Akoestisch onderzoek ALDI-markt, Buinerstraat 8 te Borger. Rapport R01a. Postbus AA ASSEN

Transcriptie

1 Akoestisch onderzoek ALDI-markt, Buinerstraat 8 te Borger Rapport R01a Opdrachtgever: Grontmij Nederland bv Postbus AA ASSEN 15 juni 2011 JD

2 2 Rapport R01a INHOUD BLAD 1. INLEIDING 4 2. SITUATIE Ligging Bedrijfssituatie 5 3. NORMSTELLING Activiteitenbesluit Indirecte hinder 6 4. MEET- EN REKENVOORSCHRIFT 7 5. GELUIDSGEGEVENS REKENMODEL Algemeen Stationaire geluidsbronnen Verkeersbewegingen Lossen vrachtwagens Maximale geluidsbronnen REKENMODEL Algemeen Toetspunten Geluidoverdracht Beoordeling van tonaliteit bij achteruitrijdende vrachtwagens BEREKENINGSRESULTATEN Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Maximale geluidsniveaus Bestaande situatie versus nieuwbouw Afscherming BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) Algemeen Maatregelen volgens BBT INDIRECTE HINDER SAMENVATTING EN CONCLUSIE 20

3 3 Rapport R01a FIGUREN 1 Overzicht van de bestaande situatie 2 Overzicht te realiseren situatie 3 Overzicht rekenmodel (industrielawaai) - exclusief geluidsbronnen 4-5 Overzicht rekenmodel (industrielawaai) - inclusief geluidsbronnen 6 Situering geluidsscherm 7-8 Overzicht rekenmodel wegverkeerslawaai (indirecte hinder) BIJLAGEN 1 Begrippen 2 Algemene geluidsvoorschriften als verbonden aan het Activiteitenbesluit 3 Overzicht van de in het akoestisch rekenmodel ingevoerde objecten 4 Overzicht van de in het akoestisch rekenmodel ingevoerde geluidsbronnen 5 Berekeningsresultaten langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus 6 Berekeningsresultaten maximale geluidsniveau 7 Berekeningsresultaten na realisatie afscherming 8 Invoergegevens en resultaten indirecte hinder

4 4 Rapport R01a 1. INLEIDING In opdracht van Grontmij Nederland bv te Assen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de ter vervanging van de bestaande supermarkt nieuw te realiseren ALDI-markt aan de Buinerstraat te Borger. De ALDI-markt valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Het doel van het onderzoek is het bepalen van de te verwachten geluidsniveaus vanwege de inrichting in de omgeving (prognose), ten behoeve van de te doorlopen (plan)procedures. De geluidsniveaus worden getoetst aan de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften. De geluidsniveaus in de omgeving zijn berekend overeenkomstig de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai van 1999 (uitgave VROM). De gehanteerde akoestische begrippen worden in bijlage 1 toegelicht. 2. SITUATIE 2.1. Ligging De inrichting, bestaande uit een ALDI-markt met bijbehorend buitenterrein, is gevestigd aan de Buinerstraat 8 binnen de bebouwde kom van Borger. Het terrein grenst aan de noordzijde aan de Buinerstraat. Oostelijk ligt een bos-/groenperceel. Ten zuiden en westen liggen op relatief korte afstand woningen van derden. In zuidelijke richting betreft het de woningen aan de Sassenbergen, gelegen op een afstand variërend van circa 5 tot 14 m tot de terreingrens van de inrichting (woningen Sassenbergen 31 t/m 39). Aan de westzijde ligt de woning Buinerstraat 6, op een afstand van circa 4 m tot de terreingrens van de inrichting. Een overzicht van de bestaande situatie is gegeven in figuur 1. Nieuwbouw Het bestaande pand, met een bruto vloeroppervlak van ruim 980 m 2 wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe ALDI-markt met een bruto vloeroppervlak van circa 1250 m 2. In de huidige situatie is de hoofdentree van de bestaande ALDI-markt gesitueerd aan de noordzijde. In de situatie na uitbreiding wordt deze verplaatst naar de noordwestzijde. Het laden en lossen vindt in de huidige situatie plaats aan de oostzijde, met vanaf de losplaats direct zicht op de achtergelegen woningen aan de Sassenbergen. Het nieuw te realiseren winkelpand wordt voorzien van een overkapte laad- en losruimte.

5 5 Rapport R01a De indeling van het buitenterrein wordt op de nieuwe situatie aangepast. Het aantal parkeerplaatsen wordt uitgebreid van 75 in de bestaande situatie tot 81 in de situatie na nieuwbouw. Een overzicht van de te realiseren situatie is gegeven in figuur Bedrijfssituatie Openingstijden De openingstijden van de supermarkt zijn: maandag t/m vrijdag: uur; zaterdag: uur. Mogelijk wordt in de zomermaanden (toeristisch seizoen) ook op zondag de supermarkt geopend. Vooralsnog zijn deze plannen niet concreet. Het Activiteitenbesluit maakt geen onderscheid in de beoordeling tussen werkdagen en zon- en feestdagen. Verkeer Conform opgaaf bedraagt na realisatie van de nieuwbouw het te verwachten aantal verkeersbewegingen 1 van personenauto s naar en van de supermarkt 1990 per werkdag. Ten opzichte van de bestaande situatie komt dit overeen met een toename van circa 40%. Voor de bevoorrading wordt rekening gehouden met 4 vrachtwagens (= 8 vrachtverkeersbewegingen) per dag. Ten opzichte van de bestaande situatie komt dit overeen met een toename met 1 vrachtwagen per dag. In de bestaande situatie vindt een deel van de bevoorrading vóór plaats. Ter beperking van de geluidbijdrage naar de omgeving wordt de aan- en afvoer in de nieuw te realiseren situatie volledig beperkt tot de dagperiode. Laden en lossen De vrachtwagens worden over het algemeen direct gelost. De effectieve laad- en losduur bedraagt circa 30 minuten per vrachtwagen. Bepalend voor de geluidemissie vanwege het laden en lossen is het met rolcontainers in en uit de laadbak rijden van de vrachtwagen. 1 Eén maal aankomst en vertrek komt overeen met twee verkeersbewegingen.

6 6 Rapport R01a Stationaire geluidsbronnen Ten behoeve van de koeling wordt op het dak van de nieuwbouw de volgende apparatuur opgesteld: geluidarme luchtgekoelde condensor, merk ECO, type ACE 64D2-DV (1 4 koelventilatoren), geluidsniveau conform opgaaf leverancier: 32 db(a) op 10 m afstand. Direct naast de overkapte laad- en losruimte wordt een geluidarme (schroef)perscontainer opgesteld, van het type: Pressto, geluidsniveau conform opgaaf leverancier: < 65 db(a) op 1 m afstand. 3. NORMSTELLING 3.1. Activiteitenbesluit De ALDI-markt betreft een type B inrichting als bedoeld in het Activiteitenbesluit en valt daarmee onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Een overzicht van de algemene geluidsvoorschriften zoals deze verbonden zijn aan het besluit is gegeven in bijlage 2 van dit rapport Indirecte hinder In het Activiteitenbesluit zijn geen voorschriften opgenomen met betrekking tot indirecte (geluid)hinder vanwege verkeer rijdend over de openbare weg naar en van de inrichting. In het kader van de te doorlopen bestemmingsplanprocedures is het echter wenselijk dat de indirecte hinder inzichtelijk wordt gemaakt. Voor de beoordeling van de indirecte hinder wordt aangesloten bij de circulaire van 29 februari 1996 "Beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening Wet milieubeheer" (Staatscourant 44, d.d. 1 maart 1996). In deze circulaire wordt geadviseerd het geluid, veroorzaakt door verkeer van en naar de inrichting op de openbare weg, te beoordelen op een wijze die nagenoeg overeenkomt met de wijze waarop verkeerslawaai wordt beoordeeld. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de etmaalwaarde van het door de verkeersbewegingen veroorzaakte equivalente geluidsniveau (L Aeq ). Bij vergunningverlening kan gebruik worden gemaakt van de bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) en de maximale grenswaarde van 65 db(a) op de gevels van woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen. Een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde kan worden toegestaan wanneer bronmaatregelen of maatregelen

7 7 Rapport R01a in de overdracht redelijkerwijs niet uitvoerbaar zijn. Voldaan moet worden aan een binnenwaarde van 35 db(a) als etmaalwaarde. Situatie ALDI-markt, Borger De inrichting wordt ontsloten via de Buinerstraat. Het merendeel van het verkeer bereikt de inrichting vanuit westelijke richting en verlaat deze in westelijke richting. In de situatie na nieuwbouw is het terrein voorzien van twee in-/uitritten. De meest westelijke in-/uitrit is bestemd voor de personenauto s en aankomend vrachtverkeer. De meest oostelijke uitrit is uitsluitend bestemd voor vertrekkende vrachtwagens. Dit wordt op het terrein van de inrichting ook als zodanig aangegeven. De achterliggende reden is dat op deze wijze de bevoorrading efficiënt en verkeersveilig kan worden afgewikkeld. 4. MEET- EN REKENVOORSCHRIFT Met ingang van 12 december 2006 is het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 in werking getreden. Bepaling van het equivalente geluidsniveau moet overeenkomstig dit voorschrift plaatsvinden volgens één van de methoden van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai 1999 (publicatie VROM, uitgave Samsom), onder de in de handleiding genoemde voorwaarden. In de toelichting van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 wordt gesteld dat in de Wet milieubeheer geen meet- en rekenvoorschriften zijn opgenomen en dat het de aanbeveling verdient de handleiding toe te passen. De metingen en berekeningen zijn derhalve uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai van Deze handleiding geeft richtlijnen en aanwijzingen voor het meten en berekenen van het geluid afkomstig van inrichtingen, waarop de Wet milieubeheer (Wm) of een gemeentelijke verordening van toepassing is. De Handleiding vormt tevens de basis voor de ministeriële beschikking ex artikel 73 van de Wet geluidhinder betreffende de zonering van industrieterreinen. Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van de specialistische methoden, Module C/Methode II.

8 8 Rapport R01a 5. GELUIDSGEGEVENS REKENMODEL 5.1. Algemeen Met behulp van een akoestisch rekenmodel (zie hoofdstuk 6) worden de geluidsniveaus in de omgeving berekend. In de berekeningen wordt uitgegaan van de in dit hoofdstuk omschreven geluidsbronnen en bedrijfstijden als representatieve bedrijfssituatie. De ligging van de ingevoerde geluidsbronnen is weergegeven in de figuren 4 en Stationaire geluidsbronnen Koeling De op het dak van het zuidoostelijke deel van de nieuwbouw te plaatsen condensorbank is voorzien van 4 koelventilatoren. De totale bronsterkte (L W ) van de unit is vastgesteld op basis van door de leverancier verstrekte emissiegegevens en bedraagt L W = 63 db(a), overeenkomend met L W = 57 db(a) per koelventilator. De geluidemissie wordt gerepresenteerd door de bronnen 01 t/m 04. De lagere koelbehoefte in de avond- en nachtperiode is verdisconteerd in het bedrijfsduurpercentage. Het aangehouden bedrijfsduurpercentage bedraagt 100% in de dagperiode, 75% in de avondperiode en 50% in de nachtperiode. Perscontainer De geluidemissie vanwege de perscontainer, opgesteld naast de overkapte laad- en losruimte, wordt gerepresenteerd door bron 05. Op basis van de door de leverancier verstrekte gegevens bedraagt de vastgestelde bronsterkte L W = 73 db(a). De perscontainer is een aantal malen daags kortdurend in gebruik. De effectieve bedrijfsduur bedraagt naar verwachting 1 uur in de dagperiode en 0,25 uur in avondperiode Verkeersbewegingen De geschematiseerde rijroutes van de personenauto s en vrachtwagens zijn weergegeven in figuur 4 en 5 [mobiele bronnen pa-01 t/m pa-06 en vw-01 t/m vw-03]. Het rijden met de winkelwagens over het buitenterrein wordt gerepresenteerd door de mobiele bronnen w-01 t/m w-06. Een overzicht van de ingevoerde mobiele bronnen, met de ingevoerde voertuigbewegingen (heen en terug komt overeen met 2 voertuigbewegingen), de gemiddelde rijsnelheid en de bijbehorende bronsterkte is gegeven in tabel 1.

9 9 Rapport R01a Tabel 1: Overzicht van de ingevoerde mobiele bronnen Omschrijving mobiele bron Aantal voertuigbewegingen L W Rijsnelheid (zie figuur 4 en 5) dag avond nacht [db(a)] [km/uur] pa-01 personenauto's - P pa-02 personenauto's - P pa-03 personenauto's - P pa-04 personenauto's - P pa-05 personenauto's - P pa-06 personenauto's - P vw-01 vrachtverkeer - aankomst vw-02 vrachtverkeer - achteruit, incl. K vw-03 vrachtverkeer - vertrek w-01 winkelwagens - P w-02 winkelwagens - P w-03 winkelwagens - P w-04 winkelwagens - P w-05 winkelwagens - P w-06 winkelwagens - P Toelichting tabel 1 Personenauto s Rekening houdend met de wekelijkse koopavond van Borger en als gevolg daarvan meer drukte in de supermarkt wordt voor de verdeling van het aantal verkeersbewegingen van de personenauto s uitgegaan van 1684 in de dagperiode (08.00 tot uur, gemiddeld circa 153 bewegingen per openingsuur) en 306 in de avondperiode (supermarkt geopend van uur, gemiddeld 2 x 153= 306 bewegingen per openingsuur). Alle personenauto s bereiken en verlaten de inrichting via de westelijke in-/uitrit. Op het terrein zijn ruwweg 2 rijroutes te onderscheiden: rijroute P1, waarbij geparkeerd wordt aan de westzijde van het winkelpand (41 parkeerplaatsen) en rijroute P2, waarbij geparkeerd wordt aan de noord- en oostzijde van het winkelpand (totaal 40 parkeerplaatsen). De rijroutes P1 en P2 zijn ieder opgedeeld in 3 deelrijroutes. Voor de verdeling van de verkeersbewegingen over de betreffende deelrijroutes is rekening gehouden met de gangbare praktijk dat er bij voorkeur dicht bij de entree van het winkelpand geparkeerd. De turn over factor van de dichtstbijzijnde parkeerplaatsen is hoger dan die van de verder van de entree gesitueerde parkeerplaatsen. De gemiddelde bronsterkte van een rustig rijdende personenauto bedraagt L W = 89 db(a).

10 10 Rapport R01a Vrachtverkeer De vrachtwagens bereiken het terrein via de westelijke in-/uitrit, steken achteruit naar de overkapte losplaats en vertrekken vervolgens via de oostelijke uitrit. De vrachtwagens rijden/manoeuvreren op laag toerental. De equivalente bronsterkte bedraagt gemiddeld L W = 101 db(a) 2. De bronsterkte van een op hoog toerental draaiende transportkoeling, type ThermoKing of vergelijkbaar, is op basis van representatieve metingen elders vastgesteld en bedraagt eveneens L W = 101 db(a). Het aantal vrachtwagens bedraagt 4 in de dagperiode (tussen en uur). Het gebruik van de transportkoeling is in het rekenmodel verdisconteerd middels het invoeren een extra rijbeweging. Bij het achteruit naar de losplaats rijden van de aankomende vrachtwagens treedt mogelijk de achteruitrijdsignalering in werking. De equivalente bijdrage vanwege het kortdurend piepen is verwaarloosbaar, echter vanwege de herkenbaarheid van het geluid dient rekening te worden gehouden met een strafcorrectie K 1 = 5 db. Deze is verdisconteerd in de bronsterkte (zie ook paragraaf 6.3). Winkelwagens Op basis van representatieve metingen elders is voor het rijden met winkelwagens naar en van geparkeerde auto s een bronsterkte vastgesteld van L W = 85 db(a). Uitgangspunt is dat het bedrijfsterrein c.q. de rijbaan over het bedrijfsterrein conform de huidige situatie relatief vlak (asfalt of vergelijkbaar) wordt uitgevoerd. In de maximaal representatieve bedrijfssituatie maakt circa 75% van de klanten die met de personenauto zijn gekomen gebruik van een winkelwagen om de gekochte producten naar de auto te brengen Lossen vrachtwagens Het lossen van de vrachtwagens wordt gerepresenteerd door de puntbronnen 06 en 07. De te lossen vrachtwagen staat met de open achterzijde onder de overkapping. Bepalend voor de geluidemissie naar de omgeving is het rijden met rolcontainers in de laadbak van de vrachtwagen. Het geluid wordt via de vloer en wanden van de laadbak geëmitteerd naar de omgeving. De equivalente bronsterkte bedraagt gemiddeld L W = 79 db(a). Deze waarde is vastgesteld op basis van representatieve metingen elders. 2 In principe is dit een worst-case scenario, omdat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de aanvoer door reguliere vrachtwagens met een bronsterkte van L W = 101 db(a) tijdens rustig rijden en lichte vrachtwagens / bestelwagens met een bronsterkte van circa L W = db(a).

11 11 Rapport R01a Tijdens het lossen wordt de vrachtwagenmotor uitgezet. Ook de transportkoeling is tijdens het lossen uitgeschakeld (koelen met geopende laadbak is ook weinig zinvol) Maximale geluidsbronnen Maximale geluidsniveaus worden veroorzaakt door kortstondig optredende geluiden met een verhoogde geluidemissie. Voor de supermarkt zijn de volgende maximale geluidsbronnen ingevoerd: max-01 t/m max-09: dichtslaan autoportier 3, L W,max = 98 db(a); max-10: optrekken/wegrijden vrachtwagen, L W,max = 103 db(a); max-11: oppakken/plaatsen perscontainer, L W,max = 103 db(a). Bovengenoemde maximale geluidsbronnen zijn maatgevend ten opzichte van overige maximale bronnen als het rammelen van winkelwagens [L W,max 97 db(a)] en maximale geluidsniveaus ten gevolge van laden en lossen [L W,max 98 db(a)]. De perscontainer wordt gemiddeld één maal per maand (in de dagperiode) gewisseld en is daarmee feitelijk te beschouwen als een incidentele geluidsbron en vormt geen onderdeel van de representatieve bedrijfssituatie. Ten behoeve van de volledigheid worden de te verwachten maximale geluidsniveaus vanwege het wisselen wel inzichtelijk gemaakt. 6. REKENMODEL 6.1. Algemeen De inrichting en de omgeving zijn verwerkt in een akoestisch rekenmodel. Daarbij is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie V1.81 van dgmr-software. Een overzicht van de in het rekenmodel opgenomen objecten is met coördinaten, hoogten, reflectiecoëfficiënten en bodemfactoren gegeven in bijlage 3. Een overzicht van de in het rekenmodel ingevoerde geluidsbronnen met coördinaten, hoogten en octaafbandspectra is gegeven in bijlage 4. Voor terreinverharding en omliggende wegen is een bodemfactor B = 0,0 (reflecterend) aangehouden. Voor het niet gedefinieerde bodemgebied is een bodemfactor B = 0,8 (grotendeels absorberend) aangehouden. Een overzicht van het akoestisch rekenmodel met de ligging van de objecten, bodemvlakken en toetspunten is gegeven in figuur 3. De ligging van de ingevoerde geluidsbronnen is weergegeven in de figuren 4 en 5. 3 Bij het onevenredig hard dichtklappen van autoportieren kan de maximale bronsterkte variëren van circa 99 db(a) tot circa 105 db(a). Hoewel op voorhand niet is uit te sluiten dat dergelijke maximale geluidsniveaus zich van tijd tot tijd voor kunnen doen, worden deze niet representatief geacht.

12 12 Rapport R01a 6.2. Toetspunten De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus zijn berekend ter plaatse van de omliggende woningen en overige geluidsgevoelige bestemmingen op een beoordelingshoogte van h o = + 1,5 meter (beoordelingsniveau dagperiode) en h o = + 5 meter (beoordelingsniveau avond- en nachtperiode). Het pand Buinerstraat 1 heeft een bovenwoning. De ingevoerde beoordelingshoogte bedraagt h o = + 5 meter. In het pand Buinerstraat 4 is een peuterspeelzaal gevestigd. De voormalige woning Buinerstraat 2 doet dienst als kantoor/atelier en is geen geluidsgevoelige bestemming. Toetspunt 11 (appartementengebouw Molenborg ) is toegevoegd ten behoeve van de beoordeling van de indirecte hinder. De ligging van de toetspunten is gegeven in figuur Geluidoverdracht Met behulp van het geluidoverdrachtmodel is voor iedere geluidsbron het gestandaardiseerde immissieniveau L i op het berekeningspunt bepaald. Uit het gestandaardiseerde immissieniveau wordt per beoordelingsperiode en per relevante bedrijfstoestand het langtijdgemiddelde deelgeluidsniveau L Aeqi,LT bepaald volgens: L Aeqi,LT = L i - C b - C m - C g waarin: C b = bedrijfstijdcorrectieterm C m = meteocorrectieterm C g = gevelreflectieterm Aangezien, voor zover van toepassing, is gerekend met invallend geluid is de gevelreflectieterm C g = 0 db. In de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (zie hoofdstuk 4) wordt als beoordelingsgrootheid het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT in db(a) gehanteerd. Deze grootheid is gebaseerd op het equivalente geluidsniveau L Aeq,T waarbij rekening wordt gehouden met de afzonderlijke geluidbijdragen tijdens verschillende bedrijfstoestanden van de inrichting, alsmede het karakter van het geluid (impulsachtig, tonaal, muziek) en de meteocorrectie. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT wordt voor elke beoordelingsperiode (dag-, avond- of nachtperiode) bepaald uit de energetische sommatie van de deelbeoordelingsniveaus L Ari,LT voor de verschillende bedrijfstoestanden. Het deelbeoordelingsniveau

13 13 Rapport R01a L Ari,LT wordt voor elke afzonderlijke beoordelingsperiode en voor elke verschillende bedrijfstoestand bepaald uit: L Ari,LT = L Aeqi,LT + K x waarin: L Aeqi,LT = het langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau voor elke afzonderlijke bedrijfstoestand; K x = is een straffactor voor tonaal geluid (K 1 = 5 db), impulsgeluid (K 2 = 5 db) of muziekgeluid (K 3 = 10 db). Het optreden van eventuele piekgeluiden tengevolge van de inrichting wordt uitsluitend beoordeeld als maximale geluidsniveaus die inherent zijn aan de aard van de bedrijfsactiviteiten waarvoor vergunning wordt gevraagd. Tijdens het achteruitrijden van de vrachtwagens is ter plaatse van de dichtstbijzijnde woningen aan de Sassenbergen (waar de achteruitrijdsignalering mogelijk herkenbaar is) het motorgeluid van de vrachtwagen bepalend voor het langtijdgemiddelde deelgeluidsniveau. De strafcorrectie K 1 = 5 db is verdisconteerd in de bronsterkte (bron vw-02). Het berekende A-gewogen equivalente geluidsniveau komt overeen met het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau Beoordeling van tonaliteit bij achteruitrijdende vrachtwagens Een discussiepunt is de beoordeling van tonaliteit bij het achteruitrijden van vrachtwagens. Bij formele toepassing van de Handleiding 1999 moet de straffactor K 1 = 5 db worden toegekend op het langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau per bedrijfstoestand, indien van toepassing. In de Handleiding 1999 wordt in Module D (bijlagen) een aantal voorbeelden gegeven aangaande het toepassen van strafcorrecties (tonaal/impuls) in relatie tot de te onderscheiden bedrijfstoestanden. De voorbeelden zijn eenduidig interpreteerbaar en van toepassing op industriële geluidsbronnen met duidelijk omschreven bedrijfstijden. Op pagina 192 van de Handleiding wordt in de derde alinea gesteld: N.B. Het kan voorkomen dat bij zeer complexe situaties de exacte tijden dat een bedrijfstoestand van een tonale bron en overige bronnen optreedt, niet bekend zijn. In een dergelijke situatie dient bij het bepalen van het beoordelingsniveau de toeslag met gezond verstand te worden toegepast. De exacte tijdstippen waarop het achteruitrijden van vrachtwagens met signalering plaatsvindt, zijn niet bekend. Ook het samengaan met andere niet stationaire geluidsbronnen is uit de aard niet op voorhand aan te geven. Om de berekeningen exact volgens de Handleiding 1999 uit te voeren, zou een onderverdeling in bedrijfstoestanden moeten worden gemaakt, waarbij het achteruitrijden van vrachtwagens met signalering en overige bronnen als bedrijfstoestand wordt beschouwd en alleen overige bronnen. Daarbij zou dan ook een inschatting moeten worden gemaakt van de gelijktijdigheid van signalering/overige bronnen. Omdat deze inschatting op voorhand niet goed kan worden gegeven, en omdat het

14 14 Rapport R01a beschouwen van slechts één bedrijfstoestand met een straffactor K 1 = 5 db op de totale geluidsniveaus niet overeenkomstig de werkelijkheid is, is de in het voorgaande aangegeven werkwijze gevolgd, waarbij het achteruitrijden van vrachtwagens als afzonderlijke bedrijfstoestand wordt gezien met straffactor K 1 = 5 db op alleen deze geluidsbron. 7. BEREKENINGSRESULTATEN 7.1. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus In bijlage 5.1 is een overzicht gegeven van de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus L Ar,LT invallend op de toetspunten. In de berekeningen is uitgegaan van de geluidsgegevens en bedrijfstijden als omschreven in hoofdstuk 5 als representatieve bedrijfssituatie (RBS). Bijlage 5.2 en 5.3 geeft voor de maatgevende toetspunten een overzicht van de deelbijdrage per bron. Een samenvatting van de resultaten is gegeven in tabel 2. Tabel 2: Berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus L Ar,LT in db(a) invallend op de toetspunten (RBS) Toetspunt en omschrijving L Ar,LT [db(a)] dagperiode avondperiode nachtperiode h o = + 1,5 m h o = + 5 m h o = + 5 m 01 woning Buinerstraat 6 (oostgevel) woning Buinerstraat 6 (noordgevel) Buinerstraat 4 (peuterspeelzaal) bedrijfswoning Buinerstraat 1 38 (h o = +5 m) woning De Baander woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woning Sassenbergen * De ligging van de toetspunten is gegeven in figuur 3 Uit de resultaten volgt dat, met uitzondering van de woning Buinerstraat 6, wordt voldaan aan in het Activiteitenbesluit opgenomen grenswaarden van respectievelijk 50 db(a) in de dagperiode, 45 db(a) in de avondperiode en 40 db(a) in de nachtperiode. Ter plaatse van de woning Buinerstraat 6 worden de grenswaarden met 3 db(a) in de dagperiode en 5 db(a) in de avondperiode overschreden. Bepalend zijn de verkeersbewegingen van de personenauto s en het rijden met de winkelwagens.

15 15 Rapport R01a 7.2. Maximale geluidsniveaus De berekende maximale geluidsniveaus zijn gegeven in bijlage 6.1 en samengevat in tabel 3. Tabel 3: Overzicht van de berekende maximale geluidsniveaus L Amax in db(a), invallend op de toetspunten (RBS) Toetspunt en omschrijving L Amax [db(a)] dagperiode avondperiode nachtperiode h o = + 1,5 m h o = + 5 m h o = + 5 m 01 woning Buinerstraat 6 (oostgevel) woning Buinerstraat 6 (noordgevel) Buinerstraat 4 (peuterspeelzaal) bedrijfswoning Buinerstraat 1 52 (h o = +5 m) woning De Baander woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woningen Sassenbergen woning Sassenbergen * De ligging van de toetspunten is gegeven in figuur 3 De maximale geluidsniveaus worden veroorzaakt door laad- en losactiviteiten. Onder het verruimde begrip laad- en losactiviteiten wordt tevens verstaan het op en van het terrein rijden, dichtklappen autoportieren, rijden met winkelwagens etc. Overeenkomstig artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit zijn maximale geluidsniveaus ten gevolge van laad- en losactiviteiten in de dagperiode uitgesloten van toetsing (zie ook bijlage 2). De in het Activiteitenbesluit opgenomen grenswaarden voor de avond- en nachtperiode bedragen respectievelijk 65 en 60 db(a). In de nachtperiode wordt aan de grenswaarde van 60 db(a) voldaan. In de avondperiode wordt de grenswaarde van 65 db(a) overschreden ter plaatse van de noord- en oostgevel van de woning Buinerstraat 6. Ter plaatse van de woning Sassenbergen 31 wordt de grensvan in de avondperiode minimaal overschreden. Perscontainer De te verwachten maximale geluidsniveaus vanwege het incidenteel wisselen van een perscontainer zijn gegeven in bijlage 6.2. Het maximale geluidsniveau bedraagt ten hoogste L Amax = 82 db(a) invallend op de woningen aan de Sassenbergen. Het oppakken en plaatsen valt onder laad- en losactiviteiten en betreft een incidentele activiteit en is derhalve geen onderdeel van de toetsing.

16 16 Rapport R01a 7.3. Bestaande situatie versus nieuwbouw Woningen aan de Sassenbergen In de bestaande situatie maken de personenauto s en vrachtwagens gebruik van een rondrijroute om het gebouw. Lossen van de vrachtwagens vindt plaats met direct zicht op (en dus directe geluidemissie naar) de woningen aan de Sassenbergen. Met de nieuwbouw komt de bestaande rondrijroute te vervallen. De nieuwe loslocatie wordt zodanig uitgevoerd dat de geluidemissie vanwege laad- en losactiviteiten in de richting van de woningen aan de Sassenbergen wordt afgeschermd. Verder komen de bestaande parkeerplaatsen op het zuidoostelijke deel van het terrein te vervallen. Voor de woningen aan de Sassenbergen wordt daarmee ten opzichte van de bestaande situatie een verbetering van de akoestische situatie gerealiseerd. Woning Buinerstraat 6 In de bestaande situatie bevindt zich op de erfscheiding, tussen de supermarkt en de woning Buinerstraat een 3 tot 4 m hoge coniferenhaag. De coniferenhaag onttrekt de parkeerplaats aan het zicht en voorkomt lichthinder door inschijnende koplampen van de parkerende auto s. De geluidafschermende werking is echter verwaarloosbaar. In de situatie na nieuwbouw rijdt het vrachtverkeer rechtstreeks naar de losruimte en niet meer langs de oostgevel van de woning Buinerstraat 6. Daar tegenover staat dat ten opzichte van de huidige situatie het aantal rij- en parkeerbewegingen westelijk van supermarkt met circa een factor twee zal toenemen. Maatgevend voor de geluidsbelasting op de woning zijn met name de verkeersbewegingen en het rijden met de winkelwagens. Zonder aanvullende maatregelen c.q. afscherming neemt de geluidsbelasting invallend op de oostgevel met circa 3 db toe ten opzichte van de bestaande situatie. De ter plaatse van de woning Buinerstraat 6 in de avondperiode optredende maximale geluidsniveaus zijn in de bestaande situatie vergelijkbaar aan deze als berekend voor de te realiseren situatie na nieuwbouw (zie tabel 3). Voor de nachtperiode geldt dat in de bestaande situatie bevoorrading voor uur plaats vindt. Het maximale geluidsniveau vanwege de rondrijdende vrachtwagen(s) bedraagt ter plaatse van de woning Buinerstraat 6 circa 70 tot 72 db(a). De grenswaarde van 60 db(a) in de nachtperiode wordt in de bestaande situatie overschreden. In de situatie na nieuwbouw is de bevoorrading beperkt tot de dagperiode; in de nachtperiode wordt voldaan aan de grenswaarde Afscherming In bijlage 7.1 en 7.2 is een overzicht gegeven van respectievelijk de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidsniveaus invallend op de omliggende woningen na (mogelijke) maatregelen. De onderzochte maatregelen bestaan uit:

17 17 Rapport R01a - de realisatie van een 3 meter hoog scherm op de terreingrens, evenwijdig aan de oostgevel van de woning Buinerstraat 6; - de realisatie van een 2 m hoog scherm op de zuidelijke terreingrens, richting de woning Sassenbergen 31. De ligging van de mogelijk te plaatsen geluidsschermen is weergegeven in figuur 6. Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus na realisatie afscherming In de dagperiode bedraagt de beoordelingshoogte h o = +1,5 m. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau invallend op zowel de oost- als de noordgevel van de woning Buinerstraat 6 bedraagt na realisatie van het 3 m hoge scherm L Ar,LT = 44 db(a) in de dagperiode. Aan de toelaatbare waarde van 50 db(a) wordt voldaan. In de avondperiode bedraagt de beoordelingshoogte h o = +5 m. Bepalend voor de geluidsbelasting op de woning Buinerstraat 6 zijn de rijbewegingen met de personenauto s en winkelwagens. De rijbaan over het terrein ligt op enige afstand van het scherm. Uit aanvullende berekeningen (niet bijgevoegd) volgt dat om op een hoogte van h o = + 5 m te voldoen aan de grenswaarde van 45 db(a) in de avondperiode het scherm ten minste 4,5 m hoog met zijn. Een dergelijk hoog geluidsscherm is vanuit planologisch/stedenbouwkundig oogpunt niet realistisch. Met een scherm van 3 m hoogte wordt op een begane grondniveau het geluidimmissieniveau aanzienlijk beperkt. Het effect van de afscherming op een beoordelingshoogte van +1,5 m is groter dan de toename van de geluidsbelasting op een beoordelingshoogte van +,5 m. Maatwerkvoorschrift Het bevoegd gezag kan in afwijking van de standaard voorschriften middels maatwerkvoorschriften andere (hogere) waarden voor het toelaatbaar te achten langtijdgemiddelde beoordelingsniveau vaststellen. In de afweging dienen in ieder geval de bestaande situatie en de (on)mogelijkheden tot het treffen van geluidreducerende c.q. afschermende voorzieningen te worden betrokken. Verder dient in de woning in ieder geval te worden voldaan aan een etmaalwaarde van 35 db(a) (= 30 db(a) in de avondperiode). Uitgaande van een standaard dakopbouw (pannen, houten dakbeschot afgetimmerd met multiplex of gips) bedraagt de gevelgeluidwering van de op de verdieping gelegen slaapkamers van de woning Buinerstraat 6 ten minste G A = 22 tot 25 db(a). Zonder afscherming bedraagt het te verwachten binnenniveau in de woning ten hoogste = 31 db(a) in de dagperiode en = 28 db(a) in de avondperiode.

18 18 Rapport R01a Maximale geluidsniveaus na realisatie afscherming Het berekende maximale geluidsniveau invallend op de woning Buinerstraat 6 bedraagt na realisatie van het 3 m hoge scherm (zie figuur 6) ten hoogste L Amax = 63 db(a) op een beoordelingshoogte van h o = +5 m. Aan de toelaatbare waarde van 65 db(a) in de avondperiode wordt voldaan. Uit bijlage 7.2 volgt verder dat met het aangegeven 2 m hoge scherm op de zuidelijke terreingrens ter hoogte van de woning Sassenbergen 31 wordt voldaan aan de ter plaatse van de woning toelaatbare waarde van ten hoogste 65 db(a) in de avondperiode. 8. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) 8.1. Algemeen Op grond van artikel 8.11, derde lid, van de Wet milieubeheer dienen de beste beschikbare technieken (BBT) te worden toegepast. Dit betekent dat in de eerste plaats getracht moet worden de nadelige gevolgen voor het milieu die door de inrichting kunnen worden veroorzaakt helemaal te voorkomen. Als dat niet mogelijk is moeten voorschriften zoveel mogelijk bescherming bieden tegen die gevolgen. Pas als de daarvoor nodige inspanningen tegen de grens liggen van wat redelijkerwijs kan worden gevergd, hoeven die voorschriften niet strenger te zijn. Voor de supermarkt betekent dit, vrij vertaald, dat ten aanzien van het milieuaspect geluid onnodige geluidemissie zoveel mogelijk moet worden voorkomen tenzij dit, om bijvoorbeeld technische, operationele en/of economische redenen, niet mogelijk is Maatregelen volgens BBT Binnen de inrichting worden de volgende geluidreducerende maatregelen getroffen, overeenkomend met de beste beschikbare technieken: toepassing van relatief stille koelapparatuur; realisatie van een overkapte losplaats; tijdens lossen uitschakelen van de motor en koeling van de vrachtwagen; geoptimaliseerde indeling van het buitenterrein; de aan- en afvoer vindt uitsluitend plaats in de dagperiode. Eventueel is middels de plaatsing van geluidsschermen een verdergaande geluidreductie te realiseren. Voor zover schermen dienen te worden toegepast (e.e.a. in overleg met het bevoegd gezag) moeten deze gesloten en kierdicht worden uitgevoerd met een massa van ten minste 10 kg/m 2.

19 19 Rapport R01a 9. INDIRECTE HINDER De berekening van de geluidsbelasting vanwege het verkeer rijdend over de openbare weg naar en van de inrichting is uitgevoerd volgens de Standaard Rekenmethode II voor wegverkeer van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder Daarbij is gebruik gemaakt van het programma Geomilieu, module RMW-2006, versie 1.81 van dgmrsoftware. Een overzicht van het rekenmodel met de ligging van de objecten, wegen en rekenpunten is gegeven in figuur 7. Een overzicht van de in het rekenmodel ingevoerde wegen is gegeven in bijlage 8. In de berekening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Uitgangspunten berekening indirecte hinder In de bestaande situatie bedraagt het aantal personenautobewegingen 1420 per werkdag, waarvan 1202 in de dagperiode ( 109 per openingsuur) en 218 in de avondperiode ( 218 per openingsuur). In de situatie na nieuwbouw bedraagt het aantal personenautobewegingen 1990 per werkdag, waarvan 1684 in de dagperiode ( 153 per openingsuur) en 306 in de avondperiode ( 306 per openingsuur). Het merendeel van de personenauto s (70%) bereikt de inrichting vanuit westelijke richting en verlaat deze in westelijke richting. Voor het vrachtverkeer wordt er vanuit gegaan dat zowel in de bestaande als nieuwe situatie deze de inrichting vanuit westelijke richting bereiken en in westelijke richting verlaten. Het aantal vrachtwagens bedraagt in de bestaande situatie 1 in de nachtperiode en 2 in de dagperiode. In de situatie na nieuwbouw wordt voor de dagperiode rekening gehouden met een extra vrachtwagen. In de bestaande situatie zijn de beide in-/uitritten in gebruik voor zowel de personenauto s als het vrachtverkeer. Na nieuwbouw wordt de meest oostelijke uitrit alleen gebruikt door de vertrekkende vrachtwagens. De Buinerstraat is voorzien van (fijn) asfalt, de maximumsnelheid bedraagt 50 km/uur. De in-/uitritten zijn voorzien van klinkers. De rijsnelheid ter plaatse bedraagt 30 km/uur (= minimale invoer rekenmodel). Resultaten Uit de resultaten volgt dat in de bestaande situatie ter plaatse van de omliggende woningen wordt voldaan aan de voor indirecte hinder geldende voorkeursgrenswaarden van respectievelijk 50, 45 en 40 db(a) in de dag-, avond- en nachtperiode.

20 20 Rapport R01a In de situatie na nieuwbouw wordt eveneens aan deze waarden voldaan, met uitzondering van de woning Buinerstraat 6. Ter plaatse van de woning wordt de voorkeursgrenswaarde van 45 db(a) in de avondperiode met ten hoogste 2 db(a) overschreden, aan de maximale grenswaarde van 65 db(a) wordt voldaan. In paragraaf 7.3 is reeds aangegeven dat de te verwachten gevelgeluidwering ten minste 22 tot 25 db(a) bedraagt. Het te verwachten binnenniveau bedraagt ten hoogste = 25 db(a). Bepalend is met name het verkeer over de westelijk in-/uitrit. 10. SAMENVATTING EN CONCLUSIE In opdracht van Grontmij Nederland bv te Assen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de ter vervanging van de bestaande supermarkt nieuw te realiseren ALDI-markt aan de Buinerstraat te Borger, met als doel het bepalen van de te verwachten geluidsniveaus vanwege de inrichting in de omgeving (prognose), ten behoeve van de te doorlopen (plan)procedures. De geluidsniveaus worden getoetst aan de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften. Uit de resultaten volgt dat met de realisatie van een tweetal geluidsschermen als aangegeven in figuur 6, ter plaatse van de omliggende woningen grotendeels kan worden voldaan aan de standaard geluidsvoorschriften als opgenomen in het Activiteitenbesluit. Zowel voor de bestaande situatie, als de situatie na nieuwbouw geldt dat in de avondperiode, op een beoordelingshoogte van +5 m het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau invallend op de oostgevel van de woning Buinerstraat 6 meer bedraagt dan 45 db(a). Vanwege de beoordelingshoogte is reductie door afscherming niet mogelijk. Wel wordt met de realisatie van een 3 m hoog scherm op een beoordelingshoogte van +1,5 m voldaan aan de grenswaarde van 45 db(a) in de avondperiode. Het bevoegd gezag kan in afwijking van de standaard voorschriften middels maatwerkvoorschriften andere (hogere) waarden voor het toelaatbaar te achten geluidsniveau vaststellen. In de afweging dienen in ieder geval de bestaande situatie en de (on)mogelijkheid tot het treffen van verdere geluidreducerende c.q. afschermende voorzieningen te worden betrokken. Een nadere beschrijving is gegeven in paragraaf 7.3. De indirecte hinder, veroorzaakt door bedrijfsverkeer rijdend over de openbare weg naar en van de inrichting, is getoetst aan de grenswaarden als gegeven in de circulaire van 29 februari 1996 "Beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening Wet milieubeheer". Uit de resultaten volgt dat in de situatie na uitbreiding de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde met ten hoogste 2 db(a) wordt overschreden ter plaatse van de woning Buinerstraat 6. Aan de maximale grenswaarde van 65 db(a) wordt

21 21 Rapport R01a voldaan. Het toelaatbare binnenniveau van 30 db(a) in de avondperiode wordt niet overschreden. WNP raadgevende ingenieurs mevr. dr. R.F. Noorman drs. W. Hoeksema J. Dijkstra

22 WNP raadgevende ingenieurs Figuur Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt], Geomilieu V1.81 Overzicht bestaande situatie 0 m 60 m schaal = 1 :

23 a 1559 WNP raadgevende ingenieurs Figuur Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt], Geomilieu V1.81 Overzicht te realiseren situatie 0 m 30 m schaal = 1 :

24 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 3 Bodemgebied Gebouw Scherm Toetspunt 05 0 m 60 m schaal = 1 : Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt], Geomilieu V Overzicht rekenmodel (industrielawaai) - exclusief geluidsbronnen

25 w-01 pa-02 w-02 pa-03 w-03 pa-01 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 4 0 m 20 m schaal = 1 : 500 max max-02 w-04 w-05 pa-04 pa-05 vw-01 max-01 max max-03 vw-02 vw-03 pa-06 w max-04 max-08 max max max-06 max Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt], Geomilieu V Overzicht rekenmodel (industrielawaai) - met geluidsbronnen (zonder dwg-ondergrond)

26 w-01 pa-02 w-02 pa-03 w-03 pa-01 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 5 0 m 10 m schaal = 1 : 370 max-10 max max-02 w-04 w-05 pa-04 pa-05 vw-01 max-03 vw-02 vw-03 pa-06 w-06 ma max-04 max max Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt], Geomilieu V Detailoverzicht rekenmodel (industrielawaai) - met geluidsbronnen (zonder dwg-ondergrond)

27 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 6 h= +1 m h= +3 m 8a Bodemgebied Detail puntbron Gebouw Mobiele bron Puntbron Scherm Toetspunt geluidsscherm 02 0 m 10 m schaal = 1 : h= +3 m h= +1 m h= +2 m h= +2 m Industrielawaai - IL, [Buinerstraat - ALDI-markt met scherm], Geomilieu V1.81 Situering geluidsschermen

28 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 7 ih ih-01 ih ih Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [Buinerstraat - Indirecte hinder], Geomilieu V1.81 Indirecte hinder - Overzicht rekenmodel bestaande situatie 05 Bodemgebied Gebouw Scherm Toetspunt Weg 0 m 40 m schaal = 1 :

29 WNP raadgevende ingenieurs Figuur 8 ih ih-05 ih-08 ih ih Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [Buinerstraat - Indirecte hinder], Geomilieu V1.81 Indirecte hinder - Overzicht rekenmodel na realisatie nieuwbouw 05 Bodemgebied Gebouw Scherm Toetspunt Weg 0 m 40 m schaal = 1 :

30 Bijlage 1 BEGRIPPEN Decibel A, afgekort db(a): een maat voor de sterkte van geluid, zoals het door de mens wordt waargenomen, ten opzichte van een referentiedruk van 20 μpa. Equivalent geluidsniveau L Aeq,T in db(a): het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Gestandaardiseerd immissieniveau L i in db(a): het equivalente geluidsniveau dat tijdens een bepaalde bedrijfstoestand onder meteoraamomstandigheden op een bepaalde plaats en hoogte wordt vastgesteld. Immissierelevante bronsterkte L WR in db(a): het geluidvermogensniveau van een denkbeeldige bron, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het immissiepunt dezelfde geluiddrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidsbron. Langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau L Aeqi,LT in db(a): equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een immissiepunt, bij een meteoraamgemiddelde geluidsoverdracht, zo nodig gecorrigeerd voor de gevelreflectie. Langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveau L Ari,LT in db(a): equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een beoordelingspunt, zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, zuivere tooncomponent of muziekgeluid. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau L Ar,LT in db(a): energetische sommatie van de langtijdgemiddelde deelbeoordelingsniveaus. Etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau vanwege het industrieterrein L etmaal in db(a): de hoogste van de volgende drie waarden: - L Ar,LT over de dagperiode; - L Ar,LT over de avondperiode + 5; - L Ar,LT over de nachtperiode + 10; Europese dosismaat L den in db(a): gewogen gemiddelde van het geluidsniveau in de dagperiode, avondperiode en nachtperiode. Dagperiode: de beoordelingsperiode van tot uur. Avondperiode: de beoordelingsperiode van tot uur. Nachtperiode: de beoordelingsperiode van tot uur. Maximaal geluidsniveau (piekgeluidsniveau) L Amax in db(a): het maximaal te meten A-gewogen geluidsniveau, meterstand fast gecorrigeerd met de meteocorrectieterm C m. Immissiepunt: de plaats waarop het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt bepaald. Representatieve bedrijfssituatie: toestand waarbij de voor de geluidproductie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te beschouwen etmaalperiode. Bedrijfstoestand: toestand van een inrichting, die relevant is voor te verrichten metingen. Meteoraam: de meteorologische omstandigheden waaronder een goede en stabiele geluidoverdracht plaatsvindt. Stoorgeluid: het op een bepaalde plaats optredende geluid, veroorzaakt door andere geluidsbronnen dan die waarvan het geluidsniveau wordt bepaald. Zone: een rond een industrieterrein gelegen gebied, waarbuiten een bepaalde geluidsbelasting vanwege dit terrein niet wordt overschreden.

31 Bijlage 2 Algemene geluidsvoorschriften als verbonden aan het Activiteitenbesluit Afdeling 2.8. Geluidhinder Artikel Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L Ar,LT ) en het maximaal geluidsniveau L Amax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat: a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden; Tabel 2.17a 07:00 19:00 uur 19:00 23:00 uur 23:00 07:00 uur L Ar,LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 db(a) 45 db(a) 40 db(a) L Ar,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 db(a) 30 db(a) 25 db(a) L Amax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 db(a) 65 db(a) 60 db(a) L Amax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) b. de in de periode tussen en uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus L Amax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; c. de in tabel 2.17a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen; d. de in tabel 2.17a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein; e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten; en f. de in tabel 2.17a aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein. 2. Ten aanzien van een inrichting die is gelegen op een gezoneerd industrieterrein, waarbij binnen een afstand van 50 meter geen gevoelige objecten, anders dan gevoelige objecten gelegen op het gezoneerde industrieterrein, zijn gelegen, bedraagt in afwijking van het eerste lid, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door die inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten niet meer dan de in tabel 2.17b bij het betreffende tijdstip aangegeven waarde. De eerste volzin is niet van toepassing op windturbines. Tabel 2.17b uur uur uur L Ar,LT op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting 50 db(a) 45 db(a) 40 db(a) blad 1 van 4

32 Bijlage 2 3. In afwijking van het eerste lid geldt voor een inrichting die is gelegen op een bedrijventerrein, dat: a. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L Ar,LT ) en het maximaal geluidsniveau (L Amax ) op de in tabel 2.17c genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden; b. de in de periode tussen 07:00 uur en 19:00 uur in tabel 2.17c opgenomen maximale geluidsniveaus (L Amax ) niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; c. de in tabel 2.17c aangeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet van toepassing zijn, indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen; d. de in tabel 2.17c aangegeven waarden op de gevel ook van toepassing zijn bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein; e. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, en f. de in tabel 2.17c aangegeven waarden gelden niet op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein. Tabel 2.17c uur uur uur L Ar,LT op de gevel van gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) L Ar,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein 35 db(a) 30 db(a) 25 db(a) L Amax op de gevel van gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein 75 db(a) 70 db(a) 65 db(a) L Amax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) 4. In afwijking van het eerste en het tweede lid, geldt voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) en het maximaal geluidsniveau (L Amax, bij een inrichting die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor openbare verkoop van vloeibare brandstoffen, mengsmering of aardgas aan derden voor motorvoertuigen voor het wegverkeer, dat: a. de geluidsniveaus op de in tabel 2.17d genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden; b. de in de periode tussen en uur in tabel 2.17d opgenomen maximale geluidsniveaus L Amax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; Tabel 2.17d 07:00 21:00 uur 21:00 07:00 uur L Ar,LT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 db(a) 40 db(a) L Amax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 db(a) 60 db(a) c. de in tabel 2.17d aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein; d. indien de inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein en binnen een afstand van 50 meter geen gevoelige objecten, anders dan gevoelige objecten gelegen op het gezoneerde industrieterrein zijn gelegen, de waarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (L Ar,LT ) uit tabel 2.17d gelden op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting; en blad 2 van 4