M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht'

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht'"

Transcriptie

1 1 INLEIDING 1.1 Het belang van het onderzoek Toen in 1998 de nieuwe Mededingingswet (Mw) in Nederland ingevoerd werd in plaats van de Wet Economische Mededinging (WEM), en het Nederlandse mededingingsrecht overging van een misbruikstelsel naar een verbodsstelsel op Europese leest, rees de vraag of door deze veranderingen het systeem van collectieve arbeidsvoorwaardenvorming gevaar zou gaan lopen. Omdat het Nederlandse stelsel van mededingingsrecht slecht aansloot op het Europese mededingingsrecht, had men besloten het mededingingsrecht opnieuw in te richten naar Europees model. Voor die tijd was er immers sprake van sterke discrepantie wanneer het Europese recht van toepassing was. Toen het mededingingsrecht naar Europees model ingericht werd, moesten ondernemingen rekening gaan houden met het feit dat concurrentiebeperkende activiteiten bij voorbaat verboden zouden zijn. De mogelijkheid dat ingegrepen zou worden in het resultaat van collectieve onderhandelingen van sociale partners, de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), kwam ineens veel dichterbij. Een CAO is immers niets anders dan een afspraak tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties die concurrentie op de arbeidsmarkt beperkt. Zou dit onder het nieuwe regime verboden worden, met alle gevolgen van dien? Voordat de Mw in werking trad, hoefde men zich onder het misbruikstelsel van de WEM weinig zorgen te maken. Mok noemt die periode de periode van de uitwassenbestrijding: de overheid greep alleen in indien er sprake was van een te grote beperking van toetreding en deelname aan het economische verkeer en de nadelen te groot geacht werden. 1 Na de overgang naar het verbodsstelsel leek het mededingingsrecht zich plotsklaps uit te strekken naar het terrein van de niet-economische belangen, dat voorheen uit de wind werd gehouden. Zo waarschuwde onder andere Mortelmans dat CAO s door het mededingingsrecht geraakt zouden kunnen worden. 2 Meer specifiek ging het in eerste instantie vooral om de vraag: kan een CAO aangemerkt worden als een kartelovereenkomst in de zin van art. 6 Mw en/of art. 81 EG? Omdat de (bedrijfstak-)cao een overeenkomst is tussen ondernemers die gelding heeft in een bepaalde bedrijfstak ligt deze associatie voor de 1 Mok 2004, p Mortelmans Van den Bergh & Camesasca Bloemarts

2 1 INLEIDING hand. De vraag of een CAO ook het verbod op misbruik van machtspositie van art. 24 Mw en/of art. 82 EG zou kunnen schenden werd wel gesteld, maar kreeg minder aandacht. Men had het met het kartelverbod al druk genoeg. De CAO is het middelpunt van het Nederlandse systeem van collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. In de CAO worden door vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden, die op grond van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten (WCAO) gelding krijgen voor leden over de hele bedrijfstak, indien zij gemaakt worden op bedrijfstakniveau. Op grond van de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (WAVV) kan de werking van de CAO nog verder uitgebreid worden tot alle werkgevers en werknemers werkzaam in de bedrijfstak. De CAO moet hiermee beschouwd worden als de voornaamste bron van arbeidsvoorwaarden voor de werkgever en de werknemer. In feite worden in de CAO afspraken gemaakt over de arbeidskosten van een onderneming of een bedrijfstak, waardoor concurrentie op dit gebied beperkt wordt. Dit is ook de bedoeling: de CAO heeft onder andere als functie om de race to the bottom tegen te gaan. De vraag is of deze beperking van de concurrentie op de arbeidsmarkt aangemerkt moet worden als een ongeoorloofde beperking van de mededinging in de zin van het mededingingsrecht. Dit zou dan tot gevolg hebben dat afspraken die neergelegd worden in een CAO niet geldig zijn. Het mededingingsrecht verbiedt immers het maken van mededingingsbeperkende afspraken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om prijsafspraken tussen ondernemingen. Deze afspraken zijn nietig, indien zij in strijd zijn met dit kartelverbod uit art. 6 Mw en/of art. 81 EG. Daarnaast verbiedt het mededingingsrecht gedrag van ondernemingen dat aangemerkt moet worden als misbruik, indien de desbetreffende onderneming een machtspositie heeft op de relevante markt, op grond van art. 24 Mw en art. 82 EG. Juist omdat de onderneming een machtspositie heeft op een bepaalde markt heeft zij een extra verantwoordelijkheid met haar gedrag de concurrentie niet te beperken. Met de vraag naar de beperking van de concurrentie op de arbeidsmarkt wordt een vraagstuk aangeroerd dat van essentieel belang is met betrekking tot de afweging in het kader van mogelijke collisie tussen CAO en mededinging. Het is namelijk de vraag of het mededingingsrecht naast de goederen- en dienstenmarkt ook geldt op de arbeidsmarkt. Indien dit het geval is, kan van collisie heel gemakkelijk sprake zijn. Indien dit niet het geval is, lijken CAO s en mededinging niets met elkaar te maken te hebben, omdat de CAO immers enkel de concurrentie op het gebied van arbeidsvoorwaarden op de arbeidsmarkt beperkt. Deze redenering gaat echter voorbij aan het feit dat regelingen uit CAO s ook effect hebben op de prijzen op de goederen- en dienstenmarkt. In deze dissertatie wordt hierop nader ingegaan. 2

3 HET BELANG VAN HET ONDERZOEK 1.1 Op het gebied van arbeidsvoorwaardenvorming zal collisie tussen het mededingingsrecht en CAO s grote gevolgen (kunnen) hebben. Indien het mededingingsrecht aan het sluiten van CAO s en aan de werking van de CAO beperkingen oplegt, zou dat het probleem kunnen oproepen dat de CAO aan waarde en betekenis inboet, misschien wel zo sterk dat de CAO als instrument van arbeidsvoorwaardenvorming nutteloos wordt. Daarmee wordt het vastleggen van arbeidsvoorwaarden in CAO s ernstig belemmerd, zoniet onmogelijk gemaakt. De voornaamste bron van arbeidsvoorwaarden is hiermee onbetrouwbaar geworden. Dit heeft op zijn beurt weer tot gevolg dat het Nederlandse stelsel van arbeidsvoorwaardenvorming gevaar loopt. Omdat geen collectieve afspraken meer gemaakt kunnen worden zullen niet alleen de arbeidskosten voor de werkgever hoog oplopen door arbeidsconflicten (of de dreiging daarvan), hogere transactiekosten en minder schaalvoordelen, maar ook valt de bescherming van de werknemer grotendeels weg. Zijn grondrecht op vergadering en collectieve onderhandelingen wordt hierdoor mogelijk aangetast. Voor de beantwoording van de vragen met betrekking tot CAO s en mededinging werd en wordt in de eerste plaats naar het Europese mededingingsrecht gekeken. Niet alleen vanwege de suprematie van het Gemeenschapsrecht maar ook omdat het Nederlandse mededingingsrecht het systeem van het Europese mededingingsrecht zoveel mogelijk heeft overgenomen. Het volgt wat betreft de invulling van de verschillende begrippen de Europese jurisprudentie. In het mededingingsrecht zijn er maar beperkte mogelijkheden om rekening te houden met andere dan economische belangen. Toch is langzamerhand in het Europese recht hiervoor meer ruimte gekomen, doordat in de jurisprudentie van het Hof steeds meer ruimte kwam voor niet-economische belangen en door een minder strikte benadering in het mededingingsrecht. Ook bijvoorbeeld op het gebied van milieu of sport heeft men hier in het Europese recht al enige ervaring mee. Dit resulteert soms in oplossingen die niet altijd even logisch of eenduidig zijn. 3 In het kader van de sport werd ook voor het eerst de CAO in verband gebracht met het mededingingsrecht. In zijn conclusie bij het Bosman-arrest wijst AG Lenz in 1995 op de labor-exemption die in het Amerikaanse antitrustrecht gehanteerd wordt voor CAO s. 4 Hij meent dat ook in het Europese mededingingsrecht de CAO op een dergelijke manier uitgezonderd zou moe- 3 Denk hierbij aan de Wouters-zaak en Meca en Medina. HvJ EG 19 februari 2002, C- 309/99, Jur. 2002, p. I-1577 (Wouters). GvEA 30 september 2004, T-313/02, Jur. 2004, p. 0 (Meca-Medina/Commissie). 4 Let wel, de Bosman-zaak ging over vrij verkeer van werknemers en niet over mededinging. AG EG 20 september 1995, C-415/93, Jur. 1995, p. I-4921 (Bosman), nr

4 1 INLEIDING ten worden van het kartelverbod. Het Hof was niet gevraagd om hierover te oordelen en liet het voorstel verder rusten in de zaak Bosman. Een paar maanden nadat Lenz de kwestie opgeworpen had, kon het Hof in het Van Schijndel-arrest 5 het onderwerp nog ontwijken, maar inmiddels was de vraag naar mogelijke collisie tussen CAO s en mededinging gesteld en was het een kwestie van tijd tot het Hof zich hieraan zou moeten wagen. In 1999 wees het Hof dan de beroemde arresten van Albany, Brentjens en Drijvende Bokken. 6 Overeenkomsten die naar hun aard en doelstelling aangemerkt moeten worden als collectieve arbeidsovereenkomsten worden sindsdien door het Hof uitgezonderd van de werking van het kartelverbod, zodat sociale partners zich rustig kunnen wijden aan het nastreven van sociale doelstellingen. De kersverse NMa haalde opgelucht adem. De toenmalige DG- NMa had een beslissing in de zaak van Eck Havenservice 7 aangehouden in afwachting van het oordeel van het Hof, en kon nu met een gerust hart de litigieuze CAO met rust laten en uitzonderen van het kartelverbod. Met deze zaak waren meteen de zorgen van sociale partners en het Ministerie van Sociale Zaken grotendeels weggenomen. De NMa ging zich niet bemoeien met de inhoud van (AVV-)CAO s. 8 Sinds dit besluit haast de NMa zich bovendien telkens weer om dit te bevestigen en ter nadere geruststelling doet de Nederlandse wetgever een poging om de immuniteit voor CAO s vast te leggen in de Mw in een nieuw wetsvoorstel. Dat met deze jurisprudentie en de daarop volgende arresten van het Hof niet alle problemen opgelost zijn, ligt voor de hand. Met betrekking tot de collisie tussen CAO s en mededinging rijzen nog enkele vragen die tot op heden nog niet zijn beantwoord in de jurisprudentie of de literatuur. Sommige vragen worden zelfs nauwelijks gesteld. Met betrekking tot de CAO en het kartelverbod is het de vraag hoe de jurisprudentie van het Hof precies toegepast moet worden, met andere woorden: hoe moeten het aardvereiste en vooral het doelvereiste ingevuld worden? Met betrekking tot de bepalingen die geen immuniteit verkrijgen, blijft er bovendien nog een vraag overeind die eenieder meteen al stelde: zijn sociale 5 HvJ EG 14 december 1995, C-430/93 en C-431/93, Jur. 1995, p. I-4705 (Van Schijndel en Van Veen/Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten). 6 HvJ EG 21 september 1999, zaak C-67/96, Jur. 1999, p. I-5751 (Albany International B.V.), HvJ EG 21 september 1999, C-219/97, Jur. 1999, p. I-6121 (Drijvende Bokken) en HvJ EG 21 september 1999, C-115/97 en C-117/97, Jur. 1999, p. I-6025 (Brentjens Handelsonderneming B.V.). 7 Besluit NMa 14 december 2000, zaak 1012 (Van Eck Havenservice B.V.). 8 Hierbij moet men bedenken dat er toen al plannen waren om de NMa een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) te maken. Hoewel het al erg genoeg was dat via de NMa de eindverantwoordelijke Minister van Economische Zaken zich met de CAO s zou kunnen bemoeien, was het vooruitzicht van een zelfstandige NMa met name problematisch voor sociale partners en Sociale Zaken. 4

5 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK EN PROBLEEMSTELLING 1.2 partners, en met name de vakbond, eigenlijk wel aan te merken als ondernemingen in de zin van het mededingingsrecht? Dat dit een gevoelig onderwerp is, gaf Mortelmans al aan toen hij de afweging of vakbonden als onderneming aangemerkt moeten worden vergeleek met vloeken in de kerk. 9 Daarnaast is het de vraag of ondanks de immuniteit van CAO-bepalingen voor het kartelverbod, het verbod op misbruik van machtspositie van toepassing is op CAO s. Indien het verbod van toepassing is, rijst daarbij natuurlijk de vraag of voor deze mededingingsrechtelijke bepaling niet ook immuniteit moet gelden of dat CAO-bepalingen anderszins uitgezonderd moeten of kunnen worden van het verbod op misbruik van machtspositie. 10 Kortom, alle gevaar van mededingingsrechtelijke zijde voor het Nederlandse CAO-gebouw en daarmee voor arbeidsvoorwaardenvorming in Nederland is nog niet geweken. Dit is niet alleen het geval omdat de jurisprudentie van het Hof nog nader uitgekristaliseerd dient te worden of omdat het Nederlandse wetsvoorstel omtrent de immuniteit niet voldoet. Enkele vraagstukken die bij uitstek van belang zijn, zijn blijven liggen en moeten nog beantwoord worden voordat alle dreiging van collisie van CAO s met het mededingingsrecht als afgewend te beschouwen is. Daarnaast zal de Nederlandse wetgever zich nog eens moeten buigen over het wetsvoorstel en na moeten gaan of hiermee daadwerkelijk de zekerheid wordt verkregen die nagestreefd wordt. 1.2 Doelstelling van het onderzoek en probleemstelling In de vorige paragraaf heb ik laten zien dat de doordringing van het mededingingsrecht in het CAO-gebied een aantal vragen oproept die ik in dit onderzoek wil analyseren en vervolgens beantwoorden teneinde te kunnen aangeven óf en waar er collisie optreedt tussen de CAO en het mededingingsrecht. De juridische vragen die in dit verband rijzen, zullen in kaart gebracht en geanalyseerd worden. Daarnaast zullen oplossingsrichtingen voor de gesignaleerde problemen worden voorgesteld. De economische achtergrond van het vraagstuk waartegen de mogelijke oplossingen moeten worden afgezet, zal en kan ik slechts in algemene zin aanroeren. In deze dissertatie zal de volgende vraagstelling centraal staan: Is er sprake van collisie tussen Nederlandse (AVV-)CAO s en het kartelverbod van art. 6 Mw en/of art. 81 EG enerzijds en het verbod op misbruik van machtspositie van art. 24 Mw en/of art. 82 EG anderzijds. Indien dit het geval is, wat zijn hiervan de gevolgen en, indien noodzakelijk, hoe kunnen of moeten deze gevolgen voorkomen en/of verholpen worden? 9 Mortelmans In zijn conclusie bij het Van der Woude-arrest deed AG Fennely een dergelijk voorstel. AG EG 11 mei 2000, C-222/98, Jur. 2000, p. I-7111 (Van der Woude/Stichting Beatrixoord), nr

6 1 INLEIDING 1.3 Methode en opzet van het onderzoek Om de collisie tussen CAO s en mededinging te onderzoeken dient inzicht verkregen te worden in het Nederlandse CAO-recht en het Nederlandse en Europese mededingingsrecht en hun achtergronden. Omdat het in hoofdzaak een juridisch onderzoek betreft, is uiteraard gebruik gemaakt van de klassieke juridische onderzoeksmethode, te weten een analyse van de relevante juridische bronnen: zowel Nederlandse als buitenlandse, met name Europese regelgeving, jurisprudentie en literatuur. Daarnaast zijn in het onderzoek ook de structuren van de CAO en het daarmee direct samenhangende systeem van arbeidsvoorwaardenvorming in collectieve onderhandelingen betrokken, het terrein waarop de sociale partners hun eigen bevoegdheden en doelstellingen hebben. Uiteraard is het mededingingsrecht in zijn brede context onderzocht en zijn daarvan de hoofdlijnen beschreven teneinde het kader aan te geven waarin de hierboven geformuleerde vraagstelling moet worden beantwoord. De verwevenheid van de hier aan de orde zijnde problematiek: de mogelijke botsing tussen het mededingingsrecht en de CAO, met de economische omgeving waarin die botsing plaatsvindt, maakt het nodig om ook enige aandacht te schenken aan de theoretische inzichten van de arbeidseconomie en de algemene economie. De arbeidseconomie verschaft een achtergrond bij de discussie of afspraken tussen werkgevers(organisaties) en werknemersorganisaties als (per definitie) marktverstorend beschouwd moeten worden. De economische theorie op het gebied van de mededinging verschaft inzicht in de doelstellingen en beweegredenen van het mededingingsrecht. Omdat vanuit het mededingingsrecht beoordeeld moet worden of er sprake kan zijn van collisie, zal de CAO aan een mededingingsrechtelijke analyse onderworpen worden. Dat wil zeggen dat aan de hand van de elementen van het kartelverbod en het verbod op misbruik van machtspositie uit het Verdrag en de Mw beoordeeld wordt of de CAO het mededingingsrecht kan schenden. Zodra de CAO voldoet aan alle elementen van het kartelverbod of aan alle elementen van het verbod op misbruik van machtspositie treden de gevolgen in werking en wordt de werking van de CAO geblokkeerd. Voor deze toetsing is de zogenaamde zeefmethode ontwikkeld. De zeven bestaan uit de elementen van het kartelverbod of van het verbod op misbruik van machtspositie. Indien een CAO of een CAO-bepaling aan een element voldoet, valt deze door de desbetreffende zeef heen, om vervolgens weer aan het volgende element getoetst te worden. Indien niet aan een element wordt voldaan, blijft de CAO (-bepaling) liggen op de zeef, en wordt deze als het ware gered van nadere toepassing en de gevolgen van het mededingingsrecht. Om na te kunnen gaan of er sprake kan zijn van collisie tussen CAO s en mededingingsrecht is het proefschrift als volgt opgezet. De eerstvolgende twee hoofdstukken (hoofdstuk 2 en 3) beschrijven het Nederlandse CAO-recht en het Nederlandse en Europese mededingingsrecht. Daarna zal in hoofdstuk 4 6

7 METHODE EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.3 de CAO geanalyseerd worden in het licht van het mededingingsrecht. 11 Deze analyse geeft aanleiding tot een synthese op grond waarvan in hoofdstuk 5 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan worden. In hoofdstuk 2 wordt eerst aandacht besteed aan de functies van de CAO in een sociaal-politieke context en vanuit een economische invalshoek. Dit is van belang om inzicht te krijgen in het belang van het bestaan van de CAO. In het hoofdstuk wordt verder aandacht besteed aan het positieve CAO-recht, in zoverre dat beschreven wordt wat verstaan moet worden onder een CAO en welke werking een dergelijke overeenkomst dan heeft. Ook komt de algemeen verbindend verklaring (AVV) van CAO s aan bod. Hiermee wordt immers de werking van de CAO uitgebreid tot een gehele bedrijfstak en worden de concurrentievoorwaarden op de arbeidsmarkt voor de bedrijfstak gelijkgetrokken. Dit impliceert concurrentievervalsing. Ook het beleid van het Ministerie van Sociale Zaken omtrent de algemeen verbindend verklaring wordt aangestipt, om duidelijk te maken onder welke voorwaarden AVV verleend wordt. De trend van de decentralisatie van arbeidsvoorwaardenvorming komt bovendien aan bod omdat dit leidt tot een individualisering van arbeidsvoorwaardenvorming. Dit heeft tot gevolg dat arbeidsvoorwaarden veelal op een lager niveau nader ingevuld kunnen worden, of dat op een lager niveau afgeweken kan worden van afspraken op bedrijfstakniveau. Zo blijkt de individuele werkgever of ondernemer toch af te kunnen wijken van de concurrentievoorwaarden op de arbeidsmarkt. Omdat de probleemstelling zich enkel op Nederlandse CAO s in de zin van art. 1 WCAO richt, zal aan de ondernemersovereenkomst of overeenkomsten met de OR geen aandacht besteed worden. Hetzelfde geldt voor andere zelfreguleringsinstrumenten waarmee arbeidsvoorwaardenregelingen worden vastgesteld zoals besluiten van brancheverenigingen, zij kunnen immers ook niet aangemerkt worden als CAO s. 12 In hoofdstuk 3 komen zowel Nederlands als Europees recht en beleid aan bod. Het Nederlandse mededingingsrecht is, zoals gezegd, volledig gebaseerd op het Europese recht en leunt voor wat betreft de invulling van de mededingingsrechtelijke begrippen op de jurisprudentie van het EG Hof. In de eerste paragrafen wordt aandacht besteed aan de achtergronden en doelstellingen van het mededingingsrecht en aan het Nederlandse en Europese mededingingsbeleid. Indien het mededingingsrecht het afsluiten van CAO s zou belemmeren, moet namelijk duidelijk zijn met welke reden dit gebeurt. Zo kunnen doelstellingen van verschillende rechtsgebieden tegen elkaar afgewogen worden. Daarnaast wordt het positieve mededingingsrecht beschreven, bestaande uit 11 In dit kader is dankbaar gebruikt gemaakt van de synthese van Graf von Wallwitz over de Duitse CAO en het kartelverbod. Von Wallwitz Zie in dit kader HvJ EG 12 september 2000, C-180/98 tot C-184/98, Jur. 2000, p. I (Pavlov). 7

8 1 INLEIDING het kartelverbod en het verbod op misbruik van machtspositie en al hun elementen en uitzonderingen. Concentratiecontrole komt niet aan de orde, omdat dit niet in botsing komt met het afsluiten van CAO s. Omdat het over zowel Nederlands als Europees mededingingsrecht gaat, wordt ten slotte nog aangegeven wanneer het Europese of het Nederlandse recht van toepassing is. In hoofdstuk 4 wordt uitgezocht in hoeverre CAO s kunnen botsen met het mededingingsrecht. Eerst wordt nagegaan of er sprake is van botsing met het kartelverbod, vervolgens of er sprake is van botsing met het verbod op misbruik van machtspositie. Om na te gaan of een CAO aangemerkt zou kunnen worden als een kartelovereenkomst wordt de CAO getoetst aan elk van de in hoofdstuk 3 beschreven elementen van het kartelverbod via de hierboven beschreven zeefmethode. CAO-bepalingen die door alle zeven heen vallen, kunnen dan geacht worden het kartelverbod te schenden. De eerste zeef en de laatste zeef wijken hier enigszins van af. Zij vertegenwoordigen beide geen element van het kartelverbod. De eerste zeef betreft de immuniteitstoets die aan de toetsing aan het kartelverbod vooraf gaat. De laatste zeef betreft de uitzondering uit art. 81 lid 3 EG of art. 6 lid 3 Mw, die van toepassing zou kunnen zijn nadat vastgesteld is dat het kartelverbod geschonden is, en de CAO alsnog zou kunnen uitzonderen van de toepassing van het kartelverbod. Extra aandacht wordt besteed aan de eerste zeef, die van de immuniteit van de CAO-bepalingen voor het kartelverbod op grond van het Albany-arrest van het Europese Hof. Het is namelijk belangrijk te weten wanneer een CAObepaling immuun is voor het kartelverbod, zodat hiermee rekening gehouden kan worden. In de volgende paragraaf wordt de zeefmethode ook toegepast met betrekking tot de elementen van het verbod op misbruik van machtspositie die in hoofdstuk 3 beschreven worden. De immuniteit komt niet aan bod, nu het Hof deze enkel expliciet voor het kartelverbod verleent. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 nagegaan of de CAO een Europese dimensie heeft. Hierbij gaat het met name om de vraag of de algemeen verbindend verklaring van CAO s aangemerkt zou kunnen worden als een schending van de zgn. nieuwe norm. In hoofdstuk 5 worden ten slotte enkele conclusies getrokken uit het onderzoek dat in de voorgaande hoofdstukken met name de confrontatie van de CAO met het mededingingsrecht in hoofdstuk 4 is verricht. Hierin wordt aangegeven in hoeverre er sprake zou kunnen zijn van collisie tussen CAO s en mededinging en waar wat dat betreft de pijnpunten zitten. Daarnaast wordt stilgestaan bij de keuze van het Hof voor immuniteit van CAO-bepalingen voor het kartelverbod. In het licht van de gebeurtenissen die hieraan vooraf gingen op mededingingsrechtelijk en arbeidseconomisch gebied, was dit misschien toch niet zo n verrassende stap als misschien gedacht. Met betrek- 8

9 METHODE EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.3 king tot de overgebleven knelpunten worden in hoofdstuk 5 bovendien enkele aanbevelingen gedaan. In dit onderzoek komt het vraagstuk van sociale grondrechten en mededinging slechts zijdelings aan de orde. Nu duidelijk wordt dat en waar er mogelijk collisie optreedt tussen het mededingingsrecht en de CAO, bestaat er een mogelijkheid dat het (internationale) grondrecht van vakbondsvrijheid wordt geschonden. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre dit internationale sociale grondrecht doorwerkt in het Europese en het nationale mededingingsrecht. Het onderzoek is afgesloten op 31 december

10

M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht' Voorwoord. 1 Inleiding 1

M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht' Voorwoord. 1 Inleiding 1 Voorwoord vii 1 Inleiding 1 1.1 Het belang van het onderzoek 1 1.2 Doelstelling van het onderzoek en probleemstelling 5 1.3 Methode en opzet van het onderzoek 6 2 Collectieve arbeidsvoorwaardenvorming

Nadere informatie

4 COLLISIE TUSSEN CAO-RECHT EN

4 COLLISIE TUSSEN CAO-RECHT EN 4 COLLISIE TUSSEN CAO-RECHT EN MEDEDINGINGSRECHT? 4.1 Inleiding Om antwoord te kunnen geven op de vraag of er sprake kan zijn van collisie tussen CAO s en mededinging, zijn in de twee voorgaande hoofdstukken

Nadere informatie

5 CONCLUSIES: VORMT HET

5 CONCLUSIES: VORMT HET 5 CONCLUSIES: VORMT HET MEDEDINGINGSRECHT EEN BEDREIGING VOOR HET SYSTEEM VAN COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENVORMING IN CAO S? 5.1 Inleiding In deze dissertatie is onderzoek gedaan naar aanleiding van de

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Mr M.J.C.M. van der Poel Expertisecentrum Pensioenrecht (VU)

Mr M.J.C.M. van der Poel Expertisecentrum Pensioenrecht (VU) De verplichtstelling & solidariteit Toetsing aan het EU-mededingingsrecht Mr M.J.C.M. van der Poel Expertisecentrum Pensioenrecht (VU) 17 april 2013 Monique van der Poel Promovenda Expertisecentrum Pensioenrecht

Nadere informatie

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in

Nadere informatie

Collectief arbeidsrecht

Collectief arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht Deel 2 Vakverenigingsvrijheid Het recht op collectief onderhandelen Mededingingsrecht Mr. dr. J. van Drongelen Zutphen2009 UITGEVERIJ Inhoudsopgave Afkortingen / 9 Voorwoord /13

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5170-37 Betreft zaak: CNV Dienstenbond / VGT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van CNV Dienstenbond

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

OR & Arbeidsvoorwaarden. Actueel. Actueel. mr. Bruno van Els 12 december 2017

OR & Arbeidsvoorwaarden. Actueel. Actueel. mr. Bruno van Els 12 december 2017 OR & Arbeidsvoorwaarden mr. Bruno van Els 12 december 2017 Actueel Koppen uit (sociale) media: OR.net april 2017: Jumbo stopt cao en regelt arbeidsvoorwaarden met COR OR.net 2016: Ondernemingsraden gaan

Nadere informatie

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op!

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Pascal Willems In TBV 3 uit maart 2015 is een bijdrage verschenen van mijn hand en die van Frans van den Nieuwenhof over de STECR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551

ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551 ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551 Instantie Datum uitspraak 27-10-2010 Datum publicatie 10-11-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 343076 - HA ZA 09-2395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Zaaknummer 1216: Stichting Bevordering Vakbekwaamheid Beroepsgoederenvervoer vs SOOB

Zaaknummer 1216: Stichting Bevordering Vakbekwaamheid Beroepsgoederenvervoer vs SOOB BESLUIT Zaaknummer 1216: Stichting Bevordering Vakbekwaamheid Beroepsgoederenvervoer vs SOOB Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot

Nadere informatie

3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2

3. Middelharnis heeft op 5 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2 Advies in zaak 4363, Dijkers Middelharnis B.V. Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), mr drs. R.C. van Houten, prof. dr J.A.H.

Nadere informatie

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht' ARBEIDSVOORWAARDENVORMING

M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht' ARBEIDSVOORWAARDENVORMING 2 COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENVORMING 2.1 Inleiding De eerste Nederlandse landelijke CAO werd gesloten in 1914 in de grafische sector. Om de toen bestaande prijsafspraken op de afzetmarkt te kunnen handhaven

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 Mw door Veenman.

BESLUIT. 1. Naar aanleiding van deze aanvraag is onderzocht of er mogelijk sprake is van overtreding van artikel 24 Mw door Veenman. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Casus 3 Het zal je werk maar zijn

Casus 3 Het zal je werk maar zijn Casus 3 Het zal je werk maar zijn Het CAO-recht is lastig. Veel partijen zijn namelijk bij een CAO betrokken: vakbonden, werkgevers(organisaties), werknemers die lid zijn van een vakbond die aan de CAO

Nadere informatie

Casus 4 Een dagje ouder

Casus 4 Een dagje ouder Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?

Nadere informatie

MEMO WGR. 1. Inleiding

MEMO WGR. 1. Inleiding MEMO WGR Aan : de heer E. Lionarons Van : Bart van Meer en Jasper Molenaar Inzake : Voorstel herziening Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek 24e herziening Datum : 12 maart 2018 1. Inleiding 1.1. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 071 Wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 10 oktober 2005 Het voorstel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24321 26 augustus 2014 Schilders- en Onderhoudsbedrijf in Nederland Bedrijfstakeigenregelingen 2014/2015 Verbindendverklaring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Nijmegen, april 2017, Johan van de Gronden

Nijmegen, april 2017, Johan van de Gronden Voorwoord Het mededingingsrecht is een evergreen in het Europese recht. Al vanaf het eerste begin van het Europese integratieproces tot op de dag van vandaag wordt er een actief mededingingsbeleid gevoerd.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz Zaak C-475/99 Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz (verzoek van het Oberverwaltungsgericht Rheinland-Pfalz om een prejudiciële beslissing) Artikelen 85, 86 en 90 EG-Verdrag (thans artikelen

Nadere informatie

MEDEDINGINGSRECHT VOOR OVERHEDEN. 22 Maart 2007 Prof. dr. Bart Hessel b.hessel@law.uu.nl

MEDEDINGINGSRECHT VOOR OVERHEDEN. 22 Maart 2007 Prof. dr. Bart Hessel b.hessel@law.uu.nl MEDEDINGINGSRECHT VOOR OVERHEDEN 22 Maart 2007 Prof. dr. Bart Hessel b.hessel@law.uu.nl EG-MEDEDINGINGSRECHT Europees mededingingsrecht voor ondernemingen: betreft het verbieden van mededingingsbeperkend

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2247 / 44 Betreft zaak: Griffioen/ De Boer Unigro Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van

Nadere informatie

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

2. Cassatiemiddelen Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: '"Sr "- AANTEKENEN Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH 'S-GRAVENHAGE Datum Referentie Betreft beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (08/00041) op het hoger beroep

Nadere informatie

Artikelen Het FNV KIEM-arrest en de verplichte deelname van zelfstandigen in een bpf

Artikelen Het FNV KIEM-arrest en de verplichte deelname van zelfstandigen in een bpf Mr. M.E.C. Boumans 1 Artikelen Het FNV KIEM-arrest en de verplichte deelname van zelfstandigen in een bpf 1. Inleiding Op 4 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) in

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

CAO & Arbeidsvoorwaardenreglement. Twee soorten cao s

CAO & Arbeidsvoorwaardenreglement. Twee soorten cao s CAO & Arbeidsvoorwaardenreglement Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd, bijvoorbeeld over loon, betaling

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit naar aanleiding van een aanvraag tot beschikking in de zin van 56, lid 1, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Bijlage 1 Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Aan: Alle Ministers Datum: Doorkiesnummer: 070-370 6093 Onderwerp: Checklist Regelgeving en EG-mededingingsrecht 1. Aanleiding Door de Universiteit

Nadere informatie

Nationale staking van 13 februari 2019

Nationale staking van 13 februari 2019 Nationale staking van 13 februari 2019 We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch denken Maximaal oplossingsgericht handelen Uw zaak, onze expertise - 1 van 6 - 1 Inleiding

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn

Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Btw, een hele zorg Een onderzoek naar de fiscale aspecten van arbeidsmobiliteit in de sector zorg & welzijn Managementsamenvatting De arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn is sterk in beweging. Zorg-

Nadere informatie

H2 De inhoud van de arbeidsovereenkomst

H2 De inhoud van de arbeidsovereenkomst H2 De inhoud van de arbeidsovereenkomst Inhoud: 2.1 Inhoud van een arbeidsovereenkomst 2.2 Wat is de invloed van de wet en de cao op de arbeidsovereenkomst? 2.3 Opstellen van een arbeidsovereenkomst 2.4

Nadere informatie

arrest ---_ _._ Ingescbrevcll in het register VIJl het Hof van Justitie onder nr. _.9..f1_Q..:_<J.l1..._.

arrest ---_ _._ Ingescbrevcll in het register VIJl het Hof van Justitie onder nr. _.9..f1_Q..:_<J.l1..._. -1 arrest ---_. ------_._---.- - GERECHTSHOF Sector Civiel recht 's-gravenhage Ingescbrevcll in het register VIJl het Hof van Justitie onder nr. _.9..f1_Q..:_

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4450-6 Betreft zaak: GWW BESLUIT BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 183/14 Luxemburg, 18 december 2014 Pers en Voorlichting Arrest in zaak C-354/13 Fag og Arbejde (FOA), namens Karsten Kaltoft / Kommunernes Landsforening

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.391 ---------------------------------- Raadszitting van woensdag 20 februari 2002 -------------------------------------------------------------- Behoud van het recht van sommige oudere

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 * VAN DER WOUDE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 21 september 2000 * In zaak C-222/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Kantongerecht te

Nadere informatie

Gereguleerde marktwerking van socialezekerheidsbelangen

Gereguleerde marktwerking van socialezekerheidsbelangen Gereguleerde marktwerking van socialezekerheidsbelangen Het mededingingsrecht en vrij verkeer van diensten voor zorg- en pensioenbelangen J.J.M. Sluijs KLUWER Deventer - 004 Afkortingen ix I Algemene inleiding

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting In dit advies doet de Sociaal-Economische Raad voorstellen voor vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet (ATW). De kern van deze wet bestaat uit een stelsel van normen voor arbeids- en

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 24 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 24 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 24 van de Mededingingswet. Nummer 3980-30 Betreft zaak: Blovo/Boontje

Nadere informatie

Tijd om even een beknopte boom op te zetten

Tijd om even een beknopte boom op te zetten Beknopt Handboek Bedrijfstakpensioenfondsen Tijd om even een beknopte boom op te zetten 1 Inleiding Het Bedrijfstakpensioenfonds - Welke ondernemingen krijgen er mee te maken en wat zijn de (financiële)

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het

Nadere informatie

6/22/2015. Definitie bedrijfstakpensioenfonds (art. 1 PW): een pensioenfonds ten behoeve van een of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak

6/22/2015. Definitie bedrijfstakpensioenfonds (art. 1 PW): een pensioenfonds ten behoeve van een of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak Memorie van Toelichting Wet Bpf 2000: Geen witte en grijze vlekken meer Dedrjjfstakbrede solidariteit wordt bevorderd (solidariteit vooral door doorsneepremie) Kabinetsnota Flexibilisedng en Ve,plichtstelling:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Vertaling C-143/16-1 Zaak C-143/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 maart 2015 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione (Italië)

Nadere informatie

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Rapport Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gemeente Maastricht gegrond. Datum: 8 januari

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

De Detacheringsrichtlijn

De Detacheringsrichtlijn M.S. Houwerzijl De Detacheringsrichtlijn Over de achtergrond, inhoud en implementatie van Richtlijn 96/7l/EG KLUWER Deventer - 2005 Voorwoord Lijst van afkortingen V XIII 1 Introductie 1 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken

Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken Bij een werkgever kan om diverse redenen de behoefte ontstaan om de met zijn werknemers overeengekomen pensioenregeling te wijzigen. De vraag die

Nadere informatie

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. Raad van de Europese Unie Brussel, 11 april 2016 (OR. fr) 13717/00 DCL 1 CID 29 DERUBRICERING van document: 13717/00 RESTREINT UE d.d.: 24 november 2000 nieuwe status: Publiek Betreft: Toetreding van de

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058 Rapport Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058 2 Klacht Verzoekers klaagden erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst tijdens het eerste

Nadere informatie

Inleiding. Geen one size fits all

Inleiding. Geen one size fits all Kabinetsreactie op advies nr. 27 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties Inleiding In december 2015 heeft het kabinet

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Adviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.

Nadere informatie

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid Wet van 17 december 2003, Stb. 2004, 30, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke

Nadere informatie

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Vereniging voor Arbeidsrecht Bijeenkomst 22 mei 2014 René Hampsink & Marloes Diepenbach 1 Prak:jk behoe;e aan meer flexibiliteit Wijziging

Nadere informatie

Collectief arbeidsrecht

Collectief arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht Prof. dr. A.T.J.M. Jacobs KLUWER Deventer - 2003 Woord vooraf Afkortingen v xm 1 Inleiding i 2 Vakverenigingen en vakverenigingsrecht 5 2.1 Vakbonden 5 2.2 Werkgevers 19 2.3 Vakverenigingsrecht

Nadere informatie

Advies W /III

Advies W /III Advies W12.18.0366/III Datum: woensdag 28 november 2018 Soort: Voorlichting Ministerie: Sociale zaken en Werkgelegenheid Vindplaats: Kamerstukken I 2018/19, 34934, nr. E Verzoek om voorlichting van de

Nadere informatie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 december 2014 *

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 december 2014 * Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 december 2014 * Prejudiciële verwijzing Mededinging Artikel 101 VWEU Materiële werkingssfeer Collectieve arbeidsovereenkomst Bepaling die minimumtarieven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 934 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op het financieel toezicht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche

Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche Mededingingsrecht in de kunstgrasbranche De rol van de concurrentiespelregels bij samenwerking bij een aanbesteding Mr. Claudia Bruins, Nationaal Sportvelden Congres 2012 Inleiding Waarom bestaat er mededingingsrecht?

Nadere informatie

Werknemersmobiliteit in de EU:

Werknemersmobiliteit in de EU: Mijke Houwerzijl 23 september 2010 Werknemersmobiliteit in de EU: via vrij verkeer van werknemers en/of diensten? Vrij verkeer EU-burgers in the spotlights Parijs 9 sept 2010: Betoging tegen uitzetting

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile

Antwoorden op de vragen van lid Crone en lid Van Dam (beiden PvdA) over de overname van Orange door T-Mobile Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 26 oktober 2007 EP/MW / 7124192 Onderwerp Antwoorden op de vragen van

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, pagina: 1 Bijlage 1 Conceptbesluit tot wijziging van het Besluit aanmelding van CAO s en het aanvragen van AVV Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, directie Arbeidsverhoudingen,

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Inleiding HOOFDSTUK Achtergrond

Inleiding HOOFDSTUK Achtergrond HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Alleen al het gebruik van het woord demotie roept heftige emoties op. De term werd in Nederland tot leven gewekt door Onderwijsminister Jo Ritzen aan het einde van

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Stuk 653 (2000-2001) Nr. 8 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 4 maart 2002 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Zie :

Nadere informatie

cao-recht BSA Seminar Wnra

cao-recht BSA Seminar Wnra * cao-recht BSA Seminar Wnra 7 november 2017 Peter van Minnen www.petervanminnen.nl peter@petervanminnen.nl 0182-712550 1 Plan van behandeling Systemen collectieve arbeidsvoorwaardenvorming: - huidig -

Nadere informatie

2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen

2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen 2 Arbeidstijdenwet: hoofdlijnen en ontwikkelingen 2.1 De Arbeidstijdenwet 1996 De Arbeidstijdenwet (ATW) dateert van 1 januari 1996. De wet kwam in de plaats van de Arbeidswet 1919 en een groot aantal

Nadere informatie

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in de reactie op zijn klacht over Martinair heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermeende overtreding van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 17 december 2003, houdende gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding. Plaatsbepaling en definitie arbeidsrecht Individueel arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht. Het arbeidsovereenkomstenrecht

Inhoud. Inleiding. Plaatsbepaling en definitie arbeidsrecht Individueel arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht. Het arbeidsovereenkomstenrecht Inhoud I 1 2 3 II 4 5 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1 18 19 20 21 22 Plaatsbepaling en definitie arbeidsrecht Individueel arbeidsrecht Collectief arbeidsrecht Het arbeidsovereenkomstenrecht Hoe komt een arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332 2 Klacht A. De klacht van verzoeker werd als volgt geformuleerd: Verzoeker klaagt erover dat de Centrale organisatie werk en inkomen Zaandam zijn

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december A D V I E S Nr. 1.828 -------------------------------- Zitting van dinsdag 18 december 2012 ------------------------------------------------------ IAO Voorlegging, aan het Parlement, van de instrumenten

Nadere informatie