J a a r v e r s l a g

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "J a a r v e r s l a g"

Transcriptie

1 J a a r v e r s l a g 2018 Stichting Pensioenfonds TNT Express Stichting Pensioenfonds TNT Express Opgericht 1 januari 2014 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer Correspondentieadres: Postbus AM Groningen

2 Inhoudsopgave Bestuursverslag... 4 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Woord van de voorzitter Ontwikkelingen in vogelvlucht Algemene informatie Juridische structuur Organisatie Personalia Missie, visie, doelstellingen en risicohouding Financiële positie en beleid Financiële positie Beleid Financieringsbeleid Toeslagbeleid Beleggingsbeleid Integraal risicomanagement (IRM) Risicomanagementsysteem Governance Risicocultuur Bewaking en vastlegging Hoofdrisico s Risicomatrix Toelichting financiële hoofdrisico s per hoofdrisico Toelichting niet-financiële hoofdrisico s per hoofdrisico Beleggingen Resultaat en toelichting beleggingen Terugblik Bijdrage strategische beslissingen Vooruitblik Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Pensioensparen (IPS) en Beschikbare-Premieregeling (BPR) Pensioencommunicatie en -administratie Pensioencommunicatie Pensioenadministratie

3 6.3 Pensioenregeling in Wet- en regelgeving, relevante ontwikkelingen Actuariële analyse Besturing en naleving wetgeving Algemeen Bestuursaangelegenheden Geschillencommissie Code Pensioenfondsen Verslag van de Visitatiecommissie Verslag van het Verantwoordingsorgaan Informatie vanuit toezicht van DNB en AFM Beleidsregel geschiktheid en Integriteitstoets Gedragscodes Beloningsbeleid Organisatie en uitvoering Uitvoeringskosten Statutenwijziging Verwachte gang van zaken Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Overige gegevens Actuariële verklaring Controleverklaring onafhankelijk accountant Bijlagen Bijlage 1 Deelnemersbestand Bijlage 2 Begrippenlijst

4 Bestuursverslag 4

5 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x 1,0 duizend Deelnemers (aantallen) Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Totaal Pensioenen Kostendekkende premie Gedempte kostendekkende premie Feitelijke premie Reguliere premie Verplichte bijstortingen n.v.t. n.v.t n.v.t Koopsom voorwaardelijk pensioen (VPL) Uitvoeringskosten Uitkeringen Reguliere toeslagverlening Actieve deelnemers - Regeling op of na 1 januari ,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,32% - Niet toegekende toeslagen (cum.) 9,15% 7,98% 6,70% 6,19% 5,86% Pensioengerecht. en gewezen deelnemers - Regeling voor 1 januari ,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,40% - Niet toegekende toeslagen (cum.) 10,71% 9,53% 8,23% 7,71% 7,36% Overige toeslagverlening Actieve deelnemers voormalig OPF TNT (aanspraken voor 2001) 3,33% 1,10% 0,80% 1,91% 2,67% Eenm. toeslagverlening ivm samenvoeging n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0,5% n.v.t. Vermogen en solvabiliteit Aanwezig eigen vermogen Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) Vereist Eigen Vermogen (VEV) Voorziening pensioenverplichtingen Dekkingsgraad in % 107,4 112,7 104,6 103,2 107,8 Dekkingsgraad o.b.v. marktrente in % 103,0 108,9 98,3 97,5 92,7 Beleidsdekkingsgraad in % 111,4 110,3 99,3 104,4 n.v.t. Kostenratio s Vermogensbeheerkosten (als % van gemiddeld belegd vermogen) 0,39 0,44 0,34 0,26 0,27 Transactiekosten (als % van gemiddeld belegd vermogen) 0,30 0,30 0,30 0,15 0,09 Pensioenuitvoeringskosten (in euro per deelnemer) Gemiddelde duration (in jaren) Actieve deelnemers 26,3 24,0 24,0 24,1 23,3 Gewezen deelnemers 26,9 25,1 25,9 25,4 24,6 Pensioengerechtigden 11,4 11,2 11,6 11,5 11,3 Totaal gemiddelde duration 23,5 21,8 22,4 22,2 21,4 5

6 Bedragen x 1,0 duizend Gemiddelde rekenrente in % 1,47 1,57 1,42 1,80 2,10 Beleggingen Balanswaarde I Opbrengsten risico pensioenfonds Jaarrendement in % II -1,9 5,3 9,8 2,5 24,5 Gemiddeld jaarrendement vanaf ,7 10,2 11,9 13,0 24,5 Standen zijn per het einde van het genoemde jaar; stromen betreffen de gehele verslagperiode. I II De balanswaarde van de beleggingen bestaat uit de beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers minus de negatieve derivaten die zijn gepresenteerd onder de schulden op de balans. Rendement is vastgesteld op basis van geometrische berekening. 6

7 1 Woord van de voorzitter Voor u ligt het jaarverslag 2018 van Stichting Pensioenfonds TNT Express (hierna het pensioenfonds). In dit jaarverslag leest u meer over de financiële positie van het pensioenfonds en ontwikkelingen die in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. In veel opzichten was 2018 een bewogen jaar voor ons pensioenfonds. Gedurende het jaar was er de stellige verwachting dat het bericht zou komen dat de werkgever de uitvoeringsovereenkomst wilde beëindigen. Het pensioenfonds heeft in aanloop daar naartoe verschillende malen contact met de werkgever gehad en heeft zich daarbij op verschillende toekomstscenario s voorbereid. Uiteindelijk is de opzegging eind 2018 nog niet door de werkgever gemeld. In 2019 zal de dialoog met de werkgever over de toekomst verder gaan. Uit het in maart 2018 opgestelde herstelplan blijkt dat ons pensioenfonds naar verwachting in de loop van 2020 weer het Vereist Eigen Vermogen kan bereiken. Als deze ontwikkelingen zich doorzetten, dan komt (gedeeltelijke) toeslagverlening volgend jaar hopelijk weer aan de orde. De beleggingsrendementen (exclusief het rendement van het afdekken van het renterisico) bleven tot en met september op niveau en de beleidsdekkingsgraad steeg gestaag. Hierdoor kon het bestuur eind 2018 besluiten tot een gedeeltelijke toeslagverlening van 0,2%.In de laatste maanden van 2018 daalde de beleidsdekkingsgraad weer enigszins. Dit uitgebreide jaarverslag is met zorg samengesteld om uitgebreid verantwoording af te leggen en u inzage te geven in bestuurlijke en financiële gang van zaken in het afgelopen jaar. In de volgende paragraaf vindt u een compacte opsomming van de belangrijkste ontwikkelingen. Ik wil u van harte uitnodigen verder te lezen. Graag wil ik op deze plaats iedereen bedanken die op welke wijze dan ook heeft bijgedragen aan het pensioenfonds: onze deelnemers, de werkgever, de vakbonden, adviseurs, compliance officer en andere betrokkenen. Twee groepen wil ik hier in het bijzonder bedanken: Allereerst de medewerkers van TKP en TKP Investments voor hun grote betrokkenheid, inzet en deskundigheid. Daarnaast ons Verantwoordingsorgaan voor hun constructieve en kritische bijdragen. Groningen, 27 mei 2019 Peter van Gameren, voorzitter 7

8 1.1 Ontwikkelingen in vogelvlucht Toekomst van het pensioenfonds In 2016 is TNT Express B.V. overgenomen door het Amerikaanse bedrijf FedEx. Deze overname en de mogelijke gevolgen daarvan voor het pensioenfonds, heeft sindsdien doorlopend de aandacht van het bestuur. In mei 2018 heeft de werkgever aangegeven de intentie te hebben om in het vierde kwartaal van 2018 de uitvoeringsovereenkomst op te zeggen en met het bestuur in gesprek te willen over de (financiële) gevolgen van een opzegging. Het bestuur heeft sindsdien de gevolgen van dit voornemen geïnventariseerd. In december 2018 heeft de werkgever laten weten dat het opzeggen van de uitvoeringsovereenkomst niet in 2018 zal plaatsvinden, maar dat de intentie blijft om de uitvoeringsovereenkomst op te zeggen. Vanzelfsprekend zal het komende jaar dit onderwerp een belangrijk aandachtspunt van het bestuur blijven. Financiële positie Voor de financiële positie van het pensioenfonds is de (beleids)dekkingsgraad een belangrijke graadmeter, waarbij de beleidsdekkingsgraad het gemiddelde is van de laatste 12 maandelijkse actuele dekkingsgraden. Over het gehele jaar is de actuele dekkingsgraad gedaald van 112,7% naar 107,3%. De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 110,3% naar 111,4%. De daling van de actuele dekkingsgraad is voor een belangrijk deel het gevolg van stijgende rente en een negatief beleggingsrendement. De beleidsdekkingsgraad, als 12-maands gemiddelde, is wel gestegen doordat gedurende 2018 de actuele dekkingsgraad gemiddeld boven die van 2017 lag. Helaas had een teleurstellend 4 e kwartaal een fors negatief effect op de ontwikkeling van het resultaat en de dekkingsgraden. Toetsingskader In opvolging van de haalbaarheidstoets, die voor het eerst in 2015 heeft plaatsgevonden, is ook in 2018 deze toets uitgevoerd. Zowel het pensioenresultaat op pensioenfondsniveau en als het pensioenresultaat in een slecht-weerscenario blijven binnen de door het pensioenfonds gestelde normen. De resultaten daarvan zijn tijdig gemeld aan De Nederlandsche Bank (DNB). Toeslagverlening De reguliere toeslagverlening is voorwaardelijk. Voor de aanspraken van actieve deelnemers van het voormalige Ondernemingspensioenfonds TNT, die zijn opgebouwd voor 1 januari 2001 geldt een onvoorwaardelijke toeslagverlening. De toeslagambitie is voor alle deelnemers gelijk aan 80% van de prijsontwikkeling. De prijsontwikkeling is gebaseerd op de Consumenten Prijs Index (hierna: CPI) voor alle huishoudens. De basis is het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid van de maand november van het voorgaande jaar afwijkt van het prijsindexcijfer van de maand november van het daaraan voorafgaande jaar. De feitelijke prijsontwikkeling in de referteperiode bedroeg 1,6%. Beperkt door de wettelijke kaders op grond van de financiële positie van het pensioenfonds kon slechts een gedeeltelijke toeslagverlening van 0,2% worden toegekend. Beleggingsbeleid Het strategisch beleggingsbeleid is in 2018 niet significant gewijzigd. Gezien de beperkte tijdshorizon van het pensioenfonds worden momenteel geen majeure wijzigingen in het strategisch beleggingsbeleid overwogen. De kostenbeheersing is een continu aandachtspunt. Het bestuur volgt nauwlettend de ontwikkelingen binnen en buiten de beleggingsportefeuille om tijdig in te kunnen spelen op de toekomstige positie van het pensioenfonds en veranderende marktomstandigheden. 8

9 Risicomanagement De risicomanagementfunctie is belegd bij het hele bestuur. Het bestuur heeft gekozen om de (hoofd)risico s te clusteren en per cluster risico-eigenaren te benoemen. In 2018 is een externe partij (Sprenkels & Verschuren) aangesteld om verder invulling te geven aan het risicomanagement. Governance De samenstelling van het Verantwoordingsorgaan is in 2018 niet gewijzigd. Aan de Visitatiecommissie is opdracht tot visitatie verstrekt. De samenstelling van de Visitatiecommissie is eind 2018 gewijzigd. De visitatie is begin 2019 uitgevoerd over het verslagjaar De uitkomsten van deze visitatie en de reactie van het bestuur zijn opgenomen in dit verslag. Op basis van de IORP II richtlijnen heeft het bestuur in 2018 stappen gezet om de verschillende sleutelfuncties, op het gebied van actuariële onderwerpen, risicobeheer en interne audit in te richten. Definitieve invulling vindt in 2019 plaats. Uitbesteding Het bestuur heeft aandacht besteed aan het verder verfijnen van het uitbestedingsbeleid en de belangrijkste uitbestedingspartners zijn geëvalueerd. Dit wordt in 2019 vervolgd. Herstelplan Het pensioenfonds heeft in maart 2019 (evenals in maart 2018) een geactualiseerd herstelplan ingediend bij DNB. Dit was verplicht om dat de beleidsdekkingsgraad onder het niveau van het Vereist Eigen Vermogen (VEV) lag. Op grond van de uitgangspunten die bij het opstellen van het herstelplan mogen worden gehanteerd, blijkt uit het ingediende plan dat binnen een periode van twee jaar de beleidsdekkingsgraad het vereiste niveau zou bereiken. Op grond van het financieel toetsingskader, moet een pensioenfonds jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren en moet het pensioenfonds laten zien dat het afgesproken premiebeleid reëel en haalbaar is, als ook dat het pensioenfonds een voldoende herstelkracht heeft vanuit het niveau van de minimaal vereiste dekkingsgraad. Communicatie Het pensioenfonds was in 2018 in afwachting van de concrete gevolgen van de overname van TNT Express door FedEx omtrent de toekomst van het pensioenfonds. Voor de periode dat er nog geen duidelijkheid hierover bestaat heeft het pensioenfonds de keuze gemaakt om terughoudend te zijn in de communicatie rondom dat onderwerp. Op de website van het pensioenfonds worden de actuele ontwikkelingen gepubliceerd. Het pensioenfonds heeft een specifiek communicatieplan opgesteld om te gaan communiceren over de toekomst van het pensioenfonds, zodra hier meer duidelijkheid over bestaat. Tot die tijd is besloten de communicatie te beperken tot de wettelijk verplichte uitingen en geen extra communicatie activiteiten te ontwikkelen. AVG In 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van kracht geworden. Het pensioenfonds heeft de nodige inspanningen verricht om de AVG te implementeren. Dit behelst onder andere het aanstellen van een functionaris gegevensbescherming binnen het bestuur, het aangaan van verwerkersovereenkomsten, het opstellen van privacybeleid en een verwerkingsregister. Wet- en regelgeving Er komt regelmatig nieuwe wet- en regelgeving op het pensioenfonds af. Zowel op het gebied van privacy (AVG), als fiscaal (verhoging fiscale pensioenrichteeftijd) en Europees (IORP II, waarin onder meer zaken over communicatie en onafhankelijk risicomanagement worden voorgeschreven). Dit, opgeteld bij de inspanningen die het pensioenfonds moet leveren rondom het externe toezicht door DNB en AFM, maakt dat het pensioenfonds hieraan veel werk heeft. Samen met de 9

10 uitvoeringsorganisaties en adviseurs zorgt het pensioenfonds ervoor, dat het aan de regels voldoet en voorbereid is op vaak impactvolle wijzigingen. Het pensioenstelsel in Nederland Alle verwachtingen ten spijt, het is nog steeds wachten op een nieuw pensioenstelsel in Nederland. Als relatief klein ondernemingspensioenfonds is het lastig om intensief betrokken te zijn bij de discussie over een nieuw pensioenfonds, maar het pensioenfonds volgt de ontwikkelingen uiteraard met grote belangstelling. Natuurlijk zorgen het pensioenfonds en de uitvoeringsorganisatie er voor op tijd voorbereidingen te treffen voor een eventueel vernieuwd stelsel. Bestuursmutaties In het verslagjaar zijn geen bestuurswisselingen geweest. Mevrouw Stevens-Moes was aftredend per juni De heer Haneveld is ter voorbereiding van de opvolging van mevrouw Stevens-Moes in het bestuur toegetreden als toehoorder. Totdat de heer Haneveld formeel was toegetreden tot het bestuur heeft mevrouw Stevens-Moes haar positie in het bestuur aangehouden. De heer Verheij is in 2018 herbenoemd in zijn rol als bestuurslid namens de pensioengerechtigden. De heer Haaksman is door de werkgever voorgedragen voor een tweede zittingstermijn. Het bestuur heeft daarop de heer Haaksman herbenoemd. Toekomstverwachting De voortdurende turbulentie op de financiële markten zal ook in het komende jaar de volle aandacht van het pensioenfonds vragen. Het pensioenfonds verwacht dat het komende jaar er duidelijkheid zal komen over de toekomst van het pensioenfonds. Inzet van het pensioenfonds is dit in goed overleg met alle stakeholders te bereiken. 10

11 2 Algemene informatie 2.1 Juridische structuur Stichting Pensioenfonds TNT Express, statutair gevestigd te Groningen, is opgericht op 3 juni Het pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en voert de pensioenregeling uit voor het personeel van TNT Express B.V. en door het pensioenfonds toegelaten, aan deze vennootschap gelieerde, ondernemingen. Het pensioenfonds kent een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. De premie voor deze regeling wordt afgedragen door de werkgevers. Deelnemers aan de pensioenregeling zijn alle werknemers die vallen onder de werkingssfeer van de CAO van de werkgever TNT Express B.V. dan wel een persoonlijke arbeidsovereenkomst (hierna: PAO) hebben afgesloten. Eind 2018 had het pensioenfonds (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden met een belegd vermogen van 754 miljoen. 2.2 Organisatie De samenhang van alle organen binnen het pensioenfonds is in onderstaand schema visueel weergegeven. De invulling van de verschillende organen is in de volgende paragraaf beschreven. 11

12 2.3 Personalia Bestuursmutaties Vanwege het aflopen van hun zittingstermijn zijn de heren Haaksman en Verheij herbenoemd voor een tweede zittingstermijn als bestuurslid. De heer Haaksman is opnieuw voorgedragen door de werkgever en de heer Verheij was de enige kandidaat bij verkiezingen namens de pensioengerechtigden. Verder is mevrouw Stevens-Moes herbenoemd voor een beperkte periode om daarmee haar beoogd opvolger als bestuurslid namens de werknemers de mogelijkheid te geven zich in te werken als bestuurder. De heer Haneveld is in april 2019, na goedkeuring van DNB, benoemd. Ten gevolge van het voorgenomen vertrek van mevrouw Stevens-Moes is de functie van secretaris overgegaan naar mevrouw Eijgermans-Jacobs. De samenstelling van het bestuur per eind 2018 is als volgt: Bestuurders namens de werkgever Naam De heer P. van Gameren RA De heer drs. B.J. Haaksman RT De heer Dr. R.G.E. Gambart Functie bestuur Geboortejaar Bestuurslid vanaf Voorzitter * Lid (plv. Secretaris) * Lid * Bestuurslid Functie/in dienst van tot Interimmanager Result!Managers, Voorzitter Pensioenfonds KPN, Lid van Raad van Toezicht Bpf voor het Kappersbedrijf Director Treasury tot 1 juni 2017 en vanaf 1 juni Assistant Treasurer and Managing Director Treasury International bij FedEx, Insurance & Working Capital TNT Express, Director TNT Finance B.V., Director & Chairman of the Board GD Insurance Company Ltd, Director TNT China Holdings B.V Pensioengerechtigde 12

13 Bestuurders namens de (gewezen) deelnemers Naam Mw. S.Y. Eijgermans- Jacobs CPE De heer R.H. Harmsen mw. A.J. Stevens- Moes CPE Functie Bestuurslid Geboortejaar bestuur vanaf Secretaris ** Lid (plv. voorzitter) ** * Bestuurslid Functie/in dienst van tot Bestuurder pensioenen FNV, vice-voorzitter, lid van het dagelijks Bestuur en voorzitter Pensioen- en Communicatie commissie van Stichting Pensioenfonds PostNL, vicevoorzitter Bestuur en lid Risk & Auditcommissie Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer Onafhankelijk voorzitter Audit, Risk en Compliance Commissie PME Bestuurder BVPP, Adviseur/directeur Copgroep BV secretaris en bestuurslid Bestuur Stichting Pensioenfonds PostNL Bestuurder pensioenen 2022*** FNV, bestuurslid Pensioenfonds Vervoer, secretaris bestuur Humanitas Midden Drenthe Bestuurder namens de pensioengerechtigden Naam De heer drs. G. Verheij Functie Bestuurslid Bestuurslid Functie/in dienst Geboortejaar bestuur vanaf tot van Lid * Pensioengerechtigde, Voorzitter Raad van Toezicht Stichting DSV tot 1 juli 2018 * 1e zittingstermijn ** 2e zittingstermijn *** De heer E.D. Haneveld heeft mevrouw Stevens-Moes in het tweede kwartaal van 2019 opgevolgd. Hij neemt de zittingstermijn van mevrouw Stevens-Moes over. 13

14 Verantwoordingsorgaan De heer mr. C.C.M. Siebers (vertegenwoordiger namens de werkgever vanaf januari 2014). Geboortejaar 1969 De heer J. Haitsma (vertegenwoordiger namens de (gewezen) deelnemers, vanaf oktober 2017). Geboortejaar 1960 De heer drs. B. Jolink RC (vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden, voorzitter vanaf oktober 2017). Geboortejaar 1956 Visitatiecommissie Mevrouw mr. A.J.E.M. Vollenbroek De heer P.H. Oyens, voorzitter De heer mr. A.W.J. van Coberen Beleggingscommissie TKP Investments B.V. De heer prof. dr. E. Sterken (voorzitter) De heer drs. M.J.M. Jochems De heer drs. Ph.D.H. Menco RBA Toehoorder namens het pensioenfonds is Peter van Gameren RA Uitvoeringsorganisaties Het beheer van het pensioenfonds is opgedragen aan TKP Pensioen B.V. (TKP) en TKP Investments B.V. (TKPI). Met betrekking tot de risicomanagementstrategie heeft Cardano een adviserende en uitvoerende rol. Certificeerders PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. is de externe accountant en Willis Towers Watson Netherlands B.V. de externe actuaris. Tweedelijns risicomanager Sprenkels & Verschuren Compliance officer De heer R. van der Mast, Nederlands Compliance Instituut Vertrouwenspersoon Mevrouw A. Pierik-van Diest, Nederlands Compliance Instituut Geschillencommissie De heer mr. B. Degelink CPL (externe voorzitter) De heer R.H. Harmsen (bestuurslid namens de (gewezen) deelnemers) De heer drs. B.J. Haaksman RT (bestuurslid namens de werkgever) 14

15 2.4 Missie, visie, doelstellingen en risicohouding Missie In de pensioenovereenkomst hebben TNT Express en de vakorganisaties afspraken gemaakt over de pensioenregeling voor de werknemers. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van die afspraken (pensioenadministratie, vermogensbeheer en communicatie). Daarbij streeft het pensioenfonds naar het realiseren van een zo goed mogelijk pensioen voor de deelnemers, nu en in de toekomst. Bij de bestuurlijke besluitvorming worden de belangen van de diverse stakeholders voortdurend evenwichtig afgewogen. Visie Het pensioenfonds wil voldoen aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goed pensioen. Een goed bewustzijn bij deelnemers over het pensioen en over de onzekerheden die met toekomstige pensioenvoorziening samenhangen acht het pensioenfonds van groot belang. Het pensioenfonds vindt het essentieel dat de deelnemers een realistische verwachting hebben over hun pensioen. Het pensioenfonds speelt actief in op de relevante veranderingen om aan de verwachtingen van alle belanghebbenden te voldoen. Het bestuur beziet continu op welke wijze de missie van het pensioenfonds (een zo goed mogelijk pensioen) kan worden gerealiseerd, waarbij het voortbestaan van het pensioenfonds geen doel op zich is. Doelstellingen Het verstrekken van tenminste de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten met het streven naar een ontwikkeling van die pensioenrechten conform de door werkgever en vakorganisaties afgesproken toeslagambitie; Het zorgen voor een goed pensioenbewustzijn bij alle belanghebbenden door een duidelijke en klantgerichte communicatie. Risicohouding De risicohouding is een belangrijk uitgangspunt voor de vaststelling van de mate waarin het pensioenfonds beleggingsrisico kan en wil nemen (beleggingsbeleid) om de (strategische) doelstellingen van het pensioenfonds te realiseren. Binnen de driehoek ambitie premie risicohouding, worden door het pensioenfonds de afwegingen gemaakt die moeten leiden tot de gewenste uitvoering van de afgesproken pensioenregeling(en). Conform de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader maakt het pensioenfonds onderscheid tussen de risicohouding op lange en korte termijn. De risicohouding is vastgesteld door het pensioenfonds na overleg met het Verantwoordingsorgaan en sociale partners. De risicohouding op lange termijn wordt uitgedrukt in het pensioenresultaat en vanuit de doelstelling van het maximaliseren van het pensioenresultaat, wordt dit uitgedrukt in een drietal beleidskaders gebaseerd op de zogenoemde haalbaarheidstoets: Vanuit de financiële positie waarbij aan het Vereist Eigen Vermogen wordt voldaan, stelt het pensioenfonds een ondergrens voor de mediaan van het verwacht pensioenresultaat vast op 87%; Vanuit de actuele financiële positie stelt het pensioenfonds een ondergrens voor de mediaan van het verwacht pensioenresultaat vast op 87% en; Vanuit de actuele financiële positie stelt het pensioenfonds een maximale afwijking ten opzichte van de mediaan van het verwacht pensioenresultaat vast (slecht weer situatie, 5% percentiel) van 27%. Jaarlijks wordt dit getoetst. Indien de gestelde grenzen worden overschreden vindt opnieuw overleg plaats met sociale partners. 15

16 De risicohouding op korte termijn wordt uitgedrukt in termen van de vereiste solvabiliteitspositie. De vereiste solvabiliteitspositie wordt hierbij berekend op de door DNB voorgeschreven methode. Eind 2018 bedraagt het Vereist Eigen Vermogen 117,8%. Voor een nadere uitwerking en kwantificering hiervan wordt verwezen naar de risicoparagraaf bij de jaarrekening. De samenstelling van de beleggingsportefeuille is erop gericht om op lange termijn in staat te zijn de ambitie van de afgesproken pensioenregeling naar verwachting te kunnen waarmaken. Om de doelstellingen te realiseren is korten op de opgebouwde aanspraken en ingegane rechten (beperkt) toegestaan. Echter het pensioenfonds streeft ernaar om korten hierbij over de gehele looptijd van het op te stellen herstelplan te voorkomen. Hierbij wil het pensioenfonds de kans op onvoorwaardelijk korten door vijf jaar lang een beleidsdekkingsgraad (BDG) onder het Minimaal Vereist Eigen Vermogen - niveau te hebben voorkomen. In de uitvoeringsovereenkomst zijn afspraken vastgelegd met de werkgever TNT Express B.V. om dit door middel van een additionele bijstorting te bewerkstelligen. De reguliere toeslagverlening is voorwaardelijk, er is geen recht op een toeslag en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre een toeslag zal worden verleend. Er geldt een ambitieniveau van 80% van de prijsontwikkeling. De basis is het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid van de maand november van het voorgaande jaar afwijkt van het prijsindexcijfer van de maand november van het daaraan voorafgaande jaar. De feitelijke prijsontwikkeling in de referteperiode bedroeg 1,6%. Dit betekent dat het pensioenfonds er naar streeft om van het aanpassingspercentage, 80% toe te kennen in de vorm van een voorwaardelijke toeslag. Het ambitieniveau zal niet behaald worden als de financiële positie van het pensioenfonds daarvoor niet toereikend is. Indien de financiële ruimte het toelaat wordt 100% van de prijsontwikkeling toegekend. Dit zal het geval zijn als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de toekomstbestendige indexatiegrens (zie 3.2.2). In het Financieel Crisisplan wordt verder omschreven welke kaders in welke omstandigheid gelden. De hoofdpunten van de risicohouding zijn leidend voor het beleidskader van het pensioenfonds. Vanuit dit beleidskader wordt het beleggings- en toeslagbeleid vormgegeven. Door de bijstortingsverplichting is hiermee de kans dat het pensioenfonds in de situatie komt dat het pensioenfonds moet korten uiterst klein. Het pensioenfonds onderscheidt een aantal belangrijke groepen van belanghebbenden; de actieve deelnemers (inclusief arbeidsongeschikte deelnemers), de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever. 16

17 3 Financiële positie en beleid Financiële positie Algemeen Het uitgangspunt voor de toeslagverlening is een toekomstbestendige toeslagverlening, met inachtneming van het wettelijk kader. Dit houdt in dat er vermogen boven een beleidsdekkingsgraad van 110% moet zijn om een bepaalde toeslag levenslang, te kunnen geven. De grens voor Toekomstbestendige indexatie (TBI) is de grens waarop het pensioenfonds op basis van toekomstbestendige toeslagverlening de volledige toeslag kan toekennen. Deze TBI-grens is eind december 2018 gelijk aan 125,1% (2017: 125,3%). De actuele dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt berekend door op balansdatum het pensioenvermogen te delen op de totale technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend als een voortschrijdend gemiddelde van de actuele dekkingsgraden over 12 maanden. Eind 2018 is de beleidsdekkingsgraad gelijk aan 111,4% (2017: 110,3%). Dat is lager dan de dekkingsgraad behorend bij het Vereist Eigen Vermogen van 117,8% (2017: 118,3%) en hoger dan de dekkingsgraad behorend bij het Minimaal Vereist Eigen Vermogen van 104,0% (2017:104,0%). Daarmee is eind 2018 sprake van een reservetekort. Indien aan het einde van enig kwartaal het eigen vermogen lager is dan het Minimaal Vereist Eigen Vermogen is de werkgever verplicht tot bijstorting. Deze bijstorting wordt zodanig bepaald dat in een periode van maximaal 12 kalenderkwartalen het tekort is opgeheven. Het pensioenfonds kan in deze situatie geen toeslagen verlenen. Net als in 2017 zijn in 2018 ook geen bijstortingen door de werkgever gedaan. Per jaareinde is geen sprake van een verplichte bijstorting, omdat het eigen vermogen hoger is dan het Minimaal Vereist Eigen Vermogen. Onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling weer van de dekkingsgraden van het pensioenfonds over de tijd. 17

18 Ontwikkeling actuele dekkingsgraad De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, waaronder de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS). De ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds gedurende 2018 en 2017 is in onderstaande tabel weergegeven. Daarbij is per factor het procentuele effect op de dekkingsgraad bepaald Actuele dekkingsgraad einde voorgaand boek jaar 112,7% 104,6% Resultaat op beleggingen inclusief renteafdekking -2,2% 5,6% Resultaat als gevolg van wijziging RTS -5,9% 1,6% Resultaat op premie 0,5% 0,8% Resultaat op waardeoverdrachten 0,0% 0,1% Resultaat op kosten 0,0% 0,0% Resultaat op levensverwachting 1,8% 0,0% Resultaat op kanssystemen 0,3% 0,3% Resultaat op toeslagverlening -0,3% 0,0% Resultaat op overige (incidentele) mutaties technische voorziening 0,0% -0,1% Resultaat op andere oorzaken 0,5% -0,2% Actuele dekkingsgraad einde boekjaar 107,4% 112,7% De belangrijkste in 2018 te onderscheiden effecten op de dekkingsgraad betreffen: Effect beleggingen Het rendement op de beleggingen draagt in 2018 negatief bij aan de dekkingsgraad. In hoofdstuk 5 is dit nader toegelicht. Effect wijzigingen in de rentetermijnstructuur (RTS) De mutatie van de verplichtingen voor risico pensioenfonds als gevolg van de renteverandering in het boekjaar betreft de mutatie van de technische voorzieningen voor risico van het pensioenfonds als gevolg van de overgang van de RTS zoals die per jaareinde van het vorige verslagjaar van toepassing was, naar de nieuwe RTS per einde van het verslagjaar. De gedaalde rente zorgt voor een stijging van de technische voorziening. Effect premie Het resultaat op premie wordt vastgesteld door de totaal ontvangen premie af te zetten tegen de actuarieel benodigde premie. Om het resultaat op premie correct vast te stellen wordt de saldering van alle baten en lasten in verband met premie afgezet tegen de mutatie van de technische voorzieningen als gevolg van inkoop van aanspraken. De lasten in verband met premie bestaan uit de volgende onderdelen: Het deel van de ontvangen premie die bestemd is voor dekking van de directe uitvoeringskosten in het verslagjaar en; Het deel van de ontvangen premie die bestemd is voor dekking van de toekomstige uitvoeringskosten horend bij de inkoop van nieuwe pensioenaanspraken in het verslagjaar. De mutatie van de technische voorziening in verband met premie bestaan uit de volgende onderdelen: De inkoop van nieuwe aanspraken, exclusief opslag voor toekomstige uitvoeringskosten en; De overlijdensrisicokoopsom voor nog niet gefinancierd verzekerd nabestaandenpensioen. 18

19 De mutatie op de technische voorziening is bepaald op basis van de rentetermijnstructuur per 31 december Voor een verdere toelichting op het premiebeleid wordt verwezen naar paragraaf Financieringsbeleid. Effect levensverwachting Een aanpassing van de actuariële grondslagen of methoden in het verslagjaar leidt tot nieuwe eisen ten aanzien van de prudentie van de grondslagen. Indien de grondslagen wijzigen (bijvoorbeeld als gevolg van aanpassing van de sterftegrondslagen) wordt dit resultaat hier vermeld. Voor het boekjaar 2018 gelden de volgende grondslagwijzigingen: Wijziging AG-prognosetafel; Wijziging ervaringssterfte. Vereist Eigen Vermogen Het Vereist Eigen Vermogen is gebaseerd op de strategische portefeuille conform de geldende wet en regelgeving en is bepaald op 17,8%. Status herstelplan De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is per eind 2018 (111,4%) lager dan het Vereist Eigen Vermogen op basis van het strategisch beleggingsbeleid (117,8%). Hierdoor continueert voor het pensioenfonds het bestaande tekort. Om die reden heeft het pensioenfonds begin 2019 een herstelplan ingediend bij de toezichthouder. Uit het herstelplan blijkt dat het pensioenfonds binnen de gestelde hersteltermijn van 10 jaar ervoor zorgt dat de beleidsdekkingsgraad boven het Vereist Eigen Vermogen uitkomt. 19

20 3.2 Beleid De doelstelling van het pensioenfonds is het streven naar het op lange termijn garanderen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten. Ook streeft het pensioenfonds naar het voortdurend realiseren van de toeslagambitie. De reguliere toeslagverlening is voorwaardelijk. Om deze doelstelling te bereiken heeft het pensioenfonds beleid op het gebied van beleggingen, financiering en toeslagen ontwikkelt om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenregeling zoals die overeengekomen is door de sociale partners. Dit wordt visueel toegelicht aan de hand van de volgende figuur Financieringsbeleid Kostendekkende premie De kostendekkende premie moet tenminste bestaan uit de volgende onderdelen: De actuarieel benodigde premie voor de pensioenverplichtingen (nominale premie); Een opslag die nodig is voor het in stand houden van het Vereist Eigen Vermogen (solvabiliteitsopslag); Een opslag voor uitvoeringskosten van het pensioenfonds (kostenopslag) en; De premie die actuarieel benodigd is voor de voorwaardelijke onderdelen van de regeling (toeslagpremie). Met betrekking tot de toeslagpremie kan worden opgemerkt dat deze vooraf deels wordt gefinancierd door het verschil tussen de RTS-0,5% en de RTS. Een eventuele inhaalindexatie wordt bekostigd uit het overrendement van het pensioenfonds. Onder de opslag voor het in stand houden van het Vereist Eigen Vermogen wordt eveneens begrepen, de solvabiliteitsopslag over spaarkapitalen die bij uitdiensttreding of pensionering zijn omgezet in vaste aanspraken. 20

21 Herverzekering Voor het pensioenfonds geldt dat het individuele overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico voortvloeiende uit de aangegane pensioenverplichtingen volledig is herverzekerd, waarbij de herverzekering geen eigen risico kent. De herverzekeraar is Zwitserleven. Het herverzekeringscontract geldt vanaf de oprichtingsdatum en wordt bij niet opzeggen automatisch met één jaar verlengd. Zowel het overlijdensrisicokapitaal als de maximaal verzekerde waarde in het kader van het arbeidsongeschiktheidsrisico per deelnemer kent een maximum van 4,0 miljoen. Voor de Raad van Bestuur leden, die deelnemer waren in het voormalig Ondernemingspensioenfonds TNT geldt een volledig herverzekerde regeling. In 2017 is besloten de herverzekering vanaf 1 januari 2018 premievrij voort te zetten Toeslagbeleid Toeslagverlening In de decembervergadering heeft het pensioenfonds, conform beleid, een beslissing genomen over toeslagverlening per 1 januari 2019 op basis van de op dat moment meest actuele beleidsdekkingsgraad (november 2018: 111,9%). Deze lag boven het niveau van 110%, waardoor gegeven de wettelijke beperkingen een maximale toeslag van 0,2% verleend kon worden aan actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Actieve deelnemers Voor actieve deelnemers is de ambitie om ieder jaar de opgebouwde pensioenen te verhogen met 80% van de prijsontwikkeling 1. Het betreft een voorwaardelijke toeslagverlening die verleend wordt afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds. Indien de financiële ruimte het toelaat wordt 100% van de prijsontwikkeling toegekend. Dit zal het geval zijn als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de toekomstbestendige indexatiegrens (TBI-grens). De reguliere toeslagverlening wordt gefinancierd door overrendement. Voor de actieve voormalige deelnemers vanuit Ondernemingspensioenfonds TNT geldt een onvoorwaardelijke toeslag op hun aanspraken opgebouwd voor Vanwege twee loonsverhogingen in 2018 is een toeslag verleend van 1,1% per 1 januari 2018 en 3,3% per 1 januari Deze onvoorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd door de werkgever in de vorm van een koopsom. Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is de ambitie om ieder jaar de opgebouwde pensioenen te verhogen met 80% van de prijsontwikkeling. Indien de financiële ruimte het toelaat wordt 100% van de prijsontwikkeling toegekend. Dit zal het geval zijn als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de toekomstbestendige indexatiegrens (TBI-grens). Het betreft een voorwaardelijke toeslagverlening die verleend wordt afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds. De toeslagverlening wordt gefinancierd door overrendement. Inhaaltoeslagen In het boekjaar zijn geen inhaaltoeslagen verleend, omdat de beleidsdekkingsgraad per einde boekjaar lager is dan de TBI-grens van 125,1%. 1 De basis is het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens afgeleid van de maand november van het voorgaande jaar afwijkt van het prijsindexcijfer van de maand november van het daaraan voorafgaande jaar. 21

22 Achterstand toeslagverlening Voor inhaaltoeslagen wordt uitgegaan van een onbeperkte periode van terugwerkende kracht. Bij toepassing van een inhaaltoeslag zal eerst het meest recente jaar worden ingehaald en daarna successievelijk de oudere jaren. De niet verleende toeslagen zijn opgenomen in onderstaande tabel en resulteren in een cumulatieve achterstand 2 per eind 2018 van respectievelijk 9,15% (voor de eerste groep) en 10,71% (voor de tweede groep) 3. Toegekend actieve deelnemers Gemiste toeslag actieve deelnemers ten opzichte van ambitie Cumulatieve achterstand actieve deelnemers ten opzichte van ambitie Cumulatieve achterstand actieve deelnemers ten opzichte 100% cpi Toegekend pensioen gerechtigden en gewezen deelnemers Gemiste toeslag pensioen gerechtigden en gewezen deelnemers ten opzichte van ambitie Cumulatieve achterstand pensioen gerechtigden en gewezen deelnemers ten opzichte van ambitie Cumulatieve achterstand pensioen gerechtigden en gewezen deelnemers ten opzichte van 100% cpi 1 januari % 0.00% 0.00% 0.00% 3.00% 0.00% 0.00% 0.00% 1 januari % 0.00% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00% 1 januari % 0.42% 0.42% 0.56% 0.14% 0.53% 0.53% 0.53% 1 januari % 1.09% 1.52% 1.93% 0.00% 1.36% 1.90% 1.90% 1 januari % 1.87% 3.41% 4.31% 0.00% 2.33% 4.28% 4.28% 1 januari % 1.50% 4.96% 6.26% 0.00% 1.87% 6.23% 6.23% 1 januari % 0.67% 5.66% 7.14% 0.00% 0.83% 7.11% 7.11% 1 januari % 0.19% 5.86% 7.79% 0.40% 0.24% 7.36% 7.75% 1 januari % 0.32% 6.19% 8.22% 0.00% 0.32% 7.71% 8.19% 1 januari % 0.48% 6.70% 8.87% 0.00% 0.48% 8.23% 8.84% 1 januari % 1.20% 7.98% 10.50% 0.00% 1.20% 9.53% 10.47% 1 januari % 1.08% 9.15% 12.05% 0.20% 1.08% 10.71% 12.02% 2 De cumulatieve achterstand in toeslagverlening is groter dan som van de gemiste toeslagen. 3 Met ingang van 1 januari 2016 is de toeslagambitie gewijzigd voor de groep gewezen deelnemers en pensioengerechtigden waarvoor nog een toeslagambitie van 100% van de prijsontwikkeling gehanteerd werd. De toeslagambitie is hiermee voor alle deelnemers per 1 januari 2016 gelijk aan 80% van de prijsontwikkeling. 22

23 3.2.3 Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is gericht op het behalen van een optimaal rendement binnen aanvaardbare risico s. Daarbij heeft het pensioenfonds continu aandacht voor de belangrijkste risico s voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds, een daling van de rente en een daling van de aandelenkoersen. De doelstelling van het pensioenfonds is het verstrekken van tenminste de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten met het streven naar een ontwikkeling van die pensioenrechten conform de door werkgever en werknemers afgesproken toeslagambitie. Hierbij streeft het pensioenfonds voortdurend naar het realiseren van de toeslagambitie. Om deze doelstelling te bereiken, wordt op een zodanige manier belegd dat een optimaal rendement kan worden behaald binnen aanvaardbare risico s en de veiligheid, kwaliteit en liquiditeit van de totale portefeuille wordt gewaarborgd. Het beleggingsbeleid komt tot stand volgens de beleggingscyclus. Deze is hieronder schematisch weergegeven. Proces De beleggingen die het pensioenfonds doet, worden gedaan in het belang van de deelnemers. Dit is conform de prudent person gedachte die het pensioenfonds moet nakomen. De beleggingen voldoen hiermee aan kwalitatieve beginselen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico s. Dit houdt onder andere in dat het beleggingsbeleid wordt afgestemd op de verplichtingenstructuur van het pensioenfonds tegen marktwaarde. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke eisen die het Financieel Toetsingskader aan het beleggingsbeleid en risicomanagement stelt. Op basis van de missie, visie, doelstellingen, risicohouding en de vastgestelde beleggingsprincipes wordt het beleidskader vastgesteld. Onderdeel hiervan is dat er op basis van een ALM-studie wordt bepaald welke strategische beleggingsportefeuille het best aansluit bij de doelstellingen van het pensioenfonds. Deze doelstellingen vormen een balans tussen de belangen van actieve en gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. In deze afweging spelen onder andere het premie-, pensioen- en indexatieresultaat een rol. 23

24 De ALM-studie is een belangrijk hulpmiddel bij het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid, omdat het inzicht geeft in de rendements- en risicokarakteristieken van beleidskeuzes. Uit de ALM-studie blijkt dat er een bepaalde mate van risico noodzakelijk is om de doelstellingen van het pensioenfonds te kunnen bereiken. Daarnaast worden op basis van ALM-analyses kaders gesteld ten behoeve van de afdekking van risico s. Dit impliceert dat het pensioenfonds enerzijds voldoende risicovolle posities inneemt om de doelstellingen te kunnen realiseren, maar anderzijds niet te veel risico s wil lopen. De ALM-studie gaat verder in op de samenhang tussen de verplichtingen (met een lange looptijd) en de beleggingen en integreert de drie belangrijkste beleidsterreinen van het pensioenfonds: het toeslag-, premie- en beleggingsbeleid. Het gewenste rendement-/risicoprofiel leidt tot een beleggingsportefeuille die in de operationele uitvoering ingericht en bewaakt wordt. In het beleggingsplan wordt een vertaling gemaakt van de weging over de diverse beleggingscategorieën naar concrete en gedetailleerde richtniveaus per categorie. In het mandaat wordt vervolgens in detail vastgelegd binnen welke grenzen het beleggingsbeleid dient te worden uitgevoerd. Investments Beliefs Het beleggingsbeleid moet voldoen aan de beginselen van veiligheid, kwaliteit en risicospreiding. Als uitgangspunt om aan deze beginselen te voldoen gebruikt het pensioenfonds beleggingsovertuigingen. Zij vormen een belangrijke rol in het beleggingsproces, omdat zij een kader vormen voor genomen en toekomstige beleggingsbeslissingen. De beleggingsovertuigingen zijn: Het pensioenfonds heeft een lange termijn horizon met lange termijn pensioenverplichtingen en daardoor de mogelijkheid om te beleggen met een lange termijn horizon; Het pensioenfonds is van mening dat een belegging in zakelijke waarden op lange termijn tot een hoger rendement leidt dan een belegging in meer veilig geachte staatsobligaties; er is sprake van een risicopremie. Op de langere termijn weegt deze risicopremie op tegen de additionele volatiliteit van zakelijke waarden; Het pensioenfonds belegt in meerdere beleggingscategorieën, omdat diversificatie in normale marktomstandigheden zorgt voor spreiding van risico s. Hierdoor is het mogelijk een deel van de portefeuille met meer risico te beleggen, zonder dat het totale risico recht evenredig toeneemt; Alle beleggingen hebben een duidelijk doel, zoals het behalen van rendement, het afdekken van risico s of het spreiden van risico s. Elke belegging moet transparant zijn om de mogelijke risico s van de investering in te kunnen schatten; Het beleggingsbeleid is een mengvorm van passief en actief beheer, waarbij alleen een actieve strategie wordt gevoerd waarbij de verwachting bestaat dat, rekening houdend met de extra kosten en risico s, een extra rendement kan worden behaald ten opzichte van de benchmark; Het pensioenfonds heeft naast oog voor financieel rendement ook aandacht voor de maatschappelijke impact van haar beleggingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van uitsluiting, screening en dialoog en het stemrecht op de aandelenbeleggingen. Beleggingsaanpak Het beheer van de beleggingen vindt plaats volgens het multi-manager principe via TKPI Beleggingsinstellingen en een discretionaire portefeuille. De afspraken en restricties zijn vastgelegd in een mandaat dat het pensioenfonds verstrekt aan TKPI. Voor de actief beheerde portefeuille houdt dit in dat verschillende vermogensbeheerders geselecteerd zijn. Deze aanpak zorgt voor een spreiding over beleggingsstijlen van meerdere beleggingsinstellingen wereldwijd. Daarnaast heeft een actief beleggingsfonds als doel binnen vastgestelde risicokaders een hoger rendement te behalen dan de benchmark. De passief beheerde TKPI Beleggingsinstellingen volgen daarentegen de benchmark en maken uit kostenoverweging in principe gebruik van één manager. 24

25 Strategische beleggingsportefeuille en wijzigingen 2018 Het strategisch beleggingsbeleid is in 2018 niet significant gewijzigd. Onderstaande tabel geeft de strategische beleggingsmix van het pensioenfonds weer. In de derde kolom staan de werkelijke gewichten per beleggingscategorie weergegeven per eind De werkelijke gewichten wijken gedurende het jaar door koersontwikkelingen af van de strategische gewichten. In beginsel wordt eens per jaar besloten of er moet worden geherbalanceerd naar de normgewichten. In 2018 hebben er geen wijzigingen in de strategische beleggingsportefeuille plaatsgevonden. Strategische gewichten beleggingsportefeuille (%) Beleggingscategorie Strategisch gewicht Bandbreedte Eind 2017 Werkelijke exposure Eind 2018 Minimum Maximum Eind 2018 Aandelen 30,0 30,0 25,0 35,0 30,5 Niet beursgenoteerd Vastgoed ,0 Vastrentende waarden 70,0 70,0 65,0 75,0 69,2 Geldmarkt ,3 Overlay ,0 Totaal 100,0 100,0 100,0 Beleggingen in aandelen De aandelenportefeuille wordt wereldwijd belegd waarbij een relatief groot deel in Europa en opkomende markten is belegd. Beleggingen in vastrentende waarden Naast een relatief stabiel couponrendement hebben de vastrentende beleggingen tot doel een deel van de rentegevoeligheid van de verplichtingen van het pensioenfonds af te dekken. Deze portefeuille is gespreid over verschillende soorten obligaties om risico s zo breed mogelijk te spreiden en in te spelen op extra rendement door te beleggen in: Bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief de financiële sector; Staatsobligaties uitgegeven door overheden van opkomende landen; High yield obligaties; Nederlandse hypotheken; Inflatiegerelateerde obligaties. Om de gevolgen van een stijgende inflatie op de beleggingen van het pensioenfonds te beperken, belegt het pensioenfonds strategisch circa 12,5% van de portefeuille in Duitse inflatiegerelateerde staatsobligaties. Beleggingen in vastgoed In het strategische beleid zijn geen beleggingen in vastgoed opgenomen. In de beleggingsportefeuille is nog wel een zeer beperkt resterend belang in niet-beursgenoteerd Aziatisch vastgoed. Deze belegging wordt afgebouwd, de afwikkeling kan enkele jaren in beslag nemen. 25

26 4 Integraal risicomanagement (IRM) Om invulling te geven aan de missie, visie, doelstellingen en risicohouding heeft het pensioenfonds een organisatie opgezet waarbinnen de uitvoering van de pensioenregeling en het beheer van het vermogen op een adequate en gecontroleerde manier plaatsvindt. 4.1 Risicomanagementsysteem Het pensioenfonds voert een Risk Self Assessment (RSA) uit om hoofdrisico s te onderscheiden aan de hand van FOCUS!, de toezichtsystematiek van DNB voor het prudentieel toezicht op financiële instellingen. FOCUS! behelst een geïntegreerde methode voor de analyse van risico s bij alle type instellingen (en dus niet specifiek voor pensioenfondsen). Door een vertaling te maken van de in FOCUS! onderscheiden variabelen naar voor het pensioenfonds relevante risico s, brengt het pensioenfonds de risico s op een gestructureerde wijze in kaart en legt ze deze vast. Het pensioenfonds heeft op basis van FOCUS! in totaal 11 risico s onderscheiden en onderverdeeld naar financiële risico s en niet financiële risico s. De niet-financiële risico s betreffen het operationeel, integriteits-, omgevings-, uitbestedings-, juridisch en IT-risico. Doel is het beheersen van belangrijke risico s die de doelstellingen van het pensioenfonds kunnen bedreigen. De mate waarin het pensioenfonds bereid is risico s (risicobereidheid) te lopen, is bepaald op basis van de missie, visie, strategische doelstellingen en de geformuleerde en met de sociale partners afgestemde risicohouding (zie paragraaf 2.4 Missie, visie, doelstellingen en risicohouding ). 26

27 De daaruit verkregen risicobereidheid dient beheerst te worden door een passende set aan maatregelen, afgestemd op de risico-omgeving maar ook rekening houdend met het autonoom herstellend vermogen van het pensioenfonds. Hierbij geldt dat het pensioenfonds de risicobereidheid per risicogebied verder heeft uitgewerkt en heeft gekoppeld aan de geformuleerde strategische doelstellingen. Het pensioenfonds heeft hiervoor procedures, normen en limieten, alsmede een rapportagelijn opgesteld. Hierdoor is het pensioenfonds in staat om op een gestructureerde wijze bij besluitvorming zo optimaal mogelijk de daarbij geldende risicoafweging te maken Governance Risicomanagement maakt een integraal onderdeel uit van de besluitvorming van het pensioenfonds. Het bestuur van het pensioenfonds is in haar geheel primair verantwoordelijk voor de integrale aanpak en behandeling daarvan. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het vaststellen, uitvoeren, (overall) bewaken en borgen van het risicobeleid. Dit is vastgelegd in een separaat IRMhandboek. Hierbij wordt het pensioenfonds ondersteund door haar adviseurs, waaronder een externe risicomanager. Het pensioenfonds heeft de 11 (hoofd)risico s in een drietal hoofdclusters onderverdeeld en deze per cluster aan één of meerdere bestuursleden toegewezen met als taak onder andere het bewaken en rapporteren over het desbetreffende risico aan het gehele bestuur. Hierdoor hebben deze daarvoor benoemde bestuursleden een eigen risicogebied en vormen daarmee een zelfstandig oordeel/advies over het betreffende risicogebied/risicocluster. De tweedelijns externe risicomanager geeft via een gestructureerde aanpak een overall risicobeoordeling. Het pensioenfonds oordeelt vervolgens over de werking van het risicomanagementsysteem. Iedere risico-eigenaar geeft, voor zover nodig, daarbij input vanuit zijn eigen risico Risicocultuur De risicomanagementfunctie is niet belegd bij één bestuurslid, maar bij het hele bestuur. Hierbij is gekozen om de (hoofd)risico s te clusteren en per cluster risico-eigenaren te benoemen. Indien nodig, ter beoordeling aan de risico-eigenaren, wordt actie genomen en vindt terugkoppeling aan het bestuur plaats. Cluster Hoofdrisico s Risico-eigenaren Kredietrisico Marktrisico Matching & renterisico Liquiditeitsrisico Operationeel risico Integriteitsrisico Omgevingsrisico Verzekeringstechnisch risico Uitbestedingsrisico Juridisch risico IT risico Mevrouw S.Y. Eijgermans-Jacobs De heer B.J. Haaksman De heer P. Van Gameren Mevrouw A.J. Stevens-Moes De heer R.H. Harmsen De heer G. Verheij De heer R.G.E. Gambart De (hoofd)risico s van de clusters 1, 2 en 3 worden gemonitord door de in bovenstaande tabel aangegeven bestuursleden. Deze indeling is gebaseerd op het gegeven dat de bestuursleden die nauw zijn betrokken bij bepaalde processen affiniteit en deskundigheid hebben bij de (hoofd)risico s 27

28 en daarom ook de bewaking en monitoring op een adequate manier kunnen verrichten. Hiermee wordt een optimale borging verkregen van een goed lopend IRM-proces. Voor het pensioenfonds zijn normen en limieten vastgesteld en vastgelegd in aparte verdiepingsdocumenten. Het bestuur bewaakt de afgesproken normen en limieten waarbinnen het toegewezen risico mag bewegen. Hierdoor wordt de risicobereidheid per (hoofd)risico, in overeenstemming met de strategische doelstellingen en afgesproken risicohouding, beheerst. Daarnaast wordt minimaal één keer per kwartaal de IRM-rapportages en terugkoppeling vanuit de clusters meegewogen bij de te nemen bestuursbesluiten, de uitkomsten hiervan worden vastgelegd Bewaking en vastlegging Periodiek staat het thema risicomanagement op de agenda van het bestuur. Op basis van de IRMrapportages (financieel- en niet financieel) en het IRM-dashboard wordt over de belangrijkste, door het pensioenfonds geselecteerde risico s gerapporteerd. Het pensioenfonds krijgt daarmee een gestructureerd overzicht aangeboden waarin de relatie tussen risico s en strategische doelstellingen wordt gelegd. Er wordt een toegankelijk overzicht gegeven van de noodzakelijk te lopen risico s en de werking van de beheersmaatregelen. Het totale IRM-proces, samen met een beschrijving van de risicocultuur/governance en risicostrategie en -beleid, is vastgelegd. Een verdere verdiepingsslag op basis van de voorgestelde clustering heeft plaatsgevonden in Tevens is het IRM-handboek in 2018 geactualiseerd. Op basis van de afgesproken bovenstaande clustering en koppeling aan de doelstellingen, worden verdere aanpassingen aan de risicorapportages voorgesteld en doorgevoerd. Het pensioenfonds heeft voor het eerst kort na de oprichting van het pensioenfonds in juni 2014 een RSA op 11 november 2014 uitgevoerd. Eind 2017 heeft een hernieuwde RSA plaatsgevonden, in 2018 was geen aanleiding om deze vervroegd te actualiseren. De planning is om in de eerste helft van 2019 de RSA opnieuw uit te voeren, waarbij tevens de normen en limieten worden geactualiseerd en het IRM-dashboard verder wordt ontwikkeld. 4.2 Hoofdrisico s Risicomatrix Financiële risico s De financiële risico s zijn in onderstaande diagrammen in beeld gebracht, waarbij per financieel hoofdrisico de inschatting van het bruto- en netto-risico (na inzetten van de beheersmaatregelen) is weergegeven. De getoonde resultaten hebben betrekking op de in 2017 uitgevoerde RSA. De belangrijkste financiële risico s betreffen het marktrisico van de beleggingen en rente/matchingsrisico van beleggingen ten opzichte van de pensioenvoorzieningen. 28

29 Het pensioenfonds probeert met het gevoerde risicomanagementbeleid de kans dat een ongunstige situatie zich voordoet tegen te gaan of de impact daarvan door beheersmaatregelen te verkleinen. Door periodiek RSA analyses uit te voeren krijgt het pensioenfonds zicht op de ontwikkeling van de door haar geïdentificeerde risico s en kan op basis daarvan de te nemen beheersmaatregelen mede beoordelen, aanscherpen of nieuwe toevoegen. Met als doel om zover mogelijk uit de rode en oranje gebieden te blijven. Financiële risico s worden door het pensioenfonds gelopen, omdat voor het behalen van de doelstelling om een pensioen aan te bieden gebaseerd op een toeslagambitie van 80%, een hoger rendement nodig is dan de risicovrije rente. Het pensioenfonds is echter van mening dat door het inzetten van effectieve beheersmaatregelen de impact en/of de kans op een ongunstige gebeurtenis laag is. Per risico wordt in paragraaf hier dieper op ingegaan. Niet-financiële risico s De niet-financiële risico s laten een vergelijkbaar beeld zien ten opzichte van de financiële risico s. Het pensioenfonds is ook hier van mening dat met de ingezette beheersmaatregelen de kans en impact op het zich voordoen van een ongunstige gebeurtenis laag is. De belangrijkste niet-financiële risico s betreffen het uitbestedingsrisico, het operationeel risico en het integriteitsrisico. 29

30 Daarnaast is ook vanuit de sector veel aandacht geweest voor het Integriteitsrisico. Het pensioenfonds heeft besloten om zowel voor het Integriteitsrisico als voor het IT-risico een aparte RSA uit te voeren. Het RSA IT-risico is in de loop van 2016 uitgevoerd. De daaruit voortvloeiende acties en beheersmaatregelen heeft het bestuur in 2016 ingevoerd. De integriteitrisicoanalyse is herijkt tijdens de woodsmeeting van het bestuur op 5 oktober De herijking van de integriteitrisicoanalyse is risicogebaseerd uitgevoerd, waarbij er meer aandacht aan een risico is besteed naarmate het risico door het pensioenfonds groter wordt geacht en minder aandacht als het risico kleiner wordt geacht. Tijdens de integriteitrisicoanalyse is aansluiting gezocht bij FOCUS! Er is tijdens de herijking van de integriteitrisicoanalyse behalve naar de formele beheersmaatregelen (functiescheiding, procedures, gedragscodes) ook expliciet aandacht besteed aan soft controls/ gedrag en cultuur bij het pensioenfonds en de uitbestedingspartners. Voor het risicogebied Privacy is tijdens de woodsmeeting gezamenlijk de bruto kans en impact bepaald en vastgesteld of er eventuele aanvullende beheersmaatregelen genomen moeten worden. Dit risico is gescoord met behulp van stemkastjes. Geconcludeerd werd dat het netto risico, na beheersmaatregelen, past binnen de risk-appetite van het bestuur. Het pensioenfonds heeft bijna alle diensten uitbesteed, waardoor standaard extra focus op de uitbestedingsrisico s alsmede het IT-risico bij de uitbesteders wordt gelegd. De ontwikkelingen op het gebied van beheersing van de niet-financiële risico s worden verder toegelicht in paragraaf Toelichting financiële hoofdrisico s per hoofdrisico In deze paragraaf is een nadere toelichting gegeven op de financiële hoofdrisico s die door het pensioenfonds, conform de eerdergenoemde werkwijze zijn onderkend. 30

31 Marktrisico Marktrisico is het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten. Voor het pensioenfonds heeft dit risico betrekking op de aandelenportefeuille en de risicovolle vastrentende waarden. De beleggingen in aandelen en vastrentende waarden vinden wereldwijd plaats. Door het hanteren van een brede spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) is het prijsrisico gedempt en is daarmee één van de belangrijkste mitigerende beheersmaatregelen. Beleggingen in aandelen Om het risico te spreiden worden de aandelenbeleggingen wereldwijd gespreid. Het geanalyseerde rendements- en risicoprofiel van de aandelenportefeuille in combinatie met verwachtingen op basis van actuele waarderingen heeft geleid tot een strategische regioverdeling waarbij het gewicht van Europa en opkomende markten is overwogen ten opzichte van de wereldaandelen-index op basis van marktkapitalisatie. Daarnaast wordt een deel van de aandelenallocatie belegd in small cap aandelen. De allocatie naar aandelen is geheel fysiek ingevuld. Zie ook paragraaf Beleggingsbeleid. Beleggingen in vastrentende waarden Naast een relatief stabiel couponrendement hebben de vastrentende beleggingen tot doel een deel van de rentegevoeligheid van de verplichtingen van het pensioenfonds af te dekken. Deze portefeuille is gespreid over verschillende soorten obligaties om risico s zo breed mogelijk te spreiden en in te spelen op extra rendement door te beleggen in: Bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief de financiële sector; Staatsobligaties uitgegeven door overheden van opkomende landen; High yield obligaties; Nederlandse hypotheken en; Asset Backed Securities; Inflatiegerelateerde staatsobligaties. Het fonds dat belegt in bedrijfsobligaties wereldwijd exclusief financiële sector heeft een passief beleggingsbeleid. De overige fondsen hebben een actief beleggingsbeleid en streven naar een hoger rendement dan de relevante benchmarks. Voor Asset Backed Securities wordt een buy-and-maintain beleid gehanteerd, omdat een relevante benchmark ontbreekt. Matching- en Renterisico Het pensioenfonds dient de verplichtingen conform de Pensioenwet te bepalen op basis van de rekenrente zoals deze wordt gepubliceerd door DNB. Hierdoor is sprake van een renterisico, waarbij een stijgende rekenrente de verplichtingen in waarde laat dalen, hetgeen gunstig is voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds en omgekeerd. Daar staat tegenover dat bezittingen in de vorm van vastrentende waarden en renteswaps in principe omgekeerd in waarde meebewegen. Dit heeft tot gevolg dat de dekkingsgraad gevoelig is voor renteschommelingen en is het beheersen (matchen) van het renterisico zeer belangrijk. Het pensioenfonds hanteert een dynamische strategie waarbij afhankelijk van de stand van de marktrente een groter of minder groot deel van het renterisico van het pensioenfonds wordt afgedekt. In principe wenst het pensioenfonds een hogere (lagere) mate van rente afdekking bij hoge (lage) rentes. Dit beleid is vastgelegd middels een rentestaffel. Bij overschrijding van een rentetrigger wordt de mate van renteafdekking bijgestuurd naar de in de rentestaffel opgenomen waarden. De renteafdekking wordt ingevuld met beleggingen in vastrentende waarden en renteswaps. 31

32 Niet het gehele renterisico is afgedekt. De dekkingsgraad was hierdoor (gedeeltelijk) beschermd tegen een daling van de marktrente, terwijl deze toch deels kon profiteren van een mogelijke stijging van de marktrente. Eind 2018 werd strategisch 50% van het renterisico van de verplichtingen afgedekt. De renteafdekking is ingericht op basis van de marktwaarde van de verplichtingen zonder UFR. De rentegevoeligheid van de beleggingen in vastrentende waardes bedroeg circa 15% en de rentegevoeligheid van swaps bedroeg circa 33%, waarbij de werkelijke renteafdekking circa 48% was. In paragraaf 3.1 Financiële posities en beleid 2018 is beschreven dat door de daling van de marktrente de renteafdekking 2,8% positief heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de actuele dekkingsgraad. In hoofdstuk 5 is nader toegelicht hoe het afdekken van het renterisico heeft bijgedragen aan het resultaat van de beleggingsportefeuille. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het pensioenfonds financiële verliezen lijdt. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door het stellen van kredietwaardigheidseisen aan de tegenpartijen waarmee transacties kunnen worden gedaan. Daarnaast worden limieten gesteld aan tegenpartijen op totaalniveau. Dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft op het pensioenfonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij renteswaps. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het pensioenfonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het pensioenfonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het pensioenfonds adequaat worden afgedekt door onderpand. In de risicoparagraaf van de jaarrekening zijn de vastrentende waarden naar kredietwaardigheid gespecificeerd. Valutarisico Binnen de beleggingsportefeuille wordt wereldwijd belegd. Hierdoor ontstaat valutarisico. Om de gevolgen van wisselkoersveranderingen te beperken dekt het pensioenfonds het valutarisico gedeeltelijk af. Binnen vastrentende waarden wordt de exposure naar vreemde valuta in beginsel voor 100% afgedekt. Uitzondering hierop is dat binnen obligaties opkomende markten maximaal voor 20% in lokale valuta kan worden belegd. Dit valutarisico wordt niet afgedekt. Binnen aandelen wordt de exposure naar de Amerikaanse dollar, Japanse yen en Britse pond voor 50% afgedekt. De afdekking van het valutarisico vindt plaats met valuta-afdekking instrumenten op naam van het pensioenfonds. 32

33 Verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat (toekomstige) uitkeringen niet gefinancierd kunnen worden vanuit premie- en/ of beleggingsinkomsten als gevolg van verkeerd ingeschatte (technische) aannames en grondslagen. In de actuariële analyse (zie hoofdstuk 7) worden de afwijkingen geanalyseerd. Een manier van beheersing is het herverzekeren van dit risico. Gezien de omvang en het draagvlak van het pensioenfonds worden alle risico s voortvloeiende uit de aangegane pensioenverplichtingen herverzekerd. Hiertoe heeft het pensioenfonds een eenjarige risicoherverzekering zonder eigen behoud voor het jaarlijkse overlijdensrisico, waaronder dekking van de vrijwillige verzekering van de Anw aanvulling, arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid afgesloten. In september 2018 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) een aangepaste prognosetafel gepubliceerd. Het pensioenfonds heeft in de decembervergadering besloten om deze nieuwe prognosetafel (de AG2018) per 31 december 2018 te gebruiken bij de vaststelling van de technische voorziening. Tevens is besloten om de ervaringssterfte (de pensioenfonds- specifieke afwijking van de algehele prognosetafel) te actualiseren per 31 december Jaarlijks toetst het pensioenfonds de prudentie van de gehanteerde grondslagen. Daarnaast hebben verbeteringen van de prognosemodellen voor langlevenrisico door het Actuarieel Genootschap (AG) en wetsveranderingen dat bij nieuwe verbeteringen in de levensverwachting de pensioenrichtleeftijd mee opschuift, er toe geleid dat volgens het pensioenfonds de kans en impact voor het verzekeringstechnisch risico laag is. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico, dit is het risico dat verliezen optreden als gevolg van (al dan niet plotseling optredende) verschillen in timing van ingaande en uitgaande kasstromen, wordt beperkt door het strategische beleggingsbeleid. Het pensioenfonds heeft een liquiditeitsbudget vastgesteld waarbij maximaal 60% in illiquide beleggingen belegd mag zijn. Dit om zorg te dragen dat het pensioenfonds op korte en lange termijn kan voldoen aan de betalingsverplichtingen zoals de pensioenuitkeringen en de onderpandverplichtingen die voortvloeien uit de derivatenposities. Strategisch belegt het pensioenfonds voor 20% in Nederlandse hypotheken, beleggingen die als illiquide worden beschouwd. Dit betekent dat de beleggingsportefeuille voor 80% uit beleggingen bestaat, die in beginsel op korte termijn liquide kunnen worden gemaakt. In 2017 zijn aanvullende analyses uitgevoerd, waarop het bestuur heeft geconcludeerd dat gegeven de huidige beleggingsportefeuille er een zeer kleine kans is dat marktontwikkelingen er toe leiden dat het pensioenfonds in liquiditeitsproblemen geraakt. Doordat bovendien sprake is van een relatief jong pensioenfonds, met veel actieve deelnemers, zijn de pensioenuitkeringen lager dan het totaal aan binnenkomende premies. Daardoor worden beide liquiditeitscomponenten beperkt Toelichting niet-financiële hoofdrisico s per hoofdrisico In deze paragraaf is een nadere toelichting gegeven op de niet-financiële hoofdrisico s die door het pensioenfonds, conform de eerder genoemde werkwijze zijn onderkend. Indien ongewenste gebeurtenissen zich voordoen binnen de niet financiële hoofdrisico s komt voornamelijk de uitvoering van de pensioenregeling conform de gemaakte afspraken onder druk te 33

34 staan. Dit betreft ook het bieden van het gewenste handelingsperspectief en de communicatie richting deelnemers en andere betrokkenen. Het pensioenfonds heeft geen risicobudget aan de verschillende niet financiële hoofdrisico s toegekend, maar realiseert zich wel degelijk dat door onder andere reputatieschade, niet integer handelen of een onjuiste uitvoering door de externe uitbesteders wel degelijk grote financiële schade kan ontstaan. Onderstaand zijn de niet financiële hoofdrisico s toegelicht. Integriteitsrisico Het Integriteitsrisico is gedefinieerd als het risico dat de integriteit van het pensioenfonds dan wel het financiële stelstel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere en onethische gedragingen van de organisatie/management/medewerkers. Een belangrijk aandachtspunt voor het pensioenfonds hierbij was de door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid opgestelde Code Pensioenfondsen Stichting van de Arbeid, die hiermee normen formuleren voor goed pensioenfondsbestuur. Pensioenfondsen dienen conform het Besluit uitvoering Pensioenwet een systematische analyse te maken van de risico s die samenhangen met uitbestedingen. Het gaat er hierbij om dat pensioenfondsen voorkomen dat zij betrokken raken bij handelingen die tegen de wet ingaan en/of handelingen die maatschappelijk onbetamelijk zijn. Het pensioenfonds onderkent het belang van een goede, gedegen en systematische Integriteitsanalyse. Het pensioenfonds heeft in 2017 een Integriteitsanalyse uitgevoerd, waarbij ook expliciet aandacht is besteed aan soft controls/gedrag en cultuur bij het pensioenfonds en de uitbestedingspartners. In 2016 zijn compliance documenten opgesteld die beoordeeld zijn door een externe partij (NCI). Het integriteitbeleid wordt door het bestuur actief onder de aandacht gebracht van (nieuwe) verbonden personen van het pensioenfonds. De geschiktheid en betrouwbaarheid van een )beoogd bestuurder of commissaris wordt geacht buiten twijfel te staan wanneer dat door DNB is vastgesteld. De aanvraag van de toetsing van geschiktheid en betrouwbaarheid wordt bij het pensioenfonds uitgevoerd namens het bestuur of commissaris. Uiteraard zal voorafgaande aan het voordragen van een potentiële bestuurder, op basis van openbare bronnen, bezien worden of de integriteit van betrokkene vanuit die bronnen niet ter discussie staat. Door bij het nemen van beslissingen steeds dit integriteitbeleid als uitgangspunt te hanteren, wordt gewerkt aan een blijvende bewustwording van mogelijke integriteitsrisico s. Er zijn geen integriteitsissues gerapporteerd in Mede op basis van de gebruikersgids van DNB is een risicoanalyse uitgevoerd waarbij bruto- en netto risicoscores zijn vastgesteld. Eén van de concrete acties die daaruit voortkwam is dat het melden van een conflict of interest als vast agendapunt wordt opgenomen om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Uitbestedingsrisico Het pensioenfonds zorgt voor een zodanige vormgeving van de uitbesteding dat de aansluiting tussen de (informatie over) de uitbestede processen en de overige bedrijfsprocessen te allen tijde gewaarborgd is en dat de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds voor de organisatie, uitvoering en beheersing van de uitbestede werkzaamheden en het toezicht daarop niet worden ondermijnd. Het pensioenfonds zorgt voor voldoende waarborgen om volledig in control te zijn. Deze waarborgen behelzen onder andere het schriftelijk vastleggen van alle gemaakte afspraken, het duidelijk vastleggen van exit voorwaarden en het verkrijgen van een uitgebreide management informatie met een schriftelijke verantwoording over de uitvoering door de uitvoerder aan het pensioenfonds. 34

35 Per kwartaal wordt door de uitvoerders een uitgebreide rapportage aangeleverd ter verantwoording. Deze rapportages worden zowel in het bestuur als mede tussen het bestuur en uitvoerders besproken. Voor wat betreft de beoordeling van het niveau van interne beheersing bij de uitvoeringsorganisaties, wordt gebruik gemaakt van de ISAE 3402 type II rapportages van TKP en TKPI. Geconcludeerd is dat bij de uitvoeringsorganisaties beleidsdocumenten aanwezig zijn zoals een gedragscode, incidentenregeling, klokkenluidersregeling en een pre-employmentbeleid. Op bestuurlijk niveau zijn eveneens diverse aspecten van gedrag en cultuur ingebed. Belangrijke beleidsmatige elementen betreffen de gedragscode en het Integriteitsbeleid dat door het bestuur is vastgesteld. Het pensioenfonds is van mening dat zij door deze opzet, dat ook is vastgelegd in het uitbestedingsbeleid, het uitbestedingsrisico verkleint en beheerst, waardoor het risico als laag is gekwalificeerd. Ook bij de pensioenuitvoerders zijn geen integriteitsissues gerapporteerd. Sinds 1 januari 2016 geldt de meldplicht datalekken. Deze meldplicht houdt in dat organisaties (zowel bedrijven als overheden) direct een melding moeten doen bij de Autoriteit Persoonsgegevens zodra zij een ernstig datalek hebben. Een datalek moet ook gemeld worden aan de betrokkenen (de mensen van wie de persoonsgegevens zijn gelekt). In 2018 hebben zich geen datalekken voorgedaan. IT-risico Ingegeven door de snelle ontwikkelingen van de afgelopen jaren, komt steeds meer focus te liggen op IT-risico s. Daarnaast geldt dat voor het pensioenfonds informatie- en communicatietechnologie essentieel is. Communicatie verloopt steeds meer digitaal. Daarbij geldt dat alhoewel het pensioenfonds geen eigen IT-systemen heeft, het pensioenfonds wel eindverantwoordelijk is voor de gehele keten. Het pensioenfonds heeft in 2016 een RSA op IT-risico s uitgevoerd en daarin de voornaamste uitbestedingspartijen betrokken als onderdeel van het totale risicobeheersingsproces. Naar aanleiding van deze bespreking is het IT-beleid opgesteld en is een site-visit bij de pensioenuitvoerders gehouden. De IT-risico s worden jaarlijks besproken en waar nodig worden beheersmaatregelen bijgesteld of toegevoegd. Het netto risico is door het pensioenfonds als laag gekwalificeerd. De pensioenuitvoerder heeft in 2018 de jaarlijkse uitwijktest gehouden voor het terugzetten of herstellen van backups. Naar aanleiding van een eerder uitgevoerde uitwijktest zijn de betreffende systemen aangepast. De uitkomst van de uitwijktest is dat TKP in staat is om de voor het pensioenfonds relevante, kritische systemen beschikbaar te krijgen binnen de vereiste 72 uur. 35

36 5 Beleggingen 5.1 Resultaat en toelichting beleggingen Het totale rendement van de beleggingsportefeuille bedroeg in ,9%. Rendement beleggingsportefeuille in 2018 Rendementen beleggingsportefeuille Gewicht Rendement Benchmark Relatief In % In % In % In % Totaal aandelen 30,5-6,3-6,9 0,6 Totaal vastgoed 0,0-15,9 - - Zakelijke waarden totaal 30,5-6,3-6,9 0,6 Totaal vastrentende waarden 69,2 2,3 2,4-0,1 Liquiditeiten (bijdrage) 1,3 0,1 Totaal exclusief overlay 101,0-0,5-0,6 0,1 Totaal overlay (bijdrage) -1,0-1,7 Totaal 100,0-1,9-2,0 0,1 Rendementen beleggingsportefeuille 2018(3) Gewicht Rendement Benchmark Relatief Bijdrage In % In % In % In % In % Aandelen TKPI MM World Equity Afdekking Fund 0,0-8,6-9,3 0,8 0,0 TKPI MM World Equity Fund 14,5-4,1-4,8 0,8-0,4 TKPI MM World Equity Index SRI Fund - EUR 0,0-6,7-7,1 0,4 0,0 TKPI MM World Equity Index SRI Fund 0,0-1,7-2,0 0,3 0,0 TKPI MM Long Term Investing Fund 4,4-0,9-4,8 4,1 0,0 TKPI MM Small Cap Fund 3,8-13,6-11,8-2,1-0,6 TKPI MM European Equity Afdekking Fund 0,0-10,5-10,6 0,1-0,1 TKPI MM European Equity Fund 5,0-10,1-10,6 0,6-0,4 TKPI MM Emerging Markets Fund 2,7-12,1-10,3-2,0-0,4 Totaal Aandelen 30,5-6,3-6,9 0,6-2,0 Vastgoed TKPI MM Asian Real Estate Fund 0,0-15, ,0 Totaal Vastgoed 0,0-15, ,0 Totaal zakelijke waarden 30,5-6,3-6,9 0,6-2,0 Vastrentende waarden TKPI MM Global Credit ex Financials Fund ,9-1,0 0,1-0,2 TKPI MM Global Credit ex Financials Fund Unhedged 2 19,6 3,6 3,7-0,1 0,7 TKPI MM High Yield Fund 1-0,5 0,5 0,0 0,0 TKPI MM High Yield Fund Unhedged 2 3,8 3,6 3,9-0,3 0,1 TKPI MM AAA Asset Backed Securities Fund 3,9-1,4-1,4 0,0-0,1 TKPI MM Dutch Mortgage Fund 19,5 2,2 2,4-0,2 0,4 TKPI MM Emerging Market Debt Fund 1 0,0-7,1-7,0-0,1 0,0 TKPI MM Emerging Market Debt Fund USD 2 10,2 4,0 4,4-0,4 0,4 Discretionair mandaat inflatiegerelateerde obligaties 12,2 1,3 1,3 0,0 0,2 Totaal Vastrentende waarden 69,2 2,3 2,4-0,1 1,5 Liquiditeiten (bijdrage) 1,3 0,1 Totaal exclusief overlay 101,0-0,5-0,6 0,1-0,4 Overlay Renteafdekking (bijdrage) -0,9 1,5 Futures (bijdrage) 0,0 0,0 Valuta afdekking (bijdrage) -0,1-3,2 Totaal overlay (bijdrage) -1,0-1,7 Totaal 100,0-1,9-2,0 0,1-1,9 36

37 1. t/m 31 januari vanaf 31 januari Vanwege afrondingen op één decimaal kunnen sommaties van de getoonde cijfers afwijken ten opzichte van de totalen. Het valutarisico wordt voor het DB vermogen afgedekt op pensioenfonds niveau. Het pensioenfonds houdt voor de DC beleggingen een buffer aan in de fondsen met valuta afdekking. Deze zijn absoluut erg klein in waarde t.o.v. het DB vermogen. 4. De volgende kosten zijn niet ten laste van bovenstaande rendementen gegaan: De beheerkosten (beheervergoeding en prestatieafhankelijke vergoeding) voor TKPI; De kosten van Cardano, de fiduciaire fee van TKPI en kosten van DNB en AFM; Vermogensbeheerkosten van het Bestuur van het pensioenfonds. Deze is een naar rato verdeling van de bestuurskosten over het vermogensbeheergedeelte en het pensioengedeelte. Het rendement van het pensioenfonds wordt hoofdzakelijk bepaald door keuzes in de strategische beleggingsmix waarbij keuzes binnen de beleggingsmix (het actieve beleggen) in mindere mate bijdragen aan het rendement. De strategische beslissingen worden jaarlijks geëvalueerd om inzicht te krijgen in de effectiviteit hiervan op basis van risico en rendement. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf 5.3. Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen in rendement ten opzichte van de benchmark toegelicht. Het rendement van het Equity Small Cap fonds is in ,1% achtergebleven bij het rendement van de benchmark. Dit kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan de specifieke beleggingsstijl van de Amerikaanse manager. Deze liet een negatieve bijdrage zien door met name value gedreven beleggingen in ondergewaardeerde ondernemingen van hoge kwaliteit. In de markt gaven beleggers echter de voorkeur aan groei gedreven aandelen. Op de langere termijn is de verwachting dat deze manager weer beter zal presteren. Het Emerging Markets fonds behaalde in 2018 een rendement dat 2,0% lager was dan het rendement van de benchmark. De belangrijkste oorzaak voor het negatieve relatieve rendement is het gebruik van bottom-up aandelenselectie door de managers in het fonds. Met name de aandelenselectie in Rusland en China droeg negatief bij. In Rusland is relatief weinig belegd in Russische energiebedrijven terwijl deze aandelen in waarde stegen. Daarnaast is meer dan de benchmark belegd in enkele sectoren die relatief achterbleven. Het rendement van het Long Term Investment fonds is in ,1% hoger dan het rendement van de wereldwijde benchmark. Aan het positieve relatieve rendement werd allereerst bijgedragen door de manager die zich richt op zowel gevestigde als jonge ondernemingen die door innovatie weten te profiteren van nieuwe trends op technologisch en economisch gebied. Niet alleen lieten deze bedrijven een gunstige winstgroei zien, ook het marktklimaat was voor dergelijke bedrijven het grootste deel van het jaar gunstig gezind. De manager die duurzaamheid als lange termijn visie hanteert, droeg eveneens bij aan het positieve resultaat. De volgende paragrafen lichten de achterliggende oorzaken voor het rendement per beleggingscategorie en de resultaten van de strategische beslissingen toe. 5.2 Terugblik 2018 Algemeen Hoewel het totale beleggingsrendement anders doet vermoeden, was in 2018 in ontwikkelde landen sprake van solide economische groei. Diverse indicatoren, zoals producenten- en consumentenvertrouwen, de activiteiten van inkoopmanagers en de werkgelegenheid bevonden zich op relatief hoge niveaus. Daarbij bleven de inflatie en de inflatieverwachting relatief laag, mede door de sterk dalende olieprijs in het vierde kwartaal van In het vierde kwartaal van 2018 veranderde het sentiment echter door dreigende onzekerheid. Als gevolg daarvan daalden vooral de aandelenkoersen fors. 37

38 In het rentebeleid van de centrale banken waren er mondiale verschillen. Zo besloot de Federal Reserve Board (Fed) in Amerika te stoppen met haar beleid om staatsobligaties te kopen om zodoende de lange-termijn rente laag te houden en tegelijkertijd de korte rente met 1%-punt te verhogen tot een niveau van 2,25%. In Europa heeft de ECB gedurende het jaar de rente ongewijzigd gelaten en is maandelijks grote pakketten obligaties blijven opkopen. De ECB blijft voorlopig wel de ontvangen aflossingen en rentes herbeleggen. Ook de Bank of Japan heeft in 2018 een verruimend beleid gevoerd. De drie, voor de financiële markten, meest bepalende gebeurtenissen in 2018 waren de door de Amerikaanse president Trump ontketende handelsoorlog, alle onzekerheid rondom de brexit en de nieuwe regering in Italië. De harde strijd over de handelsrelatie tussen China en de VS had een sterk negatief effect op beurzen in het tweede deel van 2018, toen steeds meer bedrijven aangaven hier last van te ondervinden en dientengevolge hun winstverwachting aanpasten. Ook alle onzekerheid rondom de brexit bleef de markten parten spelen. In Italië probeert de nieuwe regering vast te houden aan verkiezingsbeloften waardoor, het toch al grote begrotingstekort, nog verder oploopt. Dit zorgde voor confrontaties met de EU die er evenwel toe hebben geleid dat Italië iets inbond. Door bovengenoemde ontwikkelingen waren aandelenmarkten zwak en kon de rente, na aanvankelijk wat te zijn opgelopen, de dalende trend weer vervolgen. Aandelen ontwikkelde markten De stemming in de eerste drie kwartalen was positief. In het vierde kwartaal sloeg het sentiment echter om en gingen de beurzen fors omlaag. Over 2018 daalden de Europese aandelenmarkten uiteindelijk het meest. Het verlies op de Amerikaanse aandelenmarkt voor de euro-belegger bleef, dankzij een stijging van de Amerikaanse dollar, beperkt. In Japan daalden de koersen eveneens flink, maar ook hier werd het verlies voor de eurobelegger beperkt door een stijging van de Japanse yen. Groeiaandelen deden het in 2018 per saldo beter dan waarde-aandelen, en aandelen met een grote marktkapitalisatie deden het beter dan aandelen in het mid- en small-cap segment. Desalniettemin noteerden aandelen per saldo een verlies. Op sectorniveau vielen basismaterialen, financiële waarden en energie vielen flink terug, waar alleen de sectoren gezondheidszorg en nutsbedrijvenwereldwijd nog een koersstijging lieten zien. Aandelen opkomende markten De opkomende markten ontkwamen evenmin aan een daling van de aandelenmarkten in Daarenboven daalden de valuta van opkomende landen ten opzichte van de euro ook nog eens licht, hetgeen de verliezen voor de eurobelegger iets verder versterkte. Deze daling komt voor een groot deel voort uit de problemen tussen de Verenigde Staten en China, dat een groot deel uitmaakt van de categorie opkomende markten. Aan de positieve kant viel het rendement van aandelen in Brazilië op, waar beleggers positief reageerden op de verkiezing van de nieuwe president Bolsonaro. In tegenstelling tot de ontwikkelde landen presteerden aandelen in de energie sector in opkomende 38

39 markten juist goed in Aangezien dit een belangrijke sector is in Brazilië en Rusland konden deze landen hiervan profiteren. Rusland behoorde daardoor tot de best presterende landen in Obligaties In 2018 konden alleen staatsobligaties van de sterkere Europese landen positieve rendementen laten zien. Vanwege de lage rente waren de verwachtingen aan het begin van het jaar niet zo gunstig voor deze categorie, maar achteraf gezien bleken Duitse en Nederlandse staatsobligaties in 2018 toch een goede belegging. Dit had vooral te maken met het feit dat beleggers een veilige haven zochten toen tegen het einde van 2018 aandelenmarkten fors verloren. Voor beleggingen met meer risico was het over het algemeen een moeilijk jaar. Staatsobligaties Staatsobligaties van de sterkere Europese landen, zoals Duitsland en Nederland, vormden een belegging met een positief rendement. Italiaanse staatsobligaties waren dat, door alle politieke perikelen, duidelijk niet. Staatsobligaties opkomende landen De Staatsobligaties opkomende landen hebben een zeer moeizaam jaar achter de rug. Een groot aantal landen, met name Turkije en Argentinië, leed forse verliezen. Veel van deze landen hebben schuld uitstaan in Amerikaanse dollars. De sterkere dollar halverwege 2018 bleek een katalysator voor de problemen. Immers, een stijging van de dollar leidt tot hogere schulden voor die landen. Ook de angst voor verdere escalatie van het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China bleef een belangrijke rol spelen. Bedrijfsobligaties Ook bedrijfsobligaties met een wat lager risicoprofiel hadden een moeilijk Vooral in het laatste kwartaal begonnen de koersen te dalen waardoor ook deze categorie een licht negatief rendement liet zien. Hoogrentende bedrijfsobligaties Hoogrentende bedrijfsobligaties presteerden goed gedurende de eerste drie kwartalen van Door onder meer de handelsoorlog tussen de VS en China en de dalende olieprijs sloeg de onrust toe en daalden de koersen van hoogrentende bedrijfsobligaties. Over heel 2018 behaalde de categorie een positief rendement. 5.3 Bijdrage strategische beslissingen De strategische beslissingen van de afgelopen jaren worden jaarlijks geëvalueerd aan de hand van de impact op de dekkingsgraad en het Vereist Eigen Vermogen. Eén van de onderdelen is een toets of de beleggingscategorieën passen bij de beleggingsovertuigingen. In 2016 zijn onderstaande aanpassingen in het strategische beleggingsbeleid doorgevoerd; hierna is het risicoprofiel niet significant gewijzigd: Een lager gewicht naar aandelen en beursgenoteerd vastgoed; Een bredere spreiding van de vastrentende waarden portefeuille met een relatief hoog gewicht naar risicovolle categorieën (obligaties opkomende markten en high yield); 39

40 Afdekking van het valutarisico op Amerikaanse dollar, Japanse yen en Britse pond voor aandelen van 100% naar 50%; Beleid zonder aandelenopties en swaptions, mede uit overwegingen om complexiteit terug te dringen en verbetering van de efficiency in de beleggingsportefeuille. In 2017 is geconcludeerd dat het huidige beleggingsbeleid bij de beleggingsovertuigingen van het pensioenfonds past. Bij aanpassingen van de strategische portefeuille wordt ook de impact van kosten meegewogen. De evaluatie in 2018 leidt tot de volgende conclusies: De aanpassingen in 2016 binnen aandelen en beursgenoteerd vastgoed hebben een positieve impact gehad op de dekkingsgraad; Het besluit om de valuta afdekking op de Amerikaanse dollar, Japanse yen en Britse pond voor aandelen te verlagen naar 50% heeft een licht positieve impact gehad op de dekkingsgraad vanwege de gedaalde euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar; Vanwege de relatief beperkte rentebeweging sinds de transitie heeft het besluit om de renteafdekking met renteswaps in te vullen in plaats van met swaptions een positief effect gehad op de dekkingsgraad; In maart 2017 zijn aandelen Long Term Investing en Small Cap aan de portefeuille toegevoegd. Het toevoegen van Long Term Investing en Small Cap binnen de aandelenportefeuille heeft per saldo een neutraal effect gehad op de dekkingsgraad. De toevoeging van Long Term Investing heeft positief uitgepakt en het toevoegen van Small Cap had een negatieve impact op de dekkingsgraad; In juli 2017 is de rentestaffel aangepast. Vanwege de beperkte rentebewegingen sindsdien is er nog geen rentetrigger geraakt; In oktober 2017 is het gewicht van high yield gehalveerd ten gunste van Asset Backed Securities. Het afbouwen van high yield heeft een licht positief effect gehad op de dekkingsgraad; Begin 2018 is het gewicht van aandelen opkomende markten verhoogd ten koste van het gewicht van aandelen ontwikkelde landen. Deze aanpassing had een licht negatieve impact op de dekkingsgraad. Onderstaande tabel toont de impact op de actuele dekkingsgraad van bovenstaande besluiten: Strategisch besluit Implementatie Bijdrage (aan ontwikkeling dekkingsgraad)* Aanpassing zakelijke waarden april ,0% Aanpassing vastrentende waarden portefeuille april ,2% Aanpassing valuta afdekkingsbeleid april ,2% Toevoeging Small Caps en Long Term Investing maart ,1% Halvering gewicht High Yield oktober ,1% Verhoging gewicht aandelen opkomende markten januari ,1% * De bijdrages van de strategische beslissingen kunnen niet opgeteld worden tot één totaaleffect op de dekkingsgraad doordat het beleid zonder opties en swaptions (april 2016) niet is meegenomen in de evaluatie vanwege de vele aannames die gemaakt moeten worden bij voortzetting van het oude beleid. Het effect van de bijdrage is berekend vanaf het moment dat de betreffende maatregel in gang is gezet tot 1 januari Vooruitblik Ontwikkelde landen zijn in een late fase van de economische cyclus terecht gekomen. Als gevolg van de lage rente nam het gebruik van schulden door overheden, huishoudens en bedrijven toe waarmee ook de risico s voor beleggers zijn toegenomen. Centrale banken in ontwikkelde markten zijn inmiddels begonnen het ruime monetaire beleid te normaliseren en dit zal ook in 2019 een belangrijk thema zijn. Een ander belangrijk thema is de 40

41 klimaatverandering en daarmee samenhangende duurzame economische groei. De energietransitie brengt voor het economisch klimaat zowel kansen als risico s met zich mee. Normaliseren monetair beleid De Federal Reserve Board in de Verenigde Staten loopt voorop met een reeks renteverhogingen en een start van het verkleinen van de eigen balans. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijk begrotings- en handelstekort die beide moeten worden gefinancierd. In Europa is de ECB eind 2018 eveneens gestopt met het grootschalig opkopen van obligaties, maar naar verwachting zal het verhogen van de beleidsrente nog op zich laten wachten. Met name de perifere landen hebben een hoge schuldenlast opgebouwd, terwijl de economische groei achter blijft als gevolg van onvoldoende hervormingen. Bij een verdere afname van de economische groei is het waarschijnlijk dat beleidsmakers van centrale banken voorzichtiger zullen zijn met het verhogen van de beleidsrente. Een land als Italië, met een hoog begrotingstekort, kan bijvoorbeeld in de problemen komen als de rente op Italiaanse staatsobligaties stijgt. Politieke onrust Naast afnemende groeivooruitzichten wordt de Europese unie op meerdere fronten op de proef gesteld. De migratiecrisis, opkomend populisme en het schenden van begrotingsafspraken doen de onzekerheid over politieke stabiliteit toenemen. In Europa zijn Frankrijk en Italië in het oog springende voorbeelden. In het Verenigd Koninkrijk vormt de onzekere politieke situatie een aanzienlijke risicofactor voor de stabiliteit op financiële markten. In het geval van een harde brexit of een voorlopig uitstel van de brexit (door verkiezingen of een tweede referendum), zal waarschijnlijk een negatieve reactie van het pond en (Europese) aandelenkoersen resulteren. Op mondiaal vlak kan een escalerende handelsoorlog op korte termijn uitmonden in minder economische bedrijvigheid en dalende koersen van beleggingen. Mede hierdoor staat de industriële productie in China onder druk waardoor vooruitzichten voor de Chinese economie inmiddels zijn afgezwakt. Inflatie De kerninflatie in met name de Eurozone is, ondanks de meerjarige economische opleving, nog altijd lager dan het door centrale bank gewenste niveau. De kerninflatie staat in de Eurozone al een geruime periode rond de 1% en lijkt voorlopig nog niet van zijn plek te komen. De lage werkloosheid en hogere invoertarieven kunnen de komende periode de druk op de inflatie verhogen, hoewel het niet waarschijnlijk lijkt dat een langdurige periode van hoge inflatie ontstaat. De inflatieverwachting op financiële markten is eveneens nog steeds erg laag. Demografische ontwikkelingen spelen hierbij ook een rol. Een krimpende arbeidsbevolking door een vergrijzende populatie en technologische ontwikkelingen hebben op de lange termijn een drukkend effect op de inflatie. Rendement Voor aandelenmarkten geldt dat het verwachte rendement, door een afvlakking van economische groeiverwachtingen en historisch gezien nog hoge waarderingen, is afgenomen. Bovendien worden als gevolg van lagere economische groeiuitzichten de verwachtingen ten aanzien van de winstgroei van bedrijven naar beneden bijgesteld. Politieke risico s, een oplopende rente en een eventuele hogere inflatie op korte termijn kunnen waarderingen op financiële markten verder onder druk zetten. Het vertrouwen onder inkoopmanagersindices, doorgaans een belangrijke indicator voor verwachte economische bedrijvigheid, duiden echter nog steeds op economische groei. Tevens is de rente en daarmee de rendementsverwachting op Europese staatsobligaties nog steeds erg laag. 41

42 Voor de vastgoedmarkt geldt dat het rendement voornamelijk vanuit stabiele huurinkomsten en huurgroei zal komen. Aangezien het voor de meeste ontwikkelde markten moeilijk voor te stellen is dat kapitalisatievoeten nog verder daalt, lijkt het verstandig om uit te gaan van beperkt stijgende aanvangsrendementen, zeker voor markten als de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Canada. Een geleidelijke stijging van de rentetarieven hoeft echter niet meteen te resulteren in waardedalingen mits, op basis van verbeterende onderliggende factoren, de huurinkomsten kunnen worden verhoogd. Voorwaarde is hiervoor wel dat vraag en aanbod in evenwicht blijven en dat de huurinkomsten in staat zijn om ten minste net zo snel te groeien als de inflatie. 5.5 Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Een goed pensioen is waardevoller in een leefbare wereld. Met een specifiek maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) beleid kan een belegger hieraan een extra bijdrage leveren. Aandacht voor Environmental, Social en Governamental (ESG) aspecten in de portefeuille is een welkome aanvulling op traditionele fundamentele analyses. Daarnaast kan geconstateerd worden dat criteria op het vlak van ESG een goede risicobeheersmaatregel zijn. Daarbij komt dat een goed ESG-profiel van de bedrijven in de portefeuille de robuustheid van de beleggingsportefeuille versterkt en het beleggingsrendement positief kan beïnvloeden. In aanvulling op het generieke belang van ESG kan een pensioenfonds een meer specifiek MVB-beleid ontwikkelen. Dit hangt bijvoorbeeld af van de doelstellingen en beleggingsovertuigingen van het pensioenfonds en de wensen van de achterban. Om het MVB beleid verder vorm te geven kan een parallel getrokken worden met de stappen in de beleggingscyclus. Naast het vaststellen van (realistische) doelstellingen is de keuze voor de instrumenten (waaronder specifieke beleggingen) een belangrijk onderdeel voor dit proces. Het pensioenfonds is voor wat betreft uitvoering van het ESG-beleid aangehaakt bij de uitvoering zoals TKPI deze mede namens het pensioenfonds in praktijk brengt. Screening en engagement Een belangrijk uitgangspunt is dat alle ondernemingen waarin wordt belegd, zich gedragen volgens de United Nations Global Compact Principles (UNGCP) op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en anti-corruptie, zoals opgesteld door de Verenigde Naties (UN). Jaarlijks worden de door TKPI beheerde beleggingen gescreend op het naleven van deze principes met gebruikmaking van Sustainalytics, een gespecialiseerde externe partij. Met ondernemingen die zich niet conform de UNGCP gedragen wordt een dialoog gevoerd. Een engagement traject loopt in beginsel drie jaar. Bij onvoldoende voortgang gedurende deze periode wordt een bedrijf toegevoegd aan de uitsluitingslijst. De resultaten van het engagement programma zijn eind 2018 beoordeeld. Bij de jaarlijkse screening van de door TKPI beheerde fondsen, voldeden 16 bedrijven niet aan de UNGCP (2017: 18 bedrijven). In 2018 werd met 14 van de 16 bedrijven een dialoog gevoerd aangezien één bedrijf vóór het begin van het engagementtraject reeds was verkocht en een ander bedrijf, vanwege een transitieperiode, eind juni 2018 was uitgesloten. Geen van deze 14 bedrijven is in 2018 compliant geworden met de UNGCP of heeft een dusdanige verbetering laten zien waardoor de dialoog kan worden afgesloten. Drie bedrijven bevonden zich in de eindfase van de dialoogcyclus. Voor deze drie bedrijven is besloten om de dialoog cyclus te verlengen, omdat aannemelijk is dat ze door de getoonde vooruitgang op weg zijn compliant te worden met de UNGCP. Via TKPI is een dialoog met 8 bedrijven gevoerd. Per eind 2018 bedraagt het gewicht van deze bedrijven in het pensioenfonds 1,5%. Stemmen In het derde kwartaal van 2018 is het stembeleid uitgebreid van Europa naar wereldwijd en is overgestapt naar een meer duurzaam gedreven stembeleid van het gespecialiseerd stemadvies bureau, 'ISS International Sustainability Proxy Voting Guidelines'. Dit beleid is in lijn met de 42

43 Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties. De implementatie is begin 2019 afgerond. In 2018 is via TKPI in totaal gestemd op 692 vergaderingen van bedrijven die deel uitmaken van de beleggingen op onderwerpen. In 9,2% van de onderwerpen is tegen het voorstel gestemd. Dit betrof dan met name voorstellen voor benoeming van bestuurders of toezichthouders en nietsalaris gebonden vergoeding. De grafieken tonen enkele dwarsdoorsnedes van de uitgebrachte stemmen in 2018: Aantal vergaderingen per land Verenigd Koninkrijk Frankrijk 87 Duitsland 75 Zweden 54 Zwitserland 46 Nederland 38 België 32 Verenigde Staten 31 Spanje 31 Overig 122 Aantal tegenstemmingen 176 Bestuurders gerelateerd Niet-salaris gebonden vergoeding 320 Bedrijfsvoering 143 Kapitalisatie 94 Overname bescherming 18 Bedrijfsspecifiek 10 Reorganisaties en fusies 4 Mensenrechten 1 Sociaal voorstel 1 Andere onderwerpen Uitsluiting bedrijven De TKPI uitsluitingslijst wordt jaarlijks geactualiseerd en vastgesteld en gerapporteerd aan het pensioenfonds. Wijzigingen in de uitsluitingslijst worden verwerkt in de contracten met de externe managers. Op de naleving van de uitsluitingenlijst vindt dagelijks compliance monitoring plaats. De uitsluitingenlijst bevatte eind bedrijven (2017: 102 bedrijven). Uitsluitingen vinden plaats op basis van de volgende criteria: Controversiële wapens op basis van de Controversial Weapons Radar (CWR) die wordt opgesteld door Sustainalytics. Als controversiële wapens worden de volgende soorten geclassificeerd: biologische wapens, nucleaire wapens, chemische wapens, antipersoonsmijnen, clustermunitie, munitie met verarmd uranium en witte fosfor (indien het gaat om controversiële toepassing); Kolenmijnbouwbedrijven welke 30% of meer van hun omzet Aantal uitsluitingen per criterium behalen uit de winning van thermische kolen. Dit type kolen wordt verbrand met als doel elektriciteit en/of hitte op te wekken en heeft een sterk vervuilende impact op het milieu. Deze bedrijven zijn niet gediversifieerd en lopen een groot risico met betrekking tot 10 zogenaamde stranded assets ; 43 Bedrijven die non-compliant zijn Controversiële wapens Kolenmijnbouwbedrijven met UNGCP en onvoldoende Niet naleven UNGCP Tabaksondernemingen voortgang in de dialoog hebben getoond; Tabaksondernemingen welke meer dan 5% van de omzet behalen uit de productie van tabak en aan tabak gerelateerde producten. In het derde kwartaal is besloten niet meer te beleggen in tabaksondernemingen. Vanaf 8 oktober 2018 belegt het pensioenfonds niet meer in deze categorie ondernemingen. 43

J a a r v e r s l a g

J a a r v e r s l a g J a a r v e r s l a g 2017 Stichting Pensioenfonds TNT Express Stichting Pensioenfonds TNT Express Opgericht 1 januari 2014 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer 60789298 Correspondentieadres: Postbus

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2015

VERKORT JAARVERSLAG 2015 VERKORT JAARVERSLAG 2015 Belangrijkste ontwikkelingen in 2015 De in 2014 opgerichte Stichting Pensioenfonds TNT Express beleefde in 2015 het eerste volledige jaar. Dit verkort jaarverslag is een samenvatting

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g

J a a r v e r s l a g J a a r v e r s l a g 2016 Stichting Pensioenfonds TNT Express Stichting Pensioenfonds TNT Express Opgericht 1 januari 2014 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer 60789298 Correspondentieadres: Postbus

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds TNT Express

Stichting Pensioenfonds TNT Express Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds TNT Express Stichting Pensioenfonds TNT Express Opgericht 1 januari 2014 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer 60789298 Correspondentieadres: Postbus 501

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen

Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen Bijlage 2: Verklaring Beleggingsbeginselen 1. Inleiding Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van de Stichting Roba Pensioenfonds (het Pensioenfonds).

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2012. 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten? www.pensioenpostnl.

Verkort jaarverslag 2012. 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel. Stichting Pensioenfonds PostNL. Meer weten? www.pensioenpostnl. Verkort jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds PostNL 2012: Voortzetting koers 2011 en op naar herstel Pensioenfondsen en pensioenen stonden ook in 2012 weer in het middelpunt van de belangstelling.

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN Verklaring Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds KPN 1 Inleiding Deze Verklaring over de Beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds KPN

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Ontwikkelingen 2018 & 2019 - IORP II & Bestuursmodel - Pensioenakkoord Beleggingen,

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018 Pensioenbijeenkomst 22 maart 2018 Programma Welkom! Het fonds - mensen en cijfers* Financiële positie en beleid* Pensioenregeling en keuzes Actualiteiten 5 minuten 15 minuten 10 minuten 5 minuten Vragen?

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Verkort jaarverslag 2010 nr 13 - januari 2009 Stichting Pensioen fonds KPN 2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers Inleiding Het jaar 2010 is wederom een enerverend jaar geweest voor de pensioenwereld.

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Pensioenfonds Verkort jaarverslag Gezond maar alert De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Nieuws IN DIT NUMMER: Augustus 2018 Hierdoor was het mogelijk de opgebouwde pensioenen

Nadere informatie

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota Versie 19 april 2012 Inleiding Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2016

Verkort jaarverslag 2016 Verkort jaarverslag 2016 Wat waren in 2016 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag. Naast deze bondige versie treft u ook het

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Welkom op de jaarvergadering 2017

Welkom op de jaarvergadering 2017 Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Welkom op de jaarvergadering 2017 Amsterdam, 29 augustus 2018 1 Onderwerp Inhoudsopgave 1 Opening 2 Mededelingen van de voorzitter 3 Notulen deelnemersvergadering

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2015

Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 Wat waren in 2015 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2015. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Verkort jaarverslag 2014. In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. Verkort jaarverslag 2014 In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag downloaden op www.bpfmedewerkersnotariaat.nl.

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 Herstelplan PME 2015 Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 1 PME Herstelplan 2015 dekkingraadsjabloon inclusief onderbouwing Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon dat deel uitmaakt

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g 2014

J a a r v e r s l a g 2014 J a a r v e r s l a g 2014 Stichting Pensioenfonds TNT Express Stichting Pensioenfonds TNT Express Opgericht 3 juni 2014 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer 60789298 Correspondentieadres: Postbus

Nadere informatie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015 De wereld verandert. SPH Jaarbericht Highlights van 2015 Veranderingen vragen om wendbaarheid Vooraf De wereld om ons heen verandert, dat hebben we ook in 2015 ondervonden. De financiële markten bleven

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Financieel crisisplan 2015 1 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding en onderdelen financieel crisisplan... 3 1.1.1 Inleiding... 3 1.1.2 Relatie financieel crisisplan met de doelstelling

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g

J a a r v e r s l a g J a a r v e r s l a g 2015 Stichting Pensioenfonds PostNL Stichting Pensioenfonds PostNL Opgericht 1 januari 1989 Statutair gevestigd te Groningen KvK-nummer 41011600 Correspondentieadres: Postbus 501

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen Verkort jaarverslag 2014 In dit verkorte jaarverslag 2014 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2014 en

Nadere informatie

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Deelnemersvergadering Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Agenda Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Verantwoording en jaarverslag 2016: beleggingen en pensioenaanspraken

Nadere informatie

Financieel crisisplan. van de

Financieel crisisplan. van de Financieel crisisplan van de (vastgesteld in bestuursvergadering van 19 april 2016) Inleiding Als onderdeel van de beschrijving van de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de financiële sturingsmiddelen,

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Verklaring beleggingsbeginselen STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TRUEBLUE

Verklaring beleggingsbeginselen STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TRUEBLUE Verklaring beleggingsbeginselen STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS TRUEBLUE Verklaring beleggingsbeginselen 1. Inleiding Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn zijn Nederlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Pensioenfonds Nieuws Augustus 2019 Verkort jaarverslag IN DIT NUMMER: Gesloten fonds Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Voor het pensioenfonds was 2018 een belangrijk jaar. Na onderhandelingen

Nadere informatie

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter

Verkort jaarverslag Woord van de voorzitter Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 In deze verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2015 voor het pensioenfonds is verlopen. U kunt het volledige jaarverslag

Nadere informatie

Brochure Toeslagverlening

Brochure Toeslagverlening Brochure Toeslagverlening Toeslagverlening Waarom toeslagverlening? Toeslag is een manier om te zorgen dat de pensioenen hun koopkracht behouden. Toeslag wordt ook wel indexatie genoemd. Door pensioenen

Nadere informatie

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds Financieel crisisplan Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 2.1 Crisissituatie... 4 2.2 Kritische dekkingsgraad... 5 2.3 Richtlijn...

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: TWF Hillen 2 Telefoonnummer: E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016 60 Bijlage l Het Crisisplan Het Crisisplan Stichting Dow Pensioenfonds Versie 2016 Dit crisisplan is een financieel plan en bevat een beschrijving van maatregelen die het Bestuur van het fonds op korte

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

Financieel crisisplan. van de

Financieel crisisplan. van de Financieel crisisplan van de (vastgesteld in bestuursvergadering van 23 juni 2015) Inleiding Als onderdeel van de beschrijving van de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de financiële sturingsmiddelen,

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

Oegstgeest, 4 september Deelnemers en Gepensioneerden

Oegstgeest, 4 september Deelnemers en Gepensioneerden AVERY DENNISON stctting pensioenroncis Avery Dennison Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 4 september 217 4XSON Agenda stichting pensioenfonds

Nadere informatie

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal voor Stichting Pensioenfonds TNO. De uitgangspunten die ten grondslag

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 1. Inleiding Ongeveer 2.000 personen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder pensioenfonds

Nadere informatie

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland De ondergetekenden: IBM Nederland B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen IBM, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar Country General Manager, de heer H.J. van Dorenmalen; en

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Jos Dreuning 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Jos Dreuning 2 Telefoonnummer: 088-62780 3 E-mailadres: josdreuning@azleu Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd Verkort jaarverslag 2013 In dit verkorte jaarverslag 2013 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2013 en

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN 22 september 2016 Beleggingsbeginselen De beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de uitgangspunten ten aanzien van beleid en uitvoering,

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015 Verkort jaarverslag 2015 Elk jaar legt Metro Pensioenfonds in het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. Voor degenen die liever een overzicht willen lezen van de

Nadere informatie