Proefkatern Taal in beeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefkatern Taal in beeld"

Transcriptie

1 Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek A1: de introductiepagina s en blok 4 3 werkboek A1: de introductiepagina s en blok 4 4 kopieerboek: kopieerbladen blok 4 (met de toetstaak, het registratieblad en de eerste vier herhalingstaken). Met dit katern krijgt u zicht op hoe Taal in beeld werkt. De materialen stellen u in staat lessen van blok 4 uit te proberen in uw groep. Blok 4 bestaat uit 8 lessen (vanaf blok 5 zijn dit 12 lessen per blok) die aan het einde van het eerste halfjaar van groep 4 worden aangeboden. Zwijsen geeft u toestemming om voor het uitproberen kopieën te maken uit dit katern. Herhalingstaak 5 (Woordkenner) en 6 (Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld) zijn niet bijgevoegd. Woordkenner is een leerspel dat als herhalingstaak op het gebied van woordenschat elk blok terugkomt. Met het Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld kunnen leerlingen de doelwoorden uit de lessen herhalen en ermee oefenen. Meer informatie over Woordkenner en het Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld vindt u op Heeft u nog vragen, neem dan contact op met Zwijsen Klantenservice: of klantenservice@zwijsen.nl. Wij wensen u en uw leerlingen veel (leer)plezier met Taal in beeld!

2 handleiding A1 1

3 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Ingeborg Hendriks Adriaan Maters Maril Rijks handleiding a1

4 hl inhoud algemene handleiding Aan de slag met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5 Toetsing en evaluatie 6 Combinatiegroepen 7 Materialen 7 Leerstof 7 Handleiding online 10 blok 1 omgeving Basislessen 12 Toetstaak 20 Herhalingstaken 22 blok 2 natuur Basislessen 27 Toetstaak 35 Herhalingstaken 37 blok 3 reizen Basislessen 42 Toetstaak 50 Herhalingstaken 52 blok 4 gevoel Basislessen 57 Toetstaak 65 Herhalingstaken 67 Colofon 72-2Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 ltaald

5 hl algemene handleiding Aan de slag met Taal in beeld U gaat werken met Taal in beeld. Deze handleiding helpt u om snel en op een prettige manier met de methode te gaan werken. Daartoe wordt in een beperkt aantal pagina s de belangrijkste informatie gegeven die u nodig hebt. Alle overige gegevens over de methode, waaronder meer uitgebreide onderdelen die horen bij deze handleiding, vindt u op de website Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties, dan kunt u hiervoor ook terecht op de website. Hoe meer informatie wij van u krijgen, hoe beter wij in staat zijn om de methode mee te laten groeien met uw wensen en verwachtingen. Invoering Taal in beeld kunt u in één keer in alle groepen invoeren. Het eerste blok van ieder jaarprogramma is een instapblok waarin alle eerder aangeboden leerstof die nodig is voor het komende jaarprogramma, wordt opgefrist. De leerlingen raken dus niet het spoor bijster omdat er ineens termen worden gebruikt of specifieke voorkennis wordt verondersteld die ze nooit eerder aangeboden hebben gekregen. Ook u als leerkracht krijgt tijdens het eerste blok een globaal overzicht van wat aan de orde is geweest in vorige jaargroepen, voorzover het van invloed is op de lessen die u dit leerjaar aan gaat bieden. Mocht u verder nog een gedetailleerde samenvatting willen hebben van de eerder aangeboden leerstof in relatie tot de leerstof in uw jaargroep, dan vindt u op een uitgebreid leerstofoverzicht. Overzicht Taal in beeld bestaat uit vijf gedeelten. Het onderstaande schema geeft aan welk deel bestemd is voor welke jaargroep van het reguliere basisonderwijs. Voor andere typen (basis)scholen kan ervoor gekozen worden om de leerstof op een andere manier te verdelen. Deel Jaargroep A (A1 en A2) 4 B (B1 en B2) 5 C (C1 en C2) 6 D (D1 en D2) 7 E (E1 en E2) 8 De kenmerken van Taal in beeld Taal in beeld heeft drie belangrijke kenmerken. Het pakket is compleet, compact en flexibel. Compleet Taal in beeld is een complete methode: het programma biedt alle leerstof aan die u als school op basis van de kerndoelen geacht wordt aan te bieden. Kerndoelen zijn streefdoelen en geven aan wat een leerling globaal moet kennen en kunnen aan het eind van de basisschool. Ze beschrijven in grote lijnen wat in elk geval aan de orde moet komen op de basisschool. Maar niet alles wat op school gebeurt, is voorgeschreven in kerndoelen. Scholen hebben ook ruimte voor een eigen, specifiek onderwijsaanbod. Bij de ontwikkeling van Taal in beeld is uitdrukkelijk rekeninggehouden met de kerndoelen voor taal, zoals die door de overheid zijn vastgesteld. Een school die werkt met Taal in beeld is er dus van verzekerd dat het onderwijsaanbod van de methode voldoet aan de kerndoelen. Compact Taal in beeld is compleet, maar daarnaast ook compact. Zowel het aantal lessen als het aantal schoolweken dat nodig is om het programma uit te voeren, is beperkt gehouden. Hierdoor zult u als leerkracht geen tijdsdruk ervaren omdat er nog zoveel moet. Voor de leerlingen is er voldoende tijd beschikbaar om de leerstof goed op te kunnen nemen en toe te passen. Verder is ook in de hoeveelheid materialen terug te zien dat de methode compact is. Geen grote hoeveelheid materialen die mogelijk gebruikt kunnen worden, maar een duidelijke keuze voor het noodzakelijke en het wenselijke. Op papier en in de vorm van software. Flexibele organisatievorm Taal in beeld is een flexibele methode. Kinderen verschillen, leerkrachten verschillen, scholen verschillen en omstandigheden verschillen. Taal in beeld houdt rekening met deze verschillen door diverse organisatievormen mogelijk te maken. Zo kunt u interactief met de hele groep aan de slag gaan, maar u kunt de leerlingen ook zelfstandig alle onderdelen van het programma laten uitvoeren. Hierbij kunnen ze individueel werken of samen met andere leerlingen. Doordat de taalactiviteiten geschikt zijn voor een geïndividualiseerde, een samenwerkende en klassikale organisatievorm, hoeft u niet te kiezen tussen interactief taalonderwijs of zelfstandig leren. U kunt met Taal in beeld de kracht van beide vormen combineren. U bepaalt in welke mate u de leerlingen direct begeleidt of meer zelfstandig aan de slag laat gaan. Maar uiteindelijk werken ze wel aan dezelfde leerstof, waardoor de organisatie van de lessen overzichtelijk en uitvoerbaar blijft. De opbouw van de methode Taal in beeld Jaarprogramma Taal in beeld biedt een jaarprogramma voor 34 schoolweken en is opgebouwd uit acht blokken van vier weken. Na de blokken 4 en 8 is er een zogenaamde breekweek: een week waarin geen lessen uit de acht blokken aan de orde komen. De breekweken kunnen gebruikt worden als uitloopweken of als weken om op een andere manier met taal bezig te zijn. -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 3 in

6 hl algemene handleiding Algemene opbouw van een blok De eerste drie weken van ieder blok bestaan uit de basislessen. Aan het einde van de derde week of in het begin van de vierde week is er een toetstaak. Daarmee wordt vastgesteld welke leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben en welke (nog) niet. De kinderen die de doelen bereikt hebben, gaan vervolgens aan de slag met plustaken (verdiepingsstof), waarin ze leerkrachtonafhankelijk hun geleerde kennis, vaardigheden en strategieën toepassen en uitbouwen. De kinderen die de doelen van het blok nog niet bereikt hebben, krijgen in de vierde week eerst herhalingstaken waarin ze de leerstof die ze nog niet beheersen, nogmaals aangeboden krijgen. Extra instructie en begeleide verwerking zijn hierbij de uitgangspunten. De opbouw van deel A1 en A2 Het schema hiernaast biedt een overzicht van de opbouw van het programma van de delen A1 en A2. Deel A1 bestaat uit de eerste vier blokken van het jaarprogramma en bevat acht basislessen per blok. Dit betekent dat er in de eerste drie weken van ieder blok drie taallessen per week zijn, inclusief de toetstaak aan het einde van de derde week. Dit is minder dan bij de volgende delen van de methode. De reden hiervoor is dat veel scholen in het begin van groep 4 nog extra tijd en aandacht willen besteden aan het aanvankelijk lezen. Deel A2 bevat de blokken 5 tot en met 8 van het jaarprogramma. Ieder blok bestaat uit twaalf basislessen, die aangeboden worden in de eerste drie weken van het blok. De vierde week start met de toetstaak, gevolgd door herhalingstaken en plustaken. Thema s De verschillende blokken bevatten voor alle jaargroepen op hetzelfde moment dezelfde thema s. De volgende onderwerpen komen aan bod: Blok Thema 1 Omgeving 2 Natuur 3 Reizen 4 Gevoel 5 Verhalen 6 Samen leven 7 Cultuur 8 Andere tijden De thema s komen overeen met die in methoden als Tussen de regels en Ondersteboven van lezen. Hierdoor bent u gemakkelijk in staat om vakoverstijgend en thematisch te werken. Instapblokken Het eerste blok van ieder leerjaar (met uitzondering van deel A1) start met een instapblok. Hierin komen alle leerstofonderdelen aan bod die eerder aangeboden zijn en relevant zijn voor het nog komende leerjaar. In blok 2 tot en met 7 wordt nieuwe leerstof aangeboden. Blok 8 is een afsluitend blok waarin geen nieuwe leerstof wordt aangeboden. Hierin is alle aandacht gericht op het integreren, herhalen en toepassen van de leerstof die gedurende het jaar is aangeboden. week deel blok weekprogramma dag 1 dag 2 dag 3 dag 4 dag 5 1 A1 blok 1 ws sl s 2 blok 1 ws tb s 3 blok 1 sl tb toets 4 blok 1 h / p h / p h / p 5 blok 2 ws sl s 6 blok 2 ws tb s 7 blok 2 sl tb toets 8 blok 2 h / p h / p h / p 9 blok 3 ws sl s 10 blok 3 ws tb s 11 blok 3 sl tb toets 12 blok 3 h / p h / p h / p 13 blok 4 ws sl s 14 blok 4 ws tb s 15 blok 4 sl tb toets 16 blok 4 h / p h / p h / p 17 breekweek 18 A2 blok 5 ws sl tb s 19 blok 5 ws sl tb s 20 blok 5 ws sl tb s 21 blok 5 toets h / p h / p h / p 22 blok 6 ws sl tb s 23 blok 6 ws sl tb s 24 blok 6 ws sl tb s 25 blok 6 toets h / p h / p h / p 26 blok 7 ws sl tb s 27 blok 7 ws sl tb s 28 blok 7 ws sl tb s 29 blok 7 toets h / p h / p h / p 30 blok 8 ws sl tb s 31 blok 8 ws sl tb s 32 blok 8 ws sl tb s 33 blok 8 toets h / p h / p h / p 34 breekweek ws = woordenschat sl = spreken/luisteren h = herhalingstaken s = schrijven tb = taalbeschouwing p = plustaken jaarplanning deel A1 en A2 4 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

7 algemene handleiding De activiteiten in Taal in beeld Zelfstandig leren, samenwerkend leren en begeleid leren Taal in beeld maakt verschillende organisatievormen gelijktijdig mogelijk. Alle lessen zijn namelijk zo opgezet dat u als leerkracht kunt bepalen of de leerlingen zelfstandig (individueel of in samenwerking met andere kinderen) of begeleid (klassikaal of in een groepje onder uw leiding) aan de slag gaan. Welke organisatievorm u ook kiest, alle kinderen doorlopen altijd dezelfde opdrachten en gebruiken dezelfde materialen. Dit betekent dat de lessen voor u als leerkracht makkelijk te organiseren zijn. U bepaalt zelf in welke mate er sprake is van mondelinge interactie tijdens de les en u kunt ervoor kiezen die te beperken. Wanneer het bereiken van het lesdoel zonder interactie niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een aantal lessen spreken/luisteren, dan attendeert de methode u hierop. Alle activiteiten in het taalboek en het werkboek De lessen in Taal in beeld zijn opgebouwd uit vaste onderdelen: de doelstelling, de introductie, de instructie, de verwerking en de evaluatie/reflectie. Deze elementen zijn ook terug te vinden in het leerlingmateriaal: Wat ga je doen?, Op verkenning, Uitleg, Aan de slag en Terugkijken. Mede hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de leerlingen op een effectieve en efficiënte manier zelfstandig te laten leren. Niets verplicht u echter om kinderen de les zelfstandig te laten doorlopen. U kunt er ook voor kiezen de les gezamenlijk op een interactieve manier door te werken. De verschillende fasen worden hieronder uitvoeriger toegelicht. De didactische fasering en de route door de les Een les in Taal in beeld bestaat uit een viertal fasen die volgen als de doelstelling is aangegeven. Tezamen vormen die fasen de lesroute die de leerlingen aan de hand van de aanwijzingen in het taalboek en het werkboek zelfstandig (individueel of samenwerkend) of begeleid (klassikaal of in een groepje) kunnen doorlopen. Op verkenning De eerste fase is Op verkenning. Hierin gaan kinderen aan de slag met enkele verkennende opdrachten. De bedoeling is dat ze zich hiermee oriënteren of voorbereiden op het onderwerp van de les, of aan de hand van een probleemstelling tot oplossingen proberen te komen. Uitleg De tweede fase is Uitleg. Dit is het instructiemoment in de les. De uitleg is enerzijds een conclusie vanuit de verkenning en anderzijds de inhoudelijke instructie die nodig is om de volgende fase te kunnen doorlopen. De instructie wordt weergegeven in een geschreven blok, maar afhankelijk van de organisatievorm kan ze ook dienen als basis voor mondelinge uitleg. Aan de slag De derde fase is Aan de slag en bevat de verwerkingsopdrachten, die gedeeltelijk in het werkboek en gedeeltelijk in het taalboek staan. Terugkijken De vierde fase is Terugkijken en heeft tot doel om te reflecteren en te evalueren. De centrale vraag hierbij is dan ook: Wat heb je geleerd? De leerlingen maken een evaluerende opdracht, waarin altijd een verband wordt gelegd met het lesdoel. Afhankelijk van de gekozen organisatievorm kan de evaluatie ook mondeling plaatsvinden. Voor kinderen die eerder klaar zijn, bevat iedere les nog een extra opdracht. Tijdsindicaties Een les in Taal in beeld duurt ongeveer 35 tot 50 minuten. De exacte tijdsduur is afhankelijk van de organisatievorm waarin de les wordt aangeboden. Het is een bekend gegeven dat er bij zelfstandig lerende kinderen een aanzienlijk verschil kan zijn in de tijd die ze nodig hebben om tot een resultaat te komen. Organisatorische problemen zullen zich echter niet voordoen, want de snelle kinderen kunnen aan de slag met de extra opdracht. Wanneer de les met de hele groep wordt doorgewerkt, zal deze ongeveer 45 minuten duren. Vanwege verschillen in de benodigde tijd in relatie tot de organisatievorm, is ervoor gekozen de lesonderdelen zelf niet te voorzien van tijdsindicaties. De differentiatie in Taal in beeld Differentiatie naar begeleidingsbehoeften Taal in beeld biedt een breed scala aan differentiatiemogelijkheden. Bij alle lessen kunt u differentiëren naar intensiteit van de begeleiding die u geeft. Sommige leerlingen of groepen kunt u meer loslaten, terwijl u andere juist veel ondersteuning wilt bieden. Om alle kinderen de begeleiding te geven die ze nodig hebben, kunt u groepen in verschillende organisatievormen laten werken. Met de kinderen die veel ondersteuning nodig hebben, doorloopt u de lesroute samen. Binnen deze organisatievariant, eerder benoemd als begeleid leren, is er veel ruimte voor mondelinge interactie en begeleiding. De leerlingen die hier minder behoefte aan hebben, laat u meer leerkrachtonafhankelijk werken, individueel of samen met andere kinderen. Tempodifferentiatie: extra stof Tijdens de lessen zal het vaak zo zijn dat bepaalde leerlingen eerder klaar zijn dan andere. Dit vraagt om tempodifferentiatie, waarbij er extra werk is voor de snelle leerlingen. Allereerst kunnen zij de extra opdracht maken. Deze staat in het taalboek aan -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 5 in

8 hl algemene handleiding het einde van iedere les. Mochten zij daarna nog behoefte hebben aan meer stof, dan kunt u hun verdiepingsstof geven in de vorm van plustaken uit Taalmaker, of laten werken met het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Taalmaker is het gedeelte van Taal in beeld dat extra taaltaken bevat in de vorm van kaarten en werkbladen. Niveaudifferentiatie: plustaken (verdiepingsstof) Wat betreft de verdiepingsstof in de vorm van plustaken heeft u een breed scala aan mogelijkheden. Alle plustaken hebben echter één ding gemeen: het is niet meer van hetzelfde, maar het zijn taalactiviteiten vanuit een andere, meer toepassende invalshoek. Alle plustaken die horen bij Taal in beeld vindt u in het onderdeel Taalmaker. Taalmaker bestaat uit een doos met kaarten en werkbladen. Periodiek zullen de plustaken in Taalmaker aangevuld en vernieuwd worden, waardoor de uitdaging voor de leerlingen groot zal blijven. De plustaken kunnen op drie momenten gebruikt worden. Ten eerste als tempodifferentiatie bij de basislessen. Zijn leerlingen eerder klaar, dan kunnen ze, na de extra opdracht, aan de slag met de plustaken. Ten tweede als leerstof voor op de vijfde dag van de week, wanneer er geen basisprogramma is. Wilt u kinderen die dag toch taalopdrachten laten uitvoeren, dan kunnen ze aan de slag gaan met de plustaken. Ten derde als leerstof voor in week 4, na de toets. In eerste instantie geldt dit voor kinderen die geen behoefte hebben aan herhalingstaken. Meer informatie over de plustaken uit Taalmaker vindt u bij De materialen van Taal in beeld. Niveaudifferentiatie op het gebied van woordenschat kunt u realiseren door kinderen te laten werken met het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Daarin krijgen ze eerst de woorden uit de basislessen aangeboden. Deze worden uitgelegd, geoefend en getoetst. Kennen ze deze woorden, dan biedt het programma extra woorden aan. Deze zijn onderdeel van de verdiepingsstof. Niveaudifferentiatie: herhalingstaken Aan het einde van de derde week of in de vierde week van ieder blok maken de leerlingen een toetstaak. Deze is bedoeld om vast te stellen of ze de doelen van het blok bereikt hebben. Als dit niet het geval is, krijgen ze de vierde week herhalingstaken bij de onderdelen die ze nog niet beheersen. De herhalingstaken worden bij ieder blok beschreven in de handleiding. De leerlingen kunnen ze in principe zelfstandig maken, maar geadviseerd wordt om hen hierbij te begeleiden. Toetsing en evaluatie in Taal in beeld Er bestaan verschillende manieren om de resultaten van de leerlingen te evalueren. Het gaat hierbij om evaluatie op korte, middellange en lange termijn. Korte termijn Evaluatie op korte termijn is gericht op het vaststellen of de lesdoelen wel of niet bereikt zijn. Dit gebeurt op twee manieren. Ten eerste door de leerlingen zelf, via de reflectieopdracht in de fase Terugkijken van de basislessen. Hierbij stellen ze zelf vast wat ze geleerd hebben tijdens de les. Een tweede manier om na te gaan of de doelen bereikt zijn, is door gebruik te maken van de observatiepunten in de handleiding. Deze zijn terug te vinden bij een aantal basislessen. Middellange termijn Evaluatie op middellange termijn is bedoeld om vast te stellen of de leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben. Aan het einde van de derde of aan het begin van de vierde week van elk blok is er een toetstaak die bestaat uit een aantal toetsopdrachten. Deze opdrachten zijn gericht op verschillende taaldomeinen. Taalbeschouwing en woordenschat worden na ieder blok getoetst. Schrijven en spreken/luisteren worden daar regelmatig aan toegevoegd. Taal in beeld bevat registratiebladen waarop de toetsresultaten van de leerlingen vastgelegd kunnen worden. Tevens vindt u op deze bladen de adviesnorm bij de verschillende toetsopdrachten. Op basis van de score krijgt u ook een advies over de gewenste vervolgactiviteiten. Zo kunt u direct zien of de leerling herhalingstaken moet gaan uitvoeren en welke dat zijn, of dat hij plustaken kan gaan maken. In het laatste geval vindt u een verwijzing naar Taalmaker, het onderdeel van de methode waarin de plustaken zijn verzameld. De registratiebladen vindt u in de kopieerboek. Evaluatie op lange termijn Taal in beeld legt het accent op methodegebonden toetsen, waarmee uitspraken worden gedaan over de mate waarin leerlingen de doelen van de methode bereiken. Evaluatie op lange termijn staat meer in het teken van het taalniveau van een leerling in het algemeen of in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten. Hiervoor zijn toetsen nodig die voldoende betrouwbaar en gevalideerd zijn om een antwoord te geven op deze vraag. Dit overstijgt de mogelijkheden van de toetsing in een taalmethode. Wanneer u behoefte heeft aan een dergelijke evaluatie, dan adviseren we u gebruik te maken van toetsen die speciaal voor dit doel gemaakt zijn. Onder andere de Cito-groep in Arnhem brengt in het kader van haar leerlingvolg systeem een aantal geschikte toetsen op de markt. 6 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

9 algemene handleiding Taal in beeld in combinatiegroepen Individueel of samen zelfstandig leren Taal in beeld is een methode met veel mogelijkheden om zelfstandig te leren. Alleen in situaties waarin de lesdoelen niet bereikt kunnen worden zonder interactie, zoals bijvoorbeeld bij een aantal lessen spreken/luisteren het geval is, adviseert de methode u bepaalde opdrachten op basis van samenwerkend leren (of klassikaal) te doen. Door de ruime mogelijkheden voor zelfstandig leren (individueel of samenwerkend), is Taal in beeld uitermate geschikt voor het gebruik in combinatiegroepen of stamgroepen. De leerlingen kunnen leerkrachtonafhankelijk aan de opdrachten gaan werken en u kunt bepalen welke kinderen u op welk moment intensiever begeleidt. Op deze manier wordt voorkomen dat u het gevoel krijgt eigenlijk op meerdere plekken tegelijkertijd te moeten zijn. Doordat de lessen in Taal in beeld ook geschreven zijn voor zelfstandig leren, is dit niet meer het geval. Ook kinderen die zelfstandig aan het werk gaan, worden attent gemaakt op de doelstelling van de les, oriënteren zich op de lesstof, krijgen uitleg in de vorm van beschreven tekstblokken, maken de verwerkingsopdrachten en reflecteren op wat ze geleerd hebben. Doordat zij zich volledig zelf kunnen redden, kunt u zich meer richten op die kinderen die uw hulp het hardst nodig hebben, onafhankelijk van de jaargroep waarin ze zitten. Lessen omwisselen in het weekprogramma Mocht er echter toch een situatie ontstaan waarin u twee jaargroepen tegelijkertijd begeleiding wilt geven, bijvoorbeeld omdat beide groepen op hetzelfde moment een interactieve les spreken/ luisteren op het programma hebben staan, dan is het geen enkel probleem om lessen in het weekprogramma om te wisselen. Door een van de jaargroepen met een schrijfles aan de slag te laten gaan terwijl u zelf met de andere jaargroep de les spreken/luisteren doet, hebt u het probleem opgelost. Het weekprogramma kent geen gedwongen volgorde in de lessen. De materialen van Taal in beeld Het materialenoverzicht Het A1-gedeelte van Taal in beeld bestaat uit de volgende materialen. - Een taalboek A1, waarin de basislessen staan uitgewerkt. - Een werkboek A1, waarin een gedeelte van de opdrachten is uitgewerkt. - Een antwoordenboek A1, waarin de antwoorden op de opdrachten (uit taal- en werkboek) zijn te vinden. - Een handleiding A1, waarin het volledige lesprogramma voor de leerkracht is beschreven. Hierbij vindt u ook de activiteitenbeschrijvingen die horen bij de toets- en herhalingstaken. - Een kopieerboek A, waarin alle kopieerbladen opgenomen zijn. Het gaat hierbij om bladen die horen bij de lessen, de toetstaak (inclusief registratiebladen) en de herhalingstaken. - Woordkenner A, een herhalingstaak op het gebied van woordenschat, die ieder blok terugkomt. Hierbij wordt gebruikgemaakt van bladen en een spelbord dat de activiteit ondersteunt. - Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld A. Met dit programma kunnen kinderen de doelwoorden uit de lessen herhalen en ermee oefenen. Naar dit gedeelte van het programma wordt verwezen bij de basislessen en de herhalingstaken van ieder blok. Naast de doelwoorden uit de basislessen bevat het programma een groot aantal nieuwe doelwoorden. Dit gedeelte van het programma kan ingezet worden als plustaak. - Taalmaker A, waarin plustaken zijn ondergebracht. Het bestaat uit een doos met kaarten en werkbladen. Wat wordt wanneer gebruikt? Een blok in Taal in beeld bestaat uit vier lesweken. Tijdens de eerste drie weken worden de basislessen aangeboden. Deze staan in het taalboek en het werkboek en worden toegelicht in de handleiding. Op de vijfde dag van iedere week is geen basisstof gepland. U kunt ervoor kiezen op deze dag geen taalles op het rooster te zetten, maar het is ook mogelijk om deze dag als uitloopmogelijkheid te gebruiken. Een derde optie is op die dag geen basisstof aan te bieden, maar de leerlingen te laten werken aan de plustaken. Aan het einde van week 3 of begin week 4 is er een toetstaak. De kinderen die onvoldoende scoren op (onderdelen van) de toets gaan vervolgens de bijbehorende herhalingstaken doen. In de handleiding en op het registratieblad (te vinden in de kopieerboek), wordt op basis van de score aangegeven welke herhalingstaken aan bod kunnen komen. De overige kinderen kunnen aan de slag gaan met de plustaken uit Taalmaker of met het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Zowel de herhalings- als de plustaken worden per blok toegelicht in de handleiding. De laatste dag van week 4 zijn er geen herhalingstaken. Alle kinderen kunnen dan eventueel aan de slag met de plustaken uit Taalmaker of met het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Het schema op de volgende pagina biedt een overzicht van de activiteiten per blok en de te gebruiken materialen. De leerstof in Taal in beeld Vier taaldomeinen Taal in beeld besteedt in elk leerjaar ruime aandacht aan de taaldomeinen woordenschat, spreken/luisteren, schrijven (stellen) en taalbeschouwing. Hiermee voldoet de methode ruimschoots aan alle kerndoelen voor het basisonderwijs en de tussendoelen beginnende en gevorderde geletterdheid. Voor het spellingonderwijs is er een bijbehorende uitgave beschikbaar onder de naam Spelling in beeld. Deze methode vormt een com- -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 7 in

10 hl algemene handleiding Week 1, 2 en 3 Week 4 Basisstof Lessen (taalboek en werkboek) Toetstaak (kopieerboek) Herhalingstaken Geen - Herhalingstaken (kopieerboek) - Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld Plustaken - Taalmaker - Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld - Taalmaker - Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld plete spellingleergang die werkt volgens dezelfde principes als Taal in beeld. Tevens is er op tal van punten sprake van een afstemming tussen beide methodes. Meer informatie hierover vindt u op onze website, De leerstof van Taal in beeld is sterk gericht op het leren gebruiken van taalstrategieën. De leerlingen leren niet alleen hoe ze taal moeten gebruiken en welke mogelijkheden die biedt, maar ook welke taalvaardigheden hen daarbij kunnen helpen. Hierbij gaat het om taalvaardigheden voor, tijdens en na het communiceren. Ze leren om, afhankelijk van de situatie waarin ze zich bevinden, een adequate keuze te maken uit de taalvaardigheden die ze beheersen. Het kunnen bepalen welke vaardigheden nodig zijn en deze vervolgens op een juiste manier toepassen, vormt de kern van de taalstrategieën die de leerlingen zich met Taal in beeld eigen maken. Daardoor ontwikkelen ze taalcompetenties die hen in staat stellen om actief en bewust om te gaan en te communiceren met de taal. Hieronder zal in grote lijnen per taaldomein aangegeven worden welke leerstof in Taal in beeld aan de orde komt en hoe deze is opgebouwd. Een meer gedetailleerd overzicht van de leerlijnen vindt u op onze website, Woordenschat Het leerstofaanbod op het gebied van woordenschat is gericht op twee zaken: de beheersing van woordenschatstrategieën en -vaardigheden en de kennis van doelwoorden. De woordenschatstrategieën en -vaardigheden In Taal in beeld komen twee soorten woordenschatstrategieën aan de orde: één om de betekenis van woorden te kunnen achterhalen en één om de woordbetekenis beter te kunnen onthouden. Kortom, een woordleerstrategie en een woordonthoudstrategie. De leerlingen beheersen de strategieën als ze uit de bijbehorende taalvaardigheden een adequate keuze kunnen maken en deze op de juiste manier kunnen toepassen. Hierbij gaat het enerzijds om woordleervaardigheden en anderzijds om woordonthoudvaardigheden. Deze komen elk leerjaar op hetzelfde moment terug. De volgende vaardigheden komen in Taal in beeld aan bod. Woordleervaardigheden - de woordbetekenis afleiden uit beeld - de woordbetekenis afleiden uit de tekst (of context) - de woordbetekenis afleiden door woordanalyse - de woordbetekenis opzoeken - de woordbetekenis navragen Woordonthoudvaardigheden - de woordbetekenis onthouden door te associëren (bijvoorbeeld een woordweb maken) - de woordbetekenis onthouden door woorden te groeperen (bijvoorbeeld een woordkast maken) - de woordbetekenis onthouden door woorden te ordenen (bijvoorbeeld een woordparaplu maken) - de woordbetekenis onthouden door woorden toe te passen (bijvoorbeeld door tekenen, schrijven of woordspellen maken) De doelwoorden In de woordenschatlessen in het taalboek en het werkboek ligt het accent op het leren van woordenschatstrategieën en -vaardigheden. Deze worden aangeboden in de verschillende lesfasen (Op verkenning, Uitleg, Aan de slag, Terugkijken). In het verlengde hiervan komen uiteraard ook doelwoorden aan bod in de lessen. Er is voor gekozen om tijdens de basislessen beperkt uitleg te geven over de betekenis van de doelwoorden. Het is een bekend gegeven dat de verschillen tussen kinderen wat betreft hun vocabulaire groot zijn. Alle leerlingen uitgebreid uitleg geven over woordbetekenissen is daarom in veel situaties ongewenst. Een dergelijke uitleg vindt dan ook pas plaats na de toets in de herhalingstaken, waardoor u als leerkracht zich kunt richten op de kinderen die bij de toets onvoldoende woorden kenden. Een van de herhalingstaken is het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Hierin ligt het accent volledig op kennis van de doelwoorden. De wijze van aanbieden is gebaseerd op het bekende vierfasenmodel: introductie, semantisering (betekenis aanbrengen), consolideren (veelzijdig inoefenen) en evalueren. Wanneer de leerlingen gaan werken met het computerprogramma, krijgen ze in eerste instantie de woorden aangeboden die ook in het taal- en werkboek aan de orde zijn geweest. Als ze die beheersen, krijgen ze 8 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

11 algemene handleiding nog een groot aantal nieuwe doelwoorden aangeboden. Het totaal aantal doelwoorden dat per blok aangeboden wordt, bedraagt 80. Meer informatie over het computerprogramma Woordenschat Taal in beeld vindt u in de handleiding die hoort bij dit softwarepakket. De doelwoorden die aangeboden worden vallen uiteen in drie categorieën: - algemene dagelijkse woorden; - schooltaalwoorden; - woorden nodig bij het reflecteren op taal. Spreken/luisteren De leerstof in het taaldomein spreken/luisteren is erop gericht de leerlingen adequate strategieën aan te leren om effectief te spreken en te luisteren. Hierbij maakt Taal in beeld onderscheid tussen spreken, luisteren en gesprek voeren. Spreken en luisteren worden aangeboden bij wijze van eenrichtingsverkeer, waarbij zowel voor de spreker als de luisteraar specifieke strategieën aan bod komen. Bij het gesprek gaat het om de gezamenlijke uitwisseling van gedachten over eenzelfde onderwerp. Om de leerlingen spreek-, luister- en gespreksstrategieën aan te leren, komen in Taal in beeld de volgende vaardigheden aan de orde: - communicatiedoel bepalen; - voorkennis activeren (bijvoorbeeld met behulp van een woordweb); - onderzoek doen; - aantekeningen maken; - argumenten gebruiken; - informatie gestructureerd weergeven (bijvoorbeeld door het gebruik van relatieschema s); - beeldmateriaal gebruiken; - tekstsoort en doelgroep bepalen; - onderwerp en hoofdgedachte bepalen; - tussentijds informatie vragen; - letten op houding en lichaamstaal; - letten op stemgebruik en woordkeuze; - verhaalsoort en verhaalverloop bepalen; - teksten presenteren en voordragen; - gesprekstechnieken hanteren; - gespreksdoelen bepalen; - juist gebruiken van moeilijke woorden, verwijswoorden en verbindingswoorden; - informatie verwerven uit gesproken taal; - informatie (kritisch) beoordelen; - eigen spreek- en luistergedrag evalueren en bijsturen. Wanneer de leerlingen deze vaardigheden beheersen en in staat zijn om ze op het juiste moment te gebruiken, beschikken ze over adequate spreek-, luister- en gespreksstrategieën. Ze ontwikkelen zich op deze manier tot competente sprekers, luisteraars en gesprekspartners. Schrijven In het taaldomein schrijven leren kinderen een adequate schrijfstrategie te hanteren. Hiertoe worden de volgende vaardigheden geleerd: - communicatiedoel bepalen; - voorkennis activeren (bijvoorbeeld met behulp van een woordweb); - onderzoek doen; - informatie ordenen (bijvoorbeeld in feiten en meningen); - passende woord/beeldrelatie bepalen; - tekstsoort en doelgroep bepalen; - verhaalsoort en verhaalverloop bepalen; - onderwerp en hoofdgedachte bepalen; - schrijftechnieken hanteren; - grammaticaal juist gebruiken van moeilijke woorden, verwijswoorden en verbindingswoorden; - tekst verzorgen; - eigen schrijfgedrag evalueren en bijsturen. Als de leerlingen deze vaardigheden op het juiste moment en op de juiste wijze kunnen toepassen, beschikken ze over een adequate schrijfstrategie. Dit maakt hen tot competente schrijvers. Taalbeschouwing Het onderdeel taalbeschouwing bestaat in Taal in beeld uit drie onderdelen: woordbouw, zinsbouw en taalgebruik. Woordbouw Bij woordbouw leren de leerlingen alle belangrijke zaken die te maken hebben met de functie, de bouw en de betekenis van woorden. De leerstofonderdelen worden op een kindvriendelijke wijze aangeboden door ze te groeperen rondom het zelfstandig naamwoord en het werkwoord. Bij het zelfstandig naamwoord komen onder andere zaken aan bod als: - lidwoorden; - samenstellingen; - meervoudsvorming; - verkleinwoorden; - voornaamwoorden; - bijvoeglijke naamwoorden; - voor- en achtervoegsels. Bij het werkwoord gaat het onder andere over: - vervoegingen; - tegenwoordige tijd; - verleden tijd; -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 9 in

12 hl algemene handleiding - hulpwerkwoorden; - koppelwerkwoorden. Zinsbouw Bij zinsbouw leren kinderen alle zaken die belangrijk zijn als het gaat om de functie, de opbouw en betekenis van zinnen. Hierbij komen onder andere de volgende leerstofonderdelen aan de orde: - zinstypen; - samengestelde zinnen; - zinsdelen en interpunctie. Taalgebruik Bij taalgebruik leren de leerlingen allerlei zaken die te maken hebben met de bouw van teksten en het gebruik van taal. Hierbij komen onder andere de volgende taalgebruiksvarianten aan de orde: - bondig en uitvoerig taalgebruik; - beleefde en onbeleefde taal; - formeel en informeel taalgebruik; - creatief en zakelijk taalgebruik; - letterlijk en figuurlijk taalgebruik (inclusief spreekwoorden en gezegden); - ouderwets en modern taalgebruik; - beeldspraak. Daarnaast is er ook ruimschoots aandacht voor onderwerpen die te maken hebben met de wisselwerking tussen taal en media. Voorbeelden hiervan zijn: - tekst en opmaak; - tekst en internet; - beeldgebruik bij teksten; - beeldtaal. Een meer gedetailleerde leerstofopbouw van alle taalonder delen die in Taal in beeld aan bod komen, vindt u op de website Handleiding online Deze handleiding is bedoeld om u zo effectief en prettig mogelijk met Taal in beeld te laten werken. Om deze reden is er ook voor gekozen om dit algemene gedeelte van de handleiding zo compact mogelijk te houden. Mocht u behoefte hebben aan meer of meer gedetailleerde informatie over Taal in beeld, dan kunt u hiervoor terecht op de website Hier vindt u het onlinegedeelte van de handleiding met alle aanvullende informatie die u zoekt. 10 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

13 hl blok 4 gevoel les 1 woordenschat Doelen De leerlingen leren dat je woorden kunt leren/ onthouden door ze aan elkaar te relateren. Bijvoorbeeld met een woordweb of woordrij. De leerlingen leren tien nieuwe woorden. Doelwoorden droevig, eenzaam, naar (akelig), snikken, somber, treurig, troosten, verdrietig, het verdriet, het verlangen Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 54 en 55 w a1, pagina 50 en 51 a a1, pagina 50 en 51 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek computerprogramma Woordenschat Taal in beeld Taalmaker plustaken Tips Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen lezen een verhaal over Wouter die heimwee heeft. Daarna maken ze een woordweb van het woord eenzaam. Vervolgens kiezen ze een woord, zoeken daar andere woorden bij en maken daarmee een woordrij. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over woorden die bij elkaar horen. Die kun je bij elkaar zetten in een woordweb of woordrij. Aan de slag De leerlingen maken verschillende oefeningen met woordwebben en woordrijen. Bij een woord kiezen ze woorden die daarmee te maken hebben. Die woorden schrijven ze op in een woordweb of woordrij. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen twee woorden die bij elkaar horen. Daar maken ze zinnen mee. Sommige leerlingen kunnen nog moeite hebben met de doelwoorden van deze les. Met het bijbehorende computerprogramma Woordenschat Taal in beeld kunnen ze deze nog extra oefenen. Gebruik momenten tussendoor om de doelwoorden te herhalen. Een eenmalige aanbieding tijdens de les is voor veel leerlingen namelijk onvoldoende om zich de woorden eigen te maken. Als u meer doelwoorden aan wilt bieden bij dit thema dan kunt u dit doen door gebruik te maken van het bijbehorende computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Laat de leerlingen tussendoor ook een woordweb of een woordrij maken rond begrippen die in andere lessen aan de orde komen. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met de volgende zaken. Het is goed om de leerlingen er tijdens de les op te wijzen dat ze bij opdracht 2 even naar les 2 van blok 2 kunnen kijken. Daar hebben ze geleerd wat een woordweb is en hoe ze dat moeten maken. Het is goed om tussentijds na te gaan of de leerlingen begrijpen wat een woordrij is: een reeks woorden achter elkaar. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Bij opdracht 6 kunnen de leerlingen samen woorden zoeken die bij de gekozen woorden horen. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bij opdracht 2 en 3 kunt u de leerlingen op het bord een woordweb en een woordrij laten maken. Bij opdracht 5 laat u enkele leerlingen hun verlangens noemen en voorlezen. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 57 in

14 hl blok 4 gevoel les 2 spreken/luisteren Lesactiviteiten Doelen De leerlingen leren dat ze kunnen zien en/of horen hoe iemand zich voelt. Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 56 en 57 w a1, pagina 52 en 53 a a1, pagina 52 en 53 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Tips Op verkenning De leerlingen kijken naar wat kinderen op twee plaatjes doen en hoe ze zich voelen. Ze geven aan waarvan ze dat gevoel kunnen afleiden. In een tekening laten de leerlingen zien hoe ze zich op dit moment zelf voelen. Uitleg Aan de hand van drie voorbeelden krijgen de leerlingen uitleg over het feit dat je vaak aan iemand kunt zien hoe hij zich voelt of wat hij wil zeggen. Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten die gericht zijn op lichaamstaal. Ze gaan na wat iemand bedoelt en waaraan ze dat kunnen zien. Ze drukken zelf enkele gemoedstoestanden uit met lichaamstaal. Bovendien spelen ze dat ze ruzie hebben, zonder woorden te gebruiken. Terugkijken Ter evaluatie geven de leerlingen antwoord op de vraag of ze kunnen zien hoe iemand zich voelt en de vraag of ze zelf kunnen laten zien hoe ze zich voelen. Laat de leerlingen de komende week gebruikmaken van lichaamstaal. Doe dat door regelmatig te vragen: kun je laten zien wat je vindt, hoe je je voelt, wat je wilt, wat er aan de hand is, enzovoort. Sprekershoek Let de komende week speciaal op de lichaamstaal van de leerlingen. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met het volgende. Omdat in deze les spreken en luisteren centraal staan, zijn opdracht 2, 3, 6, 7 en 9 moeilijk individueel uit te voeren. Het ligt voor de hand om deze opdrachten in tweetallen te doen. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. Bij opdracht 2, 3, 6, 7 en 9 verdient dit zelfs de voorkeur. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling doen. Bij Uitleg kunt u de leerlingen een raadspel laten spelen: een leerling laat een vrolijk, verdrietig of boos gezicht zien. De andere leerlingen raden hoe hij zich voelt. Bij opdracht 7 kunt u verschillende leerlingen voor de klas laten spelen. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen 58 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

15 hl blok 4 gevoel les 3 schrijven Doelen De leerlingen leren wat een verhaaltekst is. De leerlingen leren wat een weettekst is. Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 58 en 59 w a1, pagina 54 en 55 a a1, pagina 54 en 55 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen volgen een jongetje dat een tekst wil schrijven. Ze ontdekken dat de twee teksten waaraan hij is begonnen weliswaar over hetzelfde onderwerp gaan, maar ieder een heel ander karakter hebben. De gebeurtenissen in de ene tekst zijn echt gebeurd, terwijl die in de andere tekst verzonnen zijn. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over twee tekstsoorten. Ze leren wat het verschil is tussen een verhaaltekst en een weettekst. Een verhaaltekst is verzonnen, een weettekst gaat over waargebeurde dingen. Aan de slag De leerlingen maken verschillende oefeningen rondom verhaal- en weetteksten. Ze bepalen van drie teksten in het werkboek of het weet- of verhaalteksten zijn. Daarna krijgen ze het begin van een verhaaltekst voorgelegd. Ze moeten dat afmaken en voorzien van een tekening. Vervolgens lezen de leerlingen een weettekst over lachen. Ze bedenken er zelf een zin bij en maken er een tekening bij. Tot slot schrijven ze een verhaal aan de hand van een tekening. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen uit twee zinnen over weet- en verhaalteksten de zin die waar is. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met het volgende. Bij opdracht 3 hoeven de leerlingen de termen verhaaltekst en weettekst nog niet te gebruiken. Die komen pas bij Uitleg aan de orde. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Bij opdracht 5 kunnen de leerlingen afspreken dat de één een happy end bedenkt, terwijl de ander een minder goede afloop voor het verhaal bedenkt. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bij opdracht 1 tot en met 3 staat u uitgebreid stil bij de verschillende teksten die Tim schrijft en bij de vraag waarom het schrijven van de ene tekst zoveel eenvoudiger lijkt dan het schrijven van de andere. Bij opdracht 5 kunt u met de leerlingen een happy end en een minder goede afloop verzinnen. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 59 in

16 hl blok 4 gevoel les 4 woordenschat Doelen De leerlingen leren wat een woordkaart is. De leerlingen leren tien nieuwe woorden. Doelwoorden angstig genieten haten jaloers de kwaadheid schateren trots verwaand de woede woedend Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 60 en 61 w a1, pagina 56 en 57 a a1, pagina 56 en 57 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek computerprogramma Woordenschat Taal in beeld Taalmaker plustaken Tips Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen lezen het verhaal over Wouter en Grombol en kijken wat voor kaart Wouter maakt. De leerlingen maken een woordkaart over thuis. Als voorbeeld gebruiken ze Wouters kaart: bovenaan staat het woord thuis, daaronder woorden die erbij horen, daaronder een zin met thuis en daarnaast onder een tekening over thuis. Uitleg De kinderen krijgen uitleg over woordkaarten. Daarop staan woorden die bij het thema woord horen, een zin met het themawoord en een tekening over het themawoord. Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten over woordkaarten. In opdracht 3 en 4 koppelen ze themawoorden aan zinnen. In opdracht 5 en 6 maken ze een woordkaart. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen een woord en maken daar een woordkaart van. Sommige leerlingen kunnen nog moeite hebben met de doelwoorden van deze les. Met het bijbehorende computerprogramma Woordenschat Taal in beeld kunnen ze deze nog extra oefenen. Gebruik momenten tussendoor om de doelwoorden te herhalen. Een eenmalige aanbieding tijdens de les is voor veel leerlingen namelijk onvoldoende om zich de woorden eigen te maken. Als u meer doelwoorden aan wilt bieden bij dit thema dan kunt u dit doen door gebruik te maken van het bijbehorende computerprogramma Woordenschat Taal in beeld. Laat de leerlingen in andere lessen woordkaarten maken van moeilijke begrippen. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met het volgende. Het is goed om tussentijds na te gaan of de leerlingen begrijpen wat een woordkaart is. Wijs hen eventueel op de voorbeelden in het taalboek. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval zijn er de volgende aanvullende mogelijkheden. Bij Uitleg kunnen de leerlingen samen de voorbeeldwoordkaart uitbreiden. Laat ze nog meer woorden bedenken en daarmee zinnen maken. Bij opdracht 6 kunnen de leerlingen samen een woordkaart maken. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bij Uitleg kunt u de leerlingen woordkaarten laten maken voor in de klas, eventueel ter uitbreiding van de kaartjes en de tekeningen die ze in blok 1 en 2 hebben gemaakt. Bij opdracht 3 laat u enkele leerlingen voorbeelden geven van trots, jaloers, verwaand en haten. Bij opdracht 7 kunt u samen met de leerlingen een woordkaart op het bord maken. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen 60 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

17 hl blok 4 gevoel les 5 taalbeschouwing Lesactiviteiten Doelen De leerlingen leren dat een zin uit woorden bestaat. De leerlingen leren dat je korte en lange zinnen kunt maken. Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 62 en 63 w a1, pagina 58 en 59 a a1, pagina 58 en 59 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Tips Op verkenning Bij opdracht 1, 2 en 3 zien de leerlingen dat je beter een zin dan een woord kunt gebruiken als je duidelijk wilt maken wat je bedoelt. Bij opdracht 4 zien ze dat zinnen kort of lang kunnen zijn. Lange zinnen bevatten meer informatie. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over de functie van zinnen. Met zinnen kun je beter duidelijk maken wat je bedoelt dan met losse woorden. Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten met zinnen. Bij opdracht 5 is er bij een plaatje telkens één woord gegeven. De leerlingen maken hier zinnen mee. Bij opdracht 6 zien de leerlingen in een voorbeeld dat langere zinnen meer informatie bevatten. Op dezelfde manier als in het voorbeeld breiden ze zelf twee zinnen uit. Bij opdracht 7 maken ze zinnen waarin ze een onderwerp, een gezegde en een aanvullende bepaling bij elkaar moeten zoeken. Hierdoor kunnen komische zinnen ontstaan. Terugkijken Bij opdracht 8 wordt herhaald dat je met zinnen duidelijk kunt maken wat je bedoelt of voelt. Ter evaluatie schrijven de leerlingen in twee zinnen op wat ze doen als ze zich eenzaam voelen. U kunt opdracht 1 en 2 wat verlevendigen door baby- of peuteruitspraken te laten noemen van de leerlingen zelf of van broertjes en zusjes. Maak duidelijk dat je vaak wel kunt raden wat er bedoeld wordt als er geen volledige zinnen gebruikt worden, maar dat de communicatie veel beter verloopt als er goede zinnen gemaakt worden. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Er zijn geen beperkingen om de leerlingen de les individueel te laten maken. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Laat bij voorkeur een taalsterke leerling samenwerken met een taalzwakkere leerling. Bij Op verkenning en Aan de slag kunnen ze eerst individueel zinnen bedenken en vervolgens de beste van de twee zinnen uitkiezen en opschrijven. Terugkijken kan op dezelfde manier worden behandeld. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bespreek de eerste zin van opdracht 6. Als alle leerlingen de bedoeling snappen, maken ze zelf de tweede zin langer. Als de leerlingenopdracht (gericht op het productdoel) hebben gemaakt, kunt u nagaan welke aspecten van de lesinhoud nog moeilijk zijn (procesevaluatie) Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 61 in

18 hl blok 4 gevoel les 6 schrijven Organisatie en differentiatie Doelen De leerlingen leren hoe ze een weettekst kunnen schrijven Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 64 en 65 w a1, pagina 60 en 61 a a1, pagina 60 en 61 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Lesactiviteiten Op verkenning In een illustratie zien de leerlingen hoe een meisje informatie over konijnen verzamelt voordat ze er een tekst over schrijft. Ze ontdekken dat het woordweb weer een belangrijke rol speelt. Ze schrijven ook zelf een korte weettekst met behulp van een woordweb. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over de wijze waarop ze een weettekst kunnen schrijven. Eerst moeten ze informatie verzamelen. Vervolgens vatten ze die samen in een woordweb. Dan schrijven ze de tekst aan de hand van de drie vaste stappen die ze in blok 3, les 6 hebben geleerd: Stap 1: Maak een woordweb. Stap 2: Maak zinnen met de woorden. Stap 3: Zet de zinnen op de goede plek. Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten waarin het schrijven van een weettekst centraal staat. In opdracht 4 moeten ze aangeven welke van de gegeven teksten een weettekst is. In opdracht 5 geven ze aan waar ze informatie kunnen vinden over het thema tennis. In opdracht 6 maken ze een woordweb bij een folder van een auto. In opdracht 7 schrijven de leerlingen zelfstandig een weettekst over de step. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen een zin die het best weergeeft wat zij van weetteksten vinden of wat ze ermee kunnen. Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met de volgende zaken. Bij opdracht 1 en 2 staat veel informatie in de tekening. Het is goed de leerlingen hier tussentijds op te wijzen. Het is goed om tussentijds na te gaan of de leerlingen doorhebben dat bij opdracht 5 meerdere antwoorden mogelijk zijn. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Bij opdracht 3 en 7 zouden leerlingen gebruik kunnen maken van het internet. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bij opdracht 1 en 2 bekijkt u samen de tekening en bespreekt u welke informatiebronnen te zien zijn. Bij opdracht 3 kunt u zelf een dier kiezen en samen met de leerlingen een woordweb maken. Eventueel kunt u ook samen zinnen maken. De leerlingen zetten die vervolgens zelf op de goede plek. Opdracht 4 tot en met 6 kunt u samen maken om vervolgens opdracht 7 zelfstandig te laten uitvoeren. Opdracht 8 is een reflectie-opdracht. Aan de hand van de gekozen zinnen kunt u mondeling verder evalueren. Ga bijvoorbeeld na waarom kinderen voor een bepaalde zin gekozen hebben. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen 62 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

19 hl blok 4 gevoel les 7 spreken/luisteren Organisatie en differentiatie Doelen Tips De leerlingen letten bij het spreken op hun lichaam. Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 66 en 67 w a1, pagina 62 a a1, pagina 62 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Voorbereiding Let op: deze les beslaat één pagina in het werkboek in plaats van twee. Wijs de leerlingen hier zo nodig op. Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen kijken naar vier afbeeldingen van kinderen die iets voor de klas vertellen. Ze noteren in hun werkboek wat de verschillen zijn. Daarna praten ze in tweetallen over de vraag of het lichaam belangrijk is bij het spreken. Daarbij beperken ze zich tot het staan, het kijken en het bewegen. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over lichaamstaal bij spreken. Bij het spreken kun je letten op je houding (staan), je ogen (kijken) en je lichaam (bewegen). Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten die gericht zijn op het gebruik van handen, ogen en op de lichaamshouding bij het spreken. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen welke zin het beste weergeeft hoe zij hun lichaam gebruiken bij het spreken. Of ze schrijven her zelf een zin over. Wijs de leerlingen de komende week op hun lichaamstaal: hoe ze staan, kijken en bewegen. Laat ze daarmee experimenteren door te vragen: hoe kun je het met je lichaam duidelijk maken? Sprekershoek Vestig de aandacht van de leerlingen op de lichaamstaal van de spreker, waarbij u onderscheid maakt tussen kijken, bewegen en staan. Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dan dient u rekening te houden met het volgende. Omdat het spreken en luisteren in deze les centraal staan, zijn opdracht 3, 4, 5 en 7 moeilijk individueel uit te voeren. Het ligt voor de hand om deze in tweetallen te doen. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. Bij opdracht 3, 4, 5 en 7 verdient dit zelfs de voorkeur. Bij Terugkijken kunnen de leerlingen aan elkaar vragen hoe ze hun lichaam tijdens de spreekoefeningen gebruikten. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling doen. Dit beperkt het schrijfwerk voor de leerlingen. Bij Uitleg kunt u de leerlingen laten voordoen hoe je kunt staan, kijken en bewegen. Bij opdracht 5 kunt u de vier situaties voor de klas laten spelen. Opdracht 8 is een reflectie-opdracht. Aan de hand van de gekozen zinnen kunt u mondeling verder evalueren. Ga bijvoorbeeld na waarom kinderen voor een bepaalde zin gekozen hebben. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Observatie Letten de leerlingen bij het spreken op hoe ze staan, hoe ze kijken en hoe ze bewegen? Aantekeningen -Taal Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 63 in

20 hl blok 4 gevoel les 8 taalbeschouwing Lesactiviteiten Doelen De leerlingen leren wat het verschil is tussen gewone zinnen en vraagzinnen. De leerlingen weten dat een gewone zin met een hoofdletter begint en met een punt eindigt. Materialen/lesstof basisstof t a1, pagina 68 en 69 w a1, pagina 63 en 64 a a1, pagina 63 en 64 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Voorbereiding Let op dat de les op pagina 64 in het werkboek doorloopt. Wijs de leerlingen hier zo nodig op. Tips Op verkenning Bij opdracht 1 en 2 zien de leerlingen dat een tekst waarin de zinnen niet met een hoofdletter en een punt gemarkeerd zijn, niet goed leesbaar is. Bij opdracht 3 en 4 leren ze onderscheid maken tussen gewone zinnen en vraagzinnen. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over soorten zinnen. Gewone zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. Vraagzinnen beginnen ook met een hoofdletter, maar eindigen met een vraagteken. Bovendien kunnen ze met een vraagwoord beginnen. Aan de slag De leerlingen maken verschillende opdrachten met gewone zinnen en vraagzinnen. Bij opdracht 5 zetten ze hoofdletters, punten en vraagtekens op de goede plaats. Bij opdracht 6 schrijven ze zelf een verhaaltje. Aandachtspunt hierbij is het gebruik van hoofdletters, punten en vraagtekens. Bij opdracht 7 bedenken ze bij enkele vraagwoorden een vraagzin. Terugkijken Bij opdracht 8 staan een aantal zinnen, waarvan er één een vraagzin is die begint met een vraagwoord. Ter evaluatie kiezen de leerlingen deze zin. U kunt kunt het spelletje pim-pam-pet met de leerlingen spelen. Bij dit spel wordt telkens gebruikgemaakt van vraagwoorden. Vraag aan de leerlingen welke vraagwoorden ze gehoord hebben. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Er zijn geen beperkingen om de leerlingen de les individueel te laten maken. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Laat bij voorkeur een taalsterke leerling samenwerken met een taalzwakkere leerling. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de onderdelen Op verkenning en Terug kijken uitsluitend mondeling doen. Hierdoor neemt de hoeveelheid schrijfwerk voor de leerlingen af. Bij Uitleg kunt u een aantal voorbeeldzinnen op het bord schrijven: een gewone zin, een vraagzin zonder vraagwoord en een vraagzin met vraagwoord. De kinderen kunnen vervolgens zelf zinnen bedenken met dezelfde kenmerken. Als de leerlingen opdracht 8 (gericht op het productdoel) hebben gemaakt, kunt u nagaan welke aspecten van de lesinhoud nog moeilijk zijn (procesevaluatie). Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen 64 Taal in beeld - jaargroep 4 - handleiding a1 d Taal-

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek A2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek E2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek B1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 7: 1 handleiding D2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek D2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek B2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 6: 1 handleiding C1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek C1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding e1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding d1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN LESBOEK b Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HAnDlEIDInG b Hl InHoUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 6

Informatie. vakgebieden. Groep 6 Informatie vakgebieden Groep 6 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN LESBOEK d Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HANDLEIDING d HL INHOUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 4

Informatie. vakgebieden. Groep 4 Informatie vakgebieden Groep 4 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Blok 5 Verhalen 15 lesbeschrijvingen toetsing informatie over de herhalings- en plustaken

Inhoudsopgave. Blok 5 Verhalen 15 lesbeschrijvingen toetsing informatie over de herhalings- en plustaken Inhoudsopgave Algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw van de methode 4 Leeractiviteiten 5 Opbrengstgericht werken 6 Samenwerkend leren 7 Toetsing en evaluatie 8 Combinatiegroepen 8

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 5

Informatie. vakgebieden. Groep 5 Informatie vakgebieden Groep 5 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Handleiding 4a groep 4 blok 4

Uitprobeerpakket. Handleiding 4a groep 4 blok 4 Uitprobeerpakket Handleiding 4a groep 4 blok 4 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld Bij verschillende onderdelen van de taalmethode Taal in Beeld, kunt u De bovenkamer

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Handleiding 5a groep 5 blok 4

Uitprobeerpakket. Handleiding 5a groep 5 blok 4 Uitprobeerpakket Handleiding 5a groep 5 blok 4 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 7

Informatie. vakgebieden. Groep 7 Informatie vakgebieden Groep 7 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 werkboek E2: de introductiepagina s

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 8

Informatie. vakgebieden. Groep 8 Informatie vakgebieden Groep 8 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Taaljournaal, tweede versie

Taaljournaal, tweede versie SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en

Nadere informatie

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht!

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! Informatie: er is maar één juiste keuze! In onze informatiecentra in Rijssen en Ede vindt u de materialen uit de verschillende methoden, zodat u zich goed

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Slimme en aantrekkelijke software voor taal en spelling

Slimme en aantrekkelijke software voor taal en spelling Slimme en aantrekkelijke software voor taal en spelling Met de software van en Spelling in beeld haalt u meer uit élke leerling! Leerkrachtassistent: digibordsoftware voor optimale voorbereiding en aantrekkelijke

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Geschiedenis Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Lesstof overzicht Station vanaf

Lesstof overzicht Station vanaf Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar

Nadere informatie

Ogo en taal van methode naar bronnenboek

Ogo en taal van methode naar bronnenboek Ogo en taal van methode naar bronnenboek Help!! Wat nu?? Niet in 1 keer alles loslaten Gefaseerd invoeren van werken met OGO thema s Gefaseerd invoeren van taal binnen thema s ???Taaltrapeze en OGO???

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 5: 1 Handleiding b1: algemene gedeelte en lesbeschrijvingen bij blok 4 2 Werkboek b1: introductiepagina

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Naut Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg Methodeanalyse Stelonderwijs; Taal in beeld Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg www.zwijsen.nl www.taalinbeeld.nl Eerste

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Alles telt Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Snappet is een alternatief voor...

Snappet is een alternatief voor... Snappet is een alternatief voor... Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Informatie Nieuwe methode aanschaffen?

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 werkboek A2: de introductiepagina s

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

Lezen voor Beroep en Studie. 2 e trainingsavond, 13 oktober 2014

Lezen voor Beroep en Studie. 2 e trainingsavond, 13 oktober 2014 Lezen voor Beroep en Studie 2 e trainingsavond, 13 oktober 2014 Doelen van de tweede trainingsdag - Deelnemers kijken terug op de eerste bijeenkomst - Deelnemers maken kennis met de inhoud en opzet van

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Ruud Janssen Alles telt (2e editie - ThiemeMeulenhoff) De methode biedt een doorgaande lijn vanuit de kleuterbouw. De leerlijnen zijn digitaal beschikbaar. Het

Nadere informatie

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Alles telt Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Onderwijs in een combinatiegroep

Onderwijs in een combinatiegroep KWALITEITSKAART Organisatie Onderwijs in een combinatiegroep PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze kwaliteitskaart zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl.

Nadere informatie

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Speurtocht Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen. Informatie over de gang van zaken in leerjaar 5 Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen. ALGEMEEN Het allerbelangrijkste vinden wij dat de kinderen

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Niveau en referentieniveau in Taal op Maat

Niveau en referentieniveau in Taal op Maat Pagina 1 van 7 Niveau en referentieniveau in Taal op Maat Op welk (referentie)niveau krijgen leerlingen taalonderwijs aangeboden in Taal op maat? Tiddo Ekens 1 Oktober 2015 Op welk(e) referentieniveau(s)

Nadere informatie

Alles over. Taalverhaal.nu. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taalverhaal.nu. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taalverhaal.nu Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Proefkatern Zin in taal Nieuw

Proefkatern Zin in taal Nieuw Proefkatern Zin in taal Nieuw In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Zin in taal, groep 8: 1. Handleiding e1: het algemene gedeelte en eenheid 4 2. Taalboek e1: eenheid 4 3. Werkboek e1:

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten Lesplanformulier naam student : Aukelien Stalman opleiding : docent GZW jaar : 3 naam school : Gomarus College Assen coach : klas : 1 datum van de les: mei 2017 Lesonderwerp: Biologie stevigheid en beweging

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET

Nadere informatie

-Samen meertalig en talentvol de wereld in- GROEP Erik Smit

-Samen meertalig en talentvol de wereld in- GROEP Erik Smit -Samen meertalig en talentvol de wereld in- GROEP 8 2017-2018 Erik Smit erik.smit@agora.nu WAT KUNNEN DE KINDEREN VERWACHTEN DIT SCHOOLJAAR? Schoolkeuze voortgezet onderwijs Kamp van 27 september tot 29

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 werkboek A1: de introductiepagina s

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Aardrijkskunde Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

Alles over. Leesparade. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Leesparade. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Leesparade Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Proefkatern Zin in taal Nieuw

Proefkatern Zin in taal Nieuw Proefkatern Zin in taal Nieuw In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Zin in taal, groep 4: 1. Handleiding a1: het algemene gedeelte en eenheid 4 2. Taalboek a1: eenheid 4 3. Werkboek a1:

Nadere informatie

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld Natuur en Techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld Natuur en Techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Blink Wereld Natuur en Techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen

Nadere informatie

Alles over. Staal. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Staal. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Staal Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL1 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie