TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014

Transcriptie

1 TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014

2 TIJD OM TE WERKEN Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Een dag die ooit begon op 8 maart 1908 met een massale staking van Amerikaanse vrouwen in de kledingindustrie voor een achturige werkdag, betere arbeidsomstandigheden en kiesrecht. De positie van vrouwen is enorm verbeterd sinds die tijd, zeker in het welvarende Nederland. 1 Maar we zijn er nog niet. Nog lang niet. Minister Bussemaker doet ten onrechte alsof de emancipatie nu zo ongeveer af is. Nog steeds zijn veel vrouwen in Nederland niet economisch zelfstandig. Wanneer er kinderen komen blijkt het lastig om een gelijkwaardige positie tussen mannen en vrouwen te bewaren. Door onze moederschapscultuur, onze arbeidstijden en de dure kinderopvang, drukt de zorg voor de kinderen nog altijd grotendeels op de schouders van vrouwen. De verschillen onder werkende ouders worden hierdoor vergroot. Vrouwen verdienen binnen deze groep nu minder dan de helft van het bedrag dat mannen elke maand op hun salarisstrookje zien staan en ze zijn ondervertegenwoordigd in topfuncties. Vrouwen die jong kinderen krijgen, zoals steeds vaker door artsen en vruchtbaarheidsdeskundigen bepleit, lopen vaak forse achterstand op in opleidingsniveau. In de huidige onderwijssystematiek is die achterstand nauwelijks nog in te lopen. Doorbraak Volgens dit kabinet is de emancipatie zo goed als klaar. Geheel volgens het liberale gedachtengoed van de VVD moeten mensen het maar onderling uitzoeken en zelf regelen. Ondertussen bezuinigt het kabinet op de kinderopvang en wordt van mensen een steeds hogere arbeidsproductiviteit verwacht. Tegen de tijd dat de kinderen groot zijn mag je bovendien aan de slag als mantelzorger voor je hulpbehoevende moeder.

3 Emancipatie is niet af en regelt zich niet zelf. Er moet nog veel gebeuren. Minister Bussemaker zou een doorbraak kunnen forceren. Als je net als GroenLinks wil dat vrouwen dezelfde kansen krijgen als mannen op de arbeidsmarkt en economisch zelfstandig zijn, zijn er drie dingen hard nodig: 2 1: Een 32-urige werkweek zou vanzelfsprekend moeten zijn, zowel voor vrouwen als mannen; 2: Kinderopvang moet goed en betaalbaar zijn; 3: Vrouwen moeten tweede en derde kansen krijgen op een goede opleiding; 1. De 32-urige werkweek GroenLinks vindt dat we het beschikbare werk eerlijker moeten delen. Nu staan veel mensen aan de kant terwijl de mensen die een baan hebben zich een slag in de rondte werken. Ook tussen partners kan het werk beter worden verdeeld. Het kostwinnersmodel lijkt langzaamaan vervangen door het anderhalf-verdienersmodel, waarbij de man full-time werkt en de vrouw een kleine deeltijdbaan heeft. GroenLinks zet in op een 32-urige werkweek voor mannen én vrouwen. Zo werken man en vrouw genoeg om economisch zelfstandig te zijn en kunnen ze allebei tijd besteden aan zorgtaken. Elk onderzoek laat zien dat een meerderheid van de jonge vaders minder wil werken. Dat geldt niet alleen voor hoogopgeleide jonge mannen in de dienstensector. Vrouwen daarentegen willen vaak graag meer werken, maar zitten bekneld tussen werk en zorg. Dat moet anders! GroenLinks wil een ontspannen samenleving waarin vrouwen en mannen kunnen werken en zorgen in gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid. Het zogenaamd 2x4-model waarin beide partners ten hoogste 32 uur per week werken biedt daar de beste kans op. Maar dat kan niet zonder goede en betaalbare kinderopvang.

4 2. Kinderopvang: goed en betaalbaar Goede en betaalbare kinderopvang is voor gezinnen een eerste levensbehoefte. De enorme bezuinigingen die dit kabinet in de kinderopvang doorvoert zorgen ervoor dat steeds meer vrouwen stoppen met werken omdat zij financieel niet meer uitkomen. Werk is wat GroenLinks betreft cruciaal voor de emancipatie van vrouwen, omdat het leidt tot economische zelfstandigheid. De bezuinigingen op de kinderopvang moeten wat ons betreft zo snel mogelijk ongedaan worden gemaakt. 3 GroenLinks maakt zich al jaren sterk voor de kinderopvang. Dankzij een motie van GroenLinks en de PvdA besloot dit kabinet om 100 miljoen minder te bezuinigen op de kinderopvang. Maar dat is nog niet genoeg om deze voor ouders en kinderen zo belangrijke voorziening toegankelijk te houden voor iedereen. GroenLinks is voorstander van een basisvoorziening kinderopvang waarin kinderdagverblijven en peuterspeelzalen samengaan. Op die manier zorgen we ervoor dat alle kinderen een goede start krijgen én dat zowel vaders als moeders hun werk beter kunnen combineren met het gezinsleven. Op dit moment zijn er te veel gezinnen die na een snelle rekensom besluiten dat een van de ouders, meestal de moeder, minder gaat werken of helemaal stopt vanwege de dure kinderopvang. Dat is funest voor de economische positie van vrouwen. 3. Moedermavo 2.0 In 1975 startte de eerste Moedermavo : bedoeld voor vrouwen die jong waren getrouwd, kinderen hadden gekregen en geen opleiding hadden afgemaakt. In plaats van het beschikbare avondonderwijs, wilden zij liever overdag naar school, tegelijk met hun kinderen. Anderhalf jaar na de start van de eerste Moedermavo in Middenmeer, bestonden er in heel Nederland 41 Moedermavo s met ruim leerlingen. Daarna volgden de Moederhavo s en -vwo s. Het oorspronkelijke idee achter de Moedermavo is nog steeds

5 actueel. In 2010 had 22 procent van de Nederlanders tussen de 15 en 65 jaar geen startkwalificatie. In de jongere leeftijdsgroepen zijn de mannen oververtegenwoordigd, boven de 45 jaar zijn het relatief veel vrouwen. Onder vrouwen zonder diploma is de arbeidsdeelname laag. Als ze werken, dan krijgen deze vrouwen veel minder betaald dan leeftijdgenoten met een startkwalificatie: 19 duizend euro tegenover ruim 30 duizend euro voor vrouwen met een diploma. 4 GroenLinks Amsterdam dient deze week een voorstel in voor een Moedermavo 2.0. Het doel is om vrouwen zonder diploma of een opleiding waarmee ze niet aan de bak komen, een tweede kans te geven op een goede opleiding. Dat kan een VMBO-diploma zijn met aansluitende een MBO-opleiding, maar ook een HBO-diploma of meer. Dat moet bijdragen aan betere kansen op een baan die aansluit bij de mogelijkheden en ambities van vrouwen. Uiteraard wil GroenLinks tweede en derde onderwijskansen voor zowel mannen als vrouwen. Daarom vinden we ook dat er meer geld beschikbaar moet komen voor volwassenonderwijs. Met name vrouwen van boven de 45 en jonge mannen zouden die tweede kans op een opleiding kunnen gebruiken om hun positie op de arbeidsmarkt te versterken.