8070/17 ADD 1 oms/jel/ln 1 GIP 1B

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 20 april 2017 (OR. en) 8070/17 ADD 1 ONTWERPNOTULEN Betreft: PV/CONS 17 AGRI 190 PECHE e zitting van de Raad van de Europese Unie (Landbouw en Visserij), gehouden te Luxemburg op 3 april /17 ADD 1 oms/jel/ln 1

2 PUNTEN VOOR OPENBARE BERAADSLAGING 1 Bladzijde WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN A-PUNTEN (7643/17 PTS A 24) 1. Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft [eerste lezing] Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden [eerste lezing] Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de algemene begroting voor 2017 in samenhang met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal... 5 B-PUNTEN (7641/17 OJ CONS 17 AGRI 159 PECHE 122) 4. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (omnibusvoorstel) [eerste lezing]... 6 * * * 1 Beraadslagingen over wetgevingshandelingen van de Unie (artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie), andere openbare beraadslagingen en openbare debatten (artikel 8 van het reglement van orde van de Raad). 8070/17 ADD 1 oms/jel/ln 2

3 WETGEVINGSBERAADSLAGINGEN (Openbare beraadslaging overeenkomstig artikel 16, lid 8, van het Verdrag betreffende de Europese Unie) A-PUNTEN 1. Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft [eerste lezing] = Vaststelling van de wetgevingshandeling PE-CONS 2/17 DRS 2 CODEC 31 + REV 1 (cs) De Raad heeft het standpunt in eerste lezing van het Europees Parlement goedgekeurd; de voorgestelde handeling is vastgesteld overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. (Rechtsgrondslag: (artikel 50 en artikel 114 VWEU). Verklaring van de Poolse, de Duitse, de Deense en de Luxemburgse delegatie "De Poolse, de Duitse, de Deense en de Luxemburgse delegatie nemen nota van de sluiting van het akkoord in eerste lezing tussen het Europees Parlement en de Raad over een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft en prijzen de opeenvolgende voorzitterschappen van de Raad voor hun inspanningen om tot een evenwichtig compromis over het voorstel te komen. In het verlengde van de tijdens de besprekingen over het voorstel naar voren gebrachte standpunten interpreteren de Poolse, de Duitse, de Deense en de Luxemburgse delegatie het bepaalde in artikel 3 septies, lid 1, punt a) van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft met betrekking tot de inhoud van het beleid inzake aandeelhoudersbetrokkenheid als de mogelijkheid voor institutionele beleggers en vermogensbeheerders om het betrokkenheidsbeleid zodanig te formuleren dat zij kunnen kiezen voor welke aspecten zij toezicht uitoefenen op de vennootschappen waarin is belegd, en dat zij niet verplicht zijn in het betrokkenheidsbeleid elk van de in artikel 3 septies, lid 1, punt a), van het voorstel bedoelde aspecten specifiek te behandelen. Naar het oordeel van onze delegaties wordt deze interpretatie bevestigd door de overeengekomen tekst van de derde zin van overweging 11 van het bovengenoemde voorstel, die als volgt luidt: "In het beleid inzake aandeelhoudersbetrokkenheid moet worden beschreven hoe institutionele beleggers en vermogensbeheerders deze in hun beleggingsstrategie hebben geïntegreerd en welke andere activiteiten zij in het kader van deze betrokkenheid hebben besloten te ontplooien en hoe zij dit doen." 8070/17 ADD 1 oms/jel/ln 3

4 Verklaring van de Luxemburgse delegatie "Luxemburg staat volledig achter de doelstelling van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft, die erin bestaat de langetermijnbetrokkenheid van de aandeelhouders aan te moedigen en grotere transparantie van institutionele beleggers en vermogensbeheerders te bewerkstelligen. Tevens mag deze richtlijn, zoals in de overwegingen wordt vermeld, geen afbreuk doen aan de bepalingen van sectorale EU-wetgeving betreffende specifieke soorten beursgenoteerde vennootschappen of specifieke soorten entiteiten, zoals kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, vermogensbeheerders, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Luxemburg is bijgevolg van oordeel dat, met betrekking tot de artikelen 3 octies en 3 nonies van de richtlijn, indien de portefeuille van een institutionele belegger niet individueel maar samen met de portefeuilles van andere beleggers wordt beheerd via een instelling voor collectieve belegging, de sectorale wetgeving die op collectief vermogensbeheer van toepassing is, voorrang moet krijgen op de richtlijn voor zover de voorschriften van de richtlijn in tegenspraak zijn met de voorschriften van de sectorale EU-wetgeving. Zo mag de richtlijn geen afbreuk doen aan de bepalingen betreffende portefeuillediversificatie van instellingen voor collectieve belegging, noch aan het verbod voor collectieve vermogensbeheerders om aandelen met stemrecht te verwerven die hen in staat zouden stellen invloed van betekenis uit te oefenen op het bestuur van een uitgevende instelling." 2. Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van verplichtingen inzake passende zorgvuldigheid in de toeleveringsketen voor Unie-importeurs van tin, tantaal en wolfraam, de overeenkomstige ertsen, en goud uit conflict- en hoogrisicogebieden [eerste lezing] = Vaststelling van de wetgevingshandeling PE-CONS 60/16 WTO 366 COMER 134 RELEX 1073 UD 274 CODEC 1896 De Raad heeft het standpunt in eerste lezing van het Europees Parlement goedgekeurd; de voorgestelde handeling is vastgesteld overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. (Rechtsgrondslag: artikel 207 VWEU). Verklaring van de Raad "De Raad stemt er per uitzondering mee in dat aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in artikel 1, leden 4 en 5, genoemde drempels van bijlage I te wijzigen, teneinde te waarborgen dat de drempels tijdig worden vastgesteld en de doelstellingen van deze verordening worden gehaald. Met deze instemming wordt geen precedent gecreëerd voor toekomstige wetgevingsvoorstellen op handelsgebied of op het gebied van de externe betrekkingen in het algemeen." Verklaring nr. 1 van de Commissie "De Commissie zal mogelijk bijkomende wetgevingsvoorstellen voorleggen voor EUbedrijven met tin, tantaal, wolfraam of goud in hun toeleveringsketen indien zij vaststelt dat de gezamenlijke inspanningen van de EU-markt ten opzichte van de verantwoordelijke toeleveringsketen van mineralen in de wereld ontoereikend zijn om als hefboom te fungeren voor een verantwoordelijke houding van leveranciers in producentenlanden, of indien zij van mening is dat er te weinig deelname is van stroomafwaartse actoren die een regeling inzake passende zorgvuldigheid kennen welke aansluit bij de OESO-richtsnoeren." 8070/17 ADD 1 oms/jel/ln 4

5 Verklaring nr. 2 van de Commissie "Bij het uitoefenen van haar bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 1, lid 5, houdt de Commissie naar behoren rekening met de doelstellingen van onderhavige verordening zoals met name genoemd in de overwegingen 1, 7, 10 en 17. Hierbij zal de Commissie in het bijzonder rekening houden met de specifieke risico's die kleven aan de exploitatie van stroomopwaartse toeleveringsketens voor goud in conflict- en hoogrisicogebieden en met de positie van kleine en micro-ondernemingen in de Unie die goud naar de EU invoeren." Verklaring nr. 3 van de Commissie "In antwoord op het verzoek van het Europees Parlement om specifieke richtsnoeren is de Commissie bereid om prestatie-indicatoren te ontwikkelen voor het verantwoordelijk betrekken van conflictmineralen. Door middel van dergelijke richtsnoeren zouden bedrijven met meer dan 500 werknemers die overeenkomstig Richtlijn 2015/95/EU verplicht zijn nietfinanciële informatie bekend te maken, worden aangemoedigd om specifieke informatie over producten welke tin, tantaal, wolfraam of goud bevatten, openbaar te maken." Verklaring van België "België wijst erop dat metalen, zoals omschreven in deze verordening, gewonnen kunnen worden uit andere grondstoffen dan de in bijlage I, deel A, vermelde ertsen en mineralen. België is van oordeel dat economische actoren die metalen uit andere grondstoffen winnen en de in artikel 8 van de verordening bedoelde voorschriften inzake passende zorgvuldigheid naleven, erkend dienen te worden als verantwoordelijke smelterijen indien de Commissie, overeenkomstig artikel 9, de door hen toegepaste regeling voor passende zorgvuldigheid erkent, alsook dat zij op dezelfde wijze dienen te worden behandeld als andere economische actoren die hetzelfde economische doel nastreven." 3. Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de algemene begroting voor 2017 in samenhang met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan het Verenigd Koninkrijk, Cyprus en Portugal 7001/17 FIN 172 PE-L 10 goedgekeurd door het Coreper (2e deel), op De Raad heeft zijn standpunt ten aanzien van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2017 als vervat in document 7001/17 vastgesteld. 8070/17 ADD 1 oms/jel/ln 5

6 B-PUNTEN 4. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (omnibusvoorstel) [eerste lezing] Interinstitutioneel dossier: 2016/0282 (COD) = Stand van zaken en gedachtewisseling 7707/17 AGRI 164 AGRILEG 65 AGRIFIN 32 AGRISTR 29 AGRIORG 33 CODEC 490 De Raad heeft nota genomen van de stand van de besprekingen over het omnibusvoorstel en hij heeft van gedachten gewisseld over de belangrijkste openstaande punten, teneinde politieke sturing te geven aan het SCL opdat op 10 april overeenstemming kan worden bereikt. De Commissie legde de verklaringen in bijlage dezes af. Verklaring van de Commissie over regionale crises "De Commissie bevestigt dat de artikelen 219 en 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten reeds voorzien in de noodzakelijke rechtsgrondslag op basis waarvan de Commissie, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen, marktverstoringen en andere specifieke problemen kan aanpakken, ook op regionaal niveau, met de mogelijkheid om rechtstreekse financiële bijstand aan landbouwers te verlenen 2. Voorts zal het Commissievoorstel waarbij een sectorspecifiek inkomensstabiliseringsinstrument wordt toegevoegd aan Verordening (EU) nr. 1305/2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling, de lidstaten in staat stellen om in het kader van hun programma's voor plattelandsontwikkeling landbouwers uit een specifieke sector te compenseren bij aanzienlijk inkomensverlies." Verklaring van de Commissie over de verlaging van betalingen "Het is de lidstaten op grond van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1307/ toegestaan hun besluit inzake een verlaging van betalingen jaarlijks te herzien, met de mogelijkheid om voor het eerst een plafonnering in te voeren. Wanneer zij dit doen, dienen de lidstaten hun andere wettelijke verplichtingen uit hoofde van het Unierecht na te komen. Zij dienen er met name voor te zorgen dat de bedragen die ingevolge de toepassing van artikel 11 voor plattelandsontwikkeling beschikbaar zijn, niet worden verminderd, en dat terdege rekening wordt gehouden met de gerechtvaardigde verwachtingen van de landbouwers, hetgeen betekent dat een herzieningsbesluit moet worden genomen voldoende lang vóór het begin van het aanvraagjaar waarop het voor het eerst van toepassing zal zijn." 2 3 Voorbeelden: Verordening (EG) nr. 1263/2014 (Baltische staten) en Verordening (EG) nr. 1370/2014 (Finland). PB L 347 van , blz /17 ADD 1 oms/jel/ln 6