Studenten en RSI. R. de Bruin en M.C. Dekker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studenten en RSI. R. de Bruin en M.C. Dekker"

Transcriptie

1 Studenten en RSI 2000 R. de Bruin en M.C. Dekker

2 Studenten en RSI 2000 Uitgevoerd in opdracht van de Werkgroep RSI-Preventie Studenten IO Applied Ergonomics & Design Faculteit Industrieel Ontwerpen TU Delft November 2001

3 Studenten en RSI 2000 Dit onderzoek werd gedaan in opdracht van de Werkgroep RSI-Preventie Studenten IO, uitgevoerd door de sectie Applied Ergonomics & Design van de Faculteit Industrieel Ontwerpen, TU Delft. Vragenlijst Marijke Dekker Renate de Bruin Distribueren enquêteformulier Chris van den Berg Wim van Donselaar Statistische analyse Renate de Bruin Henk Lok Marleen Stumpel Verslaglegging Renate de Bruin Delft, 12 november 2001

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Werkgroep RSI-preventie Studenten IO... 5 Sectie Applied Ergonomics & Design (AED)... 6 Studentengezondheidszorg (SGZ)... 6 Arbo & Milieu Dienst (AMD)... 6 Opzet onderzoek... 7 Doel van het onderzoek... 7 Uitvoering onderzoek... 7 Resultaten... 8 Algemene gegevens... 8 Het beeldschermwerk... 8 De klachten... 9 Ernst van de klachten... 9 Locatie van de klachten algemeen... 9 Locatie van de klachten bij 1 e, 3 e en 4 e -5 e jaars studenten Locatie van de klachten op verschillende werkpleklocaties Onderzoeksvragen Letselverleden Aantal computeruren per dag Werkpleklocatie...11 Gewicht Leeftijd Studiejaar Multiple regressieanalyse Conclusies Aanbevelingen Literatuur Bijlage 1: Enquête-formulier Bijlage 2: Resultaten, algemene gegevens Leeftijd Cohort Geslacht Lengte en gewicht mannen Lengte en gewicht vrouwen Scatterplot lengte en gewicht, marker geslacht Bijlage 2: Resultaten, het beeldschermwerk Aantal uur beeldschermwerk per dag Computerervaring Locatie van de werkplek Bijlage 2: Resultaten, de klachten Algemeen Frequentie van klachten Duur klachten Letselverleden Bijlage 2: Resultaten, ernst van de klachten Bijlage 2: Resultaten, locatie van de klachten algemeen Oogklachten Nekklachten Schouderklachten Rugklachten Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 3

5 Inhoudsopgave Bovenarmklachten Elleboogklachten Onderarmklachten Polsklachten Handklachten Vingerklachten Bijlage 2: Resultaten, locatie van de klachten bij 1 e, 3 e en 4 e -5 e jaars studenten Locatie klachten eerstejaars studenten (met klachten) Locatie klachten derdejaars studenten (met klachten) Locatie klachten vierde en vijfdejaarsstudenten (met klachten) Bijlage 2: Resultaten, locatie van de klachten op verschillende werkpleklocaties Locatie klachten op werkplek voornamelijk faculteit Locatie klachten op werkplek voornamelijk thuis Locatie klachten op werkplek evenveel faculteit en thuis Locatie klachten op werkplek anders Bijlage 3: Onderzoeksvragen Onderzoeksvraag 1, frequentie en duur klachten bij letselverleden Onderzoeksvraag 2, vóórkomen van klachten na beeldschermwerk Onderzoeksvraag 3, frequentie van klachten Onderzoeksvraag 4, duur van de klachten Onderzoeksvraag 5, ernst van de klachten Bijlage 4: Opmerkingen en illustraties van de studenten Toelichting op vraag Toelichting op klachten algemeen Algemene opmerkingen Kritische opmerkingen Vragen Illustraties Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 4

6 Inleiding Inleiding De aandoening 'RSI', 'repetitive strain injuries' oftewel pijnklachten aan nek, schouders, armen en/of polsen als gevolg van een chronische overbelasting zijn momenteel bijna dagelijks in het nieuws. In arbeidssectoren waar beeldschermwerk een essentieel onderdeel van de werkzaamheden vormt, is de aandoening verantwoordelijk voor een groot percentage ziekteverzuim en vaak is (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid aan de orde. Ook op de TU Delft blijkt RSI een groeiend gezondheidsprobleem te zijn. De Studentengezondheidszorg (SGZ) in Delft constateert een enorme toename van studenten, bij wie pijnklachten in nek, armen en schouder gekoppeld aan het werken met de computer een grote studiebelemmering opleveren. Volgens fysiotherapeut Jeroen Gerrissen, die zijn praktijk op het sportcentrumterrein van de TU Delft heeft, kampen vooral promovendi, jonge onderzoekers en hard werkende studenten in toenemende mate met deze RSI-klachten. Uit een eerder exploratief onderzoek (De Bruin en Molenbroek, 2001) blijkt tevens dat een groot percentage studenten van de faculteit Industrieel Ontwerpen wel eens klachten na beeldschermwerk ervaart. Naar aanleiding van de toenemende RSI-problematiek op de faculteit Industrieel Ontwerpen werd in 1998 de Werkgroep RSI-Preventie Studenten IO opgezet. In samenwerking met de sectie Applied Ergonomics & Design (AED) van de subfaculteit Industrieel Ontwerpen (ID), faculteit Ontwerp, Constructie en Productie (OCP) van de Technische Universiteit Delft (TU Delft), de Studentengezondheidszorg (SGZ) en de Arbo & Milieu Dienst van de TU Delft (AMD) heeft deze werkgroep inmiddels een groot aantal preventie-activiteiten aangestuurd. De belangrijkste winst bij het terugdringen van RSI is te behalen door het voorkómen van klachten en door een vroege herkenning en snelle aanpak van beginnende klachten, aldus de werkgroep. Het geven van voorlichting is daarom belangrijk. Er zal echter ook meer onderzoek gedaan moeten worden om de oorzaken voor het onstaan van RSI en het effect van preventiemaatregelen te achterhalen. In dit kader geeft de werkgroep RSI-Preventie Studenten IO het initiatief voor een regelmatige peiling van de omvang en ernst van RSI-klachten bij studenten. In het rapport dat nu voor u ligt, worden de opzet, uitvoering en resultaten van het begin van een lange termijn onderzoek naar RSI bij studenten beschreven; het Studenten en RSI onderzoek 2000 (RSI2000). Dit eerste onderzoek moet als pilot worden beschouwd en de opzet zal naar gelang de onderzoekservaringen worden gewijzigd. In dit rapport wordt naast de resultaten, statistische analyse en conclusies daarom tevens aandacht besteed aan het verbeteren van het onderzoek, door analyse van de resultaten en het bestuderen van kritische opmerkingen die de proefpersonen in dit onderzoek naar voren brachten. Om in het kort te verduidelijken welke partijen zich bezighouden met RSI-preventie en onderzoek naar RSI bij studenten en medewerkers van de TU Delft, volgt nu van elke partij een korte beschrijving en de rol die zij mogelijk kunnen spelen in toekomstig onderzoek naar RSI. Werkgroep RSI-preventie Studenten IO De Werkgroep RSI-Preventie Studenten IO is in 2000 opgericht door Chris van den Berg onder mandaat van de opleidingsdirectie IO. De Werkgroep heeft de doelstelling geformuleerd om 'binnen twee jaar het aantal studenten dat aangeeft vaak tot zeer vaak RSI klachten te ervaren middels een aantal preventieactiviteiten met 50 procent te verminderen'. Eén van de belangrijkste taken van de werkgroep is daarmee de organisatie van RSI-preventie voor studenten. In het verleden heeft de werkgroep verschillende preventie-activiteiten verzorgd, waaronder het opzetten van een website over RSI, het maken van voorlichtingsposters, het geven van voorlichting aan studenten (door Chris van den Berg en Wim van Donselaar van de SGZ) en instructie (Caesar-therapeuten) over RSI tijdens college-uren, het geven van docentenvoorlichting en controle van de studentenwerkplekken en aanbieden van verbetersuggesties. Tevens is de werkgroep initiatiefnemer van het RSI2000 waarvan het resultaat nu voor u ligt. Zij wil met dit longitudinaal onderzoek toetsen in hoeverre de genomen preventiemaatregelen effect hebben gehad en met de opgedane kennis de preventie bijsturen. In de werkgroep zitten de volgende personen; Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 5

7 Inleiding Wim van Donselaar Leen Paauw Marijke Dekker Dirk van Drimmelen Chris van de Berg* Directeur Studentengezondheidszorg (SGZ) Arbo en Milieuadviseur OCP (AMD) Universitair docent en RSI onderzoeker OCP/IO (AED) Arbeidshygienist (AMD) Studentlid Opleidingsdirectie IO Sectie Applied Ergonomics & Design (AED) De sectie Applied Ergonomics & Design is al geruime tijd bezig met onderzoek naar RSI. Dit onderzoek heeft als centraal uitgangspunt om het gezondheidsprobleem bij studenten en medewerkers en de risicofactoren duidelijk in kaart te brengen om zo tot meer aanknopingspunten voor preventie te komen en op productniveau mogelijke oplossingen te kunnen formuleren. Tot nu toe zijn werden alleen eenmalige surveys uitgevoerd, waarbij het onmogelijk was iets over de causaliteit van de gevonden relaties te zeggen. Het is de bedoeling dat in de toekomst ook longitudinaal en prospectief onderzoek uitgevoerd wordt. In dergelijk onderzoek zullen studenten en medewerkers dus over een lange periode gevolgd worden, waardoor er mogelijk wel conclusies over de oorzaak van RSI en de effecten van preventiemaatregelen getrokken kunnen worden. De sectie AED wil met behulp van het RSI2000 een start maken met een prospectief, longitudinaal onderzoek en zo haar kennis omtrent het ontstaan van RSI vergroten. AED heeft de kennis om de gegevens te verwerken en te analyseren en levert op deze manier haar bijdrage. Studentengezondheidszorg (SGZ) De belangrijkste doelstelling van de SGZ is het verlenen van preventieve medische zorg aan studenten. Activiteiten zijn het geven van voorlichting (oa tijdens colleges en practica in samenwerking met de Werkgroep RSI-preventie Studenten IO), het begeleiden van studenten met lichamelijke en psychische problemen en het opstellen van medische verklaringen voor de studie. De SGZ streeft naar een goede kennis over RSI bij de studenten, die daardoor beter met de computer omgaan en sneller actie ondernemen bij het ontstaan van klachten. De resultaten van dit pilotonderzoek kan de SGZ beter inzicht geven in de mogelijke oorzaken van RSI. Arbo & Milieu Dienst (AMD) De Arbo & Milieu Dienst is als onderdeel van het Universitair Diensten Centrum belast met veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu (VGWM). De AMD opereert op centraal niveau. Tot de klanten worden de beheerseenheden, medewerkers, de Ondernemingsraad en de Onderdeelsdienstcommissies, de studenten en de studentenraad gerekend. De AMD is een kennisintensieve, professionele organisatie met een platte structuur en gecertificeerd als arbodienst. Zowel beleidsvoorbereiding als het adviseren en ondersteunen van de beheerseenheden op het gebied VGWM behoren tot de taken. De preventie van RSI bij medewerkers en studenten passen binnen dit takenpakket en vormen de motivatie voor de AMD om hulp en assistentie te bieden aan de werkgroep RSI-Preventie Studenten IO en het longitudinale onderzoek naar RSI op de TU Delft. * wordt vanaf september 2001 opgevolgd door Boudewijn Soetens Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 6

8 Opzet onderzoek Opzet onderzoek Doel van het onderzoek Dit longitudinaal onderzoek, dat wil zeggen, het monitoren van studenten door de jaren heen, heeft het doel om een beter inzicht te krijgen in het ontstaan van RSI bij studenten. De Werkgroep RSIpreventie Studenten IO is de initiator van het RSI2000. De sectie AED is verantwoordelijk voor de opzet en uitvoering van het RSI2000. Uitvoering onderzoek Dit onderzoek werd begin studiejaar 2000 uitgevoerd. Een korte schriftelijke enquête (opgesteld door Marijke Dekker en Renate de Bruin van de sectie AED) werd gehouden onder studenten bij de sinds 2000 verplicht ingeroosterde voorlichting over RSI tijdens practica en colleges door Chris van den Berg en Wim van Donselaar (SGZ) van de Werkgroep RSI-preventie Studenten IO. Er werden gegevens verzameld van eerste-, derde en vierde/vijfdejaars studenten. De gegevens van tweedejaars studenten gingen door een logistiek misverstand helaas verloren. De gegevens werden met behulp van het softwarepakket SPSS verwerkt en geanalyseerd. De resultaten zijn in de volgende hoofdstukken beschreven. Bij alle toetsingen is een grenswaarde voor statistische significantie van 0,05 gehanteerd. Ook werd een multivariate regressieanalyse gedaan (methode stepwise) om het relatieve belang van de genoemde risicofactoren vast te kunnen stellen. Het is de bedoeling dat elk jaar bij de verplichte voorlichting een dergelijke enquête wordt gehouden. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 7

9 Resultaten Resultaten Algemene gegevens Aan het onderzoek deden 290 studenten mee. De gemiddelde leeftijd van de studenten was 20,5 jaar (met min. leeftijd = 17 en max. leeftijd = 27). Van deze groep was 35% eerstejaars student, 56% derdejaars student en 9% vierde of vijfdejaars student. De verdeling man-vrouw bleek 54,5% man en 45,5% vrouw te zijn. Deze verhouding blijkt niet helemaal goed overeen te komen met de statistische gegevens over de man-vrouw verdeling bij de TU Delft (Statistisch jaarboek TU Delft 1999/2000). Na wat rekenwerk blijkt dat de verdeling man-vrouw in deze steekproef (rekening houdend met de verschillende vertegenwoordiging van leeftijdsgroepen) volgens verwachting 64,1% man en 35,9% vrouw had moeten zijn. Vrouwen zijn in deze steekproef dus iets oververtegenwoordigd. De gemiddelde lengte en het gemiddelde gewicht van de mannelijke studenten zijn resp.184,2 cm en 73,6 kg, van de vrouwelijke studenten resp. 170,7 cm en 61,6 kg. Deze waarden komen goed overeen met zowel de waarden die in eerder onderzoek bij studenten studerend aan dezelfde faculteit (De Bruin, 2000) werden gevonden, als met de waarden die in 1998 gevonden werden voor de gemiddelde Nederlandse mannen en vrouwen tussen de jaar (Dirken en Steenbekkers, 1998), zie tabel. Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Algemene gegevens. RSI2000 De Bruin 2000 Dirken en Steenbekkers 1998 Lengte mannen 184,2 184,3 184,8 Lengte vrouwen 170,7 171,4 168,6 Gewicht mannen 73,6 74,8 80,8 Gewicht vrouwen 61,6 63,5 66,7 Het beeldschermwerk Gemiddeld blijken de studenten 1-2 uur (38,5%) en 2-4 uur (27,5%) per dag de computer te gebruiken. Er zijn geen studenten die nooit met een computer werken. Eerstejaars studenten besteden de minste tijd aan computeren, vierde en vijfdejaars studenten besteden de meeste tijd achter de computer. De waarden die in dit onderzoek gevonden worden voor het aantal uur beeldschermwerk dat studenten per dag besteden, blijken niet goed overeen te komen met eerder gevonden waarden (De Bruin, 2000), zie tabel. De studenten uit het onderzoek van De Bruin 2000 blijken per dag langer de computer te gebruiken. Dit zou kunnen samenhangen met het feit dat ouderejaars studenten in dit laatste onderzoek enigszins oververtegenwoordigd waren en in het RSI2000 juist de jongerejaars studenten ruimschoots vertegenwoordigd zijn. Aantal uur b-werk per dag RSI2000 De Bruin 2000 Meer dan 6 uur 4% 17% 4-6 uur 10% 23% 2-4 uur 28% 39% 1-2 uur 39% 22% 0-1 uur 20% De gemiddelde werkervaring met computers bedraagt 0-5 jaar (47%) en 5-10 jaar (37%). Ouderejaars studenten hebben naar verhouding minder jaren computerervaring dan eerstejaars studenten. Daarnaast werken de meeste studenten thuis (42%) of evenveel op de faculteit als thuis (33%). Eerstejaars studenten werken naar verhouding vaker op de faculteit dan de derde, vierde en vijfdejaarsstudenten, deze werken vaker thuis. De gevonden waarden in dit onderzoek komen goed overeen met de waarden uit De Bruin 2000, zie tabel. Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Het beeldschermwerk. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 8

10 Resultaten Locatie van de werkplek RSI2000 De Bruin 2000 Voornamelijk faculteit 24% 24% Voornamelijk thuis 42% 41% Evenveel faculteit als thuis 33% 31% Anders 1% 4% De klachten Lichamelijke klachten na het beeldschermwerken blijken bij 61% van de ondervraagde studenten voor te komen, 39% ervaart dus geen klachten. De verhouding klachten en geen klachten na beeldschermwerk blijkt bij De Bruin 2000 anders te zijn. In dit onderzoek ervaarde 83% van de ondervraagden wel eens klachten na beeldschermwerk. Dit verschil zou kunnen samenhangen met het feit dat in dit laatste onderzoek relatief veel ouderejaars studenten met veel klachten meededen en aan het RSI2000 juist relatief veel eerstejaars studenten met minder klachten. Deze hypothese wordt ondersteund door een nadere analyse van de onderzoeksgegevens van het RSI2000 waaruit blijkt dat ouderejaars studenten naar verhouding meer klachten ervaren dan eerstejaars studenten. De meeste studenten in het RSI2000 blijken de klachten eens per week (35%) of eens per maand (45%) te ervaren. De klachten houden over het algemeen minder dan 1 uur aan (53%), hoewel bij een aantal studenten (29%) de klachten gedurende een halve dag aanhouden. Klachten die langer aanhouden komen minder vaak voor. De meerderheid van de studenten (85%) heeft geen mogelijke verklaring (bijvoorbeeld letsel uit het verleden) voor de oorsprong van de klachten. De resultaten uit het onderzoek De Bruin 2000 laten een soortgelijke verdeling zien, zie tabel. Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: De klachten. RSI2000 De Bruin 2000 Frequentie van de klachten Eens per jaar 13% Soms 61% Eens per maand 45% Eens per week 35% Vaak 28% Elke dag 7% Heel vaak 11% Duur klachten Minder dan 1 uur 53% Soms 61% Halve dag 29% Hele dag 12% Vaak 28% Een etmaal 4% Heel vaak 11% Meer dan een etmaal 2% Letselverleden Ja 15% 20% Nee 85% 80% Ernst van de klachten De meeste proefpersonen blijken eens per maand of eens per week minder dan één uur klachten te ervaren (resp. 26% en 16%). Ook zijn de groepen die eens per maand of eens per week een halve dag lang klachten ervaren relatief groot (resp. 13% en 13%). Met het berekenen van het totaal aantal uur klachten dat proefpersonen per jaar ervaren werd de ernst van de klachten bepaald. Het blijkt dat resp. 38% en 32% van de studenten tussen 1-48 uur en uur per jaar klachten ervaren. Dit betekent dat de meeste studenten die klachten ervaren, minder ernstige klachten ervaren. Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Ernst van de klachten. Locatie van de klachten algemeen De percentages geven aan hoeveel procent van de totale steekproef (in dit geval werden dus ook proefpersonen zonder klachten meegerekend) klachten op deze locatie ervaart, zie tabel. Voor een uitgebreid overzicht, zie Bijlage 2: De locatie van de klachten algemeen. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 9

11 Resultaten De gevonden waarden komen goed overeen met de waarden uit het onderzoek van De Bruin Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Locatie van de klachten algemeen. RSI2000 De Bruin 2000 Oogklachten 16%* 33%** Nekklachten 28%** 54%** Schouderklachten 27%** Rugklachten 19%* 27%** Bovenarmklachten 6% - Elleboogklachten 6% 29%** Onderarmklachten 17%* Polsklachten 26%** 41%** Handklachten 17%* 30%** Vingerklachten 10% Beenklachten - 7% * meer dan 15% van de proefpersonen ervaart op deze locatie klachten ** meer dan 25% van de proefpersonen ervaart op deze locatie klachten Locatie van de klachten bij 1 e, 3 e en 4 e -5 e jaars studenten Bij 51% van de eerstejaars studenten komen klachten na beeldschermwerk voor. Deze klachten betreffen voornamelijk de rug (41%), nek (53%), schouder (35%), pols (37%), hand (20%) en ogen (18%). Bij 63% van de derdejaars studenten komen klachten na beeldschermwerk voor. Deze klachten strekken zich over een groter gebied uit in vergelijking met de klachtlocaties van eerstejaars studenten. De klachten betreffen de rug (27%), nek (41%), schouder (47%), onderarm (27%), pols (38%), hand (31%), vingers (19%) en ogen (28%). Bij 92% van de vierde en vijfdejaars studenten komen klachten na beeldschermwerk voor. De vierde en vijfdejaars studenten hebben in vergelijking met eerste en derdejaars studenten ook op de meeste locaties klachten. Zij ervaren klachten in de rug (33%), nek (46%), schouder (54%), bovenarm (17%), elleboog (21%), onderarm (58%), pols (71%), hand (25%), vingers (18%) en ogen (29%). Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Locatie van de klachten bij 1 e, 3 e en 4 e -5 e jaars studenten. Locatie van de klachten op verschillende werkpleklocaties Bij 49% van de studenten die aangeven dat zij voornamelijk op de faculteit werken, komen klachten na beeldschermwerk voor. Deze klachten betreffen voornamelijk de rug (23%), nek (54%), schouder (49%), onderarm (17%), pols (26%), hand (40%), vingers (17%) en ogen (31%). Bij 68% van de studenten die voornamelijk thuis werken, komen klachten na beeldschermwerk voor. Deze klachten treden vooral op in rug (38%), nek (35%), schouder (42%), onderarm (37%), pols (45%), hand (27%), vingers (20%) en ogen (26%) Bij 60% van de studenten die evenveel op de faculteit als thuis werken, komen klachten na beeldschermwerk voor. Hun klachten betreffen rug (29%), nek (55%), schouder (47%), onderarm (21%), pols (50%), hand (19%) en ogen (22%). Zie voor de uitgebreide resultaten Bijlage 2: Locatie van de klachten op verschillende werkpleklocaties. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 10

12 Onderzoeksvragen Onderzoeksvragen Zie Bijlage 3 voor een overzicht van de onderzoeksvragen en de resultaten van de statistische analyse. Letselverleden Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat proefpersonen met een letselverleden vaker klachten zouden hebben dan proefpersonen zonder letselverleden. Ook blijken de klachten bij proefpersonen met letselverleden niet langer aan te houden dan bij proefpersonen zonder dergelijk verleden. Aantal computeruren per dag Proefpersonen die per dag gemiddeld veel tijd besteden aan computerwerkzaamheden, blijken: vaker klachten te ervaren frequenter klachten te ervaren minder ernstige klachten te ervaren (!) Werkpleklocatie Proefpersonen met klachten werken vaak thuis, proefpersonen zonder klachten werken vaker op de faculteit. Gewicht Proefpersonen die licht van gewicht zijn, blijken vaker klachten te ervaren dan proefpersonen die zwaarder zijn. Leeftijd Proefpersonen die een hogere leeftijd hebben, blijken: vaker klachten te ervaren langduriger klachten te ervaren ernstiger klachten te ervaren Studiejaar Ouderejaars studenten hebben in vergelijking met jongerejaars studenten vaker klachten. Opmerkingen Het blijkt dat proefpersonen die per dag veel tijd besteden aan computerwerkzaamheden vaker en frequenter klachten ervaren, maar dat zij tegelijkertijd minder ernstige klachten ervaren! Dit lijkt een erg tegenstrijdige uitkomst. Hoogstwaarschijnlijk zijn hier de antwoorden op de vraag over het gemiddelde aantal uur beeldschermwerk, vertroebeld door het ondervinden van ernstige klachten. Proefpersonen met ernstige klachten zijn door hun klachten mogelijk minder gaan werken. Uit de antwoorden op de onderzoeksvragen komt tevens naar voren dat de leeftijd en het aantal uur dat proefpersonen achter hun computer doorbrengen gerelateerd zijn aan klachten in het algemeen en de ernst van de klachten. Tussen de leeftijd en aantal uur beeldschermwerk per dag bestaat een relatie (Spearman s rho = en p = 0,000, zie ook grafiek). Oudere proefpersonen werken per dag gemiddeld langer met een computer dan jonge proefpersonen. Nu is de vraag welke variabele een doorslaggevende invloed heeft op de ontwikkeling van klachten, de leeftijd of het aantal uur achter een beeldscherm werken, of misschien beide variabelen. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 11

13 Onderzoeksvragen Gemiddelde leeftijd Leeftijd 23 22, , , , , uur 1-2 uur 2-4 uur 4-6 uur meer dan 6 uur Aantal uur beeldschermwerk per dag Gemiddelde leeftijd Partiële correlatie De partiële correlatie toets geeft uitkomst. Wanneer de relatie tussen het voorkomen van klachten en leeftijd gecorrigeerd wordt voor aantal uur b-werken, blijkt de relatie niet meer significant (p = 0,106). Maar wanneer de relatie tussen het aantal uur beeldschermwerken en klachten wordt gecorrigeerd voor de leeftijd, blijkt de relatie nog steeds significant (p = 0,005). Het aantal uur beeldschermwerken bepaalt dus de relatie met klachten. Dit geldt ook voor de ernst van de klachten. Partial correlation coefficients Controlling for.. VRAAG1 Leeftijd Vraag4 Leeftijd 1,0000 0,0950 (0) (288) p=, p=,106 Vraag4 0,0950 1,0000 (288) (0) p=,106 p=, (Coefficient / (D.F.) / 2-tailed Significance) Partial correlation coefficients Controlling for.. VRAAG1 Vraag4 Vraag1 Vraag4 1,0000 -,1640 (0) (288) p=, p=,005 Vraag1 -,1640 1,0000 (288) (0) p=,005 p=, (Coefficient / (D.F.) / 2-tailed Significance) Multiple regressieanalyse Met behulp van de multiple regressieanalyse is tevens achterhaald welke variabelen de belangrijkste voorspellers zijn voor de duur en de frequentie van de klachten. De variabele ernst werd ook getoetst, maar dit leverde geen resultaten op. De duur van de klachten wordt voorspeld door de variabele leeftijd. Bij oudere studenten houden de lichamelijke klachten na beeldschermwerken langer aan. Het model verklaart echter maar 6,7% van de variantie in de variabele duur van de klachten. Een partiële correlatietabel leert ook dat leeftijd een belangrijker voorspeller is voor de duur van de klachten dan bijvoorbeeld het aantal uur beeldschermwerken. De frequentie van de klachten wordt voorspeld door de variabele 1-2 uur beeldschermwerken per dag. Bij studenten die per dag 1-2 uur beeldschermwerken is de frequentie van lichamelijke klachten niet hoog. Het model verklaart slechts 2,3% van de variantie. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 12

14 Conclusies Conclusies Resultaten van eerder onderzoek (R. de Bruin, 2000) komen goed overeen op de punten lengte, gewicht, werkpleklocatie en locatie van de klachten, maar minder goed overeen op de punten voorkomen van klachten en aantal uur beeldschermwerk per dag. Studenten in het RSI2000 hebben minder vaak klachten en besteden ook minder tijd achter de computer. Een aantal uitkomsten na statistische analyse zijn tevens vergeleken met de uitkomsten van het onderzoek van De Bruin (2000). Duidelijk naar voren kwam in dit onderzoek was het belang van het aantal uur beeldschermwerken. Dit kwam minder duidelijk naar voren in onderzoek van De Bruin. Tevens werd in het RSI2000 de invloed van het geslacht op klachten (vrouwen ervaren meer klachten dan mannen) niet aangetoond. Wel kwam de leeftijd c.q cohort van de studenten in dit onderzoek tevens naar voren als voorspeller voor klachten. Lichamelijke klachten na beeldschermwerken zijn duidelijk gerelateerd aan het aantal uur dat iemand per dag met de computer werkt. Ook de frequentie en de ernst van de klachten blijken gerelateerd te zijn aan het aantal uur beeldschermwerken. Studenten die veel tijd besteden aan beeldschermwerken hebben méér en frequenter last van klachten, maar studenten met ernstige klachten werken juist duidelijk minder lang, waarschijnlijk als gevolg van deze klachten. Oudere studenten besteden daarbij per dag gemiddeld meer tijd aan beeldschermwerken dan jongere proefpersonen. Lichamelijke klachten houden bij oudere studenten tevens langer aan. Ouderejaars studenten hebben relatief minder jaren computerervaring, maar relatief meer klachten dan eerstejaarsstudenten. Het lijkt er dus op dat het aantal jaar dat men met een computer werkt niet bepalend is voor de ontwikkeling van klachten, maar het aantal uur dat men per dag besteedt aan het computeren. Daarbij geldt dat ouderejaars/oudere studenten per dag meer tijd besteden aan beeldschermwerken. Proefpersonen met een letselverleden hebben niet méér of frequenter last van klachten dan dat proefpersonen zonder letselverleden dat hebben. Proefpersonen met letselverleden blijken gemiddeld wat meer te wegen dan proefpersonen zonder letselverleden. Tevens zijn oudere studenten, met meer klachten, gemiddeld wat zwaarder dan jongere studenten. Dat proefpersonen die licht van gewicht zijn vaker klachten ervaren dan proefpersonen die zwaarder zijn, lijkt dus een op zichzelf staand verband. Studenten met klachten werken vaker thuis, studenten zonder klachten werken vaker op de faculteit en daarbij werken eerstejaars studenten naar verhouding vaker op de faculteit dan de derde, vierde en vijfdejaarsstudenten, want deze werken vaker thuis. Ouderejaars studenten hebben vaker klachten dan jongerejaars studenten. De locatie van de werkplek blijkt niet zo een belangrijke invloed uit te oefenen op de lichamelijke klachten na beeldschermwerk (partiële correlatie van cohort en klachten gecontroleerd voor de werkpleklocatie geeft p = 0,000 en partiële correlatie van werkpleklocatie en klachten gecontroleerd voor de cohort geeft p = 0,255). Kort samengevat: De resultaten van het RSI2000 komen op een aantal punten goed, op een aantal punten minder goed overeen met eerder onderzoek bij studenten door De Bruin (2000) Lichamelijke klachten na beeldschermwerk zijn duidelijk gerelateerd aan het aantal uur dat iemand per dag met de computer werkt Het aantal uur dat iemand per dag aan beeldschermwerken besteedt is voornamelijk gerelateerd aan klachten, het aantal jaar computerervaring maakt daarbij niet uit Lichamelijke klachten na beeldschermwerk blijken niet gerelateerd te zijn aan de werkpleklocatie Lichamelijke klachten houden bij oudere studenten langer aan Proefpersonen die licht van gewicht zijn hebben vaker klachten dan proefpersonen die zwaarder zijn Proefpersonen met letselverleden hebben niet méér of frequenter last van klachten dan proefpersonen zonder letselverleden Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 13

15 Aanbevelingen Aanbevelingen De oorzaak van de klachten is door de beperkte onderzoeksopzet (vragenlijst) moeilijk te achterhalen. De vragen schetsen alleen een beeld over de huidige toestand van RSI-gerelateerde problemen na computergebruik. Om iets te kunnen zeggen over het ontstaan van de klachten, zal in toekomstige vragenlijsten ook vragen over mogelijke risicofactoren, zoals werkdruk, werkwijze, houding, werkplek en fysieke conditie, opgenomen moeten worden. Opmerkingen op de enquêteformulieren wijzen er op dat een goede inleiding van het onderzoek ontbrak en als zodanig negatief werd ervaren. In een vervolgonderzoek zal aan de proefpersonen duidelijker moeten worden overgebracht waarvoor de gegevens gebruikt gaan worden en hoe ze gebruikt gaan worden. Een algemene professionele uitstraling zal het onderzoek op een andere manier een meer wetenschappelijke uitstraling kunnen geven. Grappige illustraties, waarmee de vragenlijsten opgesierd werden, leveren wel tekeninspiratie (zie bijlage 4), maar verminderen deze professionele uitstraling bijvoorbeeld wel. Ze kunnen, als ze verder geen functie hebben, beter weggelaten worden. Wat betreft de vragen in het onderzoek; - Vraag over tijdsbesteding aan beeldschermwerk per dag was volgens een proefpersoon moeilijk te beantwoorden omdat het gebruik heel erg schommelt. - Vragen over de duur en de ernst van de klachten moeten beter op elkaar afgestemd worden. Nu is het zo dat een proefpersoon kan invullen dat hij elke dag meer dan een etmaal lang klachten heeft. Deze vragen zijn voor een statistische toetsing bovendien niet goed bruikbaar. De antwoorden over de duur van de klachten zijn voor meerder interpretaties vatbaar; zo is niet duidelijk wat precies onder een halve dag verstaan wordt, of wat het verschil tussen een hele dag en een etmaal is. Het is beter om deze vragen iets exacter (bijvoorbeeld een schatting van het aantal uur dat de klachten aanhouden, hoewel hier ook een nadeel aanzit, namelijk dat proefpersonen nooit precies kunnen schatten hoe lang klachten in het verleden aanhielden). - Het is misschien raadzaam om, tevens in verband met de statistische analyse, in een volgende vragenlijst naar een specifiekere tijdsbesteding te vragen van het aantal uur dat men op de werkplek thuis zit en de werkplekken van de faculteit. - Nummering van de antwoorden was bij sommige vragen niet correct en er zitten schrijffouten in de vragen. - De antwoorden bij vraag 1 lopen van groot/veel naar klein/weinig. Het is duidelijker voor proefpersonen en handiger bij de data-analyse om consistent van groot naar klein of andersom van klein naar groot te nummeren. Hier dus van klein naar groot gebruiken. - De vraag over de tijdsbesteding aan beeldschermwerken werd in dit onderzoek waarschijnlijk vertroebeld door het ervaren van ernstige klachten. Proefpersonen die op het moment van het onderzoek ernstige klachten ervaarden, werkten ook minder met de computer. Dit gegeven zegt echter niets over het mogelijke ontstaan van de klachten; deze zou wel veroorzaakt kunnen zijn door te lang beeldschermwerken. In een volgende vragenlijst moet dus een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de tijdsbesteding aan beeldschermwerken vóór en na het verschijnen van de (ernstige) klachten. De voorlichting over RSI, die voorafgaande van het onderzoek, alsmede met behulp van het onderzoek werd gegeven, werd door meerdere proefpersonen zeer op prijs gesteld. In de toekomst hier dus weer veel aandacht aan schenken. Veel proefpersonen hadden vragen over hun eigen situatie, over klachten, houding en hulpmiddelen bijvoorbeeld. Misschien is het goed om in toekomstig onderzoek ook aan deze meer persoonlijke getinte vragen aandacht te besteden. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 14

16 Literatuur Literatuur Bruin, R. de (2000). RSI bij studenten onderzoeksverslag in het kader van IDE 450 Onderzoeksproject, subfaculteit Industrieel Ontwerpen, faculteit Ontwerp, Constructie en Productie aan de TU Delft. Bruin, R. de, J.F.M. Molenbroek (2001). RSI bij studenten: een casestudie naar de omvang, ernst en oorzaken van RSI-gerelateerde klachten bij studenten aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Tijdschrift voor Ergonomie, 26(4) Dirken, J.M., L.P.A. Steenbekkers (1998). Project data and design applicability. In: Steenbekkers, L.P.A. en C.E.M. van Beijsterveldt (eds.), Design-relevant characteristics of ageing users. Backgrounds and guidelines for product innovation. Delft: Delft University Press Statistisch jaarboek TU Delft 1999/2000 Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 15

17 Bijlage 1: Enquête-formulier Bijlage 1: Enquête-formulier Algemene gegevens Leeftijd:. jr. Geslacht: M / V Lengte:. cm. Gewicht: kg. Omcircel je juiste antwoord Het beeldschermwerk 1. Hoeveel uur werk je gemiddeld per dag met een computer? (dit kan zijn in verband met studie, werk of ontspanning). a. Meer dan 6 uur b. 4-6 uur c. 2-4 uur d. 1-2 uur e. 0-1 uur e. Ik werk nooit met een computer Vraag 2 alleen invullen als je bij de vorige vraag a, b, c of d hebt ingevuld 2. Hoe lang werk je al met een computer? a. Minder dan een jaar b. 0 tot 5 jaar c. 5 tot 10 jaar d. meer dan 10 jaar 3. Wáár doe je dit beeldschermwerk voornamelijk? Aan je werkplek aan de faculteit, je werkplek thuis of iets anders? a. Voornamelijk faculteit b. Voornamelijk thuis c. Evenveel op faculteit als thuis d. Anders 4. Komt het voor dat je lichamelijke klachten ervaart na het werken met een computer? Dit kan bv zijn pijn, tintelingen, doof gevoel, of krachtsverlies? Ja /Nee Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 14

18 Bijlage 1: Enquête-formulier De vragen 5 t/m 8 alleen invullen als je de vorige vraag met 'ja' hebt beantwoord. 5. Kun je aangeven in welk(e) lichaamsgebied(en) de klachten optreden? (Je kunt meerdere mogelijkheden aanklikken) a. De ogen b. De nek c. De schouders d. De rug e. De bovenarm f. De elleboog g. De onderarm h.. De pols i. De hand j. De vingers 6. Hoe vaak heb je (gemiddels) last van deze klachten in dit (deze) gebied(en)? a. Eens per jaar b. Eens per maand c. Eens per week d. Elke dag 7. Hoe lang houden de klachten dan gemiddeld aan na beeindiging van het werken met de computer? a. Minder dan een uur b. Een halve dag c. Hele dag e. Een etmaal f. Meer dan een etmaal Tot Slot 8. Heb je in het verleden ooit letsel opgelopen dat te maken zou kunnen hebben met bovenstaande klachten (zoals bijvoorbeeld een gebroken sleutelbeen)? Ja / Nee 9. Heb je nog vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze enquete? Dankjewel voor het invullen van deze enquête. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 15

19 Bijlage 2: Resultaten, algemene gegevens Bijlage 2: Resultaten, algemene gegevens Leeftijd Mean 20,54 Std. Deviation 1,88 Skewness,697 Std. Error of Skewness,143 Kurtosis,502 Std. Error of Kurtosis,285 Minimum 17 Maximum 27 *leeftijd in jaren Cohort Aan de enquête deden 102 (35%) eerstejaars, 163 (56%) derdejaars en 26 (9%) vierde of vijfdejaars studenten mee. Geslacht De steekproef bestond uit 158 (54.5%) mannelijke en 132 (45.5%) vrouwelijke proefpersonen Lengte en gewicht mannen lengte in cm gewicht in kg N Valid Missing 0 3 Mean 184,15 73,57 Std. Deviation 7,29 9,18 Skewness -,193,298 Std. Error of Skewness,193,195 Kurtosis -,361 -,327 Std. Error of Kurtosis,384,387 Minimum Maximum *lengte in cm en gewicht in kg 40 lengte in cm 30 gewicht in kg Frequency 10 Std. Dev = 7,29 Mean = 184,1 0 N = 158,00 165,0 170,0 175,0 180,0 185,0 190,0 195,0 200,0 167,5 172,5 177,5 182,5 187,5 192,5 197,5 lengte in cm Frequency 10 Std. Dev = 9,18 Mean = 73,6 0 N = 155,00 52,5 57,5 62,5 67,5 72,5 77,5 82,5 87,5 92,5 55,0 60,0 65,0 70,0 75,0 80,0 85,0 90,0 95,0 gewicht in kg Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 16

20 Bijlage 2: Resultaten, algemene gegevens Lengte en gewicht vrouwen lengte in cm gewicht in kg N Valid Missing 0 2 Mean 170,68 61,56 Std. Deviation 6,37 6,77 Skewness -,161,490 Std. Error of Skewness,211,212 Kurtosis -,073,330 Std. Error of Kurtosis,419,422 Minimum Maximum *lengte in cm en gewicht in kg 30 lengte in cm 50 gewicht in kg Frequency Std. Dev = 6,37 Mean = 170,7 0 N = 132,00 155,0 160,0 165,0 170,0 175,0 180,0 185,0 157,5 162,5 167,5 172,5 177,5 182,5 187,5 Frequency ,0 55,0 60,0 65,0 70,0 75,0 80,0 85,0 Std. Dev = 6,77 Mean = 61,6 N = 130,00 lengte in cm gewicht in kg Scatterplot lengte en gewicht, marker geslacht gewicht in kg geslacht Vrouw 1 0Man lengte in cm Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 17

21 Bijlage 2: Resultaten, het beeldschermwerk Bijlage 2: Resultaten, het beeldschermwerk Aantal uur beeldschermwerk per dag Hoeveel uur werk je gemiddeld per dag met een computer? (Dit kan zijn in verband met studie, werk of ontspanning). In uren. Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid meer dan 6 uur 11 3,8 3,8 3,8 4-6 uur 30 10,3 10,3 14,1 2-4 uur 80 27,5 27,5 41,6 1-2 uur ,5 38,5 80,1 0-1 uur 58 19,9 19,9 100,0 Total ,0 100,0 De meeste proefpersonen werken per dag 1-2 uur achter een computer. Andere grote groepen werken net iets meer (28% werkt 2-4 uur) of net iets minder lang (20% werkt 1-2 uur). Een klein percentage studenten werkt erg veel achter een computer (10% werkt 4-6 uur en 4% werkt meer dan 6 uur) en vallen hiermee binnen de omschrijving beeldschermwerkers. Er zijn geen studenten die nooit met een computer werken. 50 aantal uur beeldschermwerk per dag Aantal uur beeldschermwerk per dag Percent meer dan 6 uur 4-6 uur 2-4 uur 1-2 uur 0-1 uur Percentage uur 1-2 uur 2-4 uur 4-6 uur meer dan 6 uur Eerstejaars Derdejaars Vierde en vijfdejaars aantal uur beeldschermwerk per dag Wanneer per leeftijdsgroep (cohort) bekeken wordt hoe de tijdsbesteding aan beeldschermwerk per dag verdeeld is, blijken eerstejaars studenten relatief minder tijd per dag te besteden aan beeldschermwerk (de meesten zo n 1-2 uur) dan derdejaars studenten (waar een grotere groep 2-4 uur beeldschermwerk per dag doet) en de vierde en vijfdejaars studenten (grootste groep werkt 2-4 uur per dag). Computerervaring Hoe lang werk je al met een computer? Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 18

22 Bijlage 2: Resultaten, het beeldschermwerk Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid minder dan 1 jr 5 2,1 2,2 2,2 0-5 jr ,5 46,7 48, jr 83 35,6 36,6 85,5 meer dan 10 jr 33 14,2 14,5 100,0 Total ,4 100,0 Missing System 6 2,6 Total ,0 In jaren. Deze vraag werd alleen ingevuld als de proefpersoon meer dan 1-2 uur beeldschermwerk per dag deed. De gemiddelde werkervaring met computers bedraagt 0-5 jaar (47%) en 5-10 jaar (37%). Maar weinig studenten werken langer dan 10 jaar met een computer (15%), maar nog minder studenten werken pas sinds een jaar met een computer (2%). Er zijn geen studenten die nog nooit met een computer hebben gewerkt. Computerervaring Percentage Eerstejaars Derdejaars Vierde en vijfdejaars 10 0 minder dan 1 jr 0-5 jr 5-10 jr meer dan 10 jr Wanneer per leeftijdsgroep (cohort) bekeken wordt hoeveel jaar computerervaring aanwezig is, blijken er niet heel veel opvallende verschillen tussen de groepen (wat betekent dat ouderjaars studenten dus naar verhouding minder jaren computerervaring hebben). Opvallend is wel dat vierde en vijfdejaarsstudenten meestal 0-5 jaar de computer gebruiken, maar dat eerstejaarsstudenten de computer gemiddeld al 5-10 jaar gebruiken. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 19

23 Bijlage 2: Resultaten, het beeldschermwerk Locatie van de werkplek Wáár doe je dit beeldschermwerk voornamelijk? Aan je werkplek aan de faculteit, je werkplek thuis of iets anders? Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid voornamelijk faculteit 71 24,4 24,4 24,4 voornamelijk thuis ,9 41,9 66,3 evenveel faculteit thuis 96 33,0 33,0 99,3 anders 2,7,7 100,0 Total ,0 100,0 De meeste studenten werken thuis (42%) of evenveel op de faculteit als thuis (33%). Een kwart van de studenten (24%) werkt voornamelijk op de faculteit. Een enkeling werkt ergens anders (1%). Locatie van de werkplek Percentage Eerstejaars Derdejaars Vierde en vijfdejaars 0 voornamelijk faculteit voornamelijk thuis evenveel faculteit thuis anders Per leeftijdsgroep (cohort) blijkt de werkpleklocatie te verschillen. Eerstejaars studenten werken naar verhouding vaker op de faculteit dan de derde, vierde en vijfdejaarsstudenten, deze werken vaker thuis. Vierde en vijfdejaarsstudenten werken naar verhouding echter weer wat vaker op de faculteit (evenveel faculteit als thuis) dan derdejaars studenten die dus voornamelijk thuis werken. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 20

24 Bijlage 2: Resultaten, de klachten Bijlage 2: Resultaten, de klachten Algemeen Komt het voor dat je lichamelijke klachten ervaart na het werken met een computer? Dit kan bv. zijn pijn, tintelingen, doof gevoel, of krachtsverlies? Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid nee ,8 38,8 38,8 ja ,2 61,2 100,0 Total ,0 100,0 Klachten na beeldschermwerk blijken bij 61% van alle proefpersonen (n = 178) voor te komen, 39% (n = 113) ervaart geen klachten. Lichamelijke klachten na beeldschermwerk Percentage nee ja Eerstejaars Derdejaars Vierde en vijfdejaars Uit bovenstaande grafiek blijkt dat ouderejaars studenten vaker lichamelijke klachten na beeldschermwerk ervaren dan jongerejaars studenten. Frequentie van klachten Hoe vaak heb je (gemiddeld) last van deze klachten in dit (deze) gebieden? Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid eens per jaar 22 12,4 12,9 12,9 eens per maand 77 43,3 45,0 57,9 eens per week 60 33,7 35,1 93,0 elke dag 12 6,7 7,0 100,0 Total ,1 100,0 Missing System 7 3,9 Total ,0 De meeste proefpersonen blijken de klachten eens per week (35%) of eens per maand (45%) te ervaren. De frequentie van de klachten blijkt bij 13% van de proefpersonen eens per jaar te zijn en 7% heeft elke dag last van klachten. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 21

25 Bijlage 2: Resultaten, de klachten Duur klachten Hoe lang houden de klachten dan gemiddeld aan na beeindiging van het werken met de computer? Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid minder dan 1 uur 91 51,1 52,9 52,9 halve dag 50 28,1 29,1 82,0 hele dag 21 11,8 12,2 94,2 een etmaal 7 3,9 4,1 98,3 meer dan een etmaal 3 1,7 1,7 100,0 Total ,6 100,0 Missing System 6 3,4 Total ,0 Bij de meeste proefpersonen houden de klachten minder dan 1 uur aan (53%). Bij een aantal proefpersonen houden de klachten een halve dag aan (29%). Klachten die langer aanhouden komen minder vaak voor; gedurende de hele dag (12%), gedurende een etmaal (4%) en meer dan een etmaal (2%). Letselverleden Heb je in het verleden ooit letsel opgelopen dat te maken zou kunnen hebben met bovenstaande klachten (zoals bijvoorbeeld een gebroken sleutelbeen)? Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid nee ,7 85,1 85,1 ja 26 14,6 14,9 100,0 Total ,3 100,0 Missing System 3 1,7 Total ,0 De meerderheid van de proefpersonen (85%) heeft geen mogelijke verklaring (letsel uit het verleden) voor de oorsprong van de klachten. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 22

26 Bijlage 2: Resultaten, ernst van de klachten Bijlage 2: Resultaten, ernst van de klachten De ernst van de klachten die door de proefpersonen opgegeven worden, zou kunnen worden berekend uit de frequentie van de klachten en de duur van de klachten. Klachten die vaak voorkomen en lang aanhouden worden hierbij gedefinieerd als ernstiger klachten dan klachten die niet vaak voorkomen en niet lang aanhouden. Het aantal uur klachten per jaar wordt berekend en zo ontstaat een schaal van 4 x 5 = 20 stappen, zie de kruistabel frequentie x duur klachten en coderingstabel. duur klachten frequentie Total van klachten eens per jaar eens per maand eens per week elke dag minder dan 1 uur halve dag hele dag een etmaal meer dan een etmaal Total frequentie van klach eens per jaar eens per maand Count 0 minder dan 1 uur hele dag meer dan een etmaal eens per week elke dag halve dag een etmaal duur klachten Codering ernst van de klachten: Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 23

27 Bijlage 2: Resultaten, ernst van de klachten No. Beschrijving Aantal uur klachten per jaar Rangno. 1 eens per jaar minder dan een uur 1 x eens per maand minder dan een uur 12 x eens per week minder dan een uur 52 x elke dag minder dan een uur 365 x eens per jaar een halve dag 1 x eens per maand een halve dag 12 x eens per week een halve dag 52 x elke dag een halve dag 365 x eens per jaar een hele dag 1 x eens per maand een hele dag 12 x eens per week een hele dag 52 x elke dag een hele dag 365 x eens per jaar een etmaal 1 x eens per maand een etmaal 12 x eens per week een etmaal 52 x eens per dag een etmaal 365 x eens per jaar meer dan een etmaal meer dan 1 x 24 > eens per maand meer dan een etmaal meer dan 12 x 24 > eens per week meer dan een etmaal meer dan 52 x 24 > elke dag meer dan een etmaal meer dan 365 x 24 > Ernst van de klachten: Aantal uur klachten per jaar Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid ,7 6,7 6, ,2 1,2 7, ,0 3,0 10, ,1 26,1 37,0 24 1,6,6 37,6 36 1,6,6 38, ,7 12,7 50, ,4 16,4 67, ,6 3,6 70, ,3 13,3 84, ,0 3,0 87, ,0 3,0 90, ,5 5,5 95, ,6,6 96, ,4 2,4 98, ,6,6 99, ,6,6 100,0 Total ,0 100,0 30 ernst van de klachten: aantal uur klachten per j Percent Cumulative Percent ernst van de klachten: aantal uur klachten per jaar ernst van de klachten: aantal uur klachten per jaar Ernst van de klachten: Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 24

28 Bijlage 2: Resultaten, ernst van de klachten Aantal uur klachten per jaar Frequency Percent Valid Percent Cumulative Percent Valid 1-48 uur 63 38,2 38,2 38, uur 54 32,7 32,7 70, uur 32 19,4 19,4 90, uur 9 5,5 5,5 95, uur 5 3,0 3,0 98, uur 1,6,6 99, en meer uur 1,6,6 100,0 Total ,0 100, ernst van de klachten: aantal uur klachten per j Ernst van de klachten Percentage Percent uur uur uur 3072 en meer uur uur uur uur ernst van de klachten: aantal uur klachten per jaar 10 0 Eerstejaars Derdejaars Vierde en vijfdejaars 0 uur 1-48 uur uur uur uur uur 3072 en meer uur De meeste proefpersonen blijken eens per maand of eens per week gedurende minder dan een uur klachten te ervaren (resp. 26% en 16%). De groepen proefpersonen die eens per maand of eens per week gedurende een halve dag klachten ervaren zijn ook relatief groot (resp. 13% en 13%). Na de grafiek van de cumulatieve percentages te hebben bestudeerd, werd voor een mooiere indeling een nieuwe verdeling van het aantal uur klachten gemaakt. De resultaten zijn te zien in bovenstaande frequentietabel en grafiek. De meeste proefpersonen blijken niet ernstige klachten te vertonen (1-48 en uur klachten per jaar resp. 38% en 32%) Wanneer per leeftijdsgroep (cohort) naar de ernst van de optredende klachten wordt gekeken, blijkt er een trend te zijn dat ouderejaarsstudenten (vooral vierde en vijfdejaarsstudenten) meer uren klachten (ernstiger) ervaren dan jongerejaars studenten. Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 25

29 Bijlage 2: Resultaten, locatie van de klachten algemeen Bijlage 2: Resultaten, locatie van de klachten algemeen Oogklachten 15.5% Nekklachten 27.6% Rugklachten 19.3% Schouderklachten 27.2% Elleboogklachten 5.5% Bovenarmklachten 6.2% Polsklachten 25.9% Onderarmklachten 16.6% Vingerklachten 10.3% Handklachten 16.6% De figuur geeft per lichaamsdeel het percentage klachten na beeldschermwerk aan dat binnen de gehele steekproef gevonden werd (de proefpersonen zonder klachten meegerekend dus). De percentages zullen uiteraard hoger liggen als alleen de gegevens van proefpersonen met klachten verwerkt worden. Meer dan 25% van de proefpersonen ervaart op deze locatie klachten Meer dan 15% van de proefpersonen ervaart op deze locatie klachten Studenten en RSI 2000 November 2001 Eindrapport RSI2000.doc 26

Studenten en RSI. R. de Bruin en M.C. Dekker

Studenten en RSI. R. de Bruin en M.C. Dekker Studenten en RSI 2002 R. de Bruin en M.C. Dekker Studenten en RSI 2002 Uitgevoerd in opdracht van de Werkgroep RSI-Preventie Studenten IO Sectie Applied Ergonomics & Design Faculteit Industrieel Ontwerpen

Nadere informatie

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij:

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij: Correlatie analyse Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI! Hogeschool van Amsterdam Beeldschermwerk? Voorkom RSI! RSI, dat krijg ik toch niet, dat krijgen anderen... Iedereen die dagelijks langer dan 2 uur ononderbroken op de computer werkt loopt het risico om

Nadere informatie

SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I

SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I Hieronder volgen de SPSS uitvoer en de antwoorden van de opgaven van Stap 7: Oefenen I. Daarnaast wordt bij elke opgave

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

INFORMATIE RSI. Wat is RSI? 1.1 OORZAKEN

INFORMATIE RSI. Wat is RSI? 1.1 OORZAKEN INFORMATIE RSI Wat is RSI? RSI of Repetitive Strain Injury is een verzamelnaam voor een omvattende groep klachten van pijn aan nek-schouders, armen-ellebogen en polsen-handen-vingers. Ze worden ook wel

Nadere informatie

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Gezond werken aan het beeldscherm (voor medewerkers) Brochure voor medewerkers over het voorkomen van gezondheidsklachten door beeldschermwerk Inhoudsopgave Gezond

Nadere informatie

Onderzoek in het HBO. Vakkundigheid van medewerkers bij onderzoeksactiviteiten. Paper VFO, november 2008

Onderzoek in het HBO. Vakkundigheid van medewerkers bij onderzoeksactiviteiten. Paper VFO, november 2008 Onderzoek in het HBO Vakkundigheid van medewerkers bij onderzoeksactiviteiten Paper VFO, november 2008 Didi Griffioen, Katelijne Boerma & Uulkje de Jong Opbouw presentatie Outline onderzoek Kunde in zelfperceptie

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente Gezond werken aan het beeldscherm (voor leidinggevenden) Brochure voor leidinggevenden over de gezondheidsrisico s van beeldschermwerk Inhoudsopgave Gezond werken

Nadere informatie

Statistische Bijlagen Consumentenonderzoek.

Statistische Bijlagen Consumentenonderzoek. MPI HOLLAND Statistische Bijlagen Consumentenonderzoek. Statistische uitvoer Enquête Jos van Zuidam 24-6-2010 Deze bijlage bevat enkele achtergrondgegevens behorend bij de publicatie Consumentenonderzoek

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

RISICO S EN PROCEDURES

RISICO S EN PROCEDURES RISICO S EN PROCEDURES Marc Fluttert Arbo & Milieu Dienst (AMD) Faculteit der Wiskunde & Natuurwetenschappen Universiteit Arbo- en Milieudienst (AMD), Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen 1 INLEIDING

Nadere informatie

Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Aanleiding onderzoek Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Lydi de Lange bedrijfsfysiotherapeut paramedisch team Advisium Ermelo december

Nadere informatie

RSI voorlichting studenten FEW RSI in relatie tot:

RSI voorlichting studenten FEW RSI in relatie tot: studenten FEW RSI in relatie tot: Werkwijze Werkplekinrichting Werkorganisatie: werktaken werktijden werkdruk dienst Arbo en Milieu VU 2003, Isabel Priesman Inleiding toename beeldschermwerk studenten.

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

Adviezen bij KANS/rsi

Adviezen bij KANS/rsi Adviezen bij KANS/rsi U bent momenteel in behandeling wegens klachten aan arm, nek en schouders. Dit wordt ook wel KANS/rsi genoemd. Het begrip RSI (Repetitive Strain Injury) heeft in de praktijk een groot

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers RSI Informatie voor werknemers en werkgevers RSI RSI (Repetitive Strain Injury) is de veelgebruikte verzamelnaam voor klachten aan nek, bovenrug, schouders, armen, polsen en handen. Deze klachten komen

Nadere informatie

Checklist RSI-preventiebeleid

Checklist RSI-preventiebeleid Checklist RSI-preventiebeleid Onderwerp Informatie/ knelpunt? Prioriteit Inzicht 1. Verzuimgegevens Wat is het verzuimpercentage in uw organisatie? Hebt u inzicht in de verzuimoorzaken? Zo ja, is bekend

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag ,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag , TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag 19-11-2001, 14.00-17.00 uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie

Engelse taal bachelor psychologie UvT

Engelse taal bachelor psychologie UvT Engelse taal bachelor psychologie UvT Aanleiding Enkele studenten hebben hun teleurstelling uitgesproken over Engelstalige tentamens, zoals Inleiding Psychologie van Arbeid en Economie en Cultuurpsychologie.

Nadere informatie

BASISREGELIJS BIJ DE KLASSIEKE DESKTOP. De basisregels zijn gebaseerd op het 5 W-model. Een goed preventieplan besteedt aandacht acht deze factoren.

BASISREGELIJS BIJ DE KLASSIEKE DESKTOP. De basisregels zijn gebaseerd op het 5 W-model. Een goed preventieplan besteedt aandacht acht deze factoren. WAT IS HET PROBLEEM? Computers en multimedia-apparatuur zijn geïntegreerd in het dagelijks leven en worden alsmaar belangrijker, ook in het onderwijs. In deze sessie wordt het gebruik van ICT-materiaal

Nadere informatie

Handleiding SPSS tabellen en kruistabellen. In een paar stappen van spss data naar bruikbare informatie.

Handleiding SPSS tabellen en kruistabellen. In een paar stappen van spss data naar bruikbare informatie. Handleiding SPSS tabellen en kruistabellen In een paar stappen van spss data naar bruikbare informatie. A) Het openen van een databestand File \ open \ data Kies de naam van je databestand, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014 Wetenschappelijk onderzoek VoetreflexPlus behandelingen. Onderzoeksverslag voor Total Health De opleiding van Total Health leidt studenten op tot VoetreflexPlus therapeut. In het derde leerjaar van deze

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

1.10 Computeropstelling. veilig gebruik in het leslokaal

1.10 Computeropstelling. veilig gebruik in het leslokaal 1.10 Computeropstelling veilig gebruik in het leslokaal Werkwinkel info : Doelgroep : PA, TA, leerkrachten, directies Duurtijd : +/- 75 minuten Omschrijving : Computers en multimedia-apparatuur zijn geïntegreerd

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, uur

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 2 november 2011, 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en van een onbeschreven

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten

Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Opdrachten speciaal herontworpen voor eerstejaars studenten Auteur: Dick Vrenssen, docent pedagogiek psychologie onderwijskunde, Fontys Hogeschool Kind en Educatie In het schooljaar 2013/ 2014 heeft het

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

RESULTATEN KOTENQUÊTE

RESULTATEN KOTENQUÊTE RESULTATEN KOTENQUÊTE ACADEMIEJAAR 2005-2006 A. Algemeen De enquête werd afgenomen onder studenten van de UGent na de Paasvakantie van het academiejaar 2005-2006. Via de elektronische leeromgeving Minerva

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Algemene veiligheid voor Bachelors MS&T, LS&T, BFW

Algemene veiligheid voor Bachelors MS&T, LS&T, BFW Algemene veiligheid voor Bachelors MS&T, LS&T, BFW Marjolijne Samwel-Luijt September 2015 Arbo- en Milieudienst W&N We gaan het hebben over Veiligheid, gevaar en risico s Melden van incidenten en ongevallen

Nadere informatie

COMPUTERWERK. Multidisciplinaire Richtlijn NVAB. Dr. Erwin. M. Speklé, Eur.Erg. Voorzitter Human Factors NL

