Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring Gemeente Delft

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring Gemeente Delft"

Transcriptie

1 Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring 2015 Gemeente Delft

2 Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring 2015 Voor: GR Beheer Grondwaterwateronttrekking Delft-Noord Postbus DB DELFT Nelen & Schuurmans Postbus BE Utrecht Projectgegevens Dossier : R0143 Datum : 16 februari 2017 Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de opdrachtgever. Noch mag het zonder dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

3 Samenvatting Op de locatie van DSM in Delft-Noord vindt sinds 1916 een grondwateronttrekking plaats. Deze onttrekking was sinds 2009 eigendom van de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord (GR) en sinds begin 2016 van de gemeente Delft. Met voorliggende rapportage, die nog in opdracht van de GR is geschreven, geeft de GR inzicht in het resultaat van de monitoring tot en met december De gemeente Delft is voornemens vanaf 2017 de huidige onttrekking van circa 1200 m 3 per uur zover mogelijk gefaseerd af te bouwen. Het abrupt stoppen van de onttrekking kan leiden tot het stijgen van de grondwaterstanden in de regio en het zwellen van de ondergrond, met ongewenste effecten op gebouwen, constructies, waterkeringen en infrastructuur. Om dergelijke ongewenste situaties en mogelijke schade te voorkomen is besloten om het afbouwen van de grondwateronttrekking zeer geleidelijk (in stappen van een jaarlijkse reductie van orde m3/uur) te laten verlopen. De voorgestelde strategie is om het afbouwen zodanig stapsgewijs proberen door te voeren dat het maaiveld niet harder omhoog komt dan het maaiveld nu zakt. Het is nog niet duidelijk in welke mate en in welk tempo de onttrekking kan worden afgebouwd, maar wel is duidelijk dat dit proces zeker 10 jaar gaat duren. Voor dit afbouwen is monitoring gewenst, waarmee de huidige situatie - vóór het afbouwen van de onttrekking - kan worden vastgelegd en straks de gevolgen van de afname van de grondwateronttrekking kunnen worden waargenomen, vastgelegd en beoordeeld. Hiertoe worden door de gemeenten, het Hoogheemraadschap van Delfland en de provincie Zuid-Holland sinds enige jaren gegevens verzameld. Deze rapportage bouwt voort op de eerder verschenen rapportages van 2013 en Door voor meerdere jaren de situatie te rapporteren komen ook variaties in de tijd voorafgaand aan de reductie in 2017 naar voren. Het is van belang deze natuurlijke variatie te kennen om eventuele effecten van de onttrekking te kunnen beoordelen Belangrijkste verandering ten opzichte van 2014 is dat in augustus 2015 het Grondwatergemaal Kerstanjewetering in bedrijf is genomen. De bedrijfszekerheid voor circa 75% van de installatie is met het Grondwatergemaal veilig gesteld. Door de GR wordt nu net buiten het DSM-terrein circa 750 m 3 /uur onttrokken en door de GR op het DSMterrein nog maar 450 m 3 uur. Doordat de verschillende putten nu wat verder uit elkaar liggen is de onttrekkingskegel groter geworden en in westelijke richting verschoven. De toename van de onttrekkingskegel valt binnen de in het MER-rapport op voorhand geschatte verschuiving van de onttrekkingskegel. Voor de overige monitoringsgegevens zijn er ten opzichte van de eerdere jaren geen significante verschillen waargenomen. Resultaat monitoring 2015 R februari 2017 i

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Doel Aanpak op hoofdlijnen De onttrokken debieten Algemeen De afgelopen jaren De komende jaren Stijghoogtes in het 1 e watervoerend pakket Algemeen Het afgelopen jaar Continuïteit van het meetnet Peilbuizen in het eerste watervoerend pakket nabij de onttrekking Raai noordwest-zuidoost peilbuizen uit de gewijzigde vergunning De -7 meter NAP Isohypse in 2013, 2014 en De komende jaren Freatische grondwaterstanden Algemeen De afgelopen jaren Peilbuis freatisch grondwater nabij de onttrekking De ontwateringsdiepte bij alle peilbuizen De komende jaren Verandering in maaiveldhoogte Algemeen De afgelopen jaren De komende jaren Deformatie van gebouwen Algemeen Monumenten Deformatie overige bebouwing De komende jaren Overige thema s Algemeen Oppervlaktewaterkwaliteit Stabiliteit van boezemkaden Parkeergarages, kelders en tunnels Conclusie en aanbeveling Referenties I. Monitoring vanuit de vergunning II. Raai noordwest zuidoost Resultaat monitoring 2015 R februari 2017 ii

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel Op de locatie van DSM in Delft-Noord vindt sinds 1916 een grondwateronttrekking plaats. Deze onttrekking was sinds 2009 eigendom van de Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft-Noord (GR) en sinds 2016 van de gemeente Delft. De GR als entiteit bestaat nu nog wel, met de gemeente Delft als enige deelnemer, maar zal binnenkort worden ontbonden. Deze rapportage is de laatste monitoringsrapportage welk nog is geschreven in opdracht van de GR. De huidige onttrekking wordt al 10 jaar gehandhaafd op circa 1200 m 3 per uur. De gemeente is voornemens deze onttrekking, vanaf 2017 zover mogelijk, gefaseerd af te bouwen. Voor dit afbouwen is een monitoring opgezet, waarmee de huidige situatie wordt vastgelegd en straks de gevolgen van de reductie kunnen worden waargenomen, vastgelegd en beoordeeld. Voorliggende rapportage beschrijft het resultaat van de monitoring tot en met december 2015, waarbij de onttrekking nog niet is gereduceerd en nog in beheer was van de GR. Het doel van de rapportage is inzicht geven in de huidige stabiele situatie. Dit inzicht is nodig om de reductie straks zodanig door te kunnen voeren, dat overlast voor de omgeving kan worden beperkt. 1.3 Aanpak op hoofdlijnen Voorliggend rapport is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 tot en met 8 worden achtereenvolgens de onttrokken debieten (H2), de stijghoogtes in het eerste watervoerend pakket (H3), de freatische grondwaterstanden (H4), de verandering in maaiveldhoogte (H5), deformatie van gebouwen (H6), en in hoofdstuk 7 de thema s oppervlaktewaterwaterkwaliteit, stabiliteit van boezemkaden en onderzoek naar parkeergarages, kelders en tunnels besproken. Voor elk hoofdstuk zijn de beschikbare metingen verzameld, vastgelegd en beoordeeld. Daarnaast is voor elk onderwerp (waar mogelijk) uitgewerkt hoe het een en ander naar verwachting zal veranderen op basis van de huidige inzichten als vanaf 2017 de onttrekking geleidelijk zal worden afgebouwd. Als laatste bevat hoofdstuk 8 de conclusies en aanbevelingen. Resultaat monitoring 2015 R februari

6 2 De onttrokken debieten 2.1 Algemeen De onttrekking op het terrein van DSM Pharmaceuticals Netherlands B.V. bestond ooit uit 43 pompputten verspreid over het terrein, met ieder een maximale opbrengst van 60 m 3 per uur. Doordat het inmiddels een grotendeels verouderde installatie betreft, is de technische staat van een groot aantal van deze pompputten zodanig slecht dat ze niet meer allemaal functioneren. Desalniettemin werd met dit puttenveld tot april 2014 een debiet onttrokken van circa 1200 m 3 per uur. In april 2014 is een eerste nieuw puttenveld met 4 bronnen buiten het DSM-terrein aan de Meeslaan aangelegd, waardoor de GR zelf het beheer kon voeren over een klein gedeelte van de onttrekking. In aug 2015 is een tweede puttenveld met 14 bronnen aangelegd langs de Prinses Beatrixlaan en een grondwaterpompstation langs de Kerstanjewetering in gebruik genomen. Sindsdien wordt door deze 18 bronnen ongeveer 750 m 3 /uur onttrokken en 450 m 3 /uur door de oude bronnen op het DSM-terrein (Zie Figuur 2-1). Figuur 2-1. Locatie van de verschillende puttenvelden van de grondwateronttrekking 2.2 De afgelopen jaren Een overzicht van het de afgelopen jaren onttrokken grondwater is weergegeven in Figuur 2-2 en Figuur 2-3. In Figuur 2-2 staan de jaarvolumes. In de gegevens ontbreekt 1970 en voor dit jaar is het volume dan ook geschat als gemiddelde van 1969 en Vanaf eind 2004 is het streven om continu 1200 m 3 /uur te onttrekken. Dit is gelijk aan 10.5*10 6 m 3 per jaar. In 2015 is door de gebrekkige staat van de installatie p het DSM-terrein 10.2*10 6 m 3 onttrokken. Dit is gelijk aan gemiddeld 1165 m 3 /uur. Resultaat monitoring 2015 R februari

7 15 Volume (*10 6 m 3 ) *10 6 m 3 /jaar Figuur 2-2. Onttrokken debieten van 1962 tot en met (bron: Tauw, 2014 aangevuld met 2015) debiet (m3 per uur) Figuur 2-3. Onttrokken debieten van 1 januari 2002 tot 1 januari 2016 In Figuur 2-3 staan de gemiddeld per uur onttrokken debieten van 2002 tot en met Tot en met 2004 gebruikte DSM het onttrokken water als koelwater voor haar processen. In deze periode was er in de zomer meer water nodig dan in de winter, waardoor in die periode een seizoenfluctuatie zichtbaar is met uitschieters naar 2000 m 3 per uur. Vanaf 2005 is de behoefte aan koelwater komen te vervallen en zonder verschil tussen zomer en winterdebiet geprobeerd om de onttrekking zo goed mogelijk te handhaven op 1200 m 3 per uur. InTabel 2-1 is een overzicht van de debieten en onttrokken volumes per jaar gegeven. Grosso modo werd de afgelopen jaren elk jaar iets meer dan 10 miljoen m 3 onttrokken, waarbij het debiet varieerde tussen de 1100 m 3 en 1300 m 3 per uur. Resultaat monitoring 2015 R februari

