Hyponatriëmie: stel de juiste vragen
|
|
- Julia Brabander
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Klinische les Hyponatriëmie: stel de juiste vragen Ewout J. Hoorn, Karin A.H. Kaasjager en Robert Zietse Dames en Heren, Hyponatriëmie, dat wil zeggen een serum-natriumconcentratie onder de 136 mmol/l, is de meest voorkomende elektrolytstoornis. 1,2 Het diagnosticeren en behandelen van deze stoornis wordt vaak als moeilijk ervaren, waarschijnlijk vanwege de uiteenlopende gevaren, oorzaken en behandelingen. 1 De juiste vragen stellen helpt om het actuele gevaar voor de patiënt, de oorzaak van de hyponatriëmie en de therapie duidelijk te maken. Omdat hyponatriëmie vaker voorkomt in het ziekenhuis dan in de huisartsenpraktijk beschrijven wij hier ter illustratie 2 klinische casussen. Patiënt A, een 33-jarige man die vanwege schizofrenie in een begeleidwonenproject woont, wordt in comateuze toestand door een ambulance naar de Spoedeisende Hulp (SEH) gebracht. Hij heeft plotseling een epileptisch insult gehad en is in elkaar gezakt, waarna zijn medebewoners de ambulance belden. Het ambulancepersol trof de man aan op de grond, incontinent voor urine en met een tongbeet. Er waren geen aanwijzingen voor een trauma capitis. Zijn ademweg was vrij; hij had een rustige ademhaling en een niet-afwijkende zuurstofsaturatie. Zijn bloeddruk was 121/81 mmhg; de polsfrequentie was 45 slagen/min regulair. Hij opende zijn ogen niet, maar lokaliseerde een pijnprikkel wel en mompelde een aantal woorden (E1M5V3). Uit de hetero-anamnese bleek dat hij behandeld werd met risperidon, een atypisch antipsychoticum. De dagen voor het insult vertoonde hij al vreemd gedrag en dronk hij liters water. Tijdens het transport naar de SEH raakte de patiënt in een dieper coma (E1M1V1), waarvoor hij bij aankomst werd geïntubeerd. Laboratoriumdiagnostiek op de SEH laat een hyponatriëmie zien van 109 mmol/l (tabel 1). Een CT-scan van zijn hoofd laat hersenoedeem zien (figuur 1). Er wordt aan een acute hyponatriëmie door psychogene polydipsie gedacht, maar vanwege de hoge urine-osmolaliteit ook aan het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH). Er wordt gestart met hypertoon zout (1 bolus van 100 ml 3% NaCl). Desondanks overlijdt de patiënt aan inklemming. Erasmus Medisch Centrum, afd. Interne Geskunde, Rotterdam Dr. E.J. Hoorn, internist-nefroloog; prof.dr. R. Zietse, internist-nefroloog. Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Interne Geskunde, Utrecht. Dr. K.A.H. Kaasjager, internist-nefroloog. Contactpersoon: dr. E.J. Hoorn (e.j.hoorn@erasmusmc.nl). Patiënt B, een 77-jarige vrouw, wordt met de ambulance naar de SEH gebracht waar zij volgens het traumaprotocol nagekeken wordt. Zij is gevallen tijdens het voeden van haar kat, is niet bewusteloos geweest, heeft geen neurologische uitval en geen fracturen. Zij heeft een bloeddruk van 138/74 mmhg, haar polsfrequentie is 85 slagen/min, de zuurstofsaturatie bij kamerlucht 99% en NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139 1
2 UITLEG Hyponatriëmie in de eerste lijn Ook in de eerste lijn worden huisartsen soms met hyponatriëmie geconfronteerd. Meestal vragen zij de serumnatriumwaarde aan bij patiënten die diuretica gebruiken of nierfunctiestoornissen hebben. Vaak zal een hyponatriëmie herleid kunnen worden tot medicatie die de patiënt gebruikt zoals diuretica, antidepressiva of anti-epileptica. Soms kan deze medicatie eenvoudig gestaakt worden of zijn er goede alternatieven die geen hyponatriëmie veroorzaken (bijvoorbeeld een ander antihypertensivum in plaats van thiazidediureticum). Uitgebreidere analyse van hyponatriëmie vergt bepaling en interpretatie van de serumosmolaliteit, de concentratie van natrium in de urine, en de urine-osmolaliteit. In deze gevallen adviseren wij overleg met of verwijzing naar de internist. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat ook milde hyponatriëmie tot complicaties kan leiden zoals osteoporose, vallen en fracturen en dat het geassocieerd is met een hogere mortaliteit. 4,5 Voor een uitgebreider overzicht van elektrolytstoornissen in de eerste lijn, wordt verwezen naar een eerdere publicatie. 10 intraveneuze bolus van 100 ml 3% NaCl toegediend. Ook krijgt patiënte een vochtbeperking van 1 liter en 60 mmol kaliumchloridedrank. Na de 2 bolussen stijgt de serumnatriumwaarde 4 mmol/l. In totaal stijgt de waarde de eerste dag 10 mmol/l. Vervolgens duurt het nog een week voordat de natriumwaarde normaliseert. Het gewicht van patiënte mt hierbij af van 50 naar 48 kg. Omdat de hyponatriëmie zo diep was en maar langzaam herstelt, terwijl de eliminatiehalfwaardetijd van indapamide slechts h is, worden ook nog een röntgenfoto en een CT van de thorax en een MRI van de hersenen verricht, die geen oorzaak voor een bijkomende SIADH laten zien. Na ontslag is patiënte nog een aantal keer poliklinisch gezien, waarbij zij klachtenvrij was en haar serumnatriumwaarde niet-afwijkend bleef. Beschouwing In tabel 2 staan 5 vragen die een arts zich zou moeten stellen bij een patiënt met een hyponatriëmie om tot de juiste diagnose en behandeling te komen. Hieronder lichten wij die vragen toe, aan de hand van de casussen. Een apart kader handelt over hyponatriëmie in de eerste lijn. haar temperatuur 36,6 C. Het laboratoriumonderzoek laat een hyponatriëmie van 101 mmol/l zien (tabel 1), waarvoor de internist in consult wordt gevraagd. Patiënte heeft diabetes mellitus type 2 en hypertensie. Zij gebruikt hiervoor metformine 500 mg 1 dd, atorvastatine 40 mg 1 dd en sinds 2 weken perindopril/indapamide 4/1,25 mg 1 dd. Sinds zij dat laatste medicijn gebruikt, is zij in toenemende mate misselijk en soms geeft ze ook over. Verder voelt ze zich zwak op de benen. Bij lichamelijk onderzoek wordt een matig zieke patiënte gezien met een verlaagde huidturgor. Verder lichamelijk onderzoek is niet-afwijkend. Hoewel de hyponatriëmie chronisch lijkt, wordt vanwege de geringe symptomen 2 keer een TABEL 1 Laboratoriumuitslagen van patiënt A en B bepaling patiënt A patiënt B referentiewaarde bloed natrium; mmol/l kalium; mmol/l 3,4 3,0 3,5-5,1 glucose; mmol/l 7,9 8,5 4,0-6,1 osmolaliteit; mosm/kg creatinine; μmol/l urine natrium; mmol/l géén osmolaliteit; mosm/kg géén Is de hyponatriëmie hypotoon? Omdat bij beide patiënten de serum-osmolaliteit bepaald was, kon een hypo-osmolaire hyponatriëmie worden bevestigd (zie tabel 1). De serumosmolaliteit is de concentratie van alle osmotisch actieve stoffen. De serumtoniciteit daarentegen, beperkt zich tot de concentratie effectieve osmolen. Effectieve osmolen zijn stoffen die niet vrij tussen de extra- en intracellulaire ruimtes kunnen bewegen en daarom bijdragen aan de osmotische waterwisselingen tussen twee compartimenten. Normaal zijn natrium en in mindere mate kalium de belangrijkste effectieve osmolen. Als sprake is van hyperglykemie, draagt glucose ook bij aan de effectieve osmolaliteit. De serumosmolaliteit wordt gemeten, terwijl de serumtoniciteit moet worden berekend met de formule: 2 x (serumnatriumwaarde + serumkaliumwaarde) + serumglucosewaarde. Bij beide patiënten is dan ook sprake van een hypotonehyponatriëmie. Deze constatering is belangrijk, omdat alleen patiënten met hypotone hyponatriëmie risico op hersenoedeem hebben als de hyponatriëmie snel ontstaat (binnen 48 h). 1,3 Hoewel hyponatriëmie meestal hypotoon is, kan het ook isotoon of hypertoon zijn. Hyperglykemie is de belangrijkste oorzaak voor een isotone of hypertone hyponatriëmie. 1 Hyperglykemie-geïnduceerde hyponatriëmie is niet hetzelfde als pseudohyponatriëmie. 3 Pseudohyponatriëmie is een laboratoriumartefact. Bij de bepaling van alle veneuze monsters wordt namelijk een verdunningsstap toegepast, die uitgaat van een niet-afwijkende verde- 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139
3 slanke centrale liquorruimten verminderd giraal patroon verminderde differentiatie tussen grijze en witte stof FIGUUR 1 Een CT-scan van het hoofd van patiënt A, waarop tekenen van hersenoedeem zijn te zien: verlies van differentiatie tussen grijze en witte stof, verminderd gyraal patroon en zeer slanke centrale liquorruimten. ling tussen de waterige en solide fractie van het bloed. 1 Als deze verhouding verstoord is, bijvoorbeeld door een hoge concentratie triglyceriden of totaaleiwit, kan het laboratorium een hyponatriëmie rapporteren, terwijl daar bij de patiënt geen sprake van is. Een pseudohyponatriëmie kan worden opgespoord door een bloedgas of serumosmolaliteit te bepalen, omdat hierbij geen verdunningsstap wordt toegepast. TABEL 2 5 vragen bij hyponatriëmie vraag bepaling of beoordeling Is de hyponatriëmie hypotoon? serumosmolaliteit en glucose; eventueel directe bloedgasanalyse Is de hyponatriëmie acuut of chronisch? indruk van tijdsbeloop uit laboratorium of anamnese Is de hyponatriëmie symptomatisch? beoordeling symptomen Speelt vasopressine een rol in de hyponatriëmie? Is een verlaagd effectief arterieel bloedvolume de oorzaak van de vasopressine-afgifte? urine-osmolaliteit > serumosmolaliteit en/of urine-osmolaliteit > 100 mosm/kg beoordeling volumestatus, urinenatriumconcentratie, concentratie urinezuur in serum of urinezuur als fractionele excretie Is de hyponatriëmie acuut of chronisch? Bij beide patiënten is de ontstaansduur van de hyponatriëmie onbekend, omdat er geen laboratoriumwaardes van de afgelopen dagen zijn. De anamnese en hetero-anamnese suggereren een acute hyponatriëmie bij patiënt A en een chronische hyponatriëmie bij patiënt B. Bij patiënt A wordt de acute hyponatriëmie bevestigd door de ernstige neurologische symptomen en het hersenoedeem (zie figuur 1). Het onderscheid tussen acute en chronische hyponatriëmie is belangrijk vanwege de verschillende gevaren: hersenoedeem bij acute hyponatriëmie en osmotische demyelinisatie bij te snelle correctie van chronische hyponatriëmie. 1,3,4 Omdat het tijdsbeloop meestal niet bekend is, moeten de symptomen beoordeeld worden om aannemelijk te maken of het een acute of chronische hyponatriëmie is. Is de hyponatriëmie symptomatisch? Hyponatriëmie kan uiteenlopende symptomen veroorzaken: misselijkheid, braken, cognitieve functiestoornissen, verwardheid, diplopie, hoofdpijn, vallen, insulten, coma en niet-cardiogeen longoedeem. 3 Sinds een aantal jaar is bekend dat niet alleen acute, maar ook chronische hyponatriëmie symptomen kan veroorzaken. 5 Vandaar dat het lastig is de vraag te beantwoorden welke symptomen passen bij een acute en welke bij een chronische hyponatriëmie. Een patiënt met chronische hyponatriëmie kan bovendien een acute daling van de serumnatri- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139 3
4 hypotoon? ja acuut? ja of onbekend symptomatisch? ja hyperglycemie pseudohyponatriëmie vasopressine activiteit? psychogene polydipsie tea & toast bierdrinkershyponatriëmie hypertoon zout (behandeling voor diagnostiek) laag effectief arterieel bloedvolume? ja levercirrose* hartfalen* niet-renaal zoutverlies* nefrotisch syndroom* diuretica renaal zoutverlies primaire bijnierinsufficiëntie SIADH secundaire bijnierinsufficiëntie hypothyreoïdie diuretica FIGUUR 2 Stoomschema voor het vaststellen van de oorzaak van hyponatriëmie. De verschillende vragen verwijzen naar tabel 1. De oorzaken van hyponatriëmie die gemarkeerd zijn met een * gaan doorgaans gepaard met een lage urinenatriumconcentratie (< 30 mmol/l). umconcentratie ontwikkelen. Daarom wordt alleen bij de ernstige symptomen zoals insulten, longoedeem en coma, zoals bij patiënt A, aangenomen dat de hyponatriëmie acuut is. 1,3 Acute, symptomatische hyponatriëmie is een medische urgentie waarbij onmiddellijke toediening van hypertoon zout levensreddend kan zijn (figuur 2). 1,3,4 Wacht hierbij niet op aanvullende diagnostiek. Een stijging in de serumnatriumconcentratie van ongeveer 5 mmol/l is vaak voldoende voor het verbeteren van symptomen. 1 Verbeteren de symptomen niet, dan moet overwogen worden of de symptomen wel veroorzaakt worden door de hyponatriëmie. De hyponatriëmie bij patiënt B is moeilijker te classificeren. Op basis van het tijdsbeloop (2 weken) lijkt de hyponatriëmie chronisch, maar toch zijn er ook milde symptomen. Daarom moet het risico van een acute daling in de laatste dagen voor presentatie afgewogen worden tegen het risico op osmotische demyelinisatie tijdens correctie. De eerste patiënten waarbij osmotische demyelinisatie beschreven werd, waren bijna allemaal patiënten met een ernstige diuretica-geïnduceerde hyponatriëmie die 12 mmol/l/dag werd gecorrigeerd met isotoon of hypertoon zout. 6 Als tussenoplossing kozen wij er bij patiënt B daarom voor naar een beperkte stijging van de serumnatriumconcentratie te streven door hypertoon zout te geven, gevolgd door een langzame correctie met vochtbeperking. De toediening van hypertoon zout als bolus in plaats van als continu infuus is recent beschreven, alhoewel er weinig systematische studies zijn. 3 Belangrijk hierbij is dat de suppletie van kalium bijdraagt aan de stijging van de serumnatriumconcentratie, omdat kalium ook een effectieve osmol is. 3,7 Speelt vasopressine een rol? Vasopressine wordt zelden of nooit bepaald in de diagnostiek van hyponatriëmie. De bepaling van vasopressine is lastig en daarnaast is de urine-osmolaliteit een goede maat voor de biologische activiteit van vasopressine. Een urineosmolaliteit die hoger is dan de serumosmolaliteit, bevestigt vasopressine-activiteit. 1 De criteria voor SIADH noemen een urine-osmolaliteit > 100 mosm/kg al een aanwijzing voor vasopressine-activiteit. 7 Een urine-osmolaliteit tussen 100 mosm/kg en de waarde van de serumosmolaliteit is volgens ons daarom een grijs gebied. Omdat de urine-osmolaliteit bij onze 2 patiënten hoger was dan de serumosmolaliteit (zie tabel 1), was vasopressine bij beide patiënten actief. Hoewel bekend is dat diu- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139
5 retica de vasopressine-activiteit verhogen (patiënt B), geldt dit niet voor psychogene polydipsie (patiënt A). De hypotoniciteit die ontstaat bij polydipsie onderdrukt vasopressine met als gevolg een waterdiurese met een lage urine-osmolaliteit (< 100 mosm/kg). Een ander voorbeeld waar vasopressine niet actief is, is bij hyponatriëmie door een tea & toast -dieet (relatief veel drinken, maar nauwelijks eten). Daar wordt de minimale ureumuitscheiding de beperkende factor in de waterexcretie. In alle andere gevallen van hyponatriëmie is vasopressine actief. De volgende vraag die men zich dan moet stellen is: waarom is vasopressine actief? Bij een dieet van tea & toast relatief veel drinken, maar nauwelijks eten is de beperkte ureumuitscheiding de beperkende factor in de waterexcretie. Is een verlaagd bloedvolume de oorzaak van de vasopressine-activiteit? De plasma-vasopressineconcentratie is aantoonbaar of verhoogd bij 97% van de patiënten met hyponatriëmie. 2 Een belangrijke vraag is waarom dit zo is. Immers, bij een dalende serumosmolaliteit zullen de osmoreceptoren in de hypothalamus normaal gesproken de afgifte van vasopressine in de hypofyse-achterkwab remmen. Er zijn 4 oorzaken waarom ondanks hypotoniciteit toch vasopressine uitgescheiden kan worden; dit gebeurt bij: (a) ectopische productie, (b) hogere gevoeligheid van de centrale osmoreceptoren, (c) versterkte werking van vasopressine in de nier, (d) activatie van baroreceptoren. 1 De laatste oorzaak wordt adequate ( appropriate ) vasopressine-afgifte genoemd, omdat het optreedt bij een verlaagd effectief arterieel bloedvolume. Het is dus een beschermingsmechanisme tegen intravasculaire ondervulling ( hypovolemie ) waarbij volumeregulatie vóór osmoregulatie gaat. Bij hypovolemie is bepaling van de urinenatriumconcentratie nuttig, dat meestal < 30 mmol/l is. 1,3 Hypovolemie activeert het renine-angiotensinesysteem en stimuleert daarmee natriumreabsorptie door de nier. Een lage urinenatriumconcentratie wordt ook gezien bij patiënten met hyponatriëmie door hartfalen of levercirrose, bij wie het extracellulaire volume verhoogd, maar het intravasculaire volume verlaagd is. Als zoutverlies via de nieren juist de oorzaak is van de hypovolemie, kan de urinenatriumconcentratie niet langer worden gebruikt voor de bevestiging van hypovolemie. Dergelijk zoutverlies kan bijvoorbeeld optreden bij diureticagebruik, primaire bijnierinsufficiëntie, acute tubulusnecrose en andere vormen van nierinsufficiëntie. Het vaststellen van hypovolemie bij patiënten met hyponatriëmie is notoir lastig. Het effect bepalen van 1 à 2 liter 0,9% NaCl op de serumnatriumconcentratie lijkt hierbij nog de beste test. 1,3 Een waarschuwing is dat met Leerpunten Acute hyponatriëmie en te snelle correctie van chronische hyponatriëmie zijn medische urgenties vanwege het risico op respectievelijk hersenoedeem en osmotische demyelinisatie. Het onderscheid tussen acute en chronische hyponatriëmie moet vaak op basis van symptomen worden gemaakt. Hyponatriëmie is meestal hypotoon, maar kan isotoon of hypertoon zijn bijvoorbeeld bij hyperglykemie; alleen hypotone hyponatriëmie kan hersenoedeem veroorzaken. Vasopressine is actief als de urine-osmolaliteit hoger is dan de serumosmolaliteit. Vasopressine-afgifte tijdens hyponatriëmie kan adequaat zijn (bij een laag effectief arterieel bloedvolume) of inadequaat (syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon, SIADH). Een urinenatriumconcentratie < 30 mmol/l suggereert een laag effectief arterieel bloedvolume behalve bij diureticagebruik of andere oorzaken van zoutverlies via de nier. 0,9% NaCl de correctie van een hypovolemische hyponatriëmie te snel kan gaan. Zodra de hypovolemie namelijk herstelt, valt de prikkel voor vasopressine-afgifte plotseling weg met als gevolg een waterdiurese en een snel stijgende concentratie serumnatrium. Waarom was vasopressine actief bij onze 2 patiënten? Bij patiënt A leek sprake van SIADH door risperidon. Antipsychotica kunnen net als enkele andere medicijnen hyponatriëmie door SIADH veroorzaken. 7 De vraag waarom vasopressine actief was bij patiënt B, is moeilijker te beantwoorden. Vaak wordt gesteld dat diuretica vasopressine verhogen omdat de toegenomen natriumuitscheiding hypovolemie veroorzaakt. 1 studie laat echter zien dat patiënten in gewicht aankomen tijdens het ontstaan van thiazidehyponatriëmie, wat meer doet denken aan SIADH. 8 Hoewel de diagnose SIADH officieel niet gesteld mag worden bij het gebruik van diuretica, suggereert 1 studie dat bepaling van de urinezuurwaarde als serumconcentratie of als fractionele excretie kan helpen om te differentiëren tussen hyponatriëmie door diuretica of door SIADH. 9 Overigens veroorzaken vrijwel uitsluitend thiazidediuretica hyponatriëmie en niet lisdiuretica. 1,3,8 Vooral ouderen met een lage BMI lopen risico op een thiazidehyponatriëmie. 1 Bij diuretica-geïnduceerde hyponatriëmie kan het effectieve arteriële bloedvolume zowel verlaagd als normaal zijn. Dames en Heren, in deze klinische les presenteerden wij 2 patiënten die beiden een ernstige hyponatriëmie hadden, maar met tegengestelde gevaren. Patiënt A had een NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139 5
6 acute hyponatriëmie met hersenoedeem door een combinatie van psychogene polydipsie en SIADH door risperidon. Hoewel eerdere toediening van hypertoon zout misschien het hersenoedeem had kunnen behandelen, kon de juiste diagnose pas worden gesteld na bloedafname op de Spoedeisende Hulp. Patiënt B had een chronische hyponatriëmie, maar wel met symptomen. Bij deze patiënt werd een mogelijke bijkomende acute component behandeld met hypertoon zout, waarbij binnen de maximale correctie van 12 mmol/l in de eerste 24 h gebleven werd om osmotische demyelinisatie te voorkomen. Vervolgens werd de concentratie serumnatrium langzaam gecorrigeerd. Het doel van deze klinische les was om te laten zien dat een moeilijke elektrolytstoornis als hyponatriëmie beter te behandelen is wanr de juiste vragen worden gesteld. Deze meer fysiologische benadering wordt ook geadviseerd in de herziene richtlijn Elektrolytstoornissen van de Nederlandse Internisten Vereniging, 3 en in de Europese richtlijn Hyponatriëmie, die in 2014 zal verschijnen. Drs. M. Pijpers, radioloog, beoordeelde de verklarende tekening. Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 18 december 2013 Citeer als: Ned Tijdschr Geskd. 2014;158:A7139 > Kijk ook op Literatuur 1 Hoorn EJ, Zietse R. Hyponatremia revisited: translating physiology to practice. Nephron Physiol. 2008;108: Anderson RJ, Chung HM, Kluge R, Schrier RW. Hyponatremia: a prospective analysis of its epidemiology and the pathogenetic role of vasopressin. Ann Intern Med. 1985;102: Hoorn EJ, Tuut MK, Hoorntje SJ, van Saase JL, Zietse R, Geers AB. Dutch guideline for the management of electrolyte disorders revision. Neth J Med. 2013;71: Hoorn EJ, Zietse R. Hyponatremia and mortality: moving beyond associations. Am J Kidney Dis. 2013;62: Renneboog B, Musch W, Vandemergel X, Manto MU, Decaux G. Mild chronic hyponatremia is associated with falls, unsteadiness, and attention deficits. Am J Med Jan;119:71 e Sterns RH, Riggs JE, Schochet SS Jr. Osmotic demyelination syndrome following correction of hyponatremia. N Engl J Med. 1986;314: Ellison DH, Berl T. Clinical practice. The syndrome of inappropriate antidiuresis. N Engl J Med. 2007;356: Friedman E, Shadel M, Halkin H, Farfel Z. Thiazide-induced hyponatremia. Reproducibility by single dose rechallenge and an analysis of pathogenesis. Ann Intern Med. 1989;110: Fenske W, Stork S, Koschker AC, et al. Value of fractional uric acid excretion in differential diagnosis of hyponatremic patients on diuretics. J Clin Endocrinol Metab. 2008;93: Hoorn EJ, Zietse R. Electrolytstoornissen: een praktische leidraad voor de huisarts. Mod Med. 2010;34: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7139
Osmo- en volumeregulatie
Osmo- en volumeregulatie De water- en zouthuishouding van het lichaam Anne Lohuis - 7 Februari 2013 Doelstelling Het verduidelijken van twee belangrijke functies van het menselijk lichaam, met daar aan
Nadere informatieLevensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen
Levensbedreigende hyponatriëmie J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen 1 U meet een lage plasma [Na + ] - waarom? Concentratie = Totaal Na + in extracellulaire ruimte 2 U meet een lage plasma [Na
Nadere informatieHyponatriëmie: adequate behandeling op geleide van te berekenen uitkomsten
klinische lessen Hyponatriëmie: adequate behandeling op geleide van te berekenen uitkomsten G.Vervoort en J.F.M.Wetzels Dames en Heren, Hyponatriëmie is de meest voorkomende stoornis in de water- en elektrolythuishouding.
Nadere informatieCasus 2. > Antwoorden en uitleg elders in dit nummer. laboratoriumparameter patiënt A patiënt B referentiewaarde
Labquiz Hyponatriëmie Mieke M.J.F. Koenders, E. Margo Molhoek, Fred A.J. Apperloo en Ralf H. Triepels Hyponatriëmie is de meest voorkomende stoornis in de water- en zouthuishouding. Artsen vinden de differentiaaldiagnose
Nadere informatieNatrium. Ewout Hoorn 11 oktober 2018
De afbeelding kan niet worden weergegeven. Mogelijk is er onvoldoende geheugen beschikbaar om de afbeelding te openen of is de afbeelding beschadigd. Start de computer opnieuw op en open het bestand opnieuw.
Nadere informatieWater, elektrolyten en zuur-base balans. Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen
Water, elektrolyten en zuur-base balans Clinical Medicine Kumar & Clark (hoofdstuk 13 in de 8e druk, hoofdstuk 9 in de 9e druk) Verdeling en compositie van lichaamsvloeistoffen Het lichaamsgewicht van
Nadere informatieAPO 4-02 SPC Voorraadproducten
APO 4-02 SPC Voorraadproducten Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml 1. Naam van het geneesmiddel Natriumchloride infusievloeistof 3% zak 500ml
Nadere informatieLithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert?
Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? KenBis Maart 2017 Anna Krikke, psychiater Inleiding Inleiding Lithium, indicaties, bijwerkingen Richtlijn Renale bijwerkingen chronisch lithium
Nadere informatieDiabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015
Diabe&sche ketoacidose Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015 Casus 38- jarige man VG: blanco Buiten bewustzijn aangetroffen, onduidelijk of hij voordien klachten had Bij verdenking hypoglycemie in ambulance
Nadere informatieCasus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens
Casus 5 Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens Inleiding casus 5 U gaat als co-assistent mee met de ambulance die gewaarschuwd is door de buren (die een sleutel hebben) van een 70-jarige man, die zij
Nadere informatieMDMA & watervergiftiging
MDMA & watervergiftiging Drs. Trudy van Dijken Drs. Renske Blom Trimbos 13-12-2013 Wie zijn wij? Aanleiding Drink bij MDMA-gebruik voldoende water om oververhitting en uitdroging tegen te gaan Casus Meisje,
Nadere informatieHYPONATRIËMIE. Inhoudsopgave. Inleiding. Hyponatriëmie
HYPONATRIËMIE Inhoudsopgave Inleiding...1 Hyponatriëmie...1 Pseudo hyponatriëmie...2 Symptomen...2 Pathofysiologie van hyponatriëmie...2 Oorzaken...3 Diuretica...4 Antidepressiva...4 Literatuur...5 Inleiding
Nadere informatieTransmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010
Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.
Nadere informatieNIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015
INTERLINE NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 Inleiding Leden werkgroep: Mevrouw H.P.E. (Hilde) Peters, internist-nefroloog De heer J. (Joan) Doornebal, internist-nefroloog Mevrouw M.P.E. (Ria) Couwenberg,
Nadere informatieNVN Wetenschapsdag 7 oktober Zout! Ewout Hoorn. Internist-nefroloog Erasmus Medisch Centrum. Ewout Hoorn
NVN Wetenschapsdag 7 oktober 2016 Zout! Ewout Hoorn Internist-nefroloog Erasmus Medisch Centrum Ewout Hoorn Vragen 1. Wat is zoutgevoeligheid? 2. Waarom zijn patiënten met nierschade nóg gevoeliger voor
Nadere informatieAcute electrolytstoornissen. Hyperkalemie. Hyperkalemie assessment. Intake 17/04/2013. K + 3.5-5.0 meq/l
Acute electrolytstoornissen Prof. dr. Koen Van Hoeck Hyperkalemie Referentiecentrum Kindernefrologie UZA 03/ 821 3481 Prof. dr. D.Trouet S. Eerens RN expertverpleegkundige Marjan De Wulf,J ulie de Muynck
Nadere informatiePatiënt met SAB op de IC
Patiënt met SAB op de IC AZO-scholingsavond acute neurologie November 2018 Jan Pouwels IC verpleegkundige Neural Practitioner Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond
Nadere informatieHypo- en hypernatriëmie. Oliver Van Oekelen en Quentin Van Thillo 25 april 2018
Hypo- en hypernatriëmie Oliver Van Oekelen en Quentin Van Thillo 25 april 2018 Inleiding Norm: 135-145 meq/l Δ[Na+] weerspiegelt ontregeling van waterbalans Regulatoren: dorst + ADH 1. osmolariteit > 285
Nadere informatie14-5-2013. Water en zouthuishouding. Doelstelling. Belangrijkste bestanddeel van ons lichaam. Totaal Lichaamswater (TLW) ECV en ICV
Doelstelling Water en zouthuishouding Basale kennis en inzicht in de water en zout huishouding Kennis en inzicht in de normaalwaarden van de belangrijkste laboratorium uitslagen Bart Ramakers B.Ramakers@ic.umcn.nl
Nadere informatieChronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015
Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:
Nadere informatieElektrolytstoornissen 2012
Elektrolytstoornissen 2012 INITIATIEF Nederlandse Internisten Vereniging MET ONDERSTEUNING VAN PROVA FINANCIERING SKMS Colofon Richtlijn elektrolytstoornissen 2012 NIV Mercatorlaan 1200 Postbus 20066 3502
Nadere informatieAan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae,
Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II Geachte collegae, Op 27 september is de ROIG over nefrologie gepland. Bij deze ontvangt u het programma. Het is de bedoeling dat een AIOS uit het
Nadere informatieLADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen
LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning
Nadere informatieChronische nierinsufficiëntie
nefrologie - endocrinologie informatiebrochure Chronische nierinsufficiëntie Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Wat is chronische nierinsufficiëntie? 4 3. Wat zijn de functies van de nieren? 6 4. Wat is de
Nadere informatieHyponatriëmie bij gebruik van thiazidediuretica: let op combinaties van geneesmiddelen die dit effect versterken
Klinische lessen Hyponatriëmie bij gebruik van thiazidediuretica: let op combinaties van geneesmiddelen die dit effect versterken r.kalksma en m.p.leemhuis Dames en Heren, De bekendste elektrolytstoornis
Nadere informatieMetabolic emergencies probleem onderbelicht
19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Metabolic emergencies probleem onderbelicht Hella Bosch Verpleegkundig specialist oncologie Máxima medisch centrum Eindhoven Wat is een metabolic emergencie? Een acute, potentieel
Nadere informatieNierinsufficiëntie bij DM en CVRM
Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie
Nadere informatieCase-report: Een vrouw met een onbegrepen coma...
Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma... H.J.Jansen, E.S. Louwerse, C.P.C. de Jager Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, lokatie: Groot Ziekengasthuis Nieuwstraat 34, 5211 NL, s-hertogenbosch
Nadere informatieDiet-sensitive prognostic markers for cardiovascular and renal disease Riphagen, Ineke
Diet-sensitive prognostic markers for cardiovascular and renal disease Riphagen, Ineke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.
Nadere informatieBSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler
BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing
Nadere informatieBelangenverstrengeling. Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen. Drie valkuilen bij Comorbiditeit
Belangenverstrengeling Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen Langerhansdagen 2018 Frits Holleman Praatjes/adviesraden: sanofi, AstraZeneca, Bioton Alle (neven)inkomsten gaan
Nadere informatieCASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.
CASE REPORT FORM Patientgegevens Ziekenhuis (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein Studienummer patient Patientidentificatie in
Nadere informatieSepsis in de huisartsenpraktijk. Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc
Sepsis in de huisartsenpraktijk Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor
Nadere informatieUrine onderzoek door de internist-nefroloog
Urine onderzoek door de internist-nefroloog Soesterberg, 14 maart 2018 Dr YWJ Sijpkens, internist Haaglanden Medisch Centrum, Den Haag Cruquius museum Heemstede Hoeveelheid urine per dag? Hoeveelheid urine
Nadere informatieGlucose 2,5%-NaCl 0,45% g/v, oplossing voor intraveneuze infusie
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 2,5%-NaCl 0,45% g/v, oplossing voor intraveneuze infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplossing bevat: Glucose (equivalent met glucose monohydraat
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun Mini-Plasco, oplossing voor injectie Glucose monohydraat
1/5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun Mini-Plasco, oplossing voor injectie Glucose monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er
Nadere informatie5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.
Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 10% B. Braun, concentraat voor oplossing voor infusie NaCl 20% B. Braun, concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN
Nadere informatieRichtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015
Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie
Nadere informatieBloedgassen. Homeostase. Ronald Broek
Bloedgassen Homeostase Ronald Broek Verstoring Homeostase Ziekte/Trauma/vergiftiging. Geeft zuur-base en bloedgasstoornissen. Oorzaken zuur-base verschuiving Longemfyseem. Nierinsufficientie Grote chirurgische
Nadere informatieSamenstelling: serum: baclofen 2443 µg/l, diazepam 1634 µg/l, desmethyldiazepam 1460 µg/l, oxazepam 79 µg/l, temazepam 158 µg/l.
TOXICOLOGIE Ronde 2017.1 Patiënt bekend met alcoholproblematiek en momenteel onder behandeling van verslavingszorg. Recent op de centrale spoedopvang geweest in verband met een eerste gegeneraliseerd tonischclonisch
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel. 17 mei 2016 Ella Fonteyn
Traumatisch hersenletsel 17 mei 2016 Ella Fonteyn Inhoud Definities traumatisch hersenletsel Protocol SEH Gevolgen en behandeling Niet in deze presentatie: letsel wervelkolom, myelum of zenuwen Definities
Nadere informatieWisselend reageren, inadequaat Voorkeursstand ogen en hoofd naar rechts Verkramping linkerarm
Neurologische valkuilen 9 oktober 2014 Elly Pouwels Neuroloog Informatie bekend bij neuroloog via Man uit 1948, blanco huisarts Aanmelding als trombolyse Sinds 30 min ogen naar rechts, in de war/ afasie
Nadere informatieBloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie
Bloedgasanalyse Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht Doelstelling De student kan de 4 stoornissen in het zuurbase evenwicht benoemen. De student kan compensatiemechanismen herkennen en benoemen. De
Nadere informatieWorkshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra
Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke
Nadere informatieBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. GLUCOSE 50%, oplossing voor infusie
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 50%, oplossing voor infusie Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie voor u in. - Bewaar
Nadere informatie12 Langdurige epileptische aanvallen
12 Langdurige epileptische aanvallen Definitie en etiologie Incidentie Anamnese Lichamelijk onderzoek Epileptische aanvallen duren van enkele seconden tot hooguit enkele minuten. In de literatuur wordt
Nadere informatieDorstproef. Afdeling Interne geneeskunde
Dorstproef Afdeling Interne geneeskunde In deze patiënteninformatie wordt uitgelegd wat de dorstproef inhoudt en hoe deze verloopt. Er is een woordenlijst als bijlage bijgevoegd om sommige woorden te verduidelijken.
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
Nadere informatieKlinisch denken en beslissen in de praktijk. Een 30-jarige man met een onverklaard coma
voor de praktijk Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een 30-jarige man met een onverklaard coma B.J.H.van den Born, W.Hart, R.P.Koopmans en M.Levi Opzet van dit artikel. De ziektegeschiedenis
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Natriumchloride Fresenius Kabi 100 mg/ml (10%), concentraat voor oplossing voor infusie
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumchloride Fresenius Kabi 100 mg/ml (10%), concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natriumchloride: 100 mg per 1 ml Een
Nadere informatieReis door het Nephron. Hilde de Geus
Reis door het Nephron Hilde de Geus Anatomie De nier Het nephron Het nephron Wat is nierfunctie? Vermogen om bloed te zuiveren referentie stof volume bloed per tijdseenheid (ml-min) Bloeddruk regulatie
Nadere informatieHyperglycemie Keto-acidose
Hyperglycemie Keto-acidose Klinische les Marco van Meer SJG 20 06 2007 (acute) ontregeling van diabetes Doel Op het einde van mijn presentatie is jullie kennis over glucose huishouding en ketoacidose weer
Nadere informatieTelenefrologie voor de oudere patiënt met CNS
Telenefrologie voor de oudere patiënt met CNS Marc Groeneveld (internist-nefroloog) en Björn Linzer (Huisarts) MCH Westeinde, 29 oktober 2012 1 Teleconsult nefroloog Data Data Huisarts Diagnose + advies
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:
Nadere informatieGLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%, INFUSIEVLOEISTOF
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GLUCOSE 3,75% EN NATRIUMCHLORIDE 0,225%, INFUSIEVLOEISTOF Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders
Kind met diabetes en intensieve therapie Algemene informatie voor kind en ouders KIND MET DIABETES EN INTENSIEVE THERAPIE ALGEMENE INFORMATIE VOOR KIND EN OUDERS INLEIDING Je bent voor de behandeling van
Nadere informatieVoorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen
Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie
Nadere informatieRoelie de Vlas. meldkamercentralist ambulance Meldkamer Noord Nederland
Roelie de Vlas meldkamercentralist ambulance Meldkamer Noord Nederland Aline Westenberg Aline Westenberg ambulanceverpleegkundige UMCG Ambulancezorg & Timo Roosa ambulancechauffeur UMCG Ambulancezorg &
Nadere informatieJodiumhoudende contrastmiddelen
RADIOLOGIE Jodiumhoudende contrastmiddelen in bloedvat U krijgt binnenkort een onderzoek bij de afdeling radiologie waar een jodiumhoudende contrastmiddel wordt gebruikt. Dit contrastmiddel wordt in een
Nadere informatieSamenvatting van de Productkenmerken g
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ringer Lactaat 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml bevat: Natriumchloride Kaliumchloride Calciumchloride.2 H 2 O Natriumlactaat 50% 6.00 g 0.40 g 0.27 g
Nadere informatiePresentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel
Presentatie Casus 1b Victoria Janes & Yvonne Poel Casusbeschrijving Vrouw: 55 jaar wordt door de ambulance naar de SEH gebracht, waar u als arts-assistent assistent werkzaam bent. Dezelfde ochtend heeft
Nadere informatie1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NATRICLO 585 mg/10ml Concentraat voor oplossing voor infusie NATRICLO 1g/10ml Concentraat voor oplossing voor infusie NATRICLO 2g/10ml Concentraat voor oplossing voor infusie
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Hypertonic 72 mg/ml oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat: Werkzaam bestanddeel: Natriumchloride
Nadere informatieLeerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.
NIERFUNCTIE 2 Leerdoelen Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling Begeleid beschermende maatregelen Functies Volume- osmo- en zuurregulatie Excretie afvalproducten stofwisseling
Nadere informatieDiabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee?
Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee? Maarten Visscher Resident in Anaesthesiology PhD Candidate Casus Patient, mw. D, 63 jr, lapchol VG: 1x HNP OK 1990 MI 1996 DM Med: PCM, gliclazide,
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren
Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren Dr. F.W. Visser Internist-nefroloog ZGT Almelo Cystenieren Expertise Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen 8 septem ber 2015 ADPKD huidige
Nadere informatieKalium. Annemieke Sobels, ziekenhuisapotheker Darius Soonawala, internist-nefroloog
Kalium Annemieke Sobels, ziekenhuisapotheker Darius Soonawala, internist-nefroloog a.sobels@hagaziekenhuis.nl d.soonawala@hagaziekenhuis.nl Programma Waarom is kalium relevant voor uw praktijk. Hyperkaliemie:
Nadere informatieHet Refeeding Syndroom
Het Refeeding Syndroom Presentatie t.b.v. symposium Voeding op leeftijd Neeltje Nabuurs, diëtist 29 september 2016 Waarom? 14-15% ondervoed op 1 e opnamedag (meting NPOZ 2015) Refeeding kan fatale gevolgen
Nadere informatieWaarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring
MDRD vs kreatinine klaring Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine Dr. Wim JC de Grauw Huisarts Afd. Eerstelijnsgeneeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Diabetes Huisartsen Adviesgroep (DiHAG) Lid
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 0,9 % B. Braun, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplossing bevat: Natriumchloride
Nadere informatieBevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie
Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd
Nadere informatieElektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH
Elektrolytstoornis tijdens ALS samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH Inhoudsopgave Doelstelling Context: 4 H s en 4 T s Kalium Hyperkaliëmie Hypokaliëmie Samenvatting Vragen/discussie Doelstelling Inzicht
Nadere informatieUrine en hydratiestatus: Een gewichtige zaak?
Urine en hydratiestatus: Een gewichtige zaak? Jan-Willem van Dijk Conferentie Sportvoeding 2015 Vochtbalans Water in lichaam Intracellulair vs Extracellulair Intracellulair vocht vocht in lichaamscellen
Nadere informatieCasusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd
Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en
Nadere informatieRode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie
Rode Vlaggen Cursus Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm
Nadere informatieUrineweginfecties en antibiotica
Urologie Urineweginfecties en antibiotica www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Algemene oorzaken urineweginfecties... 3 Blaasontsteking... 4 Verschijnselen kunnen zijn:... 4 Diagnose... 4 Behandeling... 5
Nadere informatieBloedvolume. Biofeedback Systeem HEMO CONTROL. Bloedvolume meting. Bloedvolume meting. Het totaal aan circulerend volume in de vaten
Biofeedback Systeem HEMO CONTROL Bloedvolume Het totaal aan circulerend volume in de vaten Gemiddeld zo n 5-6 liter voor een volwassene René van Hoek & Ad van Berkel Het bestaat voor 45% uit cellen en
Nadere informatieSystemische Lupus Erythematodes (SLE)
Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische lupus erythematodes (SLE) is een ontstekingsziekte. Deze ontstekingen kunnen in het gehele lichaam (systemisch) voorkomen. SLE is een auto-immuunziekte.
Nadere informatieHyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere.
Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere. patient 34 jarige dame G3P1, : 37 wkn2d Voorgeschiedenis: DM type 1 sinds 1983 1 miskraam in 1999 Start insulinepomp 1999 1 ste kindje in 2009 HbA1c 2010: 8.9%,
Nadere informatieBijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter
Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter
Nadere informatieVulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?
Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van
Nadere informatieTraumatisch hersenletsel bij kinderen. Maayke Hunfeld
Traumatisch hersenletsel bij kinderen Maayke Hunfeld 08-03-2017 Traumatisch (schedel)hersenletsel Definitie THL: Hersenletsel ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam. Van buitenaf wordt een kracht
Nadere informatieAnesthesiologische complicaties bij TCR-M / TCR-E Het hysteroscopie syndroom of gewoon gebakken lucht?
Anesthesiologische complicaties bij TCR-M / TCR-E Het hysteroscopie syndroom of gewoon gebakken lucht? L. Overdijk B. Rademaker P. van Kesteren Januari 2017 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieBIJSLUITER S6.0MS0220E15
BIJSLUITER 1 0004S6.0MS0220E15 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% g/v, oplosmiddel voor parenteraal gebruik Glucose Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken
Nadere informatieDorstproef bij volwassenen
Dorstproef bij volwassenen Inleiding Uw behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u een dorstproef zult ondergaan. In deze folder geven wij u meer informatie over dit onderwerp. Wat is een dorstproef
Nadere informatieInfuusbeleid op recovery
Infuusbeleid op recovery Is vullen in of uit?? Sander van den Heuvel Anesthesioloog Stellingen Dagbehandelingspatiënten mogen best wat meer vocht krijgen Een krap vochtbeleid verbetert de resultaten bij
Nadere informatieMetabole acidose. Bob Zietse 15 december 2016
Metabole acidose Bob Zietse 15 december 2016 ACID-BASE BALANCE langzaam volledig Metabole verstoring Compensatie renaal ph = pk + 10 log [HCO3-] 0.03 * pco 2 Respiratoire verstoring Compensatie ventilatie
Nadere informatieBijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke
Nadere informatieProtocol Chronische nierschade op basis van de LTA
Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp
Wat te doen bij ontregeling van een kind met diabetes mellitus en een insulinepomp WAT TE DOEN BIJ ONTREGELING VAN EEN KIND MET DIABETES MELLITUS EN EEN INSULINEPOMP INLEIDING Het toedienen van de juiste
Nadere informatieDagboek voor een patiënt met hartfalen
Dagboek voor een patiënt met hartfalen Cardiologie Locatie Hoorn/Enkhuizen Dagboek patient met hartfalen. Behandelend cardioloog.. Het gebruik van dit dagboek. In dit dagboek kunnen op overzichtelijke
Nadere informatieBijsluiter DESMOPRESSINE-ACETAAT AUROBINDO 0,1 mg/ml neusspray (oplossing)
1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1503 Pag. 1 van 5 Bijsluiter DESMOPRESSINE-ACETAAT AUROBINDO 0,1 mg/ml neusspray (oplossing) Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel.
Nadere informatieRefeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten
Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten 2015 Agenda Historie Ondervoeding en oncologie Refeeding Casus tijdens de presentatie 1ste lijn Refeeding? Historie Belegeringen
Nadere informatieBijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014
Bijwerkingen op de nier Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014 Belangrijkste aandoeningen Acuut nierfalen Pre-renaal Renaal Post-renaal Nefrotisch syndroom Chronisch nierfalen Acuut nierfalen
Nadere informatieMijn kind is te dik Oorzaak, gevolg en behandeling. Rintveld, Altrecht
Mijn kind is te dik Oorzaak, gevolg en behandeling Rintveld, Altrecht Medisch contact nr 49 In een nieuwe multidisciplinaire richtlijn is afgesproken dat obesitas een chronische ziekte is. Dit heeft niet
Nadere informatie(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen
symposium 11/10/14 (On)zin van diabetes behandeling bij ouderen Dr. K. Mortelmans Endocrinologie RZ HHart Leuven Belang Toenemende prevalentie type 2 diabetes Wijzigende levensgewoonte Vergrijzing Meer
Nadere informatiePostdatum. Geachte Dokter,
De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Quetiapine Krka 50 mg / 200 mg / 300 mg/400 mg tabletten met verlengde afgifte.
Nadere informatie