Een onderscheid wordt gemaakt tussen atleten naargelang de beoefende sporttak.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderscheid wordt gemaakt tussen atleten naargelang de beoefende sporttak."

Transcriptie

1 CONSENSUS TESTEN VAN FYSIEKE BASISEIGENSCHAPPEN Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool UITHOUDINGSTESTS 1. Algemene uitgangspunten Een onderscheid wordt gemaakt tussen atleten naargelang de beoefende sporttak. Sporttakken waar uithoudingsvermogen de prestatiebepalende factor of één van de prestatiebepalende factoren is, dient het uithoudingsvermogen zo goed mogelijk in kaart te worden gebracht, en dient trainingsadvies in verband met intensiteit zo nauwkeurig mogelijk te zijn. Sporttakken waar dit niet het geval is (uithoudingsvermogen is niet één van de voornaamste prestatiebepalende factoren), kan een wat minder doorgedreven evaluatie gebeuren. Er wordt op het vlak van labotests uithouding - gericht meer tijd geïnvesteerd in het doorgedreven evalueren en begeleiden van de atleten die er het meest bij gebaat zijn. Wat de atleten betreft in sporttakken waar het uithoudingsvermogen geen belangrijke prestatiebepalende rol speelt (bijvoorbeeld turnen), wordt besloten geen inspanningsproef uit te voeren in het kader van de trainingsbegeleiding. Wat de tests zelf betreft worden 2 protocollen weerhouden: 1. een protocol met trappen van 3 minuten; 2. een protocol met trappen van 8 minuten. Dit laatste protocol kan enkel zinvol zijn voor atleten waar het uithoudingsvermogen van primordiaal belang is (wielrennen, triatlon, duatlon, lange afstandslopen, lange afstand schaatsen). Deze atleten hebben de keuze tussen de 2 protocollen. Voor alle andere atleten wordt gebruik gemaakt van het 3 minuten protocol. Wat betreft de keuze van de ergometer dient zo specifiek mogelijk te worden getest. In het geval van atleten die tijdens hun competitie niet lopen, fietsen of roeien wordt voor de ergometertest gekozen die het meest aangewezen lijkt in functie van de vorm van aspecifieke conditietraining die de atleet het meest beoefent. Hierover dient door de Federatie/topsportschool/begeleiders van de atleten en het keuringscentrum overleg te worden gepleegd. Niet-uithoudingsatleten worden getest aan de hand van de beschreven tests met trappen van 3 minuten. Voor balsporters wordt de test op het looptapijt met trappen van 3 minuten gebruikt.

2 2. Uithoudingstests: Protocollen Fietsergometer: algemeen Het protocol met trappen van 3 minuten wordt gebruik voor niet-uithoudingsatleten. Voor uithoudingsatleten kan een test met trappen van 8 minuten gebruikt worden, waarbij de belasting met een vaste eenheid wordt opgedreven. De atleet bepaalt welk protocol hij verkiest. Bij de test met trappen van 8 minuten voeren de vrouwen een opwarming uit van 10 minuten, om te voorkomen dat ze de trap waaraan ze de intensiteit van maximale vetverbranding bereiken reeds beëindigen voor ze 30 minuten inspanning hebben geleverd. Mannen voeren geen opwarming uit. Bij elke inspanningstrap wordt een bloedstaal ter bepaling van de lactaatconcentratie afgenomen op minuut 4 en minuut 8. Fietsergometer: 3-minuten protocol Hier wordt geopteerd voor een protocol onafhankelijk van het lichaamsgewicht. Een minimum trapfrequentie van 70 toeren per minuut wordt opgelegd. duur opwarming (min) belasting opwarming (Watt) aanvangsbelasting (Watt) verhoging belasting (Watt) duur trap (min) De opwarmingsbelasting: lichaamsgewicht (kg) opwarmingsbelasting (Watt) SIMULATIE verhoging van de belasting (Watt) 40 OPW -10 tot 0 Zie tabel trap 1 trap 2 trap 3 trap 4 trap 5 tijd (min) trap 6 trap 7 trap 8 trap vermogen (Watt) trap

3 Fietsergometer: 8-minuten protocol Er werd geopteerd voor een verhoging van de belasting met 40 Watt voor iedereen, omdat op die manier de volhoudtijd van de renners beter vergelijkbaar is. De trapfrequentie is vrij te kiezen. Op basis van gegevens uit inspanningstests afgelegd door mannelijke en vrouwelijke beloften en eliterenners, werd bepaald dat het nodig is vrouwelijke wielrenners een opwarming van 10 minuten te laten uitvoeren, zodat de eerste stijging van de lactaatconcentratie (en dus ook de intensiteit waaraan de maximale vetoxidatie) bij alle atletes plaatsvindt na ten minste 30 minuten inspanning (of die trap beëindigd wordt na minimaal 30 minuten inspanning). Bij de mannelijke renners is een opwarming om deze reden niet nodig in het onderstaand protocol. MANNEN duur opwarming (min) belasting opwarming (Watt) aanvangsbelasting verhoging belasting (Watt) duur trap (min) / Vrouwen duur opwarming (min) belasting opwarming (Watt) aanvangsbelasting verhoging belasting (Watt) duur trap (min) SIMULATIE verhoging van de belasting (Watt) 40 OPW 10 min voor vrouwen niet voor mannen trap 1 trap 2 trap 3 trap 4 trap 5 tijd (min) trap 6 trap 7 trap 8 trap vermogen (Watt) trap

4 - metingen - voor opwarming 3 protocol 8 protocol opwarming einde opwarming gewicht / HF Lactaat RPM gewicht / HF Lactaat RPM einde trap HF Lactaat OPM HF Lactaat OPM helft trap extra in laatste trap bij beëindigen test / zuurstofopname* HF max La max ** HFLactaat RPM Zuurstofopname* RPM HF max La max ** RPM HF hartfrequentie La max lactaatconcentratie bij beëindigen test OPM trapfrequentie omwentelingen per minuut * voorafgaande aan de test wordt aan de atleet uitgelegd dat deze meting zal plaatsvinden tijdens de laatste trap. De atleet wordt eveneens gevraagd naar zijn maximale hartfrequentie. Bij aanvang van elke nieuwe trap wordt de atleet gevraagd of hij meent dat de trap waaraan hij begint de laatste zal zijn of niet. Ook wanneer de testleider ziet dat de lactaatconcentratie niet meer stabiel blijft binnen één trap, of dat de hartfrequentie de maximale hartfrequentie nadert, wordt de meting van de zuurstofopname gestart. ** de maximale lactaatconcentratie wordt gemeten 1 minuut, 3 minuten en 5 minuten na het beëindigen van de test. De atleet fietst uit aan 100 Watt. na test / /

5 Loopband: algemeen Niet-uithoudingsatleten: besloten werd een stijging van 0.5 m/sec (1.8 km/u) te hanteren voor mannen en vrouwen. De startbelasting ligt op 9 km/uur voor de 3-minuten test. Uithoudingsatleten: voor deze atleten kunnen trappen van 8 minuten gebruikt worden. Bij elke inspanningstrap wordt een staal om de 4 minuten genomen. De atleet stopt dan steeds na 3 30 en na 7 30 voor de afname van het staal. De helling wordt in alle looptests constant gehouden op 1 tijdens de hele test. Loopband: 3-minuten protocol duur opwarming (min) belasting opwarming (km/u) startbelasting verhoging belasting duur trap (km/u) (km/u) (= 0.5 m/sec) 3 * evt. voorafgegaan door trappen aan 5.4 ipv een opwarming aan 9 km indien de testleider dit noodzakelijk acht. (min) SIMULATIE verhoging van de snelheid (km/u) 9 OPW trap 1 trap 2 trap 3 trap 4 trap 5 trap 6 trap 7 trap 8 tijd (min) snelheid (km/u) De recuperatietijd tussen de verschillende trappen voor lactaatafname bedraagt 30 seconden (van minuut 3 tot 3 30 ).

6 Loopband: 8-minuten protocol Hierbij wordt de snelheid elke stap met 2 km/uur opgedreven. De laatste 30 seconden van een trap staat de atleet stil en wordt de hartfrequentie genoteerd en een bloedstaal genomen. SIMULATIE verhoging van de belasting (km/u) 2 OPW trap 1 trap 2 trap 3 trap 4 trap 5 trap 6 trap 7 trap 8 10 min voor vrouwen niet voor mannen tijd (min) snelheid (km/u) metingen - voor opwarming opwarming einde opwarming 3 protocol gewicht / HF Lactaat einde trap helft trap extra in laatste trap* HF Lactaat / zuurstofopname bij beëindigen test HF max La max na test / 8 protocol gewicht / HF Lactaat HF Lactaat HF Lactaat zuurstofopname HF max La max ** / HF hartfrequentie La max lactaatconcentratie bij beëindigen test * voorafgaande aan de test wordt aan de atleet uitgelegd dat deze meting zal plaatsvinden tijdens de laatste trap. De atleet wordt eveneens gevraagd naar zijn maximale hartfrequentie. Bij aanvang van elke nieuwe trap wordt de atleet gevraagd of hij meent dat de trap waaraan hij begint de laatste zal zijn of niet. Ook wanneer de testleider ziet dat de lactaatconcentratie niet meer stabiel blijft binnen één trap, of dat de hartfrequentie de maximale hartfrequentie nadert, wordt de meting van de zuurstofopname gestart. ** de maximale lactaatconcentratie wordt gemeten 1 minuut, 3 minuten en 5 minuten na het beëindigen van de test.

