Bijlage 2. Uitvoeringsplan PK in de wijk. Periode maart juli 2009

Transcriptie

1 Bijlage 2 Uitvoeringsplan PK in de wijk Periode maart juli 2009 Tonny van den Berg, Hanzehogeschool Groningen Projectleider PK in de Wijk

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding PK in de Wijk: de uitvoering tot nu toe Oriëntatiefase Opbrengsten VIS Gesprekken instellingen Leerling-prestaties Achtergrondgegevens van de wijk Visie Conclusies en randvoorwaarden Conclusies Randvoorwaarden voor verbeteringen Zaken die buiten de opdracht liggen Verdere uitwerking van PK in de Wijk: Gewenste resultaten en doelstellingen uitvoeringsplanpk pagina 2 van 10

3 1. Inleiding De aanleiding voor de RAAK aanvraag was gebaseerd op de volgende probleemstellingen: - geen zicht op de meerwaarde van de Vensterschool (VS) - samenwerking met ouders is lastig - onduidelijke functie van de naschoolse activiteiten in relatie tot het schoolse curriculum - het ontbreken van een gezamenlijke pedagogische visie Dit is opgenomen in de RAAK aanvraag, met de wens om aan deze zaken te werken (zie ook projectdefinitie, bijlage 4) 2. PK in de Wijk: De uitvoering tot nu toe In de periode augustus 2008 t/m februari 2009 is gewerkt aan het opstarten van het project, het ontwikkelen van een visie. Er is vooral aandacht besteed aan het analyseren van de huidige situatie en het oriënteren op de mogelijkheden tot verbetering, expliciet in de laatste twee maanden. Deze oriëntatie hebben we afgesloten met een grondige analyse die aanleiding gaf tot het aanscherpen van de doelstellingen voor het vervolg van het traject. Dit vervolg is dan gericht op de fase 2 uit de projectdefinitie (ontwikkeling en uitvoering van de pilots). Deze fase moet volgens schema voor de zomervakantie (halverwege 2009) worden afgerond, zodat na de vakantie kan worden begonnen met het realiseren van de pilots (de actiefase). Voorlopige Probleemstelling Het project PK in de wijk in zes stappen (a t/m f) a. Oriëntatiefase b. Conclusies c. Gewenste resultaten Doelstellingen d. Planningsfase e. Actiefase f. Evaluatie Projectaanvraag RAAK - Samenwerking - Doorgaande lijn - Ouderbetrokken heid - Pedagogische Visie Orientatie fase VIS ABCG Gesprekken Wijkgegevens Werkgroep Visie Condities Conclusies Wat hoort er niet bij? Gewenste resultaten - VVE - Binnenbuitenschools - Aansluiting BO/VO - Ouderbetrokkenh eid Planning & Actie 3uitvoeringsplanpk pagina 3 van 10

4 Evaluatie Figuur 1. Uitvoeringsplan in schema 3uitvoeringsplanpk pagina 4 van 10

5 3. Oriëntatiefase In deze fase hebben we ons verdiept in de problemen die zich voordoen in de wijk. De vragen die daarbij aan bod kwamen, waren onder andere: Hoe is precies de samenwerking tussen professionals?, Welke dilemma s doen zich voor?, Hoe presteren de kinderen op school?, en Onder welke omstandigheden groeien de kinderen op? De antwoorden op deze vragen hebben geleid tot meer inzicht en een stevige onderbouwing voor de (verbeterde) plannen voor de uitvoeringsfase.. De volgende acties zijn in deze fase ondernomen: - Er is onderzoek naar de samenwerking tussen professionals in de wijk gedaan aan de hand van een vragenlijst (VIS: Vragenlijst Inter-professionele Samenwerking). - Gesprekken met leidinggevenden (leden van het consortium) van de deelnemende instellingen over knelpunten zijn gevoerd, waarin de mogelijkheden en condities voor het werken aan verbeteringen aan bod zijn gekomen. De centrale vraag daarbij was: Welke mogelijke interventies kunnen de geconstateerde problemen verminderen? - Er is onderzoek uitgevoerd naar de leerling-prestaties op de scholen, de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven. - Er is onderzoek naar achtergrondgegevens van de wijk en haar bewoners gedaan. De centrale vraag hierbij was: Welke specifieke problemen doen zich voor in deze wijk? - Er heeft een oriëntatie plaatsgevonden op de pedagogische visie van alle instellingen en professionals van de Vensterschool. Naast het inventariseren van de visies van de professionals en de visies die per instelling geformuleerd zijn (wat overigens niet altijd het geval was), is er nagedacht over de pedagogische visie die een grondslag moeten vormen voor verbeteringen;. 3.1 Opbrengsten VIS De vragenlijst VIS is afgenomen onder alle medewerkers van die deel uitmaken van de Vensterschool Koorenspoor. Circa 40% heeft de vragenlijst ingevuld. Voor een uitgebreid verslag van dit onderzoek verwijzen wij u naar bijlage 2a ( verslag van het onderzoek naar professionele samenwerking in Vensterschool Koorenspoor / het CJG ). Hieronder volgen de belangrijkste conclusies: Men onderschrijft de doelen van de VS en het CJG; men heeft geen grote ambities met betrekking tot de samenwerking; Men is ontevreden over de huidige samenwerking en dan vooral over de communicatie; Men is ontevreden over de mate waarin de VS meerwaarde heeft boven afzonderlijke instellingen; Men is ontevreden met de rol en zichtbaarheid van de locatiemanager. 3.2 Gesprekken instellingen Met alle instellingen die deelnemen aan PK in de Wijk zijn verschillende gesprekken gevoerd, zowel met leidinggevenden, als met stafmedewerkers en uitvoerders. De belangrijkste conclusies uit deze gesprekken zijn: Er is onduidelijkheid over de meerwaarde van de Vensterschool en het project PK in de Wijk wordt gezien als een soort laatste kans voor de vensterschool; De rol van de locatiemanager en van de gemeente is onduidelijk; De aanpak van PK in de Wijk moet klein en overzichtelijk zijn en een heldere doelstelling hebben; Er zijn teveel personeelswisselingen in de wijk; Er zijn teveel projecten in de wijk. PK in de Wijk mag geen nieuwe projectencarrousel worden; 3uitvoeringsplanpk pagina 5 van 10

6 Bij de uitvoering van PK in de Wijk moeten de kernpartners betrokken worden en moet er zorg voor gedragen worden dat er niet teveel mensen om tafel gaan zitten; Er is bij vernieuwing weinig draagvlak op uitvoerend niveau; De werkgroep visie heeft goed werk verricht en moet ook na de analysefase betrokken blijven bij PK in de Wijk; Er is teveel een cultuur van vrijblijvendheid. 3uitvoeringsplanpk pagina 6 van 10

7 3.3 Leerling-prestaties Het ABCG is gevraagd om de leerling-prestaties van de kinderen in het basisonderwijs en de voorschoolse periode in beeld te brengen. Zij hebben dit gedaan aan de hand van de CITO gegevens die van de deelnemende scholen al voorhanden waren. De resultaten van dit onderzoek staan beschreven in het onderzoekverslag rapport leerling-prestaties, 0-meting ( zie bijlage 2b). Hieronder volgen de belangrijkste conclusies: De peuters van Koorenspoor scoren vaker op A en C niveau dan landelijk (maar let op, het betreft hier kleine aantallen). Kleuters met een leerling-gewicht scoren hoger dan kleuters zonder leerlingengewicht. Kleuters met een leerling-gewicht van 0,3 scoren het hoogst. (Eveneens kleine aantallen). Kinderen uit groep 4 van de Vensterschool scoren rond het Groninger gemiddelde op begrijpend lezen. Op technisch lezen, spelling en rekenen scoren zij boven het Groninger gemiddelde. Op begrijpend lezen, spelling en rekenen scoren zij boven het landelijk gemiddelde. De prestaties van groep 8 liggen hoger dan het Groninger- en het landelijk gemiddelde. 1.0 leerlingen op beide scholen scoren zowel boven het Groninger als boven het landelijk gemiddelde. 1.9 leerlingen op de Kleine wereld scoren daarnaast op rekenen boven het Groninger en landelijk gemiddelde. 1.9 leerlingen van op VS Koorenspoor scoren gemiddeld lager dan Groninger en landelijk gemiddelde. Leerlingen Koorenspoor scoren ver boven het Groninger gemiddelde. 3.4 Achtergrondgegevens van de wijk De achtergrondgegevens van de wijk laten het volgende beeld zien: Werken en integratie: Meer dan elders in de stad hebben inwoners van deze wijken een uitkeringen en volgen schuldhulpverlening; Veiligheid en leefbaarheid: Er zijn relatief veel problemen (overlast, gevoelens van onveiligheid, etc); Multiprobleemgezinnen: Er zijn meer dan elders in de stad gezinnen met huiselijk geweld, schuldhulpverlening, gezinsbegeleiding; Leren: Risicofactoren zijn er veelvuldig. Veel achterstandskinderen, veel verzuim, weinig schoolplezier. Wel goede resultaten in 2007/2008!; 12 +: Veel uitval op VMBO, weinig voorzieningen. Zie voor een uitgebreid verslag bijlage 2c: Wijkgegevens t.b.v. PK in de wijk. 3.5 Visie Het ontbreken van een gezamenlijke pedagogische visie werd in het begin als één van de kernproblemen genoemd. Hierop is dan ook de RAAK aanvraag gebaseerd. Tijdens de oriëntatiefase hebben we om deze reden een werkgroep visie ingesteld met de opdracht om een eerste aanzet te geven voor het ontwikkelen van een gezamenlijke pedagogische visie. Immers, op basis van deze visie moeten verdere verbeteringen in de Vensterschool zijn beslag krijgen. De werkgroep visie is meerdere keren bij elkaar geweest. Tijdens deze bijeenkomsten is gesproken over de pedagogische uitgangspunten die men nastreeft bij het werken met kinderen. De uitkomsten van deze werkgroep zijn opgenomen in het visiedocument en is opgenomen in bijlage 2d ( visiedocument PK in de wijk ). Het is de bedoeling dat dit document een levend document word, een document dat herzien wordt, aan de hand van discussies in de werkgroepen. Het komend jaar zal bij de 3uitvoeringsplanpk pagina 7 van 10

8 uitwerking van de verschillende onderdelen van PK in de Wijk de genoemde kernwaarden getoetst en aangevuld worden. 3uitvoeringsplanpk pagina 8 van 10

9 4 Conclusies en randvoorwaarden In de oriëntatiefase zijn een aantal zaken helder naar voren gekomen: - conclusies over de situatie van de kinderen en de samenwerking binnen de Vensterschool - randvoorwaarden die gesteld kunnen worden voor het werken aan verbeteringen; - zaken die buiten de opdracht van PK in de wijk liggen, maar wel een rol kunnen spelen bij de uitvoering van PK in de Wijk. 4.1 Conclusies Het lijkt erop dat de kinderen in het basisonderwijs het redelijk doen. We moeten hierbij wel een slag om de arm houden. De resultaten kunnen een vertekend beeld geven omdat de het kleine groepen betreft. Wel is duidelijk dat na de basisschool de problemen bij de oudere kinderen toenemen; meer ongezond leefgedrag, meer spijbelen en voortijdig schoolverlaten, meer criminaliteit en meer tienerzwangerschappen. Het lijkt erop dat de redelijke lijn van het basisonderwijs in het voortgezet onderwijs niet vastgehouden kan worden. Daarnaast gaat het niet goed met de samenwerking tussen de instellingen. Men onderschrijft de doelstellingen van de Vensterschool en het CJG, maar er is een lage ambitie voor samenwerking en de daadwerkelijke samenwerking wordt slecht beoordeeld. 4.2 Randvoorwaarden voor verbeteringen De participerende instellingen geven aan dat ze verder willen met de samenwerking, maar dat samenwerking binnen PK in de Wijk aan een aantal randvoorwaarden moet voldoen: Het moeten concrete deelprojecten worden.,genoemd worden de thema s: VVE, ouderbetrokkenheid, binnenschools-/buitenschools leren en jarigen. De uitgangspunten van de werkgroep visie moeten getest worden in de praktijk. De werkgroep visie moet ook bij de uitwerking van diverse opdrachten geconsulteerd worden. Er moet niet teveel vergaderd worden, maar concreet gewerkt worden aan verbeteringen. Alleen de kernpartners moeten betrokken worden; niet teveel mensen om tafel! Niet teveel wisselingen van personeel, niet teveel onderzoeken en niet teveel studenten inzetten. Langdurige betrokkenheid rond de opdrachten is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het niet het zoveelste projectencarrousel wordt. Partners moeten de samenhang met andere projecten niet uit het ook verliezen. Er moet met zorg naar de personele invulling gekeken worden. De kinderen in de wijk verdienen de beste medewerkers. 4.3 Zaken die buiten de opdracht liggen. Tot slot is er een aantal zaken die wel naar voren is gekomen in de oriëntatiefase, maar die niet tot de beïnvloedingssfeer van het project PK in de Wijk behoort: De (onduidelijke) rol van de locatiemanager en van de gemeente kan binnen PK in de wijk niet veranderd worden. Dit punt is apart benoemd en besproken met de gemeente Groningen. 3uitvoeringsplanpk pagina 9 van 10

10 5 Verdere uitwerking van PK in de Wijk: Gewenste resultaten en doelstellingen Op basis van de conclusies en randvoorwaarden heeft het consortium vier deelprojecten benoemd en onderstaande uitgangspunten geformuleerd voor de deelprojecten van PK in de Wijk: De goede lijn van de kinderen vasthouden en voortzetten: Scholen moeten hierin ondersteund worden; Goede prestaties voortzetten, naar oudere kinderen (10-14 jarigen). Kleine overzichtelijke verbeteringen t.a.v. ouders, kinderen en de samenwerking. De samenwerking is geen doel op zich. Het is noodzakelijk om zaken die je niet alleen kunt oplossen samen met andere te doen. Dit lukt alleen als iedereen de noodzaak van de samenwerking inziet en zich eraan committeert. Concreet wil men werken aan de volgende doelstellingen: 1. Doorgaande lijn: Kinderen krijgen een aanbod van naschoolse activiteiten die passen bij hun ontwikkeling, zodat het buitenschools leren de ontwikkeling van de kinderen verder stimuleert. 2. VVE: Alle kinderen die dit nodig hebben kunnen profiteren van een professioneel en deskundig aanbod VVE in de wijk. 3. Ouderbetrokkenheid: Een gezamenlijke consequente aanpak van ouderbetrokkenheid in de Vensterschool, waarbij alle professionals getraind worden jarigen: Meer inzicht in de problemen die zich voordoen in deze leeftijdsfase, met daarbij concrete voorstellen wat er gedaan kan worden om genoemde problemen te voorkomen. Gedacht wordt hierbij aan voorstellen voor NSA, jongerenwerk en het CJG. Het is de bedoeling dat rond deze thema s projectgroepen worden geformeerd. Iedere projectgroep krijgt een opdracht (zie bijlage 3 Opdrachtformuleringen ). De projectgroep wordt voorgezeten door een trekker en er wordt een docent van de Hanzehogeschool aan iedere projectgroep toegevoegd. Deze docent zorgt voor aanvullend onderzoek op het betreffende thema. 5. De pedagogische visie De kernwaarden van de pedagogische visie vormen een belangrijke leidraad bij de werkzaamheden van de projectgroepen. Enerzijds vormen zij input voor de discussies, anderzijds zullen ook in de werkgroepen discussies plaatsvinden die input vormen voor de aanpassing van de pedagogische kernwaarden. Op basis daarvan zal dit levende document steeds aangepast moeten worden. 3uitvoeringsplanpk pagina 10 van 10