8 Tabel 2-1. De onttrokken debieten en volumes van 2002 tot 2015 Jaar Maximum [m 3 /uur] Minimum [m 3 /uur] Gemiddeld [m 3 /uur] Volume [10 6 m 3 ] Beheerder DSM DSM DSM DSM DSM DSM DSM GR GR GR GR GR GR GR Wanneer op de data wordt ingezoomd, wordt duidelijk dat er tussen de dagen nog een aanzienlijke fluctuatie mogelijk is. De eerder genoemde gebrekkige technische staat van de putten op het DSM-terrein is ook zichtbaar in het aantal nog werkzame putten. De installatie bestond ten tijde van de vergunning uit 1997 nog uit 43 pompputten, waarvan er dan gelijktijdig maximaal 34 in bedrijf mochten zijn. De overige dienden als reserve. In 2009 waren er nog maar 33 pompputten. Tussen 2009 en 2014 zijn 11 van 33 putten op een zeker moment volgelopen met zand, uiteindelijk afgedicht en formeel buiten gebruik gesteld. De overige 22 pompputten waren nodig om 1200 m 3 /uur te kunnen onttrekken. Om te voorkomen dat door de gebrekkige staat meer pompputten stil zouden vallen is door de GR geïnvesteerd in nieuwe bronnen en een grondwatergemaal. In 2014 zijn langs de Meeslaan 4 bronnen en in 2015 aan de Prinses Beatrixlaan nog eens 14 bronnen aangelegd. Daarnaast is het Grondwatergemaal Kerstanjewetering in gebruik genomen. Met deze 18 bronnen kan op vol vermogen in totaal 900 m 3 /uur worden onttrokken. In Figuur 2-4 zijn de diverse onttrekkingen opgenomen. In de eerste helft van 2015 draaiden de 4 bronnen aan de Meeslaan gezamenlijk 250 m 3 /uur. De overige 950 m 3 /uur moest door de GR op het terrein van DSM worden onttrokken. Dit lukte door de gebrekkige staat van de installatie eigenlijk niet meer. Vanaf maart kwam het debiet van de bronnen op het DSM-terrein nog nauwelijks boven de 800 m 3 /uur. Vanaf 24 juni 2015 zijn de eerste putten langs de Prinses Beatrixlaan bijgeschakeld. Vanaf 26 augustus 2015 is het gemaal volledig operationeel. Begin oktober zijn verschillende bronnen langs de Prinses Beatrixlaan gelijktijdig getest, waarna op 20 oktober het debiet op het terrein van DSM is teruggeschroefd tot circa 450 m 3 /uur. In de praktijk kan nu met het grondwatergemaal Kerstanjewetering exact 1200 m 3 /uur gedraaid worden. Omdat aan het begin van het jaar te weinig is onttrokken, draait het gemaal sindsdien tijdelijk op 1250 m 3 /uur. Resultaat monitoring 2015 R februari

9 Debiet (m3/uur) Q_Meeslaan Q_Kerstanjewetering registratie Q_Kerstanjewetering extrapolatie Q_DSP Figuur 2-4. Onttrokken debieten van 1 januari 2015 tot 1 januari De groene volumes zijn door de GR op het terrein van DSM onttrokken. De paarse volumes zijn in de eerste heft van het jaar afgelezen op de aan de Meeslaan geïnstalleerde bronnen. Vanaf 24 juni wordt het water via het gemaal bij de Kerstanjewetering afgevoerd, waarbij de debietregistratie in het gemaal vanaf 26 augustus geheel automatisch verloopt 2.3 De komende jaren De gemeente Delft is voornemens vanaf 2017 de huidige onttrekking van gemiddeld 1200 m 3 per uur of 10.5 miljoen m 3 per jaar zover mogelijk gefaseerd af te bouwen. Dit omdat het abrupt stoppen van de onttrekking kan leiden tot het stijgen van de grondwaterstanden in de regio en het zwellen van de ondergrond, met ongewenste effecten op gebouwen, constructies, waterkeringen en infrastructuur. Om dergelijke ongewenste situaties en mogelijke schade te voorkomen is besloten om het afbouwen van de grondwateronttrekking geleidelijk te laten verlopen. Het is nog niet duidelijk in welke mate en in welk tempo de onttrekking kan worden afgebouwd, maar wel dat dit proces zeker 10 jaar gaat duren. In Figuur 2-5 zijn twee scenario s voor het volledig afbouwen geschetst: langzaam en snel. In het langzame scenario wordt het huidige debiet van 1200 m 3 per uur elk jaar in kleine stappen van 50 m 3 /uur afgebouwd. In dit geval duurt het afbouwen 23 jaar en zal in totaal nog 121 miljoen m 3 worden onttrokken. Bij een reële discontovoet van 2,5% en een prijs van 0,25/m 3 (prijspeil 2016) is de contante waarde van de kosten voor het afbouwen 25 miljoen. In het snelle scenario geval wordt in 12 jaar afgebouwd met 4 stappen van 120 m 3 per uur in het begin, 4 stappen van 100 m 3 per uur halverwege en 4 stappen van 80 m 3 per uur aan het eind. In dit geval zal nog 52 miljoen m 3 worden onttrokken. Bij een reële discontovoet van 2,5% en een zelfde prijs van 0,25/m 3 is de contante waarde van de kosten voor het afbouwen 12 miljoen. In de vergunning van 23 april 2015 is m.b.t. de reductiestappen in artikel 15b het volgende opgenomen: Bij het bepalen van de datum waarop de voorgenomen beëindiging of vermindering mag worden geëffectueerd als bedoeld in voorschrift 15, onder a, wordt, op basis van de beschikbare onderzoeken, het uitgangspunt gehanteerd dat per vermindering Resultaat monitoring 2015 R februari

10 van de onttrekking met 120 m 3 /uur een jaar nodig is voor het treffen van maatregelen. Een actuele onderzoeksrapportage kan aanleiding zijn hiervan af te wijken. Duidelijk is dat de onttrekking de komende jaren nog veel maatschappelijke kosten met zich mee zal brengen. Uiteraard moet uit de praktijk blijken met welke stappen en tot welk niveau het huidige debiet kan worden afgebouwd. Het is mogelijk dat halverwege het afbouwen blijkt dat er een tussenjaar nodig is of dat de onttrekking tot in lengte van dagen moet worden doorgezet volume [10^6 m3] Gerealiseerd Geleidelijke reductie met 50 m3/uur per jaar; totaal nog 121 miljoen m3 vanaf 2017 Reductie via stappen van 120 m3/uur, 100 m3/uur en 80 m3 uur; totaal nog 52 miljoen m3 vanaf *10 6 m 3 /jaar Figuur 2-5. Onttrokken debieten van 2002 tot en met 2015 en twee scenario s waarbij a) de onttrekking met vaste stappen van 50 m 3 per uur en b) via stappen van 120, 100 en 80 m 3 /uur wordt afgebouwd Voor de korte termijn wordt het volgende aanbevolen: In de huidige situatie wordt het gemaal Kerstanjewetering onderhouden en beheerd door het Hoogheemraadschap van Delfland. De met het gemaal onttrokken debieten worden nu periodiek voor de monitoring beschikbaar gesteld. Aanbevolen wordt om de gemaakte afspraken voor het geautomatiseerd uitwisselen van de debietmetingen vóór dat gestart wordt met de reductie van de grondwateronttrekking nader uit te werken. Zodat alle gegevens die verband houden met de grondwateronttrekking in ieder geval op één locatie centraal beschikbaar zijn. Resultaat monitoring 2015 R februari

11 3 Stijghoogtes in het 1 e watervoerend pakket 3.1 Algemeen Door de onttrekking wordt een onttrekkingskegel getrokken in de stijghoogte van het eerste watervoerend pakket. Deze laag bevindt zich tussen -20 en -40 meter beneden maaiveld en heeft een kd-waarde tussen de 1000 tot 1700 m 2 /d. De kd-waarde is een maat voor de transmissiviteit 1 van een watervoerende laag. In Figuur 3-1 is de huidige situatie schematisch weergegeven. De freatische grondwaterstand bevindt zich op ongeveer 1 meter onder het maaiveld. Terwijl de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket nabij het puttenveld tot wel circa 10 meter onder het maaiveld zakt. Deze stijghoogte in het eerste watervoerend pakket is afhankelijk van de afstand tot de onttrekking. Om de onttrekkingskegel te kunnen monitoren beschikt de provincie Zuid- Holland over een netwerk van 54 peilbuizen in het eerste watervoerend pakket. Dit meetnet is niet ingesteld voor de onttrekking, maar wel te gebruiken door de GR voor de monitoring van de grondwateronttrekking. Figuur 3-1. Schematische weergave van onttrekkingskegel 3.2 Het afgelopen jaar Continuïteit van het meetnet In elk van de 54 peilbuizen hangt een grondwater drukopnemer die ieder uur een waarneming opslaat. Deze gegevens worden vervolgens 4 keer per jaar uitgelezen. De technische levensduur van een drukopnemer wordt bepaald door de batterij, die 8 tot 10 jaar moet meegaan. Incidenteel kan het echter voorkomen dat een drukopnemer eerder defect raakt. Wanneer dit bij het uitlezen geconstateerd wordt, moet de drukopnemer 1 Transmissiviteit = het gemak waarmee water door een granulaire laag kan stromen, gelijk aan het product van de waterdoorlatendheid en de laagdikte. Resultaat monitoring 2015 R februari