7 Roei-ergometerie Een protocol met trappen van 3 minuten wordt gebruikt voor alle atleten. De dragfactor en de startsnelheid verschillen tussen junioren en senioren en tussen heren en dames. Elke drie minuten wordt de snelheid (tijd over 500 meter) met 5 seconden opgedreven. Na elke trap van drie minuten wordt een bloedstaal genomen, en heeft de atleet 30 seconden rust. Het bloedstaal wordt genomen uit de oorlel. Voor de opwarming van de tests wordt de oorlel behandeld met hyperemiserende zalf, die verwijderd wordt voor het eerste bloedstaal wordt afgenomen. Het bloedstaal na afloop van de test wordt afgenomen onmiddellijk na het beëindigen van de test. Eén test wordt vooropgesteld, met trappen van drie minuten voor alle atleten. De slagfrequentie is vrij door de roeier te kiezen. De gemiddelde slagfrequentie wordt genoteerd. Tussen de trappen is er 30 seconden rust, waarin de hartfrequentie wordt genoteerd. SIMULATIE Categorie dragfactor OPW trap 1 trap 2 trap 3 trap 4 trap 5 trap 6 trap 7 trap 8 tijd (min) Junioren dames 125 Junioren heren 145 Senioren dames 135 Senioren heren 155 Snelheid (min sec /500m) metingen - metingen - protocol 5 voor opwarming tijdens opwarming einde opwarming gewicht / HF Lactaat SF einde van elke trap HF Lactaat SF extra in helft trap laatste trap / zuurstofopname* bij beëindigen test HF max La max ** SF HF hartfrequentie La max lactaatconcentratie bij beëindigen test SF slagfrequentie * voorafgaande aan de test wordt aan de atleet uitgelegd dat deze meting zal plaatsvinden tijdens de laatste trap. De atleet wordt eveneens gevraagd naar zijn maximale hartfrequentie. Bij aanvang van elke nieuwe trap wordt de atleet gevraagd of hij meent dat de trap waaraan hij begint de laatste zal zijn of niet. Ook wanneer de testleider ziet dat de lactaatconcentratie niet meer stabiel blijft, of dat de hartfrequentie de maximale hartfrequentie nadert, wordt de meting van de zuurstofopname gestart. ** De maximale lactaatconcentratie wordt gemeten 1 minuut, 3 minuten en 5 minuten na het beëindigen van de test. / na test

8 3. VO 2 max tests Gebruik van VO 2 max tests. Deze test is dezelfde als de inspanningstest met ECG controle voor de beoordeling van de sportmedische geschiktheid (enkel de test op de fietsergometer). Een progressieve inspanningstest wordt aangeraden, waarvan de duur 8 tot 12 minuten bedraagt (klassiek VO 2 max protocol) of tussen 6 en 12 minuten voor kinderen. De zuurstofopname wordt opgetekend als het gemiddelde van de waarden opgetekend over 30 seconden, daar een korter sampling interval de variabiliteit van de meting verhoogt. Ergometerfiets Opwarming: Aangezien momenteel onvoldoende wetenschappelijke literatuur de gevolgen van opwarming op de daarop volgende prestatie beschrijft, wordt de duur van de opwarming vastgesteld op 5 minuten, maar de intensiteit wordt vrij gelaten. De fietsergometer wordt oorspronkelijk ingesteld op 80 Watt voor volwassen atleten en 60 Watt voor atleten jonger dan 16 jaar. Daarna kan de atleet naar believen de belasting laten verhogen of verlagen door de testleider. VO 2 max test: Na de opwarming wordt een masker op het gezicht geplaatst (of een mondstuk en neusknijper), op dusdanige wijze dat er geen lucht kan ontsnappen bij in- of uitademing. De eigenlijke test start onmiddellijk daarna. De test start aan een belasting van 80 Watt voor volwassen mannelijke atleten, en aan 50 Watt voor volwassen vrouwelijke atleten. De belasting verhoogt met respectievelijk 30 en 20 Watt per minuut. Voor atleten van minder dan 16 jaar wordt volgende test gebruikt: mannen 50 Watt + 20 Watt per minuut, vrouwen 50 Watt + 15 Watt per minuut. tijd (min) belasting (watt) M > 16j V > 16j M < 16 j V < 16j

9 Loopband Opwarming: Aangezien momenteel onvoldoende wetenschappelijke literatuur de gevolgen van opwarming op de daarop volgende prestatie beschrijft, wordt de duur van de opwarming vastgesteld op 5 minuten, maar de intensiteit wordt vrij gelaten. De loopband wordt ingesteld op 8 km per uur voor volwassen atleten, en op 7 km per uur voor atleten jonger dan 16 jaar. Daarna kan de atleet naar believen de snelheid laten verhogen of verlagen door de testleider. VO 2 max test: Na de opwarming wordt een masker op het gezicht geplaatst (of een mondstuk en neusknijper), op dusdanige wijze dat er geen lucht kan ontsnappen bij in- of uitademing. De eigenlijke test start onmiddellijk daarna. De test start aan een snelheid van 10 km/u voor volwassen mannelijke atleten, en aan 9 km/u voor volwassen vrouwelijke atleten. Atleten jonger dan 16 starten aan 7 km/u. De snelheid wordt elke minuut met 1 km/u verhoogd. tijd (min) atleten vanaf 16 jaar atleten jonger dan 16 jaar snelheid (km/u)

10 KRACHT 1. Algemene uitgangspunten Kracht en krachttraining spelen een steeds groter wordende rol in topsport en topprestaties. Toch is maximale kracht, zoals we die kennen vanuit het gewichtheffen zelden een indicatie voor prestatie. De meeste sporten eisen immers een combinatie van kracht en snelheid (vermogen) tijdens sportspecifieke bewegingen. Dit betekent dat de invloed van kracht op de prestatie steeds afhankelijk is van de andere fysieke bouwstenen zoals uithoudingsvermogen, lenigheid, coördinatie en snelheid. Doelstelling van krachttests - bepalen van de relevantie van kracht en vermogen in een bepaalde sport - bepalen van de kracht en de zwakheden van een atleet door de testresultaten te vergelijken met groepswaarden of normentabellen - registreren van een individuele score als persoonlijke referentiewaarde - registreren van het effect van training (of revalidatie) Standaardisering van krachttests Uit de literatuur blijkt dat wetenschappers de correlatie tussen testresultaten en sportprestatie nog volop aan het onderzoeken zijn. Gestandaardiseerd te werk gaan en het opstellen van databases wordt bemoeilijkt door het feit dat tests uitgevoerd met verschillende meettoestellen verschillende testresultaten opleveren. Ook in ons land maken de verschillende keuringscentra gebruik van verschillend testmateriaal. Het is dus aan te bevelen de atleten steeds in hetzelfde centrum te testen. De tests opgenomen in deze consensus werden zo nauwkeurig mogelijk omschreven teneinde de vergelijkbaarheid te optimaliseren De verschillende aspecten van kracht - Kracht (force) en vermogen (power) - Maximale kracht, explosieve kracht en krachtuithouding - statische en dynamische, concentrische en excentrische kracht De verschillende aspecten van krachtmeting - isometrisch: o hoge betrouwbaarheid en validiteit o meet slechts 1 vaste hoek van de beweging o lage sportspecificiteit - isokinetisch: o gedetailleerd beschreven in protocol van toestel maar verschillende toestellen o geeft waarden over het volledige gemeten bewegingsverloop o matige sportspecificiteit (analytisch) - isodynamisch, iso-inertieel en auxotoon: o subjectieve bepaling van correcte uitvoering o geeft 1 waarde voor de volledige beweging o relatief hoge sportspecificiteit, vooral bij sporten die krachtafhankelijk zijn

11 2. Krachttests: Aanbevelingen per sporttak. consensus sprongtesten Hand Isokinetisch/ Knijp isodynamisch kracht SJ SJ+ CMJ CMJ+ Drop J SBJ Reactivity J gestrekt Rebound J tot 90 Knie Sch romp Atl L afst X X X Atl M afst X X X Atl Sprint X X X X 10 X X Atl Sprong X X X X 10 X X Atl werpnrs X X X X X X X Badminton X X X X Basketbal X X X 5",15" X X Golf X X Gymnastiek X X X X 30sec X Handbal X X X 5",15" X X Judo X X X X Kajak X X X Paardrijden X X X Roeien X X X X Schermen X X X Ski X X 60sec X X Squash X X X X Taekwondo X X 60sec X X Tafeltennis X X X Tennis X X X X Triatlon en X X X X X duatlon Voetbal X X 5",15" X X Volleybal X X X 5",15" X X X X Waterski X X X X Wielrennen X Yachting X X X X X X Zwemmen X X X X J= Jump + = + armzwaai Voor elke test zal genoteerd worden - het tijdstip van de dag - welke tests die dag afgenomen worden en in welke volgorde - de trainingsinhoud van de 3 dagen voordien (bij voorkeur geen zware training tot 48 uur voor de test) - de fase van de trainingsopbouw of van het seizoen - gebruikte materiaal (merk) - type schoen voor de sprongtesten Bij elke nieuwe testafname zal er naar gestreefd worden deze variabelen zo constant mogelijk te houden

12 3. Krachttests: Protocollen Squat jump (SJ) 1/ Doel Meten van de concentrische kracht van de benen. 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond. 3/ Benodigd materiaal Contactmat, nodige software en computer. 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen met een bewegingsuitvoering zoals dat tijdens de test vereist is (zie instructie atleet). Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: contactmat in labo, sportzaal, Beschrijving van de test: De squat jump is een verticale hoogtesprong vanuit stilstand. Er worden 5 maximale sprongen uitgevoerd, van elkaar gescheiden door 20 à 30 sec rust na elke sprong. Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen Instructies voor de atleet: De atleet houdt bij de squat jump de handen op de heupen of mag bij de squat jump

13 met armswing (vertical jump) de armen gebruiken De atleet start met kniehoek van 90 in het centrum van de contactmat De atleet beperkt zoveel mogelijk horizontale en laterale verplaatsingen Tijdens de sprong mag de starthouding (90 ) niet overschreden worden (geen prestretch in de spier) Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren 6/ Output Objectieve resultaten: Spronghoogte: het beste en het slechtste resultaat wordt weggelaten en de overige 3 bewaard. Het gemiddelde van de 3 resterende resultaten is het uiteindelijke resultaat. Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen.

14 Counter movement jump (CMJ) 1/ Doel Meten van de excentrisch-concentrische kracht van de benen. 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond. 3/ Benodigd materiaal Contactmat, nodige software en computer. 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen. Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen met een bewegingsuitvoering zoals dat tijdens de test vereist is (zie instructie atleet). Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: contactmat in labo, sportzaal, Beschrijving van de test: De counter movement jump is een verticale hoogtesprong met tegenbeweging in de benen. Er worden 5 maximale sprongen uitgevoerd, van elkaar gescheiden door 20 à 30 sec rust na elke sprong. Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen Instructies voor de atleet: De atleet houdt bij de CMJ de handen op de heupen of mag bij de CMJ met armswing de armen gebruiken De atleet start met knieën gestrekt in het centrum van de contactmat Tijdens de sprong wordt er gebruik gemaakt van de pre-stretch in de spier, de atleet moet vanuit gestrekte positie naar 90 knieflexie gaan alvorens hij de sprong explosief inzet De atleet beperkt zoveel mogelijk horizontale en laterale verplaatsingen Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren.

15 6/ Output Objectieve resultaten: Spronghoogte: het beste en het slechtste resultaat wordt weggelaten en de overige 3 bewaard. Het gemiddelde van de 3 resterende resultaten is het uiteindelijke resultaat. Elasticity index (EI) = (CMJ SJ) / SJ x 100 Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen.

16 Drop jump (DJ) 1/ Doel Meten van plyometrische kracht van de benen. 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond. 3/ Benodigd materiaal Contactmat, nodige software en computer 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen. Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen met een bewegingsuitvoering zoals dat tijdens de test vereist is (zie instructie atleet). Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: contactmat in labo, sportzaal, Beschrijving van de test: De drop jump is een dieptesprong gevolgd door een maximale verticale hoogtesprong. Er worden 5 sprongen van op een vooraf bepaalde hoogte (20, 30, 40, 50, 60, ) uitgevoerd, van elkaar gescheiden door 20 à 30 sec rust na elke sprong. Sprongreeksen zijn mogelijk van op verschillende hoogten in functie van leeftijd, gestalte, Tussen de reeksen op verschillende hoogte worden 3 à 5 min rust genomen Instructies voor de atleet: De atleet houdt bij de drop jump de handen op de heupen gedurende de volledige sprong of mag bij de drop jump met armswing de armen gebruiken De atleet start met gestrekte benen en voert een dieptesprong uit De atleet houdt bij grondcontact de benen zo veel mogelijk gestrekt en landt op de bal van de voeten Alvorens omhoog te springen squat hij tot 90 in de knieën De atleet beperkt zoveel mogelijk horizontale en laterale verplaatsingen

17 Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren. 6/ Output Objectieve resultaten: Spronghoogte Contacttijd Vluchttijd Spronghoogte t.o.v. drophoogte RSI = reactive strength index = spronghoogte / contacttijd Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen.

18 Reactivity jump 1/ Doel Meten van repetitieve explosieve kracht in de plantaire flexoren. 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond. 3/ Benodigd materiaal Contactmat, nodige software en computer. 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen met een bewegingsuitvoering zoals dat tijdens de test vereist is (zie instructie atleet). Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: contactmat in labo, sportzaal, Beschrijving van de test: De reactivity jump bestaat uit één reeks van jumps zonder pauze (duur of aantal volgens opdracht). Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen Instructies voor de atleet: De atleet mag de armswing maximaal benutten De atleet start in het centrum van de contactmat en houdt bij het springen de knieën en de enkels zo gestrekt mogelijk De atleet springt gedurende x aantal seconden, zo vaak en zo hoog mogelijk en landt daarbij telkens op de bal van de voeten De atleet beperkt zoveel mogelijk horizontale en laterale verplaatsingen Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren. 6/ Output Objectieve resultaten: Spronghoogte

19 Contacttijd Vluchttijd RSI = reactive strength index = spronghoogte / contacttijd Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen.

20 Rebound jump 1/ Doel Bepalen van de repetitief plyometrische kracht. 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond. 3/ Benodigd materiaal Contactmat, nodige software en computer. 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen. Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen met een bewegingsuitvoering zoals dat tijdens de test vereist is (zie instructie atleet) Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: contactmat in labo, sportzaal, Beschrijving van de test: De rebound jump bestaat uit één reeks van squatjumps zonder pauze (duur volgens opdracht). Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen. Instructies voor de atleet: De atleet houdt de handen op de heupen De atleet start met kniehoek van 90 in het centrum van de contactmat De atleet beperkt zoveel mogelijk horizontale en laterale verplaatsingen De atleet springt gedurende x aantal seconden, zo vaak en zo hoog mogelijk en komt daarbij telkens terug tot uitgangspositie Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren. 6/ Output Objectieve resultaten: Spronghoogte Contacttijd en vluchttijd RSI = reactive strength index = spronghoogte / contacttijd Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen.

21 Standing Broad Jump 1/ Doel Meten van algemene explosiviteit 2/ Locatie Indoor op vlakke niet veerkrachtige ondergrond, slipvrij 3/ Benodigd materiaal Krijt en meetlint (eventueel matten). 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 5 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen Sprongopwarming: 2 reeksen van 5 submaximale sprongen Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen. 5/ Testprocedure Beschrijving van de test: De standing broad jump is een vertesprong vanuit stilstand. Er worden 3 maximale sprongen uitgevoerd, van elkaar gescheiden door 20 à 30 sec rust na elke sprong. Bij meerdere sprongtests wordt 3 à 5 min rust genomen tussen de reeksen Instructies voor de atleet: De atleet staat met de voeten comfortabel uit elkaar achter de lijn De atleet springt zo ver mogelijk en landt met beide voeten De atleet mag de armswing en tegenbeweging in de benen maximaal benutten Instructies voor de testleider: moedigt de atleet aan om maximaal te presteren 6/ Output Objectieve resultaten: Afstand van de sprong tot op 1 cm nauwkeurig: de beste sprong telt Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Vermelding storende variabelen

22 Handknijpkracht 1/ Doel Meten van statische kracht. 2/ Locatie Geen specifieke vereisten. 3/ Benodigd materiaal Een gekalibreerde handdynamometer met aanpasbare greep. 4/ Voorbereiding atleet Geen specifieke vereisten. 5/ Testprocedure Beschrijving van de test: Zo hard mogelijk op de handdynamometer knijpen. Instructies voor de atleet: Neem de dynamometer in je sterkste hand met de wijzerplaat naar buiten gekeerd. Knijp zo hard mogelijk op het toestel. Knijp geleidelijk aan, krachtiger en krachtiger. Het toestel mag je lichaam niet raken. De test wordt tweemaal uitgevoerd en de beste uitslag telt. Instructies voor de testleider: Plaats voor iedere proefpersoon de wijzerplaat van de dynamometer op de nulstand en controleer of de wijzerplaat naar buiten is gekeerd. Vraag de proefpersoon welke zijn/haar sterkste hand is. Pas vervolgens de handgreep van de dynamometer aan de handlengte van de proefpersoon aan. De 2 knijpstaafjes worden ingesteld op de lengte van het basiskootje van de middelvinger van de knijphand. De knijparm en de -hand worden langs het lichaam gehouden en mogen op geen enkel ogenblik het lichaam raken. De dynamometer hangt langs de zijkant van het lichaam neerwaarts in het verlengde van de voorarm. Na de eerste uitvoering mag de proefpersoon even ontspannen. Het resultaat op de wijzerplaat blijft behouden; de naald wordt dus niet op de nulstand geplaatst. Daarna volgt een tweede poging. 6/ Output Objectieve resultaten: De beste uitslag van de twee pogingen, uitgedrukt tot op één kilogram nauwkeurig Vermelding storende variabelen.

23 Isokinetische test Knie 1/ Doel: Meten van de concentrische kracht in hamstrings en quadriceps. 2/ Benodigd materiaal Isokinetisch toestel 3/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 10 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen. Familiarisatie per test en per testsnelheid: 8 herhalingen op het toestel waarvan eerst 2 à 3 herhalingen submaximaal zijn, dan 2 à 3 maximaal om dan de familiarisatie te beëindigen met 2 à 3 herhalingen submaximaal Kledij en schoeisel:geen specifieke vereisten 4/ Testprocedure Opstelling materiaal: CYBEX type Norm en BIODEX (of gelijkwaardige apparatuur) De testleider moet ervoor zorgen dat de anatomische as (doorheen het kniegewricht) overeen komt met (in het verlengde ligt van) de mechanische as (zwarte bolletje van de dynamometer); de zitting in 90 instellen en lendensteun aanpassen zodat de kniekuil tegen de rand van de stoel aandrukt; de hefboom 2 vingers boven de buitenenkel met de velcro aan het onderbeen bevestigen; bovenlichaam fixeren met de autogordels ; de atleet mag de handensteuntjes aan de zijkant van de stoel vasthouden. Na positionering wordt de range of motion (R.O.M.) ingesteld, door de atleet te vragen een maximale extensie van de knie uit te voeren, gevolgd door een flexie tot 90 (actieve R.O.M.). Gravitatiecompensatie wordt ingesteld ter correctie van het geleverde krachtmoment. Hierbij wordt het been op 35 graden flexie gebracht, de hefboom fixeren, een volledige ontspanning vragen van het onderste lidmaat. Op dit moment wordt het gewicht van het been gemeten. LIDO MULITJOINT (of gelijkwaardige apparatuur) Vooreerst moet de testleider de atleet correct positioneren op het toestel. De as van het kniegewricht, die zich bij benadering bevindt in een lijn door de epicondylen, moet samenvallen met de rotatie-as van de lastarm. Hiervoor moeten gewoonlijk de rugleuning en de hoogte van het zitkussen worden aangepast. De lastarm wordt distaal gefixeerd (met kussens) net boven de malleoli. Het bovenbeen wordt met klittenband gefixeerd op het zitkussen. Eerst wordt de range of motion ingesteld, door de atleet te vragen een maximale extensie van de knie uit te voeren, gevolgd door een flexie tot 90 (actieve R.O.M.). Testprotocol: er wordt getest op 60 en 240 /sec telkens 5 maximale herhalingen; tussen de testen op beide snelheden is er 3 à 5 minuten rust voorzien, tussen oefen- en testpogingen is er geen rust Instructies voor de atleet: Het doel van de oefenpogingen is om geleidelijk meer kracht in te zetten teneinde een beetje

24 te kunnen wennen aan de oefening en aan de belasting; hoe meer kracht de atleet inzet, hoe meer weerstand ervaren wordt; bij de eigenlijke test is het de bedoeling om de oefening (zowel de buiging als de strekking) zo krachtig mogelijk uit te voeren Instructies voor de testleider: De atleet geruststellen en aanmoedigen om maximaal te presteren. 5/ Output Objectieve resultaten: maximale kracht maximale kracht /LG morfologie van de curve Interpretatie van de resultaten: evolutie van de eigen resultaten vergelijking t.o.v. ploegmaats verhoudingen links/rechts agonisten/ antagonisten onevenwichten koppelen aan de resultaten van de SDE of ander biomechanisch onderzoek Vermelding storende variabelen: aanwezigheid van medesporters pijn intercurvevariabiliteit: normaliter zouden de curves van alle testpogingen moeten samenvallen om aan te nemen dat de test maximaal geweest is

25 Isokinetische test Schouder 1/ Doel Meten van de concentrische kracht van de endo- en exorotatoren van de schouder. 2/ Benodigd materiaal isokinetisch toestel 3/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 10 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen Familiarisatie per test en per testsnelheid: 8 herhalingen op het toestel waarvan eerst 2 à 3 herhalingen submaximaal zijn, dan 2 à 3 maximaal om dan de familiarisatie te beëindigen met 2 à 3 herhalingen submaximaal Kledij en schoeisel:geen specifieke vereisten 4/ Testprocedure Opstelling materiaal: CYBEX type Norm (of gelijkwaardige apparatuur) Vanuit ruglig, schouder in 90 abductie, elleboog fixeren in het apparaat; schouder tijdens de oefen- en testpogingen manueel fixeren om compensatoire bewegingen zoveel mogelijk te vermijden LIDO MULITJOINT (of gelijkwaardige apparatuur) Vooreerst moet de testleider de atleet correct positioneren op het toestel. De klassieke schoudertest voor exo- en endorotatie, met schouder in 90 abductie en elleboog in 90 flexie, wordt uitgevoerd in ruglig. De atleet wordt zodanig gefixeerd op de onderzoekstafel, dat de humerus zich werkelijk in 90 abductie bevindt, en dat de humerus zich in hetzelfde vlak van de romp bevindt. De humerus wordt in deze positie gefixeerd, met een van kussens voorziene velcreau. Distaal is de lastarm voorzien van een handgreep, die stevig moet worden vastgehouden door de atleet. De romp van de atleet wordt gefixeerd aan de onderzoekstafel door een gordel. Eerst wordt de range of motion ingesteld, door de atleet te vragen een maximale exorotatie van de schouder uit te voeren, gevolgd door een endorotatie tot tegen het abdomen (actieve R.O.M.). BIODEX (of gelijkwaardige apparatuur) Vanuit zit bovenarm in scapulair plan. Hierbij is de arm gesteund ter hoogte van de bovenarm. Fixatie van de onderarm ter hoogte van de pols en van de bovenarm ter hoogte van de elleboog. Fixatie van de schoudergordel bilateraal dmv de schoudergordels. Bekkengordel wordt gefixeerd dmv heupgordel. De R.O.M. wordt ingesteld. Gravitatiecorrectie wordt uitgevoerd rond 35 endorotatie (vertrekkende vanuit neutrale positie van de arm). Gedurende de test mag de atleet zich vasthouden met de heterolaterale hand. Testprotocol: er wordt getest op 60 en 240 /sec telkens 5 maximale herhalingen; tussen de testen op beide snelheden is er 3 à 5 minuten rust voorzien, tussen oefen- en testpogingen is er geen rust

26 Instructies voor de atleet: Het doel van de oefenpogingen is om geleidelijk meer kracht in te zetten teneinde een beetje te kunnen wennen aan de oefening en aan de belasting; hoe meer kracht de atleet inzet, hoe meer weerstand ervaren wordt. Bij de eigenlijke test is het de bedoeling om de oefening (beide richtingen) zo krachtig mogelijk uit te voeren. Instructies voor de testleider: Instructies geven over de test en de atleet aanmoedigen tijdens het verloop van de test. 5/ Output Objectieve resultaten: maximale kracht maximale kracht /LG Morfologie van de curve Interpretatie van de resultaten: evolutie van de eigen resultaten vergelijking t.o.v. ploegmaats verhoudingen links/rechts agonisten/ antagonisten onevenwichten koppelen aan de resultaten van de SDE of ander biomechanisch onderzoek Vermelding storende variabelen aanwezigheid van medesporters pijn intercurvevariabiliteit: normaliter zouden de curves van alle testpogingen moeten samenvallen om er vanuit te gaan dat de test maximaal geweest is.

27 Isokinetische / isodynamische test Romp 1/ Doel - meten van de concentrische kracht van rug- en rechte buikmusculatuur (cybex) - meten van de isometrische en concentrische kracht van rug en buikmusculatuur (isostation 200) 2/ Benodigd materiaal isokinetisch toestel 3/ Voorbereiding atleet Opwarming: Algemene opwarming: 10 minuten joggen op loopband (aëroob) of fietsen Familiarisatie per test en per testsnelheid: 8 herhalingen op het toestel waarvan eerst 2 à 3 herhalingen submaximaal zijn, dan 2 à 3 maximaal om dan de familiarisatie te beëindigen met 2 à 3 herhalingen submaximaal Kledij en schoeisel: geen specifieke vereisten 4/ Testprocedure Opstelling materiaal: CYBEX type Norm (of gelijkwaardige apparatuur) Hoogte van de voetplaat instellen zodat de mechanische as (zwarte uitsteeksels) zich bevindt op 2 vingers onder het hoogste punt (laterale zijde) van de crista iliaca (d.i. anatomische as); het popliteale kussen wordt vervolgens afgesteld op de hoogte dat het in de knieholte terechtkomt (en de steuntjes aan de voorzijde precies onder en boven de knieschijf drukken); de voor-achterwaartse positie van de mechanische as (en dus ook van de anatomische as) bevindt zich t.h.v. het voorste 1/3 tussen vooren achterzijde van het lichaam; het scapulaire kussen wordt gepositioneerd zodat de onderrand ervan overeenstemt met de onderrand van de scapula; tenslotte wordt de atleet langs de frontale zijde nog vastgemaakt met de heupgordel en het schouderstuk dat hij/zij met beide handen vasthoudt ISO STATION 200 (of gelijkwaardige apparatuur) Vooreerst moet de testleider de atleet correct positioneren op het toestel. Er wordt gestart met het aanpassen van de hoogte van de voetplaat, zodanig dat de kussens die het bekken moeten fixeren zich op de juiste hoogte bevinden. De bekkenkussens worden vastgemaakt, en vervolgens worden de boven- en onderbenen met een afzonderlijke gordel gefixeerd. Dan wordt de thorax gefixeerd in het beweeglijke bovendeel van het toestel. Dit gebeurt met een kussen dat rust op het sternum, en dat verbonden is met het toestel doormiddel van twee stangen die onder de oksels lopen. De breedte van deze fixatie kan worden aangepast naargelang de breedte van de thorax, zodanig dat de atleet zich comfortabel voelt. Ten slotte wordt het abdomen gefixeerd door nog een gordel. Testprotocol: CYBEX type Norm (of gelijkwaardige apparatuur) er wordt getest op 60 en 120 /sec telkens 5 maximale herhalingen; tussen de testen op beide snelheden is er 3 à 5 minuten rust voorzien, tussen oefen- en testpogingen is er geen rust

28 ISO STATION 200 (of gelijkwaardige apparatuur) Bepaal de R.O.M. tweemaal voor elke richting Bepaal de isometrische kracht tweemaal voor elke richting en 5 sec. aanhouden Bepaal de dynamische kracht : eerst 5 herhalingen aan 25% en dan aan 50% van de maximale kracht. Bepaal opnieuw de R.O.M. tweemaal voor elke richting Bepaal opnieuw de dynamische kracht : eerst 5 herhalingen aan 50% en dan aan 25% van de maximale kracht. Instructies voor de atleet: CYBEX type Norm (of gelijkwaardige apparatuur) Doel van de oefenpogingen is om geleidelijk meer kracht in te zetten teneinde een beetje te kunnen wennen aan de oefening en aan de belasting; hoe meer kracht de atleet inzet, hoe meer weerstand ervaren wordt; bij de eigenlijke test is het de bedoeling om de oefening (zowel de buiging als de strekking) zo krachtig mogelijk uit te voeren. ISO STATION 200 (of gelijkwaardige apparatuur) De instructies voor de atleet zijn voor de isometrische kracht uiteraard zo krachtig mogelijk en voor de dynamische uitvoering zo snel mogelijk. Instructies voor de testleider: Instructies geven over de test en de atleet aanmoedigen tijdens het verloop van de test. 5/ Output Objectieve resultaten maximale kracht maximale kracht /LG morfologie van de curve Interpretatie van de resultaten: evolutie van de eigen resultaten vergelijking t.o.v. ploegmaats verhoudingen links/rechts agonisten/ antagonisten onevenwichten koppelen aan de resultaten van de SDE of ander biomechanisch onderzoek Vermelding storende variabelen aanwezigheid van medesporters pijn intercurvevariabiliteit: normaliter zouden de curves van alle testpogingen moeten samenvallen om er vanuit te gaan dat de test maximaal geweest is.

29 SPORTSPECIFIEKE VELDTESTS 1. Algemene uitgangspunten Trainers meten graag het effect van hun training. Dit doen ze bij voorkeur aan de hand van tests die sportspecifiek maar toch eenvoudig en goedkoop kunnen zijn, die op het terrein kunnen afgenomen worden en die onmiddellijk bruikbare informatie leveren voor zowel trainer als atleet. Topsporters worden echter niet door 1 trainer gevormd. Voor een goede informatieoverdracht is een gestandaardiseerde werkwijze en een nauwkeurige meetmethode nodig. Dan pas kan een database opgemaakt worden voor inter- en intraindividuele opvolging. Samenwerking tussen trainer en keuringscentrum blijkt een noodzaak. In deze consensus hebben we ernaar gestreefd tests op te nemen die zowel door het keuringscentrum als door de trainer kunnen uitgevoerd worden, zij het soms in een éénvoudiger versie. Zij zijn gericht op de basis bewegingseigenschappen van de sport zodat de verkregen data ook sportoverschrijdend kunnen geïnterpreteerd worden. Doelstelling van sportspecifieke (veld)tests - registreren van het effect van training (of revalidatie) - registreren van een individuele score als persoonlijke referentiewaarde - bepalen van de sterkte en de zwakheden van een atleet door de testresultaten te vergelijken met groepswaarden of normentabellen Standaardisering van sportspecifieke (veld)tests Veldtests zijn onderhevig aan weersomstandigheden, verschillende ondergrond, temperatuur, vandaar dat de voorkeur gegeven wordt aan metingen in het labo. In ons land maken de verschillende keuringscentra gebruik van verschillend testmateriaal. Het is dus aan te bevelen de atleten steeds in hetzelfde centrum te testen. De tests opgenomen in deze consensus werden zo nauwkeurig mogelijk omschreven teneinde de vergelijkbaarheid te optimaliseren. De verschillende aspecten van (veld)tests: - uithouding - snelheid - wendbaarheid - kracht - lenigheid Voor de tests rond uithouding, kracht en lenigheid verwijzen we respectievelijk naar de desbetreffende hoofdstukken (uithouding, kracht en statisch-dynamische analyses.

30 Sport 2. Sportspecifieke veldtests: Aanbevelingen per sporttak Reactietijd en Startsnelheid 5 m sprint met startsignaal Startsnelheid, Versnelling en Snelheid Sprint zonder startsignaal Uithouding 20 m shuttlerun of lactaattest N x 2000 m Wendbaar heidsnelheid Snelheidwendbaarheid Wendbaarheidstabiliteit 10 x 5 m 5 x 10 m hexagon Atl L afst Atl M afst N x 1200 m Atl Sprint X 10,40,60 Atl Sprong 5,10,30 Atl werpnrs 5,10 Badminton X 10 20mshuttlerun X X Basketbal X 10,30 20mshuttlerun X X X Golf Gymnastiek 5,10 20mshuttlerun X Handbal X 10,30 20mshuttlerun X X X Judo X 20mshuttlerun X X Kajak kajaktest Paardrijden Roeien roeitest Schermen X 20mshuttlerun X X Ski X 20mshuttlerun Squash X 10 20mshuttlerun X X Taekwondo X 20mshuttlerun X Tafeltennis X 20mshuttlerun X X Tennis X 10 20mshuttlerun X X Triatlon en duatlon 3' / 8 protocol fiets aan vrije trapfrequentie Voetbal X 10,30 20mshuttlerun X X X Volleybal X 10 20mshuttlerun X X X Waterski X 20mshuttlerun X Wielrennen 3' / 8 protocol fiets aan vrije trapfrequentie Zeilen en 20mshuttlerun windsurfen Zwemmen 2 x 25 m N x 200 m 6 x 50 m Voor elke test zal genoteerd worden: - het tijdstip van de dag - welke tests die dag afgenomen worden en in welke volgorde - de trainingsinhoud van de 3 dagen voordien (bij voorkeur geen zware training tot 48 uur voor de test) - de fase van de trainingsopbouw of van het seizoen - gebruikte materiaal (merk) - type schoen - ondergrond en weersomstandigheden indien de test plaatsvindt in open lucht Bij elke nieuwe testafname zal er naar gestreefd worden deze variabelen zo constant mogelijk te houden

31 3. Sportspecifieke tests: Protocollen N x 1200 of N x / Doel Prestatiediagnostiek (loopsnelheid op niveau aërobe en anaërobe drempel) en trainingssturing (trainingszones en sturing trainingsproces). 2/ Locatie Atletiekpiste, liefst kunststof, 400m (Indoorpiste (200m) is mogelijk). 3/ Benodigd materiaal 50 m aanduidingen Alle benodigdheden voor lactaatbepaling + vermelding type toestel Hartslagmeter Tijdmeting 4/ Voorbereiding atleet Geen specifieke vereisten 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: materiaal voor lactaatmeting bij de testleider Beschrijving van de test: Progressieve (maximale) inspanningstest over N x 1200 m of N x 2000 m lopen op basis van hartfrequentie (hartfrequentie 10 slagen/minuut verhogen voor de opeenvolgende belastingstrappen) of snelheid (snelheid 1.5 km per uur verhogen voor de opeenvolgende belastingstrappen). De test eindigt bij een maximale inspanning over de vermelde afstand (indien geen 4 inspanningstrappen volgehouden worden) of bij een submaximale inspanning (laatste 1200/2000m aan lactaatconcentratie in gehaemolyseerd volbloed > 4 mmol/l of bij gekende atleten HF hoger dan de HF bij anaërobe drempel). Deze test kan worden aangevuld met een maximale inspanning over 600 m na 5' actieve recuperatie, wanneer de progressieve inspanningstest (zie hierboven) submaximaal beëindigd werd. Instructies voor de atleet: De atleet loopt N x 1200 of N x 2000 meter aan de opgelegde hartfrequentie of snelheid. Hij controleert zijn snelheid aan de hand van een hartslagmeter of aan de hand van signalen die hij krijgt van de testleider Het aantal inspanningstrappen bedraagt minstens 4. Snelheid van de eerste belastingstrap is afhankelijk van loopniveau, bij voorkeur 12 km per uur; 13,5 km is mogelijk; hartfrequentie van de eerste belastingstrap ligt tussen de 130 en 140 slagen per minuut. Instructies voor de testleider: De testleider controleert of de atleet de opgelegde snelheid aanhoudt en geeft hem hiertoe de nodige signalen De testleider voert een lactaatmeting uit na elke 1200 of 2000 meter. De pauze hiertoe bedraagt 30 seconden. Indien de test gevolgd wordt door een maximale inspanning voert de testleider bijkomende lactaatmetingen uit op 1', 3', 5' en 10' rust

32 6/ Output: Objectieve resultaten: Opstellen van de lactaat - prestatiecurve en lactaat - hartfrequentiecurve Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Opstellen van de verschillende trainingszones. Vermelding storende variabelen.

33 20 m Shuttle Run 1/ Doel Meten van de cardio-respiratorische uithouding d.m.v. een maximale progressieve test 2/ Locatie Indoor op vlakke niet-veerkrachtige ondergrond, slipvrij 3/ Benodigd materiaal Sportzaal of een grote ruimte, voldoende lang om een baan van 20 meter uit te zetten. Een 20 meter lang meetlint, kleefband, Een cassetterecorder of Cd-speler Cassette of CD-R.O.M. met het protocol van Léger 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: geen specifieke vereisten Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: 2 lijnen op 20 meter van elkaar Instructies voor de atleet: Loop telkens heen en terug tussen twee lijnen, die 20 meter van elkaar verwijderd zijn. Het tempo wordt geregeld door een biepgeluid dat op regelmatige tussentijden wordt uitgezonden door de cassetterecorder. Pas je loopsnelheid zodanig aan dat je op het einde van de 20 meter-strook bent wanneer het signaal weerklinkt. Een nauwkeurigheid van één à twee meter is voldoende. Zet bij aankomst aan de lijn op het einde van de baan één voet op de lijn, draai kort en vertrek in de tegenovergestelde richting. De snelheid is laag, maar neemt elke minuut langzaam maar zeker toe. Tracht het aangegeven tempo zo lang mogelijk te volgen. Je moet dus stoppen indien je het tempo niet meer kan bijhouden of je niet meer in staat voelt in dat tempo de volgende 30 seconden te blijven lopen. Onthoud dan het nummer dat het laatst werd vermeld op de band. Dit is je resultaat. De duur van de test varieert dus van persoon tot persoon. Hoe fitter je bent, hoe langer de test duurt. Instructies voor de testleider: controleer de test volgens instructies geleverd bij de cassette let er op dat elke speler 1 voet over de lijn plaatst en rechtlijnig verandert van richting zonder bochten moedig de atleet aan om maximaal te presteren 6/ Output Objectieve resultaten: Wanneer de testpersoon stopt, wordt de tijd genoteerd. Afronden tot op de laatst afgewerkte halve minuut nauwkeurig Vb: 3 minuten 10 seconden = 3,0 en 3 minuten en 34 seconden = 3,5 Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats Estimatie van de VO 2 max Vermelding storende variabelen.

34 5 x 10 m Shuttle Run 1/ Doel Evalueren van de loopsnelheid gekoppeld aan de wendbaarheid 2/ locatie Indoor op vlakke niet-veerkrachtige ondergrond, slipvrij 3/ Benodigd materiaal Meetlint, kleefband, timer en fotocellen 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: 10 minuten algemene opwarming: joggen op loopband (aëroob) of fietsen 5 minuten specifieke opwarming: sprintreeks doorlopen zonder maximaal te gaan Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: 2 lijnen op 10 m van elkaar, fotocellen voor start en aankomst Beschrijving van de test: zo snel mogelijk vijf lengtes van 10 meter afleggen De test wordt éénmaal uitgevoerd Instructies voor de atleet: De atleet neemt plaats achter de startlijn in een startklare houding, met de voorste voet juist achter de lijn. De atleet loopt bij het startsignaal zo snel mogelijk naar de andere lijn en overschrijdt deze met beide voeten. Vervolgens loopt hij zo snel mogelijk terug naar de startlijn en overschrijdt hij ook deze met beide voeten. Bij de laatste lengte dient de atleet niet af te remmen, maar door te lopen bij het overschrijden van de eindmeet. Richtlijnen voor de testleider: De atleet dient telkens de lijn te overschrijden met 2 voeten. De chronometer wordt gestopt wanneer de atleet de aankomstlijn met één voet overschrijdt. De atleet mag niet uitglijden of schuiven tijdens de test. 6/ Output Objectieve resultaten: tijd: nodig om de 5 lengtes af te leggen, uitgedrukt in seconden en tienden van een seconde. Vb.: een speler die 15 sec en 85 honderdsten nodig heeft om de vijf lengtes af te leggen, krijgt een score van 15,9. Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats

35 10 x 5 m Shuttle Run 1/ Doel Evalueren van de wendbaarheid en de loopsnelheid. 2/ locatie Indoor op vlakke niet-veerkrachtige ondergrond, slipvrij. 3/ Benodigd materiaal Meetlint, kleefband, timer en fotocellen. 4/ Voorbereiding atleet Opwarming: 10 minuten algemene opwarming: joggen op loopband (aëroob) of fietsen 5 minuten specifieke opwarming: sprintreeks doorlopen zonder maximaal te gaan Kledij en schoeisel: sportspecifieke indoor schoenen 5/ Testprocedure Opstelling materiaal: 2 lijnen op 5 m van elkaar, fotocellen voor start en aankomst Beschrijving van de test: Zo snel mogelijk 10 lengtes van 5 meter afleggen De test wordt éénmaal uitgevoerd Instructies voor de atleet: De atleet neemt plaats achter de startlijn in een startklare houding, met de voorste voet juist achter de lijn. De atleet loopt bij het startsignaal zo snel mogelijk naar de andere lijn en overschrijdt deze met beide voeten. Vervolgens loopt hij zo snel mogelijk terug naar de startlijn en overschrijdt hij ook deze met beide voeten. Bij de laatste lengte dient de atleet niet af te remmen, maar door te lopen bij het overschrijden van de eindmeet. Richtlijnen voor de testleider De atleet dient telkens de lijn te overschrijden met 2 voeten. De chronometer wordt gestopt wanneer de atleet de aankomstlijn met één voet overschrijdt. De atleet mag niet uitglijden of schuiven tijdens de test. 6/ Output Objectieve resultaten: tijd: nodig om de 10 lengtes af te leggen, uitgedrukt in seconden en tienden van een seconde. Voorbeeld: een speler die 15 sec en 85 honderdsten nodig heeft om de vijf lengtes af te leggen, krijgt een score van 15,9. Interpretatie van de resultaten: Evolutie van de eigen resultaten Vergelijking t.o.v. ploegmaats

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool CONSENSUS TESTFREQUENTIE Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool INLEIDING De begeleiding van topatleten, topsportbeloften

Nadere informatie

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal:

1. Lichaamslengte. Doel: Beschrijving van de test: Uitleg voor de sporter: Aandachtspunten testleider: Scorebepaling: Notatie: ***,* Materiaal: 1. Lichaamslengte Lichaamslengte De sporter staat blootsvoets met de beide voeten samen tegen de verticale meetwand van de stadiometer. Hielen, kuiten, zitvlak en schouderbladen dienen de verticale meetwand

Nadere informatie

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE TRAININGSPLAN PLYOMETRIE Inleiding Plyometrischetraining word enerzijds geprezen vanwege haar effectiviteit om explosieve kracht te ontwikkelen. Tegelijkertijd is het nog steeds een relatief onbekende

Nadere informatie

Rolstoelkarakteristieken

Rolstoelkarakteristieken Rolstoelkarakteristieken Merk rolstoel Type / nummer ADL rolstoel of sportrolstoel Datum levering Merk banden Bandenspanning Gewicht Rolstoel in kg Datum laatste keer aangepast Wat is er toen aangepast

Nadere informatie

Mensana. Erkend keuringscentrum. Wat en wie? Wetenschappelijke sportmedische onderzoeken en screening

Mensana. Erkend keuringscentrum. Wat en wie? Wetenschappelijke sportmedische onderzoeken en screening Mensana Erkend keuringscentrum Wat en wie? Wetenschappelijke sportmedische onderzoeken en screening Door team: - keuringsarts/sportarts - master/bachelor LO - Kiné - master psychologie - diëtisten 1 Doelgroep?

Nadere informatie

Inspanningstest Lopen

Inspanningstest Lopen Inspanningstest Lopen GHYS NAND 16/08/2012 www.energylab.be -1- Identificatie Naam: Voornaam: E-mail: Leeftijd: Geslacht: Gestalte: Gewicht: BMI: Rusthartslag: Sporttak: Afstand: Niveau: Personalia Ghys

Nadere informatie

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Bijlage 3 Meetinstrumenten Bijlage 3.1 Free Running Asthma Screening Test, FRAST stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Protocol Bij de FRAST wordt het kind gevraagd om gedurende

Nadere informatie

Ethias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau. Clubtesten: omschrijving

Ethias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau. Clubtesten: omschrijving Ethias-Jeugdproject 2015: Stap 1: Talentdetectie op clubniveau Clubtesten: omschrijving Talentdetectie op clubniveau - 2 - Richtlijnen voor uitvoering van de testen: Inleiding Om de clubs te ondersteunen

Nadere informatie

Tijdens de uitvoering van de testbatterij draagt de kandidaat een gewichtsvest van vijf kilogram met uniforme gewichtsverdeling.

Tijdens de uitvoering van de testbatterij draagt de kandidaat een gewichtsvest van vijf kilogram met uniforme gewichtsverdeling. Bijlage 2. De lichamelijke geschiktheid van de kandidaten wordt beoordeeld op basis van vier onderdelen: 1 Slagen voor een fysieke testbatterij; 2 Slagen voor een laddertest; 3 Slagen voor een uithoudingstest;

Nadere informatie

Het meten van uithouding als een prestatiebepalende factor tijdens inspanning

Het meten van uithouding als een prestatiebepalende factor tijdens inspanning Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Het meten van uithouding als een prestatiebepalende factor tijdens inspanning AUTEUR(S) BOGAERT, I. CO AUTEURS MEEUSEN,

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

Inspanningstest Fietsen

Inspanningstest Fietsen Inspanningstest Fietsen Van Gysel Stefan 7/10/2013-1- www.energylab.be Identificatie Naam: Van Gysel Voornaam: Stefan E-mail: Leeftijd: 40,6 jaar Geslacht: Man Gestalte: 187,0 cm Gewicht: 91,8 kg BMI:

Nadere informatie

Interval Shuttle Run Test KNKV

Interval Shuttle Run Test KNKV Interval Shuttle Run Test KNKV Inleiding Vanaf seizoen 2011-2012 is de Interval Shuttle Run Test (ISRT) de basis conditietest die gebruikt wordt binnen het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) om

Nadere informatie

bij kniegerelateerde

bij kniegerelateerde Naam: Datum Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie)

1 Teenstand vanaf vlakke ondergrond. 2 Band training achillespees. 3 Teenstand op traptrede (gestrekte knie) Pagina 1 van 5 Bij welke blessures werkt deze oefentherapie? Deze oefentherapie is effectief bij kuit, enkel, scheenbeen en fascia plantaris klachten. De fascia plantaris is de grote pees in de voetzool

Nadere informatie

Voorbeeld veldrijden Fietstest 2

Voorbeeld veldrijden Fietstest 2 Voorbeeld veldrijden Fietstest 2 TEST 1 TEST 2 TEST 3 TEST 4 4-01-02 11-12-02 vermogen vermogen tijd Hf lactaat tijd Hf lactaat tijd Hf lactaat tijd Hf watt watt/kg min-sec,,,/min mmol min-sec,,,/min mmol

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld

Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Trainingen sturen vanuit het labo en op het veld AUTEURS VANBEKBERGEN J., PELGRIM K. REDACTEUR MEYLEMANS S. INSTITUUT Katholieke

Nadere informatie

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN SPRINGERSKNIE - JUMPERS KNEE - HERSTEL

AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN SPRINGERSKNIE - JUMPERS KNEE - HERSTEL AMICA MANU SPORTMEDISCH GEZIEN SPRINGERSKNIE - JUMPERS KNEE - HERSTEL Springersknie De springersknie is een chronische blessure, waarbij de kniepees is geïrriteerd. Bij te grote belastingen, zoals explosief

Nadere informatie

Het meten van de intensiteit van fysieke activiteiten

Het meten van de intensiteit van fysieke activiteiten Het meten van de intensiteit van fysieke activiteiten 1.1 Inleiding De intensiteit van de fysieke activiteit, of hoe hard het lichaam moet werken, is onderverdeeld in een schaal van drie: lichte arbeid

Nadere informatie

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2 B-FIT TRAININGSWIJZER Appendix 2 APPENDIX 2. SUB-MAXIMALE INSPANNINGSTEST. De sub-maximale inspanningstest zoals hieronder beschreven kan worden gebruikt worden om vast te stellen of de trainingsvorm geschikt

Nadere informatie

Basis voor krachttraining

Basis voor krachttraining Inhoud Basis voor krachttraining Jan Boone 2. Soorten Kracht 3. Trainingss 4. Belangrijke principes 5. Krachttraining bij lange- (loopeconomie) Voor 1880: weinig gestructureerde krachttraining (cfr. Forcemen

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om uw kracht tijdens

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte

KNGF-richtlijn Beroerte Bijlage 2.3 Berg Balance Scale De Berg Balance Scale (BBS) evalueert het evenwicht en bestaat uit 14 test-items. 5 De items worden gescoord op een 5-punts ordinale schaal (0-4 punten). In totaal zijn 56

Nadere informatie

1 ONTWIKKELINGSTESTEN

1 ONTWIKKELINGSTESTEN 1 ONTWIKKELINGSTESTEN INLEIDING Ontwikkelingstesten in de clubs hebben een dubbele functie. Enerzijds blijft dit de eerste fase in de talentdetectie, anderzijds is dit een ideale tool om de progressie

Nadere informatie

Voorbereiding op het functioneel parcours

Voorbereiding op het functioneel parcours Voorbereiding op het functioneel parcours 1/ Algemeenheden Het functioneel parcours is een hindernissenloop die test of u over de vereiste functionele conditie beschikt om aan een opleiding te beginnen

Nadere informatie

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014

Revalidatie: Biodex-meting. Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014 Revalidatie: Biodex-meting Dr. Sam Hendrix Fysische Geneeskunde & Revalidatie 15 november 2014 Wat is Biodex? Objectief, gestandaardiseerd meet- en trainingsinstrument voor de perifere gewrichten Isokinetische

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

WORKOUT 1 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van:

WORKOUT 1 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van: WOD 1 WORKOUT 1 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van: 6 squat clean thrusters (50/35) 6 box jumps 12 squat clean thrusters (50/35) 12 box jumps 18 squat clean

Nadere informatie

10 minuten training 1 Total Body

10 minuten training 1 Total Body 10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een

Nadere informatie

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem

Nadere informatie

Door Wout Verhoeven & Maarten Thysen OPWARMING CORE STABILITY

Door Wout Verhoeven & Maarten Thysen OPWARMING CORE STABILITY Deze work-out neemt ongeveer drie kwartier in beslag. Je hoeft niet elke oefening te doen, je kan zelf kiezen aan welke zones je extra aandacht wil besteden. 'Toch is het gezond om elke work-out te starten

Nadere informatie

Informatie fysiek programma

Informatie fysiek programma Informatie fysiek programma Beste Speler, Zoals je misschien al weet is het naast tegen de bal aan slaan belangrijk dat je je fysiek ook goed gaat ontwikkelen. Tijdens de training maak je al kennis met

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het cardio- en krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om zowel

Nadere informatie

Berg Balance Scale (BBS)

Berg Balance Scale (BBS) Berg Balance Scale (BBS) Berg K. et al. (1989) DOEL(GROEP): Inventariserend en evaluatief De BSS meet het evenwicht tijdens sta - en transfervaardigheden en wordt gebruikt voor volwassenen met evenwichtsproblematiek.

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake

ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake Inleiding Bij voetbal komt het vaak voor dat spieren eenzijdig zijn ontwikkeld, omdat de training vaak gericht is op het verbeteren van een bepaalde spiergroep, nl

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Computerhandleiding MI-410

Computerhandleiding MI-410 Computerhandleiding 1 De StrengthMaster loopband bevat een MANUAL programma, 9 voorgeprogrammeerde programma s (4 SPEED programma s, 4 INCLINE programma s en 1 DISTANCE programma), een USER programma,

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

week 0: - + week 1: - + week 2: -

week 0: - + week 1: - + week 2: - FASE 1 week 0: - + week 1: - + week 2: - Mobiliteit 1. heelslides 3 x 15 herh. 5 sec. 2. wallslides 3 x 15 herh. 5 sec. 3. knie buigen en strekken (hak naar bil) (buiklig) 3 x 15 herh. 4. knie en heup

Nadere informatie

Inspanningstest Fietsen

Inspanningstest Fietsen Inspanningstest Fietsen Johan Hermie 21/02/2014-1- www.energylab.be Identificatie Naam: Johan Voornaam: Hermie E-mail: Leeftijd: 49,5 jaar Geslacht: Man Gestalte: 174,0 cm Gewicht: 99,3 kg BMI: 32,8 kg/m²

Nadere informatie

Wilt u bij binnenkomst onderstaande vragenlijst invullen? su.vc/slokrachttraining of https://nl.surveymonkey.com/r/nmxw2ty of scan QR code

Wilt u bij binnenkomst onderstaande vragenlijst invullen? su.vc/slokrachttraining of https://nl.surveymonkey.com/r/nmxw2ty of scan QR code Wilt u bij binnenkomst onderstaande vragenlijst invullen? su.vc/slokrachttraining of https://nl.surveymonkey.com/r/nmxw2ty of scan QR code Krachttraining Rini Braspenning Docent lichamelijke opvoeding

Nadere informatie

Bron: http://www.emmausinstituut.eu/.../conditietests%20en%20training.doc

Bron: http://www.emmausinstituut.eu/.../conditietests%20en%20training.doc 1. CONDITIETESTS Je kan je conditie testen met de Coopertest en de Légertest (= beeptest). Deze laatste wordt ook shuttle-run-test genoemd, omdat je zoals een badmintonshuttle heen en weer loopt tussen

Nadere informatie

Core stability training

Core stability training Core stability training Oefening 1: Uitgangspositie: liggend op de buik. Plaats de ellebogen recht onder de schouders. De vuisten wijzen naar voren. Breng vervolgens de buik van de grond door te steunen

Nadere informatie

Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend

Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend Procare 11: 1. Rotory torso staand mobiliserend Zet je voeten op heup breedte uit elkaar en strek de armen horizontal. Draai met de romp zo ver mogelijk naar links en vervolgens naar rechts. Met je hoofd

Nadere informatie

De foamroll oefeningen

De foamroll oefeningen www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden

Nadere informatie

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen!

En dit alles met als hoofddoel: het verbeteren van de prestaties op het veld en een zo hoog mogelijke eindklassering op de ranglijst die seizoen! Wat is TopFitTest? TopFitTest is een test- en adviesbureau dat gespecialiseerd is in het afnemen van sportspecifieke testen. Aan de hand van de testen kan optimaal advies worden gegeven om jou door middel

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Oefenschema 'Boschmans Ingeborg'

Oefenschema 'Boschmans Ingeborg' Oefenschema 'Boschmans Ingeborg' 27/02/2015 13:48 PROPRIOCEPTIE ROMP STRAIGHT LEG LOW Ruglig. Benen opgetrokken, knieën gebogen, voeten op heupbreedte. De handen samen boven het hoofd. Vooraleer een beweging

Nadere informatie

Stretch oefeningen. Stretch oefeningen. Kuit stretchen (uitrekken) Adductoren rekken. Aandachtspunten:

Stretch oefeningen. Stretch oefeningen. Kuit stretchen (uitrekken) Adductoren rekken. Aandachtspunten: Kuit stretchen (uitrekken) ) Voeten wijzen voorwaarts ) Achterste been volledig gestrekt (hiel van achterste been op de grond houden. ) Lichaam (romp) recht houden en licht voorwaarts & & Opm. : Deze oefening

Nadere informatie

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari 2015 5.3 15 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Met BSM hebben wij de opdracht gekregen om een trainingsschema te maken om jezelf te verbeteren op verschillende

Nadere informatie

Lenigheid en beweeglijkheid

Lenigheid en beweeglijkheid 2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:

Nadere informatie

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening. Het is belangrijk om de rek niet

Nadere informatie

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Looptraining is in de eerste plaats leren efficiënt met je energie omgaan. Dit betekent niet voor elke loper hetzelfde. Een sprinter zal zijn beschikbare

Nadere informatie

Resultaten barometer 2009

Resultaten barometer 2009 Resultaten barometer 2009 1. Lichaamslengte De lichaamslengte van zowel de jongens als de meisjes vertoont een seculaire trend tussen 1990 en 1997: de Vlaamse jongens en meisjes zijn in 1997 groter dan

Nadere informatie

1 ONTWIKKELINGSTESTEN

1 ONTWIKKELINGSTESTEN 1 ONTWIKKELINGSTESTEN INLEIDING Ontwikkelingstesten in de clubs hebben een dubbele functie. Enerzijds blijft dit de eerste fase in de talentdetectie, anderzijds is dit een ideale tool om de progressie

Nadere informatie

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden. Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van 1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,

Nadere informatie

Oefen- en Revalidatie schemata

Oefen- en Revalidatie schemata Ed Hendriks Oefen- en Revalidatie schemata Sportgeneeskunde 2014 Agenda oefentherapie! indeling in herstelfasen! indeling in motorische basiseigenschappen! opbouw van belasting, belang van herstel! voorbeelden:

Nadere informatie

Voorbereiding op het functioneel parcours

Voorbereiding op het functioneel parcours Voorbereiding op het functioneel parcours 1/ Algemeenheden Het functioneel parcours is een hindernissenloop die test of u over de vereiste functionele conditie beschikt om aan een opleiding te beginnen

Nadere informatie

Protocollen B-fit Fittest (Euro-Fittest)

Protocollen B-fit Fittest (Euro-Fittest) Protocollen B-fit Fittest (Euro-Fittest) 1. Lichaamslengte 2. Lichaamsgewicht 3. Buikomvang 4. Sneltikken met één hand 5. Evenwicht 6. Sit & Reach 7. Verspringen uit stand 8. Handknijpkracht 9. Sit-ups

Nadere informatie

start Sport verstandig, denk aan je oefendoel!!

start Sport verstandig, denk aan je oefendoel!! Fit-O-Meter start Sport verstandig, denk aan je oefendoel!! Overdrijf niet en hou je hartslag zeker onder 90% van je maximale hartslag. Je maximale hartslag = 220 slagen per minuut - verminderd met je

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

1 ONTWIKKELINGSTESTEN

1 ONTWIKKELINGSTESTEN 1 ONTWIKKELINGSTESTEN INLEIDING Ontwikkelingstesten in de clubs hebben een dubbele functie. Enerzijds blijft dit de eerste fase in de talentdetectie, anderzijds is dit een ideale tool om de progressie

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Fit op de keuring. DIENSTENCENTRUM MEDISCHE KEURINGEN Goed gekeurd DEFENSIE PERSONELE DIENSTEN

Fit op de keuring. DIENSTENCENTRUM MEDISCHE KEURINGEN Goed gekeurd   DEFENSIE PERSONELE DIENSTEN DEFENSIE PERSONELE DIENSTEN Fit op de keuring DIENSTENCENTRUM MEDISCHE KEURINGEN Goed gekeurd Deze brochure is in beheer van: DienstenCentrum Medische Keuringen Bezoekadres Kattenburgerstraat 7 1018 JA

Nadere informatie

Marc Lambert gsm : 0476/888799 fax : 016/608192 e-mail : Info@trimedico.be website : www.trimedico.be. Beste Gert,

Marc Lambert gsm : 0476/888799 fax : 016/608192 e-mail : Info@trimedico.be website : www.trimedico.be. Beste Gert, Beste Gert, Je hebt een inspanningstest gedaan ( Fieldtest ) met 4 stappen op 12/16/2007. De staplengte van de test is 2000.0 m. Met deze test kunnen we je individuele aërobe en je individuele anaërobe

Nadere informatie

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA TUSSENSEIZOEN (U14-U15-U16-U17)

VOORBEREIDINGSPROGRAMMA TUSSENSEIZOEN (U14-U15-U16-U17) VOORBEREIDINGSPROGRAMMA TUSSENSEIZOEN (U14-U15-U16-U17) Zorg naast voldoende rust, dat je lichaam af en toe een fysieke prikkel krijgt. Buiten het loopschema dat je hieronder kan terugvinden raden we aan

Nadere informatie

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie -

RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE. - Patiëntinformatie - RUGREVALIDATIE THUISPROGRAMMA STRETCHING-MOBILISATIE-STABILISATIE - Patiëntinformatie - Algemene richtlijnen Alle stretchingsoefeningen, mobilisatie-en stabilisatieoefeningen uitvoeren binnen de pijngrens

Nadere informatie

Atletische vorming u15: voorbereiding seizoen

Atletische vorming u15: voorbereiding seizoen Atletische vorming u15: voorbereiding seizoen 2018-19 Bij elke oefening staan tussen haakjes de modaliteiten (aantal herhalingen/seconden aantal reeksen). Let steeds goed op een correcte uitvoering (belangrijke

Nadere informatie

Wekelijkse Work Out!

Wekelijkse Work Out! Wekelijkse Work Out! Maandag - Conditie Wandeling Dinsdag - Driehoek Push Up Woensdag - Squat Donderdag - De Curl - Up Vrijdag - Boksen Zaterdag - Dips Zondag -Conditie Jumps INTRO Deze work out oefeningen

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

Bijlage 2: 3.2 onderzoek

Bijlage 2: 3.2 onderzoek Bijlage : 3. onderzoek Ik heb een onderzoek gedaan naar de fitheid van de kinderen van groep 7 en 8 van de Sint Lambertus school in Asten. Ik heb eerst een enquête afgenomen, en heb daarna testjes afgenomen

Nadere informatie

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX FOR TIME ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK 3 RONDES: - 4 HANDSTAND PUSH-UPS - 6 HANG POWER CLEANS (60/40)

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX FOR TIME ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK 3 RONDES: - 4 HANDSTAND PUSH-UPS - 6 HANG POWER CLEANS (60/40) WEEK 3 SEIZOEN 2017 WOD 1 WOD 2 WOD 3 WOD 1 RX WOD 2 RX WOD 3 RX / SCALED AMRAP BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK HERHALINGEN IN 14 MINUTEN VAN: BUY-IN: 100/80 CAL. ROW - 10 THRUSTERS (50/35) - 10 TOES-TO-BAR WOD

Nadere informatie

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool

Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool CONSENSUS INFORMED CONSENT Bestemd voor de sportmedische keuring en begeleiding van topatleten, topsportbeloften en leerlingen van een topsportschool ALGEMEEN Aangezien in het kader van dit project tests

Nadere informatie

Fit op de keuring. Goed gekeurd. DienstenCentum Medische Keuringen www.defensiekeuring.nl April 2010

Fit op de keuring. Goed gekeurd. DienstenCentum Medische Keuringen www.defensiekeuring.nl April 2010 Fit op de keuring Goed gekeurd DienstenCentum Medische Keuringen www.defensiekeuring.nl April 2010 Inhoud 2 Inleiding 5 3 Trainingsprogramma voor de keuring 6 4 Trainingsprogramma voor de militaire opleiding

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

Training Trainingsintensiteit:

Training Trainingsintensiteit: Training Niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van de trainingen zorgen voor resultaat. Iedere sporter heeft individuele eigenschappen qua aanpassingsvermogen en genetische kenmerken. Training is daarom

Nadere informatie

Auteur: Afra Jennifer Walden. Juntos Football Management Testen en meten

Auteur: Afra Jennifer Walden. Juntos Football Management Testen en meten Auteur: Afra Jennifer Walden Juntos Football Management Testen en meten Aanleiding De laatste jaren toont wetenschappelijk onderzoek aan dat voetbal de laatste jaren een opvallende fysieke ontwikkeling

Nadere informatie

Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017

Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017 Zeeuwse NOC*NSF Talentdagen 2017 1. Wat is zijn Zeeuwse Talentdagen? De Zeeuwse Talentdagen zijn een door SportZeeland, samen met NOC*NSF, CTO Brabant, Topsport Zuid, Sportbonden, georganiseerde dagen.

Nadere informatie

Praktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach.

Praktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach. Praktijktest ingangsproef voor instructeur B Beach. De praktijktest ingangsproef voor de opleiding instructeur B kan worden afgelegd, op een bepaald moment voor de start van de opleiding. De geïnteresseerden

Nadere informatie

Voer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.

Voer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op. Zond Zater Vrijd Dond Woe Di Ma Zon Zat Vrij Don Woe Woe Di Ma Superfit Week 1 Vandaag: 30 minuten Cardio Vasculaire (CV) training. Probeer dit eens: 4 minuten power walking (lekker stevig doorstappen

Nadere informatie

bij enkelgerelateerde

bij enkelgerelateerde Naam: Datum: Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 1, 2, 3

Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 1, 2, 3 Recreatief Toestelturnen E-NIVEAU HERENBRUG jongens Oefeningen 1, 2, 3 SPECIFIEKE RICHTLIJNEN HERENBRUG E-niveau: Algemeen: - De oefening wordt uitgevoerd op een herenbrug van min. 1,50 m hoogte (mag aangepast

Nadere informatie

2] Rekoefening zittend 10 X Zittend, natuurlijke rugkromming, voeten op grond Armen gekruisd onder schouders. f) IDEM ander arm.

2] Rekoefening zittend 10 X Zittend, natuurlijke rugkromming, voeten op grond Armen gekruisd onder schouders. f) IDEM ander arm. 1] Rekoefening 10 X Ruglig, opgerold kussen onder schouderblad & kussen (2) onder hoofd a) 1 knie opheffen b) 2e knie opheffen c) armen rond knieën d) Beide armen achter hoofd (recht) rekken e) 10 tellen

Nadere informatie

Testprotocol Trunk Impairment Scale

Testprotocol Trunk Impairment Scale Testprotocol Trunk Impairment Scale Voor het uitvoeren van de test zijn een behandelbank, een blokkussen (om 10 cm achter de patiënt te zetten bij item 3 van statische zitbalans ) en een stopwatch nodig.

Nadere informatie

bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie

bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie bewegingsstelsel info voor de patiënt Stretching UZ Gent, Dienst Orthopedie & Traumatologie en Fysische Geneeskunde & Revalidatie Stretching Je hebt last van kniepijn. Het klinisch onderzoek en de medische

Nadere informatie

Kracht en stabilisatie

Kracht en stabilisatie Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en

Nadere informatie

Vetverbranding Gevorderden

Vetverbranding Gevorderden Vetverbranding Gevorderden Vetverbranding is voor veel mensen de belangrijkste reden om zich in te schrijven bij een sportcentrum. In de eerste instantie zijn cardio-trainingen hiervoor het effectiefst.

Nadere informatie

Cardioschema (50 minuten)

Cardioschema (50 minuten) Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

3 Super Oefeningen Voor Je Buik

3 Super Oefeningen Voor Je Buik 3 Super Oefeningen Voor Je Buik Vooraf 1. Lees eerst de algemene trainingsinstructies, deze vind je als bijlage bij dit schema. 2. Doe altijd een warming up van 10 minuten voordat je gaat trainen. 3. Sluit

Nadere informatie