Museum voor Anatomie en Pathologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Museum voor Anatomie en Pathologie"

Transcriptie

1 1 Museum voor Anatomie en Pathologie De collectie van het museum bestaat uit twee delen: de collectie Anatomie en de collectie Pathologie. Deze museumgids beschrijft de Anatomische collectie, een weergave van het gezonde lichaam. De Anatomische collectie omvat preparaten en modellen met de daarbij behorende documentatie als studiemateriaal voor ieder die geïnteresseerd is in de bouw en ontwikkeling van het menselijk lichaam. De collectie is voor een belangrijk deel opgebouwd vanaf het jaar 1953 door de eerste conservator van het museum, Jan Fellinger, onder leiding van de toenmalige hoogleraar in de anatomie, professor Dr. H.J. Lammers. Een rondgang door het museum laat de bezoeker kennismaken met de ontwikkeling en bouw van het menselijk lichaam. De natte preparaten worden bewaard in een 4% formaline oplossing, een sterk conserverend fixatief en bewaarvloeistof. Voor de bezoekers is ook informatie beschikbaar in digitale vorm: de TourtoDo-app voor smartphone of tablet is gratis te gebruiken. Hierin zijn de volgende touren of rondleidingen beschikbaar: Speurtocht voor kinderen Embryologie: een tocht door je leven vóór je geboorte Rondleiding Pathologie De embryonale en foetale ontwikkeling Gedurende de periode dat de mens zich ontwikkelt in de baarmoeder, is de groei te verdelen in een aantal stadia. Aan de hand van deze stadia is de ontwikkeling te volgen. In de zgn. embryostraat van het museum zijn alleen de uitwendige vormen van de ongeboren vrucht te zien. We spreken over een embryo als de vrucht nog geen acht weken oud is. In deze embryonale periode ontstaat de lichaamsvorm en worden de organen aangelegd. Vanaf acht weken tot aan de geboorte noemen we de vrucht een foetus. De baarmoeder fungeert als een beschermende omgeving voor de vrucht. Binnen de baarmoeder wordt de vrucht omgeven door twee vruchtvliezen: een buitenste vruchtvlies of chorionvlies en een binnenste vruchtvlies of amnionvlies. Aan de wand van de galerij ziet u een drietal embryo s en een foetus. Op de fotografische afbeeldingen boven de preparaten ziet u uitvergrotingen van de preparaten. Het eerste embryo (255) is 51 dagen oud

2 2 en vertoont een fysiologische navelbreuk: het lijfje is nog te klein om alle darmen te bevatten, daarom puilt een deel van de darm uit in de doorzichtige navelstreng. Dit is een natuurlijk voorkomend proces. Het tweede embryo (311) is ook 51 dagen oud en zit nog in zijn amnionholte, het binnenste vruchtvlies en de leefruimte binnen de baarmoeder. Het valt op dat het embryo nu nog genoeg ruimte heeft binnen zijn vruchtvlies. Aan het buitenste vruchtvlies, het chorionvlies, bevinden zich de chorionvlokken. De chorionvlokken zal in een later stadium de placenta gaan vormen waarmee de vrucht stevig verankerd is in de slijmvlieswand van de baarmoeder. Het derde embryo (216) is 53 dagen oud en één van de fraaiste embryo s uit de collectie. De handen en voeten laten de eerste tekenen van de aanleg van de afzonderlijke vingers en tenen zien. Ook is goed te zien dat de voetjes in hun ontwikkeling nog niet zover zijn als de handjes: in de normale ontwikkeling blijven de voeten en benen altijd iets achter ten opzichte van de handen en armen. Dit is ook na de geboorte nog het geval. De uitwendige geslachtsorganen zijn in hun aanleg al zichtbaar, maar we kunnen nog niet zien of het een jongen of een meisje is. Het gezicht vertoont al duidelijke menselijke trekken. Het laatste preparaat (356) in deze reeks van vier preparaten is een mannelijke foetus van 12 weken. De oppervlakkige weefsels zijn nog zo teer, dat ze transparant lijken. Onderliggende skeletdelen zijn goed zichtbaar, evenals enige bloedvaten en zenuwen in het hoofd en in de arm. In principe zijn bij dit kind alle organen gevormd en behoeft de vrucht alleen nog maar te groeien. Tegenover deze vier preparaten in de eerste vitrine worden een aantal embryo s en foeten van 5 tot 12 weken getoond. Deze embryo s zijn nog delen van het zogenaamde extra-embryonale weefsel (buiten het embryo gelegen weefsel) aanwezig. Hieronder volgt een uitleg van de preparaten die staan afgebeeld op nevenstaande foto. 1. Spontane complete abortussen in verschillende embryologische stadia. Het meest linker vruchtje (222) laat een complete spontane abortus zien van ongeveer 5 weken. De daaropvolgende preparaten (401/256) zijn complete spontane abortussen van respectievelijk 6 en 7 weken. Deze

3 3 preparaten laten een vruchtzakje zien welke bestaat uit een binnenste amnionvlies, waarin het embryo is gelegen, en een buitenste chorionvlies met daarop de chorionvlokken. Naarmate het vruchtje in leeftijd toeneemt zullen de chorionvlokken aan één kant, de embryonale pool, verder groeien en de rest verdwijnt. De chorionvlokken bij de embryonale pool (het chorion frondosum) zullen in een later stadium de placenta gaan vormen. 2. Embryo s met een leeftijd van 7 en 8 weken. Het onderste embryo (257) van ongeveer 7 weken, hangt uit het amnion- en chorionvlies aan de navelstreng. Hierbij is te zien dat de navelstreng wordt omgeven door de beide vruchtvliezen. Het bovenste embryo (248) heeft een leeftijd van ongeveer 8 weken. Het amnionvlies is open geprepareerd en in beide preparaten zijn de chorionvlokken en de dooierzak zichtbaar. A. Tussen bovenstaande preparaten is een vergrootglas te zien waarachter twee embryo s opgesteld zijn. Het bovenste preparaat (218) laat een embryo zien van ongeveer 5,5 week. Het preparaat hieronder (348) is een embryo met een leeftijd van ongeveer 6,5 week afkomstig van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of EUG (extra-uterine graviditeit). Duidelijk zichtbaar in dit embryo is de aanleg van de verschillende hersenonderdelen. 3. Foetussen met enkele uitwendig zichtbare afwijkingen. Het linker preparaat (29) laat een foetus van 12 weken zien met afwezigheid van de grote hersenen (anencephalus). Ook is er een duidelijke pathologische navelbreuk zichtbaar. Afwezigheid van de grote hersenen leidt meestal tot een spontane vruchtdood, maar in principe zou zo n kind in leven kunnen blijven; het vegeteert dan slechts. Het rechter preparaat (137) toont een foetus van 10 weken met een zogenaamd waterhoofd (hydrocephalus) ook bij deze foetus is een grote pathologische navelbreuk zichtbaar. 4. Embryo van 7-8 weken met een dubbelzijdige hazenlip. Dit embryo (132) laat een dubbelzijdige hazenlip zien waarbij in de ontwikkeling (sluitingsdefect van de kiewbogen) van het aangezicht iets is misgegaan in de vorming van het gehemelte en de bovenkaak. Dit embryo is gelegen in een zogenaamd decidua basalis, dit is de binnenste wand van de uterus met het endometrium. De donkere iets verheven vlekjes in de wand van het endometrium zijn decidua eilandjes; dit zijn uitgerijpte chorionvlokken welke zijn opgenomen in de baarmoederwand en samenvloeien tot de maternale placenta. 5. Embryo s en foetussen van verschillende leeftijden. Het embryo linksboven (402) is 6 weken oud, het embryo daarnaast (122) is 8 weken en zit op de overgang naar de foetale periode. De beide onderste embryo s zijn respectievelijk 10 weken (138) en 12 weken (250). 6. Embryo van 6,5 week oud in de decidua. Het embryo (247) heeft een kruin-stuit lengte van 15 mm, dit is voor de zwangerschapsduur te klein. Er zijn verschillende afwijkingen zichtbaar. 7. Foetus (249) in decidua, deze foetus heeft een leeftijd 8 weken en is gelegen in de decidua. Dit is een andere term voor het baarmoederslijmvlies (endometrium) tijdens de vroege zwangerschap.de donkere, licht verheven vlekjes in de wand van het endometrium zijn decidua-eilandjes. Dit zijn uitgerijpte chorionvlokken die zijn opgenomen in de baarmoederwand en samenvloeien tot de moederlijke placenta,beide vrucht vliezen zijn verwijderd.

4 4 B. Het preparaat op het tafeltje tussen de twee bovenst museumbakjes is een foetus van 10 weken. Dit preparaat is aangekleurd met alizarine, en rode kleurstof die affiniteit heeft tot botweefsel. Na ontkleuring van de zachte weefsels (opheldering) blijvend de aangekleurde botjes van de foetus in het transparante lichaampje zichtbaar. 8. Foetus (70) in decidua met een deel van de baarmoeder, vliezen zijn intact en bij het stuitje van de foetus is de dooierzak nog te zien, een vorm van vroegtijdige energievoorraad. 9. Foetus (135) van 8,5 week met chorionvlokken. Zowel het binnenste, amnion- als het buitenste chorionvlies is verwijderd. De chorionvlokken zijn zichtbaar en zullen in een later stadium de placenta vormen. Duidelijk zichtbaar is de navelstreng welke richting de chorionvlokken verloopt. 10. Foetus in de vliezen met placenta (X143), leeftijd 10 weken. Duidelijk zichtbaar zijn de chorionvlokken die de uiteindelijke placenta zullen vormen. Onder in de vitrine is een zwangere baarmoeder te zien (52), waarbij ook de eierstokken, de eileiders en de vagina te zien zijn. Het embryo in de baarmoeder is 55 dagen oud. Aan het linker ovarium bij het uiteinde van de tuba uterina (eileider) is een klein blaasje zichtbaar. Dit is een hydatide van Morgagni, een restant van de embryonale ontwikkeling van de geslachtsorganen. Dit orgaantje komt lang niet bij iedereen voor en als het bij de man voorkomt is dit het appendix testis. In het linker ovarium (eierstok) is een grote holte zichtbaar: dit is een ovarium-cyste of vochtgezwel. Waarschijnlijk is dit een uitgegroeide follikel, die na de ovulatie niet in reductie is gegaan. Naast deze cyste is het corpus luteum zichtbaar. Dit is het gele lichaam en produceert hormonen waarmee de zwangerschap gedurende de eerste drie maanden in stand wordt gehouden. In het rechter ovarium is eveneens een, veel kleinere, holte te zien: dit is een rijpende follikel, waarin ook de eicel te zien is in het deukje dat in de wand zichtbaar is. Onder invloed van de zwangerschapshormonen staat de groei van deze follikel nu stil. Het preparaat (251) op de grote sokkel is een mannelijke foetus van 21 weken oud, omgeven door delen van de beide vruchtvliezen. Over het hoofd ziet u het chorionvlies en daaronder ligt het amnionvlies. Aan de linkerzijde van de foetus is in het amnionvlies een venster geknipt: dit is ook de plaats waar de vliezen vastzitten aan de placenta, de nageboorte. Soms blijft bij de geboorte een deel van de vruchtvliezen over het hoofd van het kind zitten. In de volksmond wordt dan gezegd dat het kind met de helm op geboren is. Bij deze foetus ziet u ook dat de navelstreng eenmaal om de hals van het kind is geslagen. Wanneer de navelstreng met meerdere slagen om de hals ligt, spreken we van een omstrengeling: dit geeft soms moeilijkheden bij de geboorte. Tegenover de hiervoor beschreven foetus staat een voldragen kind dat voor de baarmoeder ligt, de baarmoeder is opgesteld in een vrouwelijk bekken. In de baarmoederholte is de placenta zichtbaar. Aan de achterkant van de baarmoeder is de knik te zien die veroorzaakt wordt door het uitstekende onderste deel van de lendenwervelkolom, het promontorium.

5 5 Hierdoor wordt de ligging van het kind in de baarmoeder beïnvloed. Hiermee wordt ook de inwendige spildraai verklaard die de baby moet maken om het kleine bekken te passeren tijdens de baring. De foetus is 42 weken oud en aan de grote kant. De oorzaak hiervoor kan zijn dat de moeder aan diabetes leed. In de tweede vitrinekast in deze embryogalerij worden een aantal preparaten getoond die de foetale fase laat zien. Deze fase begint na afloop van de 8e week en loopt tot aan de geboorte, het kind zal in deze periode alleen nog in omvang en gewicht toenemen. De orgaansystemen zijn aangelegd tijdens de organogenese (de aanleg van organen), dit duurt tot en met de 8e week en wordt de embryonale fase genoemd. Het bovenste preparaat toont een vrouwelijke tweeling (92) van ruim 6 maanden. Beide navelstrengen zitten vast aan één placenta; we spreken hier dus van een eeneiige of monozygote tweeling. Deze tweeling is ontstaan uit één eicel en één spermacel, het vruchtje is in een vroeg stadium gesplitst zodat er twee identieke kindjes ontstaan. Een twee-eiige tweeling of dizygote tweeling ontstaat uit twee aparte bevruchte eicellen, er zijn dan ook altijd twee placenta s aanwezig. Een eeneiige tweeling komt voor bij 1 op de 250 natuurlijk verwekte zwangerschappen. Het kind opgesteld onder de tweeling (327) is een foetus, met een leeftijd van 14 weken, gelegen in de natuurlijke omgeving: de baarmoeder of uterus. Rechts van de tweeling staat een skeletje van een neonatus of pasgeborene, opgesteld onder een glazen stolp. Duidelijk te zien zijn de fontanellen in het schedeltje van het kind. Bij een pasgeborene bestaan deze fontanellen nog uit kraakbeen, nuttig voor passage in het geboortekanaal. De fontanellen zullen vóór het tweede levensjaar verbenen. Het preparaat op het tafeltje boven het skeletje van de neonatus is een foetus met een leeftijd van 14 weken. Dit preparaat is aangekleurd met alizarine, een rode kleurstof. Deze kleurstof heeft alleen affiniteit met botweefsel, botweefsel zal door deze kleurstof dus aangekleurd worden. Na ontkleuring (opheldering van het zachte weefsel) blijven de aangekleurde botjes van de foetus door het transparante lichaampje zichtbaar. Het bovenste preparaat, in de rechterzijde van de vitrinekast toont een mannelijke drieling (771) van ongeveer 24 weken. Te zien is dat de bovenste twee kindjes één placenta delen, het

6 6 onderste kindje heeft een aparte placenta. Dit preparaat toont dus een twee-eiige drieling of ook wel dizygotische drieling genoemd. Er zijn dus twee eicellen bevrucht. Één bevruchting heeft geresulteerd in een monozygotische (eeneiige) tweeling, met één gezamenlijke placenta. De andere bevruchting heeft geresulteerd in een eenling. Wanneer er sprake zou zijn dat men één placenta zou waarnemen, kan men spreken over een eeneiige drieling of monozygotische drieling. Drielinggeboortes komen voor bij 1 op de natuurlijk verwekte zwangerschappen. Het kind opgesteld onder de drieling is een foetus met een leeftijd van 14 weken (99). De navelstreng en placenta zijn nog intact. Vliesresten van de placenta zijn over de moederlijke zijde geslagen. De drie andere preparaten in deze kast zijn corrosiepreparaten van de placenta. De techniek voor het maken van deze corrosiepreparaten bestaat uit het vullen van de bloedvaten met een vloeibaar plastic, het weefsel rond de gevulde vaten wordt verwijderd door de etsende werking van een zuur nadat het plastic uitgehard is. De navelstreng bevat drie vaten: twee slagaders en twee aders. De twee slagaders vervoeren zuurstofarm bloed naar de moeder, de ader vervoert zuurstofrijk bloed richting kind. Dit is een bijzondere situatie die normaliter ook in de longen voorkomt. Het corrosiepreparaat op het tafeltje naast de drieling is mooi te vergelijken met de vaattekening in de placenta van de drieling. Tegenover de vitrine staat tegen de wand een preparaat van een ongeboren foetus in zijn natuurlijke omgeving, de baarmoeder. Het kind ligt in een reeds ingedaalde positie, de ligging noemen we een hoofdligging links voor. Aan de onderzijde is goed te zien, dat het poortgedeelte van de baarmoederhals helemaal deel uit maakt van de baarmoederwand: dit betekent dat het kind is ingedaald. De placenta is aangesneden en het amnionvlies is nog intact. De exacte leeftijd is niet bekend, maar uit het feit dat het hoofd reeds ingedaald is, kan geconcludeerd worden dat de leeftijd tussen 36 en 38 weken moet liggen. In de opstelling op het grote blok worden een drietal uteri (Preparaat 32, P351 en P336) getoond. Het preparaat linksboven toont een rechterhelft van een normale uterus waarbij het snijvlak zich in de lengterichting van de uterus bevindt. De baarmoederhals (cervix uteri) puilt uit in de slechts deels aanwezige vagina. Het onderste preparaat is een uterus kort na de bevalling. De uterus kan gedurende de zwangerschap tot ongeveer een kilogram in gewicht toenemen. Opvallend aan dit preparaat is de dikte van de baarmoederwand. De voorzijde van de uterus is geopend en laat duidelijk de placentawond in het baarmoederslijmvlies zien met de aanwezigheid van een bloedstolsel. Het rechter preparaat is een linkerhelft van een uterus waarbij het snijvlak zich in de lengterichting van de uterus bevindt. Deze uterus laat het beeld

7 7 zien van enkele weken na de bevalling. Opvallend is het herstel van de dikte van de baarmoederwand naar normale proporties, er is nog een restant van de trombus aanwezig. Tussen de vitrine en het blok is tegen de glaswand het bekkenmodel van een zwangere geplaatst. Dit model toont hoe het ongeboren kind in de baarmoeder ligt en hoe dit geheel de buikholte van de moeder vult. Het kind ligt in de meest voorkomende normale stand: achterhoofd voor de baarmoedermond. Bij de geboorte moet het hoofdje twee benige ringen passeren: het vlak van bekken ingang, dat gevormd wordt door de beide lineae terminales (markeert de overgang van het grote bekken naar het kleine bekken) en het vlak van bekken uitgang, gevormd door het staartbeentje, de beide zitbeenderen en de onderste benen van het schaambeen. Tussen deze beide onderste benen van het schaambeen ligt het diafragma urogenitale waar doorheen de urethra en de vagina passeren. Om het kinderhoofdje tijdens de uitdrijving te laten passeren zal het twee keer een draaiing moeten uitvoeren: een inwendige en een uitwendige spildraai. De inwendige is om het kleine bekken te passeren en de uitwendige om het diafragma urogenitale te passeren. Op het blok rondom de drietal uteri staan een drietal modellen die het geboorteproces illustreren. Het linker model laat de ontsluitingsfase zien. Het hoofdje is ingedaald en de baarmoedermond wordt opgerekt tijdens de weeën. Dit is de langste periode van het baringsproces. Wanneer de zogenaamde persweeën beginnen is de baarmoedermond (de portio) volledig ontsloten (ongeveer 10 cm). Het model in het midden toont de situatie aan het begin van de geboorte: de uitdrijvingsfase op het moment dat het hoofdje staat (het hoofdje kan dan niet meer terug) en de bekkenuitgang doorsnijdt. Het rechter model toont de nageboorte fase: de placenta, moederkoek of nageboorte komt los van de baarmoederwand omdat er zich een groot bloedstolsel tussen de placenta en de baarmoederwand vormt. Hierna wordt de placenta met enkele krachtige weeën uitgedreven. Wanneer u aan het einde van de galerij doorkijkt naar de achterwand van het museum, dan ziet u daar een fraai wit beeld staan. Dit is de écorché (de gevilde) de Franse beeldhouwer Jean- Antoine Houdon ( ). Deze spierman is een gaaf voorbeeld van de harmonie in bouw van het menselijk lichaam, en geeft een goed overzicht van het spierstelsel. In de grote vitrine voor de scheidingswand staan een skelet van een boomstekelvarken en van een tocotoekan ter vergelijking met het menselijke skelet. Van het skelet van een kind zijn een aantal afzonderlijke botten getoond. Hierbij staan ook drie kinderschedels naast elkaar en twee volwassen schedels. De kleinste schedel is van een pasgeborene, de middelste van een kind van 1 jaar oud en de derde schedel van een 6 jarig kind, waarin nog enkele elementen van het melkgebit aanwezig zijn. De kaak is gedeeltelijk opengewerkt, om de onderliggende blijvende elementen te laten zien. Tegen de scheidingswand van het museum hangt de serie gewassen inkttekeningen van Jan Fellinger, de eerste conservator van het museum. Hij was een kunstenaar/schilder, die voor zijn aanstelling bij het museum, op de medische tekenkamer werkte. Daar heeft hij deze serie tekeningen vervaardigd naar preparaten die nu in het museum staan.

8 8 In de achterruimte van het museum, naast het beeld van Houdon, is een historische tandarts opstelling geplaatst die vanaf 1935 tot ongeveer 1985 in gebruik is geweest: In deze tandartspraktijk, gelegen in Ede (Gelderland), werd door tandarts Mulder nog gewerkt in het jaar 1985, hij was destijds 77 jaar. Vanaf het begin van zijn carrière als tandarts (1935) heeft hij gebruik gemaakt van dit tandheelkundig instrumentarium In de vitrines zijn diverse geplastineerde preparaten aanwezig voor studiedoeleinden. Plastinatie van organen, weefsels en van hele lichamen of lichaamsdelen is een conserveringstechniek waarbij het eindresultaat droog bewaard kan worden. Het principe van deze techniek is dat al het water en het vet in het lichaam vervangen wordt door een plastic. Rechtsachter in het museum zijn een negental afbeeldingen uit het werk van Andreas Vesalius ( ) afgebeeld: De Humani Corporis Fabrica (1543). Vesalius is de grondlegger van de hedendaagse anatomie. De verschillende orgaansystemen De vitrine rechtsachter aan de raamzijde van het museum toont een aantal hersenpreparaten. Ook zijn een aantal geplastineerde hersenen en hersendelen tentoongesteld. De preparaten in de vitrine zijn van het craniale deel van het centrale zenuwstelsel: de hersenen. Zonder in gedetailleerde en specialistische terminologie te vervallen is er aan de anatomie van de hersenen voor de gemiddelde leek weinig spectaculairs te beleven. De grote hersenen zijn in twee helften verdeeld en elke hersenhelft heeft een aantal lobben, die hun naam ontlenen aan de plaats in de schedel waar ze gelegen zijn: de lobus frontalis (voorhoofdslob), de lobus parietalis (de wandbeenlob), de lobus temporalis (de slaapbeenlob) en de lobus occipitalis (de achterhoofdslob). In de diepte tussen de lobus parietalis en de lobus temporalis ligt nog een gebied met grijze schors: de insula Reilli (de eilandlob). Achter de lobus occipitalis liggen de

9 9 kleine hersenen, die ook uit een linker en een rechter lob bestaan. Aan de onderzijde van de hersenen bevindt zich de hersenstam. Deze gaat naar caudaal over in het ruggenmerg. Preparaat 71, het laterale aanzicht laat de hiervoor besproken delen van de grote en kleine hersenen zien. De dieper gelegen insula Reilli is niet zichtbaar. Onder de grote hersenen ligt de hersenstam, waarvan in dit preparaat het verlengde merg te zien is. De hersenstam toont uitwendig anatomisch meer details dan de grote en kleine hersenen. In het mediale aanzicht van preparaat 71 valt vooral de typische architectuur van de kleine hersenen op. Verder zijn de hersenstam met het verlengde merg, de thalamus in de wand van de derde ventrikel (hersenholte), het diencephalon met het infundibulum en de hypofyse en het corpus callosum (hersenbalk) en het septum pellucidum zichtbaar. De thalamus is een belangrijk schakelstation van verbindingen uit de periferie naar onder andere de hersenschors. Het diencephalon of de tussenhersenen, waar de thalamus een onderdeel van is, bevat veel kernen en schakelstations voor de vegetatieve besturing van de lichaamsfuncties. Preparaat 117 lateraal aanzicht: een deel van de frontaal lob, de parietaal lob en de occipitaal lob zijn weggenomen, evenals de hele temporaal lob. Ook is de insula Reilli verwijderd, waardoor zicht is gekregen op de capsula interna: de witte stof van de grote hersenen. Het mediale aanzicht van preparaat 117 toont de dieper gelegen structuren, te weten de nucleus caudatus (staartkern) en de plexus choroideus van de laterale ventrikel. De staartkern is een onderdeel van de basale kernen van de grote hersenen. De plexus choroideus is een guirlande achtige, vaatrijke plooi van de pia mater waarin de liquor cerebrospinalis wordt geproduceerd.

10 10 Preparaat 75 toont het laterale aanzicht van de grote hersenen. In dit preparaat is de bovenste winding van de temporaallob en de insula Reilli verwijderd. De nucleus lentiformis (de liskern) is van lateraal af vrijgelegd. Deze vormt samen met de nucleus caudatus (de staartkern) het corpus striatum (gestreepte lichaam) en is deel van de basale kernen van de grote hersenen. Het mediale aanzicht van preparaat 75 laat de andere kant van het corpus striatum zien met de nucleus caudatus. Een deel van de capsula interna (de witte massa) is hiervoor verwijderd. Het mediale aanzicht van preparaat 75 laat de andere kant van het corpus striatum zien met de nucleus caudatus. Een deel van de capsula interna (de witte massa) is hiervoor verwijderd. De modellen in deze kast zijn doorsneden door het ruggenmerg en de omringende wervel (de 5de halswervel) op ware grootte en 7x vergroot. Preparaat 73 toont het centrale zenuwstelsel van een foetus van ruim 5 maanden. De hersenvliezen van de linker hemisfeer zijn verwijderd; aan de rechterkant zijn de arachnoidea (het spinnenwebvlies) en de pia mater (het zachte hersenvlies) nog intact gelaten. Het ruggenmerg is tot in het os sacrum (heiligbeen) blootgelegd. De uittredende zenuwen van het ruggenmerg zijn te zien. De beide verdikkingen (cervicale en lumbale intumescenties) van het ruggenmerg zijn duidelijk herkenbaar. Het onderste deel van het ruggenmerg, de paardenstaart (cauda equina) bevat alleen maar vezels. Van de wervelkolom zijn de wervelbogen verwijderd. De vliezen van het ruggenmerg zijn aan de achterzijde verwijderd. Tegenover de vitrine met de hersenpreparaten zijn een zestal geprepareerde hoofdjes van foetussen tentoongesteld. Hierin zijn delen van de hersenen, de hersenstam en de hersenzenuwen uitgeprepareerd. Van al deze preparaten is het schedeldak verwijderd en bij de meeste zijn ook de hersenvliezen weggehaald. Tevens is bij alle preparaten eenzelfde venster aangebracht in het os temporale (slaapbeen) en het os parietale (wandbeen) tot op het niveau van het foramen ovale (ovale venster in de schedelbasis), achter langs de zijwand van de oogkas en voor langs de uitwendige gehoor opening. Hierbij is de ramus mandibulae (deel van de onderkaak) en de arcus zygomaticus (de jukboog), alsmede de m.temporalis (slaapbeenspier), de glandula

11 11 parotis (oorspeekselklier) en de m. masseter (wangkauwspier) verwijderd. In alle preparaten kan men de vertakkingen van de n. trigeminis zien. N.B. Dit venster is in alle zes de preparaten die in deze wand staan hetzelfde: achter langs de laterale orbitawand en voor langs de gehoorgang tot op het niveau van het foramen ovale. Preparaat 277: Laat het verloop van de vijfdehersenzenuw (n. trigeminus) zien, met het ganglion semilunare (trigemini) en de drie takken die hieruit ontspringen: de n. ophthalmicus, voor de orbita, de n. maxillaris, voor het bovenkaak gebied en de n. mandibularis, voor het onderkaak gebied. Van de hersenen is de rechter hemisfeer weggehaald. U kijkt tegen de falx cerebri aan: het hersentussenschot van het harde hersenvlies, de dura mater cerebri. Tevens zijn enkele andere hersenzenuwen te zien: de bulbus olfactorius (N.I), de n. opticus (doorgesneden), de n. oculomotorius (N.II), de n. trochlearis (N.IV), de n. facialis (N.VII), de n. vagus (N.X) en de n. hypoglossus (N.XII). Preparaat 278: om de linker hemisfeer zijn de zachte hersenvliezen zichtbaar: de arachnoidea met daarin de bloedvaten en daar onder de pia mater, die de hersenmassa bedekt. Herkenbaar zijn aan de grote hersenen: de lobus frontalis, de lobus parietalis, de lobus temporalis en de lobus occipitalis. In de regio infratemporalis zijn een aantal hersenzenuwen met hun vertakkingen te zien, met name de takken van de n. mandibularis, waar de onderkaak is verwijderd (n. lingualis en n. alveolaris inferior). Preparaat 279: in dit preparaat zijn alle hersenvliezen van de hemisfeer verwijderd. Hetzelfde venster als in de vorige preparaten is gemaakt om enkele belangrijke structuren in de regio infratemporalis te tonen.

12 12 Preparaat 280: in dit preparaat zijn de beide hemisferen en de hersenstam verwijderd. Ook de falx cerebri en het linker deel van het tentorium cerebelli zijn weggenomen. Het preparaat biedt zicht op de schedelbasis met de uittredende hersenzenuwen. Door het venster is het verloop van deze zenuwen te volgen. Preparaat 281: in dit preparaat is de linker hemisfeer en de falx cerebri weggenomen. Hierdoor zijn het corpus callosum en het diencephalon mediaan doorgesneden. De dura mater van de fossa cranii anterior en media en het tentorium cerebelli zijn verwijderd. Hierdoor zijn de verschillende hersenzenuwen zichtbaar. In de sella turcica is de hypofyse met de hypofysesteel aan het diencephalon zichtbaar. Preparaat 282: de beide hersenhelften zijn verwijderd. De dura mater en de falx cerebri zijn gespaard. Het chiasma opticum en de n. opticus is zichtbaar en de hypofyse met steel is te zien in de sella turcica. De grote vitrine bevat preparaten van het buikgebied. De beschrijving begint aan de korte kant van de vitrine aan de museumzijde. Preparaat 3 staat op de bodem van de vitrine. Het is een preparaat van de overgang van de dunne darm in de dikke darm: het caecum (blinde darm) met de appendix vermiformis (het wormvormig aanhangsel). Het caecum is geopend, waardoor de inmonding van het ileum (dunne darm) te zien is. Ook de opening naar de appendix is hierdoor zichtbaar. De appendix is

13 13 een orgaan met veel lymfatisch weefsel: het wordt ook wel de darm-amandel genoemd (vergelijkbaar met de keel-amandel en de neus-amandel). Boven dit preparaat, op de middelste etage, staat een corrosiepreparaat van een foetus van 5½ maand, waarvan het hoofd, de borstorganen en de bovenbuikorganen zijn gevuld met kunsthars. Op de bovenste etage staat preparaat 42; dit is een foetus van 17 weken, een transparant preparaat opgespoten met loodmenie en sagittaal gehalveerd. Aan de lange kant van de vitrine, die naar de achterwand van het museum is gekeerd, zijn onder andere verschillende preparaten van het retroperitoneale gebied (ruimte achter het buikvlies) getoond. Links staat preparaat 114 opgesteld; dit preparaat toont de organen van de borstholte en van het zogenaamde retroperitoneale gebied van de buikholte (het gebied achter het buikvlies) van een vrouwelijke foetus van vijf en een halve maand. In de borstholte zijn het hart en de beide longen te zien en tussen de twee longen ligt boven op het hart de thymus of zwezerik, wat bij jonge kinderen nog een vrij groot orgaan is. In het buikgebied vallen de grote, gelobde nieren op met de relatief vrij grote bijnieren. De urineleiders zijn relatief dik en voeren naar de blaas, waarvan het bovenste deel, de urachus, is verwijderd. Dit is een embryonale rest van de allantois, die in de vroege embryonale periode dienst deed als afvalzak en buiten het embryo gelegen was. Vandaar dat de urachus nu een bindweefselstreng is die vanaf de top van de blaas, tegen de binnenkant van de buikwand naar de navel loopt. Achter de blaas zijn de vrouwelijke inwendige geslachtsorganen zichtbaar. In het bovenbeen is links de fascia lata intact gelaten, waardoor enkele lymfeklieren in de fossa ovalis zichtbaar zijn. Rechts is de fascia lata verwijderd en ligt de fossa ovalis open, met daarin zichtbaar onder andere de vena femoralis. Door de transparantie van de foetale weefsels zijn verschillende zenuwen goed zichtbaar, met name de n. femoralis. Preparaat 108 is horizontaal doorgesneden ter hoogte van de tiende borstwervel. Opvallend zijn ook hier de grote bijnieren en de gelobde nieren. De bovenzijde van de blaas iets hoger afgesneden als bij preparaat 114, waardoor de beide navelstrengslagaders met daartussen de urachus goed te zien zijn. Preparaat 4 is een preparaat van het pancreas (de alvleesklier) met het duodenum (de twaalfvingerige darm) en de galblaas. De alvleesklier en de twaalfvingerige darm liggen secundair retroperitoneaal, wat wil zeggen, dat ze aanvankelijk tijdens de ontwikkeling

14 14 intraperitoneaal (binnen het buikvlies) hebben gelegen, maar dat ze door de draaiing van maag en darmen later buiten het buikvlies zijn komen te liggen. In dit preparaat is ook de vena portae van de lever te zien: dit is het grote bloedvat, dat alle bloed uit de darm verzamelt en naar de lever voert. Aan de voorkant van het preparaat is te zien dat de afvoergang van het pancreas en van de galblaas gezamenlijk uitmonden in het duodenum: de plaats van deze inmonding is de papil van Vater. In deze verhevenheid in de wand ligt de m. sphincter Oddi: de sluitspier van deze afvoergangen. Rechts naast het zojuist besproken preparaat staan een aantal opengewerkte preparaten van de darm. Aan het aspect van het slijmvlies is te zien van welk deel van de darm het preparaat is. Preparaat 33 zijn delen van de dunne darm: van links naar rechts is dit het duodenum (de twaalfvingerige darm), jejunum (nuchtere darm) en ilium (kronkeldarm). Preparaat 34 toont delen van de dikke darm: colon en rectum (endeldarm). Op de tweede etage van deze vitrine staan een aantal corrosiepreparaten van de nier: preparaat 64 is een rechter nierbekken met de nierkelkjes; de preparaten 56 en 205 tonen een rechter nier met de kelkjes (geel) en de vertakkingen van de nierslagader (rood) en de nierader (blauw). In preparaat 57 zijn de vertakkingen van alle structuren te zien. Op de steen zijn enkele corrosiepreparaten van het vaatstelsel van borst en buik van een foetus van 4-5 maanden te zien. De rechter long (links) en de rechter nier (rechts) zijn apart opgesteld. Voor een betere inkijk in de buikholte is de lever verwijderd. In de twee hoge identieke bakken staan respectievelijk preparaat 116: de testis en 74: het ovarium. De testis met de zaadstreng (funiculus spermaticus) is in zijn omhulling, de tunica vaginalis testis, te zien. Het scrotum en de tunica dartos zijn verwijderd en enkele bundels van de m. cremaster zijn zichtbaar. In de funiculus spermaticus zijn de 3 belangrijke vaten voorzien van en gekleurd draadje: groen is de ductus deferens, rood is de arteria testicularis en blauw is de vena testicularis. Aan het ovarium is nog een deel van de eileider (tuba Fallopii) met de fimbriae (vingervormige uitstulpingen) zichtbaar. Het losse gesteelde blaasje is de hydatide van Morgagni, een restant van de embryonale afvoergang van het ovarium uit de tijd dat de segmentale aanleg nog zichtbaar was. Aan de andere lange zijde van de vitrine zijn op de bovenste etage een aantal corrosiepreparaten van de lever geëxposeerd. Deze preparaten laten de segmentale indeling van de lever zien volgens verschillende onderzoekers.

15 15 M50 Indeling volgens Gans M240 Indeling volgens Healey M51 Indeling volgens Couinaud Op de middelste schap is de lever van een kind van 6 maanden opgesteld (82). De onderzijde van dit preparaat toont de vier lobben van de lever: de linker en de rechter leverlob, de lobus caudatus (de staartlob) en de lobus quadratus (de vierkante lob). De laatste ligt naast de galblaas en de staartlob is degene met het gekromde uitsteeksel, naast de vena cava inferior. In de leverpoort zijn de vaten doorgesneden; het grootste vat dat hier te zien is, is de leverpoortader (vena portae hepatis), die het bloed uit de darm naar de lever vervoert. Links van het leverpreparaat staan twee preparaten van een situs viscerum (inwendige organen van borst en buik) van een pasgeborene: preparaat 141 is een normale situs, preparaat 140 toont een hernia diafragmatica congenita (aangeboren breuk/defect in het middenrif) met ernstige verplaatsingen van verschillende organen. Helemaal rechts staat een fraai corrosiepreparaat van de bloedvaten van de buik. De vaatgebieden zijn afzonderlijk door kleuren aangeduid. Wit zijn de vaten van de maag; blauw zijn de vaten van de lever, een klein groen takje gaat naar de galblaas. Oranje zijn de vaten voor de milt. Rood in het middengebied toont de vaten van de alvleesklier, die een dicht net van bloedvaten heeft, in verband met de eilandjes van Langerhans: dit zijn kliertjes met interne secretie die insuline rechtstreeks aan het bloed afgeven.oker zijn de vaten voor de dikke darm, met name het colon transversum en rood in het onderste gebied zijn de vaten voor de dunne darm. Bruin zijn de vaten voor de nieren. Rechts aan de zijkant van de vitrine staat een corrosiepreparaat in een bak (85). Dit is het vaatstelsel van een foetus van circa 5 maanden en toont de vaten van de borstholte, het hoofd en de hals. Er zijn in dit preparaat nog orgaanresten zichtbaar van onder andere de longen en de schildklier. Ook zijn de schedelbeenderen in het preparaat gelaten en aan de linkerzijde is om een onduidelijke reden ook de hersenkamer gevuld.

16 16 Op de onderste verdieping van deze vitrine staan links drie preparaten van de maag. Van links naar rechts: preparaat 35, geopende maag; de maag is opengesneden langs de grote curvatuur (bocht) tot aan de pylorus (de sluitspier van de maag). In het slijmvlies zijn de lengteplooien van de kleine bocht zichtbaar. Preparaat 43 is een transparant gemaakte maag, waarbij de bloedvaten zijn opgespoten met een bariumsuspensie. Preparaat 67 toont een normale ongeopende maag. Rechts is een preparaat opgesteld van de bovenbuik organen van een 11-jarig kind. In dit preparaat zijn de lever en de maag omgeklapt opgesteld, om de er onder liggende organen zichtbaarder te maken. Onder tegen de lever is de galblaas herkenbaar. De afvoergang hiervan (de ductus choledochus) loopt naar de twaalfvingerige darm (duodenum). Deze is aan de voorzijde geopend, waardoor de opening naar de maag (de pylorus) te zien is. In de achterwand, cq zijwand van het duodenum is een kleine opening te zien: dit is de papil van Vater met de sphincter Oddi; de plaats waar ductus choledochus en ductus pancreaticus (afvoergang van de alvleesklier) gezamenlijk in de darm uitmonden. Aan de voorzijde van de maag is de aanhechtingslijn van het grote net (omentum majus) te zien: een bindweefselstructuur met veel lymfatisch weefsel dat het hele darmpakket bedekt en direct onder de buikwand is gelegen. Bij jonge kinderen bevat dit nog maar weinig vet. Links naast de maag is de milt te zien die met een ligamentum gastrolienale aan de maag vast zit. Onder de maag is de alvleesklier (pancreas) zichtbaar: corpus en cauda (lichaam en staart) van dit orgaan zijn te zien. De kop (caput pancreatis) ligt in de U-vorm van het duodenum en wordt hier bedekt door het lymfeklierpakket dat rond de arteria mesenterica superior (de bovenste darmslagader) is gelegen.tussen de lever en het duodenum is de vrije onderrand van het ligamentum hepatogastroduodenale te zien, waarin de ductus choledochus, de vena portae en de arteria hepatica propria liggen. Onder dit ligament ligt het foramen epiploicum dat toegang geeft tot de bursa omentalis. Verder zijn op dit niveau nog enkele corrosiepreparaten van de lever te zien, waarvan de meest rechtse drie vaatsystemen toont; dit is preparaat 221 waarbij het leverpoortadersysteem blauw is gekleurd, het systeem van de arteria hepatica (de leverslagader) rood is en het systeem van de galgangen of ductus hepaticus geel is gekleurd.

17 17 Op een aparte sokkel naast de achterste pilaar staat de tractus uropoëticus van de man (95). De beide nieren met de ureteren (urineleiders) die uit het nierbekken ontspringen. De urineblaas is aan de voorzijde geopend. Het trigonum vesicae is hierdoor zichtbaar met de uitmondingen van de beide ureteren. De opening van de blaas naar de urethra is eveneens geopend, waardoor de verschillende verhevenheden en openingen van prostaat en zaadblaasjes te zien zijn. Aan de achterzijde van de blaas zijn de zaadblaasjes (vesiculae seminales) met de ductus deferens zichtbaar. Onder de blaas ligt de prostaat (voorstanderklier). Deze is aan de achterzijde geopend om de inmonding van de zaadblaasjes in de urethra te laten zien. Op de sokkel aan de andere zijde van de pilaar staat een bekkenskelet opgesteld. Het bekkenskelet is van een vrouw: dit is te zien aan de stompe hoek tussen de twee onderste benen van het schaambeen. Bij de man is deze hoek kleiner dan 90 graden. Het bekkenskelet is een droogpreparaat, ook wel een skeletbanden preparaat genoemd. Hierin zijn de liesband (het ligamentum inguinale), de ligamenta sacrotuberale en sacrospinale, een aantal ligamenten van het heiligbeen naar de lumbale wervel en de gewrichtskapsels van de beide heupgewrichten. Aan de pilaar tussen de twee tafels zijn aan weerszijden nog twee preparaten (229 en 230) van het retroperitoneale gebied opgesteld. Deze zijn vergelijkbaar met preparaat 114. Het betreft twee vrouwelijke foeten van ongeveer 6 maanden, waarbij ook het spierstelsel van het rompschouder gebied en van het bekken is geprepareerd. In de vitrine naast deze pilaar en tafel staan preparaten opgesteld van de organen uit de borstholte. Het meest opvallende preparaat in deze vitrine zijn de longen (200), een droogpreparaat van een volwassene. Deze longen zijn van een niet-roker. De zwarte vlekken op het oppervlak worden veroorzaakt door fijn stof dat met de inademingslucht in de bronchioli en de longblaasjes komt en vervolgens door lymfocyten wordt opgenomen en getransporteerd naar de lymfespleten aan het longoppervlak. Aan de korte kant van deze vitrine staat op een sokkel het preparaat van gezonde longen. Rondom deze longen zijn enkele corrosie preparaten opgesteld van de luchtwegen en de bloedvaten van de longen. Preparaat 107 is een afdruk van de luchtwegen: wit is de luchtpijp

18 18 en de twee hoofdbronchi. De verdere vertakkingen hebben verschillende kleuren om de diverse longsegmenten te kunnen identificeren. Preparaat 285 is een corrosiepreparaat van hart en longen, waarbij zowel de luchtwegen als de bloedvaten zijn gevuld: de luchtwegen zijn met een witte kleurstof opgespoten, de longslagaders zijn blauw, net als de rechter harthelft en de beide holle aders. De longaders, de linker harthelft en de aorta zijn met rode kleurstof gevuld. Op een sokkel in het midden van de vitrine staat preparaat 296: de thorax van een pasgeborene; dit is een tweezijdig preparaat. De craniale (hoofdzijde laat een dwarsdoorsnede door de thorax zien met de relatie tussen enerzijds het aangesneden linker atrium (boezem) met de longen; en anderzijds het rechter atrium met de uitmonding van de vena cava inferior (onderste holle ader). Ook de beide ventikels (hartkamers) zijn aangesneden. De andere zijde (de abdominale zijde) toont de onderkant van het diafragma (middenrif). De spiervezelbundels zijn zichtbaar en te volgen tot aan de overgang in het peesblad van het centrum tendineum. Heel duidelijk is de koepelvorm van het diafragma te zien. In dit centrale peesblad is aan de rechterkant een opening zichtbaar: het foramen venae cavae, de opening voor de onderste holle ader. Ook de doorgangen voor de oesophagus (slokdarm) en de aorta zijn zichtbaar. De slokdarm wordt omsloten door een spierlus van het middenrif, die werkt als een sluitspier voor de maagingang. De doorgang voor de aorta bestaat uit een peesboog, om te voorkomen dat bij de contractie van het middenrif de aorta wordt dichtgedrukt. Het preparaat dat voor het hiervoor beschreven preparaat staat is van een vrouwelijke foetus van ongeveer 32 weken. In dit preparaat wordt het diafragma en de achterste buikwand getoond. In de afbeelding van dit preparaat zijn nummers geplaatst om de te benoemen structuren beter te herkennen. De nummers 1, 2 en 3 staan bij de openingen die ook in de beschrijving van preparaat 296 al genoemd zijn: 1 = het foramen venae cavae. 2 = de hiatus oesophageus en 3 = hiatus aortae. In het preparaat is fraai te zien hoe verschillende spieren van de achterste buikwand in elkaar grijpen: met name de achterste bundels van het diafragma en de dwarse en binnenste schuine buikspieren. In het bekken zijn de vrouwelijke inwendige geslachtsorganen te zien: de uterus (9), de tuba uterina (10) met de fimbriae die om het ovaria (niet zichtbaar omdat die nog niet volgroeid zijn) heen grijpen. Tegen de achterste wand op de m. psoas

19 19 major (11) gelegen, zijn de beide ureteren (7) te zien die op weg zijn naar de blaas (8). De aorta abdominalis (4) splitst zich voor de lendenwervels in de twee arteriae iliacae communes. Rechts achter de rechter a. iliaca communis ligt de vena cava inferior, waarvan ook de samenkomst van de rechter en linker vena iliaca communis te zien is. Nummer 14 staat bij de liesband, het ligamentum inguinale en boven en onder deze band ligt 5 = de rechter arteria umbilicalis: de navelstrengslagader en 6 = de rechter vena femoralis met de inmonding van de vena saphena magna en rechts daarvan de arteria femoralis met de nervus femoralis (de dijbeen zenuw, slagader en ader). Preparaat 360 is het hart van een kind; de voorzijde is geopend. Rechter atrium en rechter ventrikel zijn opengelegd, de wand tussen de beide ventrikels is verwijderd, waardoor een inkijkje is ontstaan in de linker ventrikel. Ook het linker atrium is geopend. Duidelijk is de structuur van de papillairspieren te zien, die aan de kleppen tussen atrium en ventrikel vastzitten. Preparaat 361 is het hart van een kind van 11 jaar. In dit preparaat zijn de beide atria en ventrikels geopend. Hier zijn de Papillair spieren nog beter te zien met de peesbundels die aan de kleppen vastzitten. In de openingen van de bovenste en onderste holle ader is een glasstaaf geschoven. Van het rechter atrium is het hartoor verwijderd. Links is dit nog gedeeltelijk zichtbaar: daar heeft het atrium een dikkere spierwand. Preparaat 100 (geen foto) zijn de borstorganen van een kind. De onderlinge relatie van hart en longen, de grote bloedvaten en de luchtpijp zijn goed te zien. De beide kamers van het hart zijn geopend. Rechts in de vitrine staat preparaat 166: een afgietsel van het hart en de veneuze vaten van hals en achterhoofd van een foetus. De grote boog die boven in dit preparaat zichtbaar is, wordt gevormd door de sinus sigmoideus uit de achterste schedelgroeve. In het halsgebied is de schildklier nog intact. Tussen het zojuist besproken preparaat en de opstelling met de longpreparaten staat een model van het hart, waarvan de voorwand is weggenomen: de rechter boezem, de rechter kamer en de linker kamer zijn hierdoor zichtbaar.

20 20 Preparaat 81 is een hart van een volwassene. De beide atria (boezems) en de beide ventrikels (kamers) zijn geopend waardoor de inwendige hartstructuren te zien zijn. In het hiervoor genoemde model zijn deze structuren duidelijker zichtbaar: de semilunaire kleppen van de arteria pulmonalis en de aorta en de tricuspidaal en mitraal kleppen tussen de atria en de ventrikels, met de papillairspieren die deze kleppen bedienen. Van de beide corrosiepreparaten van het hart die samen op één sokkel staan, toont preparaat 199 de kransvaten van het hart. Tevens zijn de vaatpolen van de grote vaten te zien. Het preparaat is tweekleurig behandeld: blauw voor het veneuze, zuurstofarme gedeelte en rood voor het arteriële, zuurstofrijke gedeelte. Preparaat 154 is een afgietsel van hart en longen. Hierbij is echter de rechter ventrikel onder te hoge druk ingespoten, waardoor de linker ventrikel in verhouding veel te klein is. Op de tafel aan de raamkant zijn preparaten van het halsgebied opgesteld. Preparaat 325 toont de achterzijde van de onderkaak met de tong en de overgang naar de larynx (het strottenhoofd) en de pharynx (de slokdarm). Het bovenste deel van de slokdarm is geopend om in de larynx te kunnen kijken. Hierdoor is het strotklepje (de epiglottis) zichtbaar en in de diepte is de stemspleet te zien. In het zijaanzicht is ook het tongbeen zichtbaar. Onder de larynx ligt de schildklier en in het achteraanzicht zijn twee van de vier bijschildkliertjes te zien. De wand van de pharynx bestaat uit dwarsgestreepte (willekeurige) spieren, terwijl de slokdarm uit gladde (onwillekeurige) spieren is opgebouwd. Het verschil in structuur tussen deze twee soorten spieren is goed zichtbaar in dit preparaat. Preparaat 110 is een larynx met een deel van de omliggende grote halsvaten en de verschillende spieren. Ook in dit preparaat is de pharynx en de slokdarm geopend, waardoor de achterkant van de larynx goed te zien is. Het strotklep-je (epiglottis) is hier goed zichtbaar met de bevestiging

21 21 aan de larynx door middel van kleine spiertjes in de wand. Hierdoor sluit het strotklepje de luchtpijp af tijdens het slikken. Aan de voorzijde is de schildklier zichtbaar. De grote halsslagader geeft aan beide zijden op twee niveau s takken af voor de voeding van zowel de larynx als de schildklier. Preparaat 31 is een skelet-banden preparaat van de larynx en het tongbeen. Het preparaat is mediaan doorgesneden waardoor ook de binnenkant van de larynx zichtbaar is. Het schildkraakbeen en het ringkraakbeen zijn duidelijk te onderscheiden, evenals de kraakbenige ringen van de luchtpijp. Aan de binnenzijde ligt het pyramide-vormige kraakbeentje (cartilago arythenoidea) ingebed in het bandapparaat van het ligamentum vocale (de stemband). Preparaat 127 is een larynx met de tong. Het preparaat is mediaan doorgesneden zodat het lateraal en mediaal aanzicht kan worden bestudeerd. In het lateraal aanzicht zijn de verschillende intrinsieke en extrinsieke tong- en larynxspieren te zien. Bovendien is hier de schildklier weer zichtbaar in zijn relatie tot de larynx, de luchtpijp en de slokdarm. In het mediaal aanzicht is de binnenzijde van de larynx met het strotklepje, de valse en ware stemband en het distale deel van de pharynx te zien. Het tongbeen dat in dit preparaat ook aanwezig is, is geheel ingebed in de spieren die er aan vastzitten. Preparaat 1 toont de tong met de epiglottis (strotklepje) en het tongbeen (os hyoideum). De afbeelding hiernaast is een gewassen inkt tekening van het preparaat, waarvan het origineel elders in het museum is opgehangen. Op het oppervlak van de tong zijn de verschillende soorten papillen herkenbaar: de grote papillae vallatae op het dorsale deel; de papillae fungiformes voornamelijk in het middelste deel; de papillae filiformes in het voorste deel en tussen de papillae fungiformes gelegen.verder aan de zijkant nog enkele papillae foliatae. Op het achterste deel van het tongoppervlak ligt ook de tonsilla lingualis die onderdeel is van de lymfatische ring van Waldeyer (bestaat uit de tonsilla pallatina, tonsilla pharyngealis of adenoid en de tonsilla lingualis).

22 22 Preparaat 30 toont de intrinsieke larynxspieren. Het preparaat is in twee helften gesneden, waarbij aan de rechterzijde het schildkraakbeen intact is gelaten en de m. cricothyroideus te zien is. Het linker gedeelte toont de spieren onder het schildkraakbeen, waarvan de belangrijkste de m. posticus (m.cricoarythenoideus posterior) is. Deze spier is van groot belang bij het spreken: hij zorgt voor het op de juiste spanning houden van de stemband. De intrinsieke larynxspieren worden geïnnerveerd door de n. laryngeus recurrens, die bij onzorgvuldige schildklier operaties geraakt kan worden. Gevolg: blijvende heesheid. Preparaat 283 toont delen van het vegetatieve zenuwstelsel. De rechter helft van de grote en kleine hersenen is verwijderd. De hersenstam met de uittredende zenuwen is zichtbaar en met name de n. vagus (N. X) is in zijn hele verloop uitgeprepareerd. Ook de grensstreng en de verschillende prevertebrale ganglia in borst- en buikholte zijn zichtbaar gemaakt. In dit preparaat is verder een groot deel van de lichaamswand te zien: de borstkas met de ribben en de rechter schoudergordel; het borstbeen en het middenrif, waar de n. phrenicus naar toe loopt (deze zenuw ontspringt uit het halssegment van het ruggenmerg en loopt via de hals en langs het hartzakje naar het middenrif); de buikwandspieren, waarvan de dwarse buikspier de binnenste is. In de borstholte is de slokdarm te zien en daar achter ligt de aorta, die in de buikholte verder te volgen is. Op deze beide structuren liggen de belangrijkste vegetatieve zenuwen. De middelste grote vitrine in de rij van drie bevat preparaten en modellen van het gehoor- en evenwichtsorgaan. Deze organen liggen in het rotsbeen (pars petrosa). Dit is een deel van het slaapbeen (os temporale). Preparaat 318 toont de achterwand van het bovenste deel van de slokdarm (de pharynx) in relatie tot de grote halsvaten en de schedelbasis. In dit preparaat zijn de achterste schedelhelft en de halswervelkolom verwijderd. De doorsnede door de schedel loopt door de achterkant van het rotsbeen: links zijn de luchthoudende ruimten van de processus mastoideus te zien, rechts is de snede iets meer naar achteren door de schedel gegaan. Links is

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen 1 Hersenen Mediane doorsnede van de hersenen. Model op ware grootte. Model rustend op sokkel. Afmetingen: 150 x 140 x 175 mm. 1000222 76,80 Hersenen Model op ware grootte. De rechterhelft is uitneembaar

Nadere informatie

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen

dimat Biologische modellen - menskunde Hersenen 1 Hersenen Mediane doorsnede van de hersenen. Model op ware grootte. Model rustend op sokkel. Afmetingen: 150 x 140 x 175 mm. Art. nr. 1000222 76,80 Hersenen Model op ware grootte. De rechterhelft is uitneembaar

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

De hersenen. 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen

De hersenen. 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen LES 13 De hersenen 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen NOTA BENE Moeilijk: Complexe anatomie Gezichtspunten: voor, achter, boven, onder, links, rechts Vele functies Bewust / onbewust autonoom

Nadere informatie

PRACTICUM: ANATOMIE EN FUNCTIE VAN HET HART

PRACTICUM: ANATOMIE EN FUNCTIE VAN HET HART PRACTICUM: ANATOMIE EN FUNCTIE VAN HET HART INLEIDING De bouw en de functie van het hart zal worden bestudeerd door het ontleden van een schapen of varkenshart. Deze harten zijn vergelijkbaar met dat van

Nadere informatie

Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie

Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie Take-home toets Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie 1. I Arterien vervoeren altijd zuurstofrijk bloed II Arterien vervoeren het bloed naar het hart 2. Waar vindt de kleine

Nadere informatie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle

Nadere informatie

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

VOORTPLANTING BIJ DE MENS VOORTPLANTING BIJ DE MENS 1 Vruchtbaarheid Alle levende wezens planten zich voort om niet uit te sterven. Mensen ook. Dat is één van de redenen waarom we voortplantingsorganen en seksuele gevoelens hebben.

Nadere informatie

SEO. Beelden op te slaan voor SEO protocol 2.0

SEO. Beelden op te slaan voor SEO protocol 2.0 SEO Beelden op te slaan voor SEO protocol 2.0 beeldkwaliteit het logboek bestaat grotendeels uit optimale beelden, het is niet de verwachting dat deze kwaliteit van de beelden bij iedere zwangere te bereiken

Nadere informatie

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Om uw rugklachten beter te kunnen begrijpen is een basiskennis van de rug noodzakelijk. Het Rughuis heeft in haar behandelprogramma veel aandacht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Rug. Borstkas. Inhoudsopgave. 1 Botten, banden en gewrichten. 5 Borstkaswand. 6 Borstholte. 2 Spieren.

Inhoudsopgave. Rug. Borstkas. Inhoudsopgave. 1 Botten, banden en gewrichten. 5 Borstkaswand. 6 Borstholte. 2 Spieren. Rug Borstkas 1 Botten, banden en gewrichten Wervelkolom: overzicht............................... 2 Wervelkolom: elementen.............................. 4 Halswervels.........................................

Nadere informatie

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: zenuwstelsel hormoonstelsel zintuigen geslachtsorganen Beschikbare tijd: 45 minuten

Nadere informatie

Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht begin 2017)

Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht begin 2017) Richtlijn Vroegtijdige opsporing van aangeboren hartafwijkingen (2005; update verwacht 1. Werking van het hart Fysiologie van het hart Afbeelding 1: de normale volwassen bloedsomloop. Bronvermelding: Uitgeverij

Nadere informatie

keer beoordeeld 4 maart 2018

keer beoordeeld 4 maart 2018 0 Samenvatting door Syb 870 woorden keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H8 Samenvatting PARAGRAAF 8.1 Een jongen maakt zaadcellen door hormonen uit de hypofyse. Via het bloed komen die hormonn

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) 175 176 Samenvatting In dit proefschrift heb ik het ontstaan van de onderste holle ader, de levervaten en het hart bestudeerd. Het onderzoek is uitgevoerd op humane, muizen en varkens embryo s die opgedeeld

Nadere informatie

Tabel nieuwe indeling zwaarte categorieen Histologie versie 33 (november 2016)

Tabel nieuwe indeling zwaarte categorieen Histologie versie 33 (november 2016) afnametechniek H Categorie extra definitie adenoid biopt 3 adenoid resectie 2 adnex ovarium biopt 3 adnex debulking 6 beide adnexen samen als 1 declaratie inclusief uterus en peritoneum adnex ovarium resectie

Nadere informatie

Biologie Samenvatting H11+12

Biologie Samenvatting H11+12 Biologie Samenvatting H11+12 11.1 Puberteit Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes? Alle kenmerken waarin jongens en meisjes verschillen, heten geslachtskenmerken. Primaire geslachtskenmerken:

Nadere informatie

Van week tot week. Bevruchting

Van week tot week. Bevruchting Van week tot week Bevruchting In de eierstokken rijpen elke maand meerdere eicellen, per maand ontwikkelt 1 eicel zich verder en deze zal uiteindelijk vrijkomen: de eisprong vindt dan plaats. Dit is ongeveer

Nadere informatie

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p) THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p) A. appendix B. bronchiën C. colon ascendens D. colon descendens E. colon transversurn F. diafragma G. ductus artericsus H. ductus pancreaticus I. ductus venasus J. gonaden K.

Nadere informatie

Primaire geslachtskenmerken

Primaire geslachtskenmerken Puberteit Primaire geslachtskenmerken -Secundaire geslachtskenmerken -Puberteit -Hormonen -Hypofyse -Groeispurt Wat is het?: Geslachtskenmerken die je vanaf je geboorte hebt. Voorbeelden: Vagina en Penis

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting door een scholier 1708 woorden 10 mei 2012 4,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Voorplanting en bevruchting

Nadere informatie

synoniem adenoid biopt 3 adenoid resectie 2 adnex ovarium biopt 3 adnex debulking 6

synoniem adenoid biopt 3 adenoid resectie 2 adnex ovarium biopt 3 adnex debulking 6 aard_materiaal H inclusief of afnametechniek H inclusief of Categorie adenoid biopt 3 adenoid resectie 2 adnex ovarium biopt 3 adnex debulking 6 adnex ovarium resectie 4 anus biopt 1 anus resectie 2 appendix

Nadere informatie

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1 1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.

Nadere informatie

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p) THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p) Antwoordopties: A. ductus artericsus 8. ductus mesonephricus C. ductus paramesonephricus D. ductus venosus E. foramen ovale F. lig. arteriesurn G. lig. gastrolienale H. lig.

Nadere informatie

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven

Nadere informatie

Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten:

Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten: Samenvatting door Maud 2635 woorden 24 juni 2017 10 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting biologie 12.1 bronnen: 2,3,5,6,7,9,10 Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de

Nadere informatie

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.

Nadere informatie

Cranio-sacraal therapie Basale Stimulatie.

Cranio-sacraal therapie Basale Stimulatie. - 1 - Cranio-sacraal therapie Basale Stimulatie. Om cranio-sacraal therapie te verstaan moeten we naar binnen kijken, naar het binnenste van ons lichaam en naar het allereerste begin. De conceptie. Op

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie voortplanting 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be

Nadere informatie

Inhoud. Zenuwstelsel. Inleiding. Basiselementen van het zenuwstelsel. Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen

Inhoud. Zenuwstelsel. Inleiding. Basiselementen van het zenuwstelsel. Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen Inhoud Zenuwstelsel Inleiding 1 1 Overzicht van het zenuwstelsel 2 Ontwikkeling en indeling 2 Functiecircuits 2 Ligging van het zenuwstelsel in het lichaam 4 Ontwikkeling en bouw van de hersenen 6 Ontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling.

Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling. Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling. Samenvatting door een scholier 1709 woorden 17 december 2012 3,4 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Het voortplantingsstelsel

Nadere informatie

Spreekbeurtpakket - het skelet

Spreekbeurtpakket - het skelet Spreekbeurtpakket - het skelet Inleiding spreekbeurt voor de leerling: het skelet De voorbereiding van de spreekbeurt over het skelet. 10 tips 1. Start met het verzamelen van materiaal. Heel veel over

Nadere informatie

Hart anatomie en fysiologie

Hart anatomie en fysiologie Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de

Nadere informatie

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit. 30 3 VMBO KGT A BEANTWOORD DE VOLGENDE VRAGEN. Afbeelding 1 Bij een muskiet is het aantal chromosomen in een lichaamscel 6. In afbeelding 1 geven beide tekeningen schematisch een delende cel van een muskiet

Nadere informatie

Ontwikkelingsbiologie

Ontwikkelingsbiologie Ontwikkelingsbiologie In vitro fertilisatie Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door spermacellen. Een bevruchte eicel ontwikkelt zich en wordt vervolgens meestal

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1 - DE LICHAAMSBOUW

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1 - DE LICHAAMSBOUW INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 - DE LICHAAMSBOUW 16 Richting- en positieaanduidingen van het lichaam 18 Lijnen en vlakken van het lichaam 19 Uitsplitsing van het lichaam in onderdelen 20 Lichaamsstelsels I

Nadere informatie

Longontsteking Rond de luchtwegen zijn manchetjes van verdicht weefsel zichtbaar. Medicamenteuze behandeling met ontstekingsremmers en antibiotica.

Longontsteking Rond de luchtwegen zijn manchetjes van verdicht weefsel zichtbaar. Medicamenteuze behandeling met ontstekingsremmers en antibiotica. Thorax, middenrif, buik, blaas e.d. Thorax Afwijkingen van hart en longen zijn goed met röntgenfoto s vast te stellen. Denk aan longontsteking, primaire longtumor of metastase in de longen van tumoren

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit)

Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit) Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit) Zwanger worden en zijn Elke zwangerschap begint met het binnendringen van een zaadcel in een eicel: de bevruchting. Bij de bevruchting spelen

Nadere informatie

Echoscopie tijdens de zwangerschap ONDERZOEK

Echoscopie tijdens de zwangerschap ONDERZOEK Echoscopie tijdens de zwangerschap ONDERZOEK Echoscopie tijdens de zwangerschap Tijdens je zwangerschap kunnen we met een echo het kindje in je buik bekijken. Een echoscopie is een beeldvormende techniek

Nadere informatie

Embryonale ontwikkeling van het kuiken, Gallus sp.

Embryonale ontwikkeling van het kuiken, Gallus sp. Embryonale ontwikkeling van het kuiken, Gallus sp. Studie van kiembladontwikkeling en organogenese (deel 3) Seriële, dwarse doorsnedes (72 uur) Bordschema Hersens Prosencephalon Telencephalon Diencephalon

Nadere informatie

Voortplanting en ontwikkeling

Voortplanting en ontwikkeling Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ivis Cambungo 11 June 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61033 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.

Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden. Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden. We reageren volwassen op wat er verteld wordt. Heb je het moeilijk met dit onderwerp? Dan

Nadere informatie

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.

Nadere informatie

zwanger worden en zijn

zwanger worden en zijn zwanger worden en zijn Inhoud 1 Het begin: de bevruchting 3 1.1 De eierstokken (ovaria) 3 1.2 De eisprong en de eicel 4 1.3 Het slijm van de baarmoederhals 4 1.4 De eileider 4 1.5 De bevruchting 5 1.6

Nadere informatie

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen en zwangerschap Enige tientallen jaren geleden dacht men nog dat ongeboren kinderen in de baarmoeder goed beschermd waren tegen schadelijke

Nadere informatie

Practicum Anatomie: Klinische anatomie van de proximale tractus digestivus

Practicum Anatomie: Klinische anatomie van de proximale tractus digestivus pagina 1 van 7 Practicum Anatomie: Klinische anatomie van de proximale tractus digestivus Practicumleider Drs. M.W. van Emden Afdeling: Anatomie en Neurowetenschappen Email: bachelor.info@vumc.nl Leerdoelen

Nadere informatie

In deze les leer je ook wat shock voor een lichaam betekent en hoe we dit kunnen behandelen.

In deze les leer je ook wat shock voor een lichaam betekent en hoe we dit kunnen behandelen. De onderstaande informatie sluit aan op de studiegids voor de opleiding tot TotalBodyReflex therapeut. U kunt de studiegids downloaden via de website www.totalbodyreflex.com. Niveau 1, leerjaar 1 Les 1

Nadere informatie

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO Kwaliteitsbeoordeling SEO Het Centraal Orgaan prenatale screening heeft op 13 maart 2014 vastgesteld, dat SEObeeldbeoordeling een onderdeel

Nadere informatie

Werkblad schedels groep 1

Werkblad schedels groep 1 Werkblad schedels groep 1 De lengte van het dier is ongeveer 5 keer de lengte van de schedel Hoe lang is de schedel? Meet langs de zijkant Hoe breed is de oogkas? Schedel nr 1 Schedel nr 2 Schedel nr 3

Nadere informatie

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten Ademhaling Lesstof Beauty Level Basics 2 Blz. 132-141 Ademhalingsorganen/luchtwegen algemeen Van binnen naar buiten Slijmvlies en trilhaarepitheel Circulair verlopend glad spierweefsel Bindweefsel De neus

Nadere informatie

Geslachtsdeterminatie en differentiatie

Geslachtsdeterminatie en differentiatie Geslachtsdeterminatie en differentiatie 1. Ontwikkeling Urogenitale stelsel (~ 1,5 uur) 2. Geslachtsdeterminatie (~ 1,5 uur) 3. Geslachtsdifferentiatie (zelfstudie & werkcollege) Elements of renal function

Nadere informatie

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Bij mensen kan slechts 1 w h i p l a s h a c c i d e n t langdurige pijn en lijden veroorzaken. De anatomie van de hond is fundamenteel gelijk aan

Nadere informatie

Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting

Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. De pil beschermt zowel tegen SOA s als tegen een zwangerschap

Nadere informatie

Eerste kandidatuur arts (o) Tandarts (o) Biomedische Wetenschappen (o) Dissectie handleiding inhoud en uitwerking: Prof.Dr.

Eerste kandidatuur arts (o) Tandarts (o) Biomedische Wetenschappen (o) Dissectie handleiding inhoud en uitwerking: Prof.Dr. 1 Eerste kandidatuur arts (o) Tandarts (o) Biomedische Wetenschappen (o) Dissectie handleiding inhoud en uitwerking: Prof.Dr.Roger Huybrechts Figuren optimalisatie en tekstuele vormgeving: Marijke Christiaens

Nadere informatie

1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren?

1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren? 1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren? 1.1 Inleiding De buikspieren zijn in allerlei situaties actief Al direct bij de geboorte spant de pasgeborene zijn of haar buikspieren aan om de eerste kreet te slaken.

Nadere informatie

Fig. 0. 1 De Leefstijlacademie

Fig. 0. 1 De Leefstijlacademie Inleiding Wat goed dat je hebt doorgezet naar de volgende cursus! Je wilt dus nog meer te weten komen over hoe je lichaam precies in elkaar zit en hoe het werkt! En dat precies is wat je in deze cursus

Nadere informatie

anatomie en fysiologie van het hart

anatomie en fysiologie van het hart 1 KLINISCHE INTERPRETATIE VAN ECG S 1 anatomie en fysiologie van het hart 1.1 Het hart is de pomp van het lichaam Het hart pompt met gecoördineerde bewegingen bloed door het lichaam en voorziet zo de weefsels

Nadere informatie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent

Nadere informatie

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen

voetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen Voetverzorging Informatie mbtstof Anatomie voetverzorging uit Bakens & Zadkine eindtermen Beenderen onderste extremiteiten Focus bekken Oefening locatie beenderen in menselijk lichaam http://www.memorizer.net/nl/menselijk_lichaam/skelet/0

Nadere informatie

Shenzhou Open University of TCM Interne en externe verloop Jing Mai

Shenzhou Open University of TCM Interne en externe verloop Jing Mai Shou Tai Yin Fei Jing Ontspringt in de middelste warmer ( Zong jiao) rond RM 12 (Wei) Daalt af om contact te maken met de dikke darm (da chang) Keert omhoog passeert het diafragma en via de maag- cardia

Nadere informatie

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c. Take-home toets Thema 4.6 Anatomie en fysiologie van het centrale en perifere zenuwstelsel 1. Door activiteiten van de nervus vagus wordt a. de hartslagfrequentie verhoogd b. de hartslagfrequentie verlaagd

Nadere informatie

Tweelingen in de groei

Tweelingen in de groei Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben

Nadere informatie

Stuitligging BEHANDELING

Stuitligging BEHANDELING Stuitligging BEHANDELING Stuitligging Een kindje dat tegen het eind van de zwangerschap met de billen omlaag ligt in plaats van met het hoofd wordt een kindje in stuitligging genoemd. Meestal is onbekend

Nadere informatie

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO Kwaliteitsbeoordeling SEO Het Centraal Orgaan prenatale screening heeft in 2014 vastgesteld dat SEO-beeldbeoordeling een onderdeel is van

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt Samenvatting door L. 623 woorden 5 maart 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou pubertijd Dit is wanneer je hypofyse gaat werken de hypofyse is een hormoonklier hypofyse is de belangrijkste

Nadere informatie

Handleiding beeldopslag. Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht met dank aan SPSNN

Handleiding beeldopslag. Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht met dank aan SPSNN Handleiding beeldopslag Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht met dank aan SPSNN SPSNN, Esther Streefland November 2016 Dit document is gemaakt om te gebruiken als naslagwerk. De basis is het document

Nadere informatie

Anatomie en fysiologie 2

Anatomie en fysiologie 2 Anatomie en fysiologie 2 Voor de verloskunde is kennis van de bouw (anatomie) van de geslachtsorganen van zowel de vrouw als de man noodzakelijk. Daarmee begint dit hoofdstuk. Bovendien wordt de werking

Nadere informatie

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen. 4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog

Nadere informatie

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding

Nadere informatie

UMC (ti St Radbo d 'ft,,\\

UMC (ti St Radbo d 'ft,,\\ UMC (ti St Radbo d 'ft,,\\ Bloktoets Datum Aanvangstijd 58101 Hoofdlijnen Functionele Anatomie 26 oktober 2012 10.00 uur Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen. ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:

Nadere informatie

Zwanger worden en zijn

Zwanger worden en zijn Zwanger worden en zijn Patiënteninformatie Zwanger worden en zijn Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Het begin: de bevruchting 2.1 De eierstokken (ovaria) 2.2 De eisprong en de eicel 2.3 Het slijm van de baarmoederhals

Nadere informatie

Gedragsneurowetenschappen

Gedragsneurowetenschappen Hoofdstuk 2: Bouw van het zenuwstelsel Gedragsneurowetenschappen Andries Van Wesel (= auteursnaam: Andreas Vesalius) Wordt als een van de grootste anatomen beschouwd aller tijden Heeft precies beschrijvingen

Nadere informatie

Verslag Biologie Biologie dossier

Verslag Biologie Biologie dossier Verslag Biologie Biologie dossier Verslag door Z. 1608 woorden 16 juni 2015 6,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Om dit verslag volledig te kunnen begrijpen, heb je de afbeeldingen uit het

Nadere informatie

Examen Medische Vakken

Examen Medische Vakken Examen Medische Vakken Neurologie, psychiatrie, dermatologie AGN 4e jaar, cohort 07-11 1. Het aantal paren hersenzenuwen is a. 4 b. 12 c. 6 d. 8 2. Met het begrip Centraal Motorisch Neuron (CMN) wordt

Nadere informatie

Laparoscopie bij kinderwens. Chromolaparoscopie en LEO

Laparoscopie bij kinderwens. Chromolaparoscopie en LEO Laparoscopie bij kinderwens Chromolaparoscopie en LEO In het kader van uw kinderwens is bij u een laparoscopie (kijkoperatie in de buik) gepland. Voor algemene informatie over een laparoscopie verwijzen

Nadere informatie

1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT

1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT 1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT 6 Z WANGERSCHAP EN SPOEDBEVALLING 7 H ULPVERLENING AAN KINDEREN 8 U RGENTIES DOOR

Nadere informatie

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL INLEIDING Gasgeleidingsstelsel Gasuitwisselingsstelsel Tractus respiratorius Fibrose Tracheostomie Mucoviscidose Immobiele cilla syndroom I. ALGEMENE BOUW A. Epitheel Respiratoir

Nadere informatie

Vaten: enkele vragen

Vaten: enkele vragen Hart: enkele vragen 1. Wat is een veelgebruikt synoniem voor hart? 2. Waarom is het pericard een voorbeeld van een serosa/sereuze zak? 3. Welk voordeel biedt een serosa voor een orgaan zoals het hart?

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1581 woorden 10 april keer beoordeeld. Hypofyse. Tekening van de hypofyse:

5,9. Samenvatting door een scholier 1581 woorden 10 april keer beoordeeld. Hypofyse. Tekening van de hypofyse: Samenvatting door een scholier 1581 woorden 10 april 2002 5,9 186 keer beoordeeld Vak Biologie Hypofyse Tekening van de hypofyse: Bouw van de hypofyse: De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een achterkwab.

Nadere informatie

Theorie-examen Fysiologie april 2009

Theorie-examen Fysiologie april 2009 Theorie-examen Fysiologie april 2009 1. Wat is, uiteindelijk, de beperkende factor bij inspanning? A. Het ademminuutvolume. B. Het hartminuutvolume. C. De vitale capaciteit. 2. Hoe kan het lichaam in totaal

Nadere informatie

zwanger worden en zijn

zwanger worden en zijn zwanger worden en zijn 2 Inhoud Inleiding 4 1 Het begin: de bevruchting 4 1.1 De eierstokken (ovaria) 4 1.2 De eisprong en de eicel 4 1.3 Het slijm van de baarmoederhals 5 1.4 De eileider 5 1.5 De bevruchting

Nadere informatie

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel. Samenvatting Voortplanting en ontwikkeling Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel. Geslachtscellen

Nadere informatie

De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1

De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1 De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat Je bent zo mooi anders dan ik, natuurlijk niet meer of minder maar zo mooi anders, ik zou je nooit Deze infobrochure heeft als doel om de ontwikkeling uit

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4

Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4 Inhoud Woord vooraf 1 1 Over de auteurs 1 2 Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4 1 Cellen en weefsels 1 6 1.1 Kenmerken van het leven 1 7 1.2 De opbouw

Nadere informatie

zwangerschap en spoedbevalling hoofdstuk 6

zwangerschap en spoedbevalling hoofdstuk 6 6 ZWANGERSCHAP EN SPOEDBEVALLING INHOUD PAGINA 6.1 Inleiding 6.3 6.1.1 Doelstelling 6.3 6.2 Algemene begrippen 6.4 6.2.1 De cyclus 6.4 6.2.2 De zwangerschap 6.5 6.2.3 De geboorte 6.6 6.3 De spoedbevalling

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed? Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de

Nadere informatie

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken. Algemene informatie

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken. Algemene informatie Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken Algemene informatie Inleiding U heeft met uw gynaecoloog gesproken over het verwijderen van uw baarmoeder en/of eierstokken. Deze folder geeft u algemene

Nadere informatie

werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN

werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN go G ed el ge ez ke en ur en d do or werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN 978-90-301-2711-6 9 789030 127116 Puberteit 1 Duid met een boogje de periode aan en

Nadere informatie

1 Inleiding... 1. 2 Wat is een stuitligging?... 1. 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 3. 4 Waarom ligt een kind in een stuitligging?...

1 Inleiding... 1. 2 Wat is een stuitligging?... 1. 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 3. 4 Waarom ligt een kind in een stuitligging?... Stuitligging Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Wat is een stuitligging?... 1 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 3 4 Waarom ligt een kind in een stuitligging?... 3 5 Onderzoek bij een stuitligging...

Nadere informatie

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC)

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC) 2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC) 2.1 Bouw en werking van het normale hart 2 - De weg die het bloed aflegt door ons lichaam 2 2.2 De Partiële Cavo Pulmonale Connectie

Nadere informatie

ONVRUCHTBAARHEID BIJ MANNEN MET PRIMAIRE CILIAIRE DYSKINESIE Zijn er mogelijkheden?

ONVRUCHTBAARHEID BIJ MANNEN MET PRIMAIRE CILIAIRE DYSKINESIE Zijn er mogelijkheden? ONVRUCHTBAARHEID BIJ MANNEN MET PRIMAIRE CILIAIRE DYSKINESIE Zijn er mogelijkheden? Dr R.F.A. Weber, internist-endocrinoloog/androloog Andrologie Erasmus MC Rotterdam INLEIDING Onvruchtbaarheid kan een

Nadere informatie

Zwanger worden en zijn

Zwanger worden en zijn Zwanger worden en zijn Elke zwangerschap begint met het binnendringen van een zaadcel in een eicel: de bevruchting. Bij de bevruchting spelen de eierstok, de eisprong, de eileider en het slijm van de baarmoederhals

Nadere informatie

Normale cyclus. Poli Gynaecologie

Normale cyclus. Poli Gynaecologie 00 Normale cyclus Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Andere folders en brochures op het gebied

Nadere informatie

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei 2004 7,1 324 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken

Nadere informatie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap Echoscopie tijdens de zwangerschap Bij St. Antonius Geboortezorg kunnen we tijdens je zwangerschap met een echo het kindje in je buik bekijken. Een echoscopie is een beeldvormende techniek die werkt met

Nadere informatie

HANDLEIDING PRACTICUM CRANIALE ZENUWEN 1 (Nn. I, II, III, IV, V, VI & autonoom zenuwstelsel)

HANDLEIDING PRACTICUM CRANIALE ZENUWEN 1 (Nn. I, II, III, IV, V, VI & autonoom zenuwstelsel) HANDLEIDING PRACTICUM CRANIALE ZENUWEN 1 (Nn. I, II, III, IV, V, VI & autonoom zenuwstelsel) 2 e bachelor geneeskunde Startstation: Prof. Dr. K. D Herde Jana Decuypere, Aline Van Oevelen, Klara Verstappen,

Nadere informatie