12 worden vervangen. De kwartaalgegevens van die peilbuis zijn in een dergelijk geval voor één kwartaal niet beschikbaar. Daarnaast verdwijnen peilbuizen bij werkzaamheden. Hieronder als voorbeeld in Figuur 3-2 het resultaat van bijvoorbeeld de herinrichting van het stationsgebied in Pijnacker. Vóór de werkzaamheden stond er een peilbuis net in de rand van het trottoir. In de nieuwe situatie ligt op deze x,y locatie nu een geasfalteerd fietspad. Van de peilbuis is niets terug te vinden. Figuur 3-2. Peilbuis B37E3474 nabij het randstadrail station in Pijnacker vóór en na de herinrichting Verdwenen peilbuizen en defecte divers Van de in totaal 54 peilbuizen uit 2013 waren 4 peilbuizen eind 2015 verdwenen. Deze zijn hieronder aangegeven in rood. De provincie Zuid-Holland heeft begin 2016 nabijheid van 3 van deze 4 peilbuizen een peilbuis terugplaatst in de nabijheid van de oude locatie. Naar de 4 e peilbuis wordt nog gezocht. Verder waren er 17 peilbuizen waarvan één of twee kwartalen van de meetreeks in 2015 ontbrak. Deze zijn met geel aangegeven in Figuur 3-3. Aanbevelingen voor vervolg Het waarborgen van de continuïteit van de metingen aan de peilbuizen is een aandachtspunt. De gemeente Delft heeft met de provincie afgesproken om sneller verdwenen peilbuizen te herplaatsen en vaker de drukopnemers uit te lezen. Dit om het aantal dagen dat er data ontbreekt te minimaliseren. Figuur 3-3. Het netwerk van 54 peilbuizen van de provincie Zuid-Holland in het eerste watervoerend pakket. De cirkels bevinden zich op 1 tot 5 km van de onttrekking Resultaat monitoring 2015 R februari

13 Figuur 3-4. Locatie van peilbuis B37E0275 aan het Jaagpad in Rijswijk en de B37E Peilbuizen in het eerste watervoerend pakket nabij de onttrekking Meest interessant zijn de peilbuizen nabij de onttrekking. Van de 5 peilbuizen nabij de onttrekking zijn er twee in 2014 al verdwenen (Zie Figuur 3-4). De peilbuis B37E3509 stond bijna tegen het inmiddels gesloopte spoorwegviaduct. De laatste meting was van 23 januari Boven de peilbuis met nummer B37E3510 nabij de kruising Kerstanjeburch en de Ockenburger Tientweg in Rijswijk is een rij betonnen stelconplaten aangebracht. De laatste meting is van 11 september De provincie Zuid-Holland heeft begin 2016 deze peilbuizen herplaatst. Van de peilbuis in de Doelenstraat (B37E3473) ontbreken de metingen vanaf 7 oktober Op deze locatie heeft de gemeente Delft overigens ook een peilbuis op bijna dezelfde hoogte in het eerste watervoerend pakket. De overige twee peilbuizen nabij de onttrekking in het eerste watervoerend pakket zijn de peilbuis bij het Jaagpad aan de Schie met het TNO-NITG nummer B37E0275 en de peilbuis aan de van Foreestweg met het TNO-NITG nummer B37E3507. Door de korte afstand tot het DSM-terrein geven deze peilbuizen een beeld van de verandering in stijghoogte nabij de onttrekking door de ingebruikname van het puttenveld aan de Meeslaan en de Prinses Beatrixlaan (Zie Figuur 3-5 en Figuur 3-6). Resultaat monitoring 2015 R februari

14 e wvp (m t.o.v. NAP) B37E0275 Start bronnen pr. Beatrixlaan Start bronnen Meeslaan Figuur 3-5. Stijghoogtes in het 1 e watervoerend pakket in peilbuis Jaagpad B37E e wvp (m t.o.v. NAP) B37E3507 Start bronnen pr. Beatrixlaan Start bronnen Meeslaan Figuur 3-6. Stijghoogtes in het 1 e watervoerend pakket in peilbuis van Foreestweg B37E3507 In Tabel 3-1 zijn van beide peilbuizen de maxima, gemiddeldes en minima opgenomen. Wanneer december 2014 met december 2015 wordt vergeleken, is de stijghoogte aan de Foreestweg 1.6 meter gezakt en aan het jaagpad 0.1 meter gestegen. Dit als gevolg van de ingebruikname van het nieuwe puttenveld. De nieuwe bronnen liggen ten westen van het DSM-terrein, waardoor de onttrekkingskegel ook in de richting van de van Foreestweg is verschoven. Daarnaast is in december 2014 gemiddeld 1150 m 3 /uur onttrokken als gevolg van de slechte technische staat van de installatie op het DSM-terrein. In december 2015 is gemiddeld 1250 m 3 /uur onttrokken dit om voor héél 2015 in buurt van gemiddeld 1200 m 3 /uur uit te komen. Resultaat monitoring 2015 R februari

15 Tabel 3-1. Minimum, gemiddelde en maximum waterstand van peilbuis B37E0275 en B37E3507 in de jaren 2012 tot en met 2015 B37E0275 Maximum (mnap) Gemiddelde (mnap) Minimum (mnap) B37E3507 Maximum (mnap) Gemiddelde (mnap) Minimum (mnap) In Figuur 3-7 zijn de grondwaterstanden en het onttrokken debiet uit Figuur 2-4, Figuur 3-5 en Figuur 3-6 samengevoegd. Direct na het afschakelen van een gedeelte van de onttrekking op het DSM-terrein is de grondwaterstand aan het Jaagpad omhoog gekomen. Daarnaast is te zien dat de grondwaterstand aan de Foresteeweg vrijwel direct reageert op veranderingen van het debiet met het grondwatergemaal Kerstanjewetering. Debiet (m3/uur) Stijghoogte 1e wvp (mnap) Q_DSP Q_Meeslaan Q_Kerstanjewetering registratie Q_Kerstanjewetering extrapolatie B37E0275 B37E3507 Figuur 3-7 Onttrokken debieten en stijghoogte van B37E0275 en B37E3507 Resultaat monitoring 2015 R februari

16 3.2.3 Raai noordwest-zuidoost In Figuur 3-8 zijn de gemiddelde waterstanden in het eerste watervoerend pakket van de maanden december 2013, december 2014 en december 2015 in een raai van noordwest naar zuidoost uitgezet. De peilbuizen die hiervoor gebruikt zijn staan in Bijlage II. De conus is niet symmetrisch doordat in het zuidoosten de raai de Zuidpolder van Delfgauw (maaiveld op -2 meter) en polder Schieveen (maaiveld op -5 meter) kruist. Voor de raai in zuidoostelijke richting ontbreken van een aantal peilbuizen de gegevens van de drukopnemers van 2014 en Voor deze peilbuizen zijn de gegevens aangevuld met de handmetingen van desbetreffende peilbuis. Voor de peilbuizen waarvoor wel gegevens zijn wijkt 2015 nauwelijks af t.o.v of Figuur 3-8. Raai van noordwest naar zuidoost over het eerste watervoerend pakket Resultaat monitoring 2015 R februari

17 peilbuizen uit de gewijzigde vergunning In de vergunning uit 1997 was opgenomen dat de vergunninghoudster 1 x in de 14 dagen de stijghoogte meet in 4 bij NITG-TNO bekende peilbuizen met nummer 37E-272, 37E- 305, 37E-312, 37E-316. De praktijk is dat in de loop der jaren peilbuizen verplaatst zijn, de nummering is aangepast of niet meer bekend is welke peilbuizen exact bedoeld werden. Om deze reden heeft de GR bij de aanvraag van de nieuwe vergunning in juli 2014 gevraagd andere peilbuizen op te nemen in de vergunning. Het gaat om de 5 peilbuizen B37E0275, B37E312, B37E34743, B37E3507 en B37E3502 (zie ook Bijlage 1 voor een samenvatting van de vergunning). De locatie en metingen van deze 5 peilbuizen zijn weergegeven in Figuur 3-9 en in Figuur Voor deze peilbuizen is gekozen, omdat voor deze peilbuizen voor langere periodes meetgegevens beschikbaar zijn. Figuur 3-9. De 5 peilbuizen in Delft waar t.b.v. de vergunning de stijghoogte wordt gemeten Stijghoogte 1e wvp (mnap) B37E3502 B37E0312 B37E3473 B37E0275 B37E Figuur De stijghoogte in de 5 peilbuizen uit de vergunning in de afgelopen jaren Resultaat monitoring 2015 R februari

18 3.2.5 De -7 meter NAP Isohypse in 2013, 2014 en 2015 Met de peilbuizen in het eerste watervoerend pakket, waarvoor zowel in december 2013, 2014 als 2015 waarnemingen bestaan, is de -7m NAP Isohypse geïnterpoleerd (zie Figuur 3-11). Voor de peilbuizen zonder data zijn de handmetingen gebruikt. Ondanks het beperkte aantal peilbuizen is duidelijk dat in 2015 de onttrekkingskegel verder in zuidoostelijke richting is verschoven en de contour veel groter is geworden. De verschuiving is veroorzaakt door het nieuwe puttenveld aan de Prinses Beatrixlaan. Het verschil in afmetingen is veroorzaakt doordat in december 2015 aanzienlijk meer werd onttrokken dan in de jaren daarvoor (respectievelijk 1134 m 3 /uur in 2013, 1150 m 3 /uur in 2014 en 1268 m 3 /uur in 2015). Daarnaast liggen nu alle bronnen waarmee wordt onttrokken iets verder uit elkaar. In december 2013 en 2014 was het door de technische staat van de installatie niet meer mogelijk om 1200 m 3 /uur te onttrekken. In december 2015 is meer onttrokken dan 1200 m 3 /uur om voor héél 2015 gemiddeld over wel in de buurt van 1200 m3/uur te eindigen. Voor december is gekozen omdat december een stabiele maand is waarin géén veranderingen aan de installatie worden doorgevoerd. Figuur De -7m NAP isohypse en stijghoogte in december 2013, 2014 en 2015 Zowel de verschuiving als vergroting zijn geen probleem en ruimschoots binnen de in de vóór de aanleg uitgevoerde MER-rapportage berekende verandering (TAUW, 2014). In Figuur 3-12 is voor 4 peilbuizen nabij de onttrekking de verandering in stijghoogte tussen 2013 en 2015 vergeleken met de modelmatig van te voren berekende verandering. Dichtbij de onttrekking zijn grotere veranderingen berekend dan in de praktijk is gemeten. Op een grotere afstand van de onttrekking komen de van te voren berekende veranderingen goed overeen met de metingen. Resultaat monitoring 2015 R februari

19 Figuur De in de MER-rapportage berekende en in de praktijk waargenomen verandering in stijghoogte door de in gebruik name van het puttenveld aan de Prinses Beatrixlaan 3.3 De komende jaren Wanneer de onttrekking wordt gereduceerd zal de stijghoogte gaan stijgen. De onttrekkingskegel uit Figuur 3-8 rond Delft-Noord en Rijswijk zal hierdoor dan geleidelijk verdwijnen. Voor de stijghoogte in peilbuis aan het Jaagpad (de B37E0275) zijn in Figuur 3-13 dezelfde twee scenario s - langzaam en snel - opgenomen als in paragraaf 2.3. Wanneer in het langzame scenario elk jaar de onttrekking met stapjes van 50 m 3 /uur wordt gereduceerd, stijgt per stap de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket met circa 25 cm. Het afbouwen duurt dan 23 jaar. Indien de onttrekking in het begin met vier afbouwstappen van 120 m 3 /uur per jaar wordt gereduceerd, stijgt per stap de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket met stappen van circa 60 cm per jaar. Bij de vier stappen van 100 m 3 /uur per jaar is dit 50 cm per jaar en 80 m 3 /uur per jaar circa 40 cm per jaar. Met welke stappen de onttrekking daadwerkelijk kan worden afgebouwd hangt mede af van de monitoring. Hoe dan ook duurt ook bij dit snelle scenario het afbouwen 11 jaar. In Figuur 3-13 zijn ook de veranderingen in stijghoogte in het verleden te zien. Toen DSM nog elk jaar in de zomer een groter debiet onttrok dan in de winter. Er werd in korte tijd 500 m 3 /uur bijgeschakeld of uitgezet. Hierdoor kon de stijghoogte in twee weken 3 meter stijgen of dalen. Deze veranderingen waren aanmerkelijk groter dan de nu geschetste reductiestappen. Resultaat monitoring 2015 R februari

20 0 (m t.o.v. NAP) waargenomen stijghoogte tot 1 april 2016 stijghoogte bij een reductie met 50 m3/uur per jaar en totaal nog 121 miljoen m3 vanaf 2017 stijghoogte bij een reductie via stappen van 120 m3/uur, 100 m3/uur en 80 m3 uur; totaal nog 52 miljoen m3 vanaf Figuur Stijghoogtes in peilbuis B37E0275 tot 1 april 2016 en 2 afbouwscenario s Voor de korte termijn wordt het volgende aanbevolen: De afgelopen jaren zijn af en toe peilbuizen, waarmee de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket werd gemonitord, verdwenen. De oorzaken zijn steeds wel te achterhalen, desalniettemin is dit ongewenst. Aanbevolen wordt om te overwegen één of twee van de vijf peilbuizen uit paragraaf dubbel uit te voeren. Dus twee peilbuizen op nagenoeg dezelfde locatie, waarbij één van de twee peilbuizen is voorzien van telemetrie. Zodat nagenoeg realtime meegekeken kan worden naar de reductie van de grondwateronttrekking en niet steeds hoeft te worden gewacht op de volgende uitleesronde. Resultaat monitoring 2015 R februari

21 4 Freatische grondwaterstanden 4.1 Algemeen De onttrekking in het eerste watervoerend pakket krijgt zijn water via wegzijging uit de bovenliggende deklaag. Verwacht wordt dat bij het reduceren van de onttrekking de bandbreedte waarbinnen de freatische grondwaterstanden in de huidige situatie fluctueren iets zal verschuiven. In verdroogde gebieden wordt het minder droog en in nu al natte gebieden wordt het natter. De mate waarin dit gebeurt en of dit tot een onacceptabele situatie of schade leidt, hangt af van de lokale situatie. Om te monitoren of en hoe de grondwaterstanden veranderen is door de gemeenten Rijswijk, Westland, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Den Haag en Delft in de afgelopen jaren een grondwatermeetnet aangebracht. Daarnaast heeft het hoogheemraadschap van Delfland een aantal peilbuizen in het buitengebied. In totaal zijn er circa 700 peilbuizen waarin elk uur met behulp van drukopnemers de grondwaterstand wordt gemeten (Zie Figuur 4-1). Figuur 4-1.De 700 Peilbuizen rond de onttrekking waar elk uur de grondwaterstand wordt gemeten Resultaat monitoring 2015 R februari

22 4.2 De afgelopen jaren Peilbuis freatisch grondwater nabij de onttrekking Een van de peilbuizen die dicht op de onttrekking staat is peilbuis P1.13 van de gemeente Rijswijk aan de Lange Kleiweg. De afgelopen jaren waargenomen waterstanden staan in Figuur 4-2. Afhankelijk van het seizoen varieerde de waterstand grofweg tussen -0.8 mnap en -1.4 mnap. De gemiddelde grondwaterstand lag op -1.1 mnap. Freatische grondwaterstand (mnap) Rijswijk P1.13 water level (mnap) moving average 90 days (mnap) maaiveld jan-09 jan-10 jan-11 jan-12 jan-13 jan-14 jan-15 jan-16 jan-17 Figuur 4-2. Freatische grondwaterstanden in peilbuis Rijswijk 1.13 van 1 dec 2009 tot 1 apr 2015 Zoals is te zien in Figuur 4-2 ontbreken eind dagen. In paragraaf is al uitgelegd dat drukopnemers af en toe stuk gaan en er dan een korte periode niet gemeten wordt. Zodra dit geconstateerd wordt, wordt de drukopnemer vervangen. Het dynamische karakter van de grondwaterstand in Figuur 4-2 maakt het lastig om de verschillende jaren vóór en na de start van de reductie van de grondwateronttrekking met elkaar te vergelijken. De gemiddelde wintergrondwaterstand is hiervoor een geschiktere parameter. Hiertoe is per peilbuis een voortschrijdend gemiddelde van 90 dagen bepaald en vervolgens voor elk hydrologisch jaar (1 april - 31 maart) het maximum geselecteerd. Voor de peilbuis in Rijswijk P1.13 staan in Tabel 4-1 deze grondwaterstanden. Tabel 4-1. Maximum van het 90 dagen voortschrijdend gemiddelde van peilbuis Rijswijk 1.13 Hydrologisch jaar mnap mnap mnap mnap mnap mnap Max voortschrijdend gemiddelde 90 dagen Resultaat monitoring 2015 R februari

23 4.2.2 De ontwateringsdiepte bij alle peilbuizen De analyse uit de vorige paragraaf is uitgevoerd op alle peilbuizen van Figuur 4-1. Het resultaat hiervan is weergegeven in Figuur 4-3, waarin de maxima van het 90 dagen voortschrijdend gemiddelde van het hydrologisch jaar zijn vergeleken met het hydrologisch jaar Hiervoor zijn alleen die peilbuizen gebuikt waar helemaal géén of hooguit 10 dagen per jaar aan data ontbreekt. Figuur 4-3. Verandering van de gemiddelde wintergrondwaterstand van vergeleken met Van de 700 peilbuizen waar in 2013 mee is gestart zijn er 45 waaruit niet meer gemeten wordt. Van de resterende peilbuizen ontbreken bij 175 peilbuizen meer dan 10 dagen metingen (het aantal dagen verschilt per peilbuis). Dit zijn de grijze cirkels in Figuur 4-3. Vervolgens is onderscheid gemaakt tussen peilbuizen binnen en buiten 5 kilometer van de onttrekking. Gemiddeld over alle 270 peilbuizen binnen 5 kilometer van de onttrekking was de waterstand 28 mm hoger (natter) in 2015/2016 t.o.v. 2014/2015. Voor de 186 peilbuizen buiten 5 kilometer van de onttrekking was de waterstand 33 mm hoger (natter) in 2015/2016 t.o.v. 2014/2015. Dit beeld komt ook overeen met de neerslag. In het hydrologische jaar 1 april maart 2015 viel er 934 mm in Delft. Terwijl in het hydrologische jaar 1 april maart 2016 circa 1104 mm viel in Delft. (Zie Figuur 4-4) Resultaat monitoring 2015 R februari

24 Neerslag (mm) 2014/ /2016 apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt Figuur 4-4. Neerslag per maand in Delft van april 2014 tot maart Vooral in september en november 2015 viel er veel meer neerslag t.o.v (bron: KNMI dagwaarnemingen) 4.3 De komende jaren Door het langzaam reduceren van de onttrekking zal de huidige wegzijging minder worden en in sommige gebieden omslaan in kwel. Deze omslag van wegzijging naar kwel in combinatie met de ieder jaar andere meteorologische omstandigheden maakt dat het nu lastig is om de toekomstige grondwaterstanden te voorspellen. De voorgestelde strategie is om per peilbuis vóór de start van de reductie het maximum per hydrologisch jaar van het 90 dagen voortschrijdend gemiddelde van de afgelopen jaren te bepalen. Voor zowel de peilbuizen ver weg als dichtbij de onttrekking levert dit dan een bandbreedte op waarbinnen in de huidige nul-situatie de gemiddelde grondwaterstand dus kennelijk fluctueert. Als in Delft-Noord door de reductie van de onttrekking de freatische grondwaterstanden systematisch hoger worden, zullen deze gemiddelde wintergrondwaterstanden na 2017 vanzelf ook hoger worden. Door dan de peilbuizen die buiten de invloedsfeer van de onttrekking liggen te vergelijken met die binnen de invloedsfeer zijn de gevolgen inzichtelijk te maken. Voor de korte termijn wordt het volgende aanbevolen: De gemeente Westland is de enige gemeente waarvan de freatische grondwaterstanden van 156 peilbuizen niet geautomatiseerd worden uitgewisseld met de gemeente Delft. De ruwe bestanden met de grondwaterstanden van de gemeente Westland worden 1 keer per jaar doorgestuurd en door de gemeente Delft gecontroleerd, waar nodig gecorrigeerd en toegevoegd aan de database. In tegenstelling tot de overige gemeenten is het toevoegen van de data van gemeente Westland tijdrovend. Aanbevolen wordt om de gemeente Westland te vragen om hun data ook geautomatiseerd beschikbaar te stellen. Resultaat monitoring 2015 R februari

25 5 Verandering in maaiveldhoogte 5.1 Algemeen Verwacht wordt dat wanneer de grondwateronttrekking stapsgewijs wordt gereduceerd, de waterspanning in de ondergrond verandert, waardoor de samendrukbare lagen iets zullen terugveren. Door Deltares is in 2008 geschat (Deltares, 2008) dat bij een volledige stopzetting het maaiveld binnen de grenzen van het DSM-terrein in 30 jaar tijd meer dan 10 cm kan zwellen. Buiten het DSM-terrein is het omhoog komen van het maaiveld beperkt tot enkele centimeters. Het abrupt en ongelijkmatig zwellen van het maaiveld met ongewenste effecten op gebouwen, constructies, waterkeringen en infrastructuur is één van de grootste risico s. Dit is dan ook de voornaamste reden waarom het reduceren zorgvuldig en geleidelijk wordt doorgevoerd en tegelijkertijd wordt gemonitord. 5.2 De afgelopen jaren Voor het monitoren van de verandering in maaiveldhoogte wordt gebruik gemaakt van INSAR metingen van de TerraSAR-X satelliet. Deze satelliet vliegt op 500 km boven het aardoppervlak en is eigendom van een joint venture tussen het German Aerospace Center en Airbus Defense and Space. Met INSAR metingen kunnen deformaties van maaiveld worden gemeten door 2 radar satelliet beelden van verschillende tijdstappen met elkaar te vergelijken. Het faseverschil tussen deze twee metingen kan worden omgezet in een verandering in hoogte. Het gebruik van INSAR metingen in plaats van bijvoorbeeld het monitoren van hoogtebouten middels een doorgaande waterpassing heeft twee grote voordelen: a) Hogere meetfrequentie: de gebruikte satelliet komt 1 x in de 11 dagen over; b) Grotere meetpuntdichtheid: circa 100 punten per hectare. Hierdoor is het mogelijk om frequent de hele regio rond de onttrekking te monitoren. Daarnaast kan een onderscheid gemaakt worden in de verandering in hoogte van maaiveld en bebouwing. Wanneer een satelliet rond de aarde draait komt deze twee keer in 11 dagen langs: een keer opgaand van zuid naar noord (ascending) en een keer neergaand van noord naar zuid (descending). De afgelopen jaren werden door de GR bij SKYGEO de INSAR gegevens van de neergaande baan afgenomen. Dit leverde een dataset op met deformaties voor locaties op maaiveld en locaties op boven maaiveld gelegen gebouwen en constructies. Sinds dit jaar worden zowel de data van de opgaande en neergaande baan afgenomen. Dit levert een uitgebreidere dataset op: op boven maaiveld gelegen gebouwen en constructies en locaties op maaiveld. In totaal een toename van 2 naar meer dan 5 miljoen punten. Resultaat monitoring 2015 R februari

26 Figuur 5-1. Deformatie van maaiveld in en om Delft In Figuur 5-1 is de bodemdaling over de periode april 2013 tot en met april 2016 rond de onttrekking weergegeven in mm per jaar. Naast de bodemdaling rond de spoortunnel, de Prinses Beatrixlaan nabij het DSM-terrein en de Ezelsveldlaan, valt ook de bodemdaling tussen de Schie en de A13 op. De keuze van de analyseperiode is subjectief. Op dit moment is gekozen voor drie jaar, waarbij elke periode twee jaar overlapt maar ook een jaar verschuift. Op deze manier is ook de variatie in beweging van de afgelopen jaren, waarin dus nog geen reductie van de grondwateronttrekking is doorgevoerd, zichtbaar te maken. Wanneer de gehele dataset van zou worden gebruikt, wordt een lichte verandering in de bodemdaling niet of pas na geruime tijd zichtbaar. Het is juist de bedoeling om een trend in beweging snel te kunnen signaleren. Bij een te korte periode kunnen seizoensinvloeden of technische onvolkomenheden een te grote impact hebben op het detecteren van trends. Dit is ook niet wenselijk. Een voorbeeld van een technische onvolkomenheid is het ontbreken van enkele waarnemingen in de tweede helft van De gegevens uit de neergaande (descending) baan van de TerraSAR-X gaf toen slechts om de 22 dagen i.p.v. om de 11 dagen gegevens door. Een analyse over het zakken van een locatie mag niet afhankelijk zijn van meer of minder waarnemingen in een bepaalde periode. Om te zijner tijd korte trendlijnen over een half jaar te bepalen is het wenselijk om te beschikken over een zo compleet mogelijke set waarnemingen. Tabel 5-1 INSAR waarnemingen per jaar vanaf Ascending Descending Resultaat monitoring 2015 R februari

27 Om een beter beeld te krijgen van de omgeving is het nodig om uit te zoomen. In Figuur 5-2 zijn van de 2.6 miljoen locaties op maaiveld de deformaties samengevoegd naar 128 kwadranten met als middelpunt het hart van het DSM-terrein in een cirkel van 500 meter. Per partje is de gemiddelde deformatie van het maaiveld bepaald in de periode april 2013 tot en met april Dit beeld is om en nabij gelijk aan de deformatie over april 2012 tot en met april Over heel Delft en omgeving beschouwd zakt vooral de driehoek Den Hoorn-Schipluiden en de Lier met 3 mm per jaar. In deze driehoek bestaat de grond volgens de bodemkaart vooral uit zeekleigronden, maar komen hier en daar ook veengronden voor. Het centrum van Delft is juist een van de gebieden die het minst zakt: 0.7 mm tot 0.9 mm per jaar. Figuur 5-2. Gemiddelde maaivelddaling in mm per jaar rond Delft-Noord in de periode De komende jaren De verwachting is dat door het reduceren van de onttrekking in 2017 de samendrukbare lagen iets zullen terugveren. De snelheid waarmee deze lagen terugveren is afhankelijk van de stappen waarmee de reductie zal worden afgebouwd. Voor de bodemdaling betekent dit dat bij kleine stapjes de huidige snelheid waarmee de bodem daalt iets zal afnemen. Bij grote stappen zal het terugveren harder verlopen dan de bodemdaling, waardoor het maaiveld netto omhoog kan komen. De voorgestelde strategie is om het afbouwen zodanig stapsgewijs proberen door te voeren dat het maaiveld niet harder omhoog komt dan het maaiveld nu zakt. Het DSM-terrein is hiervoor het meest relevant, omdat daar de grootste veranderingen worden verwacht (Deltares, 2008). In de afgelopen jaren daalde het DSM-terrein met circa 1.5 mm per jaar (zie Figuur 5-2). Bij welke reductiestappen het zwellen van de bodem beperkt wordt tot 1.5 mm per jaar is lastig te voorspellen en zal proefondervindelijk moeten worden ondervonden. Wel zijn er in de huidige situatie al locaties die omhoog komen. In Figuur 5-3 zijn alle punten opgenomen die met 1.5 mm per jaar omhoog zijn gekomen. Voor de los Resultaat monitoring 2015 R februari

28 liggende punten is een mogelijke oorzaak het wortelpakket van een boom dat de omliggende bestrating omhoog heeft doen komen. Alleen op het DSM-terrein zijn enkele kleine clusters te vinden waar het maaiveld de afgelopen jaren omhoog kwam. Figuur 5-3. Locaties in Delft e.o. waar het maaiveld de afgelopen jaren met 1.5 mm per jaar is gestegen. Voor de korte termijn wordt aanbevolen om op een aantal van de in Figuur 5-3 opgenomen locaties uit te zoeken waarom daar het maaiveld omhoog is gekomen. Dit om gevoel te krijgen voor welke andere mechanismen dan het reduceren van de onttrekking voor het zwellen van het maaiveld kunnen zorgen. Resultaat monitoring 2015 R februari

29 6 Deformatie van gebouwen 6.1 Algemeen Met de zelfde INSAR metingen van de TerraSAR-X satelliet uit het vorige hoofdstuk kunnen ook de deformaties van gebouwen gevolgd worden. Net als bij het maaiveld zijn ook voor de gebouwen elke 11 dagen circa 100 metingen per hectare beschikbaar. Praktisch betekent dit dat voor bijna gebouwen in en rond Delft metingen beschikbaar zijn. Om een onderscheid te maken tussen gebouwen en maaiveld wordt gebruik gemaakt van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen van het kadaster (het BAG-register), waarin alle gebouwen in Nederland als object zijn opgenomen (Zie Figuur 6-1). Omdat van een meetpunt op de rand van de omtrek van een gebouw niet altijd duidelijk is of deze van het gebouw zelf of de omgeving is, zijn enkel die punten meegenomen die binnen 1 meter afstand van een gebouw op meer dan 2.5 meter boven het omringende maaiveld liggen. Figuur 6-1. Panden in de omgeving van de Oude Kerk volgens het BAG-register 6.2 Monumenten Van alle gebouwen in en rond Delft zijn de monumenten, die het aanzien van de stad Delft bepalen, de panden waarvan duidelijk is dat die zeker geen schade mogen oplopen. De belangrijkste monumenten in de nabijheid van de onttrekking zijn: Stadhuis/Waag/Hippolytuskapel/Genestetkerk; Prinsenhof/Waalse Kerk; Oude kerk; Nieuwe Kerk. Deze worden in de volgende paragrafen besproken. Stadhuis/Waag/Hippolytuskapel/Genestetkerk Voor de 4 monumenten Stadhuis, Waag, Hippolytuskapel en Genestetkerk zijn er in 2015 in totaal 299 punten beschikbaar (Zie Figuur 6-2). In 2014 waren er nog 66 meetpunten binnen de contouren van deze monumenten. Deze toename komt doordat de gemeente Resultaat monitoring 2015 R februari

30 Delft van SkyGeo - de leverancier van de data - sinds dit jaar de data afneemt van zowel de opgaande als ook neergaande baan van de TerraSAR-X (Zie ook paragraf 5.2). Per gebouw is van de meetpunten het gemiddelde bepaald: Het stadhuis zakte in 2015 met 0.7 mm per jaar (was in mm/jaar); De Waag zakte in 2015 met 0.6 mm per jaar (was in mm/jaar); De Hippolytuskapel zakte in 2015 met 0.7 mm per jaar (was in mm/jaar); De Genestetkerk zakte in 2015 met 0.6 mm per jaar (was in mm/jaar). De verandering in deformatie van deze gebouwen is niet zorgelijk. Volgens Figuur 5-2 daalt het maaiveld in het centrum sowieso met 0.7 mm per jaar. De gebouwen dalen dus met nagenoeg dezelfde snelheid. Figuur 6-2. Geselecteerde meetpunten Stadhuis, Waag, Hippolytuskapel en Genestetkerk Prinsenhof/Waalse Kerk/Oude kerk Binnen de omtrek van het Prinsenhof/Waalse Kerk en de Oude Kerk zijn er in 2015 in totaal 829 meetpunten ten opzichte van 226 meetpunten in 2014 (Zie Figuur 6-3). Per gebouw is ook hier van de meetpunten het gemiddelde bepaald: Prinsenhof (zonder Waalse Kerk) zakte in 2015 met 0.5 mm per jaar (was in mm per jaar); Waalse Kerk zakte in 2015 met 0.4 mm per jaar (was 0.6 mm per jaar in 2014); De Oude Kerk zakte in 2015 met 0.4 mm per jaar (was in mm/jaar). Resultaat monitoring 2015 R februari

31 Figuur 6-3. Geselecteerde meetpunten Prinsenhof, Waalse Kerk en Oude Kerk Door de gemeente Delft worden ook waterpassingen verricht aan 10 aan de toren van de Oude Kerk aangebrachte hoogtebouten. Het resultaat van de metingen van de afgelopen jaren is weergegeven in Figuur 6-4. Alle hoogtebouten vertonen vanaf 2009 tot en met 2015 om en nabij hetzelfde gedrag als de TerraSAR-X metingen: een zakking van 1 á 2 mm in 5 jaar. Dit k.o.m. 0.2 tot 0.4 mm per jaar. 0-1 verschil tov (mm) Oude Kerk b1 b2 b3 b4 b5 b6 b7 b8 b9 b jan-01 jan-03 jan-05 jan-07 jan-09 jan-11 jan-13 jan-15 jan-17 Figuur 6-4. Metingen aan hoogtebouten aan de Oude Kerk Nieuwe Kerk Binnen de omtrek van de Nieuwe Kerk zijn er 475 meetpunten (waren er 188 in 2014). Gemiddeld is de deformatie in mm per jaar, maar dit is niet gelijkmatig verdeeld. Rond de toren is de deformatie in mm per jaar (dit was in 2014 nog 0.9 mm per jaar). Terwijl in het schip van de kerk de deformatie gemiddeld 0.6 mm per jaar bedraagt (was in mm per jaar). Resultaat monitoring 2015 R februari

32 Figuur 6-5. De Nieuwe Kerk in Delft. Enkel bij de toren wijkt de deformatie iets af van het omringende maaiveld en het schip van de kerk Door de Gemeente Delft worden sinds 2004 ook periodiek waterpassingen aan 14 in de kerk rond de toren aangebrachte hoogtebouten verricht. Het resultaat van deze metingen is weergegeven in Figuur 6-6. De aan het schip gemonteerde bouten zakken 0,6 tot 0,8 mm per jaar in de afgelopen 5 jaar. De aan de toren gemonteerde bouten zakken 1,0 tot 1,2 mm per jaar in de afgelopen 5 jaar. Dit is om en nabij hetzelfde gedrag als de hiervoor beschreven TerraSAR-X metingen. Figuur 6-6. Metingen aan hoogtebouten in de Nieuwe Kerk 6.3 Deformatie overige bebouwing Van alle overige gebouwen is uitgezocht welke gebouwen in de huidige situatie in de directe nabijheid van de onttrekking in Delft-Noord het meest zakken. In totaal zijn er vanaf 2015 voor gebouwen metingen beschikbaar. In Figuur 6-7 zijn de panden die harder zakken dan 3 mm per jaar in rood gemarkeerd. Langs de Kerstanjewetering in de omgeving van de Lindelaan staan clusters van panden die zakken. Resultaat monitoring 2015 R februari

33 Figuur 6-7. Zakkende panden in de omgeving van de onttrekking Een groot aantal van de panden die zakken zakt echter min of meer met de snelheid van het maaiveld. Slechts een beperkt aantal panden zakt harder. In Figuur 6-8 is ingezoomd op de omgeving van de Lindelaan en Kerstanjewetering. Hierbij is het zakken van de gebouwen absoluut en relatief weergegeven, waarbij de absolute daling van een pand direct volgt uit de metingen en bij de relatieve daling de bodemdaling in de omgeving van de absolute daling is afgetrokken. Het zakken van de panden langs de Meermanstraat en Kerstanjewetering kan overigens verband houden met de in gebruik name van het gemaal Kerstanjewetering. Dit was voorzien. Deze panden staan op staal en hiervoor is in de MER-rapportage (TAUW, 2014) ingeschat dat door het gemaal Kerstanjewetering het maaiveld om en nabij 0,1 m extra zakt in de komende 30 jaar indien de onttrekking al die tijd op 1200 m 3 /uur blijft gehandhaafd. Figuur 6-8. Absoluut en relatief zakkende panden in en om de Lindelaan en de Kerstanjewetering Resultaat monitoring 2015 R februari

34 6.4 De komende jaren Zoals reeds uitgelegd in paragraaf 5.3 is de verwachting dat door het reduceren van de onttrekking in 2017 de samendrukbare bodemlagen iets zullen terugveren. Voor het maaiveld en de daarop staande gebouwen op staal betekent dit dat bij kleine stapjes de huidige snelheid waarmee zij zakken iets zal afnemen. De voorgestelde strategie is om het afbouwen zodanig stapsgewijs door te voeren dat de gebouwen niet harder omhoog komen dan het maaiveld nu zakt. Voor de binnenstad - met veel gebouwen op staal - betekent dit maximaal 0.7 mm per jaar omhoog (Zie Figuur 5-2). Bij deze geringe snelheid van veranderingen in maaiveldhoogte wordt de van nature aanwezige snelheid niet overschreden en krijgt de fundering van een gebouw, maar ook nutsaansluitingen, kunstwerken, straatmeubilair en bomen de gelegenheid om zich met de seizoenen geleidelijk aan te passen aan de nieuwe situatie. Net zoals zij zich nu elk jaar aanpassen aan een verandering van 0.7 mm per jaar omlaag. Bij welke reductiestappen het zwellen van de bodem beperkt wordt tot 0.7 mm per jaar in de binnenstad is lastig te voorspellen en zal uit de praktijk moeten blijken. Wel zijn er in de huidige situatie (dus nog vóór de reductie) al gebouwen die omhoog komen. In Figuur 6-9 zijn alle panden opgenomen die meer dan 0,2 mm/jaar omhoog zijn gekomen in de periode april april De oranje panden kwamen tussen de 0,2 en 0,5 mm per jaar omhoog. Slechts hier en daar is er een pand dat meer dan 0,5 mm per jaar omhoog is gekomen (rood in Figuur 6-9). Voor de korte termijn wordt aanbevolen om voor te sorteren op de straks benodigde analyses. Waar aan gedacht wordt is het voorbereiden van een GIS-bestand, waarin per gebouw/constructie al het een en ander is uitgewerkt. Bijvoorbeeld per gebouw of het van houten, metselwerk of beton is, of een gebouw op palen of op staal staat, hoe het de afgelopen jaren is gezakt etc. Figuur 6-9. Panden in Delft en omgeving die niet zakken of iets omhoog komen Resultaat monitoring 2015 R februari

Grondwateronttrekking Delft-Noord

Grondwateronttrekking Delft-Noord 16 apr 2018 ` Grondwateronttrekking Delft-Noord Resultaten van de monitoring in 2017 Definitief Colofon Documenttitel. Grondwateronttrekking Delft-Noord Opdrachtgever. Gemeente Delft Verantwoordelijke

Nadere informatie

Karla Kampman, Pepijn Abink Spaink, Gerard Bloemhof (gemeente Delft)

Karla Kampman, Pepijn Abink Spaink, Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Notitie aan: Karla Kampman, Pepijn Abink Spaink, Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Project: Quickscan II rapportage na de van 2017 Datum: Opgemaakt door: 05-10-2017 (aangevulde versie van 16 aug 2017, n.a.v.

Nadere informatie

Projectnummer/Kenmerk _oho 15 april Onderwerp Grondwateronttrekking Delft-Noord: quickscan 1 vóór de afbouwstap van 2019

Projectnummer/Kenmerk _oho 15 april Onderwerp Grondwateronttrekking Delft-Noord: quickscan 1 vóór de afbouwstap van 2019 Notitie Projectnummer/Kenmerk Datum 180905_oho 15 april 2019 Aan Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Van Olivier Hoes (Acacia Water) Kopie aan Onderwerp Grondwateronttrekking Delft-Noord: quickscan 1 vóór

Nadere informatie

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding Notitie aan: Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Project: Quickscan rapportage voorafgaand aan de afbouwstap van 2017 Datum: 24-04-2016

Nadere informatie

Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring GR Beheer Grondwateronttrekking

Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring GR Beheer Grondwateronttrekking Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring 2014 GR Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord 26-05-2016 Grondwateronttrekking Delft-Noord resultaten monitoring 2014 Voor: GR Beheer Grondwaterwateronttrekking

Nadere informatie

Grondwateronttrekking Delft-Noord nulmeting dec GR Beheer Grondwateronttrekking

Grondwateronttrekking Delft-Noord nulmeting dec GR Beheer Grondwateronttrekking Grondwateronttrekking Delft-Noord nulmeting dec 2013 GR Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord 17-06-2014 Grondwateronttrekking Delft-Noord nulmeting dec 2013 Voor: GR Beheer Grondwaterwateronttrekking

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Beleidsuitgangspunten afbouw grondwateronttrekking Delft Noord

Beleidsuitgangspunten afbouw grondwateronttrekking Delft Noord Beleidsuitgangspunten afbouw grondwateronttrekking Delft Noord Aanleiding Op de locatie van DSM in Delft-Noord vindt sinds 1916 een grondwateronttrekking plaats. Oorspronkelijk werd het grondwater gebruikt

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met Aan Contactpersoon Jeroen Ponten Onderwerp Partikulier polderriool in het woonblok 1e Helmersstraat, G. brandtstraat, Overtoom, 2e C. Huygensstraat Doorkiesnummer 020 608 36 36 Fax afdeling 020 608 39

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN Doc./bijlage Postadres Ons Kenmerk ODH

omgevingsdienst HAAGLANDEN Doc./bijlage Postadres Ons Kenmerk ODH A,d? Kopie Gemeente Delft i/ 2 6 JAN 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Doc./bijlage Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Gemeente

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Doetinchem, 21 juli 2014

Doetinchem, 21 juli 2014 Doetinchem, 21 juli 2014 Deze notitie over het risico op verzakking van bebouwing als gevolg van de plannen is opgesteld in 2011. In de notitie wordt een verwachte grondwaterstandstijging in de bebouwde

Nadere informatie

GRONDWATERMEETNET. Schinveld, gemeente Onderbanken. Monitoringsrapportage 08 en grote onderhoudsronde. Periode maart 2015 april 2016

GRONDWATERMEETNET. Schinveld, gemeente Onderbanken. Monitoringsrapportage 08 en grote onderhoudsronde. Periode maart 2015 april 2016 GRONDWATERMEETNET Schinveld, gemeente Onderbanken Monitoringsrapportage 08 en grote onderhoudsronde Periode maart 2015 april 2016 Kenmerk rapport: 20141176/RapM08 Status rapport: Versie 1 Datum rapport:

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006 Johan Krol Januari 2007 Inhoudsopgave. Voorlopige trends 3 Inleiding

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk

Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk Voortgangsrapportage Monitoring De Zilk Meetnet provincie Zuid-Holland; meetperiode november 2006 - september 2007 (ronde 1) Definitief Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Grontmij Nederland bv Alkmaar,

Nadere informatie

Veranderingen Antwoorden

Veranderingen Antwoorden Veranderingen Antwoorden Paragraaf 1 1a Waarschijnlijk hoeveel procent je energie is van je maximale hoeveelheid 1b Het gemiddelde ligt veel hoger, Bekijk de oppervlakte tussen de grafiek en de stippellijn.

Nadere informatie

2. Stuw Kortrijk blz Stuw Kerkweg-noord blz Stuw Portengen blz Stuw Schutterskade-west blz Stuw Schutterskade-oost blz 7

2. Stuw Kortrijk blz Stuw Kerkweg-noord blz Stuw Portengen blz Stuw Schutterskade-west blz Stuw Schutterskade-oost blz 7 Datum: 13 oktober 2014 Betreft : Registratiegegevens van kunstwerken en watersysteem in bemalingsgebieden De Tol en Maarssenbroek-Haarrijn tijdens de wateroverlast van juli 2014. Document DM 869688 Inhoud:

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Grondwatermonitoring grondwatermeetnet Zwijndrecht. Definitief

Grondwatermonitoring grondwatermeetnet Zwijndrecht. Definitief Grondwatermonitoring grondwatermeetnet Zwijndrecht Definitief Grondwatermonitoring grondwatermeetnet Zwijndrecht Periode december 2009 t/m november 2013 Definitief Uitgebracht aan: Gemeente Zwijndrecht

Nadere informatie

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat. MEMO Datum : 24 mei 2016 Aan Van : Stadsdeelcommissie Noord : Hans van Agteren Onderwerp : Grondwateroverlast Enschede Noord Inleiding In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) zijn zeven gebieden benoemd

Nadere informatie

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging Aan Omgevingsdienst West-Holland Behandeld door Eline Heemskerk T.a.v. De heer H.M. de Boo E eline.heemskerk@mwhglobal.com Van E. Heemskerk T 015-7511880 Betreft Actualiserend bodemonderzoek Van Leeuwenpark

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

Briefrapport Oosterdokseiland. Document Nr.: Versie: 1.0 Datum: 20 juli 2018

Briefrapport Oosterdokseiland. Document Nr.: Versie: 1.0 Datum: 20 juli 2018 Briefrapport Oosterdokseiland Document Nr.: 1004-0044-112 Versie: 1.0 Datum: 20 juli 2018 Opdrachtgever Aronsohn Constructies Raadgevende Ingenieurs B.V. Postbus 75 5600 AB EINDHOVEN Opdrachtnemer Fugro

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager

Nadere informatie

agendapunt 04.B.19 Aan Commissie Waterkwaliteit

agendapunt 04.B.19 Aan Commissie Waterkwaliteit agendapunt 04.B.19 1130764 Aan Commissie Waterkwaliteit AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN UITVOERINGSKREDIET TEN BEHOEVE VAN EEN BIJDRAGE PUTTENVELD EN BOOSTERGEMAAL GR BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT-NOORD

Nadere informatie

Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw

Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw Evaluatie/analyse tot 1-8-7 4 september 27 DLG-Zeeland Postbus 6 446 AA Goes tel: 113-237 blz 2 van 13 Inhoud 1 Aanleiding...5 2 Freatische buizen...5 2.1

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 In samenwerking met de werkgroep Landbouw is in voorjaar 2006 het monitoringsplan opgesteld: "Monitoring grondwaterstanden in landbouw percelen, DLG, 1

Nadere informatie

Aan: Vereniging BOS/D. Spoorsingel 2, 2613 BD Delft. Delft, 26 november Geacht bestuur BOS/D,

Aan: Vereniging BOS/D. Spoorsingel 2, 2613 BD Delft.   Delft, 26 november Geacht bestuur BOS/D, Aan: Vereniging BOS/D Spoorsingel 2, 2613 BD Delft e-mail: info@bosd.nl Delft, 26 november 2017 Geacht bestuur BOS/D, Zowel als medebewoner van het Spoorzonegebied en op basis van mijn expertise als hoogleraar

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Notitie Aan: Waterschap De Dommel Van: Onno de Vrind Datum: 17 november 2017 Kopie: - Ons kenmerk: BD5471/N0004/901865/EHV Classificatie: Definitief HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp:

Nadere informatie

Monitoring protocol kwelvoorziening Perkpolder. groeidocument - 3 oktober 2014

Monitoring protocol kwelvoorziening Perkpolder. groeidocument - 3 oktober 2014 Monitoring protocol kwelvoorziening Perkpolder groeidocument - 3 oktober 2014 Monitoring protocol kwelvoorziening Perkpolder groeidocument - 3 oktober 2014 Perry de Louw 1209917-000 Deltares, 2014, B Deltares

Nadere informatie

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt

Nadere informatie

vandaag 4 minuten lezen

vandaag 4 minuten lezen We zeggen het maar even voor de zekerheid: printen is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik. Het is niet supersympathiek om dit artikel te verspreiden. Sterker nog: het is verboden. Gelukkig is het

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

67 Grondwateronttrekking voor huis, tuin en keuken en andere kleinschalige toepassingen

67 Grondwateronttrekking voor huis, tuin en keuken en andere kleinschalige toepassingen 67 Grondwateronttrekking voor huis, tuin en keuken en andere kleinschalige toepassingen 67.1 Inleiding Dit hoofdstuk is van toepassing op grondwateronttrekkingen voor huis, tuin en keuken en andere kleinschalige

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec 5. Verdamping Voor de verdamping in het stroomgebied de Goorloop is de gemiddelde referentiegewasverdamping van het KNMI weerstation in Eindhoven gebruikt. Dit station is het dichtstbij gelegen KNMI station

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Ontwerpnotitie De Run 1. Doelstelling 2. Informatiebehoefte

Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Ontwerpnotitie De Run 1. Doelstelling 2. Informatiebehoefte Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Aan: Waterschap De Dommel Van: Onno de Vrind en David Salwegter (Royal HaskoningDHV) Datum: 26 november 2018 Kopie: - Ons kenmerk: BD5471_T&P_NT_1811270852

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem februari 2019

Toestand van het watersysteem februari 2019 Toestand van het watersysteem februari 219 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - februari 219 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015 Samenvatting: De gevallen neerslag van afgelopen week en met name van donderdag 8 januari heeft geleid tot verhoogde afvoeren en waterpeilen in het beheergebied van Waterschap Aa en Maas. De neerslag is

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem januari 2019

Toestand van het watersysteem januari 2019 Toestand van het watersysteem januari 2019 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - januari 2019 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma.

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma. Waterbeheer Semester 3 periode 1, minor water Docent: E. Jonker Datum: 4-11-12 Gemaakt door: Lútsen Bonekamp Johannes Woudsma Liekele Dijkstra Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1.Inleiding 3 2.Afwatering 4

Nadere informatie

WATERBEHEER OP SCHIERMONNIKOOG

WATERBEHEER OP SCHIERMONNIKOOG WATERBEHEER OP SCHIERMONNIKOOG INFORMATIEAVOND WATERBEHEER OP SCHIERMONNIKOOG Opening en welkom (J. Hagen, gemeente Schiermonnikoog) Aanleiding en doel van de avond (B. de Winter, WF) Toelichting watersysteem,

Nadere informatie

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016

Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016 Voortgangsbericht De Bruuk juli 2016 Op 4 juli organiseerde de provincie Gelderland in De Sleutel in Breedeweg een inloopavond over de ontwikkelingen in De Bruuk. Vanuit het bewonerscollectief kregen wij

Nadere informatie

Overeenkomsten d.d

Overeenkomsten d.d mm 15 MRT2016 Gemeente Delft Partijen/ondergetekenden: / Overeenkomsten d.d. 18-12-2015 A) Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Delft, adres: Martinus Nijhofflaan 2, 2624 ES Delft,

Nadere informatie

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg Februari 2015 Inleiding In opdracht van de Stuurgroep (waarin alle betrokken partijen 1 zitting hebben) heeft de projectgroep dit draaiboek opgesteld. De betrokken

Nadere informatie

Geohydrologisch rapport. stopproef winning weerseloseweg te Enschede

Geohydrologisch rapport. stopproef winning weerseloseweg te Enschede Geohydrologisch rapport stopproef winning weerseloseweg te Enschede VN-57056-1 9 april 2013 57056-1 Blz. 1 Onderwerp: Projectnummer: Opdrachtgever: Nr. opdrachtgever: 4500088704 : 9 april 2013 stopproef

Nadere informatie

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000.

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000. Fugro GeoServices B.V. Hydrologie Veurse Achterweg 10 Postbus 63 2260 AB Leidschendam tel.: 070-3111333 BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER Onze ref : 1112-0132-000.B01/VL/HGW

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Inhoud. Op palen gefundeerde panden. Voorbeeld zetting Hoogbouw: Inhoud. Erasmus MC 110 m hoog. Funderingspalen plaatselijk te kort

Inhoud. Op palen gefundeerde panden. Voorbeeld zetting Hoogbouw: Inhoud. Erasmus MC 110 m hoog. Funderingspalen plaatselijk te kort Op palen gefundeerde panden Hoezo zettingsvrij? ir. Jan van Dalen Inhoud Zettingen van op palen gefundeerde constructies: 1. Samendrukbare lagen onder de zandlaag 2. Funderingsproblemen 3. Invloed van

Nadere informatie

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

59 Grondwateronttrekking voor beheersmaatregel

59 Grondwateronttrekking voor beheersmaatregel 59 Grondwateronttrekking voor beheersmaatregel 59.1 Inleiding Dit hoofdstuk is van toepassing op beheersmaatregelen. Hieronder wordt verstaan het onttrekken van grondwater met als doel het beheersen of

Nadere informatie

Dweilen voor de kraan open gaat

Dweilen voor de kraan open gaat Dweilen voor de kraan open gaat Wisse Beets (Wareco Ingenieurs), Elro Hagens (gemeente Bloemendaal), Marjon ten Hagen (Wareco Ingenieurs De marge waarin we het grondwater in Nederlandse dorpen en steden

Nadere informatie

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam. Funderingsherstel Amsterdam B.V. Datum 10 juli 2018 Kenmerk DMS2018-0026148 Zaaknummer WN2018-004430 Maatwerkbesluit voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Nadere informatie

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017 Notitie Stadsontwikkeling Ingenieursbureau Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling Datum : 9 maart 2017 Betreft : Binnentuinen Ageniesebuurt Bezoekadres: De

Nadere informatie

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 1 Hypothese Een onttrekking van 10 m³/uur met één bron heeft dezelfde hydrologische

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Bijlage: De vergadering wordt verzocht:

Algemeen bestuur. Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Bijlage: De vergadering wordt verzocht: Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord Algemeen bestuur AGENDAPUNT 9 Betreft: Begroting 2013 Kenmerk: Gr/2012/bo/0001/TAP 9 Van: J. Rombouts Bijlage: De vergadering wordt

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof Memo De tor s Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum Van Reinier Schrijvershof Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 7483 Aantal pagina's 10 E-mail reinier.schrijvershof@deltares.nl Onderwerp Verplaatsing

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen 14.52044 De peilvoorstellen en afwegingen van het ontwerp-peilbesluit voor de Zuid- en Noordeinderpolder worden hier gegeven. Dit ontwerppeilbesluit is opgesteld

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde). Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren

Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren Monitoring en deformatiemetingen van binnenstedelijke kademuren Ing. R.G. Ophof Projectleider monitoring Nebest Adviesgroep 28 april 2015 Opbouw van de presentatie Begrippen Doel van monitoring of deformatiemetingen

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht 24 maart 2011 Nummer 2011-01 LCW Droogtebericht Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van 2011 De kans op lage afvoeren is voor de Rijn in het komende voorjaar en zomer groter

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied Boulevard Oost van Vinex

Nadere informatie

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater November 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juni 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juni 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juni 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

HoogheemraadschapvanDelfland

HoogheemraadschapvanDelfland -E*«*' HoogheemraadschapvanDelfland stand van zaken dossier grondwateronttrekking DSM Beleidsveld: Aard voorstel: Grondwater Besluitvormend Vergaderdatum: 27 september 2007 Kenmerk VV: 654066 Aantal bijlagen:

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

C.O.L.N. 60 JAAR LATER:

C.O.L.N. 60 JAAR LATER: C.O.L.N. 60 JAAR LATER: LANDELIJKE KAART GRONDWATERSTANDSDIEPTEN OP PAPIER WILLEM JAN ZAADNOORDIJK, MICHIEL VAN DER MEULEN, NIKKI TRABUCHO C.O.L.N.-ONDERZOEK 1951-1958 metingen grondwaterstanden 1952-1955

Nadere informatie

1. Highlights. Rapportage 1e kwartaal 2015

1. Highlights. Rapportage 1e kwartaal 2015 1. Highlights Self services PDOK heeft haar jaarplanning voor vastgesteld. Daarin is ook de ontwikkeling van self service-faciliteiten opgenomen. Dit betreft het geautomatiseerd updaten van reeds gereleasde

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

p HOLLAND 2 6 NOV Gedeputeerde Staten

p HOLLAND 2 6 NOV Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten p HOLLAND Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord t.a.v. de heer P. vander Ende Postbus 3061 2601 DB DELFT Directie Omgevingsdiensfen Afdeling Vergunningen

Nadere informatie

Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel

Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel Inleiding In juli 2014 en februari 2015 is binnen WSRL samen met de betrokken experts een nieuw peilbeheer opgesteld voor de Hoge Boezem

Nadere informatie

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie