INHOUD. Voorwoord... vii

Transcriptie

1 INHOUD Voorwoord vii Inleiding I. Situering van het M&A -verschijnsel II. Illustratie: M&A-boom in de financiële sector eind jaren 80, begin jaren 90 van de 20e eeuw A. Algemeen B. Fortis C. Dexia D. ING België NV E. KBC DEEL I IN BOEK XI W.VENN. GEREGELDE HERSTRUCTURERINGSMETHODES Inleiding Hoofdstuk I De juridische fusie Afdeling 1. Situering Afdeling 2. Voor- en nadelen Afdeling 3. Juridische analyse I. Toepasselijke wetgeving II. Algemene definitie en (van deze definitie afgeleide) kenmerken III. Soorten van fusies die het Wetboek van Vennootschappen onderscheidt A. Fusie door overneming en fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap B. (Uitdrukkelijk) door het Wetboek van Vennootschappen aan een fusie-operatie gelijkgestelde verrichtingen xiii

2 IV. Grondvoorwaarden van de fusie V. Procedurevoorschriften A. Inleiding B. Het fusievoorstel Juridische draagwijdte van het fusievoorstel Al dan niet toepassing van de belangenconflictregels Inhoud van het fusievoorstel Bekendmaking C. Bestuurdersverslag en revisoraal verslag Algemeen Verslag van het bestuursorgaan Revisoraal verslag D. Informatieverplichtingen Algemeen Kennisgeving van het fusievoorstel en de bijzondere verslagen aan de aan deelhouders Tussentijdse informatie E. Beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders F. Verdere afwikkeling Algemeen Weergave van de fusie in een authentieke akte en notariële tussenkomst Aanpassing van de statuten van de overnemende vennootschap; vaststelling van de statuten van de nieuw opgerichte vennootschap Publiciteit G. Tegenwerpbaarheid van de fusie VI. Bijzondere voorschriften aangaande de procedure bij de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen A. Algemeen B. Fusievoorstel C. Bekendmaking van het fusievoorstel D. Bijzondere voorwaarden inzake de toetreding tot het aandeelhouderschap E. Besluitvorming omtrent de met een fusie door overneming gelijk gestelde verrichting xiv

3 F. Notulering van de fusie-akten; eventuele statutenwijzigingen; voltooiing van de met de fusie door overneming gelijkgestelde verrichting G. Bekendmakingen H. Geen omruiling van aandelen I. Bijzondere boekhoudregels J. Tegenwerpbaarheid van de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting VII. Rechtsgevolgen van de fusie A. Algemeen B. De overgenomen vennootschap(pen) houdt (houden) op te bestaan C. De aandeelhouders (of vennoten) in de overgenomen vennootschap(pen) worden aan deelhouders in de overnemende of nieuw opgerichte vennootschap D. De overnemende of nieuw opgerichte vennootschap verwerft het volledige vermogen van de overgenomen vennootschap(pen) Principe Bijzondere toepassingsgevallen Uitzondering(en) VIII. Bijzondere vraagstukken A. Algemeen B. Rechtspositie van de schuldeisers Probleemstelling Zekerheidstelling Aanspraken t.a.v. de aandeelhouders of vennoten C. Aansprakelijkheid van bestuurders/zaakvoerders en deskundigen IX. Nietigheid van een fusie A. Regels van de Fusierichtlijn B. Voorschriften van Belgisch recht Hoofdstuk II De juridische splitsing Afdeling 1. Definitie Afdeling 2. Soorten van splitsingen Afdeling 3. Juridische analyse I. Grondvoorwaarden van de (eigenlijke) splitsing xv

4 II. Splitsingsprocedure A. Algemeen B. Splitsingsvoorstel C. Bestuurdersverslag en deskundigenverslag Algemeen Verslag van het bestuursorgaan Deskundigenverslag Ontheffing van de verslagplicht D. Informatieverplichtingen Kennisgeving aan de aandeelhouders Tussentijdse informatieplicht E. Beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders F. Verdere afwikkeling van de verrichting Algemeen Weergave van de splitsing in een notariële akte en notariële tussenkomst Aanpassing of opstelling van de statuten van de verkrijgende vennootschappen G. Publiciteit III. Rechtsgevolgen van de splitsing A. Algemeen B. De gesplitste vennootschap houdt op te bestaan C. De aandeelhouders in de gesplitste vennootschap verwerven aandelen in de verkrijgende en/of nieuw opgerichte vennootschappen D. Het vermogen van de gesplitste vennootschap gaat over in handen van de verkrijgende en/of nieuw opgerichte vennootschappen IV. Bijzondere vraagstukken A. Algemeen B. Zekerheidstelling C. Problemen van aansprakelijkheid Algemeen Bestuurdersaansprakelijkheid V. Jaarrekening VI. Regeling inzake de gemengde splitsing xvi

5 Hoofdstuk III De partiële splitsing Afdeling 1. Toepasselijke wetsbepalingen Afdeling 2. Definitie van de notie partiële splitsing Afdeling 3. Krachtlijnen van de procedure inzake de partiële splitsing I. Algemeen II. Voorstel tot partiële splitsing III. Verslag van de raad van bestuur IV. Verslag van de commissaris, bedrijfsrevisor of externe accountant V. Verplicht controleverslag bij inbreng in natura VI. Besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders Afdeling 4. Vennootschapsrechtelijke gevolgen van de partiële splitsing Afdeling 5. Schuldeisersbescherming Hoofdstuk IV De inbreng van een algemeenheid of van een bedrijfstak Afdeling 1. Toepasselijke regels Afdeling 2. Definities Afdeling 3. Grondvoorwaarden Afdeling 4. Procedure I. Algemeen II. Voorstel van inbreng III. Verslag van het bestuursorgaan van de inbrengende vennootschap IV. Beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders V. Vaststelling en publiciteit van de inbreng Afdeling 5. Rechtsgevolgen Afdeling 6. Zekerheidsstelling ten behoeve van de schuldeisers Hoofdstuk V Uitzonderingsregelingen Hoofdstuk VI Strafbepalingen xvii

6 DEEL II METHODES VAN VERTICALE GROEPSVORMING (OVERNAMES) Hoofdstuk I (Beknopte) situering Hoofdstuk II Omschrijving van de notie (vennootschapsrechtelijke) controle Afdeling 1. Probleemstelling Afdeling 2. Controle in rechte, of in feite, over een vennootschap I. Boekhoudkundige herkomst van de notie controle A. Situering B. Kritische bedenking bij het (sterk) boekhoudrechtelijk karakter van het begrippen apparaat C. Gebruik van de notie in de openbare bodsregelgeving II. Controle over een vennootschap in de zin van artikel 5 W.Venn A. Definitie B. Twee niveaus van invulling van het begrip controle Algemeen Parenthesis: verschil met de toepassingsregels inzake de zgn. verplichte bodsregel III. Wettelijke vermoedens van een controle in rechte A. Opsomming B. Bezit van de meerderheid van de stemrechten C. Recht om de meerderheid van de bestuurders te benoemen of te ontslaan D. Conventionele overheersing E. Stemafspraken F. Gezamenlijke controle IV. Controle in feite V. Berekenings- en correctieregels A. Situering B. Correctieregels van artikel 7, 1 W.Venn C. Schorsing van stemrecht en stemrechtbeperkingen Afdeling 3. Noties moedervennootschap en dochtervennootschap I. Algemeen II. Moedervennootschap xviii

7 III. Dochtervennootschap IV. Gezamenlijke dochtervennootschap Afdeling 4. Consortium Afdeling 5. Verbonden en geassocieerde vennootschappen I. Algemeen II. Verbonden vennootschappen III. Notie geassocieerde vennootschap IV. Noties deelneming en deelnemingsverhouding Afdeling 6. Slotbedenkingen Hoofdstuk III Theoretische beschouwingen aangaande de op een aan delenoverdracht steunende methodes van con trole verwerving Afdeling 1. Situering van de op een aandelenoverdracht steunende methodes van controleverwerving in het algemeen Afdeling 2. Situering en verklaring van de techniek van het openbaar overname(aan)bod in het bijzonder I. Uitgangspunt II. Waardecreërend effect van openbare overnamebiedingen verklaringsmodellen III. Herkomst van de meerwaarde: de verbeterde managementhypothese IV. Voorwaarden van bruikbaarheid van de techniek van het openbaar overname bod A. Algemeen overzicht B. Voldoende verspreid aandeelhouderschap C. Vrije verhandelbaarheid van de aandelen D. Meerderheid van de aandelen in publieke handen E. Zeggenschap verbonden aan de aandelen F. Afzetbaarheid van de bestuurders G. Afwezigheid van specifieke beschermingsconstructies H. Een (in het algemeen) voldoende gunstig, minstens neutraal, (algemeen) regulerend apparaat Afdeling 3. Situering van de verplichte bodsregel I. Algemeen II. Het (theoretische) debat: argumenten pro en contra de verplichte bodsregel A. Situering B. Argumenten pro xix

8 C. Argumenten contra D. Conclusie Hoofdstuk IV Enkele praktische observaties omtrent de onderhandse overdracht van aandelen (ingeval de overgenomen vennootschap een besloten karakter heeft) Afdeling 1. Algemeen I. Algemene kenmerken van de techniek van de onderhandse overdracht van aandelen II. Beknopte vergelijking van de techniek van de onderhandse overdracht van aan delen met de techniek van overdracht van een handelsfonds Afdeling 2. Enkele contractuele aspecten in het bijzonder I. Algemeen II. (Opschortende) voorwaarden III. Prijs(bepalings)clausules IV. Verklaringen, waarborgen en/of garanties Afdeling 3. Vennootschapsrechtelijke (vorm)regels en/of formaliteiten I. Wettelijke regels A. Algemeen B. Regels van bvba-recht C. Regels van het recht inzake coöperatieve vennootschappen D. Regels van nv-recht II. Statutaire en conventionele regels Afdeling 4. Niet-concurrentieclausule(s) in het bijzonder Afdeling 5. Conclusie Hoofdstuk V Wordingsgeschiedenis en voornaamste inhoud van de openbare bodsregelgeving Afdeling 1. Situering en wordingsgeschiedenis van de Wet 1 april 2007 en haar uitvoeringsbesluiten Afdeling 2. De OBA-Richtlijn (of: de Richtlijn 2004/25/EG) I. Situering II. Wordingsgeschiedenis van de OBA-Richtlijn xx

9 A B. Commissie en Rapport Winter Algemeen Uitgangspunten van het Winterrapport Twee (algemene) beginselen van het Winterrapport Van de algemene beginselen afgeleide regels C. Op het Winterrapport gebaseerde (derde) Commissievoorstel resulterend in de uiteindelijke OBA-Richtlijn III. Krachtlijnen van de OBA-Richtlijn A. Algemeen B. Algemene beginselen van de OBA-Richtlijn C. Regels inzake het toepassingsgebied en basisdefinities D. Gelijk speelveld op het vlak van diverse technische spelregels E. De verplichte bodsregel in het bijzonder Algemeen Technische aspecten van de (Europeesrechtelijke) verplichte bodsregel F. Gelijk speelveld op het vlak van bescherming en verweer Inspiratie door het Winterrapport Twee beginselen Twee regels Mogelijkheid tot opt-out (door de lidstaten) en (vrijwillige) opt-in (door de potentiële doelvennootschappen) Mogelijkheid tot opt-out o.b.v. van wederkerigheid (in geval van vrijwillige opt-in ) Transparantie Afdeling 3. Omzetting van de OBA-Richtlijn in de Belgische rechtsorde Hoofdstuk VI Krachtlijnen van de Belgische regels inzake het (vrijwillige) publiek of open baar overname(aan)bod op aandelen, of andere effecten Afdeling 1. Inleiding I. Situering van de openbare bodsregelgeving II. Parenthesis: de CBFA/FSMA (voluit: de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten ) xxi

10 III. Voornaamste operaties geviseerd door de Wet 1 april 2007 en haar uit voeringsbesluit(en) IV. Bevoegdheidsdelegatie aan de Koning V. Voornaamste oriëntaties van de Wet 1 april 2007 en haar uitvoerings be sluit(en) VI. Opzet van de navolgende bespreking Afdeling 2. Voornaamste regels inzake het toepassingsgebied van het hoofdstuk II van het OBA-KB 27 april 2007 wat betreft de zgn. vrijwillige openbare biedingen I. Ratione materiae A. Toepasbaarheid op vrijwillige biedingen op het Belgische grondgebied B. Er moet sprake zijn van een bod C. Het bod dient openbaar te zijn D. Het bod dient betrekking te hebben op (alle) (potentieel) stemrechtverlenende effecten E. Een openbaar bod kan zowel een ruil- als koopbod zijn II. Ratione personae A. Partijen bij een bod B. De bieder De bieder in de openbare bodsregelgeving Parenthesis ontstentenis van een (federale) regelgeving inzake vreemde investeringen C. De doelvennootschap D. Personen die in onderling overleg handelen Afdeling 3. Voorwaarden waaraan het bod moet voldoen I. Algemeen II. Full bid principle III. Vast bod A. Principe B. Nuanceringen IV. Aanwezigheid van de vereiste financiering V. Ernstig karakter van het bod VI. Noodzakelijk beroep op een tussenpersoon Afdeling 4. Verdere fasen in de biedprocedure I. Overzicht II. Geheimhoudingsplicht vóór het uitbrengen van het bod A. Algemene regels B. Voorafgaande mededelingen xxii

11 1. Mededeling op verzoek van de CBFA/FSMA Put up or shut up III. Formele kennisgeving en openbaarmaking van het bod IV. Verdere afwikkeling van het dossier: goedkeuring van het prospectus en afkon diging van het bod A. Het openbaar bodsdossier B. Prospectusplicht C. Inhoud, vorm en taal van het prospectus D. De samenvatting van het prospectus E. Verdere regels inzake de dossiervorming F. Regels inzake de besluitvorming door de CBFA/FSMA G. Prospectusaansprakelijkheid V. Ingang en verloop van het bod A. Bekendmaking van het prospectus B. Aanvaardingstermijn van het bod C. Aanvullingen op het prospectus D. Regels inzake een tegenbod en/of een hoger bod VI. Afloop van het bod VII. Heropening van het bod VIII. Bijzonder uitdrijvingsrecht jegens en uittredingsrecht van de (achtergebleven) minderheidsaandeelhouders Afdeling 5. Gedragsregels van partijen tijdens de biedperiode I. Algemeen II. Diverse regels inzake transparantie en informatieverstrekking A. Misleidende informatie B. Gelijke toegang tot informatie C. Bijzondere voorschriften inzake reclame D. Mededeling en publicatie van zekere clausules van overeenkomsten van belang voor het succes van het bod E. Enkele transparantievoorschriften inzake verhandelingen tijdens de biedperiode F. Maatregelen strekkend tot fair play in geval van competitieve biedingen G. Enkele transparantievoorschriften voor financiële tussenpersonen in het bijzonder III. Specifieke voorschriften strekkend tot de gelijke behandeling van de effecten houders in het bijzonder A. Situering xxiii

12 B. Bijzondere bepalingen gericht op de gelijke behandeling van de geviseerde effectenhouders, in het bijzonder wat de prijs van het bod betreft IV. Gedrag van de doelvennootschap in het bijzonder A. Algemeen B. Correcties en bemerkingen bij het ontwerpprospectus C. Memorie van antwoord Basisverplichting Enkele regels omtrent de inhoud, de taal en de vorm van de memorie van antwoord Goedkeuring(svereiste) en openbaarmaking Eventuele aanvulling op de memorie van antwoord Aansprakelijkheid voor de memorie van antwoord D. Toevlucht tot bescherming en verweer Afdeling 6. Bijzondere voorschriften in geval van een openbaar bod door (een) controle-aandeelhouder(s) Afdeling 7. Informering van de werknemers Afdeling 8. Slotbeoordeling Hoofdstuk VII Bescherming en verweer in het bijzonder Afdeling 1. Het onderliggende (theoretische of academische) debat (beknopte weergave) A. Inleiding I. Argumenten die de aandeelhouders als ideale beslissingsinstantie aanwijzen A. Situering B. Verdere ontwikkeling van de argumentatie Het overnamebod als aanbod in de privaatrechtelijke zin van het woord Het behoud van de disciplinaire werking van het overnamebod De aandeelhouders als eigenaars van de vennootschap Tussenbesluit II. Argumenten die de managers/bestuurders als ideale beslissingsinstantie aanwijzen A. Situering xxiv

13 B. De kans te kunnen ijveren voor het behoud en de ontplooiing van de vennootschapsstrategie in het bijzonder C. Het ruime(r) vennootschapsbelang III. Slotbeschouwingen Afdeling 2. Positiefrechtelijke benadering I. Situering Centraal aandachtspunt sedert het (voormalige) KB van 8 november 1989: beperkingen aan de bevoegdheden van de raad van bestuur II. (Beknopt) overzicht van de Belgische wettelijke regels vermeld in het Wetboek van Vennootschappen inzake be scherming en verweer A. Inleidende beschouwingen B. Overdrachtsbeperkingen Algemeen Goedkeuringsclausules Voorkooprechten C. Stemafspraken D. Kroonjuwelenverkoop E. Poison Pills F. Kapitaalverhoging G. Inkoop van eigen aandelen III. Mechanismen van bescherming en verweer in de OBA-Richtlijn en de impact hier van op de Belgische situatie: principiële opt-out door de wetgever en mogelijkheid van een vrijwillige opt-in door de rechtsonderhorigen (i.e. de potentiële doel vennootschappen) A. Algemeen Europeesrechtelijke achtergrond Belgische implementatie: opt-out door de wetgever met mogelijkheid van vrijwillige opt-in voor de potentiële (doel)vennootschappen B. Nadere analyse van de bepalingen van de Wet 1 april 2007 inzake be scher ming, verweer en andere praktijken die een (overname)bod kunnen beïnvloeden Situering Optioneel regime (artt. 46 en 47 Wet 1 april 2007) Het verplicht regime IV. Slotbeschouwingen xxv

14 Hoofdstuk VIII Krachtlijnen van de vigerende voorschriften inzake de verplichte bodsregel Afdeling 1. Grondslagen van de in België gehanteerde verplichte bodsregel Afdeling 2. Nadere analyse van de in België van kracht zijnde regels I. Voorschriften inzake de toepassing van (de) voorschriften van de open bare bodsregeling op het verplichte bod II. Verdere inhoud van de verplichte bodsregeling A. Gevallen waarin de biedplicht speelt Overzicht Gevallen van rechtstreekse controleverwerving Onrechtstreekse controleverwerving via een houdstervennootschap B. Afwijkingen op de regels inzake het toepassingsgebied Definitieve afwijkingen Tijdelijke afwijkingen Uitzonderlijke afwijkingen Algemene afwijkingen Bewijsvraagstuk C. Prijs en tegenprestatie van het verplichte bod D. Verdere procedurevoorschriften Hoofdstuk IX Vraagstukken van handhaving van de Wet 1 april 2007 en het OBA-KB 27 april Afdeling 1. Handhaving van de Wet 1 april 2007 en haar uitvoeringsbesluiten door de CBFA/FSMA I. Voorschriften van de OBA-Richtlijn II. Nationale regeling Afdeling 2. Vorderingen en verhaalmiddelen I. Situering II. Objectief contentieux (verhaal o.g.v. artikel 121, 1, 2 en 4 Wet 2 augustus 2002) III. Subjectief contentieux (verhaal o.g.v. artikel 41 Wet 1 april 2007) xxvi

15 Hoofdstuk X Niet op een aandelenoverdracht steunende methodes van controle-overdracht Afdeling 1. De beheersovereenkomst I. Conceptueel (en abstractie makend van de regels van vigerend Belgisch recht) II. Proeve van beoordeling van het model naar (vigerend) Belgisch recht Afdeling 2. De managementovereenkomst I. Begrip en kenmerken II. Mogelijke doelstellingen van de managementovereenkomst III. Aard van de managementovereenkomst IV. Voorwerp van de managementovereenkomst Conclusie DEEL III METHODES VAN BINATIONALE, HORIZONTALE GROEPSVORMING Hoofdstuk I Probleemstelling en situering Hoofdstuk II Binationale, horizontale groepsvorming als organisatiemodel voor grensoverschrijdende concentratie of integratie van, of samen werking tussen, ondernemingen Hoofdstuk III Voornaamste redenen van mislukking van een aantal binationale, horizontale groepen Afdeling 1. Overzicht Afdeling 2. (Recente) illustratie: de teloorgang van de binationale, horizontale groep Fortis Hoofdstuk IV Algemene conclusie m.b.t. het fenomeen van de binationale, horizontale groep xxvii

16 DEEL IV DOOR EUROPA GEÏNITIEERDE METHODES TOT VORMGEVING VAN ONDERNEMINGSSAMENWER KING EN/OF -INTEGRATIE 875 Hoofdstuk I Situering Hoofdstuk II Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV) Afdeling 1. Situering Afdeling 2. Toepasselijke regelgeving Afdeling 3. Voornaamste kenmerken van het EESV I. Algemeen II. Een overeenkomst tussen ondernemingen III. Grensoverschrijdend karakter van het EESV IV. (Beperkte) juridische autonomie van het EESV V. Het wezenlijk auxiliaire karakter van het EESV (= economische afhankelijkheid) VI. Het intuitu personae-karakter VII. Gelijkwaardigheid van de samenwerkingspartners Afdeling 4. Evaluatie Hoofdstuk III Europese Vennootschap (SE) Afdeling 1. Toepasselijke regelgeving Afdeling 2. Opzet van de SE: een supranationale rechtsvorm Afdeling 3. Wie kan een SE oprichten? Afdeling 4. Modaliteiten van oprichting I. Algemeen II. Oprichting door fusie III. Oprichting van de SE als houdstervennootschap IV. Oprichting van de SE als gemeenschappelijke dochtervennootschap Afdeling 5. Beoordeling xxviii

17 Hoofdstuk IV Grensoverschrijdende fusie Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Reikwijdte van de vigerende regeling Afdeling 3. Voorwaarden voor een (grensoverschrijdende) fusie Afdeling 4. Fusieprocedure I. Het gemeenschappelijk fusievoorstel II. Verslag van het leidinggevend of bestuursorgaan III. Bijzonder deskundigenverslag IV. Goedkeuring door de algemene vergadering Afdeling 5. Controle op de fusieverrichting Afdeling 6. Bekendmaking Afdeling 7. Rechtsgevolgen van de grensoverschrijdende fusie Afdeling 8. Vereenvoudigde formaliteiten Afdeling 9. Werknemersmedezeggenschap Afdeling 10. Nietigheid Afdeling 11. Beoordeling DEEL V VERDERE (DUURZAME) GEÏNSTITU TIONALISEERDE SAMENWERKINGSVORMEN Hoofdstuk I De gemeenschappelijke dochtervennoot schap Afdeling 1. Begrip, voor- en nadelen Afdeling 2. Voornaamste kenmerken van de gemeenschappelijke dochter vennootschap I. Oprichting II. Meest voorkomende statutaire of conventionele regelingen Afdeling 3. Bijzondere voorschriften inzake de naar Belgisch recht opgerichte gemeenschappelijke dochtervennootschap I. Situering II. Bekwaamheid om een gemeenschappelijke dochtervennootschap op te richten III. Voorschriften die de werking van een gemeenschappelijke dochter ven nootschap beheersen xxix

18 Hoofdstuk II Het (Belgisch) economisch samenwerkings ver band Afdeling 1. Toepasselijke regelgeving Afdeling 2. Doelstelling van het ESV Afdeling 3. Analyse van de voornaamste regels inzake het ESV I. Lidmaatschap II. Beperkte autonomie van het Belgische ESV III. Oprichting IV. Leden V. Bestuur en vertegenwoordiging VI. Ledenvergadering VII. Jaarrekening VIII. Ontbinding DEEL VI NIET-GEÏNSTITUTIONALISEERDE OVEREEN KOMSTEN VAN (DUURZAME) ONDERNEMINGSSAMENWERKING Hoofdstuk I Algemeen Hoofdstuk II Agentuur- en distributieovereenkomsten Afdeling 1. Omschrijving en situering Afdeling 2. Krachtlijnen van de Belgische regelgeving inzake de handelsagentuur I. Toepasselijke regelgeving II. Begrip III. Aard van de overeenkomst IV. Verhouding principaal-agent V. Uitwinningsvergoeding, concurrentiebeding en delcrederebeding Afdeling 3. Belgische regelgeving inzake de alleenverkoopovereenkomst in het bijzonder I. Begrip evolutie van de wetgeving A. Algemeen B. Evolutie van de Belgische regelgeving (wet 27 juli 1961) xxx

19 II. Aard van de alleenverkoopconcessie-overeenkomst naar Belgisch recht als bedoeld in de Wet 27 juli III. Toepassingsgebied van de beschermende regeling van de Wet 27 juli IV. Door de Wet 27 juli 1961 geboden bescherming V. Bevoegdheidstoewijzing Hoofdstuk III Franchising Afdeling 1. Situering en algemene kenmerken van de techniek Afdeling 2. Toepasselijke rechtsregels in het algemeen Afdeling 3. De Wet 19 december 2005 in het bijzonder Hoofdstuk IV Licentieverlening Afdeling 1. Begrip Afdeling 2. Situering (redenen van gebruik) Afdeling 3. Voornaamste kenmerken van de licentieovereenkomst Hoofdstuk V Just in time-systemen Hoofdstuk VI Slotbeschouwingen aangaande de (louter) conventionele samenwerkingstechnieken Algemene bibliografie Trefwoordenregister xxxi