RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. de Groen van Prinstererschool

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij de Groen van Prinstererschool Plaats : Scherpenisse BRIN-nummer : 06VJ Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 23 november 2010 Rapport vastgesteld te Utrecht op 7 februari 2011

2

3 Inhoud Vaststelling rapport 5 1 Inleiding 7 2 Bevindingen 9 3 Toezichtarrangement 17 pagina 3 van 17

4

5 Vaststelling rapport Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (okv) dat de inspectie uitvoerde op 23 november Het rapport is vastgesteld door dr. L.S.J.M. Henkens, hoofdinspecteur primair onderwijs en expertisecentra, te Utrecht op 7 februari pagina 5 van 17

6

7 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 23 november 2010 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op de Groen van Prinstererschool naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 24 april en 7 oktober 2008 stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 21 januari De kwaliteit van het onderwijs is toen als zeer zwak beoordeeld en de inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit. Om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften. Toezichthistorie Uit de gang van zaken rond de vaststelling van het rapport van het in 2008 uitgevoerde inspectieonderzoek blijkt al dat er in de afgelopen jaren veel contacten zijn geweest tussen de inspectie en het bevoegd gezag van de Groen van Prinstererschool. Ook over de vaststelling van zowel het plan van aanpak als het toezichtplan heeft nader overleg plaatsgevonden, voordat ze zijn vastgesteld. De gesprekken waren onder andere nodig om de directie er van te overtuigen dat de school meer en andere activiteiten moest ondernemen om de eerder geconsteerde risico's weg te kunnen werken. Een aantal contextfactoren in de personele sfeer speelden een belangrijke rol bij het vertraagd op gang komen van het verbetertraject. In de loop van het proces van uitvoering van het plan van aanpak heeft twee keer een officieel voortgangsgesprek plaatsgevonden (op 15 september 2009 en 16 september 2010). Het tussentijdse kwaliteitsonderzoek (tko) vond plaats op 2 maart Uit de verslagen en het uitgevoerde tko komt een beeld naar voren van een school die zich heeft ingespannen om het noodzakelijke ontwikkelingsproces van de grond te krijgen en daartoe een flink aantal van de uitgezette activiteiten in aanzet heeft gerealiseerd. Tegelijkertijd is vastgesteld dat het proces nog voor een groot deel steunt op externe ondersteuning en coaching. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie. Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan. Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. pagina 7 van 17

8 Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten het inmiddels enkele keren bijgestelde plan van aanpak 'verbetering onderwijskwaliteit', versie 8 juli Schoolbezoek, waarbij in alle groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Gesprekken met de directie en de intern begeleider over de kwaliteit van de indicatoren. Een gesprek met leraren en ouders. Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek. Hierbij waren ook twee externe ondersteuners van het ontwikkelingsproces aanwezig. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende aspecten: opbrengsten, het aanbod en het didactisch handelen, inclusief de afstemming, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 8 van 17

9 2 Bevindingen 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Daarnaast heeft de inspectie enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'. Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten 1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 5 pagina 9 van 17

10 Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod 2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Kwaliteitsaspect 3 Tijd 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten De leraren geven leerlingen de verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau. Kwaliteitsaspect 6 Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. pagina 10 van 17

11 Kwaliteitsaspect 8 Zorg 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg 10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken. Naleving wet- en regelgeving NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO). NT1b In de schoolgids is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen (art. 13 WPO) NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO) NT2b In het schoolplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 12 WPO). NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid 3, WPO). NT3b In het zorgplan is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen (art. 19, lid 2, WPO). NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). ja nee 2.2 Beschouwing Algemeen beeld Hoewel de Groen van Prinstererschool wel degelijk een aantal stappen heeft gezet in het verbeteren van de totale kwaliteit van de school kan de inspectie het eerder toegekende arrangement zeer zwakke school nog niet wijzigen. Niet alleen zijn de eindresultaten nog niet op orde, ook enkele andere normindicatoren zijn nog niet voldoende. pagina 11 van 17

12 Positief is dat de interne verhoudingen duidelijk zijn verbeterd en ook de communicatie met de ouders is veel opener geworden, waardoor er een sfeer van onderling vertrouwen is ontstaan en er met vereende krachten verder gewerkt kon gaan worden aan de kwaliteitsverbetering. De voorwaarden daarvoor zijn dan ook veel beter op orde dan in 2008 en begin Het opbrengstgerichte denken krijgt in dit proces ruime aandacht. Een ander positief gegeven is dat de school tot nu toe volop gebruik heeft kunnen maken van externe ondersteuning en coaching. Dat het proces nu nog niet kan worden afgesloten komt onder andere omdat er langere tijd onduidelijkheid is blijven bestaan over de personele situatie op directieniveau. Pas aan het begin van dit schooljaar kon het bevoegd gezag duidelijkheid geven en intern een nieuwe directeur aanwijzen. Deze heeft weliswaar enige tijd de rol van directeur waargenomen, maar moest dat doen naast zijn lesgevende taken en zonder specifieke ervaring of opleiding. Enkele andere contextfactoren die eveneens van invloed zijn op de vertraagde start van het proces, is op de eerste plaats het gegeven van een relatief jong team met weinig ervaring op enkele cruciale terreinen, zoals de interne begeleiding. Ook het op een andere manier opzetten van de interne organisatie en het toewijzen van specifieke taken kon feitelijk pas zeer recent op gang worden gebracht. Al met al is hier sprake van een school waar veel in gang is gezet en eerste fasen van implementatie zichtbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Het verder uitwerken en borgen op schoolniveau zal echter nog de nodige tijd en energie vragen. Externe ondersteuning en coaching blijven daarbij noodzakelijk. Het accent zal naar het oordeel van de inspectie moeten liggen op het verder optimaliseren van de uitleg en een intensievere aandacht voor de ontwikkeling van de woordenschat van de leerlingen. Daarnaast vraagt het uitwerken en doorvoeren van de zorg en begeleiding schoolbreed de nodige extra aandacht. Hieronder volgt een toelichting op het oordeel. Toelichting De met het onderwijs behaalde resultaten Nadat de inspectie in 2008 heeft vastgesteld dat de school te lage opbrengsten genereerde, is die situatie feitelijk nog niet veranderd. Over de laatste drie schooljaren komt de gemiddelde score op de door de school gehanteerde eindtoets namelijk in geen van die jaren boven de geldende ondergrens. Feitelijk liggen de resultaten al meer dan vijf jaar onder de norm. Naar verwachting van de school zal dit in het nu lopende schooljaar wel het geval zijn voor de leerlingen in de huidige groep 8. Tegenover dit tegenvallende gegeven staat dat de leerlingen zowel in 2008 als nu op de in de inspectieonderzoeken beoordeelde toetsen gedurende de schoolperiode op schoolniveau wel steeds voldoen aan de norm. Het gaat hierbij om de prestaties van de leerlingen op het gebied van het technisch lezen in de groepen 3 en 4, het rekenen in de groepen 4 en 6 en het begrijpend lezen in groep 6. Volgens de bij de inspectie beschikbare gegevens scoorde de school aan het einde van vorig schooljaar op deze vijf toetsen een voldoende. pagina 12 van 17

13 In samenspraak met externe adviseurs is de school gestart met het uitwerken van ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met zeer specifieke zorgbehoeften. De inspectie heeft daarvan al enkele voorbeelden bekeken. Deze voldoen weliswaar aan enkele cruciale criteria, zoals het bepalen van de uiteindelijke potentie van de leerlingen op grond van degelijk onderzoek. Voor het oordeel 'voldoende' is het noodzakelijk dat de doelen en tussendoelen verder worden uitgewerkt en dat deze worden gekoppeld aan onderwijsinhouden voor de tussenliggende jaren. Ook heeft de school nog niet het hele proces in één schooljaar doorlopen, met onder andere het evalueren en bijstellen van het profiel. Daarvoor is het ook nog te vroeg. De kwaliteit van het onderwijsleerproces Juist op het gebied van het onderwijsleerproces heeft de school een aantal goede initiatieven genomen in de afgelopen twee jaar. De aanschaf en invoering van een integrale methode voor het taalonderwijs is daarvan een voorbeeld. Overigens signaleert de inspectie, samen met de schoolleiding, dat de feitelijke implementatie van die methode zeker nog niet is afgerond. Vooral het goed leren hanteren van de daarin verwerkte leerlijnen vraagt om nadere aandacht. Dit geldt zeker voor het laten aansluiten van de leerinhouden in de leerjaren 1 en 2 richting leerjaar 3. Voor die leerjaren is een verdere omslag nodig (en al in gang gezet) om meer plannend te gaan werken vanuit duidelijke leerlijnen en te bereiken doelen. Zo zal de keuze van de activiteiten veel meer dan tot dusver het geval is verbonden moeten worden met die leerlijnen. Verder constateert de inspectie dat de school in alle leerjaren meer aandacht zou moeten besteden aan het verbeteren van de woordenschat van de leerlingen en het actieve taalgebruik als middel om dat te bereiken. Ondersteuning op dit gebied blijft eveneens wenselijk. Kort gezegd gaat het concreet om het bevorderen van de taalontwikkeling in andere lessen en het bevorderen van mondeling taalgebruik in de klas. Om de dagelijkse praktijk meer te laten aansluiten bij hedendaagse zienswijzen heeft de school een traject ingezet onder de noemer 'het Zwolse model'. Daarin zijn zowel pedagogische, als didactische principes verwerkt. Een van de uitvloeisels hiervan is dat de school het werken in verschillende instructieniveaus heeft geïntroduceerd. Op basis van de uitgevoerde observaties komt de inspectie tot de conclusie dat dit traject van afstemming van instructie en verwerking al in voldoende mate heeft geresulteerd in een betere praktijk in groepen. Tijdens lessen die zich daar voor lenen maken de meeste leraren regelmatig gebruik van dit model. Dit betekent overigens niet dat dit proces in alle groepen al even goed is geborgd. De onderlinge verschillen tussen de groepen zijn daarvoor nog te groot. De afstemming van tijd is niet voldoende zowel voor individuele leerlingen als op het niveau van een groep. Als een groep bij een bepaald vak duidelijk achter dreigt te blijven bij de normscore voor die groep, zou de school de roostertijd kunnen aanpassen. Een duidelijk aandachtspunt voor de school als geheel vormt de uitleg aan de leerlingen. Hoewel de teamleden op dit gebied hebben deelgenomen aan scholingsbijeenkomsten, komt in een te groot deel van de lessituaties naar voren dat de leraren daarin nog niet allemaal even bedreven in zijn. Zij passen wel elementen toe van het gekozen didactische model, maar doen dat niet even consistent. De doelgerichtheid van de instructie is vooral een verbeterpunt. Bovendien zouden de leraren beter moeten nagaan of de leerlingen de uitleg wel hebben begrepen. Het zelfde geldt voor het leren hanteren van verschillende leerstrategieën. pagina 13 van 17

14 Uit de geobserveerde lessen komt tevens naar voren dat de leerlingen in de meeste groepen weinig gelegenheid krijgen om zelfstandig aan van te voren bepaalde taken te werken, bijvoorbeeld via een weektaak. Het pedagogische klimaat binnen de school heeft, zo melden ouders en teamleden, in het laatste half jaar een behoorlijke verbetering laten zien. Ouders geven aan dat er sprake is van een veel grotere openheid binnen de school en een sfeer waarbij iedereen vrij is zijn inbreng te hebben richting teamleden en directie. De teamleden bevestigen dit beeld en geven aan dat ze zich nu veel meer gewaardeerd weten, zeker omdat ze de afgelopen maanden hard hebben gewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak. In de groepen vertaalt zich deze positieve sfeer naar taakgericht gedrag van de leerlingen. Hun betrokkenheid bij de lessen wisselt echter nogal sterk per groep, waarbij het opvalt dat de leerlingen zacht praten en kennelijk (nog) niet gewend zijn zelf steeds een actieve rol te spelen. De interactie tussen leraren en leerlingen is mede daardoor nogal eenzijdig. De kwaliteit van de zorg en begeleiding Net als bij het tussentijdse kwaliteitsonderzoek in maart 2010 komt de inspectie ook in dit onderzoek tot de conclusie, dat een belangrijk onderdeel van de zorg en begeleiding nog onvoldoende stevig is verankerd in de dagelijkse praktijk, namelijk de planmatige uitvoering van de opgestelde zorgplannen. Op zich is dit verklaarbaar uit de omslag die de school aan het maken is in zowel organisatorisch als inhoudelijk opzicht. De groepsleraren moeten nog immers volop wennen aan de verandering, waarbij zij zelf steeds meer het initiatief moeten gaan nemen bij de opzet en uitvoering van de extra zorg. In het verleden, en deels nu nog steeds, lag die verantwoordelijkheid helemaal of grotendeels bij de intern begeleider en de teamleden die remediërende zorg verlenen. De uitvoering gebeurde ook voor een flink deel buiten de groep. De groepsleraren hebben de afgelopen periode kunnen oefenen met het zelf opstellen van handelingsplannen. In sommige groepen heeft de leraar ook al een aanzet gegeven voor het werken met groepsplannen. Het blijkt dat het feitelijk nog niet mogelijk is om aan die plannen al voldoende diepgang te geven, waardoor onder andere het formuleren van concrete doelen lastig blijkt te zijn. Verder constateert de inspectie dat aan een flink deel van de handelingsplannen een vervolg wordt gegeven, zonder dat daaraan een grondige evaluatie vooraf is gegaan. De effectiviteit van de gegeven zorg zou dan ook met een grotere regelmaat tegen het licht gehouden moeten worden. Positief is dat de Groen van Prinstererschool inmiddels beschikt over een vrijwel sluitende systematiek voor het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en voor het analyseren van afgenomen toetsen. Het is daarbij jammer dat de keuze voor een observatie-instrument voor de jongste groepen pas onlangs is gemaakt en nog niet is geïmplementeerd. Dit gegeven leidt namelijk tot een onvoldoende voor de betreffende indicator (7.1). Een positief te duiden gegeven is verder, dat in een enkele groep de leraar met de leerlingen opbrengstgerichte afspraken maakt en die (zo nodig) vastlegt in een plan van aanpak. Op schoolniveau zou deze werkwijze verder kunnen worden uitgebreid in andere groepen. Op de uitkomsten van de gevoerde gesprekken kunnen onder andere groepsplannen worden gebaseerd. De kwaliteit van de kwaliteitszorg pagina 14 van 17

15 Het al enkele keren bijgestelde plan van aanpak van de school vormt een degelijke basis voor het proces van kwaliteitsverbetering op de Groen van Prinstererschool. Verder heeft de huidige schoolleiding een begin gemaakt met het systematisch evalueren van de behaalde resultaten en daar al enige nieuwe beleidsbeslissingen op gebaseerd. Het houden van opbrengstgesprekken met alle leraren vormt hiervan een duidelijk voorbeeld. Ook de voorwaarden voor kwaliteitszorg zijn, zeker vanaf het begin van dit schooljaar, op hoofdlijnen van voldoende niveau. Alleen is de school nog niet zo ver gevorderd dat ook alle geledingen bij het vaststellen van (nieuw) beleid worden betrokken. De ouders en de leerlingen participeren daar nog niet actief in. Hier staat tegenover dat een aantal andere indicatoren binnen het aspect kwaliteitszorg nog niet op orde is. Zo beschikt de school nog niet over een heldere (vastgelegde) analyse van de kenmerken van de leerlingenpopulatie en de gevolgen daarvan voor het te geven onderwijs. Het nieuwe schoolplan zal in hoge mate kunnen worden gebaseerd op een dergelijke analyse. Een tweede aandachtspunt betreft het systematisch evalueren van het leren en onderwijzen. De daarvoor gekozen vorm en werkwijze staan klaar om in de loop van dit schooljaar te worden doorgevoerd. Zo zal zeer binnenkort een oudervragenlijst uitgaan. Tot nu toe hebben externe ondersteuners behoorlijk voorwerk gedaan voor het evalueren van de gang van zaken binnen de school, waarbij zij zeer regelmatig groepsobservaties hebben uitgevoerd. Deze gegevens zijn tot dusver echter niet op schoolniveau geanalyseerd. Hetzelfde geldt voor het hanteren van een overallsystematiek voor het evalueren van het leren en onderwijzen, waardoor de betreffende indicator nog niet als voldoende kan worden beoordeeld. Zoals uit het voorgaande kan worden afgeleid is de inspectie van mening dat de school nog volop zou moeten investeren in het verder implementeren en borgen van de in gang gezette trajecten. Het eerste deel van het borgen is inmiddels behoorlijk op orde, namelijk het vastleggen van allerhande procedures en werkwijzen. Voor het tweede deel, het stimuleren en controleren of iedereen zich in voldoende mate aan gemaakte afspraken houdt in de dagelijkse praktijk, zal de school zeker nog enkele maanden nodig hebben. Hoewel de school een begin heeft gemaakt met het in een behoorlijke regelmaat informeren van ouders over de ontwikkelingen op de school via Nieuwsbrieven, ontbreekt ook bij deze indicator een cruciaal onderdeel. De schoolgids bevat namelijk onvoldoende informatie waaruit (potentiële) ouders zich een degelijk beeld kunnen vormen over de kwaliteit van de door de school behaalde resultaten. pagina 15 van 17

16

17 3 Toezichtarrangement De kwaliteit van het onderwijs vertoont nog steeds belangrijke tekortkomingen en is opnieuw als zeer zwak beoordeeld. Op grond van de ingezette koers is er echter vertrouwen dat de onderwijskwaliteit binnen het komend jaar wel voldoende zal kunnen zijn. Daarom verlengt de inspectie het traject van geïntensiveerd toezicht nog met maximaal één jaar. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in december 2011 weer van voldoende niveau is. Hieraan voorafgaand voert de inspectie opnieuw een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. De inspectie heeft verder met het bevoegd gezag afgesproken dat de school een nieuw, dan wel op cruciale onderdelen aangepast plan van aanpak opstelt. Ze beziet vervolgens of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken: de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde kwaliteitsproblemen; de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten; het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van de geconstateerde kwaliteitsproblemen. Bovendien stelt de inspectie, op grond van het nieuwe plan van aanpak, het toezichtplan bij. Daarvan zal in ieder geval het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering (OKV) deel uitmaken. Dat zal in november 2011 plaatsvinden. Toetsing van enkele wettelijke zaken Er is een onvolledigheid in de inhoud van de schoolgids geconstateerd. Het document geeft geen informatie over de met het onderwijs behaalde resultaten, waarbij die onder andere zijn geplaatst in de context van de school. Ook heeft de inspectie gewezen op enkele ontbrekende passages in het geldende zorgplan van het samenwerkingsverband. Daarin ontbreken namelijk de procedures bij plaatsing op een sbo-school en het tijdpad van de besluitvorming. Het beleid van de inspectie is de genoemde of onvolkomenheden op dit moment nog niet als tekortkoming te beoordelen bij de betreffende indicator over het naleven van wet- en regelgeving. Wel heeft de inspectie met het bevoegd gezag afgesproken dat in de volgende versie van dit schooldocument het ontbrekende onderdeel is opgenomen. pagina 17 van 17