6,5. Vrouwen werken omdat ze het leuk vinden. Een op de vijf mannen werkt in deeltijd. Meer vrouwen in mannelijke beroepen.

Transcriptie

1 Werkstuk door een scholier 2822 woorden 16 september ,5 64 keer beoordeeld Vak Economie Deelvraag:1 Hoe is het gekomen dat vrouwen steeds meer zijn gaan werken? Vrouwen werken omdat ze het leuk vinden. Steeds meer vrouwen gaan werken, dat is niet tegen te houden. Hoger opgeleide vrouwen zetten op dit moment al de trend: bijna zeventig procent van hen heeft een baan. Ook als ze kinderen krijgen, blijven hoger opgeleide vrouwen werken. De belangrijkste reden is dat ze werken leuk vinden. Een andere reden voor dat steeds meer vrouwen gaan werken heeft te maken met economische noodzaak. Rond de eeuwwisseling ontstaat er een schaarste aan arbeidskrachten, zodat bedrijven in de rij zullen staan om vrouwen te rekruteren. Bovendien ontstaat de schaarste juist in sectoren waar vrouwen nu al goed vertegenwoordigd zijn: de dienstensector en de kwartaire sector (onderwijs, gezondheidszorg). De helft van de huisvrouwen wil niet gaan werken. Maar er zijn ook veel vrouwen die door hun kinderen toch niet gaan werken omdat ze hun werk niet kunnen combineren met de kinderen. Financiële steun om kinderopvang te krijgen is ook niet genoeg. Er zijn ook veel herintreders die gelijk wel willen gaan werken alleen die krijgen te horen dat ze te oud zijn, dat ze geen kans maken en toch werkgevers toch geen behoeft hebben aan vrouwen die alleen onder schooltijden willen werken. Een op de vijf mannen werkt in deeltijd. Mannen willen steeds vaker de zorg voor kinderen delen met hun partner en kiezen vaker voor deeltijdwerk. Op dit moment werkt bijna één op de vijf mannen in deeltijd. Ruim veertig procent van de paren, zo blijkt uit een FNV-onderzoek van 1993, wil werk en zorg eerlijker verdelen. Vrees voor inkomensverlies en loopbaanmogelijkheden is momenteel voor mannen nog een drempel bij het kiezen voor deeltijdwerk. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau hebben paren in toenemende mate een gelijksoortige opleiding en daarmee vaker een soortgelijk inkomen. In de onderhandelingen over werken in deeltijd zijn vrouwen en mannen steeds vaker financieel gelijkwaardige partners. In steeds meer sectoren is werken in deeltijd een optie, soms mede dankzij een schaarste aan goede medewerkers. Een voorbeeld daarvan is de automatiseringsbranche, waar werken in deeltijd tot voor kort een taboe was. Meer vrouwen in mannelijke beroepen. Was een kwart eeuw geleden nog niet één op de vijf studenten vrouw, momenteel worden de collegebanken van wo- en hbo-instellingen voor de helft gevuld door vrouwelijke studenten. Uit een gezamenlijk onderzoek van het CBS en de Verenigde Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) Pagina 1 van 6

2 blijkt dat vrouwen over het algemeen betere leerlingen zijn: ze studeren sneller af. Hoewel er nog steeds studierichtingen bestaan met vooral vrouwelijke studenten (zoals psychologie en pedagogische studies) of juist mannelijke studenten (technische en bèta-richtingen), wordt dit minder. In technische richtingen zijn steeds meer vrouwen te vinden bij studies die tevens een gamma-component hebben, zoals bouwkunde, industriële vormgeving en technische bedrijfskunde. Technische studies met een gamma-component zijn volgens veel werkgevers ook de studies van de toekomst. Bedrijven moeten namelijk steeds klantgerichter werken en een puur technische oriëntatie is daarbij een hindernis. Op beroepsniveau neemt de scheiding tussen vrouwen en mannen af: het aantal specifiek mannelijke beroepen en specifiek vrouwelijke beroepen daalt, zo blijkt uit het promotie-onderzoek van de sociologe Fokje Faber aan de Erasmus Universiteit. Zelfs in beroepen met een zeer mannelijk imago - zoals ondernemer en manager - neemt het aantal vrouwen langzaam, maar gestaag toe. Een kwart van de ondernemers is momenteel vrouw. Ongeveer één op de zeven managers is vrouw, aldus het Jaarboek Emancipatie Nog weinig vrouwen aan de top Al lijkt de weg voor vrouwen naar de top ook steeds meer geplaveid, in topposities dringen vrouwen nog weinig door. In echte topfuncties - bestuur of directie van de grotere bedrijven - is nog geen drie procent vrouw, zo blijkt uit onderzoek van de Elite Groep te Uden. Het tijdschrift HP/De Tijd signaleert twee oorzaken: vrouwen zijn onzekerder en vrouwen haken af als ze werk en kind niet kunnen combineren. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat vrouwen zich over het algemeen verantwoordelijker voelen voor de zorg voor hun kinderen dan mannen. Zij beslissen dan ook veel vaker korter te gaan werken om meer bij hun kinderen te zijn. De onzekerheid van vrouwen over hun capaciteiten heeft onder andere te maken met een groter realisme. Vrouwelijke studenten, werknemers en ondernemers zijn realistischer over hun slaagkansen dan mannen, maar in de praktijk is lef óók belangrijk om te kunnen scoren. Een initiatief als Opportunity in bedrijf - een plan van overheid en een tachtigtal bedrijven om de in- en doorstroom van vrouwen te bevorderen - laat zien dat bedrijven daadwerkelijk vrouwen op topposities willen. Het feit alleen al dat er headhunterbureaus bestaan die zich speciaal richten op vrouwen in hogere posities, ondersteunt dit gegeven. Deelvraag 2: Is er verschil tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt? Doordat vrouwen steeds meer deelnemen aan de arbeidsmarkt is het aantal banen de laatste jaren enorm gestegen. Het aantal banen steeg de laatste 6 maanden met 60 duizend tot bijna 7,4 miljoen banen. Voor vrouwen betekende dat 47 duizend deeltijdbanen en 13 duizend fulltime banen. Het nadeel van dit allemaal is dat werkloze mannen moeilijker aan een baan komen. De vrouwen hebben meestal een opleiding gehad en komen daarom wel in aanraking voor middelbare of hoge functies, maar de meeste mannen die werkloos zijn hebben geen opleiding gehad en komen daarom daarvoor niet in aanmerking. De toename van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt heeft vooral betrekking op de deeltijdbanen. Zo n 70% van de vrouwen heeft een deeltijd baan en maar 20 % van de mannen werkt parttime. Waarschijnlijk zal de werkloze man het steeds moeilijker krijgen om een baan te zoeken omdat het deelnemingspercentage van vrouwen op de arbeidsmarkt steeds meer toeneemt. Pagina 2 van 6

3 Uit onderzoekt blijkt dat ook steeds meer mannen een deeltijdbaan nemen, waarschijnlijk omdat ze dit kunnen combineren met het werk van de vrouw. Omdat Nederlandse vrouwen steeds meer leven zoals mannen dat doen wijkt het sterftecijfer ook minder af van dat van de mannen. Gemiddeld leven mannen korter dan vrouwen, omdat zij meer met stress leven op het werk. Mannen leefden eerst een stuk ongezonder dan vrouwen, maar dat is nu veranderd sinds meer vrouwen zijn gaan werken. Zij nemen nu ook de druk van het werken op zich terwijl ze daarna nog voor het huishouden moeten zorgen. Ze hebben ook de werkstijl van mannen overgenomen, steeds meer vrouwen roken, drinken een glaasje wijn met collega s en gaan dus eerder dood dan vroeger. Vrouwen staan er om bekent dat ze meer stress krijgen bij het werk dan mannen. Dit loopt dus nog erger toe als vrouwen steeds meer gaan werken. Ze zouden zich op hun werk al druk maken of het huishouden in orde is en thuis of het werk wel goed is gedaan. Alle rust uit een vrouw haar leven zou weggenomen zijn. Als dit na een tijd niet meer goed gaat zijn ze snel geïrriteerd en komen er veel ruzies over. Mannen hebben dit niet zo omdat ze de zorg van het huishouden vaak automatisch over laten aan de vrouw en ze zijn veel meer gewent om fulltime te werken. Het belangrijkste verschil tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt is het soort werk dat ze doen. De vrouwen werken voornamelijk in de zorg en er zijn maar weinig vrouwen die in de bouw werken. Het zijn meestal de mannen die een topfunctie hebben in een bedrijf. Vrouwen hebben de meeste topfuncties in deeltijdbanen, maar leidinggevende functies blijken toch moeilijk in een deeltijdbaan. Bij deeltijdbanen duurt het een stuk langer totdat je eenmaal genoeg ervaring hebt. Vrouwen gaan meestal ook op latere leeftijd werken omdat ze uit traditionele redenen eerst voor de kinderen willen zorgen. Zij voelen zich hier verantwoordelijker voor dan hun man. Ze willen de eerste jaren van hun kinderen op de voet volgen. Na de eerste jaren is het een stuk moeilijker om te gaan werken voor vrouwen, omdat ze gewent zijn bij de kinderen thuis te zijn. Pas als alle kinderen naar school zijn, voelen de meeste vrouwen er wel wat voor om te gaan werken. Deelvraag 3: Worden vrouwen gewaardeerd op de arbeidsmarkt? Vrouwen worden wel degelijk geaccepteerd op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil zelf de huisvrouwen vanaf dit jaar een bonus geven als ze deelnemen aan de arbeidsmarkt. Wanneer ze een baan aannemen kunnen ze een premie van 60 duizend gulden (ruim 27 duizend Euro) verwachten. Dit is met als doel om over tien jaar 950 duizend vrouwen op de arbeidsmarkt te hebben. Vrouwen zijn erg hard nodig op de arbeidsmarkt, omdat heel veel banen open liggen. De overheid wil dat alle traditionele huisvrouwen of vrijwilligers betaald werk gaan doen. De overheid wil graag huisvrouwen omdat zij van aanpak weten. Ze zijn immers gewent om een huishouden bij te houden. Volgens de overheid zijn deze vrouwen erg geschikt voor zorg en onderwijs. Er zijn nog maar 1,4 fulltime huisvrouwen en van de overheid moet dat getal nog minder worden. Mannen zullen het niet zo fijn vinden dat steeds meer vrouwen gaan werken. Ze zijn gewent van vroeger dat vrouwen thuis voor het huishouden zorgen en thuis zijn als de kinderen thuiskomen van school. Er wordt ook slecht gedacht over kinderopvang. Dat de moederliefde daaronder lijdt en dat het kind en het gezin geen goede toekomst zal krijgen. Dit lijdt ook tot veel scheidingen, omdat veel vrouwen een nieuwe start willen maken. Ook zal de werkgelegenheid voor de mannen afnemen als er steeds meer vrouwen gaan werken. Mannen Pagina 3 van 6

4 zijn daar natuurlijk niet blij mee. Vooral de mannen die werkloos zijn hebben daar moeite mee, omdat het voor hen dan moeilijker wordt een baan te vinden. Mannen zijn meestal van vroeger opgevoed dat vrouwen voor het huishouden zorgen. Ze zijn niet gewent om vrouwen te zien werken. Mannen vinden het raar om met vrouwen samen te werken omdat ze van gedrag zoveel verschillen. Maar dit is geen goede reden, want elk mens verschilt van elkaar. Als ze andere mannelijke collega s accepteren dan zullen ze dat ook moeten doen met de vrouwelijke. De vrouwen die nu al zover zijn dat ze voor de goede carrières in aanmerking komen, hebben hun ervaring opgedaan in een mannencultuur. Ze zijn opgeklommen omdat ze daar goed mee om konden gaan. Waarschijnlijk zijn dat de vrouwen die erg lijken op de dominante mannen van een bedrijf. Tussen vrouwen onderling zijn immers net zoveel verschillen als tussen mannen en vrouwen als 'soort'. Ook voor de vrouwen (evenals mannen) bepaalt de omgeving hoe we ons ontwikkelen. Het is voor mannen wel raar als vrouwen een hogere functie hebben dan mannen, omdat mannen eigenlijk altijd sterkere wezens zijn geweest dan vrouwen. Hiermee zullen zij in het begin moeite mee hebben, maar uiteindelijk wordt het de normaalste zaak van de wereld. Het probleem wat men ziet wanneer vrouwen aan de arbeidsmarkt deelnemen is het pensioen. Volgens sommige hebben alleen mannen recht op een pensioen, omdat dat altijd zo geweest is. Maar nu vrouwen ook veel gaan werken hebben zij ook recht op een pensioen. Het probleem daarbij is dat vrouwen langer leven dan mannen (gemiddeld 5 jaar) en dat is een stuk duurder dan het voor mannen is. Als oplossing hadden ze gedacht om minder pensioen te geven, maar dit mag niet omdat het discriminatie is. De baas van het bedrijf moet er nou voor zorgen dat de vrouwen genoeg krijgen. In de loop der jaren zullen de kleine dingen waar nu nog moeilijk over gedaan wordt wel verdwijnen. Het wordt heel gewoon voor mannen om met vrouwen te werken. Deelvraag 4: Wijkt Nederland af van andere landen met betrekking tot vrouwen op de arbeidsmarkt? Nederland vergleken de rest van Europa. In Europa zijn ze samen ervoor aan het strijden dat vrouwen een betere positie op de arbeidsmarkt krijgen. Europa verschilt niet zoveel van Nederland. In sommige Europese landen werken vrouwen al veel langer buitenhuis. In de laatste 50 jaar is het aantal werkende vrouwen in Nederland ook fors toegenomen. In Nederland zijn de schooltijden niet aangepast aan de werktijden van vrouwen terwijl vrouwen nu heel hard nodig zijn in de arbeidsmarkt. In andere landen is hier beter rekening mee gehouden, net als de vakantie spreiding in ons land. Dat is heel lastig voor ouders die in verschillende regio s werken. Er zijn heel veel vrouwen die niet werken doordat de ze de schooltijden van kinderen niet kunnen combineren met het werk. Heel veel vrouwen die wel willen werken zijn daardoor niet beschikbaar. Nederland vergeleken met de rest van de wereld. Over heel de wereld is ongeveer 70 procent van de 1.3 miljard mensen die in armoede leeft is vrouw. Nog steeds verdienen vrouwen wereldwijd minder. Hebben ze minder onderwijskansen en zijn ze onvoldoende vertegenwoordigd in de vakbeweging. Pagina 4 van 6

5 Vrouwen en mannen zijn nog steeds niet gelijk, ze hebben nog steeds niet dezelfde rechten en mogelijkheden. In Nederland ook nog steeds niet helemaal, maar dat is het zeker niet in diverse andere landen, bijvoorbeeld in landen waar minder te verdelen is. Want daar hebben vrouwen veel minder kansen. Als ze al naar school gaan, dan blijft het tot weinig opleiding beperkt. Ze moeten daarnaast ook zorgen voor de kinderen en de familie. Ook bij het zoeken naar werk komen ze nauwelijks aan een baan. Voor hen blijven de baantjes over die het zwaarst zijn en het slechtst betalen. In Zuid-Afrika kunnen veel vrouwen door straatverkoopster, thuiswerkster, boerin of als grassnijdster op de enige manier aan een inkomen komen, dat is heel zwaar. Iedere dag voeren de vrouwen weer een harde strijd om te overleven. In Azië werken de vrouwen in de bouw, werken in de bouw is in India nog veel zwaarder als in Nederlands. Bouwvakkers in India zijn meestal vrouwen. Naast het zware werk voeden zij ook nog hun kinderen op. Het is een dubbele taak die veel van de vrouwen vergt. De FNV richt veel steunt veel organisaties die deze vrouwen helpen. Er kunnen dan cursussen gegeven worden. Er worden ook Chreches opgericht en er wordt geprobeerd de wetgeving te verbeteren. Deelvraag 5: Wat voor invloed heeft het op de kinderopvang? Vrouwen zien kinderopvang vaak als de oplossing voor moeders die werk en moederschap willen combineren. Maar is kinderopvang wel een goede oplossing. Wij willen dit graag gaan uitzoeken door alle voor- en nadelen van kinderopvang te bekijken. In 1990 werd kinderopvang eigenlijk pas echt belangrijk, het aantal werkende moeders was nu zo groot dat kinderopvang echt nodig was. Ze kregen een financiële injectie met de Stimuleringsmaatregel Kinderopvang. Er kwamen plaatsen bij voor kinderen en het totaal kwam toen op ongeveer plaatsen. Inmiddels is dit getal al weer ruimschoots verdubbeld. Stimuleringsmaatregel Kinderopvang wou vrouwen namelijk stimuleren om her te treden in de arbeidsmarkt. Kinderdagverblijf is speciaal voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Het aantal werkende moeders met kinderen tussen de 0-4 is ook gestegen naar 80%. De kinderen moeten minimaal 2 dagen per week aanwezig zijn op het kinderdagverblijf en de kinderen kunnen tien uur per dag terecht. De meeste moeders met zulke jonge kinderen werken ook nog niet fulltime, zodat het kind en moederliefde krijgt en leert spelen en omgaan met andere kinderen. Kinderen van moeders die fulltime werken hebben het een stuk moeilijker. Er wordt beweerd dat er op die manier een kloof onstaat tussen de ouders en het kind. Ook de opvoeding is niet compleet omdat er op een kinderdagverblijf andere aspecten zijn dan in een gezin. In het begin vinden kinderen het meestal moeilijk om van hun moeder afscheidt te nemen. Ze zijn gewent om de hele dag bij hun moeder te zijn en ze zijn gewent geraakt aan de gewoontes thuis. Voor een moeder is het dan waarschijnlijk net zo moeilijk om haar kind achter te laten. Toch zullen de kinderen snel wennen. Het is alleen beter om dan op vroege leeftijd al te gaan werken, want dan is het kind nog niets anders gewent en zal het er minder moeite mee hebben. Veel moeders hebben een schuldgevoel doordat ze hun kinderen naar een crèche sturen. Dit is onnodig want de kinderopvang is een goede weg voor kinderen om in op te groeien, zolang de moederliefde maar Pagina 5 van 6

6 niet te weinig wordt. Moeders die zich schuldig voelen raken meestal verstrikt met zichzelf en komen niet echt ver in hun carrière. Ze zijn emotioneel niet sterk genoeg. Moeders die zich niet zo schuldig voelen (terecht), omdat ze hebben uitgezocht of hun kind in goede handen is, blijven veel langer werken. Dit is ook beter voor de kinderen, want die voelen spanning aan en gaan zich erna gedragen. Kinderen leren op de crèche om met andere kinderen om te gaan. Ze leren de regels veel beter omdat ze andere kinderen het zelfde zien doen. Het blijkt dat een kind dat thuis zijn/haar bord niet leeg eet, het op de crèche wel doet omdat alle kindjes het daar doen. Het kind zal waarschijnlijk sneller gaan praten om zich boven de andere kinderen verstaanbaar te maken. Het is voor een kind niet zo erg om door verschillende mensen opgevoed te worden, want ook de opa s en oma s en de vader bemoeien zich meestal met de opvoeding. Het is belangrijker dat iedereen dezelfde regels heeft. Het zal dus voor het kind niet zoveel uitmaken of het naar een dagopvang moet of niet als het maar niets anders gewent is. Pagina 6 van 6