Raad van de Europese Unie Brussel, 21 maart 2017 (OR. en)

Transcriptie

1 Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 21 maart 2017 (OR. en) 6835/17 ONTWERPNOTULEN 1 Betreft: LIMITE PUBLIC PV/CONS 10 ENV 214 CLIMA e zitting van de Raad van de Europese Unie (Milieu), gehouden te Brussel op 28 februari Informatie over wetgevingsberaadslagingen van de Raad, andere openbare beraadslagingen van de Raad en openbare debatten staat in addendum 1 bij deze notulen. 6835/17 1

2 INHOUDSOPGAVE Bladzijde 1. Goedkeuring van de agenda... 3 NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten... 3 WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN 3. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen [eerste lezing]... 3 NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 4. Uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling: gevolgen voor het milieubeleid van de EU Het vergroenen van het Europees Semester en de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid van de EU (EIR) Diversen... 5 a) Voorliggende wetgevingsvoorstellen b) Emissiearme mobiliteit en NER300 c) Overeenkomst van Parijs: internationale ontwikkelingen d) Actieplan van de EU voor de circulaire economie e) Natura 2000 in het Europees Solidariteitskorps f) Luxemburgse hotspot voor de circulaire economie (Luxemburg, juni 2017) g) Milieuzorgen met betrekking tot de kerncentrale in Belarus h) Wetenschappelijke conferentie over "Duurzame ontwikkeling en klimaatveranderingen in het licht van de encycliek van Paus Franciscus, Laudato si'" i) Stand van zaken omtrent de uitvoering van de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn en de richtlijn mijnbouwafval BIJLAGE - Verklaringen voor de Raadsnotulen... 8 * * * 6835/17 2

3 1. Goedkeuring van de agenda 6419/17 OJ CONS 10 ENV 147 CLIMA 41 De Raad heeft bovengenoemde agenda goedgekeurd. NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten 6559/17 PTS A 15 De Raad heeft de A-punten in document 6559/17 goedgekeurd. De documentcodes voor punt 1 zijn als volgt: Punt 1: 6250/3/17 REV 3 ENV 127 COMER 21 MI 124 ONU 25 SAN 62 IND /17 ENV 101 COMER 17 MI 100 ONU 23 SAN 48 IND 26 + COR 1 + ADD 1 + ADD 1 COR 1 + ADD 2 + ADD 2 COR 1 De verklaringen bij deze punten staan in de bijlage. WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN (Openbare beraadslaging overeenkomstig artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) 3. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen [eerste lezing] Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) = Algemene oriëntatie 6307/17 CLIMA 37 ENV 134 ENER 44 TRANS 63 IND 38 COMPET 93 MI 131 ECOFIN 91 CODEC /15 CLIMA 88 ENV 499 ENER 289 TRANS 241 IND 116 COMPET 370 MI 498 ECOFIN 621 CODEC ADD 1 De Raad heeft overeenstemming bereikt over een algemene oriëntatie betreffende het bovengenoemde voorstel. De tekst zoals overeengekomen na de bespreking in de Raad werd verstrekt in document 6841/17. Kroatië heeft verzocht om opneming van een verklaring in de notulen van de Raad, als vervat in de bijlage. 6835/17 3

4 NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 4. Uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling: gevolgen voor het milieubeleid van de EU = Gedachtewisseling 6082/17 ENV 111 DEVGEN 19 ONU 24 RELEX 109 FIN /16 DEVGEN 261 ONU 132 ENV 735 ACP 169 FIN 821 RELEX 984 De Raad heeft van gedachten gewisseld over de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de gevolgen voor het milieubeleid van de EU op basis van een nota van het voorzitterschap met vragen (6082/17) en de recente mededeling van de Commissie over de volgende stappen voor een duurzame toekomst voor Europa (14774/16). De ministers wezen erop dat de ambitie hoog moet blijven in het uitvoeringsproces. Zij benadrukten het belang van mainstreaming van duurzame ontwikkeling op alle beleidsterreinen en ter bevordering van beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling, die een alomvattende aanpak vergt. Het voorzitterschap herinnerde eraan dat de Raad (Algemene Zaken) naar verwachting in zijn zitting van 20 juni 2017 conclusies zal aannemen over de uitvoering van de Agenda 2030 op EU-niveau. 5. Het vergroenen van het Europees Semester en de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid van de EU (EIR) = Gedachtewisseling 6063/17 ENV 109 ECOFIN 75 UEM 20 SOC 79 EMPL 54 COMPET 80 EDUC 37 RECH 33 ENER 40 JAI /17 ENV 103 ECOFIN 70 SOC 68 COMPET 74 POLGEN 9 CONSOM 37 + ADD /16 ECOFIN 1032 UEM 361 SOC 698 EMPL 478 COMPET 580 ENV 708 EDUC 371 RECH 311 ENER 382 JAI REV 1 (da) In het kader van het Europees Semester en aan de hand van een nota van het voorzitterschap (6063/17) heeft de Raad van gedachten gewisseld over de jaarlijkse groeianalyse 2017 en de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid (EIR). 6835/17 4

5 De ministers waren ingenomen met het nieuwe initiatief van de Commissie voor de EIR als een nuttig instrument voor het verbeteren van de uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de EU op nationaal niveau en om bij te dragen aan de vergroening van het Europees Semester. Zij waren van mening dat het een goede gelegenheid vormt voor het ontwikkelen van nauwere samenwerking, het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen en het uitwisselen van beste praktijken. Sommigen van hen wezen erop dat de bevindingen van nationale verslagen moeten worden gebaseerd op deugdelijke wetenschappelijke gegevens. Het voorzitterschap kondigde aan dat het een bijdrage zou opstellen op basis van het debat voor het syntheseverslag met het oog op de bijeenkomst van de Europese Raad in maart. 6. Diversen a) Voorliggend wetgevingsvoorstel (Openbare beraadslaging overeenkomstig artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten voort te zetten en de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 voor te bereiden [eerste lezing] Interinstitutioneel dossier: 2017/0017 (COD) = Informatie van de Commissie De Commissie presenteerde haar recente voorstel betreffende de luchtvaart in het kader van de EU-ETS. De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Commissie. b) Emissiearme mobiliteit en NER300 = Informatie van de Commissie 6653/17 CLIMA 47 ENV 188 ENER 87 TRANS 79 IND 46 COMPET 144 MI 157 ECOFIN 150 De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Commissie. c) Overeenkomst van Parijs: internationale ontwikkelingen = Informatie van de Nederlandse en de Franse delegatie 6320/17 ENV 136 CLIMA 38 ONU 27 RELEX 136 De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Nederlandse en de Franse delegatie, als vervat in document 6320/17, over het belang van de voortdurende inzet van de EU voor de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs, met name de lopende werkzaamheden inzake het regelboek voor de Overeenkomst van Parijs en de voorbereiding van de faciliterende dialoog in het kader van het UNFCCC. 6835/17 5

6 d) Actieplan van de EU voor de circulaire economie = Informatie van de Commissie over recente ontwikkelingen De Raad heeft nota genomen van de door de Commissie verstrekte informatie over de nieuwe initiatieven inzake de circulaire economie, waaronder de mededeling van de Commissie over de rol van energie uit afval. De Commissie heeft tevens verslag uitgebracht over de uitvoering van het EU-actieplan voor een circulaire economie en het voorzitterschap aangemoedigd om zoveel mogelijk vooruitgang te boeken inzake het pakket afvalwetgeving, gezien het belang ervan voor de overgang naar een circulaire economie. e) Natura 2000 in het Europees Solidariteitskorps = Informatie van de Commissie 6275/1/17 ENV 131 CADREFIN 19 JEUN 20 EDUC 46 SOC 92 EMPL 62 REV 1 De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Commissie over bovengenoemd initiatief en de daarvoor uitgesproken steun. f) Luxemburgse hotspot voor de circulaire economie (Luxemburg, juni 2017) = Informatie van de Luxemburgse delegatie 6262/17 ENV 129 COMPET 91 AGRI 71 TRANS 60 MI 127 IND 37 CONSOM 46 ECOFIN 86 ENER 43 RECH 39 SAN 63 ENT 37 De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Luxemburgse delegatie. g) Milieuzorgen met betrekking tot de kerncentrale in Belarus = Informatie van de Litouwse delegatie 6211/17 ENV 122 ENER 42 UNECE 2 RELEX 125 De Litouwse delegatie heeft meermaals haar bezorgdheid geuit over de bouw van de kerncentrale in Ostrovets die in strijd is met de internationale milieuverplichtingen. Met het oog op de komende vergadering van de partijen van het Verdrag van Espoo in Minsk in juni heeft zij om de steun van de EU en de lidstaten verzocht. Verscheidene delegaties spraken hun steun uit aan LT, en de Commissie verstrekte informatie over de lopende contacten met Belarus ten aanzien van deze kwestie. De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Litouwse delegatie. 6835/17 6

7 h) Wetenschappelijke conferentie over "Duurzame ontwikkeling en klimaatveranderingen in het licht van de encycliek van Paus Franciscus, Laudato si'" (Warschau, 15 oktober 2016) = Informatie van de Poolse delegatie 6212/17 ENV 123 CLIMA 35 RECH 38 EDUC 40 De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Poolse delegatie. i) Stand van zaken omtrent de uitvoering van de milieuaansprakelijkheidsrichtlijn en de richtlijn mijnbouwafval = Informatie van de Commissie op verzoek van de Hongaarse delegatie 6630/17 ENV 187 IND 45 TRANS 77 ENER 86 CONSOM 58 ECOFIN 146 EF 33 De Commissie presenteerde de belangrijkste conclusies van de uitvoeringsverslagen in het kader van de twee richtlijnen en haar aanbevelingen voor verdere actie op dit gebied. De Hongaarse delegatie, hierin gesteund door de Poolse delegatie, herinnerde in dit verband aan haar voorstel om een EU-brede verzekeringsregeling tot stand te brengen die de dekking mogelijk zou maken van zowel grootschalige rampen als preventieve veiligheidsmaatregelen. De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Commissie en de bovengenoemde bijdragen. 6835/17 7

8 BIJLAGE VERKLARINGEN VOOR DE RAADSNOTULEN Ad B-punt 3: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen [eerste lezing] Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) = Algemene oriëntatie VERKLARING VAN KROATIË "De Republiek Kroatië steunt in beginsel de doelstellingen van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen, aangezien wij van oordeel zijn dat dit voorstel van cruciaal belang is voor het klimaatbeleid van de EU, alsmede voor de succesvolle uitvoering van het akkoord van Parijs. De Republiek Kroatië is echter van mening dat de huidige tekst van Richtlijn 2003/87/EG, alsook het huidige voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG Kroatië in een ongelijke positie brengt als het gaat om de totale hoeveelheid emissierechten die door elke lidstaat wordt geveild. Daarom vindt de Republiek Kroatië het noodzakelijk artikel 10, lid 2, tweede alinea, van de bestaande Richtlijn 2003/87/EG te wijzigen, aangezien de bestaande bepaling niet de berekening van het Kroatische deel van de veilingrechten dekt. In deze bepaling is vastgelegd welke geverifieerde emissies moeten worden gebruikt door de lidstaten die in 2005 niet hebben deelgenomen aan de Gemeenschapsregeling. In dit verband heeft de Republiek Kroatië een voorstel ingediend voor schrapping van de woorden "krachtens de Gemeenschapsregeling" in artikel 10, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2003/87/EG. De hierboven voorgestelde wijziging is nodig om verschillende interpretaties te voorkomen met betrekking tot de toepassing van de bepalingen van Richtlijn 2003/87/EG ten aanzien van de Republiek Kroatië en bijgevolg te zorgen voor een consequente en eenvormige toepassing van artikel 10, lid 2, onder a), van de richtlijn in alle lidstaten, met inbegrip van de Republiek Kroatië." 6835/17 8 BIJLAGE

9 Ad A-punt 1: Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het Verdrag van Minamata inzake kwik = Verzoek om goedkeuring door het Europees Parlement VERKLARING VAN DENEMARKEN EN HET VERENIGD KONINKRIJK "Denemarken en het Verenigd Koninkrijk erkennen dat een verklaring van de Europese Unie over haar bevoegdheid noodzakelijk is in verband met artikel 30, lid 3, van het Verdrag van Minamata inzake kwik (hierna "het verdrag"). Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zijn evenwel van mening dat de verklaring verder gaat dan wat wordt vereist bij artikel 30, lid 3, van het verdrag doordat erin wordt gepoogd de aard van de bevoegdheid van de Europese Unie te definiëren. Denemarken en het Verenigd Koninkrijk zijn van oordeel dat de verklaring van de Europese Unie in verband met artikel 30, lid 3, van het verdrag de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten als neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ongewijzigd laat. De verklaring kan bijgevolg niet zodanig worden gelezen dat de Europese Unie exclusieve bevoegdheid zou hebben voor elke onder het verdrag vallende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt gedeeld tussen de Europese Unie en haar lidstaten." VERKLARING VAN DE REPUBLIEK POLEN "De Republiek Polen zich bewust is van de noodzaak van ratificatie van het Verdrag van Minamata inzake kwik ("het Verdrag") door de Europese Unie. De Republiek Polen: onderkent evenwel dat met de overeenstemming in de Raad over de bekrachtiging, namens de EU, van het verdrag geenszins wordt vooruitgelopen op, noch afbreuk wordt gedaan aan de rol van de nationale parlementen in de respectieve nationale bekrachtigingsprocedures die conform de nationale constitutionele bepalingen in de lidstaten worden gevolgd; onderstreept dat het proces van bekrachtiging van het verdrag door de Unie en haar deelname aan de Conferentie van de partijen geen afbreuk mag doen aan de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten; benadrukt dat de lidstaten en de Commissie tijdens de onderhandelingen in het kader van de Conferentie nauw moeten samenwerken met het oog op eenheid in de externe vertegenwoordiging van de Europese Unie; neemt er nota van dat de door de EU en haar lidstaten tijdens de Conferentie van de partijen in te nemen standpunten op de gebruikelijke wijze worden bepaald, in overeenstemming met de bestaande EU-regelgeving en werkafspraken. De Republiek Polen erkent dat een verklaring van de Europese Unie over haar bevoegdheid noodzakelijk is in verband met artikel 30, lid 3, van het verdrag. Polen is evenwel van mening dat de verklaring verder gaat dan wat wordt vereist bij artikel 30, lid 3, van het verdrag doordat erin wordt gepoogd de aard van de bevoegdheid van de Europese Unie te definiëren. 6835/17 9 BIJLAGE

10 Polen is van oordeel dat de verklaring van de Europese Unie in verband met artikel 30, lid 3, van het verdrag de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten als neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ongewijzigd laat. De verklaring kan bijgevolg niet zodanig worden gelezen dat de Europese Unie exclusieve bevoegdheid zou hebben voor elke onder het verdrag ressorterende aangelegenheid waarvoor de bevoegdheid wordt gedeeld tussen de Europese Unie en haar lidstaten." Ad A-punt 4: Ontwerpconclusies van de Raad over Speciaal verslag nr. 23/2016 van de Europese Rekenkamer = Vaststelling VERKLARING VAN NEDERLAND EN HET VERENIGD KONINKRIJK "Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn ingenomen met het speciaal verslag "Zeevervoer in de EU in woelige wateren: veel ondoeltreffende en niet-duurzame investeringen" van de Europese Rekenkamer. In de door de Europese Rekenkamer verrichte beoordeling wordt geconcludeerd dat er duidelijk behoefte is aan extra richtsnoeren van de Commissie inzake staatssteun voor havens. Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn het volmondig eens met deze analyse. Het verslag toont aan dat belanghebbenden (havenautoriteiten, havenbedrijven, reders en logistieke ondernemingen) hebben verzocht om richtsnoeren van de Commissie oor staatssteun aan havens, teneinde te verduidelijken wat is toegestaan en wat niet is toegestaan in de vorm van staatssteun aan zeehavens. De Europese Rekenkamer benadrukt in dit verband het feit dat de Commissie deze richtsnoeren in haar eigen acties voor heeft opgenomen. Nederland en het Verenigd Koninkrijk staan ten volle achter de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer in verband met staatssteun, met name het verzoek aan de Commissie om richtsnoeren te verstrekken betreffende staatssteun aan zeehavens, teneinde te zorgen voor eerlijke mededinging en een stabiel juridisch kader voor haveninvesteringen. In de conclusies van de Raad over het Speciaal verslag van de Europese Rekenkamer nr. 23/2016 wordt herinnerd aan de conclusies van de Raad van 5 juni 2014 over de tussentijdse evaluatie van het zeevervoersbeleid van de EU tot 2018 en de vooruitzichten tot 2020 en wordt nogmaals de overeengekomen taal voor staatssteun aan zeehavens uit de Verklaring van Athene uit 2014 herhaald. Nederland en het Verenigd Koninkrijk beschouwen dit als een belangrijke bevestiging door de Raad van de aanbeveling van de Rekenkamer aan de Commissie om dergelijke richtsnoeren onverwijld te verstrekken." 6835/17 10 BIJLAGE

11 Ad A-punt 5: Ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan = Vaststelling VERKLARING VAN DE COMMISSIE "Met zijn arrest over gevoegde zaken C-103/12 en C-165/12 (Europees Parlement en Commissie tegen Raad) heeft het Hof van Justitie duidelijk bevestigd dat besluiten betreffende de sluiting van externe visserijovereenkomsten volledig binnen de werkingssfeer van artikel 43, lid 2, VWEU vallen (in combinatie met de toepasselijke procedure van artikel 218 VWEU, d.w.z. artikel 218, lid 6, onder a), punt v), voor de besluiten betreffende de sluiting van de overeenkomsten) en het standpunt verworpen dat dergelijke besluiten onder de werkingssfeer van artikel 43, lid 3, VWEU kunnen vallen. De Commissie betreurt in verband met het besluit betreffende de ondertekening en sluiting van de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de regering van de Cookeilanden en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, de door de Raad aangebrachte wijziging in de rechtsgrond, waarbij artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 5, artikel 218, lid 6, punt a), en artikel 218, lid 7, VWEU is vervangen door artikel 43 (zonder verwijzing naar het lid), juncto artikel 218, lid 5, artikel 218, lid 6, punt a), en artikel 218, lid 7, VWEU, en blijft daarom bij haar oorspronkelijke voorstel." Ad A-punt 6: Aanbeveling voor een besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen betreffende de vernieuwing van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Guinee-Bissau = Vaststelling VERKLARING VAN DE COMMISSIE "De Commissie acht het niet nodig dat in een besluit van de Raad houdende machtiging om onderhandelingen te openen, een materiële rechtsgrond wordt opgenomen." 6835/17 11 BIJLAGE