COMPUTERWERK. Multidisciplinaire Richtlijn NVAB. Dr. Erwin. M. Speklé, Eur.Erg. Voorzitter Human Factors NL COMPUTERWERK Multidisciplinaire Richtlijn NVAB Dr. Erwin. M. Speklé, Eur.Erg. Voorzitter Human Factors NL PROGRAMMA Begripsbepaling computerwerk Uitgangspunten en doel Inhoud richtlijn Behandeling vragen

Nadere informatie

Hieronder staat aangegeven wie er aan het onderzoek hebben meegedaan. Faculteit:95 Sophia:28 Overig (DDHK,Nieuw Hoboken, Woudestein): 41

Hieronder staat aangegeven wie er aan het onderzoek hebben meegedaan. Faculteit:95 Sophia:28 Overig (DDHK,Nieuw Hoboken, Woudestein): 41 Beste (oud)deelnemer van het RSI-onderzoek, In deze rapportage willen we u op de hoogte brengen van de resultaten van het RSI-onderzoek. Hieronder vindt u informatie over de gegevens die wij verzameld

Nadere informatie

R. de Bruin en J.F.M. Molenbroek. Samenvatting

R. de Bruin en J.F.M. Molenbroek. Samenvatting RSI bij studenten: een casestudie naar de omvang, ernst en oorzaken van RSIgerelateerde klachten bij studenten aan de subfaculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. R. de Bruin en J.F.M. Molenbroek

Nadere informatie

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Inleiding: In het kader van het project economische barometer is in 2012 gekozen voor het onderwerp zorgverlening en vooral het gebruik van de zorgverleners,

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor TeMa (S95) op dinsdag 3-03-00, 9- uur. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

KANS door beeldschermwerk

KANS door beeldschermwerk Voorkomen is beter dan genezen KANS door beeldschermwerk Erasmus Universiteit Rotterdam Risicofactoren Wat kun je er aan doen? Verschillende factoren spelen een rol bij de kans op het ontwikkelen van klachten.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Orange

Onderzoeksrapport Orange Leiden Juni 2005 Groep 8 Ingrid Olsthoorn Remy Portier Angela Stil Maaike Verspaandonk Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde Inhoudsopgave 2 Samenvatting 3 Inleiding 4 Vraagstelling 5 Resultaten 6 Conclusie

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Het effect van een schouderbeschermer op schouderklachten en productiviteit van steigerbouwers

Het effect van een schouderbeschermer op schouderklachten en productiviteit van steigerbouwers Het effect van een schouderbeschermer op schouderklachten en productiviteit van steigerbouwers L.A.M. Elders, T.I.J. van den Berg, A. Burdorf Erasmus MC, Rotterdam l.elders@erasmusmc.nl Tel: 06-55741585

Nadere informatie

Subject: Taak 1.2.20

Subject: Taak 1.2.20 Taak 1.2.20 Tutor : vd Biggelaar Mentor : vd Biggelaar Klas : MT1A Gemaakt door : Tommy & Paul van der Linden 1 Inhoud! Taak 1.2.20 Inhoud!... 2 Inleiding... 3 Trekken en Duwen... 4 Tillen... 4 Zitten...

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

Algemene veiligheid. Marc Fluttert. Arbo & Milieu Dienst (AMD) Faculteit der Wiskunde & Natuurwetenschappen

Algemene veiligheid. Marc Fluttert. Arbo & Milieu Dienst (AMD) Faculteit der Wiskunde & Natuurwetenschappen Algemene veiligheid Marc Fluttert Arbo & Milieu Dienst (AMD) Faculteit der Wiskunde & Natuurwetenschappen Universiteit Arbo- en Milieudienst (AMD), Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen 1 Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten

Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten Checklist voor opsporen beeldschermgebonden lichamelijke klachten vhp ergonomie Huygensstraat 13a 2515 BD s-gravenhage t 070 389 2010 e info@vhp-ergonomie.nl i www.vhp-ergonomie.nl 1 Blok 1: klachten 1

Nadere informatie

REPETITIVE STRAIN INJURIES REVIEWED

REPETITIVE STRAIN INJURIES REVIEWED Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie REPETITIVE STRAIN INJURIES REVIEWED Rapportage naar het vóórkomen van RSI-gerelateerde klachten als gevolg van het verrichten

Nadere informatie

Werkstress hoger management

Werkstress hoger management Werkstress hoger management GfK Oktober 2017 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 Management summary Slide 3-4 Onderzoeksresultaten Slide 5-17 Onderzoeksverantwoording Slide 18-20 Contact Slide 21-22 2 Management Summary

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Resultaten van het onderzoek naar de. kwaliteit van leven. van de partner van een persoon met NAH

Resultaten van het onderzoek naar de. kwaliteit van leven. van de partner van een persoon met NAH Resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van leven van de partner van een persoon met NAH Meer zicht krijgen op de impact van NAH op het leven van de partners van mensen met NAH. Vanuit dit inzicht

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Rapport Lectoraat elearning

Rapport Lectoraat elearning Rapport Lectoraat elearning INHOLLAND Hogeschool Rotterdam, 24 mei 05 Door: In opdracht: Chablis Platenburg Lectoraat elearning, Lector Dr. G. Wijngaards, INHOLLAND Hogeschool 1. ICT gebruik van INHOLLAND

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland Toolbox: Fysieke belasting Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat verstaan we onder fysieke belasting? De door

Nadere informatie

BEELDSCHERMWERK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt

BEELDSCHERMWERK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Boomteelt en Vaste plantenteelt BEELDSCHERMWERK Langdurig achter een beeldscherm werken, kan leiden tot gezondheidsklachten. Dit zijn klachten van nek, bovenrug, schouders, armen, polsen en handen. Onderzoek heeft uitgewezen dat vanaf

Nadere informatie

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240) instructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01/CREBO:50240) pi.cal0v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd

Nadere informatie

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,

Nadere informatie

Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk

Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport R09433/031-20074 Het gebruik van de Wigli tijdens kantoorwerk Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023 554 93 94

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

STEP WerkPlekAnalyse bij

STEP WerkPlekAnalyse bij STEP WerkPlekAnalyse bij Inleiding De STICHTING ERGONOMIE & PREVENTIE (STEP) is gevraagd de werkplek van mevrouw G. te analyseren, risicofactoren te inventariseren en advies te geven over een optimale

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening

Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening Patiëntgerichte zorg voor mensen met gevorderde kanker of een ernstige chronische aandoening Wat zijn uw ervaringen? Informatie voor mantelzorgers Wat houdt het onderzoek in? Er kan nog veel verbeteren

Nadere informatie

Wat is er aan de hand?

Wat is er aan de hand? Wat is er aan de hand? Hieronder staan allerlei praktijksituaties die op jou van toepassing kunnen zijn. Herken je hier iets van? Als je op de items klikt, krijg je als advies welke oplossingen uit de

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1

Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1 Aspecifieke klachten aan arm, nek en/of schouder 1 blijven? In de linkerkolom vindt u de verschillende onderwerpen die in deze folder behandeld worden. Door te klikken op deze items gaat u direct naar

Nadere informatie

HR & Participatie 2014-2015

HR & Participatie 2014-2015 HR & Participatie 2014-2015 samenvatting Het onderzoek naar de Participatiewet 2015 is een kwantitatief online onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse bedrijven (verdeeld naar de categorieën 50-99 werk

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

Wat vinden bedrijven?

Wat vinden bedrijven? Wat vinden bedrijven? Een peiling onder HRM ers en P&O ers over het in dienst nemen van een Wajongere Juni 2009 * Kenniscentrum CrossOver * Nieuwegein COLOFON Uitgave: Kenniscentrum CrossOver Schouwstede

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40), op maandag 5 januari 2009 14.00-17.00 uur

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40), op maandag 5 januari 2009 14.00-17.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek voor BMT (2DM4), op maandag 5 januari 29 4.-7. uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine en van een onbeschreven

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

DEZE PAGINA NIET vóór 8.30u OMSLAAN!

DEZE PAGINA NIET vóór 8.30u OMSLAAN! STTISTIEK 1 VERSIE MT15303 1308 1 WGENINGEN UNIVERSITEIT LEERSTOELGROEP MT Tentamen Statistiek 1 (MT-15303) 5 augustus 2013, 8.30-10.30 uur EZE PGIN NIET vóór 8.30u OMSLN! STRT MET INVULLEN VN NM, REGISTRTIENUMMER,

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden Enquête Mantelzorg en dementie 2014 Vooraf In juli 2014 vroegen wij onze leden naar hun ervaringen met mantelzorg in het algemeen, en mantelzorg

Nadere informatie

Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta)

Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta) Voorbeeld. Resultaten studentenenquête Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop (capita selecta) (RP54) Studiejaar 2008-2009 Afdeling Onderwijs, Studentenzaken & Onderzoek Faculteit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Grafieken Cirkeldiagram

Grafieken Cirkeldiagram Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie