HERZIENING CONSENSUS DIAGNOSTIEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HERZIENING CONSENSUS DIAGNOSTIEK"

Transcriptie

1 HERZIENING CONSENSUS DIAGNOSTIEK BIJ HET DEMENTIESYNDROOM mei 997 ORGANISATIE: - Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing IN SAMENWERKING MET: - Nederlandse Vereniging voor Neurologie ALSMEDE: - Nederlands Huisartsen Genootschap - Nederlandsche Internisten Vereeniging - Nederlandse Vereniging voor Epidemiologie - Nederlandse Vereniging voor Geriatrie - Nederlandse Vereniging voor Gerontologie - Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie - Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie - Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie - Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde - Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Nederlandse Vereniging voor Radiologie

2 - Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen

3 Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing Postbus LB UTRECHT Tel. : Fax : CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale toetsing. - Utrecht : Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing. Georganiseerd in samenw. met de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, alsmede Nederlands Huisartsen Genootschap e.a. ISBN CIP Trefw.: dementiesyndroom Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enig andere manier, zonder voorafgaande

4 schriftelijke toestemming van het CBO.

5 INHOUDSOPGAVE WERKGROEPLEDEN... INLEIDING... 2 STELLINGEN MET TOELICHTING. Dementie is een klinisch syndroom De diagnose dementiesyndroom wordt gesteld op grond van klinisch onderzoek naar verworven meervoudige cognitieve stoornissen die interfereren met de persoonlijke activiteiten in het dagelijks leven Er bestaan verschillende (proto)typen van het dementiesyndroom Vasculaire dementie kan op klinische gronden vermoed worden; voor bevestiging van de diagnose is beeldvormend onderzoek van de hersenen nodig (CT of MRI) Delier en dementiesyndroom kunnen gelijktijdig bij een patiënt voorkomen. Zolang er sprake is van delier mag de diagnose dementiesyndroom niet worden gesteld Een dementiesyndroom kan gepaard gaan met verschijnselen van depressie. Dit noodzaakt tot nader onderzoek naar de aard van de samenhang Er kan niet genoeg nadruk worden gelegd op de mogelijke rol van geneesmiddelen bij het veroorzaken van dementiesyndroom en delier bij ouderen Bij personen die klachten hebben die mogelijk passen bij een dementiesyndroom en bij wie onduidelijkheid bestaat over het klinisch beeld, kan neuropsychologisch onderzoek een bijdrage leveren aan de diagnostiek Voor de diagnostiek van het dementiesyndroom is kennis over de kans op dementie van belang Tot de diagnostiek van dementie behoort het in kaart brengen van de zorgbehoefte van de patiënt De verzorgers van een patiënt met dementie lopen groot risico op lichamelijke en emotionele overbelasting. Daarom richt de diagnostiek zich niet alleen op de patiënt maar ook op de verzorger(s). Tevens behoort de interactie tussen beiden te worden beoordeeld... 5

6 2. Gegeven de complexiteit van het dementiesyndroom en de zich nog steeds ontwikkelende diagnostiek verdient het de voorkeur diagnostiek geprotocolleerd te laten plaatsvinden binnen gespecialiseerde, interdisciplinaire teams. Goede afstemming tussen ziektegerichte diagnostiek (aard, oorzaken, behandeling) en zorggerichte diagnostiek (zorgbehoefte, mogelijkheden zorgsysteem) is daarbij noodzakelijk Nadat bij een patiënt een - nader gespecificeerd - dementiesyndroom is gediagnosticeerd dient regelmatig de progressie van het ziektebeeld te worden onderzocht Voor het vaststellen van de aard en de ernst van stoornissen van een dementiesyndroom kan neuropsychologisch onderzoek nuttig zijn Bij patiënten met aanwijzingen voor een dementiesyndroom dient de oorzaak daarvan te worden vastgesteld De indicatie tot een diagnostische test hangt niet zozeer af van de test-eigenschappen, maar vooral van de verwachte gezondheidswinst voor de patiënt Bij patiënten met een dementiesyndroom is laboratoriumonderzoek noodzakelijk (bewijsklasse B) Bij de differentiële diagnostiek van het dementiesyndroom dient electro-encephalografisch onderzoek (EEG) alleen op indicatie te worden verricht (bewijsklasse B) Bij de differentiële diagnostiek van het dementiesyndroom dient cerebrale computertomografie (CT) of magnetic resonance imaging (MRI) alleen op indicatie te worden verricht (bewijsklasse B) Single photon emissie computertomografie (SPECT) van de regionale hersendoorbloeding dient alleen op indicatie te worden verricht (bewijsklasse B) Er is op dit moment geen indicatie voor routinematig genetisch onderzoek bij de diagnostiek en differentiaal diagnostiek van het dementiesyndroom Het stellen van een definitieve diagnose van een ziekte die dementie veroorzaakt, berust op een combinatie van klinische en neuropathologische bevindingen

7 WERKGROEPLEDEN - Prof. dr. H. van Crevel, voorzitter, neuroloog, Amstelveen. - G.C.H.M. van der Aa, klinisch geriater, Instituut voor Psychiatrische Zorg, Boekel. - Dr. J.S.G. van den Bosch, verpleeghuisarts, St. Verpleeghuizen Gewest Helmond, Bakel. - Mw. dr. M.M.B. Breteler, epidemioloog, Erasmus Universiteit, Rotterdam. - G.A. de Bruijne, huisarts, Cadier en Keer. - Dr. H.F.A. Diesfeldt, neuropsycholoog, PgD Psychologische expertise voor de verpleeghuiszorg, Laren (N.H.). - Mw. J.G. Eerenberg, neuroloog, TweeSteden Ziekenhuis, Tilburg. - Prof. dr. P. Eikelenboom, psychiater, Academisch Ziekenhuis V.U., Amsterdam. - Dr. J.J.E. van Everdingen, stafmedewerker CBO, secretaris Medisch Wetenschappelijke Raad, Utrecht. - Mw. prof. dr. T.J. Heeren, psychiater, H.C. Rümkegroep, Zeist/Universiteit Utrecht. - Dr. A. Hijdra, neuroloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. - W.J.B. van Ingen Schenau, verpleeghuisarts, St. Verpleeghuizen Gewest Helmond, Bakel. - Prof. dr. J. Jolles, neuropsycholoog, Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht. - Dr. C. Jonker, gedragsneuroloog, Vrije Universiteit, PCA/Valeriuskliniek, Amsterdam. - Mw. C.J.E. Kaandorp, arts, stafmedewerker CBO, secretaris, Utrecht. - Prof. dr. G.M.J. van Kempen, klinisch chemicus, Rijksuniversiteit Leiden, Oegstgeest (tot december 996). - Mw. dr. P.J.E. Poels, neuroloog, destijds Academisch Ziekenhuis, Nijmegen (per mei 997 Sophia Ziekenhuis, Zwolle). - Prof. dr. E.A. van Royen, nucleair geneeskundige, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. - Dr. C.J. Stam, neuroloog/klinisch neurofysioloog, Ziekenhuis Leyenburg, Den Haag. - Prof. dr. H.O.M. Thijssen, radioloog, Academisch Ziekenhuis St. Radboud, Nijmegen. - Dr. F.R.J. Verhey, zenuwarts, Academisch Ziekenhuis, Maastricht. - Dr. G.J.M. Walstra, neuroloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. - Mw. dr. A.W. Wind, huisarts, Alkmaar. - Prof. dr. F.A. de Wolff, klinisch chemicus, Academisch Ziekenhuis Leiden, Leiden (vanaf december 996).

8 INLEIDING Deze herziening van de consensus 'Diagnostiek bij het dementiesyndroom' (988) werd opgesteld door een interdisciplinaire werkgroep die in in kleine groepjes de teksten opstelde en die teksten vervolgens tijdens plenaire bijeenkomsten besprak. De doelstellingen waren: - verduidelijken van de definiëring van het begrip 'dementie' en de daarmee samenhangende ziektebeelden; - formuleren van eenduidige diagnostische criteria voor het dementiesyndroom ten behoeve van het praktisch handelen; - bepalen van de waarde van klinisch onderzoek inclusief neuropsychologisch onderzoek en van aanvullend onderzoek; - formuleren van criteria om de zorgbehoefte voortkomend uit het dementiesyndroom vast te stellen. Daarbij werd gestreefd naar 'evidence-based medicine': aanbevelingen zoveel mogelijk gebaseerd op resultaten van patiëntgebonden onderzoek. De 'evidence' - dat is de bewijsklasse - werd als volgt ingedeeld: A. gerandomiseerde klinische trials; B. cohort- en case-control onderzoeken en C. overige publicaties, op klinische ervaring gebaseerde afspraken, raadgevingen, waarschuwingen en meningen van deskundigen. Ook aanbevelingen gebaseerd op bewijsklasse C kunnen voor de praktijk waardevol zijn, als ze duidelijk worden toegelicht.

9 STELLINGEN MET TOELICHTING. Dementie is een klinisch syndroom. Dementie is een verworven klinisch syndroom, waarbij meervoudige cognitieve functiestoornissen centraal staan. Het begrip syndroom verwijst naar een groep tezamen optredende stoornissen zonder dat er een uitspraak wordt gedaan over de aard van het verband tussen de symptomen of de specifieke oorzaak ervan.,2. DSM-IV: Diagnostic and statistical manual of mental disorders, fourth edition. Washington DC: American Psychiatric Association, 994: De ICD-0 Classificatie van psychische stoornissen en gedragsstoornissen: klinische beschrijvingen en diagnostische richtlijnen. Lisse: Swets & Zeitlinger, 994: De diagnose dementiesyndroom wordt gesteld op grond van klinisch onderzoek naar verworven meervoudige cognitieve stoornissen die interfereren met de persoonlijke activiteiten in het dagelijks leven. Bij de diagnostiek van een dementiesyndroom staat het klinisch onderzoek naar meervoudige cognitieve stoornissen centraal. Het gaat hierbij om minimaal twee van de volgende stoornissen: - stoornissen in het geheugen; - afasie, apraxie, agnosie; - stoornissen in de uitvoerende functies (onder andere plannen maken, doelgericht handelen); - vertraging van handelen en denken. Afhankelijk van de aangedane hersengebieden kunnen wisselende combinaties van de hier beschreven symptomen voorkomen. Deze stoornissen moeten een duidelijke beperking veroorzaken in het sociaal en beroepsmatig functioneren. Bovendien mogen ze niet uitsluitend voorkomen tijdens het beloop van een delirium. De cognitieve stoornissen dienen niet aangeboren te zijn maar pas manifest te worden nadat de cognitieve functies zich hebben ontwikkeld. Dit impliceert dat de cognitieve stoornissen leiden tot een achteruitgang ten opzichte van het vroegere niveau. Naast cognitieve stoornissen kunnen andere niet-cognitieve verschijnselen voorkomen; dit betreft stoornissen in: - stemming (onder andere depressie, prikkelbaarheid, euforie); - gedrag (onder andere oordeelstoornissen, ontremd gedrag, apathie); - realiteitstoetsing (hallucinaties, wanen); - motoriek (ten gevolge van hypokinetische rigiditeit). Deze niet-cognitieve stoornissen worden frequent gezien bij patiënten met dementie maar ze maken geen deel uit van de expliciete criteria voor een dementiesyndroom.

10 . DSM-IV: Diagnostic and statistical manual of mental disorders, fourth edition. Washington DC: American Psychiatric Association, Er bestaan verschillende (proto)typen van het dementiesyndroom. Nadat het dementiesyndroom is vastgesteld, is het nuttig nadere differentiatie aan te brengen op grond van de klinische kenmerken. Op grond van het klinisch beeld en het profiel van cognitief (dys)functioneren kan een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende (proto)typen van het dementiesyndroom. Een belangrijke tweedeling is in corticale en subcorticale dementieën.,2 Het gaat hierbij uitdrukkelijk niét om een anatomische indeling. Het is immers duidelijk dat door sterke functionele verwevenheid, bijvoorbeeld tussen frontale cortex en subcorticale structuren (frontaal-subcorticale circuits), bij frontaalkwabdementie subcorticale verschijnselen voorkomen en omgekeerd bij subcorticale dementie ook frontale symptomen. 3 Binnen de corticale dementiesyndromen kunnen twee prototypen worden onderscheiden: dementie van het Alzheimertype en frontaalkwabdementie. Het onderscheid tussen verschillende (proto)typen is bruikbaar voor de praktijk omdat het richting kan geven aan het denken over de oorzaak, de keuze van het aanvullend onderzoek en de (beleids)adviezen, en bovendien omdat syndromen waarbij geheugenstoornissen niet duidelijk op de voorgrond staan beter herkend kunnen worden. Bij een subcorticaal dementiesyndroom dient in het bijzonder de mogelijkheid van een behandelbare oorzaak te worden overwogen. Hieronder volgen de klinische criteria voor corticale dementie en subcorticale dementie. Wanneer aan deze criteria voldaan wordt kan er sprake zijn van de erbij horende onderliggende aandoening. Aanvullend onderzoek is nodig om te komen tot een waarschijnlijke diagnose. Een definitieve diagnose is pas mogelijk na neuropathologisch onderzoek (zie stelling 22). Corticale dementiesyndromen Er zijn twee prototypen van corticale dementiesyndromen. 4 Bij het eerste is er sprake van duidelijke geheugenstoornissen en stoornissen van taal, praxis en gnosis. Dit syndroom wordt bijna uitsluitend gezien bij patiënten met de ziekte van Alzheimer. Deze criteria worden in de praktijk gebruikt om op klinische gronden dementie van het Alzheimertype vast te stellen. Het tweede prototype is de frontaalkwabdementie. Bij dit dementiesyndroom staan bepaalde cognitief gerelateerde gedragsstoornissen al in het begin centraal en treden geheugenstoornissen pas betrekkelijk laat in het beloop op. Dementie van het Alzheimertype Het klinisch syndroom moet voldoen aan de criteria ontleend aan DSM-IV: 5 - Er bestaan geheugenstoornissen die zich kenmerken door een verminderend vermogen om nieuwe informatie te leren of zich eerder geleerde informatie te herinneren. - Er bestaat daarnaast minstens één van de volgende cognitieve stoornissen: - afasie (taalstoornis); - apraxie (verminderd vermogen motorische handelingen uit te voeren ondanks

11 intacte motorische functies); - agnosie (onvermogen objecten te herkennen ondanks intacte sensorische functies); - stoornis in uitvoerende functies (dat wil zeggen abstraheren, logische gevolgtrekkingen maken, organiseren, plannen maken, doelgericht handelen). - De vastgestelde stoornissen veroorzaken elk afzonderlijk een duidelijke beperking in het sociaal of beroepsmatig functioneren, met name ook ten opzichte van het vroegere niveau van functioneren. - De stoornissen komen niet uitsluitend voor tijdens het beloop van een delirium. - Het beloop wordt gekarakteriseerd door een geleidelijk begin en een voortgaande cognitieve achteruitgang. Naast deze inclusiecriteria zijn een aantal exclusiecriteria geformuleerd (zoals geen andere aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, geen andere lichamelijke of psychiatrische ziekte die de symptomen kan veroorzaken); hiervoor is nader onderzoek noodzakelijk. Frontaalkwabdementie Het klinisch syndroom bij frontaalkwabdementie moet voldoen aan de volgende criteria (ontleend aan DSM-IV en ICD-0). 5,6,7 - Dysfunctie van de frontale kwabben overheerst met euforie, emotionele afstomping, verruwing van sociaal gedrag en apathie of rusteloosheid. - Deze gedragsmatige manifestaties gaan vaak vooraf aan duidelijke geheugenstoornissen. - De vastgestelde stoornissen veroorzaken een duidelijke beperking in het sociaal of beroepsmatig functioneren, met name ook ten opzichte van het vroegere niveau van functioneren. - De stoornissen komen niet uitsluitend voor tijdens het beloop van een delirium. - Er is sprake van progressieve dementie. Subcorticale dementiesyndromen Subcorticale dementiesyndromen worden gekenmerkt door: 8 - vertraging van denken en handelen; - geheugenstoornissen, met relatief intacte herkenning; - stoornissen van aangeleerde complexe vaardigheden (dat wil zeggen plannen maken, organiseren, doelgericht handelen); - verandering van het affect (apathie, depressie, geïrriteerdheid). De geheugenstoornissen hebben niet het karakter van stoornissen in het leervermogen zoals bij corticale dementie, maar bestaan uit vergeetachtigheid met relatief intacte herkenning. Stoornissen in de taal en aanverwante vaardigheden, praxis, visuele perceptie en constructie ontbreken. Kenmerkend zijn de verminderde opname van informatie en de problemen met herinneren, veroorzaakt door vertraging en verminderde efficiëntie van deze processen, alsook de uitvoering van aangeleerde complexe vaardigheden. Bij ziekten die gepaard gaan met een subcorticaal dementiesyndroom worden bovendien vrijwel steeds stoornissen in de motoriek aangetroffen; deze ontbreken in de beginstadia van corticale dementie, evenals de traagheid. Subcorticale dementie kan voorkomen bij onder andere extrapiramidale syndromen (bijvoorbeeld ziekte van Parkinson, chorea van Huntington) en bij aandoeningen die gepaard gaan met veranderingen in de witte stof of de basale ganglia van de hersenen (bijvoorbeeld ziekte van Binswanger, AIDS-dementiecomplex, 'normal pressure hydrocephalus', status

12 lacunaris). Ook een depressie kan gepaard gaan met de symptomen van een subcorticaal dementiesyndroom. Een gemengd beeld (corticaal/subcorticaal) kan aangetroffen worden bij multi-infarctdementie en ondermeer bij toxische en metabole encephalopathieën. Bij een mengbeeld kan er ook sprake zijn van meerdere oorzaken van een dementiesyndroom, bijvoorbeeld een corticale dementie met metabole stoornissen of met een depressie. Daarom dient bij een subcorticaal dementiesyndroom of bij subcorticale kenmerken, de mogelijkheid van een behandelbare oorzaak te worden overwogen.. Derix MMA. Corticale en subcorticale dementie: bruikbare concepten? Tijdschr Psychiatrie 995; 37: Cummings JL, Benson DF. Dementia: a clinical approach. Boston: Butterworth, Cummings JL. Frontal-subcortical circuits and human behaviour. Arch Neurol 993; 50: Weinstein HC, Jonker C, Gool WA van. Aandoeningen met corticale dementie. In: Derix MMA, Hijdra A, Gool WA van (eds). Dementie, de stand van zaken. Lisse: Swets & Zeitlinger, 995: American Psychiatric Association. Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV. Lisse: Swets & Zeitlinger, Snowden JS, Neary D, Mann DMA. Fronto-temporal lobar degeneration: fronto-temporal dementia, progressive aphasia, semantic dementia. In: Clinical neurology and neurosurgery monographs. New York: Churchill Livingstone, De ICD-0 classificatie van psychische stoornissen en gedragsstoornissen. Klinische beschrijvingen en diagnostische richtlijnen. Lisse: Swets & Zeitlinger, Wolters ECh, Derix MMA, Vanneste JAL. Dementie bij subcorticale aandoeningen. In: Derix MMA, Hijdra A, Gool WA van (eds). Dementie, de stand van zaken. Lisse: Swets & Zeitlinger, 995: Vasculaire dementie kan op klinische gronden vermoed worden; voor bevestiging van de diagnose is beeldvormend onderzoek van de hersenen nodig (CT of MRI). Dementie door vasculair bepaalde hersenschade wordt na de ziekte van Alzheimer beschouwd als de belangrijkste oorzaak van dementie. Het gaat daarbij niet om één type hersenbeschadiging, maar om meerdere: corticale infarcten, lacunaire infarcten, afwijkingen van de witte stof, en schade ontstaan door intracerebrale of subarachnoïdale bloedingen. Het type vasculaire hersenschade hangt samen met het onderliggende hart-vaat-lijden, bijvoorbeeld chronische hypertensie, atherosclerose van de grote vaten, of een hartaandoening die embolieën veroorzaakt. Combinaties van verschillende vormen van hersenschade komen vaak voor, evenals combinaties met de ziekte van Alzheimer. -3 Als de hersenschade vooral bestaat uit meerdere herseninfarcten wordt wel van multiinfarctdementie gesproken. Voor patiënten bij wie op een CT- of een MRI-scan vooral afwijkingen van de witte stof worden gezien, wordt ook wel de naam ziekte van Binswanger (subcorticale arteriosclerotische encefalopathie) gebruikt. Voor patinten die dementeren op grond van (multipele) intracerebrale bloedingen (bijvoorbeeld bij een amyloïd-angiopathie) is geen specifieke diagnostische term in zwang. Omdat combinaties van afwijkingen vaak

13 voorkomen en omdat patinten met de verschillende soorten cerebrovasculaire hersenschade op klinische gronden alléén meestal niet goed van elkaar te onderscheiden zijn, wordt tegenwoordig bij voorkeur één algemene term gebruikt voor dementie veroorzaakt door cerebrovasculaire schade: vasculaire dementie. 4 Bij patiënten die bekend zijn met een cerebrovasculaire aandoening en die daardoor dement zijn geworden, lijkt de diagnose niet moeilijk. Meestal worden aard en ernst van cognitieve stoornissen bij patiënten die een beroerte doormaakten echter niet als een dementiesyndroom geïnterpreteerd, omdat de patiënt immers al met een andere diagnose bekend is. Dementie na een beroerte komt voor bij 4-26% van de patiënten die een beroerte doormaken en gaat meestal gepaard met andere verschijnselen van de beroerte. 5,6 Bij patiënten die zich presenteren met een achteruitgang van het mentale functioneren is de diagnose vasculaire dementie moeilijker. De jarenlang voor deze diagnose gebruikte 'ischemie-score' van Hachinski is onbevredigend omdat hiermee vooral tekenen van vaatlijden gescoord worden, terwijl voorbijgegaan wordt aan het verband tussen het vaatlijden en het dementiesyndroom. Recentelijk zijn verschillende specifieker geachte diagnostische criteria voor vasculaire dementie geïntroduceerd. 7-9 De essentiële onderdelen van deze criteria zijn: - aanwezigheid van een dementiesyndroom; - aanwezigheid van een cerebrovasculaire aandoening; - relatie in de tijd tussen het ontstaan van de cerebrovasculaire aandoening en het dementiesyndroom, of een plotseling begin, of stapsgewijze verergering van de mentale achteruitgang; - aanwezigheid van cerebrovasculaire afwijkingen op een CT- of MRI-scan. Als een patiënt voldoet aan de eerste drie punten wordt bij de 'NINDS-AIREN'-criteria gesproken van een mogelijke vasculaire dementie; als óók aan het vierde punt voldaan wordt van waarschijnlijke vasculaire dementie (zekere vasculaire dementie wordt alleen gebruikt voor patiënten bij wie postmortaal neuropathologisch onderzoek verricht is). Validering van deze criteria door vergelijking van de klinische diagnose met resultaten van postmortaal neuropathologisch onderzoek bij grote groepen patiënten heeft nog niet plaatsgevonden. Bij toepassing van deze criteria (en varianten ervan) op eenzelfde patiëntengroep wordt overigens geen volledige overeenstemming tussen de verschillende criteria gevonden. In onderzoek van Verhey et al. varieerde het vóórkomen van vasculaire dementie onder demente patiënten die op een polikliniek voor geheugenstoornissen gezien werden van 6-32% (het vaakst bij gebruik van de 'Ischemie Score', het minst bij gebruik van de 'ADDTC'- of 'NINDS-AIREN'-criteria). 0 De diagnose vasculaire dementie is belangrijk vanwege de mogelijkheden voor secundaire preventie van verdere hersenschade: behandeling van hoge bloeddruk, dagelijks gebruik van een lage dosis acetylsalicylzuur, antistolling met coumarinen bij sommige hartaandoeningen, het vermijden van antistollingsmiddelen bij patiënten met intracerebrale bloedingen en carotisendarteriëctomie. Het is belangrijk te beseffen dat het effect van al deze maatregelen alleen is onderzocht bij patiënten met TIA's of herseninfarcten zonder vasculaire dementie. Het staat dus niet vast dat deze maatregelen óók helpen bij patiënten met vasculaire dementie. De behandelingen houden ook risico's in; bij patiënten met vasculaire dementie zijn sommige van die risico's misschien groter dan bij patiënten met 'alleen maar' een TIA of een herseninfarct. Hierbij kan vooral gedacht worden aan de risico's van behandeling met antistollingsmiddelen en van de vaatoperatie. Daarom komen patiënten met vasculaire dementie over het algemeen niet voor antistolling met coumarinen of voor carotis-endarteriëctomie in aanmerking, en wel voor behandeling met antihypertensiva en acetylsalicylzuur. Ook deze laatste maatregelen moeten echter gebaseerd zijn op een goed gedocumenteerde diagnose, waarbij

14 beeldvormend onderzoek niet mag ontbreken.. Hijdra A. Vasculaire dementie. In: Derix MMA, Hijdra A, Gool WA van. Dementie: de stand van zaken. Lisse: Swets & Zeitlinger, Hijdra A. Vascular dementia. In: Bradley WG, Daroff RD, Marsden CD, Fenichel G (eds). Neurology in clinical practice. Boston: Butterworths, 995: Amar K, Wilcock G. Vascular dementia (review). Brit Med J 996; 32: Hachinski V. Preventable senility: a call for action against the vascular dementias. Lancet 992; 340: Tatemichi TK, Desmond DW, Mayeux R, Paik M, Stern Y, Sano M, et al. Dementia after stroke: baseline frequency, risks, and clinical features in a hospitalized cohort. Neurology 992; 42: Censori B, Manara O, Agostinis C, Camerlingo M, Casto L, Galavotti B, et al. Dementia after first stroke. Stroke 996; 27: Chui HC, Victoroff JI, Margolin D, Jagust W, Shankle R, Katzman R. Criteria for the diagnosis of ischemic vascular dementia proposed by the State of California Alzheimer's disease diagnostic and treatment centres. Neurology 992; 42: Román GC, Tatemichi TK, Erkinjuntti T, Cummings JL, Masdeu JC, Garcia JH, et al. Vascular dementia: diagnostic criteria for research studies. Report of the NINDS-AIREN International Workshop. Neurology 993; 43: Kwa IH, Hijdra A, Gool WA van. Nieuwe diagnostische criteria voor vasculaire dementie; mijlpaal of struikelblok? Ned Tijdschr Geneeskd 993; 37: Verhey FRJ, Lodder J, Rozendaal N, Jolles J. Comparison of seven sets of criteria used for the diagnosis of vascular dementia. Neuroepidemiology 996; 5: Gijn J van, Kappelle LJ. TIA'tje... aspirientje? Ned Tijdschr Geneeskd 995; 39: Delier en dementiesyndroom kunnen gelijktijdig bij een patiënt voorkomen. Zolang er sprake is van delier mag de diagnose dementiesyndroom niet worden gesteld. In de praktijk komt het herhaaldelijk voor dat patiënten met een delirant toestandsbeeld worden gepresenteerd als lijders aan een dementie. De diagnose dementie mag nooit gesteld worden wanneer er verschijnselen van delier worden vastgesteld. Men moet echter wel bedenken dat delirante episoden ook binnen het kader van een dementie kunnen voorkomen. Delirante toestandsbeelden kunnen in het algemeen zeer verschillende oorzaken hebben: organische cerebrale factoren, intoxicaties, bijwerkingen van geneesmiddelen of koortsende ziekten.. Eikelenboom. Delier. In: Derix MMA, Hijdra A, Gool WA van (red.). Dementie, stand van zaken. Lisse: Swets & Zeitlinger, 994: Een dementiesyndroom kan gepaard gaan met verschijnselen van depressie. Dit

15 noodzaakt tot nader onderzoek naar de aard van de samenhang. De of-of benadering van depressie en dementie waarbij alle symptomen worden toegeschreven aan een depressie of aan een dementiesyndroom is in de praktijk weinig vruchtbaar gebleken. Er bestaat een grote overlap tussen de symptomen van de beide syndromen, beide syndromen komen vaak in combinatie voor en tenslotte is gebleken dat bij een depressieve stoornis met cognitieve disfuncties de kans op het later optreden van dementie vergroot is; mogelijk is depressie hier een prodroom van dementie. Bij een ernstige depressie kunnen de cognitieve stoornissen zo ernstig zijn dat voldaan wordt aan de criteria van een dementiesyndroom. In het dagelijks functioneren blijkt de depressieve patiënt met een dementiesyndroom het overigens beter te doen dan op grond van cognitieve stoornissen zou worden verwacht. Voorts is er bij deze patiënten vaak sprake van een belaste voorgeschiedenis voor depressie en is de depressie duidelijk voorafgegaan aan de dementie. Bij patiënten met een dementiesyndroom komen bij 0-40% van de patiënten verschijnselen van depressie voor, variërend van een beeld passend bij een depressie in engere zin tot een beeld van een wisselende stemmingsdaling. Omdat behandeling van de (ernstige) depressieverschijnselen is aan te bevelen is het niet van groot belang om precies te weten of de cognitieve stoornissen oorzaak of gevolg van de depressie zijn. Behandeling kan in beide gevallen een gunstig effect hebben op zowel de affectieve als de cognitieve verschijnselen, zij het dat bij een primair dementiesyndroom het effect op de cognitieve verschijnselen beperkt zal zijn. Emery VO, Oxman TE. Update of the dementia spectrum of depression. Am J Psychiatr 992; 49: Er kan niet genoeg nadruk worden gelegd op de mogelijke rol van geneesmiddelen bij het veroorzaken van dementiesyndroom en delier bij ouderen. Niet alleen psychofarmaca kunnen de oorzaak zijn van psychische dysfunctie: -3 Enkele veelgebruikte medicamenten die cognitieve stoornissen kunnen veroorzaken 3 psychofarmaca benzodiazepinen tricyclische antidepressiva neuroleptica lithium antiparkinsonmiddelen anticholinergica levodopa bromocriptine anti-epileptica barbituraten hartglycosiden digitalis antihypertensiva methyldopa clonidine propanolol diuretica andere sommige antibiotica sommige cytostatica cimetidine

16 fenytoïne valproïnezuur Daarbij is de dosis van het geneesmiddel van belang: - de averechtse effecten kunnen ook optreden bij gewone, standaarddosis; - de effecten kunnen ook optreden bij deze, gewone, dosis welke bij dezelfde patiënt tot voor kort probleemloos werd verdragen; - soms lost een aanpassing van de dosis de problemen op: de gewone, of de relatieve overdosis wordt verlaagd en de ongewenste nevenwerking verdwijnt; - meting van de plasmaspiegel van bepaalde geneesmiddelen heeft slechts een beperkte waarde en biedt dan ook meestal geen oplossing. Het abrupt staken van één of meer geneesmiddelen is lang niet altijd zonder gevaar. Wanneer een geneesmiddel onbedoeld wordt gestaakt, kunnen soms ernstige klinische verschijnselen onontdekt blijven als bijwerking van dit staken. Bestaat bij een bejaarde patiënt mogelijk een sterk vertraagde afbraak van bijvoorbeeld diazepam, dan kan een onttrekkingsinsult dienovereenkomstig verlaat optreden op een tijdstip waarop niemand meer daarop verdacht is. Volledigheidshalve moet hierbij worden opgemerkt dat de meest uitgesproken verandering bij het ouder worden met betrekking tot farmacokinetiek de afnemende renale klaring van geneesmiddelen is; juist voor geneesmiddelen met kleine 'therapeutische breedte' is het daarom wenselijk de dosis per individu aan te passen aan de hand van de nierfunctie, wanneer het gaat om een overwegend renaal uitgescheiden stof, ook als iemand er eerst goed tegen kan.. Cummings JL, Benson DF. Dementia, a clinical approach. Boston: Butterworth-Heinemann, 992: Arnold SE, Kumar A. Reversible dementias. Med Clin North Am 993; 77: Walstra GJM. Reversibele dementie bij gebruik van valproïnezuur. Ned Tijdschr Geneeskd 997; 4: 39-3.

17 8. Bij personen die klachten hebben die mogelijk passen bij een dementiesyndroom en bij wie onduidelijkheid bestaat over het klinisch beeld, kan neuropsychologisch onderzoek een bijdrage leveren aan de diagnostiek. Wanneer uit de auto- en/of heteroanamnese blijkt dat er in het dagelijks leven mogelijk problemen of beperkingen zijn met betrekking tot cognitief functioneren en doelgericht handelen, kan neuropsychologisch onderzoek tot duidelijkheid leiden. -3 Zulk onderzoek kan een bijdrage leveren aan classificerende diagnostiek: voor de diagnose dementie is het aantonen van stoornissen op verschillende cognitieve functiegebieden noodzakelijk. Daarnaast kan neuropsychologisch onderzoek een bijdrage leveren aan functionele diagnostiek van cognitieve stoornissen. 4 Ook al is bij lichte ouderdomsvergeetachtigheid de nosologische betekenis niet altijd duidelijk, toch kunnen de beperkingen een forse invloed hebben op de kwaliteit van leven. Vaststellen van de aard en omvang van deze beperkingen is dan belangrijk met het oog op mogelijkheden tot gerichte zorg. 2,5 Neuropsychologisch onderzoek behelst onderzoek van de volgende functies: aandacht en concentratie, psychomotoriek, (psycho)motorisch en cognitief tempo, waarneming, verwerking van informatie, geheugen, taal en gerelateerde functies, praxis en constructievaardigheid, uitvoerende (controle)functies, inclusief de hantering van strategieën en redeneervaardigheid in het omgaan met problemen. 2,5,6 Het neuropsychologisch onderzoek maakt gebruik van psychometrische tests, gedragsobservatie en gedragsneurologisch onderzoek. 2,7 Ook wordt gebruik gemaakt van verkregen inzicht in het gedrag in het dagelijks leven, het emotioneel functioneren en de wijze waarop de persoon in kwestie probleemsituaties benadert ('coping'). 2 Door toepassing van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde tests is een kwantitatieve beschrijving van het gedrags- en cognitief functioneren mogelijk. Het uiteindelijke klinische oordeel van de neuropsycholoog is enerzijds gebaseerd op vergelijking van deze testprestaties met normgegevens en anderzijds op beoordeling van het cognitief (dys)functioneren, het functioneren in het dagelijks leven en het emotioneel functioneren. Daarbij wordt rekening gehouden met het functioneren van de betreffende persoon in de periode voordat de klachten, problemen en eventuele stoornissen manifest werden. Neuropsychologisch onderzoek kan gewenst zijn bij mensen met normale veroudering, 'lichte ouderdomsvergeetachtigheid' of lichte dementie.,3 'Lichte ouderdomsvergeetachtigheid' is een term om de toestand tussen normale veroudering en dementie te beschrijven. Het betreft een heterogene groep van mensen met functionele klachten (door bijvoorbeeld angst voor dementie), depressieve stoornissen, en prodromale stadia van dementiesyndromen. 4 Instrumenten als de 'mini-mental state examination' en CAMCOG (onderdeel van CAMDEX) zijn voor het vaststellen van lichte cognitieve stoornissen onvoldoende gevoelig. 5 Neuropsychologisch onderzoek van mensen met lichte cognitieve stoornissen kan ook bijdragen aan de differentiële diagnostiek van 'normale veroudering' en lichte dementie versus depressie 2,8-0 en versus het afatisch en amnestisch syndroom. 5 Bovendien kan dit onderzoek de differentiatie van corticale, subcorticale en frontaalkwab-dementie ondersteunen. 2,5

18 Wanneer met behulp van neuropsychologisch onderzoek geen stoornissen worden vastgesteld is bij 'lichte ouderdomsvergeetachtigheid' de kans op het ontwikkelen van dementie niet verhoogd en kan de persoon worden gerustgesteld.,2 Als bij dit onderzoek cognitieve stoornissen worden gesignaleerd, kunnen, op basis van aard en omvang van de bevindingen, vragen duidelijker worden beantwoord en gerichte adviezen worden gegeven. 4,7 Vanwege de geringe specificiteit van onderzoeksbevindingen bij mensen met lichte cognitieve stoornissen is voor het vaststellen van het dementiesyndroom follow-up onderzoek nodig.,2,8,9 Met behulp van neuropsychologisch onderzoek kan het beloop van stoornissen beter worden gevolgd; op grond van het beloop is ook meer duidelijkheid te geven omtrent een onderliggende aandoening.. Jolles J, Verhey FRJ, Riedel WJ, Houx PJ. Cognitive impairment and implications for experimental drug studies. Drugs & Aging 995; 7: Jolles J. Cognitieve veroudering en neuropsychologisch vroege en diffentiële diagnostiek. In: Derix MMA, Blom MM (eds). Meten is weten. Baarn: Sectie Ouderenpsychologie NIP 995: La Rue A. Aging and neuropsychological assessment. New York: Plenum Press, Verhey FRJ. Dementia, depression and forgetfulness. Clinical studies of early diagnosis and the differential diagnosis of dementia (proefschrift). Maastricht: Rijksuniversiteit Limburg, Derix MMA, Lindeboom J. Neuropsychologisch onderzoek. In: Derix MMA, Hijdra A, Gool WA van. Dementie: de stand van zaken. Lisse: Swets & Zeitlinger, 994: Cipolotti L, Warrington EK. Neuropsychological assessment. J Neurol Neurosurg Psychiatry 995; 58: Mendez MF, Gorp W van, Cummings JL. Neuropsychiatry, neuropsychology and behavioral neurology: A critical comparison. Neuropsychiatry and Behavioral Neurology 995; 8: Schmand B, Jonker C, Hooijer C, Lindeboom J. Subjective memory complaints may announce dementia. Neurology 996; 46: Jacobs DM, Sano M, Dooneief G, Marder K, Bell KL, Stern Y. Neuropsychological detection and characterization of preclinical Alzheimer s disease. Neurology 995; 45: Tierney MC, Szalai JP, Snow WG, et al. Prediction of probable Alzheimer s Disease in memoryimpaired patients: a prospective longitudinal study. Neurology 996: 46: Voor de diagnostiek van het dementiesyndroom is kennis over de kans op dementie van belang. De afgelopen 0 jaar zijn er veel gegevens beschikbaar gekomen over het vóórkomen van dementie in de bevolking, zowel voor Nederland als voor andere landen. Deze schattingen van de prevalentie (=het aantal personen lijdend aan dementie in een bepaalde populatie op een bepaald moment) en de incidentie (=het aantal nieuw optredende gevallen van dementie in een populatie per tijdseenheid) zijn gebaseerd op grote, methodologisch juiste bevolkingsonderzoeken waarbij alle deelnemers nauwgezet werden gescreend op het voorkomen van dementie. Op grond van vergelijkende onderzoeken lijken er weinig geografische verschillen te bestaan in het vóórkomen van dementie in verschillende Europese landen. De prevalentie en de incidentie van dementie nemen exponentieel toe met de leeftijd. Gegevens uit het Nederlandse ERGO-onderzoek laten zien dat de prevalentie van dementie

19 onder 55-plussers 6,3% is. De prevalentie nam toe van 0,4% onder jarigen tot 43,2% in de leeftijdscategorie van 95 jaar en ouder. 2,3 (Uitgaande van de prevalentiecijfers uit het ERGO-onderzoek lijden in Nederland naar schatting personen van 55 jaar en ouder aan dementie). In 72% was sprake van de ziekte van Alzheimer, in 6% van vasculaire dementie en in 6% van dementie bij de ziekte van Parkinson. De incidentie van dementie onder 55-plussers was 0 per 000 persoonsjaren; deze nam toe van per 000 persoonsjaren voor jarigen tot bijna per 0 persoonsjaren voor personen ouder dan 90 jaar. De leeftijdsspecifieke schattingen van zowel de prevalentie als de incidentie zijn voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk tot de leeftijd van 85 jaar; daarna lijkt de incidentie voor vrouwen iets hoger te liggen. Door de veel hogere levensverwachting van vrouwen zijn er echter veel meer vrouwen met dementie dan mannen. In ongeveer een derde van alle demente personen is er sprake van een ernstige dementie, dit percentage neemt iets toe met de leeftijd. Onderzoek naar risicofactoren voor dementie heeft zich tot op heden vooral gericht op de ziekte van Alzheimer; het heeft betrekkelijk weinig opgeleverd. Een positieve familieanamnese voor dementie blijkt gepaard te gaan met een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer. Eerdere rapporten dat het risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer verhoogd zou zijn na een doorgemaakt hoofdtrauma, en dat roken mogelijk zou beschermen tegen het optreden van de ziekte van Alzheimer, zijn (nog) niet bevestigd in methodologische betrouwbare, prospectieve onderzoeken. In cross-sectionele onderzoeken blijkt het ε-4-allel van het apolipoproteïne E (chromosoom 9) sterk samen te hangen met de ziekte van Alzheimer; het lijkt of dit allel de gevoeligheid voor het ontstaan van dementie kan vergroten en/of de beginleeftijd daarvan kan vervroegen. Ook deze bevinding behoeft evenwel nog bevestiging in vervolgonderzoek. Recente bevindingen wijzen op mogelijke betrokkenheid van vasculaire factoren in het ontstaan of de progressie van de ziekte van Alzheimer. 4. Hofman A, Rocca WA, Brayne C, Breteler MMB, Clarke M, Cooper B et al. The prevalence of dementia in Europe: a collaborative study of findings. Int J Epidemiol 99; 20: Ott A, Breteler MMB, Harskamp F van, Claus JJ, Cammen TJM van der, Grobbee DE et al. Prevalence of Alzheimer's disease and vascular dementia: association with education. The Rotterdam study. BMJ 995; 30: Ott A, Breteler MMB, Birkenhäger-Gillesse EB, Harskamp F van, Koning I de, Cammen TJM van der. De prevalentie van de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie en dementie bij de ziekte van Parkinson. Het ERGO-onderzoek. Ned Tijdschr Geneeskd 996; 40: Hofman A, Ott A, Breteler MMB, Bots ML, Slooter AJC, Harskamp F van et al. Atherosclerosis, apolipoprotein E and the prevalence of dementia and Alzheimer's disease in a population based study: The Rotterdam Study. Lancet 997; 349: 5-4.

20 0. Tot de diagnostiek van dementie behoort het in kaart brengen van de zorgbehoefte van de patiënt. Aandacht voor de zorgbehoefte van de patiënt bij de diagnostiek van het dementiesyndroom volgt uit het ernstcriterium van de cognitieve stoornissen: 'Deze stoornissen veroorzaken een duidelijke beperking in het sociaal en/of beroepsmatig functioneren'. De zorgbehoefte wordt vastgesteld door beoordeling van het dagelijks functioneren. Daarbij is aandacht nodig voor hulpbehoevendheid bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL en instrumentele ADL): zelfverzorging, mobiliteit en huishoudelijke werkzaamheden. Voor het beoordelen van het dagelijks functioneren kunnen ADL- en IADL-schalen gebruikt worden,,2 of schalen die meer zijn afgestemd op de verblijfsituatie van de patiënt: thuis, 3,4 in een verzorgingshuis 5,6 of in een verpleeghuis (beoordelingsschaal voor oudere patinten). 7,8 De zorgbehoefte varieert met de ernst van de cognitieve stoornissen. Voor een globale schatting hiervan kan men de 'mini-mental state examination' of de cognitieve screening test gebruiken. 9,0 Ook gedragsproblemen en psychotische verschijnselen beïnvloeden de zorgbehoefte. Hiertoe behoren: onrust, stereotiepe bewegingen, agressief en storend gedrag, apathie, zwerfneiging, verstoord slaap-waakritme, hallucinaties en wanen. Voor het meten hiervan bestaan diverse instrumenten, zoals de beoordelingsschaal voor oudere patiënten, gedragsobservatieschaal voor de intramurale psychogeriatrie en beoordelingsschaal voor psychische en sociale problemen in het verzorgingshuis; de bruikbaarheid van de laatste is overigens alleen onderzocht bij patiënten in instellingen en niet bij thuiswonende patinten. 7,,2 Voor thuiswonende patiënten komt de onlangs in het Nederlands vertaalde 'revised memory and behavior problems checklist' in aanmerking. 3,4 Regelmatige aandacht voor de zorgbehoefte van de patiënt is nodig om op tijd praktische hulp te regelen en ondersteuning te bieden.. Katz S, Ford AB, Moskowitz RW, Jackson BA, Jaffe MW. Studies of illness in the aged. The index of ADL: a standardized measure of biological and psychosocial function. JAMA 963; 85: Lawton MP, Brody EM. Assessment of older people: self-maintaining and instrumental activities of daily living. Gerontology 969; 9: Teunisse S, Derix MMA. Meten van dagelijks functioneren van thuiswonende dementiepatiënten: Ontwikkeling van een vragenlijst. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 99; 22: Teunisse S, Derix MMA, Crevel H van. Assessing the severity of dementia: Patient and caregiver. Arch Neurol 99; 48: Diesfeldt HFA, Loo EH van. Zorgzwaarte in verzorgingstehuizen: één of meer dimensies? Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 994; 25: Sieh MJ, Wisselink JB. Zorgzwaartegroepen in verzorgingstehuizen. Handleiding voor het bepalen van de zorgzwaarte van bewoners van verzorgingstehuizen. Houten: Vereniging van Nederlandse Bejaardenoorden, Kam P van der, Mol F, Wimmers MFHG. Beoordelingsschaal voor oudere patinten. Deventer: Van Loghum Slaterus, Drunen PHC van, Montfort APW van. De samenhang in de validiteitskenmerken van de

21 verpleeghuisbewoners in Nederland: een meetinstrument. Gerontologie 98; 2: Kempen GIJM, Brilman EJ, Ormel J. De mini-mental state examination. Normeringsgegevens en een vergelijking van een 2- en 20-item versie in een steekproef ouderen uit de bevolking. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 995; 26: Graaf A de, Deelman BG. Cognitieve screening test. Lisse: Swets & Zeitlinger, 99.. Verstraten PFJ, Eekelen CWJM van. Handleiding voor de GIP: gedragsobservatieschaal voor de intramurale psychogeriatrie. Deventer: Van Loghum Slaterus, Loveren-Huyben CMS van, Bom JA van der, Bronts PAJM. Handleiding voor de BPS: beoordelingsschaal voor psychische en sociale problemen in het verzorgingshuis. Deventer: Van Loghum Slaterus, Teunisse C. Clinimetrics in dementia (proefschrift). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Teri L, Truax P, Logsdon R, Uomoto J, Zarit S, Vitaliano PP. Assessment of behavioral problems in dementia: the revised memory and behavior problems checklist. Psychology and Aging 992; 7: De verzorgers van een patiënt met dementie lopen groot risico op lichamelijke en emotionele overbelasting. Daarom richt de diagnostiek zich niet alleen op de patiënt maar ook op de verzorger(s). Tevens behoort de interactie tussen beiden te worden beoordeeld. Verzorgers lopen een groot risico zelf psychische en lichamelijke problemen te krijgen.,2 Angststoornissen en depressies komen bij hen frequent voor. 3 Bij inventarisatie van de interactie is in het bijzonder aandacht nodig voor de manier waarop de verzorger met de patiënt omgaat. Een corrigerende houding van de verzorger kan leiden tot gedragsproblemen bij de patiënt. 4 Verzorgers die de zorg niet meer aankunnen, vertonen eerder lichamelijk agressief gedrag jegens de patiënt. 5 Er zijn aanwijzingen dat intensieve ondersteuning van de verzorger depressieve klachten van de verzorger doet verminderen. 6 Voorkomen en zo nodig behandelen van psychische en lichamelijke klachten van verzorgers is van groot belang. Goede voorlichting over dementie en over de omgang met de patiënt is daarbij onontbeerlijk. Tevens is het van belang begrip te tonen voor de problemen die verzorgers tegenkomen, te wijzen op de mogelijkheid deel te nemen aan ondersteuningsgroepen en zo nodig praktische hulp te regelen.. Baumgarten M, Battista RN, Infante-Rivard C, Hanley JA, Becker R, Gauthier S. The psychological and physical health of family members caring for an elderly person with dementia. J Clin Epidemiol 992; 45: Grafström M, Fratiglioni L, Sandman PO, Winblad B. Health and social consequences for relatives of demented and non-demented elderly. A population based study. J Clin Epidemiol 992; 45: Schulz R, O'Brien AT, Bookwala J, Fleissner K. Psychiatric and physical morbidity effects of dementia caregiving: prevalence, correlates, and causes. The Gerontologist 995; 35: 77-9.

22 4. Vitaliano PP, Young HM, Russo J, Romano J, Magana-Amato A. Does expressed emotion in spouses predict subsequent problems among care recipients with Alzheimer's disease? Journal of Gerontology: Psychological Sciences 993; 48: Pot AM. Caregivers' perspectives: A longitudinal study on the psychological distress of informal caregivers of demented elderly (proefschrift). Amsterdam: Vrije Universiteit, Mittelman MS, Ferris SH, Shulman E, et al. A comprehensive support program: effect on depression in spouse-caregivers of AD patients. The Gerontologist 995; 35: Gegeven de complexiteit van het dementiesyndroom en de zich nog steeds ontwikkelende diagnostiek verdient het de voorkeur diagnostiek geprotocolleerd te laten plaatsvinden binnen gespecialiseerde, interdisciplinaire teams. Goede afstemming tussen ziektegerichte diagnostiek (aard, oorzaken, behandeling) en zorggerichte diagnostiek (zorgbehoefte, mogelijkheden zorgsysteem) is daarbij noodzakelijk. De vele oorzaken en bijkomende stoornissen van het dementiesyndroom vergen van de professionele hulpverleners een grote mate van deskundigheid en zorgvuldigheid. Vanuit de Gezondheidsraad is geadviseerd de diagnostiek multidisciplinair te laten verlopen en te komen tot regionale samenwerkingsverbanden (teams) voor psychogeriatrische ziektebeelden. De grote verscheidenheid en de lage prevalentie van mogelijk reversibele ziektebeelden die met een dementiesyndroom gepaard gaan, vragen om een diagnostisch proces dat op protocollaire wijze door een multidisciplinair team wordt uitgevoerd. Ook de nog steeds toenemende kennis omtrent verschillende en nieuwe vormen van het dementiesyndroom en nieuwe diagnostische methoden noodzaken tot bundeling van deze kennis in gespecialiseerde teams, niet alleen multidisciplinair van samenstelling, maar ook interdisciplinair functionerend. Dit laatste impliceert een team waarvan de leden intensief met elkaar samenwerken. 2 Onderzoek naar het voorkomen en naar de diversiteit van de psychogeriatrische teams in Nederland heeft uitgewezen dat er zowel adviserende als coördinerende teams bestaan. 3 Bij de adviserende teams - die bijvoorbeeld functioneren binnen de context van een polikliniek voor geheugenstoornissen - richt de diagnostiek zich vooral op de aard, oorzaken, behandelingsmogelijkheden en prognose van het dementiesyndroom (ziektegerichte diagnostiek), uitmondend in gerichte verwijs- en/of behandeladviezen aan de huisarts of andere verwijzer. In voorkomende gevallen worden deze aangevuld met omgangsadviezen en adviezen met betrekking tot het inzetten van enkelvoudige zorg. Bij coördinerende teams richt de diagnostiek zich vooral op de beoordeling van de zorgbehoefte in relatie tot de draagkracht van het betreffende zorgsysteem (zorggerichte diagnostiek) en op de coördinatie van de zorg die op grond van die beoordeling wenselijk wordt geacht. Het is belangrijk deze vormen van diagnostiek goed te onderscheiden. Uit oogpunt van kwaliteit en doelmatigheid is het onjuist dat zorggerichte diagnostiek wordt gedaan zonder dat adequate ziektegerichte diagnostiek heeft plaatsgevonden. De huisarts moet de regie op zich nemen met betrekking tot het in gang zetten van beide vormen van diagnostiek en het zoveel mogelijk integreren van de uitkomsten van ziektegerichte en zorggerichte diagnostiek.. Gezondheidsraad. Psychogeriatrische ziektebeelden in het bijzonder dementie, depressie en

23 delirium. 's Gravenhage: Gezondheidsraad, Andel H van. Handboek Beleidspsychatrie. Lochem: De Tijdstroom, Depla M, Rijk K de, Meyel B van. Samenwerking in de psychogeriatrie. Utrecht: Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid, 994: Nadat bij een patiënt een - nader gespecificeerd - dementiesyndroom is gediagnosticeerd dient regelmatig de progressie van het ziektebeeld te worden onderzocht. De heterogeniteit binnen de aandoeningen die een dementiesyndroom veroorzaken en het wisselende beloop van de verschillende aandoeningen maken het moeilijk te voorspellen hoe de voortgang van de ziekte zal zijn. Bovendien vindt diagnostiek door de toegenomen aandacht voor dementie steeds vroeger in het ziekteproces plaats; dit leidt tot afname van zekerheid over zowel de diagnose als de prognose. Een reguliere follow-up, waarbij herbeoordeling van het klinisch beeld plaatsvindt, kan de diagnose steunen en leiden tot aangepaste adviezen met betrekking tot de begeleiding van de betrokkene. Naast ziektegerichte diagnostiek is herhaling van zorggerichte diagnostiek van belang. Uit een onderzoek bij de ouderenafdeling van zeven RIAGG's bleek dat de partner en/of familie van een patiënt met dementie aanvankelijk heel tevreden waren met de geboden begeleiding; naarmate de hulp langer bestond nam de tevredenheid echter af en de gerapporteerde zorgzwaarte toe, terwijl de hulpverlener over diezelfde periode geen toename van de zorgvraag meldde.. Beer M de, Hutschemaekers G. Vraag en aanbod in de Riagg-ouderenzorg. Utrecht: Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid, Voor het vaststellen van de aard en de ernst van stoornissen van een dementiesyndroom kan neuropsychologisch onderzoek nuttig zijn. Nadat het dementiesyndroom is vastgesteld, kan het nuttig zijn de aard en de ernst van de functiestoornissen afzonderlijk te bepalen. Daartoe is neuropsychologisch onderzoek nodig. Neuropsychologisch onderzoek is de toepassing van gestandaardiseerde, genormeerde en gevalideerde tests voor onderscheiden psychologische functies, zoals geheugen, waarneming, taal, aandacht en concentratie, psychomotoriek, uitvoerende controlefuncties, algemeen tempo en snelheid van complexe informatieverwerking.,2 Neuropsychologisch onderzoek levert kwantitatieve gegevens op voor de beschrijving van het individuele patroon van stoornissen en intacte functies en voor de objectieve evaluatie van veranderingen tijdens het beloop van een dementie. Mede op grond hiervan worden adviezen gegeven over zorgvoorzieningen, zorgplan en activiteitenplan. 3-5 De doelmatigheid van onderzoek naar aard en ernst van stoornissen in complexe psychologische functies is het grootst binnen een setting waar gevolg kan worden gegeven aan de voorstellen en adviezen die uit het onderzoek voortvloeien.

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden

Nadere informatie

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum Wat is dementie? Bij de diagnostiek en behandeling van mensen met dementie werkt het Jeroen Bosch Ziekenhuis nauw samen met het Radboud Alzheimer Centrum in het Radboudumc te Nijmegen. We wisselen voortdurend

Nadere informatie

Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen

Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen CineMec Ede 29-5-2015 Dr. Martin Kat (ouderen)psychiater Amsterdam/Alkmaar psykat@hetnet.nl Med. Centrum Alkmaar Afd. Klin. Geriatrie Praktijk Amsterdam Experiment!

Nadere informatie

1 Geheugenstoornissen

1 Geheugenstoornissen 1 Geheugenstoornissen Prof. dr. M. Vermeulen 1.1 Zijn er geheugenstoornissen? Over het geheugen wordt veel geklaagd. Bij mensen onder de 65 jaar berusten deze klachten zelden op een hersenziekte. Veelal

Nadere informatie

Vroegsignalering bij dementie

Vroegsignalering bij dementie Vroegsignalering bij dementie Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Contact: Connie Klingeman, Hogeschool Rotterdam c.a.klingeman@hr.nl

Nadere informatie

Diagnostiek & preventie van dementie

Diagnostiek & preventie van dementie Diagnostiek & preventie van dementie Zeeland, 10 oktober 2013 Eric Moll van Charante, huisarts Afdeling Huisartsgeneeskunde AMC Nadelen vroegdiagnostiek 1. Fout-positieve diagnoses: onduidelijke consequenties

Nadere informatie

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Welkom. Publiekslezing dementie 17 februari 2015 #pldementie

Welkom. Publiekslezing dementie 17 februari 2015 #pldementie Welkom Publiekslezing dementie 17 februari 2015 #pldementie R.H. Chabot, neuroloog Beatrixziekenhuis Rivas Zorggroep DEMENTIE DIAGNOSE EN SYMPTOMEN Inhoud Geheugen Wat is dementie? Mogelijke symptomen

Nadere informatie

Vasculaire cognitieve stoornissen. ! concept vci! vci poli! casuïstiek. Casuïstiek. Casuïstiek. Diagnose vasculaire dementie

Vasculaire cognitieve stoornissen. ! concept vci! vci poli! casuïstiek. Casuïstiek. Casuïstiek. Diagnose vasculaire dementie eigen zaak in kantoormeubilair geheugen en concentratieklachten na TIA Vasculaire cognitieve stoornissen Geert Jan Biessels & Nenne van Kalsbeek Vascular Cognitive Impairment poli UMC Utrecht is dit een

Nadere informatie

Auteurs 1. Voorwoord 3

Auteurs 1. Voorwoord 3 Auteurs 1 Voorwoord 3 D E E L 1 A LG E M E N E A S P E C T E N 5 1 Ziekteconcept en classificatie 7 F.R.J. Verhey, C. Jonker, J.P.J. Slaets 1.1 Geschiedenis 7 1.2 Huidige gezichtspunten 8 1.3 Syndromale

Nadere informatie

Workshop dementie diagnostiek

Workshop dementie diagnostiek Workshop dementie diagnostiek Bernard Prins, huisarts Medisch Centrum Gelderlandplein, lid Academisch Huisartsen Netwerk van het Vumc en Coöperatie Huisartsen in Amsterdam Zuid Karel Brühl, specialist

Nadere informatie

Dementie per leeftijdscategorie 6-1-2010. Dementie Dementiesyndroom. = ontgeesting. Omvang dementie in Nederland. Matthieu Berenbroek

Dementie per leeftijdscategorie 6-1-2010. Dementie Dementiesyndroom. = ontgeesting. Omvang dementie in Nederland. Matthieu Berenbroek Dementie Dementiesyndroom de-mens = ontgeesting Matthieu Berenbroek Fontys Hogeschool Verpleegkunde Omvang dementie in Nederland 2005 180.000 / 190.000 dementerenden 2050 400.000 dementerenden Bron CBO

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

6 e mini symposium Ouderenzorg

6 e mini symposium Ouderenzorg 6 e mini symposium Ouderenzorg Aanvullende diagnostiek bij dementie in de 1 e lijn Suzanne Boot, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts psychogeriatrie i.o. 28-09-2015 Pagina 1 6 e Mini symposium ouderenzorg

Nadere informatie

Dementie, ook u ziet het?! Hanny Bloemen Klinisch Geriater Elkerliek Ziekenhuis Helmond 22 mei 2013

Dementie, ook u ziet het?! Hanny Bloemen Klinisch Geriater Elkerliek Ziekenhuis Helmond 22 mei 2013 Dementie, ook u ziet het?! Hanny Bloemen Klinisch Geriater Elkerliek Ziekenhuis Helmond 22 mei 2013 Hoeveel mensen in Nederland hebben dementie? 16.5 miljoen Nederlanders; 2.5 miljoen hiervan is 65+ (15%)

Nadere informatie

Dementie Radboud universitair medisch centrum

Dementie Radboud universitair medisch centrum Dementie Bij u, uw partner of familielid is dementie vastgesteld. In deze folder kunt u lezen wat dementie is en waar u voor verdere vragen en informatie terecht kunt. Vanwege de leesbaarheid wordt in

Nadere informatie

Ik ben uit de mode. Netwerk Dementie 7 februari 2019 Judith van Tuijn

Ik ben uit de mode. Netwerk Dementie 7 februari 2019 Judith van Tuijn Ik ben uit de mode Netwerk Dementie 7 februari 2019 Judith van Tuijn (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Neurocognitieve stoornissen

Neurocognitieve stoornissen Neurocognitieve stoornissen DSM IV DSM 5 Lieve Lemey Carmen Vranken Neurocognitieve stoornissen Context: vergrijzing met prevalentie leeftijdsgebonden ziekten: diabetes, osteoporose, depressie, delier,

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

Handreiking. Dementie

Handreiking. Dementie Handreiking Dementie Handreiking Dementie Doelgroep Ouderen met (een verdenking op) geheugen en overige cognitieve stoornissen die van invloed zijn op het dagelijkse leven. Diagnostiek (huisarts, wijkverpleegkundige)

Nadere informatie

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer Het neuropsychologisch onderzoek Informatie voor de patiënt en verwijzer Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog? De neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het

Nadere informatie

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC)

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) overzicht Detectie van dementie - cognitieve screening in de eerste lijn - ADL evaluatie

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Dementie

Werkstuk Biologie Dementie Werkstuk Biologie Dementie Werkstuk door een scholier 1045 woorden 22 december 2003 5,3 40 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is dementie: Vanuit het Latijn vertaald betekent dementie letterlijk ontgeestelijk-zijn.

Nadere informatie

Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop?

Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop? Wat kunt U daarmee? Alwies Hendriks, psychomotorisch therapeut Margje Mahler, ouderenpsycholoog Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop?

Nadere informatie

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Even voorstellen Psychische klachten: neuropsychiatrische symptomen (NPS) De laatste

Nadere informatie

Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven

Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven 1. Introductie (1) 1. Introductie (2) Comprehensive Geriatric Assessment

Nadere informatie

Jonge mensen met een dementie: Een bijzondere doelgroep

Jonge mensen met een dementie: Een bijzondere doelgroep Jonge mensen met een dementie: Een bijzondere doelgroep Sandra Hazebroek, GZ-Psycholoog Christian Bakker, GZ-psycholoog Florence, Lokatie Mariahoeve Expertisecentrum voor jonge mensen met een dementie

Nadere informatie

Herziening consensus Diagnostiek bij het dementiesyndroom

Herziening consensus Diagnostiek bij het dementiesyndroom Setting. Department of General Medicine, Red Cross Hospital, the Hague, the Netherlands. Method. In 1996, for all patients operated on for proximal femur fractues in 1991, data were collected from the

Nadere informatie

Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018

Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018 Wanneer is dementie erfelijk? Dr. Harro Seelaar Neuroloog-in-opleiding & arts onderzoeker Alzheimercentrum Erasmus MC 14 april 2018 Opbouw presentatie Wat is dementie Wat is DNA Wat is erfelijkheid Erfelijkheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie Alzheimercentrum VUMC Herkenning preseniele dementie Vroege verschijnselen:

Nadere informatie

Vascular Cognitive Impairment (VCI): cognitieve problemen door vaatschade. de diagnose: vasculaire dementie of vci vci poli.

Vascular Cognitive Impairment (VCI): cognitieve problemen door vaatschade. de diagnose: vasculaire dementie of vci vci poli. Casuïstiek Man 62 eigen zaak in kantoormeubilair geheugen en concentratieklachten na TIA Vascular Cognitive Impairment (VCI): cognitieve problemen door vaatschade Geert Jan Biessels Vascular Cognitive

Nadere informatie

Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop?

Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop? Wat kunt U daarmee? Alwies Hendriks, psychomotorisch therapeut Margje Mahler, ouderenpsycholoog Wie zijn wij? Wie bent u? Waar bent u werkzaam? Welke setting en sector? Wat wilt u leren van deze workshop?

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

Opbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie

Opbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie DEMENTIE Opbouw praatje Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie Definitie dementie Dementie is een syndromale diagnose, een ziekte

Nadere informatie

Stoornis in praktisch handelen. Dit bemoeilijkt de uitvoering van bijvoorbeeld koken, autorijden of hobby s.

Stoornis in praktisch handelen. Dit bemoeilijkt de uitvoering van bijvoorbeeld koken, autorijden of hobby s. Dementie 2 Dementie in de Nederlandse bevolking Dementie is een aandoening die vooral ouderen treft, maar het kan ook voorkomen op jongere leeftijd. In Nederland zijn er naar schatting ongeveer 300.000

Nadere informatie

ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015

ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015 ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015 Niet steeds dementie Vraagstelling: 1) Kan elke verwardheid voorkomen worden? 2) Wat kunnen we doen om te voorkomen? 3) Wat kunnen we doen bij acute

Nadere informatie

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast

Door dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast Door dwang gegijzeld (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen Roos C. van der Mast OCS bij ouderen De obsessieve-compulsieve stoornis is een persisterende en stabiele diagnose die zelden

Nadere informatie

Corticale en subcorticale dementie: bruikbare concepten?

Corticale en subcorticale dementie: bruikbare concepten? Corticale en subcorticale dementie: bruikbare concepten? door M.M.A. Derix Gepubliceerd in 1995, no. 3 Samenvatting Sedert twintig jaar wordt vaak het onderscheid gehanteerd tussen corticale en subcorticale

Nadere informatie

Clinical Patterns in Parkinson s disease

Clinical Patterns in Parkinson s disease Clinical Patterns in Parkinson s disease Op 28 november 2012 promoveerde Stephanie van Rooden aan de Universiteit van Leiden op haar proefschrift Clinical Patterns in Parkinson s disease. Haar promotor

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog... 1 Mogelijke gevolgen van een hersenbeschadiging... 1 Wat is een neuropsychologisch

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

15:40 16:00 uur. Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR. Ouderenpsychiater

15:40 16:00 uur. Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR. Ouderenpsychiater 5:40 6:00 uur Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR Ouderenpsychiater % psychiatrische problemen bij Alzheimer 60 50 40 30 20 0 0 Zhao et al, J Affect Disord 205 Wanneer spreken van van een depressie?

Nadere informatie

Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom

Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom Ede 15.09.2017 1 Dementie-gerelateerde gedragsveranderingen bij mensen met downsyndroom A. D. (Alain) Dekker Afdeling Neurologie en Alzheimer Research Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

Dementie op jonge leeftijd

Dementie op jonge leeftijd Dementie op jonge leeftijd Stand van zaken in de wetenschap 357 hits PubMed presenile young onset early onset dementia Wat zijn de ervaren problemen en behoeften van jonge dementerenden en hun familie

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Wat is dementie, wat is Alzheimer?! En wat komt er op ons af?! Prof Frans Verhey. Maastricht University Medical Center Alzheimer Centrum Limburg

Wat is dementie, wat is Alzheimer?! En wat komt er op ons af?! Prof Frans Verhey. Maastricht University Medical Center Alzheimer Centrum Limburg Wat is dementie, wat is Alzheimer?! En wat komt er op ons af?! Prof Frans Verhey Maastricht University Medical Center Alzheimer Centrum Limburg Dementie Veel meer dan een geheugenprobleem Toenemende afhankelijkheid

Nadere informatie

Cognitieve stoornissen en Depressie na TIA en beroerte. Anouk van Norden Neuroloog

Cognitieve stoornissen en Depressie na TIA en beroerte. Anouk van Norden Neuroloog Cognitieve stoornissen en Depressie na TIA en beroerte Anouk van Norden Neuroloog INTRODUCTIE Cognitive function in elderly individuals with cerebral small vessel disease an MRI study Anouk GW van Norden

Nadere informatie

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

! # #$ # # !% & '# (% %&'%) BIJLAGE C: Model van formulier voor verlenging: Aanvraagformulier tot VERLENGING van de terugbetaling van een specialiteit opgenomen in 223000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II Aanvraag

Nadere informatie

Psychogeriatrie of gerontopsychiatrie.

Psychogeriatrie of gerontopsychiatrie. Psychogeriatrie of gerontopsychiatrie. Psychogeriatrie : geneeskunde cognitieve beperkingen Gerontopsychiatrie psychiatrische ziekenhuizen - curatief Bedenkingen Binnen gerontopsychiatrie goede balans

Nadere informatie

Dementie, probleemgedrag en de mantelzorger

Dementie, probleemgedrag en de mantelzorger Dementie, probleemgedrag en de mantelzorger LOAG Gedragsstoornissen en psychiatrie bij dementie Utrecht, 16 april A. Kunneman, gz-psycholoog Introductie GZ-psycholoog Werkzaam op de GAAZ / poli geriatrie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39720 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hafkemeijer, Anne Title: Brain networks in aging and dementia Issue Date: 2016-05-26

Nadere informatie

Kenniscentrum Palliatieve Zorg Stichting Prisma

Kenniscentrum Palliatieve Zorg Stichting Prisma Kenniscentrum Palliatieve Zorg Stichting Prisma In deze presentatie Kenmerken van dementie Kenmerken van mensen met een verstandelijke beperking (VB) Kenmerken van dementie bij mensen met een VB Herkennen

Nadere informatie

Func/onele achteruitgang

Func/onele achteruitgang Veroudering Vergeetach/gheid Func/onele achteruitgang DEMENTIE Leeftijdsafhankelijk geheugenverlies 0 Lee?ijd 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 % Geheugen - 5-10 - 15-20 - 25 Leeftijdsafhankelijk

Nadere informatie

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Inleiding Neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen gedrag en de werking van de hersenen. De neuropsycholoog stelt met een psychologisch

Nadere informatie

AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study

AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study AGED: Amsterdam Groningen Elderly Depression Study Angst en depressie bij verpleeghuisbewoners; prevalentie en risico indicatoren Lineke Jongenelis Martin Smalbrugge EMGO, onderzoeksprogramma common mental

Nadere informatie

Dementie. Havenziekenhuis

Dementie. Havenziekenhuis Dementie Uw arts heeft met u en uw naasten besproken dat er (waarschijnlijk) sprake is van dementie. Mogelijk bent u hiervan geschrokken. Het kan ook zijn dat u of uw omgeving hier al op voorbereid was.

Nadere informatie

Diagnostiek bij de ziekte van

Diagnostiek bij de ziekte van N E U R O L O G I E Diagnostiek bij de ziekte van Alzheimer T R E F W O O R D E N D EMENTIE; ZIEKTE VAN A LZHEIMER; CT; MRI; BLOEDONDERZOEK; EEG, GENETISCH ONDERZOEK; DIAGNOSTIEK. door J.J. Claus en Ph.

Nadere informatie

Wat, waar, voor wie en waarom?

Wat, waar, voor wie en waarom? COGNITIEVE DIAGNOSTIEK voor ERGOTHERAPEUTEN Assessmentinstrumenten voor cognitieve problemen Prof. dr. Patricia De Vriendt Wat, waar, voor wie en waarom? 1 Woonzorgcentrum Zorgprogramma voor de geriatrische

Nadere informatie

De geheugenpolikliniek Snel duidelijkheid als het geheugen niet meer zo helder is

De geheugenpolikliniek Snel duidelijkheid als het geheugen niet meer zo helder is De geheugenpolikliniek Snel duidelijkheid als het geheugen niet meer zo helder is Wilma Knol, klinisch geriater en klinisch farmacoloog 5 juni 2013 De geheugenpoli in Tergooiziekenhuizen 1. Wie komt in

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rooden, Stephanie Maria van Title: Clinical patterns in Parkinson s disease Date:

Nadere informatie

Geert Jan Biessels VCI poli UMC Utrecht Stroke Centre

Geert Jan Biessels VCI poli UMC Utrecht Stroke Centre Vascular cognitive impairment eigen zaak in kantoormeubilair geheugen en concentratieklachten na TIA Geert Jan Biessels VCI poli UMC Utrecht Stroke Centre is dit een voorbode van dementie? woont met echtgenoot

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:

Nadere informatie

Geheugenpoli s Nu, en in de toekomst. Prof Frans Verhey

Geheugenpoli s Nu, en in de toekomst. Prof Frans Verhey Geheugenpoli s Nu, en in de toekomst Prof Frans Verhey Anno 1985 Je kunt er toch niets aan doen Huisarts wacht af Pappen en nathouden Bij crisis: cisordinol, RIAGG Ziekenhuisopname Verkeerde bed Verpleeghuis

Nadere informatie

Dementie in de palliatieve fase

Dementie in de palliatieve fase Dementie in de palliatieve fase Wie zijn wij? Marielle Rooijakkers Karin van Mersbergen Dementie Verzamelnaam voor een combinatie van symptomen waarbij de hersenen, informatie niet meer goed kunnen verwerken.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit hoofdstuk vat de in dit proefschrift beschreven onderzoeken samen. Na de samenvatting van de studies volgen de methodologische overwegingen en klinische implicaties. De ziekte

Nadere informatie

Vascular cognitive impairment

Vascular cognitive impairment Vascular cognitive impairment De afbeelding kan niet worden weergegeven. Mogelijk is er onvoldoende geheugen beschikbaar om de Geert Jan Biessels VCI poli UMC Utrecht Stroke Centre eigen zaak in kantoormeubilair

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Dementie Lezing voor SeniorenRaad Best

Dementie Lezing voor SeniorenRaad Best Dementie Lezing voor SeniorenRaad Best 15 maart 2018 Serge Roufs Specialist Ouderengeneeskunde Kaderarts psychogeriatrie Sociaal Geriater Curriculum Vitae Geboren en getogen in Eindhoven Eckartcollege

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Psychiatrische symptomen bij Lewy body ziekten. Groot Haags Geriatrie Referaat April 2017 Marielle Hofman, aios geriatrie

Psychiatrische symptomen bij Lewy body ziekten. Groot Haags Geriatrie Referaat April 2017 Marielle Hofman, aios geriatrie Psychiatrische symptomen bij Lewy body ziekten Groot Haags Geriatrie Referaat April 2017 Marielle Hofman, aios geriatrie Inhoudsopgave Casus Diagnostische criteria Pathofysiologie Psychiatrische symptomen

Nadere informatie

Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad

Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad Het Multipele Sclerose Formularium een praktische leidraad NB: Het voorschrijven van geneesmiddelen geschiedt onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de behandelend arts. Voor uitgebreidere informatie

Nadere informatie

Parkinson en Dementie

Parkinson en Dementie Parkinson en Dementie Alzheimer Café 4 februari 2019 dr. Arthur G.G.C. Korten neuroloog geheugenpolikliniek Laurentius Ziekenhuis Roermond Inhoud De ziekte van Parkinson Dementie Lewy Body Ziekte en Parkinsondementie

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Bavo Europoort helpt specialist in psychiatrie Inhoudsopgave Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Doelgroep

Nadere informatie

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding

Nadere informatie

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie F. Vanhee Neurologie AZG Epidemiologie Geschat aantal dementerenden 1990:90.000 2010: 170.000 2030: 230.000 Epidemiologie 3 4 5 Economics 6 Neuropathologie

Nadere informatie

Palliatieve zorg en Dementie verbinden. Jet van Esch Specialist ouderengeneeskunde

Palliatieve zorg en Dementie verbinden. Jet van Esch Specialist ouderengeneeskunde Palliatieve zorg en Dementie verbinden Jet van Esch Specialist ouderengeneeskunde Kennistoets Dementie kan alleen sluipend ontstaan ja/nee Bij dementie is ook het gevoel aangetast ja/nee Palliatieve zorg

Nadere informatie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral

Nadere informatie

VELE HANDEN. In kader van CVA. Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie

VELE HANDEN. In kader van CVA. Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie VELE HANDEN In kader van CVA Chinette Verhagen, Physician Assistant neurologie Informatiebijeenkomst 14-12-2010 aan wijkverpleegkundige betrokken bij CVA patiënten. Inhoud presentatie Wat is CVA Verschillende

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum Groningen

Universitair Medisch Centrum Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen Beter af met minder Reduction of Inappropriate psychotropic Drug use in nursing home residents with dementia Claudia Groot Kormelinck Prof.dr. Sytse Zuidema Probleemgedrag

Nadere informatie

Heeft mevrouw Alzheimer?

Heeft mevrouw Alzheimer? Heeft mevrouw Alzheimer? Dementie in de dagelijkse praktijk Marieke Perry, huisarts-onderzoeker Radboudumc Herkennen van dementie in de praktijk Mevr. Hendriks - 84 jaar VG: stabiele AP, wervelkanaal stenose,

Nadere informatie

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Het cognitieve functioneren Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Vragen Wat is het cognitieve functioneren? Welke factoren zorgen voor veranderingen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst. Dementie

Informatiebijeenkomst. Dementie Informatiebijeenkomst Dementie KBO Bergeijk - November 2016 Kristien Jansen, Specialist Ouderengeneeskunde Ellen Rozel, GZ-psycholoog Valkenhof Vergeetachtigheid is niet altijd een teken van dementie!

Nadere informatie

Psychische versus cognitieve stoornissen

Psychische versus cognitieve stoornissen Psychische versus cognitieve stoornissen De rol van de neuropsycholoog in dementiediagnostiek Drs. M.C. Verhaaf GZ-psycholoog Klinische neuropsychologie Het bestuderen van veranderingen in cognitie en

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Sam envatting en conclusies T E N

Sam envatting en conclusies T E N Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie

Nadere informatie

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten

Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten Proefschrift: S.U. Zuidema Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten met dementie Samenvatting Dementie is een ongeneeslijke aandoening met belangrijke effecten op cognitie, activiteiten

Nadere informatie

Vergeetachtigheid. Diagnostiek. AW Wind, H de Vries, YAL Pijnenburg

Vergeetachtigheid. Diagnostiek. AW Wind, H de Vries, YAL Pijnenburg Diagnostiek Vergeetachtigheid AW Wind, H de Vries, YAL Pijnenburg Van klacht naar probleem Vergeetachtigheid is een klacht waarvoor patiënten vaker dan vroeger naar de huisarts gaan omdat zij niet meer

Nadere informatie

Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM)

Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM) Ellen Bos-Ruijer, GZ-(neuro)psycholoog Wat gaan we doen? Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM) Ellen Bos-Ruijer, GZ-(neuro)psycholoog Algemeen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Geheugenpoliklinieken in Nederland

Geheugenpoliklinieken in Nederland N E U R O L O G I E Geheugenpoliklinieken in Nederland T R E F W O O R D E N GEHEUGENPOLI; GEHEUGEN; DEMENTIE; VROEGDIAGNOSTIEK. door F.R.J. Verhey, M.Nods, R.W.H.M. Ponds, Ph. Scheltens Samenvatting Geheugenpoli

Nadere informatie

Dementie Zorg voor zilver ga voor goud. Wim van den Dool, sociaal geriater 20 november 2012

Dementie Zorg voor zilver ga voor goud. Wim van den Dool, sociaal geriater 20 november 2012 Dementie Zorg voor zilver ga voor goud Wim van den Dool, sociaal geriater 20 november 2012 Programma Signaleren van cognitieve achteruitgang Geheugenklachten vs dementie Verschillende vormen van dementie

Nadere informatie