Proefkatern Taal in beeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefkatern Taal in beeld"

Transcriptie

1 Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek B2: de introductiepagina s en blok 7 3 werkboek B2: de introductiepagina s en blok 7 4 kopieerboek: kopieerbladen blok 7 (met de toetstaak, het registratieblad en de eerste vier herhalingstaken). Met dit katern krijgt u zicht op hoe Taal in beeld werkt. De materialen stellen u in staat lessen van blok 7 uit te proberen in uw groep. Blok 7 bestaat uit 12 lessen. Zwijsen geeft u toestemming om voor het uitproberen kopieën te maken uit dit katern. De herhalingstaken (Woordkenner en Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld) zijn niet bijgevoegd. Woordkenner is een leerspel dat als herhalingstaak op het gebied van woordenschat elk blok terugkomt. Met het Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld kunnen leerlingen de doelwoorden uit de lessen herhalen en ermee oefenen. Meer informatie over Woordkenner en het Computerprogramma Woordenschat Taal in beeld vindt u op Heeft u nog vragen, neem dan contact op met Zwijsen Klantenservice: of klantenservice@zwijsen.nl. Wij wensen u en uw leerlingen veel (leer)plezier met Taal in beeld!

2 Zwijsen Ben Verschuren Adriaan Maters Jos Cöp Hans van Wessel Maril Rijks handleiding b2

3 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5 Toetsing en evaluatie 6 Combinatiegroepen 7 Materialen 7 Leerstof 7 Handleiding online 10 blok 5 verhalen Basislessen 12 Toetstaak 24 Herhalingstaken 26 blok 6 samen leven Basislessen 31 Toetstaak 43 Herhalingstaken 45 blok 7 cultuur Basislessen 50 Toetstaak 62 Herhalingstaken 64 blok 8 andere tijden Basislessen 69 Toetstaak 81 Herhalingstaken 83 Colofon 88 Taalin - Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 d

4 hl algemene handleiding met Taal in beeld U gaat werken met Taal in beeld. Deze handleiding helpt u om snel en op een prettige manier met de methode te gaan werken. Daartoe wordt in een beperkt aantal pagina s de belangrijkste informatie gegeven die u nodig hebt. Alle overige gegevens over de methode, waaronder meer uitgebreide onderdelen die horen bij deze handleiding, vindt u op de website Hebt u vragen, opmerkingen of suggesties, dan kunt u hiervoor ook terecht op de website. Hoe meer informatie wij van u krijgen, hoe beter wij in staat zijn om de methode mee te laten groeien met uw wensen en verwachtingen. Invoering Taal in beeld kunt u in één keer in alle groepen invoeren. Het eerste blok van ieder jaarprogramma is een instapblok waarin alle eerder aangeboden leerstof die nodig is voor het komende jaarprogramma, wordt opgefrist. De leerlingen raken dus niet het spoor bijster omdat er ineens termen worden gebruikt of specifieke voorkennis wordt verondersteld die ze nooit eerder aangeboden hebben gekregen. Ook u als leerkracht krijgt tijdens het eerste blok een globaal overzicht van wat aan de orde is geweest in vorige jaargroepen, voor zover het van invloed is op de lessen die u dit leerjaar aan gaat bieden. Mocht u verder nog een gedetailleerde samenvatting willen hebben van de eerder aangeboden leerstof in relatie tot de leerstof in uw jaargroep, dan vindt u op een uitgebreid leerstofoverzicht. Overzicht Taal in beeld bestaat uit vijf gedeelten. Het onderstaande schema geeft aan welk deel bestemd is voor welke jaargroep van het reguliere basisonderwijs. Voor andere typen (basis)scholen kan ervoor gekozen worden om de leerstof op een andere manier te verdelen. Deel Jaargroep A (a1 en a2) 4 B (b1 en b2) 5 C (c1 en c2) 6 D (d1 en d2) 7 E (e1 en e2) 8 De kenmerken van Taal in beeld Taal in beeld heeft drie belangrijke kenmerken. Het pakket is compleet, compact en flexibel. Compleet Taal in beeld is een complete methode: het programma biedt alle leerstof aan die u als school op basis van de kerndoelen geacht wordt aan te bieden. Kerndoelen zijn streefdoelen en geven aan wat een leerling globaal moet kennen en kunnen aan het eind van de basisschool. Ze beschrijven in grote lijnen wat in elk geval aan de orde moet komen op de basisschool. Maar niet alles wat op school gebeurt, is voorgeschreven in kerndoelen. Scholen hebben ook ruimte voor een eigen, specifiek onderwijsaanbod. Bij de ontwikkeling van Taal in beeld is uitdrukkelijk rekening gehouden met de kerndoelen voor taal, zoals die door de overheid zijn vastgesteld. Een school die werkt met Taal in beeld is er dus van verzekerd dat het onderwijsaanbod van de methode voldoet aan de kerndoelen. Compact Taal in beeld is compleet, maar daarnaast ook compact. Zowel het aantal lessen als het aantal schoolweken dat nodig is om het programma uit te voeren, is beperkt gehouden. Hierdoor zult u als leerkracht geen tijdsdruk ervaren omdat er nog zoveel moet. Voor de leerlingen is er voldoende tijd beschikbaar om de leerstof goed op te kunnen nemen en toe te passen. Verder is ook in de hoeveelheid materialen terug te zien dat de methode compact is. Geen grote hoeveelheid materialen die mogelijk gebruikt kunnen worden, maar een duidelijke keuze voor het noodzakelijke en het wenselijke. Op papier en in de vorm van software. Flexibele organisatievorm Taal in beeld is een flexibele methode. Kinderen verschillen, leerkrachten verschillen, scholen verschillen en omstandigheden verschillen. Taal in beeld houdt rekening met deze verschillen door diverse organisatievormen mogelijk te maken. Zo kunt u interactief met de hele groep aan de slag gaan, maar u kunt de leerlingen ook zelfstandig alle onderdelen van het programma laten uitvoeren. Hierbij kunnen ze individueel werken of samen met andere leerlingen. Doordat de taalactiviteiten geschikt zijn voor een geïndividualiseerde, een samenwerkende en klassikale organisatievorm, hoeft u niet te kiezen tussen interactief taalonderwijs of zelfstandig leren. U kunt met Taal in beeld de kracht van beide vormen combineren. U bepaalt in welke mate u de leerlingen direct begeleidt of meer zelfstandig aan de slag laat gaan. Maar uiteindelijk werken ze wel aan dezelfde leerstof, waardoor de organisatie van de lessen overzichtelijk en uitvoerbaar blijft. De opbouw van de methode Taal in beeld Jaarprogramma Taal in beeld biedt een jaarprogramma voor 34 schoolweken en is opgebouwd uit acht blokken van vier weken. Na de blokken 4 en 8 is er een zogenaamde breekweek: een week waarin geen lessen uit de acht blokken aan de orde komen. De breekweken kunnen gebruikt worden als uitloopweken of als weken om op een andere manier met taal bezig te zijn. Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 -Taalin d

5 hl algemene handleiding Algemene opbouw van een blok De eerste drie weken van ieder blok bestaan uit de basislessen. Aan het einde van de derde week of in het begin van de vierde week is er een toetstaak. Daarmee wordt vastgesteld welke leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben en welke (nog) niet. De kinderen die de doelen bereikt hebben, gaan vervolgens aan de slag met plustaken (verdiepingsstof), waarin ze leerkrachtonafhankelijk hun geleerde kennis, vaardigheden en strategieën toepassen en uitbouwen. De kinderen die de doelen van het blok nog niet bereikt hebben, krijgen in de vierde week eerst herhalingstaken waarin ze de leerstof die ze nog niet beheersen, nogmaals aangeboden krijgen. Extra instructie en begeleide verwerking zijn hierbij de uitgangspunten. De opbouw van deel b1 en b2 Het schema hiernaast biedt een overzicht van de opbouw van het programma van de delen b1 en b2. Deel b1 bevat de blokken 1 tot en met 4 van het jaarprogramma. Ieder blok bestaat uit twaalf basislessen, die aangeboden worden in de eerste drie weken van het blok. De vierde week start met de toetstaak, gevolgd door herhalingstaken en plustaken. Deel b2 bevat de blokken 5 tot en met 8 van het jaarprogramma. Ieder blok bestaat uit twaalf basislessen, die aangeboden worden in de eerste drie weken van het blok. De vierde week start met de toetstaak, gevolgd door herhalingstaken en plustaken. Thema s De verschillende blokken bevatten voor alle jaargroepen op hetzelfde moment dezelfde thema s. De volgende onderwerpen komen aan bod: Blok Thema 1 Omgeving 2 Natuur 3 Reizen 4 Gevoel 5 Verhalen 6 Samen leven 7 Cultuur 8 Andere tijden De thema s komen overeen met die in methoden als Tussen de regels en Ondersteboven van lezen. Hierdoor bent u gemakkelijk in staat om vakoverstijgend en thematisch te werken. Instapblokken Het eerste blok van ieder leerjaar (met uitzondering van deel a1) start met een instapblok. Hierin komen alle leerstofonderdelen aan bod die eerder aangeboden zijn en relevant zijn voor het komende leerjaar. In blok 2 tot en met 7 wordt nieuwe leerstof aangeboden. Blok 8 is een afsluitend blok waarin geen nieuwe leerstof wordt aangeboden. Hierin is alle aandacht gericht op het integreren, herhalen en toepassen van de leerstof die gedurende het jaar is aangeboden. week deel blok weekprogramma dag 1 dag 2 dag 3 dag 4 dag 5 1 b1 blok 1 ws sl tb s 2 blok 1 ws sl tb s 3 blok 1 ws sl tb s 4 blok 1 toets h/p h/p h/p 5 blok 2 ws sl tb s 6 blok 2 ws sl tb s 7 blok 2 ws sl tb s 8 blok 2 toets h/p h/p h/p 9 blok 3 ws sl tb s 10 blok 3 ws sl tb s 11 blok 3 ws sl tb s 12 blok 3 toets h/p h/p h/p 13 blok 4 ws sl tb s 14 blok 4 ws sl tb s 15 blok 4 ws sl tb s 16 blok 4 toets h/p h/p h/p 17 breekweek 18 b2 blok 5 ws sl tb s 19 blok 5 ws sl tb s 20 blok 5 ws sl tb s 21 blok 5 toets h/p h/p h/p 22 blok 6 ws sl tb s 23 blok 6 ws sl tb s 24 blok 6 ws sl tb s 25 blok 6 toets h/p h/p h/p 26 blok 7 ws sl tb s 27 blok 7 ws sl tb s 28 blok 7 ws sl tb s 29 blok 7 toets h/p h/p h/p 30 blok 8 ws sl tb s 31 blok 8 ws sl tb s 32 blok 8 ws sl tb s 33 blok 8 toets h/p h/p h/p 34 breekweek ws = woordenschat sl = spreken/luisteren h = herhalingstaken s = schrijven tb = taalbeschouwing p = plustaken jaarplanning deel b1 en b2 -Taalin d Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2

6 algemene handleiding De activiteiten in Taal in beeld Zelfstandig leren, samenwerkend leren en begeleid leren Taal in beeld maakt verschillende organisatievormen gelijktijdig mogelijk. Alle lessen zijn namelijk zo opgezet dat u als leerkracht kunt bepalen of de leerlingen zelfstandig (individueel of in samenwerking met andere kinderen) of begeleid (klassikaal of in een groepje onder uw leiding) aan de slag gaan. Welke organisatievorm u ook kiest, alle kinderen doorlopen altijd dezelfde opdrachten en gebruiken dezelfde materialen. Dit betekent dat de lessen voor u als leerkracht makkelijk te organiseren zijn. U bepaalt zelf in welke mate er sprake is van mondelinge interactie tijdens de les en u kunt ervoor kiezen die te beperken. Wanneer het bereiken van het lesdoel zonder interactie niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een aantal lessen spreken/luisteren, dan attendeert de methode u hierop. Alle activiteiten in het taalboek en het werkboek De lessen in Taal in beeld zijn opgebouwd uit vaste onderdelen: de doelstelling, de introductie, de instructie, de verwerking en de evaluatie/reflectie. Deze elementen zijn ook terug te vinden in het leerlingmateriaal: Wat ga je doen?, Op verkenning, Uitleg, Aan de slag en Terugkijken. Mede hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de leerlingen op een effectieve en efficiënte manier zelfstandig te laten leren. Niets verplicht u echter om kinderen de les zelfstandig te laten doorlopen. U kunt er ook voor kiezen de les gezamenlijk op een interactieve manier door te werken. De verschillende fasen worden hieronder uitvoeriger toegelicht. De didactische fasering en de route door de les Een les in Taal in beeld bestaat uit een viertal fasen die volgen als de doelstelling is aangegeven. Tezamen vormen die fasen de lesroute die de leerlingen aan de hand van de aanwijzingen in het taalboek en het werkboek zelfstandig (individueel of samenwerkend) of begeleid (klassikaal of in een groepje) kunnen doorlopen. Op verkenning De eerste fase is Op verkenning. Hierin gaan kinderen aan de slag met enkele verkennende opdrachten. De bedoeling is dat ze zich hiermee oriënteren of voorbereiden op het onderwerp van de les, of aan de hand van een probleemstelling tot oplossingen proberen te komen. Uitleg De tweede fase is Uitleg. Dit is het instructiemoment in de les. De uitleg is enerzijds een conclusie vanuit de verkenning en anderzijds de inhoudelijke instructie die nodig is om de volgende fase te kunnen doorlopen. De instructie wordt weergegeven in een geschreven blok, maar afhankelijk van de organisatievorm kan ze ook dienen als basis voor mondelinge uitleg. De derde fase is en bevat de verwerkingsopdrachten, die gedeeltelijk in het werkboek en gedeeltelijk in het taalboek staan. Terugkijken De vierde fase is Terugkijken en heeft tot doel om te reflecteren en te evalueren. De centrale vraag hierbij is dan ook: Wat heb je geleerd? De leerlingen maken een evaluerende opdracht, waarin altijd een verband wordt gelegd met het lesdoel. Afhankelijk van de gekozen organisatievorm kan de evaluatie ook mondeling plaatsvinden. Voor kinderen die eerder klaar zijn, bevat iedere les nog een extra opdracht. Tijdsindicaties Een les in Taal in beeld duurt ongeveer 35 tot 50 minuten. De exacte tijdsduur is afhankelijk van de organisatievorm waarin de les wordt aangeboden. Het is een bekend gegeven dat er bij zelfstandig lerende kinderen een aanzienlijk verschil kan zijn in de tijd die ze nodig hebben om tot een resultaat te komen. Organisatorische problemen zullen zich echter niet voordoen, want de snelle kinderen kunnen aan de slag met de extra opdracht. Wanneer de les met de hele groep wordt doorgewerkt, zal deze ongeveer 45 minuten duren. Vanwege verschillen in de benodigde tijd in relatie tot de organisatievorm, is ervoor gekozen de lesonderdelen zelf niet te voorzien van tijdsindicaties. De differentiatie in Taal in beeld Differentiatie naar begeleidingsbehoeften Taal in beeld biedt een breed scala aan differentiatiemogelijkheden. Bij alle lessen kunt u differentiëren naar intensiteit van de begeleiding die u geeft. Sommige leerlingen of groepen kunt u meer loslaten, terwijl u andere juist veel ondersteuning wilt bieden. Om alle kinderen de begeleiding te geven die ze nodig hebben, kunt u groepen in verschillende organisatievormen laten werken. Met de kinderen die veel ondersteuning nodig hebben, doorloopt u de lesroute samen. Binnen deze organisatievariant, eerder benoemd als begeleid leren, is er veel ruimte voor mondelinge interactie en begeleiding. De leerlingen die hier minder behoefte aan hebben, laat u meer leerkrachtonafhankelijk werken, individueel of samen met andere kinderen. Tempodifferentiatie: extra stof Tijdens de lessen zal het vaak zo zijn dat bepaalde leerlingen eerder klaar zijn dan andere. Dit vraagt om tempodifferentiatie, waarbij er extra werk is voor de snelle leerlingen. Allereerst kunnen zij de extra opdracht maken. Deze staat in het taalboek aan Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 5 -Taalin d

