerking van het Deltaprogramma zijn negen deelprogramma s opgezet, waarvan zes gebiedsgerichte en drie generieke. Gebiedsgericht zijn: Kust, IJsselmeergebied, Waddengebied, Zuidwestelijke Delta, Rijnmond-Drechtsteden en Rivieren. Generiek zijn: Veiligheid, Zoetwater en Nieuwbouw & Herstructurering. De activiteiten in het kader van het Deltaprogramma moeten in 2014 resulteren in zgn. deltabeslissingen waarover in 2015 in een nieuw Nationaal Waterplan wordt besloten. Eén van de deltabeslissingen is een nieuwe strategie voor de zoetwatervoorziening. Elk jaar wordt het Deltaprogramma geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. 1.2 Deelprogramma Zoetwater Het deelprogramma Zoetwater verkent de landelijke zoetwaterproblematiek als gevolg van de klimaatverandering. De verwachting is dat door de klimaatverandering vaker perioden van droogte gaan voorkomen, die heftiger zijn en langer duren. De zoetwatervoorziening kan daarmee onder druk komen te staan. Door de commissie Veerman is voorgesteld om het IJsselmeer te gaan gebruiken als voorraadbekken en daarvoor het peil te verhogen. De zoetwaterverkenning staat niet op zichzelf. Er is in ieder geval een nauwe relatie met de deelprogramma s IJsselmeer, Rivieren. Resultaten en uitkomsten zullen in samenhang bekeken moeten worden. Zowel via de waterhuishouding, de ruimtelijke ordening als de economische ontwikkeling werken de deelprogramma s op elkaar in. Eisen van veiligheid stellen randvoorwaarden aan de voorraadvorming op het IJsselmeer. Economische belangen vragen een bepaalde zoetwatervoorziening. Dit vergt een goed onderbouwde bestuurlijke afweging. 1.3 Regionale betrokkenheid De landelijke zoetwaterverkenning wordt uitgevoerd door een apart programmateam binnen de hele organisatie van het Deltaprogramma. Dit team streeft naar een intensieve uitwisseling met regionale partijen. Daarvoor is Nederland opgedeeld in 7 regio s. Regio Oost is er één van en beslaat het gebied van deelstroomgebied Rijn-Oost en van het waterschap Veluwe (zie Figuur 1.1). De belangen van deze regio worden bestuurlijk behartigd door het RBO Rijn-Oost. Er is een Bestuurlijk Platform Zoetwater waarin elke regio een vertegenwoordiger heeft. Dit platform adviseert over de resultaten van de landelijke verkenning. Regionale inbreng Het Deltaprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van een bestuursrapportage in juni. Als voeding voor deze bestuursrapportage wordt jaarlijks ook een regionale rapportage gevraagd. Op deze wijze kunnen de regio s hun inbreng leveren. Dit is voor het eerst gebeurd voorjaar Door het Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn- Oost (RBO Rijn-Oost) is toen het rapport Regionale knelpuntenanalyse zoetwatervoorziening Regio Oost uitgebracht. Deze rapportage bevat een eerste verkenning van knelpunten met betrekking tot de droogtesituatie binnen Regio Oost als gevolg van de klimaatverandering. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 2/32

7 Onderhavige rapportage is de tweede in de reeks en betreft: de aanscherping van de regionale knelpuntenanalyse een beschrijving vanuit regionaal perspectief van mogelijke strategieën en bouwstenen. Figuur 1.1: Regio Oost: begrenzing en inliggende waterschappen Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 3/32

8 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 4/32

9 2 Korte karakteristiek van Regio Oost In dit hoofdstuk wordt een korte karakteristiek van Regio Oost gegeven aan de hand van de waterhuishouding en het landgebruik. 2.1 Waterhuishouding Binnen Regio Oost liggen globaal 3 soorten gebieden: lage gebieden met een volledig beheerst peil, ze kunnen in droge tijden goed van water worden voorzien via het oppervlaktewatersysteem, dat aangesloten is op het hoofdsysteem. hoge gebieden die vrij-afwaterend zijn en geen externe watervoorziening kennen. Deze gebieden zijn afhankelijk van de hoeveelheid neerslag die valt. Het beheer is gericht op het zo veel mogelijk vasthouden van water. gebieden daar tussen in die vrij-afwaterend zijn, maar wel van water kunnen worden voorzien vanuit het hoofdsysteem. Totaal beslaat Regio Oost ongeveer ha. Daarvan kan ha van water worden voorzien, dat is 35% van het oppervlak. Het aanvoer- en verdelingssysteem wordt gevormd door belangrijke rivieren als de IJssel en de Vecht en een drietal kanalenstelsels: de Twentekanalen, de Overijsselse kanalen en de Drentse kanalen. De totale aanvoercapaciteit bedraagt 58,4 m 3 /s. Deze hoeveelheid komt uit verschillende bronnen: rechtstreeks uit de IJssel: 29 m 3 /s uit de Randmeren 2,3 m 3 /s uit het IJsselmeer: 27,1 m 3 /s. De hoge delen kunnen niet van water worden voorzien. In de zomerperiode is daardoor sprake van een vochttekort. Dit leidt tot waterlopen die onder peil raken, stagnerende afvoer en droogval. Bijgaand kaartje (Figuur 2.1) geeft het gebied aan waar water kan worden aangevoerd en waar sprake is van droogval. Het beschikbare water wordt in Regio Oost voor diverse doelen gebruikt. Het is belangrijk voor de groei van landbouwgewassen. Veel karakteristieke natuurwaarden zijn afhankelijk van kwel, hoge grondwaterstanden, stroomvoerendheid van beken enz. Water is nodig voor landschappelijke kwaliteiten als beken, meren en vennen. De vaarwegen worden in droge perioden van water voorzien om de infrastructuur in stand te houden en zowel de beroepsvaart als de recreatievaart gaande te houden. Kort gezegd, water is van groot belang voor de kwaliteit van de leefomgeving en voor behoud en ontwikkeling van de economie. Het waterbeheer in Regio Oost is er op gericht om zo vroeg mogelijk in het jaar zo veel mogelijk water vast te houden. De afgelopen jaren hebben de waterschappen zich daarvoor grote inspanningen getroost om het peilbeheer te optimaliseren en de watervoorraad in het oppervlaktewaterstelsel te vergroten. Bij dalende peilen wordt gestart met water aanvoer in het gebied waar dat mogelijk is. Als het water verdeeld moet worden, gebeurt dat aan de hand van de regionale verdringingsreeks. Eén van de eerste maatregelen kan zijn het instellen van een beregeningsverbod. Regio Oost is ook verbonden met Duitsland. Een deel van de grotere beken en rivieren ontspringt daar: de Berkel, de Slinge, de Vecht, de Dinkel enz. Het huidige waterbeheer dat bovenstrooms gevoerd wordt en de eventuele aanpassingen als gevolg van de klimaatverandering zijn van invloed op de hoeveelheid water, die afstroomt naar Regio Oost. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 5/32

10 Een verkenning wijst uit dat de hoeveelheid water, die vanuit Duitsland binnenkomt beperkt is t.o.v. van de aanvoer uit het hoofdsysteem en de hoeveelheden, die nodig zijn voor het opheffen van het vochttekort. Ook blijkt droogte bij de Duitse partners nog geen agendapunt te zijn. De bestaande ambtelijke en bestuurlijke contacten zullen gebruikt worden om de Duitse partners op de hoogte te houden van de beleidsontwikkeling in Regio Oost. Figuur 2.1: Gebied met wateraanvoer (blauw) en kans op droogval (rode waterlopenpatroon) 2.2 Landgebruik Binnen Regio Oost is de landbouw de grootste grondgebruiker. Circa 60% wordt daardoor in beslag genomen. Daarnaast nemen bos- en natuurgebieden circa 23% van het landoppervlak in. In onderstaande tabel staat het landgebruik meer uitgesplitst. Figuur 2.1 geeft de ruimtelijke verdeling aan. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 6/32

11 Figuur 2.2: Landgebruik Regio Oost Tabel 2.1: Verdeling Landgebruik in Regio Oost Landgebruik Regio Oost oppervlak [ha.] percentage [%] grasland ,7% akkerbouw ,2% overige land- en tuinbouw ,6% loofbos ,2% naaldbos ,8% water ,4% bebouwing en infra ,2% natuur ,9% Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 7/32

12 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 8/32

13 3 Regionale verkenningen Droogteproblematiek is voor Regio Oost niet nieuw. Er wordt al heel lang gebruik gemaakt van wateraanvoer. Verder zijn de waterschappen de laatste jaren druk bezig met aanpassingen en maatregelen, die gericht zijn op actief peilbeheer, vroegtijdig opzetten van de stuwen in het voorjaar, langer vasthouden van water, herinrichting van het oppervlaktewaterstelsel om zo meer (grond-)water beschikbaar te hebben enz. Er wordt al een forse inspanning geleverd voor regionale zelfvoorziening. Ervaringen wijzen uit dat al deze maatregelen in droge en extreem droge perioden het watertekort niet opheffen. Het RBO Rijn-Oost is daarom in 2010 het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (voorheen Klimaat en Droogte) gestart. 3.1 Project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland Eerste verkenning (2010) Er is in 2010 een eerste snelle en globale verkenning uitgevoerd naar de droogteproblematiek binnen Rijn-Oost. Voor de eerste verkenning is opdracht verleend aan TAUW. Dit bureau heeft gerapporteerd op 3 januari 2011 (rapport Klimaat en Droogte, hoofdrapport en achtergronddocument, te raadplegen via Na verkenning van de huidige situatie zijn berekeningen gemaakt voor een mogelijke toekomstige situatie. Daarbij is gekozen voor de tijdhorizon van 2050 en het KNMI klimaatscenario W+. Dit scenario is het meest extreem als het gaat om de droogteproblematiek. Naast de gevolgen voor de waterhuishouding is gekeken naar de gevolgen voor de belangen landbouw, terrestrische en aquatische natuur, drinkwatervoorziening, recreatie, scheepvaart, stedelijk gebied en overige belangen. Tenslotte is gekeken naar de effecten op de maaivelddaling van veengebieden. Op basis van de rapporten van TAUW is in maart 2011 de regionale rapportage Regionale knelpuntenanalyse zoetwatervoorziening Regio Oost opgesteld. Aanvullende verkenningen Medio 2011 heeft TAUW opdracht gekregen tot aanvullende verkenningen. Het gaat om: aanscherping van de globale verkenning van 2010 een selectie van kansrijke maatregelen en strategieën voor Regio Oost Van deze verkenningen komt nog een rapportage. Deze is nu nog niet voorhanden. Wel zijn tussenresultaten gebruikt voor dit regionale rapport. Wat de aanscherping betreft gaat het om het volgende: Naast berekeningen met het KNMI klimaat scenario W+ -zijn nu ook berekeningen gemaakt met het klimaatscenario G. Daardoor ontstaat er meer inzicht in de een bandbreedte van de uitkomsten. Er is gebruik gemaakt van een verbeterde versie van het NHI. Dit betreft niet alleen generieke verbeteringen, maar ook gebiedsspecifieke verbeteringen. Daar is veel aandacht aan besteed. Het model levert nu betere berekeningsresultaten. Bepaalde resultaten zijn echter nog steeds een onderschatting van de werkelijke situatie. Zo wordt de aan te voeren hoeveelheid water nog steeds te laag berekend. Ook de stuwwallen worden nog niet correct gesimuleerd. Naast een scherper beeld van de kwantitatieve gevolgen van de klimaatverandering op de waterhuishouding is er meer aandacht besteed aan het aspect waterkwaliteit. De effecten op de functies landbouw, natuur, stedelijk gebied en scheepvaart zijn meer en beter in beeld gebracht. bij de landbouwschade is ook gekeken naar gevolgen van droogte op bepaalde momenten i.v.m. specifieke gewassen. bij natuur wordt ingezoomd op alle Natura 2000-gebieden Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 9/32

14 er wordt een beschouwing gegeven over de omvang van hittestress en de effecten daarvan er is meer aandacht besteed aan de gevolgen voor de scheepvaart 3.2 Resultaten van de verkenningen De resultaten van de verkenningen kunnen als volgt worden samengevat. Klimaatscenario s Er zijn berekeningen uitgevoerd met 2 klimaatscenario s: het G scenario en het W+ scenario. Het G-scenario wordt gekenmerkt door een stijging van de temperatuur. Daarmee gepaard gaat een stijging van zowel de neerslagsom als de verdampingssom. Per saldo blijft er meer water over. Het W+-scenario gaat naast een grotere temperatuurstijging ook uit van een verandering van luchtstroming. Dit leidt tot een toename van de neerslag in de winter, maar een afname daarvan in de zomer. De verdamping neemt daarnaast fors toe. Per saldo blijft er minder water over. De berekeningen met het G scenario laten in zowel gebieden met wateraanvoer als gebieden zonder aanvoer geen substantiële verandering van grondwaterstanden zien. De stuwwallen laten zelfs een verhoging van de grondwaterstand zien. Er doen zich bij dit scenario geen significante knelpunten voor. De situatie is ongeveer vergelijkbaar met het huidige klimaat, zij het dat de temperatuur wel hoger is en er naar verwachting een grilliger patroon van neerslag en verdamping zal voor komen. Dit laatste vraagt wel aandacht in verband met risico op wateroverlast. Het W+ scenario laat wel aanzienlijke effecten zien. Het gemiddelde neerslagoverschot op jaarbasis (verschil tussen neerslaghoeveelheid en verdamping) wordt kleiner: van zo n 280 mm/jaar naar 200 mm/jaar. Er is dus gemiddeld genomen minder water beschikbaar. Het droge jaar van 2003 is rond 2050 te beschouwen als een gemiddeld jaar. Door het KNMI wordt aanbevolen om voor droogte studies de zgn. +-scenario s te hanteren. Omdat het G-scenario op basis van de berekeningen niet leidt tot significante knelpunten en omdat het KNMI aangeeft dat voor Nederland de ontwikkeling volgens het W+scenario waarschijnlijk lijkt, wordt hieronder vooral een beeld geschetst op basis van het W+-scenario. De lezer zal dus moeten beseffen, dat het gaat om een uiterste ontwikkeling. Daar waar het G-scenario ook duidelijk leidt tot gevolgen zal dit beschreven worden. Waterhuishouding Hieronder staan de gevolgen van de klimaatverandering op de waterhuishoudkundige situatie omstreeks Gebieden met wateraanvoer De grondwaterstand in het voorjaar daalt gemiddeld 0 10 cm. De grondwaterstand in het najaar zakt dieper weg tussen de 10 en 25 cm (zie Figuur 3.1). Deze grondwaterstandsdalingen leiden tot afnemende afvoeren en vochttekorten. De wateraanvoer uit het hoofdsysteem loopt in droge zomers nu al tegen grenzen aan. In 2003 was de huidige infrastructuur (met een totale gemaalcapaciteit van 58 m 3 /s) net toereikend om aan de vraag naar water te kunnen voldoen. Als in 2050 de droogte van 2003 de gemiddelde situatie wordt, dan zullen er veel vaker watertekorten optreden. De piekbehoefte zal in de toekomst in droge jaren stijgen met zo n %. Van grote invloed hierop is de mate waarin er beregend zal gaan worden. In het G-scenario is de toename van de wateraanvoer beperkt en varieert tussen 3 5%. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 10/32

15 Door de vergrote aanvoer van water (er zal langer en meer water ingelaten worden) neemt het gehalte gebiedsvreemd water toe. Voor bepaalde functies is dit geen probleem. Het wordt een knelpunt als de wateren en natuurfunctie hebben. Het gehalte aan gebiedsvreemd water kan leiden tot een verslechtering van de waterkwaliteit voor aquatische natuurwaarden. Dit wordt versterkt door de gestegen watertemperatuur. Het aanbod van water uit het Hoofdsysteem is een factor van groot belang. Uit verschillende studies blijkt dat het aantal dagen met lage tot zeer lage Rijnafvoeren als gevolg van de klimaatverandering fors toeneemt in Dit kan gepaard gaan met een grote toename van het watergebruik langs de Rijn. De mate waarin is afhankelijk van de economische ontwikkeling. Beide ontwikkelingen grijpen sterk in op de beschikbaarheid van water in het hoofdsysteem. Figuur 3.1: GLG-verandering als gevolg van klimaatscenario W+ Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 11/32

16 Vrij-afwaterende gebieden Binnen Regio Oost is ongeveer 65% van het gebied vrij-afwaterend en kan niet van water worden voorzien. In het overgrote deel van het gebied is sprake van daling van de wintergrondwaterstand (GHG), Dat heeft ook z n effect op de voorjaarsgrondwaterstand. Deze daalt gemiddeld ongeveer 10 cm. Op de stuwwallen en hogere delen loopt dit op naar cm. De najaarsgrondwaterstand daalt gemiddeld cm (zie Figuur 3.1). Het gebied met een daling van cm neemt verder toe. Er is in dit gebied dus sprake van een structurele daling van de grondwaterstand over het hele jaar. In de zomers valt nu al een deel van het oppervlaktewaterstelsel droog. Droogval heeft een groot effect op de aquatische natuur. Deze droogval neemt qua oppervlak toe (ca. 15%) en ook qua duur (van nu dagen tot dagen in 2050). Zie ook Figuur 3.2. Hierbij moet bedacht worden dat deze kaart een onderschatting is. De droogval in kleinere waterlopen wordt door het NHI niet berekend. In het G-scenario is er alleen in een extreem droog jaar sprake van een geringe toename van het gebied met droogval. De waterkwaliteit wordt van 2 kanten bedreigd. De peilen en afvoeren in het oppervlaktewater nemen af, met als uiterste droogval van de waterloop. Daarnaast neemt de watertemperatuur toe. Kwelpatroon De belangrijkste kwelgebieden zijn de beekdalen en de flanken van de stuwwallen. Kwelstromen zijn van belang voor voeding van het oppervlaktewater en voor specifieke wateromstandigheden, waardoor bepaalde vegetaties voorkomen. Uit de verrichte berekeningen blijkt dat de kwel over het algemeen af neemt. Duidelijke kwelafname is zichtbaar in de beekdalen op het Drents Plateau, de noord- en oostflank van de Veluwe, de randen van de Sallandse heuvelrug. Er is geen beeld dat kwel omslaat in wegzijging. Het gaat over het algemeen om een afname. Figuur 3.2: Berekende toename droogval regionaal watersysteem door scenario W+ in gemiddeld jaar 1967 (links) en extreem droog jaar 1976 (rechts) Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 12/32

17 Landbouw Dalende grondwaterstanden leiden tot een afname van verdamping door de landbouwgewassen en daarmee tot droogteschade. Dit is te zien in de vochttekorten. Gemiddeld over Regio Oost loopt het vochttekort in een gemiddeld jaar van 23 mm. naar 57 mm. In extreem droge jaren verschuift het vochttekort van 80 mm. naar 149 mm. Uit andere studies blijkt dat de landbouw ook voordelen heeft bij de klimaatverandering, het groeiseizoen wordt langer. Dit geeft een toename van opbrengst. Echter een langer groeiseizoen neemt het feit van toename van het vochttekort in droge perioden niet weg. Gebieden met wateraanvoer Nu al is er gemiddeld een droogteschade van 5%. Dit percentage neemt door de klimaatverandering toe tot 13%. In droge jaren is er een toename van 19% naar 31%. Extra wateraanvoer kan een oplossing zijn, dit in combinatie met beregening om het water ook bij de plant te krijgen. Vrij-afwaterende gebieden In de vrij-afwaterende gebieden is er in een gemiddeld jaar een droogteschade van 8%. Dit percentage neemt als gevolg van de klimaatverandering toe tot 19%. In droge jaren is er een toename van 27% naar 40%. Het optredende vochttekort kan hier alleen door lokale maatregelen opgelost worden: beregening uit grondwater, waterconservering en opslag van water enz. Beregening In het NHI is een bepaald gebied opgenomen, waar uit grond- of oppervlaktewater kan worden beregend. De omvang van dit gebied en de locatie is gebaseerd op LEI-tellingen. Voor Regio Oost gaat om de volgende inventarisatie: Bron Totaal oppervlak in ha. Percentage van Regio Oost in % Percentage van landbouwgebied binnen Regio Oost in % Grondwater ,4 9,0 Oppervlaktewater ,0 3,3 Voor één beregeningsgift wordt uitgegaan van 25 mm. Voor deze knelpuntenanalyse is dit beregeningsbeeld als uitgangspunt genomen. Uit de berekeningen blijkt in een gemiddeld jaar op de meeste beregende percelen twee extra beregeningsgiften nodig. In een extreem droog jaar betreft dat op enkele percelen zelfs drie extra giften. De gemiddelde toename is circa 50 mm, ofwel 50% van de huidige gift. Bij klimaatscenario G in een gemiddeld jaar op de meeste beregende percelen 1 extra beregeningsgift nodig. In een extreem droog jaar zijn lokaal twee extra beregeningsgiften nodig. De gemiddelde toename is circa 10% van de huidige gift. Conclusie Uit de verkenningen blijkt dat de gemiddelde droogte-schade met een factor 2 à 2,5 toeneemt. In zeer droge jaren is de toename een factor 1,5 à 1,7. In die jaren zakt de grondwaterstand onder de huidige omstandigheden al dieper weg. Het effect van de klimaatverandering is dan relatief minder. De toename van de droogteschade wordt totaal becijferd op een bedrag van 74 miljoen/jaar (gemiddeld) tot 90 miljoen/jaar ( in zeer droog jaar). Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 13/32

18 Figuur 3.3: Percelen met beregening in Regio Oost Natuur Om de effecten op natuurwaarden te bepalen wordt onderscheid gemaakt in aquatische natuur en terrestrische natuur. De eerste is afhankelijk van de toestand van het oppervlaktewater, de laatste van de toestand van het grondwatersysteem. Aquatische natuur Het oppervlaktewaterstelsel krijgt te maken met 3 belangrijke invloeden. De watertemperatuur stijgt, in vrij-afwaterende gebieden zal er verlaging van het peil zijn met afname van de afvoer, verlaging van de stroomsnelheid en een toename van droogval en tenslotte in de wateraanvoergebieden zal er meer water worden aangevoerd. Uit onderzoek in Drenthe is bepaald dat tussen 1974 en 2009 de temperatuur van het water in kanalen, meren en rivieren is gestegen met resp. 0,8 1,3 en 1,1 graden. Bij voorzetting van deze trend zal zich omstreeks 2050 nog eenzelfde temperatuurstijging voordoen. De temperatuurstijging kan tot gevolg hebben dat nieuwe soorten zich gaan vestigen in de watergangen. Op zich een verschijnsel dat zich natuurlijk voordoet en niet direct maatregelen vraagt. Wel kan de stijging van de temperatuur in verontreinigde wateren leiden tot ongewenste effecten (bijv. algenbloei, zuurstofarmoede enz.). Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 14/32

19 De daling van peilen en toenemende droogval doet zich vooral voor in de bovenlopen van beken in de vrij-afwaterende gebieden. Droogval treedt nu ook al op en behoort bij het natuurlijk regime van sommige beken. Echter droogval kan ook door waterhuishoudkundige maatregelen zijn veroorzaakt. Als er dan een toename is kan dit leiden tot aantasting van de ecologische waarden. Daarnaast treedt in een zone om de gebieden met droogval een afname van de afvoer op met daling van stroomsnelheid. Ook dat kan leiden tot aantasting van ecologische waarden. Maatregelen in zo n situatie dienen er op gericht te zijn het natuurlijke systeem te herstellen. De inlaat van gebiedsvreemd water kan gevolgen hebben voor de voedselrijkdom en andere kwaliteitsparameters. Of dit schadelijk is hangt fa van de functie van het oppervlaktewater. Soms blijkt het hebben van een bepaalde waterstand nog belangrijker dan het hebben van een bepaalde kwaliteit. Met nadruk wordt er op gewezen dat er bij bovenstaande beoordeling het van belang is dat de oppervlaktewateren voldoen aan de KRW-doelen (het goed ecologisch potentieel). Als dat zo is, dan zijn ze beter bestand tegen klimaatverandering. Terrestrische natuur Voor de terrestrische natuur zijn er de volgende gevolgen: De grootste gevolgen treden op in de regenwatergevoede systemen (natte heide, hoogvenen en zure vennen). Er ontstaat een groter dynamiek van het grondwater met grote gevolgen voor de levende hoogvenen. In droge regenwatergevoede systemen zijn ook grote effecten. Die zijn niet per definitie negatief. Ze kunnen leiden tot een opener structuur, die gunstig is en ook kan de soortenrijkdom toenemen. In natte grondwatergevoede systemen (blauwgraslanden, kalkmoeras, broekbossen) zijn de hydrologische veranderingen beperkt. De aanvoer van grondwater verandert niet zo veel. Bovenlopen van beken zijn wel kwetsbaar. In laagveenmoerassen is door de aanvoer van water en drijvende kragges weinig veranderingen in (grond)waterdynamiek. De toename van aangevoerd water kan wel leiden tot eutrofiering. Op basis van deze informatie is gekeken naar de Natura 2000-gebieden. Conclusie is dat de gebieden, die vallen in de categorie Hoogveengebieden en Infiltratiegebieden met natte heide, hoogveen en vennen (dat zijn er 12 van de 36 in Regio Oost) grote risico s lopen voor het behalen van de instandhoudingsdoelen. Ook hier wordt er nadrukkelijk op gewezen dat er bij bovenstaande beoordeling van uit is gegaan, dat de benodigde maatregelen voor de Natura 2000-gebieden onder de huidige omstandigheden zijn uitgevoerd. Met andere woorden, de natuurgebieden zijn qua hydrologisch systeem in goede conditie gebracht. Dan blijken ze in belangrijke mate weerstand te kunnen bieden tegen de klimaatverandering. Voor mogelijke maatregelen moet gedacht worden aan: droge regenwaterafhankelijke systemen (droge heide, stuifzand, droge bossen) natte regenwaterafhankelijk systemen (hoogveen, vochtige heide, vennen) grondwaterafhankelijke natte systemen (natte schraalgraslanden en broekbossen) Oppervlaktewaterafhankelijke natte systemen (laagveenmoerassen) vergroten en verbinden gebieden + verdrogingsbestrijding aanvoer van water /- Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 15/32

20 Conclusie Het is van groot belang dat N2000-gebieden en KRW-wateren in goede conditie zijn. Dan blijken ze in belangrijke mate klimaatbestendig. Het vergroten en verbinden van natuurgebieden is een heel effectieve maatregel om de klimaateffecten op te vangen. Dit kan door het aanleggen van zogenaamde klimaatcorridors. De bronnen en bovenlopen van beken zijn onderhevig aan toenemende droogval. Herstel van het natuurlijke systeem is hier van groot belang. Drinkwatervoorziening De drinkwatervoorziening in Regio Oost komt qua hoeveelheden niet in de problemen door de klimaatverandering. Drinkwater wordt in Regio Oost voornamelijk uit grondwater gewonnen. Daar-naast is er de komende jaren nog wel een groei van het aantal inwoners en het aantal huishoudens, maar deze toename vlakt naar 2050 toe af. In sommige delen moet rekening gehouden worden met krimp. De drinkwatervraag neemt tijdens warme en droge perioden wel toe, dit leidt tot piekonttrekkingen. Het aantal tropische dagen stijgt rond 2050 naar verwachting van 4 naar 14 dagen. De piekonttrekking kan daarmee langer aanhouden met consequenties voor het gebied dat onder invloed van de winning staat. Uit schematische berekeningen voor een ongunstige situatie blijkt dat de omvang van het beïnvloede gebied niet verandert. Wel treedt in een zone van circa 200 tot 300 m rond de onttrekking tijdelijk een grotere grondwaterstandsverlaging op in de orde van 5 20 cm. Een deel van de grondwaterwinningen kent wateraanvoer om de effecten in de omgeving te beperken. Als er in droge zomers te weinig water is kan de beschikbaarheid teruglopen en kunnen ook hier de grondwaterstanden rond de winningen tijdelijk dalen. Er zijn 2 winningen in Regio Oost met specifieke knelpunten. De grondwaterwinning in Ruinerwold ligt onder een veenpakket. Dit pakket heeft een zuiverende werking op het grondwater. Door de klimaatverandering kan dit veenpakket sterker gaan oxideren en de zuiverende werking teniet doen. De winning bij Vechterweerd maakt gebruik van oeverinfiltratie. Bij lage afvoeren van de Vecht verslechtert de waterkwaliteit met gevolgen voor het bedrijfsproces. Scheepvaart Tijdens droge zomers treden structureel perioden op met lage tot zeer lage waterstanden op de IJssel (beneden de Overeengekomen Lage Rivierstand (OLR)). Dan zullen schepen met een diepgang van meer dan 3 m niet meer volgeladen kunnen worden. Dit leidt ook tot beperkingen bij sluizen. Zo zullen bij de sluis Eefde volgeladen klasse IV-schepen niet meer de sluis in kunnen varen. Deze belemmeringen hebben effecten op de reiskosten. In perioden van laagwater zullen deze met circa 10% stijgen. Verder nemen reistijden toe. Door meer scheepvaart bewegingen vanwege aflaadbeperkingen nemen wachttijden bij sluizen toe. In 2003 is er geen vaarverbod ingesteld, wel zijn er op de IJssel aflaadbeperkingen ingesteld. Op de kanalen werd groepsgewijs geschut om schutverliezen te beperken. Het jaar 2003 wordt op basis van het W+scenario omstreeks 2050 een gemiddelde situatie. Deze situatie kan zich dus vaker voordoen. Zeker als de afvoer van de Rijn onder invloed van de klimaatverandering vaker laag is. Recreatie Droge zomers worden door de recreatiesector als positief beoordeeld. Maar wat betreft het wateraspect zijn er ook kanttekeningen. De waterkwaliteit verslechtert over het algemeen. Dat betekent dat in droge jaren, als juist de behoefte aan zwemwater toeneemt, de geschiktheid van het oppervlaktewater om te zwemmen over het algemeen afneemt. Dit vraagt alertheid op het voorkomen van onveilige situaties. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 16/32

21 In Regio Oost wordt recreatief gevaren op rivieren, beken, meren en kanalen. Indien het huidige niveau van watervoorziening vanuit het hoofdsysteem wordt / kan worden gehandhaafd in 2050, dan zijn er geen extra knelpunten te verwachten. Naar verwachting zal wel door de toename van droge zomers het aantal boten toenemen. In combinatie met zuiniger omgaan met water kan dit leiden tot meer hinder bij sluizen. Stedelijk gebied Het belangrijkste knelpunt in stedelijk gebied is hittestress. De stedelijke omgeving heeft veelal een hoger temperatuur dan het omringende gebied. Voor een stad als Enschede kan dit verschil in een warme zomer oplopen tot 8 C. De temperatuur rond 2050 in Rijn- Oost is in het scenario W+ redelijk vergelijkbaar met de temperatuur van Parijs nu. Het aantal zomerse dagen zal met 100% toenemen en het aantal tropische dagen (>30 graden) zal zelfs verdrievoudigen. Reeds bestaande problemen ten aanzien van de leefbaarheid in de stad en bijvoorbeeld het stijgende mortaliteitscijfer gedurende een hittegolf zullen daarmee ook een groter probleem worden. Het W+scenario leidt tot uitzakkende peilen in het oppervlaktewater en lagere grondwaterstanden (circa 15 cm in stedelijk gebied). Hydrologisch knelpunt in de stad is dan vooral de verminderde mogelijkheid voor doorspoeling. Dit kan een risico opleveren op het gebied van volksgezondheid. De daling van de grondwaterstand leidt tot aantasting van de vegetatie, deze heeft een minder verkoelend effect. Dit leidt tot 1 graad temperatuurverhoging t.o.v. de huidige situatie. Al deze effecten samen (hogere temperatuur en verminderde mogelijkheid tot doorspoelen) vergroten de kans op stankoverlast, botulisme, blauwalg en vissterfte door zuurstofarm water. Dit laatste kan zich in hevige mate voordoen als na droge perioden door piekbuien de overstorten veel vuil op het oppervlaktewater brengen. In warme perioden zullen mensen geneigd zijn meer en vaker het oppervlaktewater voor recreatie te gebruiken (bootjes en zwemmen), waardoor ze risico nemen om met kwalitatief minder goed water in aanraking te komen. Vooral bomen en bloemperken in stedelijk gebied zullen vaker van een watergift moeten worden voorzien. Het openbaar groen in de vorm van gras en struiken zal naar verwachting geen extra maatregelen vergen. Omdat de klimaatverandering geleidelijk gaat, zal de vegetatie zich ook aanpassen (diepere beworteling) aan de hogere temperatuur en verminderde waterbeschikbaarheid. Maatregelen zullen allereerst gezocht moeten worden in de ruimtelijke inrichting van het stedelijk gebied. Dit ligt vooral voor de hand bij nieuwbouw en herstructurering. Voor bestaand stedelijk gebied is het raadzaam te kijken naar meer klimaatbestendige gewastypen. In stedelijk gebied zonder wateraanvoer (bijvoorbeeld Enschede) kan gedacht worden aan doorspoelen met grondwater. Ook afkoppelen en infiltreren kan helpen om grondwaterstanden hoger te houden. Andere maatregelen kunnen zich richten op het compenseren van hitte effecten. Groene daken en meer beschaduwing door extra bomen. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 17/32

22 Maaivelddaling Alleen in de gebieden waar een dikke veenlaag direct onder het maaiveld ononderbroken voorkomt zal de maaivelddaling door klimaatverandering merkbaar toenemen. Dit is met name het geval in de kop van Overijssel. Hier kunnen zich extra maaivelddalingen als gevolg van de klimaatverandering voordoen tot maximaal 10 cm. Deze daling komt dus bovenop de autonome daling als gevolg van het huidige waterbeheer. Bij de berekeningen is er van uitgegaan dat het waterpeil periodiek wordt aangepast aan de autonome maaivelddaling. Dit is in de praktijk niet het geval. Het waterschap probeert een zo hoog mogelijk peil te handhaven om de autonome daling te beperken. 3.3 Deltascenario s In de knelpuntenanalyse van 1 april 2011 is stilgestaan bij de consequenties van de Deltascenario s voor de watervraag en het wateraanbod binnen Regio Oost. De conclusie was de volgende: De ruimtelijke ontwikkelingen op basis van de landelijke GE (Global Economy) en RC (Regional Communities) scenario s voor de termijn van 2050 lijkt op voorhand niet veel te verschillen van de lange termijn verwachtingen en het strategisch ruimtelijk beleid van de drie provincies. Vanuit de regio behoeven ze nu geen aanpassing. Ook wordt geconstateerd dat de scenario s GE en RC ruimtelijk weinig onderscheidend zijn en daarmee ook weinig onderscheidend zullen zijn voor de watervraag. Bovendien voegen ze relatief weinig toe aan de status quo (referentiesituatie: huidig ruimtegebruik). Vanuit de vigerende ruimtelijke provinciale plannen kan geen opmerking gemaakt worden bij de ontwikkelingen met als horizon In de sociaal economische scenario s zijn geen aanpassingen binnen de beleidssectoren zelf meegenomen, die inspelen op de klimaatverandering. Verschillende onderzoeken laten zien dat bijvoorbeeld aanpassingen binnen de landbouw als andere bewerkingsmethoden, andere gewassen, betere fijnregeling van de bedrijfsvoering kan leiden tot aanzienlijke veranderingen in het watergebruik. Verwacht wordt dat de watervraag voor de langere termijn meer bepaald zal worden door dit soort maatregelen, dan door verschuiving in arealen. Op dit punt hebben zich verder geen ontwikkelingen voor gedaan. Daarom wordt vooralsnog deze conclusie gehandhaafd. 3.4 Kanttekeningen Bovenstaande uitkomsten zijn gebaseerd op berekeningen met het NHI. Ondanks de nodige aanpassingen van het NHI blijven er vragen over de betrouwbaarheid van uitkomsten. Daarom is bij de analyse van de uitkomsten ook zo veel mogelijk gebruik gemaakt van gebiedskennis. De interactie van de droogteproblematiek met wateroverlast en veiligheid, eveneens belangrijke aspecten van de klimaatverandering, heeft nu niet plaats gevonden. Bij de selectie van kansrijke maatregelen is dat zeker nodig. De bedrijfswaterhuishoudingsplannen, die in het kader van het project Landbouw op Peil zijn opgesteld voor 15 bedrijven, laten zien dat maatregelen tegen droogte direct van invloed zijn op toenemende kans op wateroverlast. Daarom is de wisselwerking tussen te nat en "te droog heel belangrijk. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 18/32

23 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 19/32

24 4 Samenvatting regionale knelpunten In dit hoofdstuk worden de regionale knelpunten in Regio Oost samengevat. Deze beschrijving is een aanscherping van die van vorig jaar. Er is niet afzonderlijk aangegeven waar deze aanscherping aan de orde is. Dit hoofdstuk geeft in deze een totaal overzicht. Gebied dat van water kan worden voorzien Wateraanvoer is van grote betekenis voor het in stand houden van de infrastructuur. Het voorkomt of beperkt opbrengstderving in de landbouw door het op peil houden van de grondwaterstand en het bieden van mogelijkheid van beregening. Wateraanvoer gaat extra maaivelddaling in veengebieden tegen en houdt waterlopen en kanalen bevaarbaar. De wateraanvoer uit het hoofdsysteem loopt in droge zomers nu al tegen grenzen aan. In 2003 was de huidige infrastructuur (met een totale gemaalcapaciteit van 58 m 3 /s) net toereikend om aan de vraag naar water te kunnen voldoen. Als in 2050 de droogte van 2003 de gemiddelde situatie wordt, dan zullen er veel vaker watertekorten optreden. De piekbehoefte zal in de toekomst in droge jaren stijgen met zo n %. Van grote invloed hierop is de mate waarin er beregend zal gaan worden. Het aanbod van water uit het Hoofdsysteem is een factor van groot belang. Uit verschillende studies blijkt dat het aantal dagen met lage tot zeer lage Rijnafvoeren als gevolg van de klimaatverandering fors toeneemt in Dit kan gepaard gaan met een grote toename van het watergebruik langs de Rijn. De mate waarin is afhankelijk van de economische ontwikkeling. Beide ontwikkelingen grijpen sterk in op de beschikbaarheid van water in het Hoofdsysteem voor Regio Oost. Vrij-afwaterend gebied Het overgrote deel van Regio Oost kent geen wateraanvoer. In droge perioden moet geteerd worden op de voorraad grond- en oppervlaktewater die in winter en voorjaar wordt opgebouwd. Deze is beperkt. In de zomers valt nu al een deel van het oppervlaktewaterstelsel droog. Deze droogval neemt qua oppervlak toe (ca. 15%) en ook qua duur (van nu dagen tot dagen in 2050). Droogval heeft een groot effect op de aquatische natuur. De waterkwaliteit wordt van 2 kanten bedreigd. De peilen en afvoeren in het oppervlaktewater nemen af, met als uiterste droogval van de waterloop. Daarnaast neemt de temperatuur toe. De grondwaterstand daalt structureel, dit leidt tot grotere vochttekorten. Het realiseren van een grotere mate van zelfvoorziening zal over grote gebieden aanpassingen van de infrastructuur vragen mogelijk in combinatie met aanpassing van het grondgebruik en of de herschikking van functies. Dit vraagt een langdurig bestuurlijk traject en grote investeringen. Landbouw Dalende grondwaterstanden leiden tot een afname van de verdamping door de landbouwgewassen en daarmee tot droogteschade. Uit de verkenningen blijkt dat onder het W+-scenario de gemiddelde droogteschade met een factor 2 tot 2,5 toeneemt. In zeer droge jaren is de toename een factor 1,5 tot 1,7. De toename van de droogteschade wordt totaal becijferd op een bedrag van 74 miljoen/jaar (gemiddeld) tot 90 miljoen/jaar (in zeer droog jaar). Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 20/32

25 Figuur 4.1: Wateraanvoer vanuit het hoofdsysteem Natuur Om de effecten op natuurwaarden te bepalen wordt onderscheid gemaakt in aquatische natuur en terrestrische natuur. aquatische natuur Het oppervlaktewaterstelsel krijgt te maken met 3 belangrijke invloeden. De temperatuur stijgt, in vrij-afwaterende gebieden zal er verlaging van het peil zijn en toename van droogval en in de wateraan-voergebieden zal er meer water worden aangevoerd. De temperatuurstijging kan met name in verontreinigde wateren leiden tot ongewenste effecten als algenbloei en zuurstofarmoede. De daling van peilen en toenemende droogval doet zich vooral voor in de bovenlopen van beken in de vrij-afwaterende gebieden. Deze gevolgen zijn van invloed als er sprake is van niet natuurlijke systemen. De inlaat van gebiedsvreemd water kan gevolgen hebben voor de voedselrijkdom en andere kwaliteitsparameters. terrestrische natuur Bij regenwatergevoede systemen (natte heide, hoogvenen en zure vennen) treden de grootste negatieve effecten op. Bij de overige systeemtypen lijken de effecten mee te vallen Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 21/32

26 Natura 2000-gebieden, die vallen in de categorie Hoogveengebieden en Infiltratiegebieden met natte heide, hoogveen en vennen (dat zijn er 12 van de 36 in Regio Oost) lopen dan ook het grootste risico. Bovenstaande inschatting gaat er vanuit dat de benodigde maatregelen voor de Natura 2000-gebieden en de KRW-wateren worden uitgevoerd. Met andere woorden, de natuurgebieden en oppervlaktewatersystemen zijn in goede conditie gebracht. Het vergroten en verbinden van natuurgebieden is een heel effectieve maatregel om de klimaateffecten op natuurwaarden op te vangen. Drinkwatervoorziening De drinkwatervoorziening komt qua hoeveelheden niet in de problemen. De drinkwatervraag neemt tijdens warme en droge perioden wel toe, dit leidt tot piekonttrekkingen. Daarmee kan het beïnvloede gebied rond de onttrekkingen veranderen. Uit berekeningen blijkt dat de omvang van het beïnvloede gebied niet verandert. Wel treedt in een zone van circa m rond de onttrekking tijdelijk een grotere grondwaterstandsverlaging op in de orde van 5 20 cm. Er is sprake van twee specifieke knelpunten: de winning van Ruinerwold krijgt te maken met verandering van de zuivering door het oxyderen van het aanwezige veenpakket. De winning Vechterweerd met oeverinfiltratie krijgt bij lage Vechtafvoeren te maken met achteruitgang van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Scheepvaart Tijdens laagwaterperioden volgens het W+scenario treden structureel lage tot zeer lage waterstanden op de IJssel op. Dit leidt tot aflaadbeperkingen en hinder bij sluizen. In perioden van laagwater zullen de reiskosten met circa 10% stijgen. In 2003 is er geen vaarverbod ingesteld, wel zijn er op de IJssel aflaadbeperkingen ingesteld. Het jaar 2003 wordt op basis van het W+scenario omstreeks 2050 een gemiddelde situatie. Recreatie In droge jaren neemt de geschiktheid van het oppervlaktewater om te zwemmen over het algemeen afneemt. Dit vraagt alertheid op het voorkomen van onveilige situaties. Naar verwachten zal door de toename van droge zomers het aantal recreatievaartuigen toenemen. In combinatie met zuiniger omgaan met water kan dit leiden tot meer hinder bij sluizen. Stedelijk gebied Steden zijn over het algemeen warmer dan het omringende gebied. In warme zomers kunnen de temperatuurverschillen tussen de stad als Enschede en het buitengebied oplopen tot 8 C. Als gevolg van de klimaatverandering kan dit effect iets groter worden en langer duren. Reeds bestaande problemen ten aanzien van de leefbaarheid in de stad en bijvoorbeeld het stijgende mortaliteitscijfer gedurende een hittegolf kunnen daarmee ook een groter probleem worden. De hogere temperatuur en de daling van de waterstand vergroot de kans op stankoverlast, botulisme, blauwalg en vissterfte. Dit laatste kan zich in hevige mate voordoen als na droge perioden door piekbuien de overstorten veel vuil op het oppervlaktewater brengen. Met name bomen en bloemperken in stedelijk gebied zullen vaker van een watergift moeten worden voorzien. Naar verwachting zullen maatregelen in de bebouwde omgeving vooral gezocht moeten worden in een goede (her)inrichting van het stedelijk gebied. Dit kan door voldoende groenvoorzieningen en waterpartijen, oriëntatie van bebouwing in relatie tot zon en beschaduw enz. Maaivelddaling In de kop van Overijssel kunnen zich extra maaivelddalingen tot max. 10 cm voordoen als gevolg van de klimaatverandering. Deze daling komt dus bovenop de autonome daling als gevolg van het huidige waterbeheer. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 22/32

27 Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 23/32

28 5 Strategieën en maatregelen 5.1 Inleiding Binnen het deelprogramma Zoetwater zijn 5 mogelijke strategieën ontwikkeld als oplossingsrichtingen. Ze staan gerangschikt op een assenkruis met horizontaal de uitersten: a) water volgt versus water stuurt en verticaal de uitersten b) overheid organiseert alles versus markt organiseert alles. Eind oktober 2011 is hier vanuit Regio Oost ambtelijk op gereageerd door het handelingsperspectief te schetsen bij elke strategie. De kern daarvan is als bijlage bij deze rapportage gevoegd. De 5 strategieën kunnen beschouwd worden als een beschrijving van de hoeken van het speelveld. Bij de strategieën behoren bouwstenen (pakketten van maatregelen), die invulling geven aan de strategie. Vanuit de mogelijke strategieën (2012) wordt gekomen tot kansrijke strategieën (voorjaar 2013) en vervolgens tot een keuze van een voorkeurstrategie (2014). Voor dit proces van inzoomen op kansrijkheid is het goed om vanuit regionaal perspectief eveneens het speelveld aan te geven. Dat kan worden gedaan door een aantal richtinggevende uitspraken. 5.2 Richtinggevende uitspraken Keuze van strategieën of maatregelen De 5 strategieën worden door Regio Oost gezien als theoretische hoekpunten van het hele speelveld. Er zal door de Regio straks geen eenduidige keuze gemaakt worden uit één van deze. De uiteindelijk te kiezen maatregelen en strategieën zullen per gebied of subgebied kunnen verschillen. Dit hangt af van kosten-baten, inpassing in het waterbeheer, de invloed van maatregelen op allerlei functies, het draagvlak voor en mogelijkheden van samenwerking bij bepaalde maatregelen, behoud en ontwikkeling van de regionale economie enz. Dit geldt zeker het hoofddilemma: weerstand bieden of meebewegen. De strategie weerstand bieden zal op de korte termijn (10 15 jaar) voor Regio Oost beslist nodig zijn. De strategie meebewegen kost tijd en is voor de lange termijn. Er moet daarmee echter nu wel een begin mee worden gemaakt. Overheid versus markt Een goede watervoorziening wordt primair gezien als een taak van de overheid. Deze zorgt voor een basisvoorziening. Net zoals in de huidige situatie zal ook in de toekomst geen volledige watervoorziening mogelijk zijn. Inzet is een goed niveau van watervoorziening afgestemd op de functies en ontwikkelingsmogelijkheden van de regionale economie. In het traject naar de Deltabeslissing toe zal bekeken en bepaald moeten worden tot hoever deze basisvoorziening ofwel de zorg van de overheid reikt. Voor een verdergaande watervoorziening ligt het initiatief bij de markt dan wel de gevolgen van een niet-volledige watervoorziening worden geaccepteerd. Wateraanvoer vanuit het Hoofdsysteem Een deel van Regio Oost kan van water worden voorzien, dat betreft ongeveer 35% van het oppervlak. De huidige aanvoercapaciteit (58 m 3 /s) is nu ongeveer toereikend voor 90 van de 100 jaar. Dus 1x per 10 jaar schiet de aanvoercapaciteit te kort en moeten er functies afgekoppeld worden. Als de klimaatverandering doorzet zal de aanvoercapaciteit vaker te kort schieten. Voor Regio Oost blijft wateraanvoer vanuit het hoofdsysteem voor het huidige gebied een noodzakelijke voorziening. Berekeningen laten zien dat handhaving van het huidige niveau van watervoorziening in 2050 een uitbreiding van de gemaalcapaciteit vraagt tussen de %. Daarom moet rekening gehouden worden met een aanvoer naar Regio Oost van m 3 /s. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 24/32

29 Waterverdeling op het Hoofdsysteem Binnen het Hoofdsysteem is er een bestaande verdeling van het inkomende Rijnwater over de takken. Eén van de mogelijke maatregelen is om daar deze verdeelsleutel te kijken en meer water naar de IJssel te voeren. Voor Regio Oost is aanpassing van deze verdeelsleutel in droge perioden een wezenlijke optie voor voorraadvorming op het IJsselmeer, behoud van de vaardiepte op de IJssel en behoud van de watervoorziening vanuit de IJssel (Twentekanalen). In Regio Oost wordt sterk ingezet op uitbreiding van vervoer over water vanuit duurzaamheid en economische ontwikkeling. Daarbij is zekerheid over zo min mogelijk stremmingen bij sluizen en vaarwegen door watertekorten een vereiste om deze tak van vervoer goed te kunnen ontwikkelen. Gebied dat niet van water kan worden voorzien Een groot deel van Regio Oost kan niet van water worden voorzien. Daar zal nog meer gewoekerd moeten worden met de eigen watervoorraad. Dit vraagt nieuwe ideeën en adaptatiestrategieën. Als deze adaptatie onvoldoende van de grond komt leidt dit in het vrijafwaterende gebied tot grote economische schade. Een indicatie hiervoor is de landbouwschade als gevolg van droogte. Deze neemt ten opzichte van nu met een factor 2,5 toe. En dat geldt voor heel hoog Nederland. Hier ligt een gezamenlijke opgave van Rijk en regio. Er zijn onderzoek, denkkracht, instrumenten en financiële middelen nodig om dit uit te werken en te realiseren. Waterkwaliteit en natuurbeleid De toename van droogval en afname van afvoer/stroomvoerendheid maken het halen van de KRW-doelen in vrijafwaterende gebieden twijfelachtig. De verrichte analyses laten zien dat het uitvoeren van de benodigde maatregelen voor Natura 2000-gebieden en KRW-wateren wel noodzakelijk is om de gevolgen van klimaatverandering goed op te kunnen vangen. Daarmee maken ze in feite onderdeel uit van het benodigde maatregelenpakket. Bij de herijking van het natuurbeleid en waterkwaliteitsbeleid is het klimaateffect daarom een belangrijk onderwerp. Transitie in grondgebruikfuncties Het inspelen op de klimaatverandering vraagt op de lange termijn om een transitie van grondgebruiksfuncties, zodat deze beter gerangschikt worden in het watersysteem en meer afgestemd op watervraag en wateraanbod. Daarmee kunnen de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw gediend worden en een robuuster structuur van natuurgebieden ontstaan. Voor zo n transitie is instrumentarium en zijn financiële middelen nodig. Stedelijk gebied De verrichte verkenningen laten zien dat in droge periode het aspect waterkwaliteit in en rond het stedelijke gebied veel meer aandacht vraagt. Dit lijkt nu nog onderschat. Een belangrijk aspect is daarbij is dat bij de overgang van droogte naar neerslag (2010, 2011) via de overstorten veel vuil op het oppervlaktewater komt. Dit heeft een zeer schadelijk effect. Inzet van Rijk en regio is nodig voor verdere verkenning van noodzakelijke voorzieningen. Een goede ruimtelijke inrichting van het stedelijk gebied is daarbij leidend. Verder dient maximaal ingezet te worden op afkoppelen om het (grond)watersysteem zo goed mogelijk te voeden. Kosten- batenanalyse De komende tijd zal het beoordelen van strategieën en maatregelen op basis kostenbatenanalyses aandacht vragen. Het is belangrijk om hier landelijk en regionaal één methode voor te kiezen, zodat analyses vergelijkbaar zijn. Bij het Rijk ligt het initiatief om hier met de regio s tot een gezamenlijke aanpak te komen. Regionale rapportage Regio Oost voor Deelprogramma Zoetwater - 25/32

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 mei 2011 Nummer 2011-05 Waterbeheerders spelen in op actuele situatie Ook in de afgelopen week is

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Effecten van klimaatscenario s 2014 op de zoetwatervoorziening van Nederland Resultaten NWM basisprognoseberekeningen in 2016

Effecten van klimaatscenario s 2014 op de zoetwatervoorziening van Nederland Resultaten NWM basisprognoseberekeningen in 2016 Effecten van klimaatscenario s 2014 op de zoetwatervoorziening van Nederland Resultaten NWM basisprognoseberekeningen in 2016 Judith ter Maat, Joachim Hunink, Marjolein Mens, Edwin Snippen Kennisdag Zoetwater

Nadere informatie

Droogtemonitor. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 28 juli 2015 Nummer 2015-9

Droogtemonitor. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 28 juli 2015 Nummer 2015-9 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor 28 juli 2015 Nummer 2015-9 Droogte iets afgenomen na neerslag Door de recente neerslag in Nederland

Nadere informatie

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 april 2011 Nummer 2011-03 Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Nadere informatie

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied Focus op funderingsschade Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer Opdrachtgever: het Deltaprogramma Doel Deltaprogramma Garanderen

Nadere informatie

Deltascenario s. Deltaprogramma

Deltascenario s. Deltaprogramma Deltaprogramma Deltascenario s Verkenning van mogelijke fysieke en sociaaleconomische ontwikkelingen in de 21 ste eeuw op basis van KNMI 06- en WLO-scenario s, voor gebruik in het Deltaprogramma 2011-2012

Nadere informatie

Droogtemonitor (update)

Droogtemonitor (update) Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor (update) 8 september 2015 (update van droogtemonitor 25 augustus) Nummer 2015-14 Droogte voorbij, afvoeren

Nadere informatie

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt Stellingen Sturen op basisafvoer Stelling 1: Voor ons watersysteem EN de daarin gepositioneerde grondgebruiksfuncties is DROOGTE een veel groter probleem dan WATEROVERLAST Argumenten stelling 1 Areaal

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 29 juli 2013 Nummer

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 29 juli 2013 Nummer Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 29 juli 2013 Nummer 2013-5 Neerslag draagt bij aan extra aanvoer van water, waterbeheerders houden waterkwaliteit

Nadere informatie

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen Doel pilot GGOR: Gewogen Grondwater- en Oppervlaktewater Regime Verbetering waterhuishouding voor zowel landbouw als natuur Betere stuurbaarheid waterpeil in Buulder Aa Natuurlijker peilverloop (winter

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Dinsdag 20 september 2011 Het Kompas te Smilde Programma van vanavond Tijd activiteit 19:30 start bijeenkomst 19:40 plenaire presentatie - voortraject

Nadere informatie

Nadere informatie. Weersverwachting

Nadere informatie. Weersverwachting Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 16 mei 2011 Nummer 2011-06 Droogtesituatie verandert weinig, ondanks regen De wateraanvoer van de Rijn

Nadere informatie

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden

Afstemming waterbeheer op functies en gebieden Afstemming op functies en gebieden Functie / Algemeen van toepassing op alle functies en en Landbouw Landbouw en landschap Natuur en landbouw Natuur en bos EHS Waterbeheer maakt het bedoelde gebruik van

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Bodem en Water, de basis

Bodem en Water, de basis Bodem en Water, de basis Mogelijkheden voor verbeteringen 5 febr 2018 Aequator Groen & Ruimte bv Het jaar 2017 April tot 30 juni April tot sept Aequator Groen & Ruimte bv 2 Jaar 2017 2017 Zomer warmer

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Analyse van de effecten en gevolgen van klimaatverandering op het watersysteem en functies

Analyse van de effecten en gevolgen van klimaatverandering op het watersysteem en functies Analyse van de effecten en gevolgen van klimaatverandering op het watersysteem en functies Regionale knelpuntenanalyse Zuid-Nederland (Fase 1) Definitief Maart 2011 Analyse van de effecten en gevolgen

Nadere informatie

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer Karen Meijer Joachim Hunink 1205221-002 Deltares,

Nadere informatie

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden 28 Watersysteem en ondergrond Het IJsselmeergebied is het grootste zoetwaterbekken van Nederland en zal in de toekomst steeds belangrijker worden voor de strategische zoetwatervoorziening. Daarnaast vormt

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

Inleiding. Waarom Ruimtelijke adaptatie? Doel en afbakening van het klimaatatelier. Proces

Inleiding. Waarom Ruimtelijke adaptatie? Doel en afbakening van het klimaatatelier. Proces Betreft Verslag klimaatatelier Goirle Project Klimaatateliers Hart van Brabant Van ORG-ID / HydroLogic Aan Gemeente Goirle Datum 7 juni 2016 Inleiding In opdracht van de werkgroep Afvalwaterketen van de

Nadere informatie

Studie naar de huidige en toekomstige waterbehoefte van stedelijke gebieden

Studie naar de huidige en toekomstige waterbehoefte van stedelijke gebieden Studie naar de huidige en toekomstige waterbehoefte van stedelijke gebieden extra aanvoer passieve infiltratie gronciwatervoorraad E,5 w 1,5.,/..,//1 4 4 4 5 4-- 2 E 1 4- ru 2,5 ir.lu -2-3 1 16 oktober

Nadere informatie

Extreme droogte 2018 Vechtstromen snakt (nog steeds) naar water

Extreme droogte 2018 Vechtstromen snakt (nog steeds) naar water Extreme droogte 2018 Vechtstromen snakt (nog steeds) naar water NHI in relatie tot de droogte van 2018 Hans Gels Inhoudsopgave Beheergebied Vechtstromen Watersysteem en - aanvoer Situatie afgelopen zomer

Nadere informatie

RISICOSIGNALERING Droogte

RISICOSIGNALERING Droogte RISICOSIGNALERING Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut IEIDING heeft invloed op de groei van planten en gewassen, op de grondwaterstanden en daarmee indirect op bijvoorbeeld energiebedrijven

Nadere informatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak Samenvating Plan van Aanpak Deelprogramma Rivieren In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen, omdat we ruimte nodig hadden voor wonen, werken en recreëren. Rivieren zijn bedijkt,

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 2. Kaart hydrologische effecten Met een hydrolgisch model zijn de effecten van de waterhuishoudkundige maatregelen uit het

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 26 augustus 2013 Nummer

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 26 augustus 2013 Nummer Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 26 augustus 2013 Nummer 2013-8 Neerslagtekort en lage grondwaterstanden ondanks neerslag nog niet voorbij

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

Droogtemonitor. Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 6 juni 2017 / nummer

Droogtemonitor. Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 6 juni 2017 / nummer Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor 6 juni 2017 / nummer 2017-4 Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar In Nederland is het momenteel droog. De verwachte neerslag deze

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 9 september 2013 Nummer

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 9 september 2013 Nummer Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 9 september 2013 Nummer 2013-9 Het neerslagtekort lijkt voor dit seizoen over het maximum heen en zal

Nadere informatie

Samenvatting 203 Klimaatverandering leidt volgens de voorspellingen tot een toename van de mondiale temperatuur en tot veranderingen in de mondiale waterkringloop. Deze veranderingen in de waterkringloop

Nadere informatie

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011

Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011 Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland Is het rijk aan zet? 1 Voorstudie PBL (2009) Speerpunten klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling: 1. Waterveiligheid 2. Zoetwatervoorziening 3. Klimaatbestendige

Nadere informatie

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem Water in beeld Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem Waterschap Brabantse Delta zorgt zowel voor de aan- en afvoer van water als ook voor de kwaliteit ervan. Zo kunnen recreanten op

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG T 070-456 00 00 F 070-456 11 11 Datum 4 september 2018 Onderwerp

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN JOS SCHOUWENAARS WETTERSKIP FRYSLÂN VEENWEIDE SYMPOSIUM 11 APRIL 2019 OPZET PRESENTATIE 1. Wat is de

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Intentieverklaring Deltawet (2011) Deltaprogramma met deelprogramma s Deltafonds Een pot geld Deltacommissaris Wim Kuijken Deltabeslissingen Deltaprogramma

Nadere informatie

Klimaat en Droogte. Achtergrondrapport

Klimaat en Droogte. Achtergrondrapport Klimaat en Droogte Achtergrondrapport 3 januari 2011 Klimaat en Droogte Achtergrondrapport Verantwoording Titel Klimaat en Droogte Opdrachtgever Regionaal Bestuurijk Overleg (RBO) Rijn-Oost, voor deze

Nadere informatie

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Conferentie Kennis voor Klimaat WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Vz: Cees Moons Organisatie: Aad Sedee & Aalt Leusink 27 november 2008 Context Adaptatieprogramma

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1

Nadere informatie

Klimaatverandering in Utrecht. Erwin Rebergen Beheerder/Beleidsadviseur stedelijk water gemeente Utrecht Groenmoetjedoen!

Klimaatverandering in Utrecht. Erwin Rebergen Beheerder/Beleidsadviseur stedelijk water gemeente Utrecht Groenmoetjedoen! Klimaatverandering in Utrecht Erwin Rebergen Beheerder/Beleidsadviseur stedelijk water gemeente Utrecht Groenmoetjedoen!-dag,12 juni 2016 De klimaatopgave, omgaan met 1. Intensievere neerslag 2. Stijging

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei 8-2-2017 Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Het Limburgse waterschap Peel en Maasvallei (P&M) heeft in 2010 het Nieuw Limburgs

Nadere informatie

Zoetwatervoorziening Oost Nederland. Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Bijlagenrapport

Zoetwatervoorziening Oost Nederland. Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Bijlagenrapport Zoetwatervoorziening Oost Nederland Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Bijlagenrapport Zoetwatervoorziening Oost Nederland Bijlagenrapport 15 oktober 2012 Verantwoording Titel Opdrachtgever Projectleider

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Ruimte om te leven met water

Ruimte om te leven met water Ruimte om te leven met water Het huidige watersysteem is volgens de nieuwe In de toekomst wil het waterschap een zoveel Om de benodigde ruimte aan hectares te verwerven inzichten niet meer op orde. Aanpassingen

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd/in

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00 Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee Waterschap Velt en Vecht wil graag een natuurlijker Schoonebeekerdiep dat meer water kan opvangen. Langs de beek blijft landbouw de belangrijkste bestemming.

Nadere informatie

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw Provincie Limburg Maastricht, 14 september 216 Joris Schaap, Profiel 214 heden Zelfstandig hydroloog en bodemkundige 28-214 Adviseur water in het landelijk

Nadere informatie

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal De aanleiding voor het onderzoek Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal betreft de voorgenomen verruiming

Nadere informatie

19. Verzilting: (Paragraaf 5.3/5.4 + achtergronddocument)

19. Verzilting: (Paragraaf 5.3/5.4 + achtergronddocument) Betreft Verduidelijking van effecten van Verdieping NWW Project P797 Van HydroLogic Aan Havenbedrijf Rotterdam Datum 08-03-2016 1 Inleiding Rijkswaterstaat heeft, als Bevoegd Gezag voor de ontgrondingvergunning

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Verzilting in Laag Nederland Themabijeenkomst Verzilting en Waterkwaliteit. Joost Delsman, Deltares

Verzilting in Laag Nederland Themabijeenkomst Verzilting en Waterkwaliteit. Joost Delsman, Deltares Verzilting in Laag Nederland Themabijeenkomst Verzilting en Waterkwaliteit Joost Delsman, Deltares Verzilting in Nederland 1. Open verbindingen met de zee 2. Uitstromend brak grondwater Open verbindingen

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer 2013-10 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 september 2013 Nummer 2013-10 Laatste Droogtebericht 2013. De neerslag in de afgelopen periode heeft

Nadere informatie

Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming. Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico.

Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming. Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico. Hitte, Droogte, Wateroverlast en Overstroming Koersdocument Aa en Maas: Hoge Zandgronden Beekdalen Dorpen en Steden Restrisico Water Ruimte Omgevingswet 2 3 Januari 2019: Huidige grondwaterstanden laag

Nadere informatie

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater De wateraanvoer van de Rijn is laag voor de tijd van het jaar, hij bedraagt momenteel 1165 m3/s. Naar verwachting

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Deltaprogramma Zoetwater. Deltaprogramma Samenvating knelpuntenanalyse en mogelijke strategieën

Deltaprogramma Zoetwater. Deltaprogramma Samenvating knelpuntenanalyse en mogelijke strategieën Deltaprogramma Zoetwater Deltaprogramma 2013 Samenvating knelpuntenanalyse en mogelijke strategieën Deltaprogramma Zoetwater Deltaprogramma 2013 Samenvating probleemanalyse en mogelijke strategieën Programmateam

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario

Nadere informatie

Klimaatverandering op de droge zandgronden: effecten en mogelijke adaptatiestrategieën

Klimaatverandering op de droge zandgronden: effecten en mogelijke adaptatiestrategieën Klimaatverandering op de droge zandgronden: effecten en mogelijke adaptatiestrategieën 24 april 2014, Presentatie voor KLV Alumnikring Noord, Assen Adri van den Brink Met dank aan de collega-onderzoekers

Nadere informatie

Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018

Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018 Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018 Afspraken verdeling van focus DP Ruimtelijke Adaptatie Stedelijk gebied Gemeenten (verbinding

Nadere informatie

Regionaal neerslagtekort loopt verder op, waterkwaliteit blijft een aandachtspunt

Regionaal neerslagtekort loopt verder op, waterkwaliteit blijft een aandachtspunt Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 5 augustus 2013 Nummer 2013-6 Regionaal neerslagtekort loopt verder op, waterkwaliteit blijft een aandachtspunt

Nadere informatie

ZOETWATERVOORZIENING HOGE ZANDGRONDEN

ZOETWATERVOORZIENING HOGE ZANDGRONDEN ZOETWATERVOORZIENING HOGE ZANDGRONDEN OP WEG NAAR EEN STRATEGIE EN UITVOERINGS- PROGRAMMA VOOR DE REGIO'S OOST EN ZUID: SPAREN, AANVOEREN, ACCEPTEREN/ADAPTEREN 90% VERSIE 14 februari 2014 Voortschrijdend

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Deltaprogramma. Deltamodel. Het waterstaatkundig modelinstrumentarium voor het Deltaprogramma

Deltaprogramma. Deltamodel. Het waterstaatkundig modelinstrumentarium voor het Deltaprogramma Deltaprogramma Deltamodel Het waterstaatkundig modelinstrumentarium voor het Deltaprogramma Deltamodel Het Deltamodel is een modelinstrumentarium dat gebruikt kan worden bij de waterstaatkundige onderbouwing

Nadere informatie

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma I IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied I Colofon Samengesteld door: MWH B.V. www.mwhglobal.nl Fotografie: Foto kaft: Foto s Flora en Fauna: Oplage:

Nadere informatie

Verklaring van Hoog & Droog

Verklaring van Hoog & Droog Verklaring van Hoog & Droog Aangenomen bij acclamatie op woensdag 6 juni bij Burgers Zoo te Arnhem Over de andere kant van de Delta Verklaring van Hoog & Droog Conclusies en adviezen geformuleerd tijdens

Nadere informatie

Voorbeeld kaartvervaardiging: kreekruginfiltratie De volgende 5 factoren zijn gebruikt voor het bepalen van de geschiktheid voor kreekruginfiltratie:

Voorbeeld kaartvervaardiging: kreekruginfiltratie De volgende 5 factoren zijn gebruikt voor het bepalen van de geschiktheid voor kreekruginfiltratie: Verkennen van grootschalige potentie van kleinschalige maatregelen Binnen Kennis voor Klimaat worden kleinschalige maatregelen ontwikkeld om de zoetwatervoorziening te verbeteren. In deze studie worden

Nadere informatie

Droogtebericht. Waterbeheerders nemen extra maatregelen tegen aanhoudende droogte. Watermanagementcentrum Nederland

Droogtebericht. Waterbeheerders nemen extra maatregelen tegen aanhoudende droogte. Watermanagementcentrum Nederland Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 23 mei 2011 Nummer 2011-07 Waterbeheerders nemen extra maatregelen tegen aanhoudende droogte Afgelopen

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 22 juli 2013 Nummer

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 22 juli 2013 Nummer Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 22 juli 2013 Nummer 2013-4 Wateraanvoer en watervoorziening zijn op peil, watertemperatuur loopt op

Nadere informatie

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen. Extra WKC bericht Datum: 11-7-2018 Situatie: Aanhoudende droogte Afweging en advies Afgelopen twee dagen is er geen neerslag van betekenis gevallen. De grondwaterstanden en afvoeren zijn laag voor de tijd

Nadere informatie

Deltaprogramma Zoetwater. Samenvatting. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Zoetwater. Samenvatting. Plan van Aanpak Samenvatting Plan van Aanpak Nederland is zoetwaterland We hebben een belangrijk deel van onze welvaart en welzijn te danken aan een uitstekende zoetwatervoorziening. We gebruiken zoet water als drinkwater,

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen. Extra WKC bericht Datum: 12-7-2018 Situatie: Aanhoudende droogte Afweging en advies Afgelopen twee dagen is er geen neerslag van betekenis gevallen. De grondwaterstanden en afvoeren zijn laag voor de tijd

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas Sebastiaan Schep sebastiaan.schep@witteveenbos.com Aanleiding voor mijn verhaal Ik maak

Nadere informatie

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend

Nadere informatie

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP] TOELICHTING INDICATIEVE SCENARIOBEREKENING Voor het herstel van de natuur in de N2000 gebieden zijn enkele indicatieve scenarioberekeningen uitgevoerd ter verkenning van het effect op het (kwantitatieve)

Nadere informatie

Van harte welkom op de bewonersavond. WaardeVOL Brummen. 26, 27 en 28 november 2018

Van harte welkom op de bewonersavond. WaardeVOL Brummen. 26, 27 en 28 november 2018 Van harte welkom op de bewonersavond WaardeVOL Brummen 26, 27 en 28 november 2018 Doel Dit project gaat over een toekomstbestendige inrichting en beheer van uw leefomgeving. Samen met u willen wij voorwaarden

Nadere informatie

Zoetwatervoorziening Oost Nederland. Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Hoofdrapport

Zoetwatervoorziening Oost Nederland. Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Hoofdrapport Zoetwatervoorziening Oost Nederland Gevolgen van droogte voor het waterbeheer Hoofdrapport Zoetwatervoorziening Oost Nederland Gevolgen van droogte voor het waterbeheer 15 oktober 2012 Verantwoording

Nadere informatie

Regionale Klimaateffectatlas

Regionale Klimaateffectatlas Regionale Klimaateffectatlas Projectcode MR12039 Datum Regionale Klimaateffectatlas Versie 1.0 Opdrachtgever stadsregio Rotterdam Opdrachtnemer IGWR Inleiding De stadsregio Rotterdam werkt sinds 2008 aan

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 7 juli 2014 Nummer 2014-12

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 7 juli 2014 Nummer 2014-12 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 7 juli 2014 Nummer 2014-12 Zuid-Nederland vrij droog; in Maas en Rijn voldoende water beschikbaar De

Nadere informatie

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 28 april 2014 Nummer 2014-5

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 28 april 2014 Nummer 2014-5 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 28 april 2014 Nummer 2014-5 Droog voor de tijd van het jaar, maar de situatie is goed beheersbaar Door

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nederland op orde: vandaag en morgen Wim Kuijken / Bart Parmet 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2

Nadere informatie