Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart."

Transcriptie

1 Begrippenlijst door een scholier 3417 woorden 27 oktober keer beoordeeld Vak Economie Ec, begrippen hoofdstuk 4 lesbrief Welvaart. Collectieve sector = overheidssector en sociale verzekeringssector sámen. Overheidssector = Rijksoverheid (Centrale overheid), provincies, gemeenten en waterschappen (lagere overheid). Waterschap = Instelling die ervoor zorgt voor de infrastructuur mbt. de waterhuishouding. Sociale sector = Bedrijfsverenigingen, instellingen die door werkgevers en werknemers zijn opgericht en publiekrechtelijke bevoegdheden hebben. Ze mogen dus bijv. premies innen. Uitkeringen krijg je dus van die sociale overheid, niet van de overheid zelf! De overheid betaalt wel mee. Sociale premies worden betaalt door werkgevers, werknemers en de overheid. Rijksoverheid = Staat, regering en parlement. Overheid die de meeste voorzieningen bekostigt en volop meebetaalt aan voorzieningen die gemeenten, provincies en de Europese overheid tot stand brengen. Overheidsbestedingen = De overheidsconsumptie plus de overheidsinvesteringen. Overheidsconsumptie = Aanschaffingen door de overheid van goederen en diensten die binnen zeer korte tijd worden verbruikt. Hierbij worden onderscheiden: 1. Materiële overheidsconsumptie: goederen en diensten voor direct gebruik 2. Ambtenarensalarissen Publiekrechtelijke bevoegdheid = Recht om regels op te leggen aan het publiek. Publiekrechtelijke lichamen/organen = Instellingen die publiekrechtelijke bevoegdheid hebben. Lagere overheid, bijv. provincie. Privaatrechtelijke bevoegdheid = Vereniging, lidmaatschap is vrijwillig. Die vrijwilligheid vind je niet belastingplicht of de leerplicht, daar heb je geen keus. Collectieve uitgaven = Totale uitgaven van de collectieve sector. Collectieve ontvangsten/collectieve middelen = Totale inkomsten van de collectieve sector. Nationale overheid/staat = Nationale overheid. Overheidsorganen zijn publiekrechtelijke organen = Verzameling van publiekrechtelijke organen opgericht door de gemeenschap. CWI = Centra voor Werk en Inkomen. Instellingen door werknemers en werkgevers opgericht die sociale zekerheidswetten uitvoeren. Private instellingen met een paar publiekrechtelijke bevoegdheden, gekregen van de overheid. CWI hoort bij de collectieve sector. Free rider/lifter= Iemand die meeprofiteert van de door de overheid getroffen voorzieningen, zonder Pagina 1 van 9

2 ervoor te betalen. Individueel leverbare prestatie = prijs wordt toegerekend aan degenen die profiteren van de door de overheid getroffen voorziening. Ook de overheid produceert goederen en diensten, collectieve goederen en quasi-collectieve goederen. Zuiver collectief goed = Geen splitsing van individueel leverbare prestaties mogelijk. Goed wat we allemaal kunnen gebruiken. Bijv. dijk of fietspad. Je hoeft er geen prijs voor te betalen. Maar ze zijn ook niet gratis: men betaalt belastingen en sociale premies. Geproduceerd door bedrijven, in opdracht van de overheid. Individueel goed = Wel splitsing van individueel leverbare prestaties mogelijk. Goed waarvoor de gebruiker naarmate zijn gebruik moet betalen. Bijv. Kleding of fiets. Geen free riders/lifters mogelijk. Quasi-collectief goed = Individueel goed geproduceerd door de overheid. Je moet prijs betalen. Belangrijke bestaansreden van de overheid = Productie van zuiver collectieve goederen zoals veiligheid, rechtspraak en openbaar bestuur. Nachtwakersstaat = Samenleving waarin de overheid zich beperkt tot de productie van zuiver collectieve goederen. Meer voorbeelden van waar de overheid zich mee bemoeit, van individuele goederen = onderwijs, infrastructuur, openbaar vervoer. Ambtenaren = Personeel van de overheid om collectieve voorzieningen (zuiver collectieve goederen) tot stand te brengen. De overheid produceert diensten die worden geleverd aan de gemeenschap. De gemeenschap consumeert de diensten die de overheid produceert. Nationalisering = De overheid neemt eigendom en zeggenschap van de particuliere bedrijven over. Privatisering = Overheidsbedrijven worden afgestoten naar de particuliere sector. Voor sociale verzekeringen moet je premies betalen, voor sociale voorzieningen niet. Verzorgingsstaat = Samenleving met omvangrijke collectieve sector. Mensen die door verschillende omstandigheden in financiële moeilijkheden raken kunnen een uitkering aanvragen op grond van één van de sociale wetten. Inkomensvervangende uitkeringen/ uitkeringen voor inkomensverderving = sociale uitkering bedoeld om inkomensverlies op te vangen. Sociaal minimum = Het bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om zich te kunnen redden in de Nederlandse samenleving. 70% van wettelijk minimum. Waardevaste uitkering = Koopkracht van uitkering blijft even groot. Kan worden bereikt door uitkering net zo hard mee te laten stijgen als de prijzen. Is gekoppeld aan CPI. Welvaartsvaste uitkering = Mensen met uitkering delen mee in de stijging van de welvaart. Kan worden bereikt door minimumloon even hard te laten stijgen als lonen. Stelsel van sociale zekerheid is grotendeels gebaseerd op het solidariteitsbeginsel, op saamhorigheid in de gemeenschap. Sociale uitkeringen = voorzieningen en verzekeringen sámen. Sociale voorzieningen = voor mensen die niet op een andere manier kunnen voorzien in hun levensonderhoud, de voorzieningen vormen het vangnet van de sociale zekerheid. Ze worden betaald uit algemene middelen (belastingpot), sociale verzekeringen worden betaald uit premies. Pagina 2 van 9

3 Sociale voorzieningen ABW = Algemene Bijstands Wet. Kom je alleen voor in aanmerking als je niet in staat bent op een andere manier een inkomen te verwerven. Belangrijkste sociale voorziening. Kent drie groepen uitkeringstrekkers: echtparen of ongehuwd samenwonenden (100% van minimumloon), alleenstaande ouders (70% van minimumloon) en alleenstaanden (50% van minimumloon). De uitkeringen worden voor een groot deel gefinancierd door de Rijksoverheid, een klein deel door gemeenten. De sociale dienst bepaalt je recht op ABW. De sociale dienst verstrekt niet alleen uitkeringen, ook stimuleert ze uitkeringstrekkers een betaalde baan te zoeken. Op die manier probeert ze het aantal uitkeringen te verminderen. Sociale verzekeringen = volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Volksverzekeringen zijn er voor iedere Nederlander, ongeacht of je premie hebt betaald of niet, ongeacht je inkomen. Volksverzekeringen kun je herkennen aan de letter A, van Algemeen (dit geldt niet voor de ABW). De hoogte van de uitkeringen voor inkomensderving is bij volksverzekeringen gelijk aan het sociaal minimum. De overige uitkeringen zijn vergoedingen voor hoge kosten. Werknemersverzekeringen gelden alleen voor mensen in de loondienst. Ook hier is onderscheid tussen verzekeringen die een inkomensverlies opvangen en verzekeringen die kosten vergoeden. Anders dan bij volksverzekeringen, bestaat bij werknemersverzekeringen die inkomensverlies opvangen, een verband tussen de hoogte van de premie en de hoogte van de uitkering. Premie en uitkering zijn percentage van loon. Naarmate loon hoger is, zijn ook de premies en uitkeringen hoger. Volksverzekeringen AOW = Algemene Ouderdoms Wet. Iedere Nederlander ouder dan 65 jaar heeft recht op een AOWuitkering. De premies worden vastgesteld door eerst te kijken naar het bedrag dat er dat jaar nodig is voor de uitkeringen, vervolgens wordt het omgeslagen over de inkomens die in dat jaar worden verdiend. Kent drie groepen uitkeringstrekkers: alleenstaande bejaarden (70% van minimumloon), gehuwde bejaarden met 65+ echtgenoten (beiden 50% minimumloon, dus samen 100%) en gehuwde bejaarden met 65- echtgenoten (50% minimumloon, er wordt vanuit gegaan dat de partner nog zelf een inkomen kan verdienen). Verdient de jongere partner onvoldoende inkomen dan kan om een toeslag worden gevraagd. Deze toeslag, die kan oplopen tot 50% van minimumloon, is inkomensafhankelijk (toeslag is lager naarmate het inkomen van de partner hoger is). Kapitaaldekkingsstelsel = Systeem van pensioenopbouw, je spaart voor je toekomstige uitkering. Werknemers zijn over het algemeen verplicht te sparen voor een bedrijfspensioen. Op hun loon wordt maandelijks pensioenpremie ingehouden. Het pensioenfonds belegt de premies gedurende de loopbaan van de werknemers. Na het stoppen met werken betaalt het fonds het aanvullende bedrijfspensioen. AWBZ = Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De hele bevolking is verzekerd tegen de hoge kosten van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het gaat om kosten die niet worden vergoed door normale ziektekostenverzekeringen. Bijv. Kosten van verblijf in inrichting. ANW = Algemene Nabestaanden Wet. Regelt het recht op een uitkering voor de naaste verwanten in geval van overlijden: de weduwe/weduwnaar, wezen en halfwezen. Hoogte van uitkering voor de nabestaande (weduwe/weduwnaar) is max. 70% van minimumloon en is inkomensafhankelijk. Voorwaarde om voor deze uitkering in aanmerking te komen is dat de nabestaande niet zelf in staat is een Pagina 3 van 9

4 inkomen te verdienen, bijv. door arbeidsongeschiktheid of kinderen van jonger 18. AKW = Algemene Kinderbijslag Wet. Deze verzekering biedt financiële ondersteuning aan opvoeders en verzorgers van kinderen. De AKW geeft een toeslag aan iedereen die in Nederland kinderen onder de 18 jaar opvoedt of onderhoudt. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Voor kinderen van 18 tot 25 jaar krijgt men alleen kinderbijslag als ze wel onderwijs volgen, maar geen studiefinanciering krijgen, als ze het huishouden verzorgen of werkloos zijn. Werknemersverzekeringen WULBZ = Wet Uitbreiding Loondoorbetaling Bij Ziekte. Zorgt ervoor dat een zieke in staat is een loon te verdienen. De wet verplicht de werkgever een zieke werknemer gedurende max. 52 weken 70% van laatstverdiende loon te betalen. Tot 1996 was de ziekengeldregeling een collectieve voorziening, onderdeel ziektewet. Maar toen de ziektewet werd geprivatiseerd, zijn het nu particuliere verzekeringsmaatschappijen die premies innen en uitkeringen betalen. De Overheid controleert alleen nog of de regels goed worden nageleefd. ZFW = ZiekenFonds Wet. Geeft vergoeding voor normale geneeskundige verzorging. Bijv. huisarts. Werknemers en uitkeringstrekkers met een inkomen lager dan de zgn. ziekenfondsgrens zijn verplicht opgenomen in het Ziekenfonds. Werknemers en zelfstandigen met een hoger loon zijn niet opgenomen in het verplichte ziekenfonds. Hun ziektekostenverzekering is vrijwillig. WAO = Wet op de Arbeidsongeschiktheid. Uitkering die zieke werknemers die na een jaar nog iet in staat zijn te werken, ontvangen (wordt gekeurd, is dan arbeidsongeschikt). Voorwaarde op arbeidsongeschiktheidswet is dat je niet alleen ongeschikt bent geworden voor je eigen beroep, maar ook voor alle andere beroepen. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en is max. 70% van laatstverdiende loon. De duur van de uitkering is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en het aantal jaren dat hij in loondienst was, arbeidsverleden. De verplichting om de uitkering te betalen lag eerst bij de overheid en is nu neergelegd bij de werkgever. WW = Werkeloosheids Wet. Wordt een werknemer ontslagen dan ontvangt hij een uitkering, 70% van laatstverdiende loon. Voorwaarde is dat hij min. 26 weken in de loondienst heeft gewerkt. De duur van uitkering is net als bij de WAO afhankelijk van de leeftijd en arbeidsverleden van werknemer. Overige sociale verzekeringen WAZ = Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen. Verplichte wet voor zelfstandige ondernemers en beroepsbeoefenaars, kunnen niet terecht bij WAO. Hoogte van uitkering hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van het gederfde inkomen. De overheid beperkte de uitgaven voor sociale zekerheid in jaren 80 en 90 flink. Dit gebeurde door de uitkeringen te bevriezen, de uitkeringen bleven gedurende die tijd nominaal gelijk. Op de uitgaven voor WAO en WW werd flink bezuinigd door de duur van de uitkering flink in de perken. Ook werden bij de WAO de keuringseisen verzwaard, om de instroom af te remmen. Tegelijkertijd werd de uitstroom gestimuleerd door keuringen elke vijf jaar te herhalen. En de overheid heeft bezuinigd door de uitkeringsfraude strenger aan te pakken. Dit beleid was succesvol. Maar het aantal WAO-ers daalde niet. Het steeg juist. Niet alleen volksverzekeringen worden betaald uit premies, werknemersverzekeringen gaan zo te werk. Pagina 4 van 9

5 De overheid stelt over het algemeen geen prijzen vast voor de diensten die ze levert. Een uitzondering is bijv. de prijs die je betaalt voor een paspoort. Belastingen zijn verplichte afdachten aan de overheid, zonder dat daar een directe prestatie tegenover staat. De belastingen die de overheid int verdwijnen in de schatkist en vormen de zgn. algemene middelen (belastingpot). Directe belastingen = Belastingen opgelegd door de overheid aan personen. Heffingen op inkomen of vermogen van personen. Bij directe belastingen zijn degenen die belasting afdragen ook degenen op wie de belasting drukt. Indirecte belastingen = Belastingen opgelegd door de overheid aan producten. BTW (belasting toegevoegde waarde) is bekende indirecte belasting. De verkoper van een product berekent de btw door in de verkoopprijs, daarna draagt hij de btw af aan de belastingdienst. Hierdoor is hij niet degene die de belasting drukt, hij kan het doorberekenen aan iemand anders. Als gevolg van btw stijgen de prijzen. De koper is indirecte drager van deze belasting. Collectieve lasten = Alle verplichte afdrachten aan de collectieve sector samen.druk je collectieve lasten uit in procenten van het binnenlands product dan vind je de collectieve lastendruk of collectieve lastenquote. Het grootste deel van ontvangsten van de collectieve sector bestaan uit collectieve lasten, maar er zijn nog meer bronnen van inkomsten, die samen overige inkomsten of niet-belastinginkomsten heten. Bijv. paspoort. De prijs hiervoor wordt alleen betaald door degene die gebruik maakt van de aangeboden dienst en dat is niet verplicht. Inkomsten van de collectieve sector: 1. collectieve lasten: a. belastingen a1. directe belastingen b. sociale premies a2. indirecte belastingen 2. overige ontvangsten: winsten overheidsbedrijven + opbrengsten van overheidsdiensten. Box 1 = Inkomen wordt belast dat wordt verdiend met arbeid, het loon voor de werknemers en de winst voor de zelfstandigen. Box 3 = Inkomen wordt belast dat wordt verdiend met vermogen, dus rente, huur, pacht en winst. Nettoloon = Het bedrag dat een werknemer van zijn werkgever krijgt uitbetaald. Directe belastingen Premies volksverzekeringen en loonbelasting worden samengevoegd tot één bedrag: loonheffing. Werknemersverzekeringen worden gedeeltelijk betaald door de werknemer en gedeeltelijk door de werkgever. De totale kosten die een werkgever betaalt wanneer hij iemand in loondienst neemt, de loonkosten/arbeidskosten, zijn hoger dan het brutoloon. Dat komt door het werkgeversdeel in de premies van de werknemersverzekeringen. Wig op de arbeidsmarkt = Afdrachten aan de collectieve sector, gat tussen wat de werkgever betaalt en wat de werknemer ontvangt. Verschil tussen brutoloon en nettoloon, door loonkosten en belasting. Voorheffing = Loonheffing die wordt ingehouden op het brutoloon, een voorschot op de inkomensheffing. Inkomensheffing hangt af van het jaarinkomen en kan pas definitief worden vastgesteld nadat het jaar Pagina 5 van 9

6 voorbij is. Maar omdat de belastingdienst niet zolang wil wachten, houden ze alvast een maandelijkse loonheffing in. Is gebaseerd op het te verwachte jaarinkomen. Het totaalbedrag aan geïnde loonheffingen is gelijk aan de te betalen inkomensheffing. Als je niet hele jaar gewerkt hebt of als je brutoloon per jaar lager is dan 7000,-, krijg je geld terug. Voor werknemers bestaat het arbeidsinkomen uit loon en voor zelfstandigen is dit winst. De belastingplichtige geeft zijn totale inkomen uit arbeid door aan de belastingdienst. Deze berekent de belastingen nadat het bedrag gecorrigeerd is met evt. aftrekposten. Bijv. voor hen die op de fiets naar hun werk gaan. Ook de kosten van leningen die zijn eigen woning te kunnen betalen zijn aftrekbaar. Naast aftrekposten zijn er ook bijtellingen bijv. voor hen die een auto van de zaak hebben. De heffing wordt berekend over het belastbaar inkomen: het bruto arbeidsinkomen verminderd met aftrekposten. Om de belasting te kunnen berekenen wordt het belastbaar inkomen opgesplitst in delen, de zgn. belastingsschijven. Voor de opeenvolgende schijven geldt steeds een hoger tarief. Vermogen = de waarde van bezittingen verminderd met de schulden, waarde van eigen huis telt niet mee. Inkomsten uit vermogen = rente op spaarrekeningen, winstuitkering op aandelen, huur en past. Belasting op deze inkomsten is vermogensrendementheffing. Belastingplichtigen geven aan hoe groot hun vermogen was aan het begin van het jaar en aan het eind van het jaar, zodat de fiscus het gemiddelde kan vaststellen. Een deel van het vermogen wordt niet belast: er is een vrijstelling voor alleenstaanden die het dubbele is voor samenwonenden. Komt erop neer dat het vermogen, na aftrek van de vrijstelling, wordt belast met een heffing van 30% van 4% = 1,2% p.j. De heffingen op het inkomen uit arbeid en vermogen worden opgeteld. Daarna komen er nog kortingen overheen. Voor iedereen geldt een algemene heffingskorting van rond de 1500,-. Als één van de partners niet werkt krijgt hij het uitbetaald door de belastingdienst. Daarnaast zijn er nog meer kortingen die het te betalen belastingbedrag verlagen. Overige directe belastingen Successierechten over nalatenschap = Belasting die wordt geïnd als iemand overlijdt. Het tarief loopt op naarmate de erfenis groter is. Bij een erfenis van naaste verwanten zijn de successierechten lager dan bij erfenissen van verre verwanten of niet-verwanten. Bijv. voor kinderen is een bedrag van ruim 7000,- vrijgesteld van successierechten. Voor de echtgenoot is die vrijstelling ruim 200,-. Rechtspersoon heeft net als een natuurlijk persoon een aantal rechten en plichten. Eén van die plichten is het betalen van vennootschapsbelasting over de winst (inkomen van rechtspersoon, want: ondernemer). Indirecte belastingen Accijnzen = Bijzondere verbruiksbelastingen die worden betaald over bepaalde consumptiegoederen zoals alcohol, suiker, tabak en benzine. Accijnsheffing is een middel van de overheid om de aanschaf van bepaalde producten te ontmoedigen. Milieuheffingen = Ook wel ecotaks. Heffing op aardgas en elektriciteit, alleen voor kleingebruikers (gezinshuishoudingen). Is bedoeld om verbruikers aan te zetten tot een zuiniger energiegebruik. De vergroening van het belastingsstelsel is één van de instrumenten waarmee de regering de duurzaamheid van de productie wil bevorderen. Invoerrechten = Geïmporteerde goederen worden bij de grens duurder gemaakt. Omdat deze heffingen Pagina 6 van 9

7 in de prijs worden doorberekend is hier sprake van indirecte belastingen. Motorrijtuigbelasting = Betaling voor het gebruik van een overheidsvoorziening, een autoweg. Wordt gebruikt voor het onderhoud van de wegen. De hoogte hangt af van zwaarte voertuig. Niet-belastingsontvangsten Retributies = Individueel toegekende prijzen voor het gebruik van een overheidsvoorziening. Bijv. parkeergeld, havengeld en marktgeld. Inkomsten uit overheidsbezit = Winst van overheidsbedrijven. Premiepercentage = Jaarlijks wordt voor elke verzekering geschat welk bedrag nodig zal zijn voor uitkeringen; dit bedrag wordt omgeslagen over de verwachte inkomens. Het omslagstelsel heeft tot gevolg dat personen die op dit moment een inkomen verdienen de AOWuitkeringen van de huidige bejaarden betalen, dat de werkende in loondienst de uitkering betalen voor de huidige werklozen, enz. Gelden alleen over de eerste 2 schijven. De belastingdienst int de premies en zorgt ervoor dat ze in de verschillende sociale fondsen terecht komen. Als de premies te laag zijn vastgesteld, ontstaan er tekorten bij de sociale fondsen. Deze tekorten worden aangevuld uit de schatkist. Premies voor werknemersverzekeringen worden geheven over looninkomens. Ze worden halfjaarlijks aangepast aan de nieuwe situatie. De afdracht gebeurt door de werkgever. De WAO regeling bestaat uit twee delen. De basispremie geldt voor alle bedrijven. De premieopbrengst is bestemd voor bestaande WAO-gevallen. De rekenpremie is bestemd voor nieuwe gevallen. De hoogte van de premie verschilt per bedrijf en hangt af van het aantal werknemers van een bedrijf dat in het verleden in de WAO terecht kwam. Totale ontvangsten = indirecte belastingen + directe belastingen + niet-belastingenontvangsten + sociale premies. Draagkrachtbeginsel = belasting betalen naar draagkracht. Dwz. zwaarste schouders dragen de zwaarste lasten (des te meer je verdient, des te meer belasting moet je betalen). Draagkrachtbeginsel is erop gericht inkomens te nivelleren. Nivelleren = inkomens dichter bij elkaar brengen door de schijventarieven in de belasting. Het gaat er niet om dat hogere inkomenstrekkers meer euro s afdragen, maar dat ze in procenten van hun inkomen meer afdragen. De afdracht in procenten van het inkomen is gem. heffingsdruk. Progressie = Belastingtarieven lopen op naarmate het inkomen hoger is. Nivellerend. Proportie = Iedereen betaalt hetzelfde tarief. Degressie = Belastingtarieven lopen op naarmate het inkomen lager is. Denivellerend. De nivellerende werking wordt voor een deel tenietgedaan door aftrekposten, waarvan de hypotheekrente de belangrijkste is. Voor iem. die met zijn belastbaar inkomen in de hoogste schijf valt betekent elke euro waarmee hij zijn belastbaar inkomen kan verminderen een voordeel van 52 eurocent. Bij iemand in de eerste schijf is dat maar 32,35 eurocent. Personen met een hoog inkomen hebben daardoor meer voordeel van aftrekposten van personen met een laag inkomen. De aftrekposten hebben een denivellerende werking. Belastingmoraal = de bereidheid om belasting te betalen. Veel mensen doen moeite om zo weinig mogelijk belasting te betalen, omdat er geen directe tegenprestatie tegenover staat. Is de moraal slecht dan wordt het lastig om voldoende inkomsten binnen te krijgen voor collectieve voorzieningen. Pagina 7 van 9

8 Doelmatigheidsbeginsel = Inningkosten moeten opwegen tegen het te ontvangen belastingbedrag. Bijv. niet doelmatig om fietsenbelasting in te voeren, omdat de kosten hoger zijn dan de belasting. De drie belastingproblemen = belastingontwijking, belastingontduiking en belastingafwenteling. Belastingontwijking = Ervoor zorgen zonder de wet te overtreden het belastbaar inkomen zo laag mogelijk te maken. Je probeert de hoge tarieven te ontwijken. Belastingontduiking = Ervoor zorgen door de wet te overtreden minder belasting te hoeven betalen. Dit kan door bijv. door het verzwijgen van inkomen of het aanvoeren van een te hoge aftrekpost. Door belastingontduiking ontstaat een zwart verdiend inkomen, een inkomen waarover geen belasting is betaald. Belastingafwenteling = Ervoor zorgen dat iemand anders de voor jou bedoelde belastingen betaalt. Bijv. onderneming moet meer winstbelasting betalen, dan doet ze de verkoopprijzen omhoog. Dan wordt de winstbelasting afgewenteld op afnemers. Collectieve uitgaven bestaan uit collectieve bestedingen (investeringen, salarissen ambtenaren) en overdrachtsuitgaven (sociale uitkeringen, subsidies). Ec, begrippen H5 lesbrief Welvaart. Inkomensverdeling = Kan op verschillende manieren worden gegeven: 1. Personele inkomensverdeling: Geeft aan hoe het inkomen over mensen/huishoudens verdeeld is. 2. Categoriale inkomensverdeling: Geeft aan hoe het inkomen over de productiefactoren verdeeld is. Lorenzcurve = verband tussen inkomen en inkomenstrekkers (inkomenstrekkers zijn personen die een inkomen verdienen). Lorenzcurve tekenen: 1. Assenstelsel 2. Verticaal = inkomen Horizontaal = inkomenstrekkers 3. Teken de 45gr. Lijn 4. Zet dezelfde schaalverdeling op de x-as en y-as 5. Hoe dikker de buik, hoe schever de verdeling Wettelijk minimumloon = Het loon dat werkgevers minimaal moeten betalen als zij werknemers in dienst nemen. Het wettelijk minimumloon geldt voor werknemers vanaf 23 jaar. Voor jongeren gelden jongerenminimumlonen. Het minimumloon is ook de basis van een aantal sociale regelingen. Soorten inkomensverdelingen: 1. Primaire 2. Secundaire 3. Tertiaire Primaire inkomensverdeling = Komt tot stand via het productieproces door het aanbieden van productiefactoren. Sommigen hebben alleen arbeid; anderen hebben arbeid, natuur, kapitaal en ondernemingsschap. Waar je wiegje staat. Secundaire inkomensverdeling = Komt tot stand na aftrek via belasting en sociale premies. Klein Pagina 8 van 9

9 inkomen, kleine aftrek. Groot inkomen, grote aftrek. Nivellerende werking. Dus inkomens dichter bij elkaar. Tertiaire inkomensverdeling = Komt tot stand door indirecte belastingen en prijsverlagende subsidies. Pagina 9 van 9

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart

Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting Economie Leesbrief welvaart Samenvatting door een scholier 1625 woorden 12 mei 2003 6,7 18 keer beoordeeld Vak Economie Bruto arbeidsinkomen Aftrekposten - = belastbaar arbeidsinkomen Bruto

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

4.1 Het begrip collectieve sector.

4.1 Het begrip collectieve sector. Samenvatting door een scholier 3298 woorden 8 december 2003 7,1 111 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 : De collectieve sector 4.1 Het begrip collectieve sector. Overheidsorganen hebben het hoogste

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart

Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 5843 woorden 5 februari 2004 4,2 27 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 Collectieve sector (publieke sector) -> de staat, het rijk of

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten

Nadere informatie

3,2. Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 : De collectieve sector

3,2. Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 : De collectieve sector Samenvatting door een scholier 4463 woorden 16 januari 2011 3,2 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 : De collectieve sector 4.1 Het begrip collectieve sector: Overheidsorganen hebben het hoogste

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5

Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting Economie Lesbrief Welvaart H1-H5 Samenvatting door een scholier 1321 woorden 23 januari 2011 6 2 keer beoordeeld Vak Economie ECO H1 Schaarste = Als er middelen bv geld geoffert moeten worden

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 1637 woorden 13 juni 2004 6,5 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 7 7.1 * Collectieve lasten bestaan uit: - belastingen die

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door Wil 902 woorden 6 juli 2014 6,6 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Overheid: Alle gemeentes, provincies en het rijk in Nederland. Collectieve

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?

7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER? Boekverslag door I. 1977 woorden 22 april 2007 7.6 10 keer beoordeeld Vak Economie Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID o Sociale zekerheid is eigenlijk het stelsel

Nadere informatie

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1

Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1763 woorden 29 november 2009 9,4 16 keer beoordeeld Vak Economie Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Directe belastingen: zijn belastingen die je betaalt

Nadere informatie

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld

8.2. Boekverslag door D woorden 10 januari keer beoordeeld Boekverslag door D. 2492 woorden 10 januari 2005 8.2 39 keer beoordeeld Vak Economie Aanvullend pensioen: Op de loon van werknemers wordt maandelijks een pensioenpremie ingehouden. Dit bedrag wordt gestort

Nadere informatie

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld

7.5. Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari keer beoordeeld Boekverslag door Een scholier 2475 woorden 19 januari 2008 7.5 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Schaarse goederen zijn goederen waarvoor productiefactoren moeten worden opgeofferd.

Nadere informatie

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW situatie febr 2010 Sociale zekerheid te verdelen in twee stukken: Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen worden beheerd/ uitgevoerd door de sociale verzekeringsfondsen (o.a.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1972 woorden 21 april 2005 7,1 35 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 onder de collectieve sector wordt de overheid

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven

Nadere informatie

Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid.

Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid. Hoofdstuk 4 De collectieve sector Collectieve sector = Publieke sector Collectieve sector = Overheid + de instellingen voor de sociale zekerheid. Centrale Overheid Rijksoverheid Collectieve sector Overheid

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24 Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24 Samenvatting door een scholier 1361 woorden 23 mei 2003 8,3 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting Economie Hoofdstuk 23: Productiefactoren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting door L. 1524 woorden 11 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie H1 t/m H5: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie. Samenvatting door een scholier 1662 woorden 22 maart 2004 6,7 30 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen H2 t/m H7 (havo-4) H2 Inkomen en Inflatie 1 Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld Reëel

Nadere informatie

4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

4,2. Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1704 woorden 18 juli 2015 4,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Consumptie: het aanschaffen van producten door de eindgebruiker. Investeren: het kopen

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d)

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d) Samenvatting door een scholier 1561 woorden 9 oktober 2003 7,7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie H7 7.1 *Collectieve sector bestaat uit: overheidssector instellingen die de sociale

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

De sociale verzekeringen vallen weer uiteen in de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen.

De sociale verzekeringen vallen weer uiteen in de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen. Boekverslag door E. 2419 woorden 20 december 2001 6.7 324 keer beoordeeld Vak Economie De sociale zekerheid in Nederland Profielwerkstuk economie 1. Wat houdt de sociale zekerheid in? Sociale zekerheid

Nadere informatie

6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.

6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon. 6.1 De AOW In 1957 is in Nederland de AOW ingevoerd door premiers Willem Drees (PVDA). Iedereen die 65 jaar of ouder is, krijgt een uitkering van de staat. Deze uitkering hangt af van het aantal jaren

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

5.9. Boekverslag door T woorden 21 april keer beoordeeld

5.9. Boekverslag door T woorden 21 april keer beoordeeld Boekverslag door T. 2722 woorden 21 april 2008 5.9 21 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen die niet in staat is zelf voldoende inkomen te verdienen of wie ziek is, arbeidongeschikt of werkeloos komt voor

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)

Overheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten) Begrippenlijst door V. 1548 woorden 7 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie begrippen hoofdstuk 12 12.1 de collectieve sector Collectieve sector - (overheid in

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Collectieve sector

Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting door een scholier 187 woorden 10 maart 2009 8,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Belastinginkomsten. Je hebt twee soorten belastingen namelijk de directe

Nadere informatie

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels. Samenvatting door A. 952 woorden 14 juni 2013 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie 1 De collectieve sector: Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar

Nadere informatie

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5

Nadere informatie

Scriptie Economie Welvaart

Scriptie Economie Welvaart Scriptie Economie Welvaart Scriptie door een scholier 3913 woorden 11 juni 2003 7,5 63 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Welvaart hfst 1 Vakantie en werken Het CBS is het Centraal Bureau voor Statistiek

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop

Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting Economie Levensloop Samenvatting door A. 1095 woorden 7 februari 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie: levensloop Hfst 1 Consumptie: het product wordt aaneschaft door

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

Economie Elementaire economie 3 VWO

Economie Elementaire economie 3 VWO Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1792 woorden 20 januari 2002 5,1 32 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 2 2.2 Gedwongen besparingen zijn

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Tabellen Loonberekening Tabel bijzondere beloningen Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden:

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden: loonbelasting premies volksverzekeringen inkomensafhankelijke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk

Nadere informatie

4,9. Praktische-opdracht door een scholier 2318 woorden 28 januari keer beoordeeld

4,9. Praktische-opdracht door een scholier 2318 woorden 28 januari keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2318 woorden 28 januari 2003 4,9 45 keer beoordeeld Vak Economie Inhoud 1 Inleiding 2 Sociale uitkeringen 3 Hoe heeft de WAO zich de afgelopen 15 jaar ontwikkeld 4

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Domein E: Concept Ruilen over de tijd 1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting door een scholier 1592 woorden 30 oktober 2004 8 49 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 7 Belasting

Nadere informatie

7,1. Begrippenlijst door een scholier 2631 woorden 7 april keer beoordeeld

7,1. Begrippenlijst door een scholier 2631 woorden 7 april keer beoordeeld Begrippenlijst door een scholier 2631 woorden 7 april 2009 7,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Accijns: een prijsverhogende heffing die de overheid legt op bepaalde goederen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H6 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 6 Overheid overbodig? Paragraaf 6.1

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen:

Als je allemaal iets in de pot moet doen, voor bijvoorbeeld een uitje, heb je verschillende manieren om vast te stellen wie wat moet betalen: Economie samenvatting hoofdstuk 2 Dagmar Rasenberg 4a Hoofdstuk 2 Kinderen brengen veel vreugde en gezelligheid, maar de keuze voor kinderen is niet altijd economisch verantwoord. Het heeft namelijk veel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Samenvatting Economie Welvaart

Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting Economie Welvaart Samenvatting door een scholier 1616 woorden 16 juni 2005 7,7 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1.3 Schaarste Om je behoeften te bevredigen heb je middelen nodig:

Nadere informatie

3,3. Opdracht door een scholier 3194 woorden 23 januari keer beoordeeld. Lesbrief Inkomen Economie 1,2. Oefenopgave H1

3,3. Opdracht door een scholier 3194 woorden 23 januari keer beoordeeld. Lesbrief Inkomen Economie 1,2. Oefenopgave H1 Opdracht door een scholier 3194 woorden 23 januari 2002 3,3 64 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Economie 1,2 Oefenopgave H1 Opgave 1 In 1995 waren de bestedingen van een bepaalde sociale groep

Nadere informatie

Samenvatting Economie Voor in GR: examen

Samenvatting Economie Voor in GR: examen Samenvatting Eco Voor in GR: examen eco Samenvatting door een scholier 653 woorden 20 mei 2007 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Eco Centraal examen Examen eco Zet dit in je rekenmachine voor je (havo)

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening.

5.5 a. Een bezit: Natascha heeft nog geld van de klant tegoed. b. Er is nog niets verkocht, dus ook niet op rekening. Hoofdstuk 5 Werken in een eigen bedrijf 5.1 a. De bezittingen zijn altijd door iemand gefinancierd: door de eigenaar (eigen vermogen) en/of door iemand die een lening verschaft (vreemd vermogen). b. Het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen

Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting door een scholier 2656 woorden 28 maart 2007 8 42 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen: H 1: De vorming van inkomen. 1.1 De vorming van primair inkomen:

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

Samenvatting Economie 3.5 & 3.6 & Hoofdstuk 5

Samenvatting Economie 3.5 & 3.6 & Hoofdstuk 5 Samenvatting Economie 3.5 & 3.6 & Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 1511 woorden 9 april 2003 5,7 18 keer beoordeeld Vak Economie 3,5 Stelsel sociale zekerheid: Sociale verzekeringen: Worden allen

Nadere informatie

Schoolexamen 2005 Inkomen H1

Schoolexamen 2005 Inkomen H1 Samenvatting door een scholier 1974 woorden 25 oktober 2005 6 1 keer beoordeeld Vak Economie Schoolexamen 2005 Inkomen H1 - Microniveau: 1 bedrijf of 1 huishouden - Macroniveau: heel land - Arbeidsverdeling:

Nadere informatie

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als: Samenvatting door een scholier 886 woorden 20 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economisch bekeken Marketingmix bestaat uit 6 P's Prijsbeleid Plaatsbeleid Productbeleid Promotiebeleid Presentatiebeleid

Nadere informatie

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2 Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de

Nadere informatie