7 hl algemene handleiding het einde van iedere les. Mochten zij daarna nog behoefte hebben aan meer stof, dan kunt u hun verdiepingsstof geven in de vorm van plustaken uit Taalmaker, of laten werken met het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Taalmaker is het gedeelte van Taal in beeld dat extra taaltaken bevat in de vorm van kaarten en werkbladen. Niveaudifferentiatie: plustaken (verdiepingsstof) Wat betreft de verdiepingsstof in de vorm van plustaken hebt u een breed scala aan mogelijkheden. Alle plustaken hebben echter één ding gemeen: het is niet meer van hetzelfde, maar het zijn taalactiviteiten vanuit een andere, meer toepassende invalshoek. Alle plustaken die horen bij Taal in beeld, vindt u in het onderdeel Taalmaker. Taalmaker bestaat uit een doos met kaarten en werkbladen. Periodiek zullen de plustaken in Taalmaker aangevuld en vernieuwd worden, waardoor de uitdaging voor de leerlingen groot zal blijven. De plustaken kunnen op drie momenten gebruikt worden. Ten eerste als tempodifferentiatie bij de basislessen. Zijn leerlingen eerder klaar, dan kunnen ze, na de extra opdracht, aan de slag met de plustaken. Ten tweede als leerstof voor op de vijfde dag van de week, wanneer er geen basisprogramma is. Wilt u kinderen die dag toch taalopdrachten laten uitvoeren, dan kunnen ze aan de slag gaan met de plustaken. Ten derde als leerstof voor in week 4, na de toets. In eerste instantie geldt dit voor kinderen die geen behoefte hebben aan herhalingstaken. Meer informatie over de plustaken uit Taalmaker vindt u bij De materialen van Taal in beeld. Niveaudifferentiatie op het gebied van woordenschat kunt u realiseren door kinderen te laten werken met het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Daarin krijgen ze eerst de woorden uit de basislessen aangeboden. Deze worden uitgelegd, geoefend en getoetst. Kennen ze deze woorden, dan biedt het programma extra woorden aan. Deze zijn onderdeel van de verdiepingsstof. Niveaudifferentiatie: herhalingstaken Aan het einde van de derde week of in de vierde week van ieder blok maken de leerlingen een toetstaak. Deze is bedoeld om vast te stellen of ze de doelen van het blok bereikt hebben. Als dit niet het geval is, krijgen ze de vierde week herhalingstaken bij de onderdelen die ze nog niet beheersen. De herhalingstaken worden bij ieder blok beschreven in de handleiding. De leerlingen kunnen ze in principe zelfstandig maken, maar geadviseerd wordt om hen hierbij te begeleiden. Toetsing en evaluatie in Taal in beeld Er bestaan verschillende manieren om de resultaten van de leerlingen te evalueren. Het gaat hierbij om evaluatie op korte, middellange en lange termijn. Korte termijn Evaluatie op korte termijn is gericht op het vaststellen of de lesdoelen wel of niet bereikt zijn. Dit gebeurt op twee manieren. Ten eerste door de leerlingen zelf, via de reflectieopdracht in de fase Terugkijken van de basislessen. Hierbij stellen ze zelf vast wat ze geleerd hebben tijdens de les. Een tweede manier om na te gaan of de doelen bereikt zijn, is door gebruik te maken van de observatiepunten in de handleiding. Deze zijn terug te vinden bij een aantal basislessen. Middellange termijn Evaluatie op middellange termijn is bedoeld om vast te stellen of de leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben. Aan het einde van de derde of aan het begin van de vierde week van elk blok is er een toetstaak die bestaat uit een aantal toetsopdrachten. Deze opdrachten zijn gericht op verschillende taaldomeinen. Taalbeschouwing en woordenschat worden na ieder blok getoetst. Schrijven en spreken/luisteren worden daar regelmatig aan toegevoegd. Taal in beeld bevat registratiebladen waarop de toetsresultaten van de leerlingen vastgelegd kunnen worden. Tevens vindt u op deze bladen de adviesnorm bij de verschillende toetsopdrachten. Op basis van de score krijgt u ook een advies over de gewenste vervolgactiviteiten. Zo kunt u direct zien of de leerling herhalingstaken moet gaan uitvoeren en welke dat zijn, of dat hij plustaken kan gaan maken. In het laatste geval vindt u een verwijzing naar Taalmaker, het onderdeel van de methode waarin de plustaken zijn verzameld. De registratiebladen vindt u in het kopieerboek. Evaluatie op lange termijn Taal in beeld legt het accent op methodegebonden toetsen, waarmee uitspraken worden gedaan over de mate waarin leerlingen de doelen van de methode bereiken. Evaluatie op lange termijn staat meer in het teken van het taalniveau van een leerling in het algemeen of in vergelijking met zijn leeftijdsgenoten. Hiervoor zijn toetsen nodig die voldoende betrouwbaar en gevalideerd zijn om een antwoord te geven op deze vraag. Dit overstijgt de mogelijkheden van de toetsing in een taalmethode. Wanneer u behoefte hebt aan een dergelijke evaluatie, dan adviseren we u gebruik te maken van toetsen die speciaal voor dit doel gemaakt zijn. Onder andere de Cito-groep in Arnhem brengt in het kader van haar leerlingvolgsysteem een aantal geschikte toetsen op de markt. -Taalin 6 Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 d

8 algemene handleiding Taal in beeld in combinatiegroepen Individueel of samen zelfstandig leren Taal in beeld is een methode met veel mogelijkheden om zelfstandig te leren. Alleen in situaties waarin de lesdoelen niet bereikt kunnen worden zonder interactie, zoals bij een aantal lessen spreken/luisteren het geval is, adviseert de methode u bepaalde opdrachten op basis van samenwerkend leren (of klassikaal) te doen. Door de ruime mogelijkheden voor zelfstandig leren (individueel of samenwerkend), is Taal in beeld uitermate geschikt voor het gebruik in combinatiegroepen of stamgroepen. De leerlingen kunnen leerkrachtonafhankelijk aan de opdrachten gaan werken en u kunt bepalen welke kinderen u op welk moment intensiever begeleidt. Op deze manier wordt voorkomen dat u het gevoel krijgt eigenlijk op meerdere plekken tegelijkertijd te moeten zijn. Doordat de lessen in Taal in beeld ook geschreven zijn voor zelfstandig leren, is dit niet meer het geval. Ook kinderen die zelfstandig aan het werk gaan, worden attent gemaakt op de doelstelling van de les, oriënteren zich op de lesstof, krijgen uitleg in de vorm van beschreven tekstblokken, maken de verwerkingsopdrachten en reflecteren op wat ze geleerd hebben. Doordat zij zich volledig zelf kunnen redden, kunt u zich meer richten op die kinderen die uw hulp het hardst nodig hebben, onafhankelijk van de jaargroep waarin ze zitten. Lessen omwisselen in het weekprogramma Mocht er echter toch een situatie ontstaan waarin u twee jaargroepen tegelijkertijd begeleiding wilt geven, bijvoorbeeld omdat beide groepen op hetzelfde moment een interactieve les spreken/ luisteren op het programma hebben staan, dan is het geen enkel probleem om lessen in het weekprogramma om te wisselen. Door een van de jaargroepen met een schrijfles aan de slag te laten gaan terwijl u zelf met de andere jaargroep de les spreken/luisteren doet, hebt u het probleem opgelost. Het weekprogramma kent geen gedwongen volgorde in de lessen. De materialen van Taal in beeld Het materialenoverzicht Het b2-gedeelte van Taal in beeld bestaat uit de volgende materialen. - Een taalboek b2, waarin de basislessen staan uitgewerkt. - Een werkboek b2, waarin een gedeelte van de opdrachten is uitgewerkt. - Een antwoordenboek b2, waarin de antwoorden op de opdrachten (uit taal- en werkboek) zijn te vinden. - Een handleiding b2, waarin het volledige lesprogramma voor de leerkracht is beschreven. Hierbij vindt u ook de activiteitenbeschrijvingen die horen bij de toets- en herhalingstaken. - Een kopieerboek B, waarin alle kopieerbladen opgenomen zijn. Het gaat hierbij om de toetstaak (inclusief registratiebladen) en de herhalingstaken per blok. - Woordkenner B, een herhalingstaak op het gebied van woordenschat, die ieder blok terugkomt. Hierbij wordt gebruikgemaakt van bladen en een spelbord dat de activiteit ondersteunt. - Computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Met dit programma kunnen kinderen de doelwoorden uit de lessen herhalen en ermee oefenen. Naar dit gedeelte van het programma wordt verwezen bij de basislessen en de herhalingstaken van ieder blok. Naast de doelwoorden uit de basislessen bevat het programma een groot aantal nieuwe doelwoorden. Dit gedeelte van het programma kan ingezet worden als plustaak. - Taalmaker B, waarin plustaken zijn ondergebracht. Die bestaat uit een doos met kaarten en werkbladen. Wat wordt wanneer gebruikt? Een blok in Taal in beeld bestaat uit vier lesweken. Tijdens de eerste drie weken worden de basislessen aangeboden. Deze staan in het taalboek en het werkboek en worden toegelicht in de handleiding. Op de vijfde dag van iedere week is geen basisstof gepland. U kunt ervoor kiezen op deze dag geen taalles op het rooster te zetten, maar het is ook mogelijk om deze dag als uitloopmogelijkheid te gebruiken. Een derde optie is op die dag geen basisstof aan te bieden, maar de leerlingen te laten werken aan de plustaken. Aan het einde van week 3 of begin van week 4 is er een toetstaak. De kinderen die onvoldoende scoren op (onderdelen van) de toets, gaan vervolgens de bijbehorende herhalingstaken doen. In de handleiding en op het registratieblad (te vinden in het kopieerboek), wordt op basis van de score aangegeven welke herhalingstaken aan bod kunnen komen. De overige kinderen kunnen aan de slag gaan met de plustaken uit Taalmaker of met het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Zowel de herhalings- als de plustaken worden per blok toegelicht in de handleiding. De laatste dag van week 4 zijn er geen herhalingstaken. Alle kinderen kunnen dan eventueel aan de slag met de plustaken uit Taalmaker of met het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Het schema op de volgende pagina biedt een overzicht van de activiteiten per blok en de te gebruiken materialen. De leerstof in Taal in beeld Vier taaldomeinen Taal in beeld besteedt in elk leerjaar ruim aandacht aan de taaldomeinen woordenschat, spreken/luisteren, schrijven (stellen) en taalbeschouwing. Hiermee voldoet de methode ruimschoots aan de kerndoelen voor het basisonderwijs en de tussendoelen beginnende en gevorderde geletterdheid, voor zover van toepassing voor een taalmethode Voor het spellingonderwijs is er een bijbehorende uitgave beschikbaar onder de naam Spelling in beeld. Deze methode vormt een Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 7 -Taalin d

9 hl algemene handleiding Week 1, 2 en 3 Week 4 Basisstof Lessen (taalboek en werkboek) Toetstaak (kopieerboek) Herhalingstaken Plustaken Geen - Taalmaker - Computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen - Herhalingstaken (kopieerboek) - Woordkenner - Computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen - Taalmaker - Computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen complete spellingleergang die werkt volgens dezelfde principes als Taal in beeld. Tevens is er op tal van punten sprake van een afstemming tussen beide methodes. Meer informatie hierover vindt u op onze website, De leerstof van Taal in beeld is sterk gericht op het leren gebruiken van strategieën. De leerlingen leren hoe ze taal moeten gebruiken en welke mogelijkheden taal biedt, maar ook welke taalvaardigheden hen daarbij kunnen helpen. Hierbij gaat het om taalvaardigheden die voor, tijdens en na het communiceren gehanteerd worden. De leerlingen leren om, afhankelijk van de situatie waarin ze zich bevinden, een passende keuze te maken uit de taalvaardigheden die ze beheersen. Het kunnen bepalen welke vaardigheden nodig zijn en deze vervolgens op een juiste manier toepassen, vormt de kern van de strategisch aanpak die de leerlingen zich met Taal in beeld eigen maken. Daardoor ontwikkelen ze taalcompetenties die hen in staat stellen om actief en bewust om te gaan met de taal en ermee te communiceren. Hieronder wordt in grote lijnen per taaldomein aangegeven welke leerstof in Taal in beeld aan de orde komt en hoe deze is opgebouwd. Een meer gedetailleerd overzicht van de leerlijnen vindt u op onze website, Woordenschat Het leerstofaanbod op het gebied van woordenschat is gericht op twee subdomeinen: de beheersing van woordenschatstrategieën en -vaardigheden en het verwerven van de betekenis van de doelwoorden. De woordenschatstrategieën en -vaardigheden In Taal in beeld komen twee soorten woordenschatstrategieën aan de orde: de eerste om de betekenis van woorden te kunnen achterhalen en de tweede om de woordbetekenis beter te kunnen onthouden. Ze worden aangeduid als respectievelijk, een woordleerstrategie en een woordonthoudstrategie. De leerlingen beheersen de strategieën als ze uit de bijbehorende taalvaardigheden een adequate keuze kunnen maken en deze op de juiste manier kunnen toepassen. Hierbij gaat het enerzijds om woordleervaardigheden en anderzijds om woordonthoudvaardigheden. Deze vaardigheden komen elk leerjaar op hetzelfde moment terug. Het gaat daarbij om de volgende vaardigheden. Woordleervaardigheden - de woordbetekenis afleiden uit plaatje - de woordbetekenis afleiden uit de tekst (of de context) - de woordbetekenis afleiden via woordanalyse - de woordbetekenis opzoeken - de woordbetekenis navragen Woordonthoudvaardigheden - de woordbetekenis onthouden door te associëren (bijvoorbeeld door een woordweb te maken) - de woordbetekenis onthouden door woorden te ordenen (bijvoorbeeld door het maken van een woordkast, woordparaplu, woordpad of woordpodium) - de woordbetekenis onthouden door woorden toe te passen (bijvoorbeeld door te tekenen, te schrijven of woordspellen te maken) De doelwoorden In de woordenschatlessen in het taalboek en het werkboek ligt het accent op het leren van woordenschatstrategieën en -vaardigheden. Deze worden aangeboden in de verschillende lesfasen (Op verkenning, Uitleg,, Terugkijken). In het verlengde hiervan komen ook doelwoorden aan bod in de lessen. Er is voor gekozen om tijdens de basislessen beperkt uitleg te geven over de betekenis van de doelwoorden. Het is bekend dat de verschillen tussen kinderen voor wat betreft hun woordenschat groot zijn. Het is daarom in onze opvatting niet gewenst alle leerlingen uitgebreid uitleg te geven over alle woordbetekenissen in alle situaties. De uitgebreide uitleg vindt dan ook pas plaats na de toets in de herhalingstaken, waardoor u als leerkracht zich kunt richten op de kinderen die bij de toets onvoldoende woorden kenden. Een van de herhalingstaken is het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen. Hierin ligt het accent volledig op het beheersen van de doelwoorden. De wijze van aanbieden is gebaseerd op het bekende vierfasenmodel: introductie, semantisering (betekenis aanbrengen), consolideren (veelzijdig inoefenen) en evalueren. Wanneer de leerlingen aan de slag gaan met het computerprogramma, krijgen ze in eerste instantie de woorden aangeboden die ook in het taal- en werkboek aan de orde zijn geweest. Als ze die beheersen, krijgen ze nog een groot aantal nieuwe doelwoorden aangeboden. Het totaal aantal doelwoorden dat per blok aangeboden wordt, bedraagt 80. Meer informatie -Taalin d Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2

10 algemene handleiding over het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen vindt u in de toelichting die hoort bij dit softwarepakket. De doelwoorden die aangeboden worden, vallen uiteen in drie categorieën: - woorden die nodig zijn voor algemeen dagelijks taalgebruik; - woorden die nodig zijn voor gebruik in en rond de school; - woorden die van belang zijn om te kunnen reflecteren op taal. Spreken/luisteren De leerstof in het domein spreken/luisteren is erop gericht de leerlingen adequate strategieën aan te leren om effectief te kunnen spreken en luisteren. Hierbij maakt Taal in beeld onderscheid tussen spreken, luisteren en het voeren van een gesprek. De onderdelen spreken en luisteren worden aangeboden in de vorm van eenrichtingsverkeer, waarbij zowel voor de spreker als voor de luisteraar specifieke strategieën aan bod komen. Bij het voeren van gesprekken gaat het om de gezamenlijke uitwisseling van gedachten over eenzelfde onderwerp. Om de leerlingen de spreek-, luister- en gespreksstrategieën aan te leren, komen in Taal in beeld, gekoppeld aan een achttal aandachtsgebieden, onder andere de volgende vaardigheden aan de orde: De voorbereiding het spreekdoel bepalen een woordweb gebruiken onderzoek doen in de bibliotheek of op internet vragen stellen De doelgroep praten met verschillende mensen op de luisteraar letten stap voor stap iets uitleggen de juiste mensen aanspreken Spreek/luister-situaties een inleiding geven verslag uitbrengen informatie geven een mening geven en argumenteren een betoog houden en een debat of discussie voeren een monoloog houden een verhaal of gedicht voorlezen, vertellen of voordragen een toneelstuk of een sketch spelen een mop vertellen Gesprekstechnieken bij het onderwerp blijven gedachten uitwisselen vragen stellen en doorvragen reageren op anderen conclusies trekken Het gebruik van beeldmateriaal uitleggen en vertellen met behulp van beeldmateriaal proefjes uitvoeren Lichaamstaal aandacht voor houding en gebaren aandacht voor stemgebruik en spreekpauzes aandacht voor het maken van oogcontact Woordgebruik moeilijke woorden, verwijswoorden en verbindingwoorden gebruiken een juiste woordkeuze maken De structuur van een gesprek informatie ordenen en rangschikken de juiste volgorde aanbrengen improvisatie het gesproken woord vastleggen Wanneer de leerlingen deze vaardigheden beheersen en in staat zijn om ze op het juiste moment te gebruiken, beschikken ze over adequate spreek-, luister- en gespreksstrategieën. Ze ontwikkelen zich op deze manier tot competente sprekers, luisteraars en gesprekspartners. Sprekershoek Vanaf groep 4 wordt in alle lessen Spreken en luisteren een tip gegeven voor de Sprekershoek. Daarmee wordt een activiteit bedoeld waarbij de leerlingen in het openbaar leren spreken. De naam is ontleend aan Speaker s Corner, een plek in Hide Park in Londen waar ieder die dat wil zijn zegje mag doen. Voor de Sprekershoek in de klas geldt eveneens dat het de leerlingen vrij staat om hun zegje te doen. Gebruik de Sprekershoek dan ook om de leerlingen uit te dagen iets te vertellen over wat ze hebben geleerd, meegemaakt, ontdekt of wat ze ergens van vinden. Laat de andere kinderen reageren. Geef alle leerlingen de kans om van de Sprekershoek gebruik te maken, ook al is het nog zo kort. Het gaat hier niet om een spreekbeurt, maar om het leren spreken in het openbaar. Om de Sprekershoek tot een uitnodigende activiteit te maken kunt u voor in de klas een lessenaar zetten. Dat is de plek waar de kinderen op gezette tijden hun zegje mogen doen. Dat kan spontaan of voorbereid. Tijdens een discussie kunt u de Sprekershoek bijvoorbeeld gebruiken om enkele leerlingen om de beurt hun mening te laten geven. De Sprekershoek geeft dan iets meer cachet aan de zaak. De tips in de handleiding zijn bedoeld om de geleerde vaardigheden ook in de Sprekershoek toe te passen. Schrijven In het domein schrijven leren kinderen een adequate schrijfstrategie hanteren. Om de leerlingen de schrijfstrategie aan te leren komen in Taal en beeld onder andere de volgende vaardigheden aan de orde. Ze zijn verdeeld over zes aandachtsgebieden: Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 -Taalin d

11 hl algemene handleiding De voorbereiding het schrijfdoel en de doelgroep bepalen het onderwerp bepalen en informatie verzamelen onderzoek doen Tekstsoorten schrijven een verhaaltekst en monoloog schrijven een gedicht, toneelstuk, mop en sketch schrijven een weettekst, verslagtekst en meningtekst schrijven een ansichtkaart, brief en schrijven een doetekst, actietekst en omgevingstekst schrijven werkstukken, schema s, uittreksels en samenvattingen maken (samen) een tekst nalezen en reviseren Tekstonderdelen een titel bedenken een inleiding, conclusie, voorwoord en nawoord schrijven alinea s schrijven en tussenkopjes gebruiken de hoofdgedachte duidelijk maken Woordgebruik moeilijke woorden, verwijs- en verbindingwoorden gebruiken een passende woordkeuze maken Opbouw tekst schrijven met een vergelijking tekst schrijven met een opsomming tekst schrijven met een oorzaak-gevolgrelatie tekst schrijven met een probleem-oplossingrelatie Uiterlijk van de tekst een tekening maken bij een tekst beeldmateriaal verzamelen en bijschriften maken tekstdragers en lay-out bepalen een inhoudsopgave maken een omslag maken Als de leerlingen deze vaardigheden op het juiste moment en op de juiste wijze kunnen toepassen, beschikken ze over een adequate schrijfstrategie. Dit maakt hen tot competente schrijvers. Taalbeschouwing Het domein taalbeschouwing bestaat in Taal in beeld uit drie subdomeinen: woordbouw, zinsbouw en taalgebruik. Woordbouw Bij woordbouw leren de leerlingen de belangrijkste zaken met betrekking tot de functie, de bouw en de betekenis van woorden. Hierbij komen onder andere de volgende onderdelen aan de orde: het zelfstandig naamwoord in al zijn verschijningsvormen, waaronder de samenstelling, het meervoud en verkleinwoorden de werkwoorden en de verschijningsvormen en vervoegingen van het werkwoord, zoals de woordenboekvorm, de persoonsvorm en de deelwoorden de tijden tegenwoordige en verleden tijd functiewoorden zoals lidwoorden en voorzetsels verschillende voornaamwoorden zoals het persoonlijk, het bezittelijk en het aanwijzend voornaamwoord bijvoegelijke naamwoorden neologismen (nieuwe woordvorming) Zinsbouw Bij het onderdeel zinsbouw leren de leerlingen enkele belangrijke aspecten die te maken hebben met de functie, de bouw en de betekenis van zinnen. Hierbij komen onder andere aan de orde: diverse soorten zinnen zoals vertelzinnen, vraagzinnen, bevelzinnen, ontkenningen, enkelvoudige en samengestelde zinnen en de gebiedende wijs het gebruik voegwoorden en vraagwoorden het verdelen van zinnen in zinsdelen zoals onderwerp en gezegde, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp de interpunctie: het gebruik van hoofdletter, komma, punt, vraagteken en uitroepteken, dubbele punt, puntkomma en aanhalingstekens Taalgebruik Bij het onderdeel taalgebruik leren de leerlingen enkele belangrijke aspecten die te maken hebben met de bouw van teksten en het gebruik van taal. Hierbij wordt onder meer aandacht besteed aan de volgende verschijnselen: bondig en uitvoerig taalgebruik creatief en zakelijk taalgebruik letterlijk en figuurlijk taalgebruik formeel en informeel taalgebruik ouderwets en modern taalgebruik het verschil tussen thuistaal en schooltaal het gebruik van directe en indirecte rede oude taalvormen en zinnen vormen van taalgebruik via nieuwe media zoals en sms het gebruik van dialecten en andere taalvarianten zoals standaard- Nederlands en Vlaams taalgebruik van doven en blinden het gebruik van pictogrammen Een meer gedetailleerde leerstofopbouw van alle taalonderdelen die in Taal in beeld aan bod komen, vindt u op de website Handleiding online Deze handleiding is bedoeld om u zo effectief en prettig mogelijk met Taal in beeld te laten werken. Om deze reden is er ook voor gekozen om dit algemene gedeelte van de handleiding zo compact mogelijk te houden. Mocht u behoefte hebben aan meer of meer gedetailleerde informatie over Taal in beeld, dan kunt u hiervoor terecht op de website Hier vindt u het online-gedeelte van de handleiding met alle aanvullende informatie die u zoekt. -Taalin 10 Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 d

12 blok 7 cultuur Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2

13 hl blok 7 cultuur les 1 woordenschat Doelen De leerlingen leren woorden onthouden door er een plaatje bij te zoeken. De leerlingen leren tien nieuwe woorden. Doelwoorden het antwoordapparaat, de begrafenis, de laatste nieuwtjes, de dirigent, de harmonie, de herinnering, de microfoon, protesteren, de schijnwerper, schminken Materialen/lesstof basisstof t b2, pagina 54 en 55 w b2, pagina 25 a b2 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen Taalmaker plustaken Voorbereiding Leg enkele kranten in de klas voor opdracht 7. Tips Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen lezen het verhaal over Femke en Fatma. Ze kijken welke plaatje het beste bij het gekleurde woord past. Ze maken een tekening over een eigen herinnering en schrijven erbij wat er gebeurde. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over het feit dat je woorden kunt onthouden door er een plaatje bij te zoeken. Er worden suggesties gegeven voor plaatjes bij een verhaaltekst en plaatjes bij een weettekst. De leerlingen maken opdrachten waarbij ze woorden moeten onthouden door er een plaatje bij te zoeken. Ze kiezen een plaatje bij een woord en ze omschrijven het plaatje dat bij een woord past. In het taalboek zoeken ze in kranten naar de laatste nieuwtjes. Ze kijken of er een plaatje bij staat. Het nieuwtje en het plaatje knippen ze uit en plakken in hun schrift. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen welk van drie gegeven plaatjes het beste past bij de begrafenis. Ze schrijven erbij waarom ze dat vinden. Leerlingen die moeite hebben met de doelwoorden, kunnen deze met het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen oefenen. Gebruik momenten tussendoor om de doelwoorden te herhalen. Als u meer doelwoorden aan wilt bieden, dan kunt u het computerprogramma Woordenschat Taal/Lezen gebruiken. Laat de leerlingen in de komende periode plaatjes zoeken bij begrippen die ze in andere lessen tegenkomen. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dient u rekening te houden met het volgende. Bij opdracht 7 mogen de leerlingen gebruikmaken van de kranten die in de klas liggen. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval is er de volgende aanvullende mogelijkheid. Bij opdracht 7 kunnen de leerlingen overleggen welk nieuwtje ze uitknippen en opplakken. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de opdrachten bij Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling behandelen. Bij de uitleg kunt u samen met de leerlingen nog meer suggesties bedenken met behulp van de zogenaamde W&H-vragen. Dat zijn vragen die beginnen met: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Bij opdracht 7 kunt u alle leerlingen een ander nieuwtje laten zoeken en die allemaal op een groot vel laten plakken, samen met het plaatje dat erbij hoort. Op die manier ontstaat er een muurkrant. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Observatiepunten Controleer of de leerlingen gebruikmaken van de suggesties die in de Uitleg staan. Aantekeningen -Taalin 50 Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 d

14 hl blok 7 cultuur les 2 spreken/luisteren Organisatie en differentiatie Doelen De leerlingen leren een woord uitleggen met een woord dat hetzelfde of het tegengestelde betekent. Materialen/lesstof basisstof t b2, pagina 56 en 57 w b2, pagina 26 a b2 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Tips Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen kijken hoe Erik en Daan het woord zich vermommen uitleggen. Erik doet dat met een woord dat hetzelfde betekent, en Daan gebruikt een woord dat het tegengestelde betekent. De leerlingen vertellen elkaar wanneer en waarom iemand zich vermomt. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over het feit dat ze een woord kunnen toelichten met een woord dat hetzelfde of het tegengestelde betekent. De leerlingen leggen het woord de pruik uit en geven aan op welke manier ze dit hebben gedaan. Vervolgens geven ze bij vier woorden aan op welke manier ze die zouden uitleggen. Ze schrijven hun uitleg op. Tot slot bespreken ze hun uitleg met hun buur, waarbij ze bij elkaar mogen aangeven of die uitleg goed of niet goed is. In het taalboek bedenken ze een woord over het toneel. Ze noteren op welke manier ze het gaan uitleggen. Vervolgens leggen ze het woord uit aan hun buur. Die schrijft op om welk woord het gaat en vertelt op welke manier de spreker het heeft uitgelegd. Terugkijken Ter evaluatie kiezen de leerlingen twee zinnen over uitleggen die bij hen passen. Vraag de leerlingen telkens wanneer u een moeilijk woord uitlegt op welke manier u dat heeft gedaan. Dit kan uiteraard ook bij andere vakken. Sprekershoek U kunt leerlingen vragen iets over de film te vertellen. Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dient u rekening te houden met het volgende. Omdat het spreken en luisteren in deze les centraal staan, zijn de opdrachten 3, 7 en 8 moeilijk individueel uit te voeren. Het ligt voor de hand om deze in tweetallen te doen. Als dit niet mogelijk is, laat u de leerlingen alleen hun eigen gedachten noteren. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. Er zijn geen aanvullende mogelijkheden. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de opdrachten bij Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling behandelen. Bij opdracht 3 kunt u een klassengesprek houden. Opdracht 4 en 5 kunt u klassikaal doen, ter voorbereiding op de volgende opdrachten. Opdracht 6 maken de leerlingen individueel, waarna u opdracht 7 weer klassikaal kunt behandelen. Hierdoor komen verschillende mogelijke antwoorden aan bod. Met de groep kunt u dan bijvoorbeeld kiezen voor de beste omschrijving. Bij opdracht 8 kunt u meerdere leerlingen woorden aan de klas laten uitleggen. Laat van één woord zo mogelijk beide manieren van uitleg aan bod komen. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Observatiepunten Controleer of de leerlingen woorden kunnen bedenken die hetzelfde of het tegengestelde betekenen. Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 51 -Taalin d

15 hl blok 7 cultuur les 3 taalbeschouwing Lesactiviteiten Doelen De leerlingen leren dat bij tegenstellingen het woord maar gebruikt wordt. De leerlingen kunnen tegenstellingen vinden. Materialen/lesstof basisstof t b2, pagina 58 en 59 w b2, pagina 27 a b2 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Tips Op verkenning De leerlingen ontdekken wat tegenstellingen zijn. Ze schrijven er een aantal op en zien dat ze daar vaak het woord maar bij kunnen gebruiken. Uitleg Leerlingen krijgen uitleg over tegenstellingen. Ze leren dat ze daar vaak het woord maar bij kunnen gebruiken. De leerlingen maken een aantal tegenstellingen af. Ze doen dit in de vorm van een rijmopdracht. Om te ontdekken dat er tussen twee tegengestelde woorden nog een groot grijs gebied is, zoeken ze welke woorden ongeveer hetzelfde betekenen als mooi, wel aardig en lelijk. In het taalboek zoeken ze naar tegengestelde uitdrukkingen. Terugkijken Ter evaluatie schrijven de leerlingen van een aantal uitspraken op of ze waar of niet waar zijn. De uitspraken gaan over tegenstellingen en het gebruik van maar. Schrijf op het bord drie tegenstellingen, bijvoorbeeld: dik dun groot klein krom recht Zeg tegen de kinderen dat zij ervoor moeten zorgen dat deze rij zo lang mogelijk wordt. Ze mogen dit in de loop van de week doen, bijvoorbeeld als ze klaar zijn met een taak. Na een week bekijkt u het resultaat samen met de leerlingen. Waar nodig licht u de betekenis van enkele woorden toe. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Wanneer u hiervoor kiest, dient u rekening te houden met het volgende. Kinderen van wie het Nederlands hun tweede taal is, zullen meer moeite hebben met het vinden van tegenstellingen, omdat hun woordenschat wellicht niet uitgebreid genoeg is. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval zijn er de volgende aanvullende mogelijkheden. De opdrachten in deze les hebben een overlap met woordenschatoefeningen. Een kind met een grote woordenschat kan dan ook het beste samenwerken met een kind met een kleinere woordenschat. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de opdrachten bij Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling behandelen. Bij opdracht 1 en 2 vraagt u of de leerlingen enkele voorbeelden kunnen geven. Bij opdracht 6 controleert u of alle uitdrukkingen bij de leerlingen bekend zijn. De meeste zijn in blok 5 aan de orde geweest. Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en anderen meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Aantekeningen -Taalin 52 Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 d

16 hl blok 7 cultuur les 4 schrijven Doelen De leerlingen leggen een moeilijk woord uit met een woord dat hetzelfde of het tegengestelde betekent. Materialen/lesstof basisstof t b2, pagina 60 en 61 w b2, pagina 28 a b2 s extra stof (differentiatie) extra opdracht taalboek Taalmaker plustaken Lesactiviteiten Op verkenning De leerlingen lezen twee teksten, waarbij ze erop letten hoe de schuingedrukte woorden worden uitgelegd. In de ene tekst gebeurt dat met een woord dat hetzelfde betekent en in de andere tekst met een woord dat het tegengestelde betekent. Ze leggen de woorden ook op hun eigen manier uit. Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over het feit dat ze moeilijke woorden kunnen uitleggen met een woord dat hetzelfde of het tegengestelde betekent. De leerlingen lezen twee korte teksten. Dan kleuren ze in elke tekst het moeilijke woord dat wordt uitgelegd. Vervolgens geven ze aan op welke manier het woord wordt uitgelegd. Tot slot kiezen ze bij twee woorden zowel het woord dat hetzelfde als het woord dat het tegengestelde betekent. In het taalboek kiezen de leerlingen een woord uit vier gegeven woorden. Dit woord leggen ze uit met een woord dat hetzelfde betekent en met een woord dat het tegengestelde betekent. Ze maken er ook een tekening bij. Terugkijken Ter evaluatie geven de leerlingen aan of zij het moeilijk of makkelijk vinden om een woord uit te leggen met een woord dat hetzelfde of het tegengestelde betekent. Organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze organisatievorm werken kinderen zelfstandig de opdrachten door. Er zijn geen beperkingen om de les individueel te laten maken. Samenwerkend leren Bij deze organisatievorm werken de leerlingen samen de opdrachten door. In dit geval zijn er de volgende aanvullende mogelijkheden. Bij opdracht 2 en 3 kunnen de leerlingen elk één woord op twee manieren uitleggen. Bij opdracht 9 kunnen de leerlingen meerdere woorden kiezen en uitleggen. Eventueel kan een leerling steeds een woord met dezelfde betekenis gebruiken, terwijl de andere juist woorden met de tegengestelde betekenis gebruikt. Begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er bij verschillende lesonderdelen aanvullende mogelijkheden. U kunt de opdrachten bij Op verkenning en Terugkijken uitsluitend mondeling behandelen. Bij opdracht 8 kunt u de leerlingen vragen zelf ook voorbeelden te bedenken van woorden die hetzelfde betekenen (bijvoorbeeld: friet patat; kwast penseel; schilderen verven) en van woorden die het tegengestelde betekenen (bijvoorbeeld: hoog laag; mooi lelijk; licht donker). Uiteraard heeft u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Observatiepunten Tips Laat leerlingen de komende week ook bij teksten in andere lessen letten op woorden die hetzelfde of het tegengestelde betekenen. Aantekeningen Controleer of de leerlingen woorden kunnen bedenken die hetzelfde of het tegengestelde betekenen. Taal in beeld - jaargroep 5 - handleiding b2 53 -Taalin d

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 6: 1 handleiding C1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek C1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding e1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek E2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding d1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek A2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek B1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 7: 1 handleiding D2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek D2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek A1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld Bij verschillende onderdelen van de taalmethode Taal in Beeld, kunt u De bovenkamer

Nadere informatie

LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN LESBOEK b Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HAnDlEIDInG b Hl InHoUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN LESBOEK d Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HANDLEIDING d HL INHOUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 6

Informatie. vakgebieden. Groep 6 Informatie vakgebieden Groep 6 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5

Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4

Leerstofoverzicht Taal in beeld groep 4 Leerstofoverzicht Taal in beeld groep blok woordenschat spreken/luisteren schrijven taalbeschouwing Les : betekenis door plaatje Les : spreken Les : bij elke tekst hoort een schrijver Les : spelen met

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Handleiding 5a groep 5 blok 4

Uitprobeerpakket. Handleiding 5a groep 5 blok 4 Uitprobeerpakket Handleiding 5a groep 5 blok 4 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Handleiding 4a groep 4 blok 4

Uitprobeerpakket. Handleiding 4a groep 4 blok 4 Uitprobeerpakket Handleiding 4a groep 4 blok 4 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 4

Informatie. vakgebieden. Groep 4 Informatie vakgebieden Groep 4 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Blok 5 Verhalen 15 lesbeschrijvingen toetsing informatie over de herhalings- en plustaken

Inhoudsopgave. Blok 5 Verhalen 15 lesbeschrijvingen toetsing informatie over de herhalings- en plustaken Inhoudsopgave Algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw van de methode 4 Leeractiviteiten 5 Opbrengstgericht werken 6 Samenwerkend leren 7 Toetsing en evaluatie 8 Combinatiegroepen 8

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg

Methodeanalyse. Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO. Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg Methodeanalyse Stelonderwijs; Taal in beeld Methodeanalyse van de leerlijn stellen in taalmethode: Taal in beeld PO / SO / SBO Uitgeverij en website Zwijsen, Tilburg www.zwijsen.nl www.taalinbeeld.nl Eerste

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 5

Informatie. vakgebieden. Groep 5 Informatie vakgebieden Groep 5 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

(werkwoordelijk gezegde)

(werkwoordelijk gezegde) Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 7

Informatie. vakgebieden. Groep 7 Informatie vakgebieden Groep 7 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 werkboek E2: de introductiepagina s

Nadere informatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID 1. Lees- en schrijfmotivatie 1.1 Kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd voor lezen en schrijven. 1.2 Ze beschouwen lezen en schrijven als dagelijkse routines.

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 8

Informatie. vakgebieden. Groep 8 Informatie vakgebieden Groep 8 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel zuiver morfologisch

Nadere informatie

Routeboekje. Taal in beeld. Groep 8. Dit boekje is van:

Routeboekje. Taal in beeld. Groep 8. Dit boekje is van: Routeboekje Taal in beeld Groep 8 Dit boekje is van: Groep 8 Blok 1 Les 1 Basisstof HL E1 13 1 Woordenschat TB E1 6 1 Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E1 6 2 Schrijf op wat de gekleurde woorden

Nadere informatie

Taalleesland (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taalleesland (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taalleesland (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taalleesland (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting

Nadere informatie

Sterk in Taal en Spelling

Sterk in Taal en Spelling Sterk in Taal en Spelling Staal Spelling methodiek José Schraven: voordoen, verwoorden, begeleid inoefenen, gerichte feedback 3 onderdelen: 1. spelling (onveranderlijke woorden): 34 categorieën verdeeld

Nadere informatie

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: - NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie

Zin in taal/ Zin in spelling tweede editie Zin in taal/ Zin in spelling tweede editiee Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt

Nadere informatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie

Taaldomein vmbo. 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen: PowerPointpresentatie. k4 3 De spreekbeurt Soorten spreekbeurten De boekpresentatie Taaldomein vmbo Methode Taaldomein 1 Mondeling 60p Schooltype vmbo-kgt 1-2, k3-4 2 Lezen 266p Editie vanaf 2004 3 Schrijven 120p Niveau 2F 4 Taalbeschouwing 285p 4 Een mondelinge presentatie Hulpmiddelen:

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven binnen taalontwikkeling WWW.CPS.NL Een vergelijking van de verschillende methodes voor schrijven

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen

Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. 1. Tussendoelen lees- en schrijfmotivatie. 2. Tussendoelen technisch lezen Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid Bron: Aarnoutse, C. & Verhoeven, L. (red.), Zandt, R. van het, Biemond, H.(in voorbereiding). Tussendoelen Gevorderde Geletterdheid. Een leerlijn voor groep 4 tot

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht!

UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! UITNEEMVEL > Alle taalmethoden in 1 overzicht! Informatie: er is maar één juiste keuze! In onze informatiecentra in Rijssen en Ede vindt u de materialen uit de verschillende methoden, zodat u zich goed

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Onderdeel: Spelling week 1 t/m week 3 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan een deel

Nadere informatie

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Lesstof overzicht Station vanaf

Lesstof overzicht Station vanaf Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Geschiedenis Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Paul Stapel handleiding e1

Paul Stapel handleiding e1 Zwijsen Paul Stapel handleiding e1 hl algemene handleiding Aan de slag met Spelling in beeld Een overzicht van alles wat u moet weten U gaat werken met Spelling in beeld. Deze handleiding helpt u om snel

Nadere informatie

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 5: 1 Handleiding b1: algemene gedeelte en lesbeschrijvingen bij blok 4 2 Werkboek b1: introductiepagina

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Alles telt Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

HANDLEIDING LEA HAAR WERKEN MET WISK

HANDLEIDING LEA HAAR WERKEN MET WISK HANDLEIDING LEA HAAR WERKEN MET WISK WERKEN MET WISK Wat voor methode is WISK? WISK is een leerlijn wiskunde- en rekentaal voor anderstaligen. De methode kan worden ingezet vanaf de eerste lesdag van de

Nadere informatie

Onderwijs in een combinatiegroep

Onderwijs in een combinatiegroep KWALITEITSKAART Organisatie Onderwijs in een combinatiegroep PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze kwaliteitskaart zijn te vinden op www.schoolaanzet.nl.

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Lesstof groep 8 Wat leert uw kind de komende maanden.

Lesstof groep 8 Wat leert uw kind de komende maanden. Nummer 1 oktober 2015 Lesstof groep 8 Wat leert uw kind de komende maanden. In groep 8 vindt de afronding plaats van de basisschool. Dit betekent dat alle stof herhaald wordt en vooral door elkaar wordt

Nadere informatie

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist Nederlandse taal Kinderen ontwikkelen mondelinge en schriftelijke vaardigheden waarmee ze de Nederlandse taal leren gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen. Tevens verwerven ze

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie