Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 29 september 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 29 september 2015"

Transcriptie

1 Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 29 september FYS - CIB beroep Nijverwaard ab - CIB beroep Nijverwaard.pdf CIB Beroep Nijverwaard.pdf 2 SOC - CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid ab - Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf By 1 - CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf 3 SOC - CIB Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden ab - Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden pdf CIB Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden pdf By 1 - Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden pdf 4 SOC - CIB Voortgang Sociaal team Sliedrecht ab - CIB Voortgang Sociaal Team Sliedrecht, Wmo-team Q2.pdf CIB Q Wmo lokaal def..pdf By 1 - CIB Q2 StS.pdf 5 FYS - WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) verzoek van bestuur OVK over project Kerkbuurt Sliedrecht WOB verzoek De Vries over de Kerkbuurt.pdf 6 FYS - Brief VNG aan college en raad: Oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden Brief VNG over oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden.pdf 7 BEST - Deloitte (accountant) over accountantscontrole Sociaal Domein Van Vugt van Deloitte.pdf by 1 Brief WGDO Gemeenten Knelpunten Decentralisaties.pdf by 2 Model oplegger VNG.pdf 8 SOC - Transitiecommissie Sociaal Domein: TSD en Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning 18/9 van TSD by 1 Derde rapportage TSD kort (def ).pdf by 2 Casusboek sociale wijkteams.pdf 9 BEST - uw besluit toetreding Hardinxveld-Giessendam tot de Drechtsteden 10 FYS - Brief vz CVAH dhr. J. Stoel over vergunningverlening kermis op marktdag brief CVAH vz dhr. J. Stoel.pdf 11 BEST - Vergaderschema 2016 Vastgesteld in AC 15sept15 Vergaderschema 2016 Vastgesteld in AC 15sept15.doc

2 1 FYS - CIB beroep Nijverwaard 1 ab - CIB beroep Nijverwaard.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 17 september 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Bijlagen CIB Zaaknr. - B&W besluit 15 september 2015 Portefeuillehouder L. van Rekom Fatale termijn nee Fysiek en economie Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting College informatiebrief. Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: 1. Beroep tegen reactieve aanwijzing provincie op bestemmingsplan Nijverwaard Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 15 september 2015 Ambtelijk contactpersoon J.C. van der Meer Tel.nr Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

3 2 CIB Beroep Nijverwaard.pdf College informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 15 september 2015 Portefeuille L. van Rekom Beroep tegen reactieve aanwijzing provincie op bestemmingsplan Nijverwaard Met een College informatiebrief van 10 juli 2015 hebben wij u meegedeeld dat de provincie Zuid- Holland een reactieve aanwijzing heeft gegeven na de vaststelling van het bestemmingsplan Nijverwaard. Hierbij brengen wij u er van op de hoogte dat wij hebben besloten om bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in beroep te gaan tegen het aanwijzingsbesluit van de provincie. Wij zijn tot het besluit om in beroep te gaan gekomen op basis van de volgende argumentatie: 1. Zowel de vaststelling van het bestemmingsplan als het aannemen van de motie waren unanieme besluiten van de raad. Een logisch vervolg hiervan is het laten toetsen van het besluit van de raad door de rechter. 2. Aan het bestemmingsplan liggen een paar uitgebreide onderzoeken ten grondslag. De provincie heeft onder haar reactieve aanwijzing geen enkel (tegen)onderzoek liggen. Het instellen van beroep geeft zekerheid over de vraag of de door de gemeente uitgevoerde onderzoeken juist zijn. 3. De aanwijzing van de provincie zorgt er voor dat Nijverwaard als het ware 'op slot zit'. Als de gemeente geen beroep instelt wordt het aanwijzingsbesluit van de provincie onherroepelijk. Dit betekent dat er geen uitbreidingsmogelijkheden voor detailhandel op Nijverwaard zijn op basis van het nieuwe bestemmingsplan. Een positieve uitspraak van de rechter zorgt voor veel flexibiliteit in het bestemmingsplan qua vestigingsmogelijkheden van (nieuwe) bedrijven. 4. Het instellen van beroep hoeft de verhouding met de provincie niet te schaden. Richting de provincie wordt bestuurlijk en ambtelijk het volgende standpunt verwoord: "We willen een goede ruimtelijke oplossing voor Nijverwaard. Het liefst door middel van gesprek, maar we willen graag helderheid krijgen over het tegengestelde standpunt van de gemeente en de provincie en stellen daarom beroep in." 5. Mochten nieuwe ontwikkelingen hier aanleiding toe geven, dan kan het beroep op ieder moment weer worden ingetrokken. Het instellen van beroep weerhoudt ons er niet van om in overleg met de provincie te blijven om te bezien of we er op een minnelijke wijze met elkaar uit kunnen komen. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

4 2 SOC - CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid 1 ab - Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 17 september 2015 Bijlagen 1 Zaaknr. - B&W besluit 15 september 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: Portefeuillehouder G.J. Visser-Schlieker besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Is hiermee een motie afgedaan n.v.t. Is hiermee een toezegging afgedaan ja Fatale termijn nee Sociaal Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting College informatiebrief Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: Ter vervanging van een beeldvormende bijeenkomst m.b.t. het jeugdwelzijnsbeleid op 8 september 2015, is besloten het reeds doorlopen proces via deze College informatiebrief te beschrijven en toe te lichten. Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 15 september 2015 Ambtelijk contactpersoon R. Aarts Tel.nr. (0184) r.aarts@sliedrecht.nl Kopieën aan: Archief

5 Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

6 2 CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf College informatiebrief Onderwerp: Mededelingen vanuit het college Datum: 15 september 2015 Portefeuille G.J. Visser-Schlieker 1. Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid Ter vervanging van een beeldvormende bijeenkomst m.b.t. het jeugdwelzijnsbeleid op 8 september 2015, is besloten het reeds doorlopen proces via deze College informatiebrief te beschrijven en toe te lichten. Startnotitie In de Startnotitie Jeugdwelzijnsbeleid zijn in overleg met professionals op het gebied van jongeren in Sliedrecht, waaronder jongerenwerkers van SOJS en Pand33, verschillende thema's benoemd die in het jeugdwelzijnsbeleid aan bod komen. Het betrekken van professionals en jongeren is doorgevoerd bij het opstellen van het beleid. In de startnotitie staat hier het volgende over opgenomen: 'Het beleid zal aan de hand van co-productie, dus met behulp van jongeren en organisaties die met jongeren te maken hebben, tot stand komen. Hiervoor wordt actief gezocht naar plekken waar jongeren zich bevinden, om op locatie input op te halen.' Meeloopdagen De afgelopen maanden is er bij verschillende organisaties meegelopen om het gesprek aan te gaan met jongeren in een voor hen vertrouwde omgeving. Van een aantal bezoeken is verslag gedaan op de website van de gemeente Sliedrecht (zie bijlage). Een verslag als vrijwilliger bij Pand 33 volgt nog. Via de zogenoemde 'meeloopdagen' is er o.a. gesproken met bezoekers van SOJS en Pand33, deelnemers en vrijwilligers bij KNOTS en met jongeren gedurende activiteiten van de Combinatiefunctionaris Sport in de wijken en op scholen. Professionals Naast de gesprekken met jongeren is er met de volgende professionals / organisaties gesproken over het jeugdwelzijnsbeleid; Jongerenwerkers van SOJS en Pand33, binnen het CJG met diverse medewerkers uit het Sociaal Team Sliedrecht Jeugd en het consultatiebureau, wijkagent, Sportraad, Griendencollege, combinatiefunctionaris en Stichting Welzijnswerk. Met aanvullende groepen als de Christelijke jongerenvereniging (CJV), de moskee, Stichting Sliedrecht & Cultuur en het basisonderwijs worden afspraken gemaakt. Bijeenkomst Alle eerder genoemde professionals / organisaties worden eveneens uitgenodigd voor een bijeenkomst op maandagavond 28 september. Een bijeenkomst waar ook jongeren en de raad voor worden uitgenodigd, met als doel om nieuwe input op te halen voor in de beleidsnota. Op een beeldende wijze komen een aantal thema's aan bod die in het jeugdwelzijnsbeleid worden opgenomen. Uitgenodigde professionals en jongeren kunnen op de verschillende thema's reageren. De raad heeft de mogelijkheid om met hen in gesprek te gaan hierover. De bijeenkomst wordt geleid door een extern persoon.

7 Enquête Vanuit SOJS, met lichte ondersteuning van de gemeente, is er een enquête uitgezet onder jongeren uit Sliedrecht. De input van de enquête wordt meegenomen in het jeugdwelzijnsbeleid. 159 jongeren hebben uiteindelijk de enquête ingevuld, waarvan 60% vrouw en leeftijden tussen de 14 en 26 jaar. Vervolgplanning Op 28 september vindt een bijeenkomst plaats met jongeren, professionals en de raad. Input van de bijeenkomst wordt meegenomen in de beleidsnota, die op 17 november oordeelsvormend in de raad ligt (agendacommissie op 26 oktober). Op 8 december staat de besluitvormende raad op de planning. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

8 3 By 1 - CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid.pdf Bijlage CIB Procesbeschrijving Jeugdwelzijnsbeleid Nieuw jeugdwelzijnsbeleid: Remco loopt mee bij SOJS Iedere jongere moet in Sliedrecht zijn of haar eigen plek kunnen vinden. Daarbij maakt het niet uit welke achtergrond de jongere heeft. Naast een fysieke plek gaat het ook om de plek die de jeugd binnen Sliedrecht inneemt. De gemeente werkt hiervoor aan een nieuw jeugdwelzijnsbeleid, dat eind september wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Bij het opstellen van dit beleid worden zowel jongeren als professionals nadrukkelijk betrokken. We maken dit beleid dus mét elkaar! Remco Aarts van de gemeente Sliedrecht loopt de komende weken mee in het veld, spreekt met professionals en zoekt het contact met de Sliedrechtse jeugd. We doen hier regelmatig verslag van. Vandaag deel 1: Aan het werk bij de jongerenwerkers van SOJS. Door Remco Aarts De rol van jongerenwerkers is in een jeugdwelzijnsbeleid onmisbaar. Iets wat de jongerenwerkers van Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht, Henk van Griensven en Jeroen Loeve, alleen maar kunnen beamen. Beiden hebben weliswaar een andere levensstijl en verschillen nogal eens van mening, maar met het jongerenwerk hebben ze hetzelfde doel voor ogen: het versterken van de eigen kracht van jongeren via sociale talentontwikkeling en preventieve activiteiten. Jeroen Loeve: "We moeten niet streven naar het idee om continu iets voor jongeren aan te bieden en zoveel mogelijk mensen hier binnen te krijgen. De jeugd heeft ook te maken met huiswerk, speelt thuis een spelletje of hangt graag samen met vrienden of vriendinnen om hun belevenissen te delen. Als jongerenwerker ben je er altijd voor hen die het nodig hebben en ben je intensief bezig met preventie". Een interessant gesprek volgde over actieve participatie, de vele vrijwilligers bij SOJS, toegankelijkheid van voorzieningen, de pedagogische kant van het jongerenwerk, ambulant werk en preventie en overlastbestrijding. FIFA Het weer stond het helaas niet toe de straat op te gaan, maar ondanks de vakantie kwamen er in de loop van de dag een tiental jongeren binnenwandelen. De één geïnteresseerd in een potje FIFA op de Playstation, de ander om zijn verhaal te kunnen delen: "Misschien dat ik toch maar eens naar Turkije moet gaan emigreren. Met mijn VMBO kan ik hier niks, alleen dat werk wat ik nu ook doe aan de lopende band, maar dat kan ik niet eeuwig volhouden." Bruggen slaan Veel jongeren die in Elektra komen hebben problemen op school, of het nu op VWO of VMBO niveau is. Het ontbreekt hen aan een vooruitzicht, een doel, wat ten koste gaat van de motivatie. Een kans ligt in het slaan van meer bruggen tussen het jongerenwerk en het onderwijs, maar ook richting andere instanties. Om jongeren uiteindelijk een plek te bieden die zij in Sliedrecht kunnen innemen. Kentucky Met een grote glimlach wisten de jongeren nog een aantal wensen mee te geven voor in het beleid. Van een Kentucky, een kermis, maandelijks een goed feest, 'simpelweg' iets meer leven in het dorp, goedkoper naar de stad, tot een hangplek waar ze ook echt in vrijheid kunnen hangen in plaats van steeds maar weer te worden weggestuurd. Een jongere: "Maar eigenlijk zijn er best veel plekken waar we terecht kunnen in Sliedrecht " Al met al was het werken bij SOJS een nuttige en leerzame dag. Het sluit niet alleen aan bij de ambitie van het college om van 'buiten naar binnen' te werken, maar het geeft een kijk op de werkelijkheid. Inzichten die achter de computer niet zichtbaar worden. Van een Kentucky tot beleidsinput.

9 Nieuw jeugdwelzijnsbeleid: Remco loopt mee bij het CJG Iedere jongere moet in Sliedrecht zijn of haar eigen plek kunnen vinden. Daarbij maakt het niet uit welke achtergrond de jongere heeft. Naast een fysieke plek gaat het ook om de plek die de jeugd binnen Sliedrecht inneemt. De gemeente werkt hiervoor aan een nieuw jeugdwelzijnsbeleid, dat eind september wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Bij het opstellen van dit beleid worden zowel jongeren als professionals nadrukkelijk betrokken. We maken dit beleid dus mét elkaar! Remco Aarts van de gemeente Sliedrecht loopt de komende weken mee in het veld, spreekt met professionals en zoekt het contact met de Sliedrechtse jeugd. We doen hier regelmatig verslag van. Vandaag deel 2: Op bezoek bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Door Remco Aarts Hoewel in het jeugdwelzijnsbeleid niet inhoudelijk aandacht wordt besteed aan jeugdhulp, is het CJG een voorziening die aansluit bij het doel van het jeugdwelzijnsbeleid: het bieden van een plek aan alle jongeren. Zo ook aan jongeren die hulp nodig hebben. Daarnaast zijn binnen de muren van het CJG-gebouw veel jeugdprofessionals te vinden, die overigens ook geregeld naar buiten gaan. Daarmee is het CJG een interessante plek om input op te halen voor het jeugdwelzijnsbeleid. Lastig thema 'Een lastig thema'. Met deze woorden opende Margret van Schie (kwartiermaker bij Sociaal Team Sliedrecht Jeugd) een onderling gesprek. Gelukkig volgde al snel een toelichting op deze in eerste instantie niet echt hoopgevende woorden. "We zijn al snel geneigd om de touwtjes in handen te hebben bij jongeren, en het liefst trekken we deze zo strak mogelijk aan. Ik denk dat dit alleen maar averechts werkt. Als je jong bent wil je immers wat, je hebt behoefte aan vrijheid. Een jongere moet geholpen worden wanneer hij/zij dat nodig acht. Je moet weten hoe iets op te lossen als er iets gebeurt. Verder moet je ze durven loslaten. Dit maakt het thema niet eenvoudiger." Meetbaarheid Na het bijwonen van het wekelijkse jeugdteamoverleg stond er een overleg gepland met het jongerenwerk, politie en het onderwijs. Door een miscommunicatie ging dit helaas niet door, maar duidelijk is dat de samenwerking is ingezet. Een praatje her en der volgde, onder meer over ambulant werk, pedagogiek, sociale media en meetbaarheid. Een jeugdprofessional: "De kracht van bijvoorbeeld jongerenwerk is dat het informeel en laagdrempelig is. De resultaten zijn alleen niet altijd meetbaar, maar moeten we dan meteen stoppen met dergelijk maatwerk?" Er is veel te doen in Sliedrecht Een netwerklunch sloot mijn ochtend bij het CJG af. Gedurende de lunch werd het beeld dat ik aan het creëren ben van de werkzaamheden binnen het CJG verder compleet gemaakt. Zo hebben we het gehad over via welke wegen jongeren binnenkomen en over een mogelijke vertrouwenspersoon voor verenigingen. In gesprek met consultatiedeskundigen kwam de leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar ter sprake. Laatstgenoemden gaven mij nog het volgende mee: "Er is veel te doen in Sliedrecht. Dit in kaart brengen zou zeker een meerwaarde zijn voor jongeren, maar ook voor andere betrokkenen." Na het bezoek aan het CJG ben ik weer een aantal interessante visies en ideeën rijker, die we zeker kunnen gebruiken voor het jeugdwelzijnsbeleid. Ook voor het traineeproject waar ik me mee bezighoud, gericht op een (be)grijpbare Drechtsteden, heb ik nieuwe informatie verzameld. Ten slotte heb ik een goed beeld gekregen van hoe het in zijn werk gaat binnen het CJG. Al met al heeft het bezoek aan het CJG me dus op drie vlakken vooruit geholpen. Een zeer nuttige ochtend!

10 Nieuw jeugdwelzijnsbeleid: Remco loopt mee bij KNOTS Iedere jongere moet in Sliedrecht zijn of haar eigen plek kunnen vinden. Daarbij maakt het niet uit welke achtergrond de jongere heeft. Naast een fysieke plek gaat het ook om de plek die de jeugd binnen Sliedrecht inneemt. De gemeente werkt hiervoor aan een nieuw jeugdwelzijnsbeleid, dat eind september wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Bij het opstellen van dit beleid worden zowel jongeren als professionals nadrukkelijk betrokken. We maken dit beleid dus mét elkaar! Remco Aarts van de gemeente Sliedrecht loopt de komende weken mee in het veld, spreekt met professionals en zoekt het contact met de Sliedrechtse jeugd. We doen hier regelmatig verslag van. Vandaag deel 3: Hutten bouwen bij KNOTS Door Remco Aarts In de laatste week van de basisschoolzomervakantie wordt traditiegetrouw KNOTS georganiseerd op het ijsbaanterrein in Sliedrecht. Een plek waar dagelijks zo'n 500 kinderen van 6 t/m 12 jaar knutselen of timmeren aan hutten, maar ook een evenement waarbij jongeren een plek innemen. Gericht op het jeugdwelzijnsbeleid dus een ideale locatie om een dag mee te lopen als vrijwilliger! Vrijwilligers Naast de leeftijdsgroep waarvoor KNOTS is bestemd zijn er ongeveer 100 vrijwilligers actief gedurende de week. Vaak jongeren die niet zelf meer mogen deelnemen, maar de activiteitenweek zo leuk vinden dat ze graag een steentje willen bijdragen of omdat ze simpelweg iets terug willen doen; "Henk (jongerenwerker) kwam altijd met mij en mijn zusje voetballen. Nu vroeg hij mij als vrijwilliger. Dan kan ik geen nee zeggen, ik wil graag iets terugdoen voor hem." Ook Rik, 16 jaar, is al jaren actief bij KNOTS; "Ik kom hier al jaren. Eerst als deelnemer en nu al enkele jaren als vrijwilliger. Dit is gewoon echt een leuk evenement. In Sliedrecht is er daarnaast niet zo veel te doen, maar ik vermaak me wel. Wat ik leuk vind aan Sliedrecht? Ons kent ons, rustig en voel me op mijn gemak hier." Voorzetje "Meneer, kunt u de spijker er hier een heel klein beetje inslaan.. dan sla ik hem er daarna helemaal in en zit dit vast", aldus de 6-jarige Rens die dit jaar voor het eerst mee mag doen met hutten bouwen. Een mooie metafoor naar jongerenparticipatie en de rol van de gemeente hierin. De jongere heeft een idee, de gemeente geeft de eerste aanzet of ondersteunt/faciliteert wanneer nodig en de jongere gaat er vervolgens vol enthousiasme mee aan de slag. Want enthousiasme was er bij Rens, na een paar fikse klappen met zijn hamer verdween de spijker in het hout. Met een trotse glimlach ging hij opzoek naar een plek voor zijn volgende spijker. Zijn broer en vrienden doen al jaren mee aan KNOTS. Een groep waarbij talentontwikkeling duidelijk zichtbaar is. De één zet de lijntjes uit. De ander timmert zich suf om het stevig te maken, omdat hij veiligheid belangrijk vind en weer een ander houdt zich bezig met het creatieve deel zoals een dakgoot. Een team vol verschillende talenten, met een ware villa in wording tot gevolg. Door weer en wind Dat het regende maakte de kinderen overigens allemaal niet uit. Ook een spijker in de vinger weerhield ze niet. EHBO-vrijwilliger: "Er gebeurd ieder jaar wel iets, maar een pleister en een snoepje doet wonderen. Liefst gaan ze zo snel mogelijk weer verder". Al met al heeft een dagje meelopen bij KNOTS me een aantal leuke gesprekken opgeleverd met kinderen, variërend van 6 tot 16 jaar, over wat te doen in Sliedrecht en het verenigingsleven. Aan de hoeveelheid vrijwilligers en de actieve jongeren te zien werd duidelijk dat er mogelijkheden zijn tot jeugdparticipatie. Maar bovenal heb ik een ontzettend leuke dag gehad. Gelukkig wordt het de rest van de week beter weer, hoewel dat maakt ze toch niet uit.

11 Foto: de mannen van hut nummer 6. Zeiknat geregend, maar de hut zal er komen!

12 3 SOC - CIB Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden ab - Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 17 september 2015 Bijlagen 1 Zaaknr. - B&W besluit 15 september 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: Portefeuillehouder T.C.C. den Braanker besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Is hiermee een motie afgedaan n.v.t. Is hiermee een toezegging afgedaan n.v.t. Fatale termijn nee Sociaal Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting College informatiebrief. Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: 1. Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 15 september 2015 en Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Kopieën aan: Archief

13 Ambtelijk contactpersoon Fatima Malaab Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

14 2 CIB Regionaal samenwerkingsagenda Passend Verbinden pdf College informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 15 september 2015 Portefeuille T.C.C. den Braanker 1. Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Met het oog op de decentralisatie jeugd (1 januari 2015) en de stelselwijziging passend onderwijs (1 augustus 2014) heeft u op 1 oktober 2013 de "Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden" vastgesteld (Zaaknummer ). De kadernotitie bevat de gezamenlijke visie van bestuurlijke vertegenwoordigers van de zes Drechtstedengemeenten, de samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs in de Drechtsteden (inclusief de landelijke reformatorische samenwerkingsverbanden) en jeugdhulpaanbieders omtrent "passend verbinden": de verbinding en samenhang tussen passend onderwijs en jeugdhulp. Hierbij ontvangt u ter informatie de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden , als nadere uitwerking van de kadernotitie. De samenwerkingsagenda is opgesteld door het Bestuurlijk platform Passend Verbinden Drechtsteden, bestaande uit gemandateerde wethouders van de zes Drechtstedengemeenten, besturen van de samenwerkingsverbanden en besturen van jeugdhulpaanbieders. In de samenwerkingsagenda staat beschreven hoe van een gezamenlijke visie in de kadernota is gekomen tot de voorliggende samenwerkingsagenda, welke aspecten van passend verbinden prioriteit krijgen en welke activiteiten we daartoe ondernemen, en welke planning we hanteren. Aan de samenwerkingsagenda is geen budget toegewezen; indien activiteiten om financiële middelen vragen, zal hiervoor bestaand budget van de betrokken partners moeten worden aangewend. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

15 3 By 1 - Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden pdf REGIONALE SAMENWERKINGSAGENDA PASSEND VERBINDEN DRECHTSTEDEN Samenwerkingsverbanden: Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden PO (28.09) Samenwerkingsverband VO-VSO Oost-IJsselmonde / West-Alblasserwaard Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Dordrecht (28.10) Samenwerkingsverband VO Dordrecht (28.04) Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs Berséba (PO 0001) Samenwerkingsverband Reformatorisch Voortgezet Onderwijs (VO 0001) DaVinci College Wellantcollege (mbo) Gemeenten: Alblasserdam Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Betrokken partners: Careyn Dienst Gezondheid en Jeugd FlexusJeugdplein JB West MEE Rivas Stichting Jeugdteams ZHZ TriviumLindenhof Vivenz William Schrikker Groep.

16 1 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Opbouw notitie Hoofdstuk 2: route naar de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden 2.1 Inleiding 2.2 Route naar de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Bestuursopdracht passend verbinden in de Drechtsteden Kadernotitie passend verbinden Structuur voorbereidingsplatform bestuurlijk platform Wettelijk OOGO over de ondersteuningsplannen en beleidsplannen jeugdhulp Thema's regionale samenwerkingsagenda passend verbinden Initiatie "Lokale leertafels Passend Verbinden" Kort overzicht van de opbrengsten van het proces tot nu toe Hoofdstuk 3: Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden 3.1 Inleiding 3.2 Visie, doelen, algemene principes en uitgangspunten 3.3 Prioriteiten in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp Thema "Verbinding Zorgroute Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs en Jeugdhulp" Thema "Verbinding MBO en Jeugdhulp" Thema "Dyslexiezorg" Thema "Spreiding onderwijsvoorzieningen" 3.4 Voorraadagenda Thema "Relatie aanpak Leerplicht, Voorkomen Schooluitval, VSV en Thuiszitters" Thema "Aantakking voorschoolse voorzieningen" Thema "Leerlingenvervoer" Thema "Onderwijshuisvesting" Thema "Verbinding Diagnostisch meldpunt onderwijs en Diagnostisch Advies Netwerk" Hoofdstuk 4: Financiën, planning en vervolg 4.1 Inleiding 4.2 Financiën 4.3 Planning en vervolg Pagina Bijlagen Samenvatting Kadernotitie Passend Verbinden 16 18

17 2 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding Voor u ligt de "Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden ". De samenwerkingsagenda is tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit onderwijs, jeugdhulp en gemeenten in de Drechtsteden. De samenwerkingsagenda is een vervolg op de eerder vastgestelde "Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden". In de samenwerkingsagenda wordt uiteengezet hoe we in de Drechtsteden van een gezamenlijke missie (kadernotitie) tot een gezamenlijke agenda zijn gekomen en met welke thema's we in de periode aan de slag gaan. We grijpen daarbij terug op de gezamenlijke visie, doelen, principes en uitgangspunten die in de kadernotitie zijn geformuleerd en bij de uitwerking van de verschillende thema's steeds leidend zijn. Waarom een samenwerkingsagenda: van een gezamenlijke missie naar een gezamenlijke agenda In de kadernotitie is de volgende passage opgenomen die de basis voor de samenwerkingsagenda weergeeft: "Enerzijds hebben gemeenten en onderwijs (en zorgpartners) duidelijk onderscheiden eigen verantwoordelijkheden. Daarnaast hebben we een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor samenhang tussen onderwijsondersteuning in de school en jeugd- en welzijnsvoorzieningen, opvoedings- en opgroeiondersteuning en jeugdhulp buiten de school. Ook ten aanzien van onderwerpen als voor- en vroegschoolse educatie, voortijdig schoolverlaten en de overgang onderwijs arbeidsmarkt zijn we op elkaar aangewezen. Op deze laatste domeinen wordt in de Drechtsteden al meer of minder intensief samengewerkt. De samenwerkingsagenda wordt in belangrijke mate bepaald door de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden en de consequenties daarvan voor het gemeentelijk beleid en door het beleid van de gemeenten ten aanzien van de uitvoering van de Jeugdwet en de effecten daarvan op de plannen van de samenwerkingsverbanden". Onderwerpen die aanleiding zijn geweest om tot een Drechtstedelijke agenda te komen in aanvulling op de lokale voorzieningen: - sommige specialistische voorzieningen hebben een dusdanig specifieke doelgroep dat zij enerzijds een groter voedingsgebied kunnen bedienen, maar dat anderzijds ook nodig hebben om de kwaliteit van hun aanbod te kunnen garanderen; - Hetzelfde geldt voor sommige vormen van jeugdhulp waarvoor regionale afstemming gewenst en nodig is; - Regionaal moet worden afgestemd welke speciale voorzieningen er nodig zijn, wat de omvang van de populatie is en hoe in de regio de voorzieningen zo goed mogelijk kunnen worden gespreid, zodat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn en de bereikbaarheid zo optimaal mogelijk is met behoud van kwaliteit - Iedere verandering in onderwijsaanbod heeft invloed op leerlingenstromen en daarmee consequenties voor bekostiging van onderwijsondersteuning en leerlingenvervoer - Samenwerking tussen regulier onderwijs en speciaal onderwijs leidt tot meer maatwerk in de vorm van arrangementen. Ook deze ontwikkelingen hebben invloed op de leerlingenstromen. In de samenwerkingsagenda leest u terug hoe deze onderwerpen zijn ingebed in de thema's die we in de nauwe samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en gemeenten in de periode oppakken. 1.2 Opbouw notitie In de notitie wordt eerst stilgestaan bij de totstandkoming van de regionale samenwerkingsagenda (hoofdstuk 2). Welke route is gelopen en wat heeft dit opgeleverd? Vervolgens wordt ingegaan op de verschillende thema's die we gezamenlijk oppakken: de samenwerkingsagenda zelf (hoofdstuk 3). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen thema's die prioriteit hebben de komende jaren en thema's die op de voorraadagenda komen te staan. Tot slot wordt kort stilgestaan bij de financiën, planning en de vervolgstappen binnen de regionale samenwerkingsagenda (hoofdstuk 4).

18 3 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Hoofdstuk 2: route naar de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt geschetst hoe de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden tot stand is gekomen en wat de achtergrond is van de voorgestelde aanpak. In hoofdstuk 2.2 worden de stappen beschreven die genomen zijn om tot een gedragen samenwerkingsagenda te komen. 2.2 Route naar de Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Bestuursopdracht passend verbinden in de Drechtsteden In september/ oktober 2011 is een eerste verkenning uitgevoerd naar Passend Onderwijs en eventuele veranderingen die dit voor gemeenten met zich mee zou brengen in de samenwerking met het onderwijs. In december 2011 is deze bestuursopdracht door het Drechtstedenbestuur vastgesteld met een tweeledig doel: a) De zes Drechtstedengemeenten informeren over het Wetsvoorstel passend onderwijs en de gemeentelijke rol daarin; b) Legitimering om ambtelijke capaciteit in te zetten om een regionaal plan van aanpak op te stellen ten aanzien van het passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden. Na de vaststelling van de bestuursopdracht is een projectleider samen met de regionaal portefeuillehouder jeugd in gesprek gegaan met de coördinatoren van de samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs in de Drechtsteden. Doel hiervan was om verder te verkennen waar gemeenten en onderwijs elkaar raken en van gedachten te wisselen over de wijze waarop we als onderwijs en gemeenten zorg en ondersteuning aan kinderen en jongeren en hun gezinnen in de Drechtsteden op elkaar kunnen laten aansluiten. Daarnaast is tijd geïnvesteerd in het kennismaken met elkaars werkwijzen en structuren. Na eerste verkenningen zijn ook zorgpartners aangehaakt bij het overleg. Dit overleg heeft de naam "Voorbereidingsplatform Passend Verbinden" (verder Voorbereidingsplatform) meegekregen Kadernotitie passend verbinden De opbrengsten van de gesprekken met de partners in het Voorbereidingsplatform zijn vertaald in de "Kadernotitie Passend Verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden". Hierbij waren betrokken: - Bestuurlijk en ambtelijk vertegenwoordigers van de zes Drechtstedengemeenten: Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht; - Bestuurlijk en operationeel vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs in de zes Drechtsteden (inclusief de landelijke reformatorische samenwerkingsverbanden); - Het MBO; - Vertegenwoordigers van de zorgaanbieders in de Drechtsteden waaronder Yulius, TriviumLindenhof, Bureau Jeugdhulp, de Dienst Gezondheid en Jeugd, SPON, Horizon en Eleos. In de kadernotitie hebben gemeenten, samenwerkingsverbanden en zorgpartners een gezamenlijke visie, doelen en uitgangspunten vastgelegd ten aanzien van de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdhulp. Deze vindt u terug in hoofdstuk 3.2 van deze samenwerkingsagenda. De notitie is besproken met de bestuursvoorzitters van de samenwerkingsverbanden ( ), met zorgpartners (februari april 2013) en in het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal van de Drechtsteden (concept 2 april 2013, definitief 2 juli 2013). Daarna is de kadernotitie vastgesteld en ondertekend door diverse zorgpartners, de besturen van de samenwerkingsverbanden en de lokale colleges. Doel van de kadernotitie was: a) Uitdrukking geven aan de urgentie en meerwaarde die bij partners gevoeld wordt om ten gunste van jeugdigen in onze regio af te stemmen en samen te werken; b) Een kader te bieden waarbinnen de partners samen verder werken aan passende verbinding tussen onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden.

19 4 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Met de vaststelling van de kadernotitie is het Voorbereidingsplatform geformaliseerd en heeft zij de volgende opdracht meegekregen: Kom binnen de kaders zoals beschreven in de kadernotitie met voorstellen ten aanzien van de inhoudelijke verbinding tussen onderwijs en zorg voor jeugdigen in de Drechtsteden. Zoek daarbij verbinding met al lopende initiatieven en de provinciale pilots in het kader van de decentralisatie Jeugd. Na vaststelling van de kadernotitie is het voorbereidingsplatform aan de slag gegaan met het verdere verkenning naar verbindingen en de vertaling van gezamenlijke ambities in een regionale samenwerkingsagenda. Uitdaging hierbij was dat zowel onderwijs als zorgpartners en gemeenten op dat moment volop in de voorbereidingen voor de nieuwe wet Passend Onderwijs en de Jeugdwet zaten en de focus in 2014 vooral lag op het voorbereiden op nieuwe taken. In de bijlagen treft u een samenvatting aan van de kadernotitie Structuur voorbereidingsplatform bestuurlijk platform In de kadernotitie is een paragraaf opgenomen met als titel "Van een gezamenlijke missie naar een gezamenlijke agenda". Hierin is aangegeven dat er meerwaarde werd gezien in een regionaal platform waar onderwijs, gemeenten en zorgpartners de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden en de plannen rondom jeugdhulp van de gemeenten konden bespreken. Er was behoefte aan één tafel waar de verbinding wordt gelegd tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd. Daarnaast is zowel in de Wet Passend Onderwijs als de Jeugdwet de verplichting opgenomen om Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) te voeren over de ondersteuningsplannen en de plannen rondom jeugdhulp. Omdat de samenwerkingsverbanden in de Drechtsteden met meerdere gemeenten zaken moeten doen is er voor gekozen hiervoor een regionale procedure vast te stellen (zie hoofdstuk 2.2.4). Om zowel vorm te kunnen geven aan de inhoudelijk verbinding tussen Passend Onderwijs en Jeugdhulp is de onderstaande structuur opgezet. Hierbij moet worden opgemerkt dat besluitvorming over regionale documenten zoals deze samenwerkingsagenda plaatsvindt via de lokale colleges, besturen van de samenwerkingsverbanden en besturen van betrokken jeugdhulp organisaties. Voorbereidingsplatform passend verbinden Het voorbereidingsplatform bestaat uit vertegenwoordigers (middenkader) vanuit het onderwijs en jeugdhulp (zowel het preventieve veld als de niet vrij toegankelijke zorg is vertegenwoordigd). Doel van het Voorbereidingsplatform: - Elkaar leren kennen en elkaar informeren over ontwikkelingen binnen onderwijs, gemeenten en jeugdhulp; - Expertise over inhoudelijke onderwerpen delen en gezamenlijk in kaart brengen waar inhoudelijke verbindingen tussen onderwijs en jeugdhulp moeten worden gelegd; - Communicatie met professionals in het onderwijs, jeugdhulp en bij gemeenten over verbindingen, benodigde integrale arrangementen, knelpunten etc. - Voorbereiden van de bijeenkomsten van het Bestuurlijk Platform Passend Verbinden: thema's agenderen en voorbereiden, input leveren vanuit de praktijk. Bestuurlijk platform Passend Verbinden Voor het voeren van het wettelijk OOGO is het "Bestuurlijk platform Passend Verbinden" ingericht (verder: Bestuurlijk platform). Het Bestuurlijk platform bestaat uit wethouders (gemandateerd door het college), bestuursvoorzitters of directeuren van samenwerkingsverbanden passend onderwijs (door hun bestuur gemandateerd) en bestuursvoorzitters van verschillende gecontracteerde jeugdhulporganisaties die gemandateerd zijn het wettelijk OOGO te voeren en inhoudelijke afspraken te maken. Doel van het Bestuurlijk platform: - Voeren van het wettelijk OOGO over de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden; - Voeren van het wettelijk OOGO over de beleidsplannen jeugdhulp; - Richting bepalen en prioritering aanbrengen inzake passend verbinden in de Drechtsteden waar het thema's betreft die zijn opgenomen in deze regionale samenwerkingsagenda passend verbinden; - Besluitvorming op inhoudelijke thema's die worden aangeleverd door het voorbereidingsplatform; - Bestuurlijke reflectie op en evaluatie over passend verbinden; - Voorbereiding van besluitvorming in lokale colleges, samenwerkingsverbanden en jeugdhulporganisaties;

20 5 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Opdrachtgeverschap voor uit te werken thema's en voorstellen. Daarnaast vindt regelmatig afstemming plaats met de regionaal portefeuillehouder jeugd, de voorzitter van het Bestuurlijk platform en met de ambtenaren met jeugd/onderwijs in hun pakket Wettelijk OOGO over de ondersteuningsplannen en beleidsplannen jeugdhulp Na de vaststelling van de kadernotitie is ambtelijk in samenspraak met het voorbereidingsplatform een procedure uitgewerkt voor het voeren van het wettelijk OOGO over de ondersteuningsplannen en de plannen rondom jeugdhulp. Tijdens een bijeenkomst van het Bestuurlijk Platform op 3 maart 2014 zijn de volgende documenten vastgesteld en ondertekend door de daartoe gemandateerde wethouders van de 6 Drechtstedengemeenten en de bestuursvoorzitters (gemandateerd door hun bestuur) van de 6 samenwerkingsverbanden passend onderwijs in de Drechtsteden: a) Procedure Op Overeenstemming Gericht Overleg Ondersteuningsplan b) Overeenkomst OOGO ondersteuningsplan c) Reglement Geschillencommissie OOGO ondersteuningsplan Tijdens deze bijeenkomst hebben de wethouders uitgesproken namens de colleges dat zij zich kunnen vinden in de hoofdlijnen van de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden. Een afschrift van het verslag van deze bijeenkomst is verzonden aan de Inspectie van het Onderwijs die controleert of het wettelijk OOGO over de ondersteuningsplannen heeft plaatsgevonden. Over de beleidsplannen jeugdhulp is het wettelijk OOGO gevoerd tijdens het bestuurlijk platform op 10 april De bestuursvoorzitters van de samenwerkingsverbanden hebben ter vergadering uitgesproken zich te kunnen vinden in de hoofdlijnen van de beleidsplannen jeugdhulp van de gemeenten in de Drechtsteden Thema's regionale samenwerkingsagenda passend verbinden Tijdens de bijeenkomst op 3 maart 2014 heeft het Bestuurlijk Platform een aantal agendapunten benoemd voor de toekomst die hun beslag moeten krijgen in de regionale samenwerkingsagenda: 1. Onderwijs is een vindplaats van jongeren met problemen. Dat geeft onderwijs een extra opdracht (waarbij we benadrukken: er gaat veel goed). 2. Consolideren: er is al veel gedaan, geanticipeerd op passend onderwijs. Het verwijzingspercentage is al laag. 3. Intersectoraal verbinden: PO en VO moet ontkokeren, en ook onderwijs en zorg (jeugdhulp, JGZ). Samenwerking is van groot belang. 4. Duiden van de consequenties van passend onderwijs voor faciliteiten die gemeenten ondersteunen: schoolmaatschappelijk werk, leerlingenvervoer, huisvesting. 5. Belang van kleinschaligheid in aanpak (versus regionaal afstemmen) 6. Professionaliseren 7. Budgetbewaking 8. (Spreiding van) Vestigingen en clusterscholen. 9. Aandacht voor thema schooluitval (met name VO en MBO) Op 7 januari 2015 is tijdens het Bestuurlijk Platform verder gesproken over de richting van de regionale samenwerkingsagenda en de thema's die hierin aan bod komen en hierin is prioritering aangebracht. De uitwerking van deze thema's treft u aan in hoofdstuk 3 van deze notitie Initiatie "Lokale leertafels Passend Verbinden" In iedere gemeente worden zogenaamde leertafels ingericht, zo veel mogelijk binnen al bestaande structuren. Aan deze tafels wordt casuïstiek, op basis van aangeleverde cases, besproken door vertegenwoordigers van de diverse partners (gemeente, zorg en onderwijs). De volgende doelen worden nagestreefd: Elkaar leren kennen en leren van en met elkaar; Leren werkprocessen op elkaar aan te sluiten; Vaststellen waar de mankementen en hiaten zichtbaar worden; Optimaliseren van de verbinding zorg en onderwijs; Onderwerpen selecteren welke op bestuurlijk niveau besproken/opgelost moeten worden.

21 6 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Aangezien leren een voortdurend proces is, ligt het voor de hand de leertafels structureel te organiseren; zeker nu er na 1 januari 2015 sprake is van een overgangsperiode van de oude naar de nieuwe structuur. Na samenstelling van de leergroepen, vaardigt iedere leertafel één vertegenwoordiger af voor de regionale regiegroep. In deze regionale regiegroep worden de ervaringen en leerpunten gedeeld. De lokale werkwijze wordt aan elkaar gepresenteerd. Vervolgens worden thema s en gesprekspunten die bestuurlijke aandacht vragen geselecteerd. Deze punten vormen onder andere de input voor de agenda van het REA overleg Kort overzicht van de opbrengsten van het proces tot nu toe Hieronder volgt een kort overzicht van de opbrengsten van het proces passend verbinden tot nu toe: De kadernotitie is opgesteld en vastgesteld; Er is een structuur ingericht waarbinnen bestuurlijk en operationeel wordt samengewerkt; Het wederzijdse OOGO over de ondersteuningsplannen en de plannen rondom jeugdhulp heeft plaatsgevonden; Het onderwijs is betrokken bij de planvorming en invulling van jeugdhulp; Gemeenten zijn betrokken bij de inspecties door de Inspectie van het Onderwijs bij de samenwerkingsverbanden; Er vindt een gezamenlijke zoektocht plaats naar een nieuwe vorm voor dyslexiezorg per 1 januari 2016; We werken samen waarbij de doorgaande ontwikkellijn van kinderen leidend is; Er worden lokale leertafels voorbereid die worden ingebed in lokale overlegstructuren om knelpunten en gezamenlijke opgaven scherp te krijgen; We nemen met een aantal andere regio's samen deel aan de pilotmonitor van het NJI passend verbinden waaruit informatie voortkomt op basis waarvan de samenwerking en samenhang verder kan worden verbeterd; Het MBO is aangehaakt en er is een zoektocht gestart naar de aansluiting jeugdhulp en de ondersteuningsstructuur in het MBO (MBO als wijk); Er ligt een samenwerkingsagenda voor de periode waarbinnen gezamenlijke thema's benoemd zijn en acties worden uitgevoerd.

22 7 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Hoofdstuk 3: Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de verschillende thema's van de Regionale Samenwerkingsagenda uiteengezet. Eerst grijpen we terug op de gezamenlijke visie, doelen, principes en uitgangspunten die in de kadernotitie zijn geformuleerd en die bij de uitwerking van de verschillende thema's steeds leidend zijn. Vervolgens worden de thema's beschreven die door het Bestuurlijk Platform als prioriteit zijn benoemd voor Vervolgens komen de thema's aan bod die belangrijk zijn in de samenwerking maar niet met prioriteit worden opgepakt. In dit hoofdstuk wordt kort een toelichting gegeven op het thema, wat we rondom dit thema gaan doen en wat het moet opleveren en welke (sub)thema's hiermee samenhangen. 3.2 Visie, doelen, algemene principes en uitgangspunten Visie Hieronder volgt de gezamenlijke visie op passend verbinden in de Drechtsteden zoals geformuleerd in de kadernotitie: Jeugdigen in de Drechtsteden krijgen kansen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving. Scholen en gemeenten dragen en voelen een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het welzijn en welbevinden van kinderen en gezinnen. Kern hiervan is wat jeugdigen en gezinnen nodig hebben om een optimaal ontwikkelproces voor jeugdigen mogelijk te maken en een passende plaats in het arbeidsproces te verwerven. Het gaat daarbij om gerichte ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de eigen (pedagogische) kracht van gezin en school. Scholen en Centra voor Jeugd en Gezin / Jeugdteams zijn belangrijke scharnierpunten: vindplaatsen voor ondersteuningsbehoeften van school en/of gezin op onder meer onderwijskundig en opvoedkundig gebied. Adequaat inspringen op ondersteuningsvragen vraagt om het positioneren van scholen en centra voor jeugd en gezin als scharnierpunten naar onderwijsondersteuning (binnen de school) en zorgondersteuning (binnen en buiten de school). Regievoering voor onderwijsgerelateerde ondersteuningsvragen ligt bij de scholen in gezamenlijkheid met de samenwerkingsverbanden. Het onderwijs gebruikt daarvoor haar ondersteuningsstructuur (één zorg route) en maakt gebruik van de expertise van zorgpartners indien nodig. In principe geldt dat de extra (onderwijs)ondersteuning thuis- en schoolnabij wordt geboden. Het kan voorkomen dat leerlingen vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoefte zijn aangewezen op een andere school met een passend profiel binnen het samenwerkingsverband of dat kinderen vanwege de aard van hun problematiek gebruik moeten maken van niet lokaal georganiseerde zwaardere voorzieningen (niet vrij toegankelijk). Regievoering voor ondersteuningsvragen op het gebied van jeugdhulp ligt bij de gemeenten. De Centra voor Jeugd en gezin/ Jeugdteams vervullen daarin een belangrijke rol. Via de Centra voor Jeugd en gezin/ Jeugdteams wordt bij meervoudige problemen in een gezin de zorgcoördinatie via het principe 1 Gezin,1 Plan ingezet. In de praktijk blijkt dat een deel van de ondersteuningsvragen zowel het terrein van de onderwijszorg als het terrein van de jeugdhulp raken. Bij dergelijke casussen streven we naar integraal arrangeren: onderwijs- en (jeugd)hulppartners komen, in overleg met jeugdige en ouders, gezamenlijk tot een arrangement. Regievoering is bij deze ondersteuningsvragen casusafhankelijk. Integraal arrangeren gebeurt aan de tafel van de multidisciplinaire ondersteuningsteams op de scholen. Vanuit de loketfunctie van de samenwerkingsverbanden kan tevens de verbinding worden gelegd met de centra voor Jeugd en gezin/ Jeugdteams. In hoofdstuk wordt verder uitgewerkt hoe we zorgroute in het onderwijs en de jeugdhulproute verder met elkaar willen verbinden zonder afbreuk te doen aan de lokale infrastructuur. Gezamenlijke uitgangspunten Om de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en zorgpartners in de Drechtsteden tot een succes te maken hanteren we als belangrijkste uitgangspunt:

23 8 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Eén kind, één gezin, één plan. Daarnaast zijn belangrijke uitgangspunten: We zetten vooral in op preventie; We zorgen voor goede samenwerking/ verbinding tussen onderwijs, gemeenten en zorgpartners; We richten ons op kinderen en jeugdigen van 0 23 jaar; SBO en SO blijven gehandhaafd. Passend verbinden is vooral noodzakelijk bij de volgende problematiek van kinderen/jeugdigen (en/of in sommige gevallen hun ouders) 1 : Het hebben van een lichamelijke en/of zintuiglijke handicap. Het hebben van een langdurige (somatische) aandoening. Het hebben van een (licht) verstandelijke handicap. Het hebben van een psychiatrische aandoening. Het vertonen van gedragsproblemen. Dit kunnen op zichzelf staande problemen zijn, maar ze kunnen ook worden veroorzaakt door de directe omgeving van het kind ofwel de opvoedsituatie. Daarnaast kunnen de gedragsproblemen het gevolg zijn van een van de eerder genoemde problemen. Handelingsverlegenheid van ouders/opvoeders. Het hebben van leerproblemen als gevolg van één of meer van de voorgaande problemen. Het beeld van deze problemen is divers, maar het uit zich meestal in gedrags- en/of leerproblemen. Vaak doet zich een combinatie van deze problemen voor. Doelen Het hoofddoel van de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en zorgpartners in de Drechtsteden is als volgt geformuleerd: Onderwijs en gemeenten stemmen de ondersteuning binnen de scholen en de mogelijkheden van zorg buiten de school voor jeugdigen (0 t/m 23 jaar) optimaal op elkaar af. We komen tegemoet aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften in de ontwikkeling van jeugdigen waardoor zij een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces doormaken en uiteindelijk een passende plaats in het arbeidsproces verwerven en actief participeren in de samenleving. Achterliggende kernwoorden bij deze doelstelling zijn: thuis- en gezinsnabij en uitgaan van ontwikkelingsbehoeften. De samenwerking en afstemming tussen onderwijs, gemeenten en zorgpartners moet leiden tot: a) Preventie Basisondersteuning van de scholen voldoet minimaal aan de basiskwaliteit conform de norm van de onderwijsinspectie, aan criteria voor gezondheid, welzijn en veiligheid b) Signalering In scholen, kinderopvang en buurten. Verbreding van onderwijsachterstanden en leerachterstanden met psychosociale problemen en gezinsproblemen. c) Integrale (multidisciplinaire) beoordeling/weging Op scholen, in de gemeente, samenwerkingsverbanden/regio Nieuwe gecombineerde en verbonden rol voor Zorgteams en Centra voor Jeugd en Gezin d) Arrangeren (denken in ondersteuning en hulp) Voor kinderen, gezinnen en leerkrachten Werkwijzen met simpele procedures Criteria liggen in de (ondersteunings)behoeften e) Arrangementen bieden Integraal ondersteuningsarrangement 1 Uit het rapport Combinaties van zorg bij jeugdigen Deel 1 Analyse 8 regelingen (samenhang en uitsluitingen van regelingen) van B&A Consulting BV.

24 9 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Interventies, tussenvoorzieningen, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, jeugdhulpverlening, opvoedingsondersteuning etc. Dit betekent zowel verbetering in processen als in opbrengsten. Positieve uitkomsten van de samenwerking en afstemming voor jeugdigen moeten zichtbaar worden in maatschappelijke resultaten: Meer jongeren behalen een startkwalificatie Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen uit arbeid Meer jongeren participeren actief in de samenleving Doorgaande ontwikkellijn van een kind als uitgangspunt Met de meeste kinderen in de Drechtsteden gaat het goed. Deze kinderen groeien op in een prettige thuissituatie en maken deel uit van een sociaal netwerk. Ze doorlopen zonder veel problemen het reguliere primair en voortgezet onderwijs, kiezen een passende vervolgopleiding en vinden hun plek op de arbeidsmarkt. Echter, een deel van de kinderen ondervindt hierbij problemen en heeft een ondersteuningsbehoefte op bepaalde momenten in zijn/ haar ontwikkeling. Voor deze kinderen is het van belang dat we in de Drechtsteden een samenhangend onderwijs-zorgnetwerk vormen zodat we deze kinderen optimaal kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling. Intersectoraal werken bevordert een goede begeleiding van kwetsbare kinderen in de overgang tussen onderwijssectoren (voorschool primair onderwijs voortgezet onderwijs beroepsonderwijs). Uitgangspunt hierbij is "wat heeft dit kind in deze situatie nodig, hoe gaan we dat organiseren en arrangeren, wie hebben we daarvoor nodig en hoeveel kost het. Dit vereist een flexibele inzet van expertise en voorzieningen die deel uit maken van de expertise en voorzieningen van samenwerkingsverbanden en gemeente (preventieve veld CJG en jeugdteams). We zetten ons samen in voor een vloeiende doorgaande ontwikkellijn voor ieder kind. We beschouwen de reguliere onderwijsroute daarbij als basis voor de doorgaande ontwikkellijn. Waar nodig bieden we een kind extra, passende ondersteuning en bij multidisciplinaire problematiek zetten we integrale arrangementen in. 3.3 Prioriteiten in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp In het realiseren van de doorgaande ontwikkelingslijn zien we een aantal thema's die aandacht behoeven. In deze paragraaf komen de onderdelen van de samenwerkingsagenda aan bod waarvan de deelnemers aan het bestuurlijk platform gezamenlijk prioriteit willen geven. Deze onderdelen worden verder uitgewerkt tot concrete voorstellen en acties die een bijdrage leveren aan de lokale en regionale verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp. Hieronder staan de thema's opgesomd. De eerste vier thema's hebben prioriteit: in de periode focussen we op deze thema's. Thema's 5-9 staan op de voorraadagenda: deze thema's hangen samen met de prioriteiten, maar we pakken ze in eerste instantie niet in subregionaal verband als apart thema op. Lokaal kunnen deze thema's wel prioriteit hebben Thema "Verbinding Zorgroute Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs en Jeugdhulp" Bijna alle kinderen en jongeren brengen een groot deel van hun dag door op school. Professionals binnen de scholen kunnen eventuele problemen in de ontwikkelingen van kinderen al vroeg signaleren. Door scholen wordt, al dan niet met expertise vanuit de samenwerkingsverbanden, ondersteuning geboden. In eerste instantie is die ondersteuning gericht op de didactische ontwikkeling van kinderen (vanuit een breder perspectief dan alleen leren). Deze preventieve ondersteuning beperkt zich niet tot de school. Opvoed- en opvoedondersteuning moet integraal onderdeel zijn van het totale zorg- en ondersteuningssysteem rond de school en het gezin. Goede communicatie, afstemming en samenwerking tussen scholen en de lokale jeugd- en gezinshulp is daarom van cruciaal belang. In de hulpbehoefte van jeugdigen valt onderscheid te maken tussen onderwijsondersteuning (verantwoordelijkheid samenwerkingsverbanden) en jeugd- en gezinshulp (verantwoordelijkheid gemeenten). In de praktijk blijkt dat er in een deel van de casuïstiek zowel behoefte is aan onderwijszorg als aan jeugd- en/of gezinshulp. Bij dergelijke casussen streven we naar integraal arrangeren: onderwijs- en (jeugd)hulppartners komen, in overleg met jeugdige en ouders, gezamenlijk tot een arrangement. Integraal arrangeren gebeurt aan

25 10 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden de tafel van de multidisciplinaire ondersteuningsteams op de scholen, en/of aan de tafel van de loketfunctie van de samenwerkingsverbanden. Wat gaan we hiervoor doen? We organiseren een bottom-up leerstructuur, met als doel om op uitvoeringsniveau good practices en structurele knelpunten te detecteren, en deze waar nodig te agenderen op beleids- en/of bestuurlijk niveau. We hebben een regionale regiegroep samengesteld die verantwoordelijk is voor de bottom-up leerstructuur. De regiegroep heeft de opdracht om in iedere gemeente lokale leertafels in te richten (aansluitend bij de al bestaande lokale structuur) waarbij professionals uit het onderwijs en de jeugdhulp met elkaar in gesprek gaan over de verbinding onderwijs-jeugdhulp in de praktijk. De regionale regiegroep bundelt en duidt de besproken thema's, en agendeert vervolgens de thema's die bestuurlijke aandacht vragen bij het Bestuurlijk platform Passend Verbinden. In eerste instantie vinden er in de periode september 2015 februari 2016 drie bijeenkomsten van de leertafels plaats in iedere gemeente. Onderstaande (sub)thema's zijn onderwerpen die we in ieder geval als vraagstukken bij de lokale leertafels willen neerleggen. Welke (sub)thema's hangen hiermee samen? - rol/functie/positie SMW, jgz en orthopedagogen in zorgroute; - aansluiting voorschoolse voorzieningen en buitenschoolse opvang; - schakelmomenten voorschool-po, PO-VO, VO-MBO, VO-arbeidsmarkt, MBO-arbeidsmarkt; - privacy; - thuiszitters en voortijdig schoolverlaters; - woonplaatsbeginsel. - rol huisartsen inzake jeugdhulp: ook huisartsen kunnen jeugdigen doorverwijzen naar jeugdhulp. Op het niveau van Zuid Holland-Zuid worden door de Serviceorganisatie afspraken gemaakt met huisartsen over de afstemming en verhouding tussen huisartsen en centra voor Jeugd en gezin/ Jeugdteams inzake het doorverwijzen naar jeugdhulp. Deze afspraken zijn ook voor het onderwijs relevant. Ontwikkelingen op dit gebied worden medegedeeld in het Bestuurlijk platform Passend Verbinden Thema "Verbinding MBO en Jeugdhulp" Net als PO- en VO-scholen heeft het MBO een belangrijke signalerende functie met betrekking tot de problematiek van jeugdigen. Ook voor leerlingen op het MBO die kampen met problemen geldt dat vaak zowel behoefte is aan onderwijszorg als jeugdhulp (tot 18). Een goede communicatie, afstemming en samenwerking tussen het onderwijs en de lokale jeugd- en gezinshulp is daarom erg belangrijk. De casuïstiek die onder jeugdigen op het MBO speelt verschilt echter wel van PO en VO. "Jongeren van jaar maken een specifieke ontwikkelfase door die zich onder andere kenmerkt door een groei naar volwassenheid en zelfstandigheid. Ouders raken in deze fase meer op de achtergrond en zijn voor sommige jongeren niet (meer) aanwezig. Deze leeftijdsgroep kenmerkt zich juist door eigen verantwoordelijkheid, soms al voor eigen kinderen.", aldus het NJi (2014) in het rapport 'MBO als Wijk, verbinden vanuit een ander perspectief'. Dit vraagt om affiniteit met de doelgroep (MBO-leerlingen) en specifieke expertise van de betreffende zorgprofessional. Het MBO voegt daaraan toe dat het in het kader van integraal arrangeren ook belangrijk is dat de zorgprofessional affiniteit heeft met het MBO als instelling. Wederom is communicatie, afstemming en samenwerking cruciaal. Ter verbinding van onderwijs en zorg bestaat vanuit het MBO de wens om een jeugdteamlid met affiniteit met de doelgroep en het MBO aan te laten sluiten bij het al operationele "Zorg, Onderwijs, Werk"-loket (ZOWloket). De regiofunctie van het MBO in combinatie met het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet is daarbij een aandachtspunt. Bovendien treedt ook het vraagstuk 18-/18+ op bij de doelgroep MBO-leerlingen. Zaak is om met alle betrokken partners te zoeken naar gezamenlijke werkwijze waarmee we de doelgroep MBO-leerling passend ondersteunen vanuit een ononderbroken zorglijn (overgang 18- naar 18+). Hierbij is ook de aansluiting met de arbeidsmarkt belangrijk: sommige jeugdigen zijn geholpen met een passende werkplek, in plaats van het inzetten van een onderwijszorg- en/of jeugdhulparrangement.

26 11 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Wat gaan we hiervoor doen? Vanuit gemeente Dordrecht is een bestuurlijk overleg geïnitieerd met Drechtstedenpartners aan tafel over problematiek bij jongeren tussen 16 en 27. Na een grondige inventarisatie van de behoeften en problematiek van de doelgroep in Dordrecht (via de methode Social Lab) is door deze bestuurlijke tafel vastgesteld dat het vraagstuk rondom de doelgroep vijf domeinen kent, te weten: onderwijs, werk/participatie/dagbesteding en inkomen/schulden, begeleiding, zorg, wonen. Een concrete uitwerking van de opdracht volgt in het najaar van Met betrekking tot de domeinen onderwijs en zorg zoeken we vanuit het Bestuurlijk platform Passend Verbinden nadrukkelijk de verbinding en samenwerking met deze bestuurlijke tafel. De doorontwikkeling en versteviging van het ZOW-loket heeft van beide bestuurlijke tafels de aandacht. Het Bestuurlijk overleg benadert deze opgave in de volle breedte van de vijf domeinen. Een deel van de opgave, namelijk de verbinding MBO met jeugdhulp <18, landt bij het Bestuurlijk platform Passend Verbinden. Ten behoeve van de verbinding MBO met jeugdhulp <18 werken we vanuit het platform Passend Verbinden een voorstel uit voor een pilot waarbij een jeugdteamlid wordt toegevoegd aan het ZOW-loket. Een soortgelijk initiatief wordt voorbereid voor de locatie in Gorinchem. Aanleiding is het feit een MBO-instelling leerlingen heeft vanuit de hele regio, en inzake jeugdhulp met veel verschillende gemeenten moet afstemmen. Integraal arrangeren vereist bovendien specifieke kennis van MBO-leerlingen die niet per definitie in de lokale Jeugdteams terug te vinden is. De jeugdteamleden kunnen verschillende functies vervullen in het loket: zelf hulp bieden aan jeugdigen; functioneren als brugfunctionaris in de verbinding met de lokale zorg. Op deze manier wordt het principe één gezin één plan geborgd; doorverwijzen naar gespecialiseerde zorg, in overleg met lokale zorg; bieden van kritische reflectie aan het onderwijs / ZOW-loket. Door middel van deze pilot onderzoeken we of dit een goede werkwijze is om de doelgroep MBO-leerling <18 passend te ondersteunen. Het voorstel voor de pilot wordt eind 2015 aan het Bestuurlijk platform Passend Verbinden gepresenteerd. Vervolgens wordt het voorstel ter besluitvorming doorgeleid naar de juiste bestuurlijke gelederen inzake de inzet van de jeugdteamprofessionals. Welke (sub)thema's hangen hiermee samen? - Woonplaatsbeginsel; - Knip 18-/18+; - Aansluiting arbeidsmarkt; - Privacy; - Doorontwikkeling ZOW; - Laaggeletterdheid: samenhang/afstemming programma Tel mee met taal Thema "Dyslexiezorg" Dyslexiezorg voor leerlingen met niet-ernstige dyslexie behoort tot de basisondersteuning van scholen. Bij vermoeden van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) bij een jeugdige kan de school of de ouder een aanvraag doen voor aanvullende dyslexiezorg. Met de inwerkingtreding van de Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk voor de organisatie van dyslexiezorg. De toeleiding naar aanvullende dyslexiezorg gaat via de Jeugdteams. Voor gemeenten is de organisatie van dyslexiezorg een nieuwe taak. Het onderwijs heeft daarentegen veel ervaring met dyslexiezorg. Dat maakt dyslexiezorg bij uitstek een thema om gezamenlijk te benaderen: welke aandachtspunten ziet het onderwijs inzake dyslexiezorg, en hoe kunnen gemeenten daaraan gehoor geven in de organisatie ervan? Wat gaan we hiervoor doen? Vertegenwoordigers van de samenwerkingsverbanden, Stichting Jeugdteams ZHZ en de Serviceorganisatie voeren gesprekken over de organisatie van en route naar dyslexiezorg. Doel is om gezamenlijk tot een procedure te komen per 1 januari Ook wordt gesproken over de contractering van zorgaanbieders.

27 12 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Welke (sub)thema's hangen hiermee samen? - routing naar dyslexiezorg; - contractering zorgaanbieders; - afname zorgkosten Thema "Spreiding voorzieningen" We hebben de ambitie dat iedere leerling in de Drechtsteden een passende onderwijsplek heeft, al dan niet in combinatie met jeugdhulp. Maatwerk en couleur locale zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Samen streven we naar een dekkend aanbod van voorzieningen. Wat gaan we hiervoor doen? We vormen samen een visie over wat we verstaan onder een dekkend aanbod. Op basis van een overzicht van de huidige voorzieningen en inzicht in kengetallen inventariseren we of ons aanbod dekkend is, of dat er "witte vlekken" zijn. In het geval van witte vlekken, stellen we gezamenlijk een ontwikkelplan op. Welke (sub)thema's hangen hiermee samen? - kengetallen; - huidige voorzieningen; - leerlingenvervoer; - onderwijshuisvesting; - NT2-onderwijs; - verbinding cluster 1 en Voorraadagenda Onderstaande thema's zijn wel benoemd als onderwerpen die samenhangen met passend verbinden, maar in eerste instantie pakken we deze niet als apart thema op Thema "Relatie aanpak Leerplicht, Voorkomen Schooluitval, Voortijdig Schoolverlaten en Thuiszitters" Zoals eerder vermeld streven we ernaar dat iedere leerling in de Drechtsteden een passende onderwijsplek heeft. Door versterking van de doorgaande lijn in de Drechtsteden willen we voorkomen dat leerlingen uitvallen in het onderwijs of thuis komen te zitten. Leerplicht en de aanpak Voortijdig Schoolverlaten is belegd op regionaal niveau bij de Dienst Gezondheid en Jeugd. De Dienst is vertegenwoordigd in het bestuurlijk en ambtelijk platform passend verbinden. Via de Dienst en de regionale (Zuid-Holland Zuid) aanpak zijn verzuimende jeugdigen in beeld, kennen we de belangrijkste oorzaken van thuiszitten en knelpunten bij plaatsing. We zien een daling in het aantal voortijdig schoolverlaters regionaal. Het is van belang dit onderwerp zowel lokaal als Drechtstedelijk aandacht te blijven geven om te bewerkstelligen dat het aantal VSV-ers blijft dalen en dat door goede aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp de juiste ondersteuning geboden wordt aan leerlingen. Thema's die hierbij om aandacht vragen: - Overstapmomenten: hoe organiseren we een warme overdracht, doorlopende zorglijn, sluitend vangnet voor uitvallers en maatwerkconstructies voor jongeren die tussen diverse wettelijke regels vallen? - Entree-onderwijs en afspraken over bindend studieadvies: dossiervorming, inschakeling BLVS/ZAT/ZOW. - Bovenschoolse opvang. - Verbinding MBO-jeugdzorg. - Toeleiding naar werk: realiseren stage- en arbeidsplaatsen, overeenkomsten entreeleerlingen en pro/vso-leerlingen Thema "Aantakking voorschoolse voorzieningen" In het kader van preventie en vroegsignalering is het wenselijk dat de voorschoolse sector (0-4) goed is aangehaakt op het de samenhangende structuur die we met elkaar (onderwijs, gemeente en zorg) realiseren.

28 13 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Binnen de Drechtsteden wordt hier al op verschillende manieren gestalte aan gegeven, zoals bijvoorbeeld kindcentra 0-12, en afspraken over een "warme overdracht" tussen voorschoolse voorzieningen en basisscholen. Ook zijn/worden op lokaal niveau al afspraken gemaakt over de verbinding tussen de voorschoolse sector en de ondersteuningsteams. In eerste instantie laten we dit thema dan ook een lokaal aandachtspunt. Wel is het thema als aandachtspunt benoemd in de bottom-up leerstructuur (zie thema 1). Indien er structurele knelpunten komen bovendrijven in de regionale regiegroep, kunnen we besluiten het thema alsnog op het niveau van de Drechtsteden op te pakken Thema "Leerlingenvervoer" Bij integraal arrangeren hoort ook het aspect leerlingenvervoer: is het arrangement gezien de reisafstand wel de beste oplossing voor de leerling? En welke kosten levert het arrangement qua leerlingenvervoer op? De afstemming op dit thema een blijft een lokaal aandachtspunt. Leerlingenvervoer kan in het kader van de spreiding van voorzieningen (thema 4) wel een aanverwant onderwerp zijn op Drechtstedenniveau Thema "Onderwijshuisvesting" Onderwijshuisvesting faciliteert de toegankelijkheid van onderwijs. Passend onderwijs kan vragen om aanpassingen in de onderwijshuisvesting. In geval van nieuwbouw kan expertise vanuit het speciaal onderwijs worden benut om ruimten nog multifunctioneler en toegankelijker te maken. Onderwijshuisvesting valt onder de verantwoordelijkheid van de lokale colleges. De afstemming op dit punt blijft een lokaal thema. Eventueel kan onderwijshuisvesting in het kader van spreiding van voorzieningen (thema 4) op Drechtstedenniveau aan de orde komen Thema "Verbinding Diagnostisch meldpunt onderwijs en Diagnostisch Advies Netwerk" Binnen het onderwijs maken professionals gebruik van een Diagnostisch meldpunt. Een Intern Begeleider van een school kan, na overleg met een of meerdere functionarissen van het ondersteuningsteam en met toestemming van ouders, besluiten om een leerling aan te melden voor nader psychodiagnostisch onderzoek. Deze onderzoeken worden verricht door medewerkers van het Diagnostisch Meldpunt. Deze voorziening is binnen de samenwerkingsverbanden georganiseerd. Binnen jeugdhulp maken professionals gebruik van het Diagnostisch Advies Netwerk. Een professional uit het jeugdteam kan bij het Diagnostisch Advies Netwerk terecht voor advies, consultatie en specialistische diagnoses. Deze voorziening is op Zuid- Holland Zuid niveau georganiseerd. Het betreft twee voorzieningen die met hetzelfde doel zijn ingericht: Waar nodig ondersteuning door middel van consultatie en advies aan professionals en in voorkomende gevallen diagnostisch onderzoek. Om tot integrale adviezen en integrale arrangementen te komen is het van belang dat gekeken wordt welke verbindingen hier gelegd kunnen worden, of dit ook anders georganiseerd kan worden ten bate van kinderen.

29 14 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Hoofdstuk 4: Financiën, planning en vervolg 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk is een korte financiële paragraaf opgenomen. Daarnaast wordt uiteengezet welke vervolgstappen er worden genomen voor de vaststelling van en implementatie van de regionale samenwerkingsagenda passend verbinden in de Drechtsteden. 4.2 Financiën Aan de samenwerkingsagenda is geen budget toegewezen. De samenwerkingsagenda beschrijft de gezamenlijk bepaalde koers, waar iedere partner vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid inzet op levert. In de uitwerking van de thema's zal blijken of een thema ook om een financiële bijdrage van de partners vraagt. Indien dat het geval is, zullen partners hiervoor bestaande gelden moeten aanwenden. De samenwerking moet leiden tot effectieve en efficiënte methoden. 4.3 Planning en vervolg In deze paragraaf wordt uiteengezet op welke wijze de regionale samenwerkingsagenda wordt vastgesteld en welke stappen en opgaven hieruit volgen. Vaststelling van de samenwerkingsagenda Onderdeel Planning Bespreking concept samenwerkingsagenda agenda ambtelijk Mei 2015 Bespreking concept samenwerkingsagenda voorbereidingsplatform Juni 2015 Bespreking concept samenwerkingsagenda bestuurlijk platform Juni 2015 Verwerking van de aanvullingen van alle betrokkenen Juni 2015 Aanbieding samenwerkingsagenda lokale colleges ter vaststelling (ter informatie naar de gemeenteraad) Aanbieding begin juli 2015 Vaststelling september 2015 Aanbieding samenwerkingsagenda aan de besturen van de samenwerkingsverbanden ter vaststelling Aanbieding begin juli 2015 Vaststelling september 2015 Aanbieding samenwerkingsagenda betrokken jeugdhulppartners ter vaststelling Aanbieding begin juli 2015 Vaststelling september 2015 Communicatie over de samenwerkingsagenda richting achterban door Oktober 2015 middel van een nieuwsbrief Vervolgstappen implementatie samenwerkingsagenda Na de vaststelling van de regionale samenwerkingsagenda is de belangrijkste vervolgstap om met de thema's van de agenda verder te gaan in de bottom up leerstructuur. Hieronder een grove planning. Onderdeel Planning Voorbereiden bottom up leerstructuur Mei juli 2015 Inbedding lokale leertafels in lokale structuur Vanaf augustus september 2015 Start lokale leertafels met thema's van de Vanaf Oktober 2015 samenwerkingsagenda Ontwikkelplan verbinding zorgroute PO / VO - Signaleren en analyseren samenhang en Jeugdhulp aandachtspunten oktober 2015 december 2015 Bestuurlijk gesprek aandachtspunten januari 2016 Ontwikkelplan vaststellen april 2016 Ontwikkelplan verbinding MBO en jeugdhulp Voorbereidingen pilot juni oktober 2015 Uitvoeren pilot vanaf november 2015 Bestuurlijk gesprek eerste bevindingen maart 2016 Ontwikkelplan vaststellen juni 2016 Ontwikkelplan Dyslexiezorg Voorbereidingen nieuwe aanpak april juni 2015

30 15 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Bestuurlijk uitgangspunten vaststellen september 2015 Start inkoopproces 2016 oktober 2015 Ontwikkelplan Spreiding onderwijsvoorzieningen In kaart brengen alle voorzieningen onderwijs en jeugdhulp mei oktober 2015 Inzicht in kengetallen oktober 2015 Bestuurlijk gesprek over dekkend aanbod najaar 2015 Bestuurlijke vaststelling ontwikkelplan april 2016 Thema's oppakken voorraadagenda Vanaf 2017 Voortgangsrapportage richting colleges April 2016 Informatievoorziening richting professionals September 2015 Januari 2016 Mei 2016

31 16 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Bijlage: Samenvatting "Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden" Aanleiding Met de stelselwijziging Passend onderwijs en de transitie jeugdhulp wordt de verantwoordelijkheid voor hulp aan kinderen en gezinnen die extra ondersteuning nodig hebben, belegd bij schoolbesturen en gemeenten. Schoolbesturen krijgen de opdracht en de middelen om elk kind passend onderwijs te bieden. Gemeenten worden verantwoordelijk voor hulp aan jeugdigen en ouders in gezin, wijk en buurt. Beiden krijgen de opdracht om de speelvelden met elkaar te verbinden en de plannen over en weer af te stemmen. Dat ligt voor de hand omdat de achterliggende gedachte dezelfde is, namelijk effectiever, sneller en preventiever ondersteuning bieden aan kinderen en ouders die hulp nodig hebben bij opgroeien, opvoeding en onderwijs. De spiegelwetgeving met betrekking tot passend onderwijs en de concept Jeugdwet biedt een kader om de ondersteuning van jeugdigen in en buiten scholen integraal aan te pakken, dicht bij hun belangrijkste leefdomeinen. In beide wetten zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot wederzijdse afstemming tussen schoolbesturen/samenwerkingsverbanden en gemeenten omtrent het ondersteuningsplan enerzijds en het gemeentelijke plan voor de jeugdhulp (visienota en plan van aanpak) anderzijds. Daarmee ontstaat een nieuwe, horizontale bestuurlijke verhouding tussen gemeenten en schoolbesturen en worden zij samen verantwoordelijk voor een sluitend aanbod aan ondersteuning en hulp voor jeugdigen en hun ouders/gezinnen 2. Samenwerking in de Drechtsteden: visie en doelstellingen Samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en gemeenten hebben elkaar nodig. Gezamenlijk kunnen we meer tot stand brengen dan alleen. VO Raad, PO Raad en VNG vullen hierop aan mits er sprake is van een gezamenlijke visie, mits de rolverdeling helder is, mits er een efficiënte en effectieve overlegstructuur is ingericht en mits men de vinger aan de pols en elkaar aan de afspraken houdt. Gemeenten, samenwerkingsverbanden en zorgpartners in de Drechtsteden voelen het nut en de noodzaak (urgentie) om er voor te zorgen dat geen kind buitenboord valt en hebben dit neergelegd in de volgende visie: Jeugdigen in de Drechtsteden krijgen kansen zich te ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving. Scholen en gemeenten dragen en voelen een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het welzijn en welbevinden van kinderen en gezinnen. Kern hiervan is wat jeugdigen en gezinnen nodig hebben om een optimaal ontwikkelproces voor jeugdigen mogelijk te maken en een passende plaats in het arbeidsproces te verwerven. Het gaat daarbij om gerichte ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de eigen (pedagogische) kracht van kind, gezin en school. Om de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en zorgpartners in de Drechtsteden tot een succes te maken hanteren we als belangrijkste uitgangspunt Eén kind, (één gezin), één plan, daar waar passend verbinden noodzakelijk is. Daarnaast zijn belangrijke uitgangspunten: Preventie Samenwerking/ verbinding tussen onderwijs, gemeenten en zorginstellingen We richten ons op kinderen en jeugdigen van 0 23 jaar; Handhaven van SBO/SO 2 Uit de handreiking van de VO Raad, PO Raad en VNG: De verbinding van passend onderwijs en zorg voor jeugd.

32 17 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Er liggen goede kansen voor een integrale aanpak en ontschotting van onderwijs-, opvoed- en opgroeihulp. Hoofddoel van de samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en zorgpartners in de Drechtsteden: Onderwijs en gemeenten stemmen de ondersteuning binnen de scholen en de mogelijkheden van zorg buiten de school voor jeugdigen (0 t/m 23 jaar) optimaal op elkaar af. We komen tegemoet aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften in de ontwikkeling van jeugdigen waardoor zij een zo optimaal mogelijk ontwikkelingsproces doormaken en uiteindelijk een passende plaats in het arbeidsproces verwerven en actief participeren in de samenleving. De samenwerking en afstemming in de Drechtsteden moet leiden tot: a) Preventie b) Signalering c) integrale (multidisciplinaire) beoordeling/weging d) arrangeren (denken in ondersteuning en hulp) e) arrangementen De positieve uitkomsten van de samenwerking moeten zichtbaar worden in maatschappelijke resultaten (onder andere): Meer jongeren behalen een startkwalificatie Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen uit werk Meer jongeren participeren actief in de samenleving Minder jeugdmaatregelen Minder beroep op residentiële zorg Van een gezamenlijke missie naar een gezamenlijke agenda Enerzijds hebben gemeenten en onderwijs (en zorgpartners) duidelijk onderscheiden eigen verantwoordelijkheden. Daarnaast hebben we een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor samenhang tussen onderwijsondersteuning in de school en jeugd- en welzijnsvoorzieningen, opvoedings- en opgroeiondersteuning en jeugdhulp buiten de school. Ook ten aanzien van onderwerpen als voor- en vroegschoolse educatie, voortijdig schoolverlaten en de overgang onderwijs arbeidsmarkt zijn we op elkaar aangewezen. Op deze laatste domeinen wordt in de Drechtsteden al meer of minder intensief samengewerkt. Er wordt meerwaarde gezien in een regionaal platform waar onderwijs en gemeenten (en andere partners op afroep) de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden en de plannen rondom zorg voor jeugd besproken kunnen worden. Er is behoefte aan één tafel waar de verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd wordt gelegd en waar de zes gemeenten vertegenwoordigd zijn en zowel de samenwerkingsverbanden van Dordrecht als die van de Drechtsteden aan tafel zitten. Ondanks de schaalvergroting van de samenwerkingsverbanden is er op dit moment nog geen dekkend onderwijscontinuüm. De VO Raad, PO Raad en VNG geven hierover aan: - sommige specialistische voorzieningen hebben een dusdanig specifieke doelgroep dat zij enerzijds een groter voedingsgebied kunnen bedienen, maar dat anderzijds ook nodig hebben om de kwaliteit van hun aanbod te kunnen garanderen; - Hetzelfde geldt voor sommige vormen van jeugdhulp waarvoor regionale afstemming gewenst en nodig is; - Regionaal moet worden afgestemd welke speciale voorzieningen er nodig zijn, wat de omvang van de populatie is en hoe in de regio de voorzieningen zo goed mogelijk kunnen worden gespreid, zodat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn en de bereikbaarheid zo optimaal mogelijk is met behoud van kwaliteit

33 18 Regionale Samenwerkingsagenda Passend Verbinden Drechtsteden Iedere verandering in onderwijsaanbod heeft invloed op leerlingenstromen en daarmee consequenties voor bekostiging van onderwijsondersteuning en leerlingenvervoer - Samenwerking tussen regulier onderwijs en speciaal onderwijs leidt tot meer maatwerk in de vorm van arrangementen. Ook deze ontwikkelingen hebben invloed op de leerlingenstromen. De samenwerkingsagenda wordt in belangrijke mate bepaald door de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden en de consequenties daarvan voor het gemeentelijk beleid en door het beleid van de gemeenten ten aanzien van de Nieuwe Jeugdwet en de effecten daarvan op de plannen van de samenwerkingsverbanden. In de Wet Passend Onderwijs is de verplichting opgenomen voor samenwerkingsverbanden PO en VO en gemeenten om te komen tot een procedure voor het op overeenstemming gericht overleg. Omdat de samenwerkingsverbanden in de Drechtsteden met meerdere gemeenten zaken moeten doen ligt het voor de hand deze procedure regionaal vast te leggen. Vanuit de Jeugdwet worden gemeenten verplicht overleg te voeren met de samenwerkingsverbanden over de plannen rondom zorg voor jeugd. Gezien de regionale samenwerking in het kader van de transitie jeugdhulp is de wens om dit overleg inclusief de gemeente Dordrecht en de Dordtse samenwerkingsverbanden vorm te geven. Voorgesteld wordt na vaststelling van de Kadernotitie passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden de procedure uit te werken en vast te stellen voor een regionale samenwerkingsagenda. Voorgesteld wordt in 2013 het OOGO over de concept ondersteuningsplannen met de samenwerkingsverbanden PO en VO met scholen in Alblasserdam, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht regionaal te voeren en het OOGO met de samenwerkingsverbanden PO en VO in Dordrecht nog apart gezien de verschillende fasen waarin de juridische vormgeving van de nieuwe samenwerkingsverbanden en de totstandkoming van de concept ondersteuningsplannen zich bevinden. Ook voor het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) heeft de Wet Passend Onderwijs gevolgen. De wet kent voor het MBO geen verplichting om op overeenstemming gericht overleg te voeren met gemeenten. De MBO Raad geeft aan dat zij weinig verschuivingen verwachten binnen de opleidingen van niveau 2,3 en 4. Op niveau 1 is mogelijk wel een toename te verwachten van instroom van leerlingen zonder diploma uit het voortgezet onderwijs. In eerste instantie is de focus daarom vooral gelegd op het primair en voortgezet onderwijs in de Drechtsteden. Het MBO wordt nu bij de verdere ontwikkelingen en het voorbereidingsplatform betrokken zodat er goede afstemming in het kader van de transitie jeugdhulp kan plaatsvinden. Inhoudelijke verbinding passend onderwijs en zorg voor jeugd Onderwijs en gemeenten moeten samen en in samenhang passend onderwijs en passende opvoed- en opgroeiondersteuning bieden voor het kind en het gezin. In de Drechtsteden proberen we daarom op kleine schaal uit hoe expertise uit de geïndiceerde zorg (JGZ, GGZ) eerder kan worden ingezet zonder dat daar indicaties voor nodig zijn. We kijken in praktijk hoe door preventieve inzet van jeugdhulp in ondersteuningsteams of bovenschoolse zorgteams de inzet van zwaardere zorg kan worden voorkomen. Ook willen we gebruikmakend van het transitiebudget voor jeugdhulp - aan de slag met nieuwe/ innovatieve ideeën die tot minder jeugdmaatregelen en minder beroep op residentiële moeten leiden. De ervaringen die hiermee worden opgedaan leveren input voor het ontwerp voor de regio in het kader van zorg voor jeugd.

34 4 SOC - CIB Voortgang Sociaal team Sliedrecht 1 ab - CIB Voortgang Sociaal Team Sliedrecht, Wmo-team Q2.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 17 september 2015 Bijlagen 1 Zaaknr. - B&W besluit 15 september 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: Portefeuillehouder G.J. Visser-Schlieker besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Fatale termijn Nee Sociaal Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting Bijgaande stukken Ambtelijk contactpersoon College informatiebrief. Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: Voortgang Sociaal Team Sliedrecht, Wmo-team Q2 College informatiebrief d.d. 15 september 2015 en bijlage Annelies van den Dool Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

35 2 CIB Q Wmo lokaal def..pdf College informatiebrief Onderwerp: Mededelingen vanuit het college Datum: 15 september 2015 Portefeuille G.J. Visser-Schlieker 1. Voortgang Sociaal Team Sliedrecht Wmo-Team, Q2 Ruim een half jaar op weg, bieden wij u voor de tweede keer de kwartaalrapportage over de voortgang van het STS in 2015 aan. Terugkijkend op de inhoud van deze rapportages hebben wij u voornamelijk meegenomen in de ontwikkelingen en perikelen rondom het verwerven van gegevens en misschien nog wel vaker, het ontbreken van bepaalde gegevens. In de kwartaalrapportage proberen wij een beeld te schetsen van hoe het reilt en zeilt binnen het team en wat de stand van zaken is binnen het lokale Wmo uitvoeringsprogramma. Wat hier vooral uit naar voren is gekomen, zijn de uitdagingen waarvoor het team staat in de uitvoering van haar taak. De cijfers die over de afgelopen maanden zijn verzameld, samen met de cijfers die we in de komende maanden nog zullen verzamelen, vormen een goede basis aan ervaringscijfers en zullen vooral dienst doen als nulmeting over Dat de rapportage inhoudelijk nog niet is wat het moet zijn, daar zijn wij ons volledig van bewust. Er wordt hard gewerkt aan een centraal registratiesysteem zodat we sneller en efficiënter kunnen rapporteren en monitoren. Het derde en vierde kwartaal verwachten we hierin de nodige slagen te kunnen maken. Zoals we eerder hebben gezegd: we leren nog iedere week. Dit geldt dus ook voor de vorm van de kwartaalrapportage. Het doorontwikkelen van de monitoring en rapporteren blijft voorlopig een terugkerend item op onze agenda. In de bijlage vindt u het kwantitatieve reguliere verslag van het StS, conform het lokale Wmo- Uitvoeringsplan. De kwantitatieve cijfers laten een redelijk constant beeld zien en zijn vergelijkbaar met die van het eerste kwartaal. In juni 2015 is een lichte stijging te zien. Verder is er een tabel opgenomen waarin gemeld is hoeveel dossiers er zijn behandeld en hoe lang de doorlooptijd hiervan is geweest. In totaal zijn er 31 dossiers behandeld. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De loco-secretaris, De burgemeester, drs. S.G.A.F. Karnebeek drs. A.P.J. van Hemmen

36 3 By 1 - CIB Q2 StS.pdf Bijlage 1: Voortgang Sociaal team Sliedrecht (StS) Wmo, 2 e kwartaal 2015 Overzicht kwantitatieve gegevens Contacten Q met het Wmo-loket als toegang tot het StS: Maand Telefonisch contact Gemeld aan het loket Januari Februari Maart (t/m 23 mrt) Contacten Q met het Wmo-loket als toegang tot het StS: Maand Telefonisch contact Gemeld aan het loket April Mei Juni Telefonisch en aan het loket worden vooral vragen gesteld die betrekking hebben op: - Algemene voorzieningen en Maatwerkvoorzieningen - Eigen bijdrage CAK - Diverse vragen rond- en over PGB - Parkeervoorzieningen voor gehandicapten - Vervallen regelingen en alternatieven - Hulp bij het invullen van formulieren - Informatie over Schulphulpverlening, Vrijwilligerswerk en Mantelzorgondersteuning - Meervoudig complexe vragen met een doorverwijzing naar het StS - Vragen over Jeugdzorg Dossiers in Q behandeld door het StS (meervoudig complex): nr geopend gesloten onderwerp apr 18-mei psy-soc apr 4-mei psy-soc apr 4-mei multi apr 18-mei huur/fin apr 4-mei opvoed apr 1-jun huur/fin apr 18-mei huur/fin apr 1-jun huur/fin mei 24-apr huur/fin mei 1-jun psy-soc

37 mei 1-jun psy-soc mei huur/fin mei psy-soc mei huur mei 22-jun psy-soc jun psy-soc jun huur/fin jun huur/fin jun huur/fin jun zorg/med jun 22-jun zorg/med jun psy-soc jun psy-soc jun opvoed jun multi jun psy-soc jun huur/fin jun huur/fin jun huur/fin jun huur/fin jun huur/fin totaal: 31 psy/soc huur/fin opvoed multi zorg/med 10 dossiers 15 dossier 2 dossier 2 dossiers 2 dossiers Vooruitblik: Binnen het StS zijn voor het 3 e en 4 e kwartaal in 2015 de volgende prioriteiten (conform het door de Raad geaccordeerde raadsvoorstel Het lokaal Uitvoeringsprogramma Wmo , vastgesteld op 16 december 2014): 1. Het ontwikkelen van een registratie(-model) voor individuele klantcontacten samen met team Jeugd; 2. De werkwijze binnen het StS optimaliseren door de opgedane lessen te verankeren in de gezamenlijke manier van werken. Het ontwikkelen van werkprocessen en het creëren van randvoorwaarden om deze te kunnen toepassen. De JSO-methodiek Ik-Wij-Wijk zou op termijn geschikt kunnen zijn om het StS verder door te ontwikkelen en individuele talenten van teamleden op de juiste plek te benutten binnen het team. 3. Huisvesting: het invulling geven aan een fysieke plek als uitvalsbasis van het StS. 4. PR en communicatie: herkenbaarheid, zichtbaarheid en bereikbaarheid.

38 5. Verdere invulling geven aan de tweede schil van betrokken professionals. Om wie gaat het? Wat is hun rol? Wat vragen wij van hen? En waar ligt hun meerwaarde? 6. Samen met Waardeburgh invulling geven aan de rol van de S1- of wijkverpleegkundige (met betrekking tot zorgaanspraken), de plek van de huisarts binnen het StS Wmo en het (bij hen) vergroten van het draagvlak voor de werkwijze in het team. 7. In het 4 e kwartaal wordt het Mantelzorgcompliment uitgevoerd.

39 5 FYS - WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) verzoek van bestuur OVK over project Kerkbuurt Sliedrecht WOB verzoek De Vries over de Kerkbuurt.pdf Vos-Hulleman, HM Van: Aalst, RPA van Verzonden: maandag 21 september :57 Aan: 'Firma de Vries' CC: Rekom, L van; Hemmen, APJ van; Karnebeek, SGAF; Vos-Hulleman, HM; Zwienen, KJ van; griffie Onderwerp: RE: WOB procedure project kerkbuurt sliedrecht Geachte heer De Vries, U hebt een WOB-verzoek ingediend bij de raad en het college, Voor wat betreft de raad wordt uw verzoek geplaatst bij de ingekomen stukken, in behandeling bij het college. Het is het college die dit soort verzoeken behandelt. De verdere correspondentie loopt dan ook via het college. Vriendelijke groet, Rumo van Aalst Griffier Van: Firma de Vries [mailto:info@firmadevries.nl] Verzonden: vrijdag 18 september :12 Aan: griffie <griffie@sliedrecht.nl> CC: Feddema-Wardenaar, MY <m.feddema@sliedrecht.nl> Onderwerp: WOB procedure project kerkbuurt sliedrecht Geacht college en raad Middels een beroep op wet openbaar van bestuur (wob) verzoeken wij u alle stukken betrekking hebbende op de procedure rond het project kerkbuurt aan ons ter beschikking te stellen. Bestuur OVK Voorzitter Anne de Vries Penningmeester Tineke Alblas Secretaris Hetty Vermaas 1

40 6 FYS - Brief VNG aan college en raad: Oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden Brief VNG over oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden.pdf,!!!!!!!!!191j101891w 1 GSD (3 5 0 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. uw kenmerk bijlage(n) (070) betreft ons kenmerk datum Oproep gemeenten beschikbaar ECSD/U september 2015 stellen verblijfseenheden Lbr. 15/070 Samenvatting Het aantal vluchtelingen neemt toe. Het COA heeft besloten om met extra maatregelen te komen om zowel de instroom te kunnen huisvesten, als de uitstroom van vergunninghouders te versnellen. Alleen dan kan het COA voldoende capaciteit beschikbaar houden om iedere vluchteling opvang te bieden. Daarom heeft het COA besloten de zelfzorgarrangement-regeling (zza) te verbreden naar gemeenten. Gemeenten kunnen een beroep doen op deze regeling. De VNG heeft met het COA afgesproken hierin samen op te trekken.

41 I G ) Aan de leden Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. (070) betreft Oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U Lbr. 15/070 bijlage(n) 1 datum 16 september 2015 Geacht college en gemeenteraad, Het aantal vluchtelingen dat asiel aanvraagt in Nederland groeit zo snel, dat voortdurend gezocht moet worden naar nieuwe maatregelen om zowel de instroom te kunnen huisvesten, als de uitstroom van vergunninghouders te versnellen. Alleen dan kan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voldoende capaciteit beschikbaar houden om iedere vluchteling opvang te bieden. Het COA wil inzetten op het versneld uitplaatsen van vergunninghouders die al zijn gekoppeld aan gemeenten; en door het instellen van 'regeling ZZA voor gemeenten'. Gemeenten kunnen een beroep doen op deze regeling. De VNG heeft met het COA afgesproken hierin samen op te trekken. Bij een zelfzorgarrangement gaat het niet om de huisvestingsprocedure die al bekend is bij de gemeenten, maar om tijdelijk onderdak in gemeenten voor vergunninghouders die nog niet zijn uitgeplaatst naar een gemeente. Huisvesting derhalve buiten de reguliere kaders. De bezetting van het COA bedraagt momenteel ca vreemdelingen. Binnen deze populatie bevindt zich een groep van ca vergunninghouders (vergunninghouders die al gekoppeld zijn in gemeenten en vluchtelingen die nog niet gekoppeld zijn). In de bijlage bij deze brief treft u het door het COA opgestelde overzicht per gemeente van het aantal gekoppelde vergunninghouders. Bij ruim 4800 personen is sprake van een (forse) vertraging in het uitplaatsingproces. Voor deze groepen wil het COA versneld stappen zetten. Daarvoor stelt COA ook faciliteiten beschikbaar en garandeert ondersteuning voor gemeenten.

42 Gemeentelijk Zelf zorg arrangement Gemeenten worden met nadruk verzocht om onderdak beschikbaar te (laten) stellen voor vergunninghouders en op te treden als 'gastheer'. Het gaat om tijdelijke huisvesting totdat de bemiddeling naar een gekoppelde gemeente is afgerond en de vergunninghouder zich definitief kan gaan vestigen. Uitgangspunten - Gemeenten geven bij het COA aan hoeveel vergunninghouders versneld naar de gemeente kunnen uitstromen; - COA levert de vergunninghouder aan de gemeente. In eerste instantie richt het COA zich op uitplaatsing van reeds aan gemeenten gekoppelde vergunninghouders. In dat geval is sprake van beëindiging van de opvang en telt de vergunninghouder direct voor de taakstelling. Maar het kan ook gaan om de (tijdelijke) opvang van vluchtelingen die bovenop de taakstelling van gemeenten komen. In dat geval wordt de ZZA in werking gezet, in afwachting van definitieve huisvesting in de gemeente waar de vergunninghouder aan gekoppeld is. De doelgroep bestaat dus uit vergunninghouders. Deze opvang is tijdelijk. Het is aan de gemeente om te bepalen langs welke weg aan de vergunninghouder onderdak geboden wordt. Financieel Het Gemeentelijk zelfzorg arrangement (GZZA) is een administratief eenvoudige opvangnnogelijkheid. Enerzijds is de recht- en doelmatigheid geborgd en aan de andere kant heeft de gemeente voldoende ruimte om vluchtelingen op te vangen. Voor de gemeentelijke vergoeding gelden 3 componenten: Een bijdrage in de kosten voor de wooncomponent Een bijdrage in de eerste kosten voor inrichting Een bijdrage voor de apparaatskosten van de gemeente Het betreft een lumpsum bedrag. Het COA stelt het bedrag beschikbaar aan gemeenten. De COA regeling voor de vergoeding van ziektekosten blijft onverkort van kracht. Informatievoorziening over deze regeling. Het COA biedt 3 mogelijkheden om te reageren op deze oproep: 1. Voor inhoudelijke vragen over de ZZA-regeling kunt u centraal terecht bij helpdeskuitvoering@coa.nlof Deze helpdesk is ook beschikbaar voor alle vragen rondom taakstelling. 2. inhoudelijke vragen kunnen ook lokaal gesteld worden aan de regievoerders van het COA 3. Voor het daadwerkelijk melden van aantallen te plaatsen vergunninghouders kunt u zich wenden tot uitstroomondersteuning@coa.nl. Achter deze mailbox zitten namelijk de medewerkers die de noodzakelijke administratieve handelingen kunnen verrichten. onderwerp Oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden datum 16 september /03

43 Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten J. Kriens Voorzitter directieraad Deze ledenbrief staat ook op onder brieven. onderwerp Oproep gemeenten beschikbaar stellen verblijfseenheden datum 16 september /03

44 Gemeente Provincie Fase2 Fase3 'Totaal Aa en Hunze Drenthe 17 0 ' 17 Assen Drenthe Borger-Odoorn Drenthe Coevorden Drenthe De Wolden Drenthe Emmen Drenthe Hoogeveen Drenthe Meppel Drenthe Midden -Drenthe Drenthe Noordenveld Drenthe 7 2 ' 9 Tynaarlo Drenthe Westerveld Drenthe 2 0 ' 2 Almere Flevoland Dronten Flevoland Lelystad Flevoland Noordoostpolder Flevoland Urk Flevoland Zeewolde Flevoland Achtkarspelen Friesland Ameland Friesland Dantumadiel Friesland De Friese Meren Friesland Dongeradeel Friesland ' Ferwerderadiel Friesland 3 0 Franekeradeel Friesland Harlingen Friesland Heerenveen Friesland Het Bildt Friesland 4 0 ' 4 Kollumerland en Nieuwkruisland Friesland Leeuwarden Friesland 25 6 ' 31 Leeuwarderadeel Friesland 5 0 ' 5 Littenseradiel Friesland 2 5 ' 7 Menameradiel Friesland Ooststellingwerf Friesland Opsterland Friesland Schiermonnikoog Friesland 0 0 -' 0 Smallingerland Friesland SL:idwest Fryslán Friesland Terschelling Friesland Tytsjerksteradiel Friesland Vlieland Friesland 0 0 ' 0 Weststellingwerf Friesland 21 0 ' 21 Aalten Gelderland Apeldoorn Gelderland Arnhem Gelderland _ Barneveld Gelderland Berkelland Gelderland Beuningen Gelderland Bronckhorst Gelderland Brummen Gelderland Buren Gelderland Culem borg Gelderland Doesburg 'Gelderland Doetinchem Gelderland Druten Gelderland Duiven Gelderland 13 1 ' 14 Ede Gelderland Elburg Gelderland 5 1-6

45 Epe Gelderland Ermelo Gelderland Geldermalsen Gelderland Groesbeek Gelderland Harderwijk Gelderland Hattem Gelderland Heerde Gelderland Heumen Gelderland Lingewaal Gelderland Lingewaard Gelderland Lochem Gelderland Maasdriel Gelderland Montferland Gelderland Neder -Betuwe Gelderland Neerijnen Gelderland Nijkerk Gelderland Nijmegen Gelderland Nunspeet Gelderland Oldebroek Gelderland Oost Gelre Gelderland Oude IJsselstreek Gelderland Overbetuwe Gelderland Putten Gelderland Renkum Gelderland Rheden Gelderland Rijnwaarden Gelderland Rozendaal Gelderland Scherpenzeel Gelderland Tiel Gelderland Voorst Gelderland Wageningen Gelderland West Maas en Waal Gelderland Westervoort Gelderland Wijchen Gelderland Winterswijk Gelderland Zaltbommel Gelderland Zevenaar Gelderland Zutphen Gelderland Appingedam Groningen Bedum Groningen Bellingwedde Groningen De Marne Groningen DelfzijI Groningen Eemsmond Groningen Groningen Groningen G rootegast Groningen Haren Groningen Hoogezand-Sappemeer Groningen Leek Groningen Loppersum Groningen Marum Groningen Menterwolde Groningen Oldambt Groningen Pekela Groningen Slochteren Groningen Stadskanaal Groningen Ten Boer Groningen Veendam Groningen Vlagtwedde Groningen 8 0 8

46 Winsum Groningen Zuidhorn Groningen Beek Limburg Beesel Limburg Bergen (L) Limburg Brunssum Limburg Echt-Susteren Limburg Eijsden-Margraten Limburg Gennep Limburg Gulpen-Wittem Limburg Heerlen Limburg Horst aan de Maas Limburg Kerkrade Limburg Landgraaf Limburg Leudal Limburg Maasgouw Limburg Maastricht Limburg Meerssen Limburg Mook en Middelaar Limburg Nederweert Limburg Nuth Limburg Onderbanken Limburg Peel en Maas Limburg Roerdalen Limburg Roermond Limburg Schinnen Limburg Simpelveld Limburg Sittard-Geleen Limburg Stein Limburg Vaals Limburg Valkenburg aan de Geul Limburg Venlo Limburg Venray Limburg Voerendaal Limburg Weert Limburg Aalburg Noord-Brabant Alphen-Chaam Noord-Brabant Asten Noord-Brabant Baarle-Nassau Noord-Brabant Bergeijk Noord-Brabant Bergen op Zoom Noord-Brabant Bern heze Noord-Brabant 24 5 _ 29 Best Noord-Brabant Bladel Noord-Brabant Boekel Noord-Brabant Boxmeer Noord-Brabant Boxtel Noord-Brabant Breda Noord-Brabant Cranendonck Noord-Brabant Cuijk Noord-Brabant Deurne Noord-Brabant Dongen Noord-Brabant Drimmelen Noord-Brabant Eersel Noord-Brabant Eindhoven Noord-Brabant Etten-Leur Noord-Brabant Geertruidenberg Noord-Brabant Geldrop-Mierlo Noord-Brabant Gemert-Bakel Noord-Brabant

47 Gilze en Rijen Noord-Brabant Goirle Noord-Brabant Grave Noord-Brabant Haaren Noord-Brabant Halderberge Noord-Brabant Heeze-Leende Noord-Brabant Helmond Noord-Brabant Heusden Noord-Brabant Hilvarenbeek Noord-Brabant Laarbeek Noord-Brabant Landerd Noord-Brabant Loon op Zand Noord-Brabant Mill en Sint Hubert Noord-Brabant Moerdijk Noord-Brabant Nuenen, Gerwen en Nederwetten Noord-Brabant Oirschot Noord-Brabant Oisterwijk Noord-Brabant Oosterhout Noord-Brabant Oss Noord-Brabant Reusel -de Mierden Noord-Brabant Roosendaal Noord-Brabant Rucphen Noord-Brabant Schijndel Noord-Brabant 's-hertogenbosch Noord-Brabant Sint Anthonis Noord-Brabant Sint-Michielsgestel Noord-Brabant Sint-Oedenrode Noord-Brabant Som eren Noord-Brabant Son en Breugel Noord-Brabant Steenbergen Noord-Brabant Tilburg Noord-Brabant Uden Noord-Brabant Valkenswaard Noord-Brabant Veghel Noord-Brabant Veldhoven Noord-Brabant Vught Noord-Brabant Waalre Noord-Brabant Waalwijk Noord-Brabant Werkendam Noord-Brabant Woensdrecht Noord-Brabant Woudrichem Noord-Brabant Zundert Noord-Brabant Aalsmeer Noord-Holland Alkmaar Noord-Holland Amstelveen Noord-Holland Amsterdam Noord-Holland Beemster Noord-Holland Bergen (NH) Noord-Holland Beverwijk Noord-Holland Blaricum Noord-Holland Bloemendaal Noord-Holland Bussum Noord-Holland Castricum Noord-Holland Den Helder Noord-Holland Diemen Noord-Holland Drechterland Noord-Holland Edam-Volendam Noord-Holland Enkhuizen Noord-Holland Haarlem Noord-Holland

48 Haarlemmerliede en Spaarnwoude Noord-Holland Haarlemmermeer Noord-Holland Heemskerk Noord-Holland Heemstede Noord-Holland Heerhugowaard Noord-Holland Heiloo Noord-Holland Hilversum Noord-Holland Hollands Kroon Noord-Holland Hoorn Noord-Holland Huizen Noord-Holland Koggenland Noord-Holland Landsmeer Noord-Holland Langedijk Noord-Holland Laren Noord-Holland Medemblik Noord-Holland Muiden Noord-Holland Naarden Noord-Holland Oostzaan Noord-Holland Opmeer Noord-Holland Ouder-Amstel Noord-Holland Purmerend Noord-Holland Schagen Noord-Holland Stede Broec Noord-Holland Texel Noord-Holland Uitgeest Noord-Holland Uithoorn Noord-Holland Velsen Noord-Holland Waterland Noord-Holland Weesp Noord-Holland Wijdemeren Noord-Holland Wormerland Noord-Holland Zaanstad Noord-Holland Zandvoort Noord-Holland Zeevang Noord-Holland Almelo Overijssel Borne Overijssel Dalfsen Overijssel Deventer Overijssel Dinkelland Overijssel Enschede Overijssel Haaksbergen Overijssel Hardenberg Overijssel Hellendoorn Overijssel Hengelo (0) Overijssel Hof van Twente Overijssel Kampen Overijssel Losser Overijssel Oldenzaal Overijssel Olst-Wijhe Overijssel Ommen Overijssel Raalte Overijssel Rijssen-Holten Overijssel Staphorst Overijssel Steenwijkerland Overijssel Tubbergen Overijssel Twenterand Overijssel Wierden Overijssel Zwartewaterland Overijssel Zwolle Overijssel

49 Amersfoort Utrecht Baarn Utrecht ' Bunnik Utrecht ' Bunschoten Utrecht ' De Bilt Utrecht ' De Ronde Venen Utrecht ' Eemnes Utrecht 8 0 8' Houten Utrecht Usselstein Utrecht Leusden Utrecht Lopik Utrecht Montfoort Utrecht Nieuwegein Utrecht Oudewater Utrecht Renswoude Utrecht Rhenen Utrecht Soest Utrecht Stichtse Vecht Utrecht Utrecht Utrecht Utrechtse Heuvelrug Utrecht Veenendaal Utrecht Vianen Utrecht Wijk bij Duurstede Utrecht Woerden Utrecht ' Woudenberg Utrecht Zeist Utrecht Borsele Zeeland Goes Zeeland ' Hulst Zeeland ' Kapelle Zeeland 8 0 8' Middelburg Zeeland ' Noord-Beveland Zeeland 3 0 3' Reimerswaal Zeeland Schouwen-Duiveland Zeeland Sluis Zeeland 7 0 7' Terneuzen Zeeland ' Tholen Zeeland 5 0 5' Veere Zeeland ' Vlissingen Zeeland ' Alblasserdam Zuid-Holland 4 0 4' Albrandswaard Zuid-Holland ' Alphen aan den Rijn Zuid-Holland Barendrecht Zuid-Holland Binnenmaas Zuid-Holland Bodegraven-Reeuwijk Zuid-Holland Brielle Zuid-Holland Capelle aan den IJssel Zuid-Holland 8 0 8' Cromstrijen Zuid-Holland Delft Zuid-Holland Dordrecht Zuid-Holland ' Giessenlanden Zuid-Holland ' Goeree-Overflakkee Zuid-Holland ' Gorinchem Zuid-Holland Gouda Zuid-Holland T Hardinxveld-Giessendam Zuid-Holland 8 0 8' Hellevoetsluis Zuid-Holland ' Hendrik-ldo-Ambacht Zuid-Holland 1 0 1' Hillegom Zuid-Holland Kaag en Braassem Zuid-Holland 6 0 6

50 Katwijk Zuid-Holland Korendijk Zuid-Holland Krimpen aan den IJssel Zuid-Holland Krimpenerwaard Zuid-Holland Lansingerland Zuid-Holland Leerdam Zuid-Holland Leiden Zuid-Holland Leiderdorp Zuid-Holland Leidschendam-Voorburg Zuid-Holland Lisse Zuid-Holland Maassluis Zuid-Holland Midden-Delfland Zuid-Holland Molenwaard Zuid-Holland Nieuwkoop Zuid-Holland Nissewaard Zuid-Holland Noordwijk Zuid-Holland Noordwijkerhout Zuid-Holland Oegstgeest Zuid-Holland bud-beijerland Zuid-Holland Papendrecht Zuid-Holland Pijnacker-Nootdorp Zuid-Holland Ridderkerk Zuid-Holland Rijswijk Zuid-Holland 3 0 3' Rotterdam Zuid-Holland Schiedam Zuid-Holland 's-gravenhage Zuid-Holland Sliedrecht Zuid-Holland Strijen Zuid-Holland Teylingen Zuid-Holland Vlaardingen Zuid-Holland Voorschoten Zuid-Holland Waddinxveen Zuid-Holland Wassenaar Zuid-Holland Westland Zuid-Holland Westvoorne Zuid-Holland Zederik Zuid-Holland Zoetermeer Zuid-Holland Zoeterwoude Zuid-Holland Zuidplas Zuid-Holland Zwijndrecht Zuid-Holland Totaal

51 7 BEST - Deloitte (accountant) over accountantscontrole Sociaal Domein Van Vugt van Deloitte.pdf Vos-Hulleman, HM Van: Van Vugt, Rein-Aart (NL - Rotterdam) <RvanVugt@deloitte.nl> Verzonden: dinsdag 22 september :04 Aan: Van Vugt, Rein-Aart (NL - Rotterdam) Onderwerp: Accountantscontrole Sociaal Domein Bijlagen: Model oplegger VNG.pdf; Brief WGDO Gemeenten Knelpunten Decentralisaties.pdf Geachte relatie, De accountantscontrole op de processen inzake het sociaal domein (decentralisaties) is omvangrijk en complex. Uit de eerste waarnemingen blijkt ook dat tegen belangrijke aandachtspunten wordt aangelopen, die waarschijnlijk gevolgen zullen hebben voor de strekking (het oordeel) in de controleverklaring over Het NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) heeft gisteren een brief gepubliceerd over de knelpunten bij de decentralisaties. Deze brief is geadresseerd aan alle besturen van gemeenten en relevante gemeenschappelijke regelingen. Deloitte komt met nog aanvullende informatie hierover. Uiteraard licht ik het graag mondeling verder toe. Eerder heeft de VNG een modeloplegger rechtmatigheidsvereisten 2015 Jeugdwet en WMO 2015 opgesteld. Hierbij beiden documenten. Vriendelijke groeten, Rein-Aart van Vugt Audit Public Sector Rotterdam Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade 1, 3072 AP Rotterdam Postbus 2031, 3000 CA Rotterdam Tel: +31 (0) Secretariaat , Tuba Gerdan rvanvugt@deloitte.nl 1

52 by 1 Brief WGDO Gemeenten Knelpunten Decentralisaties.pdf Aan de gemeenteraden, Colleges van B&W en Gemeentesecretarissen van de Nederlandse gemeenten en aan de besturen van de gemeenschappelijke regelingen betrokken bij de gedecentraliseerde taken (hierna: het bestuur) Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 21 september 2015 Knelpunten Decentralisaties vragen actie WGDO2015/1/MdH/KV van gemeente en GR Geachte bestuursleden, Sinds 1 januari 2015 zijn de decentralisaties van Jeugdwet, WMO 2015 en Participatiewet naar de gemeenten een feit. De implementatie is voorbij en de uitvoering is nu in volle gang. De decentralisaties confronteren gemeenten, gemeenschappelijke regelingen (GR en) en zorgaanbieders met grote wijzigingen op het terrein van jeugd, zorg en werk. Het is derhalve een complexe stelselwijziging met: overdracht van verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden; nieuw lokaal beleid met een andere manier van werken (integrale aanpak en (boven) regionale samenwerking); overdracht van budgetten met een forse bezuinigingsdoelstelling; lokale kaderstelling (spelregels) door de individuele gemeenteraden met daarbij nieuwe vormen van verantwoording en controle op getrouwheid en rechtmatigheid. In de afgelopen periode hebben gemeenten zoals gebruikelijk de opdracht aan de accountants verstrekt om de jaarrekening 2015 te controleren. Die jaarrekening bevat vanwege de decentralisaties in het sociale domein grote, nieuwe bedragen waarvan de getrouwheid en rechtmatigheid moeten worden vastgesteld. Gezien de hierbij gesignaleerde knelpunten zal mogelijk meer dan voorgaande jaren 1, sprake zijn van niet goedkeurende controleverklaringen. Beter inzicht in 3D geldstromen, verplichtingen en geleverde prestaties gewenst Na het zomerreces 2015 maken wij vanuit onze rol graag met u de balans op. Zo heeft de NBA commissie voor de zorgsector Coziek eind augustus een brief uitgebracht aan de besturen van alle GGZ, ouderen- gehandicapten- en jeugdzorginstellingen waarin zij ingaan op diverse knelpunten uit hoofde van de decentralisaties. 2 Veel van deze knelpunten raken ook gemeenten en GR en. 1 Voor de inventarisatie controleverklaringen jaarrekening 2014 van decentrale overheden zie Kamerstuk B-28 van 2 september Zie de volgende link voor die Coziek-brief: Eerder hebben wij in een brief aan gemeenten tips gegeven voor het opstellen van accountantsprotocollen sociaal domein, hebben wij in een brief aan de VNG opgeroepen tot verdere uniformering en hebben wij ook aanbevelingen gedaan in verband met de risico s van decentralisaties in de Publieke managementletter Gemeenten 'Taak op taak risico op risico'.

53 Bij deze organisaties ontvangen wij ook signalen dat de administratieve inbedding van de decentralisaties nog op veel plekken in de keten (bij zowel decentrale overheden, de SVB als zorgaanbieders) niet op orde is. De bedrijfsvoering is wat dit betreft nog onvoldoende robuust. Wij geven een aantal voorbeelden. Er lijken diverse knelpunten te bestaan ten aanzien van de juiste en volledige verantwoording van (financiële) gegevens tussen de verschillende partijen. Dit maakt dat het voor de decentrale overheden nog onzeker is of zij de getrouwheid en rechtmatigheid van baten en lasten van de decentralisaties in de jaarrekening voldoende kunnen onderbouwen. Belangrijke vragen hierbij zijn enerzijds de vraag of de prestatie waarvoor u betaalt is geleverd in overeenstemming met de afspraken. Anderzijds bestaat de vraag of u een adequaat inzicht heeft in de financiële verplichtingen; wat bent u de ketenpartner op 31 december 2015 nog verschuldigd? Wij adviseren u om nu de knelpunten op het gebied van verantwoording en controle systematische te inventariseren. De uitkomsten van deze inventarisatie kunnen onderwerp van gesprek zijn tussen u, uw ketenpartners en uw accountant. Hierbij kan de accountant zijn bevindingen vanuit de interim controle inbrengen. Gezamenlijk kan worden bekeken welke mogelijkheden er bestaan ter oplossing van de bestaande knelpunten en welke bijdrage daaraan geleverd kan worden, teneinde de gemeente meer in control komt. Knelpunten en focuspunten in het invoeringsjaar 2015 Duidelijk is dat de decentralisaties grote consequenties hebben voor de Nederlandse gemeenten. In de afgelopen periode heeft de focus gelegen op continuïteit van zorg en de implementatie en uitvoering van de operationele processen. Als accountants constateren wij dat op diverse onderdelen duidelijke stappen zijn gemaakt. Ook in de uitwisseling van gegevens tussen gemeenten en ketenpartners is er voortgang en (concept) controleprotocollen worden uitgewerkt en uitgewisseld. Echter er resteren diverse knelpunten. Hierbij wordt ook steeds meer zichtbaar dat de eisen ten aanzien van getrouwheid en rechtmatigheid nog onvoldoende zijn geanalyseerd. Voor het komende kwartaal is focus op verantwoording en controle dan ook van groot belang. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn onder meer: Zicht op de regels. Is er een centraal inzicht bij uw gemeente op de totale set aan geldende regels en de voorwaarden die daarin zijn gesteld aan de transacties met de ketenpartners in het sociaal domein? Deze regels liggen vast in de materiewetten enerzijds (landelijke) en de lokale kaderstelling anderzijds (verordeningen van de Raad of Algemeen Bestuur en contracten met de ketenpartners). Zicht op de totale financiële geldstromen. Financiering geschiedt op dit moment nog veelal op basis van voorschotten; is er al voldoende zicht op geleverde prestaties en daarmee de werkelijke financiële situatie? Zicht op de rechtmatigheid van de uitgaven. Hierbij dienen de bovengenoemde spelregels in acht te worden genomen; onder welke voorwaarden worden de middelen definitief aan de zorgaanbieders/samenwerkingsverbanden en/of ketenpartners toegekend? Het komt voor dat (mogelijk onbedoeld) bepalingen uit gemeentelijke verordeningen en/of contracten complexe eisen stellen (financieel en niet-financieel) aan verantwoording en controle (zowel vanuit perspectief van gemeenten als zorginstellingen). Zicht op de wijze van verantwoording en controle. Op welke wijze wordt er verantwoording door ketenpartners afgelegd? Uiteindelijk dient iedere gemeente over een controleerbare totaalverantwoording te beschikken. Hierbij kan men afhankelijk zijn van verantwoordingen van regionale samenwerkingsvormen en de prodcutieverantwoording van ketenpartners. Wie rapporteert aan wie en wanneer en welke zekerheid krijgt de gemeente daarbij? Worden deze controles bij de zorgaanbieders intern uitgevoerd of door een externe accountant? Is er gewaarborgd dat de toetsingselementen uit de geldende spelregels goed zijn verwerkt in deze controles? In beide gevallen vereist dit adequate controle-instructies voor zowel interne als externe controleurs. Pagina 2 van 5

54 Zicht op informatieverstrekking effectiever maken. Thans bereiken ons signalen dat vanuit uw ketenpartners en zorgaanbieders gemeenten, gezien de wijzigende registratieregels en de grote diversiteit aan gemeentelijke verordeningen en contracteisen, een forse wissel trekken op de administratieve functie van zorginstellingen en overige ketenpartners. Dit gaat gepaard met risico s rondom de betrouwbaarheid van informatieaanlevering door zorginstellingen en ketenpartners aan gemeenten. Een complicerende factor is hierbij dat gegevensuitwisseling via het gemeentelijk gegevensknooppunt (GGK) nog niet adequaat functioneert. Ook de problematiek rondom de verantwoording van de PGB-middelen vormt een punt van aandacht. Onduidelijk is in hoeverre de ketenpartners in staat zijn om over 2015 controleerbaar aan de getrouwheids- en met name rechtmatigheidsvereisten te voldoen. Het is van belang dat u vanuit het gemeentelijke totaaloverzicht, kennis neemt van deze signalen en deze vertaalt naar mogelijkheden tot herstel en bijsturing. Zicht op de kwaliteit van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Hoe is de interne organisatie, administratieve organisatie en interne controle met betrekking tot toekenning van zorg, zowel de zorg in natura, de PGB s als de toekenning in het kader van participatie/ re-integratie? Is er voldoende beheersing en documentatie rondom de criteria recht, hoogte, duur binnen de gemeentelijke organisatie? Is deze informatie dusdanig geregistreerd dat er een koppeling kan worden gelegd met de verantwoording van de zorgaanbieders? Is deze informatie voldoende om een oordeel te vormen over de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoorde lasten? Actieplan 4 e kwartaal: uitwerking topdown verantwoording en controlescan Wij roepen u op prioriteit te geven aan een actieplan voor het 4 e kwartaal van dit jaar om in in control te raken op alle getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten voortvloeiend uit de decentralisaties. Uw doelstelling is immers dat u in het kader van de gemeentelijke jaarrekening 2015 kan vaststellen dat de bedragen gerelateerd aan de decentralisaties getrouw worden verantwoord en dat de daaraan ten grondslag liggende financiële transacties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Om daadwerkelijk in control te raken adviseren wij u de volgende acties en/of aandachtspunten uit te voeren, uiteraard voor zover concreet in uw situatie aan de orde: Normenkader. Uitwerken van het totaal overzicht aan geldende regels. Wat is het geldende normenkader (zowel extern de betreffende materiewetten als de gemeentelijke regelgeving/ verordeningen in dit kader) waarbij aanvullend normen kunnen zijn opgenomen in onderliggende contracten. Toetsingskader. Vertalen van dit normenkader naar een toetsingskader. Welke elementen zijn er opgenomen in de spelregels die nader moeten worden getoetst in het kader van getrouwheid en financiële rechtmatigheid (recht, hoogte, duur) van de verantwoorde financiële stromen in de jaarrekening? Totaaloverzicht financiële stromen. Uitwerken totaaloverzicht van de financiële stromen per deel wet/ regelgeving (Jeugd, WMO en Participatie) en waar mogelijk naar soorten zorg of uitkering (zowel inkomsten en uitgaven). Koppeling financiële stromen met externe partijen en inzicht in status verantwoording en controle. Vervolgens een nadere analyse van de financiële stroom per deel wet. Een deel van het proces vindt buiten de gemeente plaats. Met deze analyse en koppeling ontstaat inzicht in welk deel dit betreft dit en welke (belangrijke) zorgaanbieders, ketenpartners dan wel samenwerkingsvormen worden onderkend. Vervolgens is het van belang na te gaan in hoeverre de gemeente afspraken heeft gemaakt (in het contract of in een verantwoordings- en controleprotocol) met deze partijen over de verantwoording van de processen/kosten die buiten de gemeente zijn geplaatst en welke zekerheid daarbij wordt verstrekt. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in hoeverre de gemeente tijdig de juiste informatie krijgt van de ketenpartners over de uitvoering van het beleid, de voortgang van uitvoering van de contractuele afspraken, hoe een en ander voldoende meetbaar is en de financiële beheersing (getrouwheid en rechtmatigheid) kan worden gewaarborgd. Financiële beheersing heeft daarbij de eerste prioriteit voor 2015, maar ook de overige elementen zijn van belang om tot een goede beheersing voor begroting en realisatie 2016 te komen. Pagina 3 van 5

55 Koppeling financiële stromen met interne afdelingen en inzicht in status verantwoording en controle. Wij adviseren u inzicht te verkrijgen in de processen inzake decentralisaties welke worden uitgevoerd door de gemeente zelf. Hierbij is een inventarisatie van risico s en beheersmaatregelen van belang ter waarborging van de betrouwbaarheid en integriteit van het cliëntregistratiesysteem en te onderkennen subadministratie. Te noemen vallen PGB en zorg in natura (Wmo, Jeugd en participatie/reintegratie) en overige uitgaven. Hierbij kan uitvoering van verbijzonderde interne controlewerkzaamheden op de werking van deze geïdentificeerde beheersmaatregelen de kwaliteit van het proces verhogen. Op basis van bovenstaande informatie kan een verantwoordings- en controlescan worden uitgevoerd. In deze scan analyseert u voor welke onderdelen de interne/externe partijen in staat zijn om te voldoen aan de verantwoordings- en controle vereisten en voor welke onderdelen niet. Deze verantwoording en controlescan kan de basis vormen voor een plan van aanpak inzake de gevolgen van mogelijke hiaten die uit deze scan blijken. Het is van belang dat uw organisatie op basis van de verantwoordings- en controlescan in overleg treedt met de partijen om vast te stellen of reparatie van de leemtes haalbaar is en binnen welke tijdslijnen. Indien reparatie niet mogelijk blijkt, adviseren wij u in overleg te treden met uw controlerend accountant. Er kan dan met uw accountant een analyse worden opgesteld over de ontstane situatie, de impact op de inhoud van de accountantscontrole en de mogelijke impact op het oordeel van uw accountant bij uw jaarrekening. Overigens heeft uw Raad de mogelijkheid om ten aanzien van de eigen gemeentelijke regels, zoals opgenomen in de verordeningen, alsnog te besluiten deze voor 2015 te versoepelen. Een dergelijke besluit dient wel voor 31 december 2015 te worden genomen. Voor de eisen die zijn opgenomen in het contract kunt u een addendum opstellen om pragmatische oplossingen voor de situatie in 2015 overeen te komen. In de modeloplegger zorgaanbieders worden aandachtspunten genoemd die u in een dergelijk addendum bij het contract zou kunnen opnemen. Gebruik modeloplegger zorgaanbieders Zoals hiervoor geschetst en uit signalen van accountants van zorgaanbieders blijkt dat er zoveel onduidelijkheden zijn dat het belangrijk is om daarover met de betreffende zorgaanbieders in overleg te treden. Als handvat voor dat overleg is landelijk door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in samenwerking met de werkgroep rechtmatigheid van VWS, de brancheorganisaties in de zorg en de NBA een model-oplegger opgesteld. Deze is eind april 2015 door de VNG verzonden en kan als basis dienen voor het lokale overleg tussen de gemeenten, GR en en de zorgaanbieders. De landelijk meest voorkomende knelpunten zijn hierin aan de orde gesteld inclusief een mogelijke oplossingsrichting. Let wel: de modeloplegger 3 kan slechts als basis dienen voor het overleg. Nadere uitwerking is afhankelijk van de lokale-/ regionale situatie en keuzes van de gesprekspartners. Focus is noodzakelijk Wij roepen u op om op korte termijn eerder genoemde verantwoordings- en controlescan' uit te voeren. Daarbij zijn wij ons ervan bewust dat in het implementatiejaar 2015 noodzakelijke beheersmaatregelen nog niet altijd geborgd zullen zijn. Juist een dergelijke scan kan een bijdrage leveren aan het beeld welke beheersmaatregelen nog geëffectueerd moeten worden maar ook wat nog de specifieke knelpunten zijn voor uw gemeente voor boekjaar Het biedt een basis om aanvullende maatregelen en werkzaamheden te treffen en uit te voeren. Hierbij bestaat ook de mogelijkheid tot het implementeren en specifiek maken van de modeloplegger als addendum op de bestaande verordeningen/contracten. Dit natuurlijk in afstemming met de gemeenteraad en de betreffende ketenpartner(s). 3 Zie ook de oproep van de VNG om de modeloplegger te gebruiken Pagina 4 van 5

56 De timing is hierbij cruciaal, er valt weinig tijd meer te verliezen. Een en ander ook met het oog op het jaar 2016 waarbij de uitdaging zal liggen in het meer vooraf voorkomen van de knelpunten en het beter inzicht verkrijgen in de financiële effecten van de decentralisaties. Graag gaat uw accountant met u het gesprek aan over de uitkomsten van de verantwoordings- en controlescan en de gevolgen voor de accountantscontrole. De verwachting bestaat dat er financiële stromen zijn waarbij de knelpunten in controle- en verantwoording voor 2015 onoplosbaar blijken. De gevolgen voor de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening zijn afhankelijk van uw specifieke regels en de beschikbare informatie. Belangrijk is dat deze fouten/onzekerheden worden gekwantificeerd en geïsoleerd. Mogelijk heeft dit impact op de strekking van de controleverklaring. In de controleverklaring en het accountantsverslag worden de bevindingen nauwkeurig gekwantificeerd en beschreven. Dit stelt de raad, het college en de organisatie in staat om specifiek op deze bevindingen herstelmaatregelen naar de toekomst in te richten. Wij willen hierbij benadrukken dat het proces van en een effectieve communicatie zelf cruciaal zijn. Het is van belang dat het college de raad tijdig meeneemt in de knelpunten rondom de controle- en verantwoording en de hieruit voortvloeiende gevolgen voor het tijdspad van de controle en de inhoud van de controleverklaring. Hierbij valt dus niet uit te sluiten dat de te verstrekken controleverklaring, meer dan voorgaande jaren, niet goedkeurend zal zijn. Ook valt niet uit te sluiten, mede vanwege de grote afhankelijkheid van de verantwoording door de ketenpartners, dat het tijdspad voor de jaarrekening en de controle daarvan nadelig wordt beïnvloed. Graag gaat uw accountant met u het gesprek aan om te bezien welke verdere uitwerking of oplossingen er mogelijk zijn. Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn en wensen u succes toe bij het in gang zetten van deze acties. Drs. R.B.M. Mul MPA Director Public Trust mv drs. M.H. de Hair RA Voorzitter Werkgroep Decentrale Overheden (WGDO) Pagina 5 van 5

57 by 2 Model oplegger VNG.pdf Modeloplegger rechtmatigheidsvereisten Wmo 2015 en Jeugdwet Samengesteld door : VNG, project iza en VWS met advies NBA Versie : 1.0 Datum : 16 april

58 Inhoudsopgave 1. Aanleiding Toepasbaarheid van de modeloplegger Focus op verantwoording gericht op financiële rechtmatigheid Overige eisen en verantwoording Gebruik van de modeloplegger indien een overeenkomst ontbreekt Privacy Opbouw van dit document ADDENDUM Het recht op verstrekken van zorg Opdrachtverstrekking buiten het afgesproken proces Tijdigheid van de beschikking / besluit / toewijzing a Overgangsrecht Jeugdwet b Overgangsrecht Wmo Woonplaatsbeginsel Jeugdwet Verwijzing (zogenaamde artsenroute Jeugdwet) Omvang van de zorg (op cliëntniveau) Declaratie Vorm van de declaratie Aansluiting naar de toewijzing Tijdigheid van de declaratie Levering

59 1. Aanleiding Vanuit zowel aanbieders als gemeenten ontvangen VWS, VNG en brancheorganisaties signalen dat er in 2015 mogelijk rechtmatigheidsproblemen gaan ontstaan in de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Deze problemen zijn een te begrijpen gevolg van de transitie, de contractering, die in 2014 onder hoge druk tot stand is gekomen, het ontbreken van een landelijk normenkader of controleprotocol en het nog onvoldoende ingeregeld zijn van de administratieve processen tussen gemeenten en aanbieders. Het feit dat gemeenten diverse eisen stellen aan de verantwoording en de rechtmatigheid zorgt hierbij voor extra complexiteit. VWS, VNG en de aanbieders erkennen dat nadere afspraken nodig zijn, enerzijds om in het transitiejaar rechtmatigheidsproblemen bij gemeenten te voorkomen en anderzijds om aanbieders helderheid te verschaffen welke vereisten in de overeenkomst financiële consequenties kunnen hebben. Daarmee wordt tijdige betalend bevorderd in het belang van continuïteit van de zorgverlening. De verantwoordelijkheid voor het maken van deze nadere afspraken ligt lokaal bij contractpartijen, dus tussen aanbieder en gemeente. Met dit oogmerk hebben VNG en vertegenwoordigers van aanbieders Wmo en Jeugd deze modeloplegger opgesteld. Deze stelt gemeenten en aanbieders in staat lokaal (nadere) duiding te geven van eisen in bestaande overeenkomsten. De modeloplegger bevat adviezen om in het transitiejaar 2015 reële eisen aan de rechtmatigheid te formuleren in contracten en subsidieovereenkomsten, met daaruit voortkomende verantwoording. De eigen bijdragen, ouderbijdragen en PGB s vallen buiten de scope van de modeloplegger. Gemeenten 1 en aanbieders gebruiken deze modeloplegger lokaal in gesprekken over vereisten in de bestaande overeenkomsten voor 2015 voor Wmo en Jeugdhulp. De modeloplegger is gestructureerd rond de thema s die relevant zijn voor de rechtmatigheidsbeoordeling en bevat diverse mogelijkheden voor gemeenten om een rechtmatigheidseisen te hanteren in het transitiejaar Na een keuze van de gewenste bepalingen en ondertekening door betrokken contractpartijen, vormt dit document een addendum op de lokale overeenkomsten tussen gemeente en aanbieder. ADVIES: Wanneer gemeenten en aanbieders afspraken hebben gemaakt over declaratie, verantwoording en controle in 2015 die voor beide partijen acceptabel zijn, dan is het niet nodig deze modeloplegger toe te passen. In dat geval wordt aangeraden de accountant van de gemeente tijdens de interim-controle te laten toetsen of er sprake is van controleerbare eisen, eventueel in afstemming met de accountant van de aanbieder. ADVIES: De modeloplegger kan worden toegepast wanneer eisen in bestaande contracten en de daaraan gekoppelde verantwoording als niet duidelijk, niet realistisch en/of niet werkbaar worden beschouwd. Met behulp van deze modeloplegger kunnen vereisten worden verduidelijkt en verminderd. De modeloplegger heeft niet als doel vereisten te verzwaren. 1 Lees voor gemeente in het hele document ook gedelegeerde van de gemeente, wijkteam, regio, samenwerkingsverband, etc. In de aanhef moet beschreven worden wie als opdrachtgever wordt aangemerkt. 3

60 ADVIES: In alle gevallen kan de modeloplegger een leidraad zijn voor gesprek over verantwoordingseisen van gemeenten aan aanbieders. 4

61 2. Toepasbaarheid van de modeloplegger De modeloplegger is toepasbaar in situaties waarin een overeenkomst bestaat tussen gemeente en aanbieder, waarbij de verplichting tot betalen afhankelijk is van een zorglevering aan individuele cliënten en waarover door de gemeente aan de aanbieder verantwoording wordt gevraagd op het niveau van de cliënt, ten behoeve van het voldoen aan de voorwaarden om tot een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening te komen. 3. Focus op verantwoording gericht op financiële rechtmatigheid De modeloplegger beoogt administratieve lasten te beperken en partijen te ondersteunen bij een gezamenlijke focus op eisen die van belang zijn voor het vaststellen van de rechtmatigheid bij gemeentelijke jaarrekening. We maken daarbij onderscheid tussen financiële en procedurele rechtmatigheid. Financiële rechtmatigheid betreft handelingen en beslissingen met directe financiële gevolgen, dus gekoppeld aan een geldstroom. Bij procedurele rechtmatigheid heeft de rechtmatigheid geen financiële dimensie. De Jeugdwet en Wmo geven veel ruimte aan gemeenten om invulling te geven aan voorzieningen, processen en contracten. Analyse van de Jeugdwet en Wmo door VWS laat dit zien. De financiële rechtmatigheid wordt daarom in deze oplegger ingekaderd tot de naleving van de gemeentelijke verordening en de contractvoorwaarden. Op die onderdelen ligt daarom de focus van deze modeloplegger. De modeloplegger benoemt de mogelijke eisen gerelateerd aan financiële rechtmatigheid in de gemeentelijke jaarrekening. Dit zijn tevens de eisen in de overeenkomst welke financiële consequenties kunnen hebben voor aanbieders. Juist in het transitiejaar is het belangrijk dan gemeenten én aanbieders samen realistische en controleerbare eisen formuleren. Uitgangspunt is dat gemeenten eerst zelf zaken accorderen (per declaratie en/of betaling) en hierbij ook toetsen op rechtmatigheidsaspecten. Voor die rechtmatigheidsaspecten die de gemeente niet zelf kan controleren zal zij verantwoording vragen van de aanbieder. De gemeente en aanbieder kunnen vervolgens, indien gewenst, in afstemming met de NBA 2 een passend controleprotocol opstellen om het proces en de inhoud van deze toetsing en verantwoording te controleren 3. De modeloplegger helpt dus partijen bij het verduidelijken van verantwoording gerelateerd aan financiële rechtmatigheid en het vaststellen van de getrouwheid van betalingen. Het legt de focus op verantwoording over die onderdelen in de overeenkomst die relevant zijn voor het creëren van de voorwaarden voor het komen tot een goedkeurende verklaring bij de gemeentelijke jaarrekening. Focus op deze onderdelen helpt gemeenten tevens om administratieve lasten bij aanbieders te beperken. Aan de andere kant betekent deze focus voor de aanbieders dat duidelijk is wat de minimale eisen zijn waaraan ze moeten voldoen om financiële risico s te vermijden. ADVIES: Maak duidelijk welke eisen relevant zijn voor financiële rechtmatigheid en leg daar de focus van verantwoording en controle. Bespreek met uw accountant of de NBA of de afgesproken 2 Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 3 De Schrijfwijzer Accountantsprotocollen van de NBA geeft gerichte adviezen over het opstellen en toepassen van controleprotocollen; COPRO/Schrijfwijzer-Accountantsprotocollen/ 5

62 eisen controleerbaar zijn. Hij/zij kan ook adviseren welk type verklaring passend is, bijvoorbeeld een accountantsverklaring, een rapport van bevindingen of een assurancerapport. 4. Overige eisen en verantwoording Om administratieve lastendruk in het transitiejaar te beperken is het belangrijk dat gemeenten aan aanbieders duidelijk maken welke eisen in de contracten aangemerkt worden als relevant voor rechtmatigheid en op welke wijze daarover dus verantwoording en controle gewenst is. Dit maakt de overige eisen en informatiestromen niet minder belangrijk, maar biedt duidelijkheid en prioritering in het transitiejaar. In de overeenkomsten kunnen diverse andere eisen zijn opgenomen naast de thema s en eisen in deze modeloplegger, bijvoorbeeld kwaliteitseisen of het aanleveren van beleidsinformatie. Ook kunnen gemeenten periodieke rapportages vragen voor sturing en eventuele periodieke bespreking met de aanbieder. Deze eisen zijn voor de gemeente wel belangrijk, maar door het toepassen van dit addendum hebben ze geen consequenties voor de voorwaarden voor een goedkeurende verklaring bij de gemeentelijke jaarrekening. ADVIES: Beperk de uitvraag van beleidsinformatie waar mogelijk. In het belang van zowel aanbieders als gemeenten is het nadrukkelijke advies het leveren van beleidsinformatie niet te verbinden aan de rechtmatigheid, noch daarop controle door de accountant te vragen. 5. Gebruik van de modeloplegger indien een overeenkomst ontbreekt De oplegger beoogt afspraken over rechtmatigheid in bestaande overeenkomsten nader te duiden. Echter, door diverse oorzaken kan de situatie (zijn) ontstaan dat een aanbieder ondersteuning, hulp of zorg levert zonder dat daarvoor een contract is afgesloten met de betreffende gemeente. Het is dan in ieders belang dat beide partijen samen in gesprek gaan over mogelijkheden om dit te repareren. Daarmee ontstaat duidelijkheid voor de aanbieder of hij betaald wordt voor zijn dienstverlening en voor de gemeente wat de daarmee verbonden kosten zijn. Het maken van dit soort nadere afspraken is een belangrijke voorwaarde voor het kunnen vaststellen van de rechtmatigheid van deze betaling. Ook bij het maken van deze nadere afspraken kan de modeloplegger dienen als handvat. ADVIES: Daar waar nog geen of onvoldoende afspraken bestaan is het belangrijk dat snel actie wordt ondernomen zodat voor alle verlening van zorg, begeleiding of ondersteuning een heldere afspraak tussen gemeenten een aanbieder bestaat in de vorm van een PGB of een overeenkomst. Voor cliënten onder de Jeugdwet heeft VNG het factsheet Factureren bij geen contract 4 opgesteld voor situaties dat zorg wordt geleverd aan een jeugdige zonder dat daarvoor een contract bestaat met de betreffende gemeente. Voor de Wmo 2015 is het overgangsrecht anders dan in de Jeugdwet. Specifiek voor overgangscliënten is in de Wmo 2015 artikel opgenomen, overeenkomstig Wmo 4 6

63 2007. Dit artikel zegt dat niet gecontracteerde aanbieders zorg dienen te dragen voor overdracht van cliënten en personeel naar wel gecontracteerde aanbieders die een passend aanbod kunnen bieden. De gemeente moet dit proces faciliteren. De handreiking Overgangsrecht AWBZ-Wmo 5 van de VNG biedt handvaten om in deze gevallen tot afspraken te komen. Ook kan een cliënt die zorg wil blijven afnemen van een niet gecontracteerde aanbieder, een PGB aanvragen. 6. Privacy Privacy is een belangrijk thema bij gegevensuitwisseling tussen aanbieders en gemeenten op het niveau van individuele cliënten. Deze modeloplegger veronderstelt dat partijen samen een privacyprotocol hanteren. 7. Opbouw van dit document De modeloplegger bevat na deze toelichting een addendum dat kan worden toegevoegd aan bestaande overeenkomsten, met toelichting welke bepalingen in de oorspronkelijke overeenkomst worden vervangen of explicieter gemaakt. Het document hanteert vier thema s die relevant zijn voor het vaststellen van de rechtmatigheid en de getrouwheid van betalingen: 1. Het recht op het verstrekken van zorg; 2. De bepaling van de omvang van de zorg; 3. De vereisten aan de declaratie; 4. Het aantonen van de levering van zorg. Rond deze thema s kunnen partijen samen komen tot nadere duiding of vereenvoudiging van vereisten in bestaande overeenkomsten. De onderlinge relatie tussen deze thema s is weergeven in onderstaande diagram

64 Figuur 1 Thema s rechtmatigheid en betrokken actoren De gemeente controleert een declaratie door vergelijking van de opdrachtverlening, de declaratie en de levering. Omdat gemeenten in de verordening verschillende keuzes konden maken, zal ook dit controleproces niet overal gelijk zijn. Daarom bevat deze oplegger rond deze thema s verschillende varianten van bepalingen. BELANGRIJK : Een gemeente kan alleen kiezen voor bepalingen uit deze oplegger die binnen haar verordening passen, of de gemeente zal tegelijkertijd ook de verordening moeten aanpassen indien zij lichtere bepalingen willen opnemen. Bij de vier thema s worden mogelijke bepalingen/vereisten beschreven, veelal aan de hand van potentiële knelpunten en/of onduidelijke situaties op het gebied van financiële rechtmatigheid die het gevolg zijn van de transitie. Bij deze knelpunten worden mogelijke verhelderende bepalingen of oplossingen geformuleerd die in het addendum geselecteerd kunnen worden. Waar meerdere bepalingen of oplossingen denkbaar zijn, vermeldt de modeloplegger de lichtste eis bovenaan. Daarbij wordt aangegeven wat een reële bandbreedte zou zijn voor de vereisten vanuit het perspectief van de gemeente. Bij een keuze voor lichtere bepalingen, dus boven de bandbreedte, is het belangrijk te toetsen of dit past binnen de verordening en overige waarborgen die gemeente heeft georganiseerd of afgesproken. Eventueel kan de gemeente kiezen de verordening aan te passen. 8

65 <logo gemeente> <logo aanbieder> - ADDENDUM Algemeen - Doel van dit document (hierna: Addendum) is nadere duiding te geven aan rechtmatigheidseisen in de overeenkomst tussen gemeente en aanbieder voor dienstverlening in 2015 in het kader van Jeugdwet en/of Wmo. Hiernaast heeft dit Addendum als doel om het onderscheid te maken tussen informatie die noodzakelijk is in verband met financiële rechtmatigheid, welke indien gewenst gecontroleerd kan worden door een accountant, en informatie die hiervoor niet direct noodzakelijk is. - Dit document geldt als addendum op overeenkomst XYZ {referentie naar contract of subsidie, lokale referentie toevoegen} (hierna: Overeenkomst) tussen (gedelegeerde van) gemeente(n) en zorgaanbieder voor dienstverlening binnen genoemde domein (hierna: Partijen). - De bepalingen in dit Addendum zijn vereisten voor financiële rechtmatigheid. Overige vereisten en bepalingen in de Overeenkomst zijn onverminderd van kracht, maar hebben geen rechtmatigheidsconsequenties. - Daarmee wordt buiten werking gesteld artikel {nog in te vullen} van overeenkomst. De Partijen die de Overeenkomst hebben ondertekend wensen de vereisten in deze Overeenkomst, voor zover deze gerelateerd zijn aan financiële rechtmatigheid, nader te duiden en waar mogelijk te vereenvoudigen en rubriceren naar recht op zorg(verlening), omvang, declaratie en levering vanuit de overweging dat: een transitiejaar is; - waarin Partijen zich inspannen om organisatorische en administratieve processen in te richten passend bij de Overeenkomst maar waarvan de implementatie nog niet is voltooid; - waardoor meer praktische bepalingen voor financiële rechtmatigheid worden geformuleerd voor de zorg, ondersteuning of begeleiding verleend in het boekjaar Het recht op verstrekken van zorg Het recht op verstrekken van zorg, binnen de Overeenkomst komt primair voort uit de door de gemeente verstrekte Beschikking / Besluit / Toewijzing {terminologie invoegen conform overeenkomst}. In algemene zin wordt het rechtmatig verstrekt zijn van de zorg aangetoond door aanwezigheid van dat document of bericht. Er zijn diverse situaties denkbaar die ertoe leiden dat het in de overeenkomst genoemde document of bericht niet aanwezig is. De volgende paragrafen geven daar voorbeelden van, met daarbij suggesties voor afspraken tussen gemeente en aanbieder om ook in die situaties tot voldoende verantwoording te komen zodat rechtmatigheid kan worden vastgesteld. 1.1 Opdrachtverstrekking buiten het afgesproken proces Situatie: het kan voorkomen dat contractueel een bepaald proces is afgesproken voor het verstrekken van de opdracht (bijvoorbeeld: een toewijzingsbericht), maar dat hier in de praktijk van wordt afgeweken (bijvoorbeeld: een verzoek per ). 9

66 <logo gemeente> <logo aanbieder> Mogelijke bepalingen/oplossing: a) De gemeente beschouwt elke vorm van opdrachtverstrekking die de aanbieder aannemelijk kan maken als een rechtmatigheidsgrondslag. b) In aanvulling op de in de contracten genoemde vormen (en kanalen) worden de volgende vormen als rechtmatig geaccepteerd: (mail),. (papier), (mondelinge opdracht) c) Ter verzwaring van b), deze moet voorzien zijn van een toewijzingsnummer, dat de aanbieder in verdere correspondentie gebruikt. d) Ter opvolging van b), deze moet gevolgd zijn door een formeel {beschikking / besluit / toewijzing}. Bandbreedte: VNG acht de opties b) en c) de acceptabele bandbreedte. Onder optie a) is het recht op zorgverstrekking door de aanbieder mogelijk onvoldoende bepaald, mede afhankelijk van de gemeentelijke verordening. Optie d) is een wenselijke situatie waar tijdelijk van kan worden afgeweken (verlicht). Noot: Bij opties b) en c) dient ten alle tijden te worden voldaan aan de privacy- en informatiebeveiligingsvereisten. 1.2 Tijdigheid van de beschikking / besluit / toewijzing Situatie: Door diverse redenen kan in 2015 dienstverlening binnen deze overeenkomst zijn gestart voordat de in de overeenkomst afgesproken {beschikking/besluit/toewijzing} aanwezig is. Een voorbeeld is het later afsluiten van een contract met terugwerkende kracht, achterstand in administratieve procedures of knelpunten in de ICT. Mogelijke bepaling: In aanvulling op de in Overeenkomst genoemde grondslagen voor rechtmatige zorgverlening is er sprake van rechtmatige zorgverlening: a) de {beschikking / besluit / toewijzing} is niet nodig; b) indien de {beschikking / besluit / toewijzing} is verzocht (verzoek om toewijzing); c) indien de {beschikking / besluit / toewijzing} is verstrekt, maar het moment waarop is niet relevant mits in 2015; d) indien de {beschikking / besluit / toewijzing} is verstrekt binnen een termijn van 1 maand {periode ntb} na aanvang van de zorg en/of binnen 1 maand {periode ntb} na einde van het boekjaar. e) indien de {beschikking / besluit / toewijzing} is verstrekt voorafgaand aan de (eerste) declaratie; Bandbreedte: VNG acht de opties c) t/m e) de acceptabele bandbreedte. Onder opties a) en b) is het recht op zorgverstrekking door de aanbieder op cliëntniveau niet te achterhalen. Dit kan een keuze zijn passend in gemeentelijk beleid en modelverordening. 1.3a Overgangsrecht Jeugdwet Situatie: De overeenkomst eist dat ook voor zorgverlening onder het overgangsrecht voor jeugdigen per een nieuwe zorgtoewijzing moet zijn afgegeven. Het is mogelijk dat deze niet of niet tijdig is afgeven. Mogelijke bepalingen/oplossing {gesorteerd van lichte naar zware eisen}: a) Voor zorgverlening aan jeugdigen vallend onder overgangsrecht is geen zorgtoewijzing nodig; 10

67 <logo gemeente> <logo aanbieder> b) Alle zorgverlening aan jeugdigen vallend onder het overgangsrecht die via de initiële vulling is overgedragen aan de gemeente wordt via dit addendum op generiek niveau geaccordeerd. Voor overige zorgverlening geldt de procedure zoals vermeld in de overeenkomst; c) Alle zorgverlening aan jeugdigen vallend onder het overgangsrecht die via de initiële vulling is overgedragen aan de gemeente wordt op individueel niveau geaccordeerd en bevestigd naar zowel cliënt als aanbieder. Voor zorg voor cliënten niet opgenomen in de geaccordeerde vulling geldt de procedure zoals vermeld in de overeenkomst. Bandbreedte: VNG acht de opties b) en c) de acceptabele bandbreedte. Onder optie a) is het recht op zorgverstrekking door de aanbieder niet te achterhalen. Toepassing van deze bepaling zal mogelijk aanpassing van gemeentelijke verordening vragen. 1.3b Overgangsrecht Wmo Voor Wmo-cliënten met een geldige AWBZ-indicatie is (in tegenstelling tot de Jeugdwet) geen zorgtoewijzing nodig. Het leveren van zorg door de aanbieder aan deze cliënten binnen het daarvoor afgesloten contract tussen gemeenten en aanbieder is daarmee rechtmatig. Er verandert in de periode in principe niets aan de zorg. Bij het aflopen van het overgangsrecht per , of indien een AWBZ-indicatie in 2015 afloopt, zal de gemeente acht weken voor afloop van de oude indicatie een nieuwe Wmoindicatie afgeven. Daarbij kan het zorgaanbod worden aangepast. Is de gemeente te laat met een nieuwe indicatie, dan is het redelijk dat de aanbieder de zorg blijft doorleveren totdat er een nieuwe Wmo-indicatie is. Gemeente bevestigt dit aan de aanbieder zodat deze zorg daarmee rechtmatig kan worden gedeclareerd. Het is daarbij wel de plicht van de cliënt en de aanbieder om tijdig en actief aan de gemeente te melden dat de indicatie binnenkort verloopt. Bij het aflopen van een Wmo-indicatie kan het ook voorkomen dat de gemeente van mening is dat de cliënt in aanmerking komt voor de Wlz. Dan wordt een Wlz aanvraag gestart. Gemeente kan voor een eventuele tussenliggende periode ter overbrugging een Wmo indicatie afgeven met beperkte looptijd, bijvoorbeeld 8 weken. Indien het CIZ concludeert dat de persoon geen recht heeft op de Wlz dan zal de gemeente opnieuw een Wmo indicatie afgeven. Mogelijke bepaling: In bovenstaande situaties kan voor de periode tussen het aflopen van de oude en het afgeven nieuwe indicatie de zorg rechtmatig worden verleend, mits de cliënt en de aanbieder tijdig {ntb termijn} en actief aan de gemeente melden dat de oude indicatie binnenkort verloopt. 6 Wanneer deze bepaling niet wordt opgenomen, hoeft er geen zorg te worden verleend tussen aflopen van de AWBZ-indicatie en het ingaan van de nieuwe Wmo-indicatie. Er kan dus een gat ontstaan waardoor cliënten deze periode geen ondersteuning krijgen. 6 De rechtmatigheid van de zorgverstrekking zelf is aantoonbaar aan de hand van de originele AWBZ indicatie, en de levering door een bepaalde (maar niet hiervoor aangewezen) aanbieder door de bepaling in dit addendum. 11

68 <logo gemeente> <logo aanbieder> 1.4 Woonplaatsbeginsel Jeugdwet In de Jeugdwet speelt de woonplaats van de gezagsdrager een zeer belangrijke rol. Formele toelichting op het woonplaatsbeginsel is opgenomen in het Factsheet Woonplaatsbeginsel. Een praktische vertaling is opgenomen in het Factsheet Woonplaatsbeginsel in de praktijk 7. Daarin is de verantwoordelijkheidsverdeling beschreven tussen aanbieder en gemeente. Situatie: In diverse gevallen beschreven in het Factsheet is de aanbieder in eerste instantie verantwoordelijk voor het toepassen van het woonplaatsbeginsel. Nadere duiding: a) Aanbieder dient aan te tonen dat hij de woonplaats van de gezagsdrager heeft vastgesteld op basis van de eigen administratie of, indien op basis van waarneming, de aard van deze waarneming. Daarna neemt de gemeente de verantwoordelijkheid dat de declaratie wordt betaald en indien nodig wordt doorgestuurd aan een andere gemeente. 1.5 Verwijzing (zogenaamde artsenroute Jeugdwet) Situatie: Een zorgtraject is gestart na verwijzing van een daartoe gerechtigde arts of functionaris uit het rechterlijke domein. Aan de start van het proces heeft geen gemeentelijke toewijzing ten grondslag gelegen. Mogelijke reguliere werkwijze of in dit addendum op te nemen rechtmatigheidsgrond: Er is aan de vereiste van rechtmatigheid voldaan als a) de verwijzing aanwezig is; b) het feit van de verwijzing met de gemeente is gedeeld; c) de verwijzing zelf met de gemeente is gedeeld 8 ; d) op de verwijzing een toewijzing vanuit de gemeente is gevolgd. Bandbreedte: VNG acht de opties b) t/m d) de acceptabele bandbreedte. Optie a) ontneemt de gemeente de mogelijkheid zich administratief op de verplichting voor te bereiden. Voor optie d) moet in acht worden genomen dat zij acceptabel is wanneer de gemeente het proces zó heeft ingericht dat op de artsen-verwijzing ook een toewijzing volgt. Zo niet, dan zou optie c) de bovengrens zijn. 2. Omvang van de zorg (op cliëntniveau) In contracten kunnen verschillende soorten afspraken staan over of en hoe hoogte of omvang kan worden vastgesteld op het niveau van de cliënt, bijvoorbeeld: Vastgelegd in de beschikking (bijvoorbeeld een traject). Dan ligt het voor de hand dat de vastgelegde omvang de rechtmatige omvang is. Gemaximeerd in de beschikking (bijvoorbeeld aantal uur begeleiding). Dan is omvang rechtmatig mits binnen dit maximum. Onbegrensd (bijvoorbeeld DBC). De aanbieder is vrij om de omvang van de zorg vast te stellen. De omvang kan daarmee niet onrechtmatig zijn Deze situatie kan voorkomen als er een directe uitwisseling van informatie bestaat tussen huisarts en de daartoe bevoegd persoon bij de gemeente. In andere gevallen kan de privacyregelgeving deze optie blokkeren. 9 Mogelijk is de omvang vrij maar met begrenzingen. In dat geval is de aanbieder vrij om de zorg tot de begrenzing vast te stellen, en kan de omvang (binnen de begrenzing) ook niet onrechtmatig zijn. 12

69 <logo gemeente> <logo aanbieder> Gebaseerd op resultaat 10, niet op omvang. Mogelijk is coulance wenselijk over de het aantonen van deelresultaten en deel-facturen (in geval van resultaat niet helemaal gehaald). Situatie: De omvang van zorg geleverd aan een cliënt wijkt af van de omvang in de (beschikking / besluit / toewijzing). Mogelijke bepalingen: a) Afwijkingen zijn toegestaan en worden door de gemeente niet beschouwd als onrechtmatig; b) Afwijkingen zijn binnen een percentage van % toegestaan en worden door de gemeente niet beschouwd als onrechtmatig c) Afwijkingen kunnen voorkomen. Zij worden tussen aanbieder en gemeente vastgesteld en vastgelegd en worden daarna niet door de gemeente beschouwd als onrechtmatig d) Afwijkingen zijn alleen acceptabel (rechtmatig) als zij zijn geaccordeerd door de gemeente. e) Te verwachten afwijkingen moeten vooraf voor levering met de gemeente zijn afgestemd. Bandbreedte: VNG acht de opties b) t/m d) de acceptabele bandbreedte. Optie a) doet een volumeafspraak (in termen van rechtmatigheid) volledig teniet. Optie b) kan met een beperkt percentage worden toegepast. Optie e) zou een te grote last op het voortraject kunnen leggen. 3. Declaratie Voor de dienstverlening in de overeenkomst kunnen op verschillende manieren tarieven zijn vastgesteld, bijvoorbeeld a) Tarief is vast (een bedrag). In dit geval is dit het rechtmatige tarief hetgeen gemeente zelf kan vaststellen. b) Tarief is een afgeleide, bijvoorbeeld het tarief van 2014 min 10%. In dat geval moet de aanbieder de tariefbepaling en eventueel daarvoor gebruikte bronnen toetsbaar openbaar maken. In contracten kunnen verschillende soorten afspraken staan over declaratieproces. We onderscheiden drie onderwerpen: 1. Vorm van declaratie; 2. Aansluiting op toewijzing (opdracht); 3. Tijdigheid van declaratie. Voor elk van deze onderwerpen kunnen in het Addendum bepalingen worden gekozen om in transitiejaar coulant te zijn. 10 In deze context is ook relevant de samenloop met informatie over prijs en hoeveelheid in verband met eigen bijdrage (aan CAK). Mogelijke coulance op te nemen dat voor de rechtmatigheid alleen de resultaatafspraak naar de gemeente leidend is. 13

70 <logo gemeente> <logo aanbieder> 3.1 Vorm van de declaratie. Situatie: De declaratie moet zijn gedaan in het format van iwmo en ijw. Door diverse oorzaken kan dit in 2015 nog niet zijn gelukt. Mogelijke bepalingen: a) Alle vormen en routes zijn toegestaan zolang aan de volgende minimale voorwaarden {benoemen, waaronder privacy} is voldaan; b) Tijdelijk {benoemen} worden andere, {genoemde} vormen en routes (ICT) toegestaan; c) De vastgestelde vorm is de enige toegestane vorm, maar de route (ICT) kan afwijken; d) De vastgestelde vorm en route (ICT) zijn de enige toegestane. Bandbreedte: VNG acht de opties a) t/m c) de acceptabele bandbreedte. Optie d) is de reguliere weg (geen verzachting). Noot: Gemeenten kunnen voorschot verstrekken om liquiditeitsrisico voor aanbieders te beperken. Bij afrekening van het voorschot is onderbouwing van rechtmatige declaratie onverminderd van belang. 3.2 Aansluiting naar de toewijzing. De declaratie moet aan de toewijzing te koppelen zijn, via het beschikkingsnummer, om vast te stellen dat wat gedeclareerd wordt, ook besteld is. Daarbij moet mogelijk ook de zorgcategorie en zelfs de productcode en/of het volume overeen komen. Situatie: Door proceskeuzes of door transitieproblemen kan geen koppeling worden gemaakt tussen de toewijzing (opdrachtverlening) en de declaratie. Mogelijke bepaling: a) Gemeente verklaart deze koppeling niet als onderdeel van de rechtmatigheidsgrond te beschouwen. b) Wanneer de declaratie op een andere manier dan via het beschikkingsnummer aan de toewijzing te koppelen is {bijvoorbeeld door BSN of naam en geboortedatum}, wordt de declaratie als rechtmatig beschouwd. Bandbreedte: VNG acht de optie b) de acceptabele. Gebruik van optie a) leidt tot problematiek elders: aantonen van het recht op verstrekken van de zorg is dan niet (procesmatig) aan de betaling te relateren. 3.3 Tijdigheid van de declaratie In het contract zal zijn vastgelegd binnen welke termijn na aanvang of einde zorg, of na afloop van de declaratieperiode, de declaratie moet zijn ingediend. Dit is een onderwerp binnen rechtmatigheid indien de tijdigheid in de overeenkomst als eis is geformuleerd. a) De tijdigheidsvereiste wordt (tijdelijk) losgelaten, maar gemaximeerd tot een periode (bijv. 1 jaar} en/of een datum i.v.m. het einde boekjaar {benoemen} b) De tijdigheidsvereiste mag onder omstandigheden {benoemen} zijn overschreden met {benoemen} ; Bandbreedte: VNG acht de opties a) en b) de acceptabele bandbreedte om de huidige tijdigheidsvereisten te verlichten. 14

71 <logo gemeente> <logo aanbieder> Noot: als er een opdrachtverstrekking ligt ( zie hoofdstuk 1), kan de tijdigheidsvereiste met meer flexibiliteit worden toegepast. Immers dan is de gemeente op basis van de opdracht in staat om een verplichting in de administratie op te nemen. 4. Levering Situatie: Controle op levering (van de zorg) kan onderdeel van de rechtmatigheidscontrole zijn, op verschillende manieren. Dit kan, maar hoeft niet, in het contract te zijn vastgelegd. LET OP: Privacy-richtlijnen! Mogelijke bepaling: Het addendum kan duidelijkheid scheppen over hoe de leveringscontrole tot rechtmatigheid kan leiden, bijvoorbeeld: a) Rechtmatigheid van de levering volgt uit de aanwezigheid van een vastlegging {bijvoorbeeld registratie of zorgplan} bij de zorgaanbieder; b) De gemeente kan steekproefsgewijs door een daartoe bevoegd persoon materiële controle laten uitvoeren naar levering; c) Door registratie van de levering en verstrekken van deze gegevens aan de gemeente en eventuele toets door accountant daarover. Dit kan zo werken bij tijdregistratie; Bandbreedte: VNG acht de opties a) t/m c) de acceptabele bandbreedte. Daarbij moet worden vermeld dat de aard van de dienst van grote invloed is op de te verwachten leveringsverantwoording. 15

72 8 SOC - Transitiecommissie Sociaal Domein: TSD en Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning 1 18/9 van TSD Vos-Hulleman, HM Van: Vos-Hulleman, HM Verzonden: dinsdag 22 september :20 Aan: Vos-Hulleman, HM Onderwerp: TSD en Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning Bijlagen: Derde rapportage TSD kort (def.).pdf; Casusboek sociale wijkteams.pdf Van: PostbusTSD [mailto:postbustsd@minbzk.nl] Verzonden: vrijdag 18 september :51 Aan: PostbusTSD <PostbusTSD@minbzk.nl> Onderwerp: TSD en Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning Beste wethouders en raadsleden, Op 1 september jl. heb ik u geïnformeerd over de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. De Code biedt een handzaam kader voor een kwalitatief goed aanbestedingsproces vanuit het perspectief van cliënten en werknemers. De Code is inmiddels ook aan de Tweede Kamer verzonden en daar toegelicht door de staatssecretaris van VWS. De uitgangspunten van de Code zijn opgesteld en ondertekend door zorgaanbieders Cordaan, TSN Thuiszorg, TZorg, Vérian, Vierstroom Hulp Thuis en Zorgkompas, vakbond CNV Zorg & Welzijn en de gemeenten Amsterdam, Breda, Den Haag, Drimmelen, Enschede, s-hertogenbosch, Nijmegen, Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Zaanstad, Zeist en de samenwerkende regiogemeenten Drechtsteden Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het doel is dat zoveel mogelijk gemeenten en zorgaanbieders de werkwijze uit de code gaan toepassen. Ik ben en blijf betrokken bij de Code vanuit mijn lidmaatschap van de Transitiecommissie Sociaal Domein. Deze commissie adviseert gemeenten en kabinet periodiek over de ontwikkeling van de decentralisaties. Bijgaand vindt u onze laatste rapportage Mogelijk maken wat nodig is met interessante casusbeschrijvingen (over maatwerk door sociale wijkteams) en met signalen over onder meer rechtmatigheid, facturering, jeugdzorg en beschermd wonen. Onze rapportage biedt handvaten om op lokaal niveau het decentralisatieproces nog eens kritisch met elkaar te bespreken. Ook de stand van zaken rond de Code wordt er in beschreven (blz. 12). In ons volgende advies brengen we in beeld welke gemeenten de Code onderschrijven en welke gemeenten niet. Graag hoor ik vóór 1 november a.s. van u of uw gemeente de uitgangspunten van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning deelt en toepast bij inkoop. U kunt zich hier aanmelden of de Code lezen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Postbustsd@minbzk.nl. Met vriendelijke groet, Doekle Terpstra Transitiecommissie Sociaal Domein p/a Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Secretariaat B.: Turfmarkt DP DEN HAAG T P.: Postbus EA DEN HAAG E. PostbusTSD@minbzk.nl W: Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u is bestemd. Indien u niet de geadresseerde bent of dit bericht abusievelijk aan u is toegezonden, wordt u 1

73 verzocht dat aan de afzender te melden en het bericht te verwijderen. De Staat aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die verband houdt met risico's verbonden aan het elektronisch verzenden van berichten. This message may contain information that is not intended for you. If you are not the addressee or if this message was sent to you by mistake, you are requested to inform the sender and delete the message. The State accepts no liability for damage of any kind resulting from the risks inherent in the electronic transmission of messages.. 2

74 2 by 1 Derde rapportage TSD kort (def ).pdf > Retouradres Postbus 20011, 2500 EA DEN HAAG Minister Plasterk p/a Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus EA Den Haag Transitiecommissie Sociaal Domein p/a Turfmarkt 147 Den Haag Postbus EA DEN HAAG Contactpersoon PostbusTSD@minbzk.nl Kenmerk TSD Datum 3 september 2015 Betreft Derde rapportage Transitiecommissie Sociaal Domein Mogelijk maken wat nodig is Uw kenmerk Geachte minister, In onze tweede rapportage van april 2015 constateerden we dat gemeenten volop bezig zijn om zo goed als mogelijk uitvoering te geven aan hun nieuwe taken. Het transformatieproces staat echter nog in de kinderschoenen. Niet geheel onbegrijpelijk. Het betreft een veranderingsproces, met verschuivingen in macht, zeggenschap en geld. Het brengt de nodige onzekerheid met zich mee, het doet soms pijn en is niet te beheersen. Tenminste niet in de klassieke betekenis van het woord. Bovendien zitten we al jaren vast in de door onszelf aangeleerde rollen en patronen. Met veel verschillende spelers en nog meer verschillende belangen is de complexiteit groot. Die is trouwens niet nieuw. Het nieuwe is dat zij meer zichtbaar is dan ooit. In deze complexiteit ontstaat de neiging om het systeem ter discussie te stellen en de vrijheid die is ontstaan te knechten met (meer) regels en protocollen. Een begrijpelijke, maar verkeerde reflex. Het is goed dat we ons realiseren dat de verandering groter is dan wij zelf zijn. Onze bureaucratie zorgt voor een balans in de relatie tussen overheid en haar burgers. Zij beschermt de burger voor willekeur. Gelijktijdig beschermt zij de overheid voor het verwijt van machtsmisbruik en onrechtmatig handelen. De bureaucratie, hoezeer wij haar starheid vaak ook vervloeken, biedt veiligheid. Diezelfde bureaucratie moeten we door de opdracht van de drie decentralisaties opnieuw uitvinden. Dat is een fenomenale opgave. We komen uit een wereld waarin we op basis van indicaties exact vaststellen waar een individuele cliënt recht op heeft. Een wereld waarin we doen wat volgens de verordening moet en we het doen zoals het protocol het voorschrijft. We zijn op weg naar een wereld waarin we onderzoeken wat iemand nodig heeft en dat doen we samen met de zorgvrager. Daarmee verandert de relatie tussen overheid en burgers fundamenteel. Van kleine lettertjes naar keukentafelgesprekken. Naar onze mening krijgt juist die verandering tot nu toe te weinig aandacht. De commissie wil daar in haar volgende rapportage begin 2016 nadrukkelijk aandacht aan besteden. De decentralisaties gaan niet alleen over zorg, participatie en onderwijs maar ook, en misschien zelfs in de eerste plaats, om een andere relatie tussen burgers en Pagina 1 van 23

75 overheid, waarbij de werking van de klassieke bureaucratie in onze verzorgingstaat opnieuw tegen het licht moet worden gehouden. Het gaat om de praktijk Datum 3 september 2015 Kenmerk Innovatie is niet een of ander theoretisch concept. Innovatie is iets dat je kunt zien in de praktijk. Teksten van beleidmakers verliezen elke betekenis als ze niet aansluiten bij het dagelijkse handelen van gemeente, zorgverlener en zorgvrager. Dat wat er in die relatie gebeurt, daaraan kun je zien of er echt iets aan het veranderen is. Dat is dan ook de reden dat de TSD de afgelopen periode juist veel sociale wijkteams heeft bezocht, gemeenten heeft gesproken, expertsessies heeft gehouden en haar netwerk heeft geraadpleegd. 1 Wederom om het verloop van de transitie en transformatie te bespreken en om zicht te krijgen op de vraag of de belofte van de decentralisatie kan worden waargemaakt. Maatwerk is ook het thema waar wij in deze rapportage bijzondere aandacht aan geven. Mede vanuit de casuïstiek van de sociale wijkteams, want als innovatie érgens zichtbaar wordt, is het in die teams, op het scharnierpunt tussen gemeente, professional, vrijwilliger en burger. Om een beeld te geven van de ervaringen met het leveren van maatwerk, beschrijven we in de bijlage verschillende casussen. Deze zijn illustratief voor waar sociale wijkteams, burgers en aanbieders van zorg en ondersteuning mee worstelen, maar ook waar ze trots op zijn. Het is een greep uit de vele verhalen uit de praktijk van de decentralisaties. Er is een constatering die de TSD op voorhand wil meegeven: één gezin, één plan, één regisseur, het uitgangspunt van deze hele operatie, is niet mogelijk zonder volmondige samenwerking tussen al die organisaties die de mensen, de kennis en de kunde moeten leveren om tot dat integrale maatwerk te komen. En daar, in die samenwerking, lijkt het nogal eens mis te gaan. Maatwerk Praktijk is divers en complex Onderdeel van de decentralisaties is een nieuwe structuur voor de toegang tot zorg en ondersteuning. Laagdrempelig, integraal en maatwerk zijn nu de principes. En in combinatie met een andere juridische context. Niet meer het recht op een regeling of voorziening, maar de individuele behoefte van de burger staat centraal. Dit heeft belangrijke aanpassingen tot gevolg op lokaal niveau. Elke gemeente vult dit naar eigen inzicht in, maar helder is dat de werkwijze van sociale wijkteams dominant is bij het vormgeven van integraal maatwerk, dichtbij burgers. De term sociaal wijkteam is een containerbegrip waarachter teams met grote verschillen schuil gaan. Voor alle duidelijkheid, die verscheidenheid is ook de bedoeling. Maar het blijft een lappendeken waarover (nog) geen algemene conclusies te trekken zijn. Idealiter hebben gemeenten in samenwerking met de ver- 1 Bijlage II geeft een overzicht van de gesprekspartners van de leden van de TSD. Pagina 2 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

76 schillende partners 2 een visie ontwikkeld over het aanbieden van zorg en ondersteuning. Over de opgaven en taakinhoud, over de toegang, de samenwerking, het bijbehorende mandaat en budget. Of een team zelf interventies verricht of doorgeleidt en met welke deskundigheid en competenties. Afhankelijk van die keuzes zijn teams ingericht en van start gegaan. In deze verscheidenheid viel ons een aantal ontwikkelingen op die we hier willen benoemen. Datum 3 september 2015 Kenmerk Een integrale aanpak Zo zien we deze eerste maanden enthousiasme en inzet om de beschikbare ruimte voor maatwerk te gebruiken en vraagstukken integraal op te pakken. Over het algemeen zijn de teams blij met hun mogelijkheden. Verschillende afzonderlijke indicaties kunnen nu worden geïntegreerd tot één ondersteuningsplan. Verdere verkruimeling van het sociaal domein wordt daardoor tegengegaan. Dat is een goed begin. Andere gesprekken Een ander pluspunt is dat we in de praktijk een andere betrokkenheid van beleidsmakers en politiek verantwoordelijken bij het sociaal domein zien ontstaan. Was het casusoverleg tot voor kort het exclusieve domein van professionals binnen teams in een zorgorganisatie, nu worden behalve professionals ook beleidsambtenaren en bestuurders bij dit overleg betrokken. In meerdere gemeenten is een opschalingsmodel ontwikkeld of worden mediators aangesteld die doorzettingsmacht hebben gekregen om ingesleten werkwijzen ter discussie te stellen en ruimte te scheppen voor maatwerk. Bij andere gemeenten wordt het middenmanagement van de taakgebieden Maatschappelijke Ontwikkeling en Werk en Inkomen samen verantwoordelijk gesteld om dat maatwerk te bieden. Het zijn voorbeelden van een nieuwe houding waar beleidsbepalers en uitvoerders samen zoeken naar de optimale organisatievorm en de haalbare vrijheid van handelen voor de professionals. Daar ziet de TSD absoluut winst, want met elkaar het gesprek aangaan op casusniveau en over de werkwijze is nodig om verandering te bevorderen. De TSD ziet winst in de organisatiebrede dialoog op casusniveau en over de werkwijze. Dit is nodig om verandering te bevorderen. Mogelijk maken wat nodig is De transformatie vindt zijn basis in kennis van zaken, brede samenwerking en vooral doorzettingsvermogen en lef. De opgave voor sociale wijkteams is zwaar. Met vaak nieuwe collega s zoeken naar een nieuwe werkwijze, dichtbij en met de mensen, in een omgeving die onder een (politiek) vergrootglas ligt. Opboksend tegen oude systemen, vreemde logica s, ingehouwen wetmatigheden, vastgeroeste protocollen. Opmerkelijk is dat we in de casuïstiek geregeld blokkades tegenkomen in de vorm van ervaren regels of waarheden, die in werkelijkheid lang niet altijd die hardheid hebben. Er is bij de teams onduidelijkheid of onbekendheid over waar oplossingen binnen de eigen invloedsfeer liggen en wat als gegeven uit wet- en regelgeving beschouwd moet worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor privacybeperkingen en bij 2 We denken hierbij aan de lokale partners in de zorg- en participatieketen en in de wijk, aan vrijwilligers en cliëntorganisaties. Pagina 3 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

77 de inzet van bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Er is angst voor de verkeerde beslissing, die mogelijk gevolgen heeft voor het oordeel van de inspecties of de accountant. De (zelf) opgelegde beleidsbeperking wint het soms van de beschikbare beleidsvrijheid, regels bieden meer houvast dan improviseren. Dat zou niet moeten. De transformatie is juist een uitnodiging voor de professional om meer in de eigen invloedssfeer te trekken. Het gaat er niet om te doen wat mogelijk is, maar om mogelijk te maken wat nodig is. Datum 3 september 2015 Kenmerk De boodschap van ruimte en maatwerk moet herhaald worden, om de werkende principes van sociale wijkteams de kans te geven. Het gaat niet om gemiddelde scores, om codes, om systemen. Het gaat wel om zelfverzekerde teams met ruimte voor maatwerk, herkenbaar in de wijk, die zich veilig en gesteund voelen. Wij roepen raadsleden, wethouders en management op om wijkteams de ruimte te bieden en vertrouwen te hebben in de capaciteiten van de medewerkers. Om hun rol te nemen in het bevorderen van maatwerk en integraliteit, in het wegnemen van belemmeringen in lokale regelgeving en beleid of in de organisatorische en administratieve sfeer. Wijkteams: niet doen wat mogelijk is, maar mogelijk maken wat nodig is. De TSD roept raadsleden, wethouders en management op om wijkteams de ruimte te bieden en vertrouwen te hebben in de capaciteiten van de medewerkers. Om hun rol te nemen in het bevorderen van maatwerk en integraliteit, in het wegnemen van belemmeringen in lokale regelgeving of in de organisatorische en administratieve sfeer. Investeer in professionalisering Mogelijk maken wat nodig is, vraagt ook om een andere professionaliteit. Daar is nog enorme winst te boeken. En niet alleen in kennisopbouw en competentietraining. Investeer ook in het organiseren van het ontwikkel- en leersysteem van de teams zelf. Denk daarbij aan intervisie en peer-learning. Vanuit de reflectieve praktijk leren van elkaar, van de successen en de belemmeringen, van wat (on)veranderlijk en (on)mogelijk is en binnen het team bepalen welke normen daar bij horen. De TSD pleit voor de verankering van het leervermogen van de wijkteams in ontwikkel- en leersystemen, bijvoorbeeld met intervisie en peerlearning. Wijkteams: neem hierin het initiatief. Ook is het van groot belang dat het hoger management investeert in zijn eigen kennis van zaken en inzicht in de problematiek. Over het algemeen oriënteren zij zich vooral op het managen van het proces, terwijl ook inhoudelijke kennis en inzicht nodig zijn om (nieuwe) strategische keuzes te kunnen maken. En om een goede sparringpartner te kunnen zijn voor het bestuur en de medewerkers. Inhoudelijke kennis van zaken en inzicht in de problematiek bij het hoger management is nodig om (nieuwe) strategische keuzes te kunnen maken en een goede sparringpartner te kunnen zijn. Het vermogen van gemeenten om elkaar hierin te ondersteunen en het leerproces te versnellen nemen we als aandachtspunt mee in onze volgende rapportage. Ook zijn we in gesprek met het programma Gemeenten van de Toekomst, onderwijsin- Pagina 4 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

78 stellingen en ambtelijke organisaties over de omslag binnen het ambtelijk apparaat (zie tweede rapportage). Schuldendominantie en kostenbewustzijn Het hebben van schulden raakt alle facetten van het bestaan van een willekeurige burger. Dat zien we ook terug in de dagelijkse praktijk van de wijkteams. Onze inschatting is dat financiële problemen van cliënten in zo n 80% van de zaken bepalend is voor het al of niet kunnen vinden van een oplossing. Het is dan ook noodzakelijk om kennis van schuldsanering en (bijzondere) bijstand stevig te verankeren in het sociaal team en in de samenwerking met het taakgebied Werk en Inkomen. 3 Datum 3 september 2015 Kenmerk Ook komen situaties voor waarin vooral het onlogisch oplossen tot hoge maatschappelijke kosten leidt. Bijvoorbeeld als iemand vanwege een beperkte huurschuld maanden langer in de maatschappelijke opvang blijft zitten, waardoor de kosten vele malen hoger zijn dan de huurschuld. Met het bieden van hetgeen wat nodig is tegen minder kosten, snijdt het mes aan meerdere kanten. De TSD adviseert kennis van Werk & Inkomen, inclusief schuldsanering, stevig te verankeren binnen sociale wijkteams. Ruimte voor maatschappelijk initiatief Vol verwachting wordt gesproken over de rol die burgers kunnen spelen binnen het sociale domein. Om te voorkomen dat dit beperkt blijft tot een vorm van wensdenken, zullen burgers initiatieven moeten blijven nemen (en soms hun gemeenten wat steviger moeten uitdagen) en zullen gemeenten hier beleidsmatig en financieel ruimte voor moeten creëren en soms een stapje terug doen. Het is een samenspel dat in de ene gemeente meer aandacht krijgt dan in de andere. Het is in ieder geval een proces waar de TSD belangstelling voor heeft en in de volgende rapportage aandacht aan zal besteden. Andere positie zorgzoeker stelt hoge eisen aan gemeentelijke dienstverlening De decentralisaties beogen de verhouding tussen burger en overheid te veranderen. Voorheen waren aanspraken concreet benoemd en juridisch afdwingbaar. Dit maakte de positie van burgers sterk. De nieuwe wetgeving (met name Wmo 2015 en de Jeugdwet) is veel ruimer geformuleerd. In deze nieuwe situatie ontstaat eigenlijk een soort dialoogverhouding, waarin burgers zelf hun keuzes in zorg en ondersteuning kunnen maken. Maar in juridisch opzicht leidt dit tot een schemergebied waarin begrippen als keukentafelgesprek, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid leidend zijn. Dat leidt bij zorgzoekers tot de nodige angst en scepsis. Immers, dialoog suggereert een gelijkwaardige verhouding, maar uiteindelijk bepaalt de gemeente (of een sociaal wijkteam) welke zorg en ondersteuning nodig is en wordt ingezet. Maar het leidt ook tot onzekerheid bij het sociale wijkteam. Er is tenslotte niet meer de centrale indicatie en richtlijn om op terug te vallen. Als de burger niet krijgt wat hij wil, dan moet de medewerker van het wijkteam dat nu zelf toelichten en verantwoorden. Soms letterlijk aan diezelfde keukentafel. Dat is een totaal 3 Slechts in 55% van de sociale teams is Werk en Inkomen vertegenwoordigd, aldus Movisie. Bron: Sociale (wijk)teams in vogelvlucht, state of the art najaar 2014, februari Pagina 5 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

79 andere rol dan dat zij vroeger hadden en die soms onveilig aanvoelt. Wanneer doe je het goed en wanneer niet. Een heldere en eenduidige normstelling ontbreekt hier ten principale. Het gaat immers om maatwerk en het betrekken van de omgeving bij het zorgplan. Dat betekent dat het iedere keer weer anders is. Datum 3 september 2015 Kenmerk De TSD vraagt gemeenten na te denken hoe wijkteams op een vernieuwende manier hun eigen normen aan de hand van hun eigen praktijk kunnen (blijven) ontwikkelen. Intervisie en onderlinge reflectie aan de hand van praktijkvoorbeelden lijken daartoe een mogelijkheid. De zelfstandige, maar ook afhankelijke positie van de burger stelt hoge eisen aan de kwaliteit, deskundigheid en zorgvuldigheid van de gemeentelijke dienstverlening. De gemeente zal bij de toekenning van zorg en ondersteuning zichtbaar moeten maken op welke manier aandacht is gegeven aan de situatie van de cliënt, welke afwegingen zijn gemaakt en hoe dit heeft geleid tot een gemotiveerd besluit en op welke wijze de zorgzoeker bezwaar kan maken tegen dat besluit. Verder kunnen binnen een gemeente voorzieningen worden getroffen om meldingen of klachten van zorgzoekers een steviger stem te geven zoals een speciale ombudsman voor het sociale domein. Ook dit aspect nemen we mee in de volgende rapportage. Privacy Het privacyvraagstuk is ingewikkeld en blijkt in de praktijk lastig voor een integrale professional in een wijkteam, voor de samenwerking met en tussen zorgverleners en in de administratieve processen. Er bestaan wisselende beelden over wat kan en wat mag; de balans tussen zorgplicht en privacy is niet helder en wordt af en toe oneigenlijk gebruikt in de soms moeizame relatie tussen gemeenten en zorgaanbieders. Hier lijkt eerder sprake te zijn van wantrouwen tussen instituties dan tussen professionals. Voorop staat dat professionals onderling (al dan niet binnen een wijkteam) informatie kunnen uitwisselen in het belang van een cliënt. Iedereen is gehouden aan professionele standaarden, ook de gemeenteambtenaar door het afleggen van de ambtseed. Of de privacygevoelige informatie ook goed wordt geborgd in de administratieve systemen binnen de verschillende organisaties is lastiger. Daar is over en weer meer aandacht voor nodig en zijn duidelijke afspraken tussen organisaties onontbeerlijk. Wat ook niet helpt zijn de verschillende uitwerkingen van het juridisch kader binnen de drie materiewetten. Dat is weliswaar te begrijpen vanuit het uitgangspunt van de doelbinding, maar binnen de dagelijkse praktijk van een sociaal wijkteam is het redelijk onnavolgbaar. Om in een casus te moeten werken met verschillende richtlijnen rond privacy kan nadelig werken voor maatwerk en de integraliteit van zorg en ondersteuning. Het antwoord op de vraag welke gegevens wel en welke niet verwerkt mogen worden, zal in elke situatie anders zijn. Dat vergt kennis, een zorgvuldig afwegingsproces en ook het nodige doorzettingsvermogen. En op systeemniveau soms aanpassing van de wetgeving, zoals nu blijkt in de jeugdzorg. Rechtmatigheid Op bestuurlijk strategisch niveau zijn kennis van zaken en een heldere visie essentieel. Gemeenten moeten scherp hebben wat de opgaven en doelstellingen zijn, hoe en waarop gestuurd wordt en welke financiële- of beleidsinformatie daarvoor nodig is. Beslissingen met directe financiële gevolgen vallen onder de contro- Pagina 6 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

80 lelast van de accountant; vaststellen of het doel is bereikt en het evalueren van beleidseffecten niet. Dit moet zich ook vertalen in de afspraken die gemeenten in hun contracten met aanbieders aangaan. Naarmate de controle-eisen gedetailleerder en talrijker worden en (nodeloos) gericht zijn op een financieel gevolg, wordt het voldoen aan de beleidsdoelen en het afleggen van verantwoording daarover lastiger. Datum 3 september 2015 Kenmerk Dit zien we ook terug in de signalen dat mogelijk rechtmatigheidsproblemen gaan ontstaan in de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. De verschillende regio s en gemeenten hanteren een diversiteit aan eisen, waardoor het voldoen aan deze eisen, het opstellen van passende verantwoording en het aantonen van de rechtmatigheid bijna niet te doen is. Daarbij zijn de administratieve processen nog onvoldoende ingeregeld. Dit alles betekent een bedrijfsvoeringsrisico voor zowel aanbieders als gemeenten. Om rechtmatigheidsproblemen te voorkomen, zullen contractpartijen op lokaal of regionaal niveau moeten zoeken naar passende en realistische oplossingen. 4 Bijvoorbeeld om in het kader van transitie meer coulant om te gaan met de facturen. Daar is ruimte voor. 5 In het kader van de horizontale verantwoording is het raadzaam om de gemeenteraad hierin te betrekken. Zij kunnen bijvoorbeeld een hardheidsclausule aan het college afgeven. En betrek uiteraard de accountant. De TSD roept contractpartijen op om op lokaal of regionaal niveau te zoeken naar passende en realistische oplossingen om rechtmatigheidsproblemen op de korte termijn te voorkomen. Dit in samenspraak met gemeenteraden en accountants. Op de lange termijn kunnen een landelijk normenkader en een model controleprotocol uitkomst bieden. Compacte, duidelijke en eenduidige spelregels over verantwoording en controle dragen bij aan de borging van de financiële rechtmatigheid en vermindering van de administratieve last. Zoek uniformering waar kan in een set aan minimale vereisten waarover verantwoording moet worden afgelegd en dat tevens ruimte laat voor lokale oplossingen. Op landelijk niveau wordt hierover nagedacht door het Rijk, VNG, zorgbranches en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. Maar wil 2016 niet dezelfde onduidelijkheid kennen, dan heeft dit traject versnelling en een duidelijke keuze nodig. Het is volstrekt helder dat het eigenaarschap hiervoor bij partijen zelf belegd moet worden. Dat wil zeggen bij gemeenten en aanbieders. Het Rijk kan als regisseur optreden om partijen te bewegen (sneller) tot afspraken te komen. We zien gemeenten die gekozen hebben voor een bekostigingssystematiek waarin wordt gestuurd op outcome en resultaat. Zij hebben minder last van de administratieve problemen en de financiële rechtmatigheid speelt bijna geen rol. Ook het overwegen waard. 4 Omdat uit zowel de Jeugdwet als de Wmo geen specifieke eisen voor financiële rechtmatigheid voortkomen, zijn de gemeentelijke verordening en de lokale overeenkomsten met aanbieders leidend. Die bepalen de vereisten en de benodigde controles om de financiële rechtmatigheid vast te kunnen stellen. 5 De modeloplegger rechtmatigheid die in april door VNG, VWS en zorgbranches is ontwikkeld, kan daarbij behulpzaam zijn. Zie Pagina 7 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

81 De TSD ziet voor de langere termijn een landelijk normenkader en een model controleprotocol voor de zorgsector als mogelijke oplossing. Dit traject heeft versnelling en een duidelijke keuze nodig. Het eigenaarschap hiervoor ligt bij partijen zelf. Dat wil zeggen bij gemeenten en aanbieders. Het Rijk kan als regisseur optreden om partijen te bewegen (sneller) tot afspraken te komen. Datum 3 september 2015 Kenmerk Problemen rond het declaratie- en betalingsproces De TSD ontvangt meerdere signalen dat het declaratie- en betalingsproces tussen gemeenten en zorgaanbieders nog niet op orde is. Gegevensuitwisseling verloopt niet optimaal en door problemen met het berichtenverkeer en privacyvereisten komt de facturatie niet goed op gang of wordt buiten het systeem om gewerkt. Soms wordt gewerkt met voorschotten, maar in sommige gevallen worden aanbieders niet of niet tijdig betaald. Ook niet na acht maanden. En als deze praktijk aanhoudt, waar de oorzaak ook ligt, dan dreigen voor zowel gemeenten als aanbieders op korte termijn financiële risico s. Dit vinden wij een zorgelijk perspectief. De oplossing in deze administratieve problemen ligt vooral bij gemeenten en aanbieders zelf, daar werken ze op lokaal niveau hard aan. Maar het vraagt ook om een gecoördineerde aanpak en een versnelling van ingezette trajecten op landelijk niveau. 6 Het aanstellen van een onafhankelijke procesbegeleider kan daarin helpen. We vragen de staatssecretaris van VWS hierop toe te zien. De TSD roept gemeenten en aanbieders op te komen tot een oplossing voor de declaratie- en facturatieproblemen. Een onafhankelijke procesbegeleider kan helpen in een gecoördineerde aanpak en een versnelling van ingezette trajecten op landelijk niveau. De TSD vraagt de staatssecretaris van VWS hierop toe te zien. Zorg voor jeugd Minder machtstaal en meer samenwerking gericht op transformatie In de jeugdhulp zien we een dynamiek tussen gemeenten en aanbieders die de commissie zorgen baart. Een zorg die we ook in de tweede rapportage hebben geuit. Door GGZ-instellingen wordt melding gemaakt van wachtlijsten. Bij de specialistische zorg zou juist sprake zijn van een daling van de instroom. Er worden zorgen geuit over het functioneren en de deskundigheid van de sociale wijkteams. De verklaringen van deze signalen kunnen zeer divers zijn. Daling van de instroom kan te maken hebben met gewenning aan de nieuwe werkwijze of doordat de vraag (terecht of onterecht) ondervangen wordt door interventies van het sociale wijkteam. Wachtlijsten kunnen ontstaan om uiteenlopende redenen. Omdat het (te laag ingeschatte) productieplafond of het aantal afgesproken verrichtingen is bereikt. 7 Een instelling kan een reorganisatie hebben doorgevoerd of er kan spra- 6 Bijvoorbeeld binnen het programma Informatievoorziening Sociaal Domein (isd) of in het kader van de Werkagenda Administratie en Informatievoorziening die VNG en zorgbranches hebben opgesteld. 7 In de treeknormen is vastgelegd welke normen gehanteerd worden voor maximaal aanvaardbare wachttijden. Deze zijn in 2000 tot stand gekomen in het zogenaamde Treekoverleg tussen zorgaanbieders en verzekeraars. Pagina 8 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

82 ke zijn van een stagnerende uitstroom. De wachtlijst kan hetzelfde zijn als voorgaande jaren en ook kunnen tactische redenen een rol spelen bij de wachtlijstproblematiek. In de stroeve relatie tussen gemeenten en Jeugd GGZ instellingen worden geregeld allerlei vraagstukken benoemd waarvan soms niet duidelijk is wat nu precies de betekenis ervan is. Het vermeende gebrek aan kennis bij de gemeenten, het belang van de privacy van de cliënt en de professionele verantwoordelijkheid van de zorgverlener worden daarvan wel het vaakst genoemd. Anderzijds twijfelen gemeenten aan de bereidheid van de sector om te transformeren en de zorg voor jeugd in partnerschap aan te gaan. De TSD vraagt zich oprecht af of dit soort argumenten samenwerking in de weg moeten staan. Het lijkt eerder de noodzaak voor samenwerking aan te tonen. Datum 3 september 2015 Kenmerk Wat de oorzaken ook zijn, het baart ons zorgen dat de discussie voornamelijk in de media en op bestuurlijk- en brancheniveau wordt gevoerd. Het bevestigt het beeld van een onderling institutioneel wantrouwen. Dat werkt averechts, zelfs escalerend, en dat brengt een oplossing niet dichterbij. De-escalatie is nodig, niet alleen in daden, ook in woorden. Minder machtstaal en meer samenwerking is nodig om het wantrouwen te doorbreken en tot innovatie te komen. Daarvoor moet de nieuwe rol van opdrachtnemer en opdrachtgever, als gelijkwaardige professionele partners met het nodige begrip en vertrouwen, worden aanvaard. Evenals een herdefiniëring van de professionele autonomie van de zorgverlener. Goede zorg voor het kind moet in een bredere context worden geplaatst, de mogelijkheid van het bieden van een integrale aanpak is de norm. Wanneer de sector en gemeenten bereid zijn deze denk- en werkwijze te aanvaarden, kan het ook mogelijk worden om administratieve obstakels uit het oude systeem, zoals de DBC-systematiek en de diverse productcodes en de daarop gebaseerde verantwoording, op te ruimen. Dat is de weg naar innovatie. De TSD biedt aan te faciliteren bij dit proces, op een vergelijkbare wijze als bij de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. Minder machtstaal en meer samenwerking is nodig om het onderlinge wantrouwen in de jeugdhulp te doorbreken en tot innovatie te komen. Daarvoor moet de nieuwe rol van opdrachtnemer en opdrachtgever worden aanvaard. Evenals een herdefiniëring van de professionele autonomie van de zorgverlener. De TSD roept gemeenten en de JGGZ-sector op deze nieuwe denk- en werkwijze te aanvaarden, waardoor ook oude administratieve systemen opgeruimd kunnen worden. En de feitelijkheden boven tafel Op lokaal (regionaal) niveau moeten zo snel mogelijk de feitelijkheden boven tafel komen in een gesprek tussen gemeente(n) en aanbieders. Analyseer samen wat er gebeurt, hoe het loopt en welke oplossingen er zijn, gegeven het aantal cliënten, de verwijsmogelijkheid via de huisarts en het beschikbare budget. Betrek daarin de mogelijkheden voor herschikking. Stel een ontwikkelagenda op en houd zowel de korte als de lange termijn voor ogen. Gemeenten moeten hier de regie nemen. De TSD roept gemeenten en aanbieders in de jeugdhulp op om het gesprek aan te gaan over de wachtlijstenproblematiek bij GGZ-instellingen Pagina 9 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

83 en de dalende instroom bij de specialistische zorg. Analyseer de feitelijke situatie en benut het herschikkingsinstrument. Gemeenten moeten hier de regie nemen en de verwijsmogelijkheid via de huisarts erin betrekken. Datum 3 september 2015 Kenmerk Het zou de gemeenten helpen als voor deze gesprekken gebruik kan worden gemaakt van de kennis en ervaring die de zorgkantoren en de zorgverzekeraars in voorgaande jaren hebben opgedaan over het verloop in de jeugdhulp. Ook stellen we voor dat zorgaanbieders en gemeenten afspraken maken over het geven van informatie over de daadwerkelijk geleverde zorg aan het einde van een kalenderjaar (te beginnen met 2015) en de nog te verrichten zorg in het daaropvolgende jaar, waardoor het schadelastjaar gelijk wordt aan het boekjaar. Met het voordeel dat een gemeente zicht krijgt op de verleende zorg en bijbehorende kosten. Als de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de DIS-informatie ten gevolge van de afgesloten DBC s op 31 december 2014 ter beschikking zou willen stellen, dan levert dat een vergelijkingsmogelijkheid op tussen realisatie 2014 en Dat helpt gemeenten en zorgaanbieders om het goede gesprek te voeren voor de contractering van Daartoe vragen we de medewerking van de staatssecretaris van VWS. Om zicht te krijgen op de omvang van de verleende zorg en bijbehorende kosten stelt de TSD voor dat zorgaanbieders en gemeenten afspraken maken over het geven van informatie over de daadwerkelijk geleverde zorg aan het einde van een kalenderjaar (te beginnen met 2015) en de nog te verrichten zorg in het daaropvolgende jaar. De TSD vraagt medewerking van de staatssecretaris van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit om de DIS-informatie ten gevolge van de afgesloten DBC s op 31 december 2014 ter beschikking te stellen aan gemeenten. Samenhang tussen wmo, curatieve en langdurige zorg De transformatie is voor gemeenten en betrokken partijen een grote opgave. De doelstelling om betere zorg te realiseren, zo integraal mogelijk, dichtbij en met de burger, met minder middelen maakt dat de financiers van de zorg (gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars) hun samenwerking moeten versterken. Met vereende krachten en met respect voor elkaars rol en positie. Een stevig samenwerkingsverband tussen de zorgfinanciers kan van grote waarde zijn voor de zorginfrastructuur, voor de cliënt en voor de belastingbetaler, op korte en lange termijn. Gemeenten zijn gebaat bij de informatie van zorgkantoren die het zicht van gemeenten op de doelgroep aanvult. Ook de kennis en ervaring van zorgkantoren en zorgverzekeraars met het inrichten van het toezicht en de materiële controles kunnen gemeenten goed gebruiken. Voor zorgkantoren biedt de samenwerking de mogelijkheid om te toetsen of een efficiënt aanbod van voorzieningen is bereikt. Het tempo van extramuraliseren 8 kan voor een gemeente met een instelling voor Verpleging en Verzorging binnen haar gemeentegrenzen aanleiding zijn voor het maken van andere keuzes bij investeringen in zorg- of woonvoorzieningen. Het zorgkantoor en gemeente hebben beiden baat bij een zo goed mogelijk inzetbare en duurzame infrastructuur voor dagbesteding. Hetzelfde geldt voor crisisbedden. Afstemming over (gezamenlijke) inkoop is gewenst. Gemeen- 8 In 2020 moet 30% van de intramurale zorg zijn geëxtramuraliseerd. Pagina 10 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

84 ten en zorgverzekeraars hebben er baat bij om de doelgroep 18-/18+ zo goed mogelijk door te geleiden naar volwassenenzorg en om goede afspraken te maken over de inzet van wijkverpleegkundigen in de wijkteams. Dus ook hier het devies: ga met elkaar in gesprek. Tot 1 juli 2015 werd het gesprek aangejaagd door de regiosecretarissen Hervorming Langdurige Zorg. Nu zullen betrokken partijen zelf de handschoen moeten oppakken. Gemeenten moeten hier het voortouw in nemen. Maar gegeven het gezamenlijk belang voor een effectieve en kwalitatieve zorg, roept de TSD nadrukkelijk de zorgverzekeraars en zorgkantoren op om de samenwerking met de gemeenten concreet en praktisch vorm te geven. Het Jongerius-overleg (tussen directeuren sociaal domein G32 en directeuren inkoop van de zorgverzekeraars) is een mooi begin. Maar we ontvangen ook signalen dat contact met gemeenten hardnekkig wordt gemeden. Praktische afstemming en samenwerking wordt in een enkel geval met veel moeite en uithoudingsvermogen en op zeer beperkte schaal tot stand gebracht. We hopen niet dat dit een beleidskeuze is van zorgverzekeraars, want dat zouden wij onbegrijpelijk en zeer onwenselijk vinden. Ter stimulering van de samenwerking kan de staatssecretaris van VWS de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vragen om vanuit haar reguliere toezicht te bekijken of zorgverzekeraars en zorgkantoren voldoende aansluiting op en samenwerking met gemeenten zoeken, waardoor betere garanties zijn voor het realiseren van het geheel aan zorgdoelstellingen. Datum 3 september 2015 Kenmerk Een stevig samenwerkingsverband tussen de zorgfinanciers is nodig voor de zorginfrastructuur, voor de cliënt en voor de belastingbetaler, op korte en lange termijn. De TSD roept zorgverzekeraars en zorgkantoren op om samen met gemeenten de samenwerking concreet en praktisch vorm te geven. Ter stimulering van de samenwerking kan de staatssecretaris van VWS de Nederlandse Zorgautoriteit vragen om vanuit haar reguliere toezicht te bekijken of zorgverzekeraars en zorgkantoren voldoende aansluiting op en samenwerking met gemeenten zoeken. Beschermd Wonen Uit ons netwerk bereiken ons signalen over zorgelijke praktijksituaties die ontstaan bij herbeoordelingen van indicatie GGZ-B naar GGZ-C (Beschermd Wonen) en bij het omzetten van de indicatie GGZ-C van Zorg in Natura (ZIN) naar een Persoonsgebonden Budget (PGB). Het betreft hier cliënten die in de regel zeer kwetsbaar zijn. Gemeenten zien dat betrokken cliënten vaak niet in staat zijn zelf de regie te voeren over hun budget noch over de uitvoering van zorg. De kans op misbruik door PGB-aanbieders is groot en gemeenten ontvangen hierover ook concrete signalen. Zo treffen toegangsmedewerkers schrijnende gevallen aan van PGB-aanbieders die onvoldoende kwaliteit van zorg leveren en de herbeoordeling van GGZ-B naar GGZ-C gebruiken om onder het toezicht van de IGZ uit te komen. Het gaat ook om huisvesting die niet voldoet aan de kwaliteitseisen van beschermd wonen. Ze komen bijvoorbeeld woonvoorzieningen tegen zonder gemeenschappelijke ruimten en woonruimten op recreatievoorzieningen (bungalowparken en camping). En door middel van het koppelen van de woonfunctie aan zorg worden cliënten geconfronteerd met gedwongen winkelnering. Cliënten zijn afhankelijk van de zorgaanbieder, omdat die de woonvoorziening aanbiedt of een huurcontract heeft met de Pagina 11 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

85 woningcorporaties. In het laatste geval wordt met het beëindigen van de zorg ook het huurcontract opgezegd. In het algemeen is er landelijk nagenoeg geen doorstroom uit Beschermd Wonen. Deels omdat cliënten willen vasthouden aan het overgangsrecht, maar deels ook omdat er geen passende woonvoorziening voorhanden is. Daardoor komen gemeenten in de knel bij het herbeoordelen. Gemeenten winnen tijd door indicaties te verlengen en doen dat dan ook veelvuldig. De huidige overgangsregeling (met behoud van indicatie voor 5 jaar) brengt het risico met zich mee dat de schaarse beschermd wonen plekken oneigenlijk worden gebruikt. Cliënten weigeren onder druk van de bovengeschetste problematiek - een lichtere indicatie. Ook hebben cliënten een gerede kans om bij het zelfstandig wonen boven de huurtoeslaggrens te komen waardoor het zelfstandig wonen praktisch onhaalbaar wordt. Datum 3 september 2015 Kenmerk Wij zijn er ons van bewust dat deze praktijken onder het regime van de AWBZ zijn ontstaan en we realiseren ons dat het een complex onderdeel vormt van de Wmo. Dat neemt niet weg dat gemeenten onvoldoende mogelijkheden in handen lijken te hebben om tot een daadwerkelijk effectieve aanpak te komen. Het is de vraag of het lange overgangsrecht en de mogelijkheid voor een PGB in de huidige omstandigheden in het belang zijn van deze kwetsbare groep cliënten. Overgangsrecht In het belang van de transformatie, de cliënten en de medewerkers in de zorg zijn wij van mening dat termijnen van het overgangsrecht niet verlengd moeten worden, bijvoorbeeld door het herindiceren van cliënten uit te stellen. Standvastigheid en kaders zijn gewenst. Verlengen draagt niet bij aan het accepteren van de nieuwe koers en het realiseren van innovaties. Het biedt partijen de mogelijkheid om noodzakelijke veranderingen uit te stellen. Dit zien we ook al terug bij de overgangsmaatregelen die een langere termijn kennen. Zo vormt het werken met de DBC-systematiek in de jeugdzorg een hindernis om tot een nieuwe, beter toepasbare en vereenvoudigde bekostigingssystematiek te komen. Langdurige overgangsmaatregelen kunnen ook onbedoeld in het nadeel van cliënten werken, zoals hiervoor ook is geschetst bij de cliënten met een indicatie van Beschermd Wonen. De TSD adviseert om vast te houden aan de eerder vastgestelde termijnen van het overgangsrecht en deze niet te verlengen. Terugblik tweede rapportage Code verantwoordelijk marktgedrag thuisondersteuning Ten aanzien van de inkoop van WMO- en Jeugdzorg en de ontwikkeling van de arbeidsmarkt hebben we in onze vorige rapportage het kabinet geadviseerd de jaren 2015 en 2016 te benutten om samen met de sector voor huishoudelijke hulp te komen tot een toekomstgerichte werkagenda voor de persoonlijke dienstverlening. Het kabinet heeft dit advies overgenomen en op 22 juni 2015 is ons ge- Pagina 12 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

86 vraagd een faciliterende rol hierin te vervullen. 9 De opdracht aan de TSD bestaat uit: Het faciliteren van de totstandkoming van een code verantwoord marktgedrag, naar het voorbeeld van de schoonmaaksector, met oog voor de korte en lange termijn uitdagingen op de arbeidsmarkt en de regionale en lokale diversiteit (geen landelijke blauwdruk). Het formuleren van een toekomstgericht perspectief voor de dienstverlening aan huis gericht op innovatie en het ontwikkelen nieuwe vormen van ondersteuning thuis, met oog voor de regionale en lokale diversiteit (geen landelijke blauwdruk). Datum 3 september 2015 Kenmerk Samen met een aantal gemeenten en aanbieders en het CNV is de TSD aan de slag gegaan. Het eerste deel van de opdracht is eind augustus 2015 afgerond met de ondertekening van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. De Code biedt een helder kader met gespreksthema s, praktijkvoorbeelden en een handreiking kostprijsopbouw, waardoor een kwalitatief goed aanbestedingsproces kan worden ingericht; transparant, volledig en in partnerschap. Dit is van groot belang voor de volgende inkoopronde en daarmee voor de medewerkers. Het is de bedoeling dat steeds meer partijen zich gaan aansluiten bij de Code. Dat kan via In september is het gesprek gestart over het andere deel van de opdracht, dat wil zeggen het formuleren van het lange termijn perspectief. Monitoring en inspectietoezicht De transformatie ook op Rijksniveau een uitdaging Ten aanzien van de aanbevelingen uit de tweede rapportage over de monitoring en het inspectietoezicht zien we aarzelende stappen. Met name in het politiek beleggen van de regierol. Gemeenten worden geacht te transformeren en oude rolpatronen ter zijde te schuiven. De nadruk wordt gelegd op ontkokering en het leggen van dwarsverbanden, zelfs buiten het sociaal domein. Hen wordt gevraagd de administratieve lasten te beperken en niet in de regelreflex te schieten. Het is opmerkelijk dat de departementen, de inspecties en ook de Tweede Kamer daar zelf moeite mee hebben. Gemeenten hebben daar last van. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) moet zijn regierol hierin steviger vorm geven. Integraal inspectietoezicht Vanuit het Rijk moet er echt helderheid komen over de werkwijze van de verschillende inspecties. Departementen geven aan dat er stappen worden gezet, maar in de praktijk wordt dit nog niet zo ervaren. Voor wat betreft het systematischer vormgeven en inrichten van het integrale inspectietoezicht in het sociaal domein reageerde het kabinet dat deze verantwoordelijkheid kan worden opgepakt door de Inspectieraad. Dat vindt de TSD meer van hetzelfde en daarmee weinig perspectiefvol. Politieke verankering is nodig om bestaande kaders te doorbreken en het in gang gezette proces verder te stimuleren. Vandaar de oproep aan de minister van BZK om de politieke verantwoordelijkheid naar zich toe te trekken. Zodat 9 Zie Pagina 13 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

87 het integraal toezicht consistenter en intensiever en ook sneller vorm wordt gegeven. Met één benaderingswijze en uniforme governance. De TSD roept nadrukkelijk de minister van BZK op om de politieke verantwoordelijkheid te nemen voor het systematischer vormgeven en inrichten van het integrale toezicht in het sociaal domein. Datum 3 september 2015 Kenmerk Overigens horen we ook dat het gemeentelijk Wmo-toezicht niet of in beperkte mate van de grond komt. Een aantal gemeenten vindt het lastig scherp te krijgen waar de grens tussen landelijk en lokaal toezicht ligt en met welke kwaliteitseisen ze moeten werken. We dagen gemeenten uit een aantal koplopers de opdracht te geven om het beleid, proces en de eisen uit te werken in een lokaal toepasbaar model voor Wmo-toezicht. Uiteraard in afstemming met de cliëntorganisaties en aanbieders. En waar mogelijk met gebruik van standaarden en handreikingen die al ontwikkeld zijn. 10 De TSD daagt gemeenten uit een aantal koplopers de opdracht te geven om het beleid, proces en de eisen voor Wmo-toezicht uit te werken in een lokaal toepasbaar model. Samenhang monitoring Ten aanzien van het drastisch en blijvend beperken van de administratieve lasten heeft het Rijk een voorbeeld functie. Het is niet voor niets dat de commissie een sterkere regie vraagt van de minister van BZK. Om de sturing richting departementen serieus ter hand te nemen, om een gestructureerde uitvraag en een gecontroleerde set aan gegevens te creëren - met een stringente bewaking op uitbreiding van de uitvraag - is het nodig dat de minister zijn opdracht om te komen tot één monitor sneller vorm gaat geven. Dit veronderstelt dat departementen én parlement zich bewust moeten zijn van de effecten van het gedrag als een rupsje-nooit-genoeg. Zo lazen wij met enige ongerustheid de brief van de leden van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken van 9 juni jl., waarin zij de minister van BZK informeert over de wijze waarop zij geïnformeerd wil worden. 11 Departementen en parlement, beheers reflexen om de onzekerheid te willen controleren met (meer) informatie. Bekijk kritisch wat wordt verstaan onder stelselverantwoordelijkheid, welke informatie daarvoor noodzakelijk is en richt daar de uitvraag op. Sluit aan bij elkaars en bestaande informatiebronnen en denk aan alternatieve vormen. De TSD vraagt de minister van BZK om zijn opdracht om te komen tot één monitor sneller vorm te geven. De TSD vraagt departementen én het parlement om kritisch te kijken naar welke informatie strikt noodzakelijk is om te voldoen aan de stelselverantwoordelijkheid en informatieplicht en daar de uitvraag op te richten. Sluit aan bij elkaars en bestaande informatiebronnen en denk aan alternatieven. 10 Zoals van de VNG (bijvoorbeeld het model basisset kwaliteitseisen), de Inspectie Gezondheidszorg, het Zorginstituut Nederland en kennisinstituten. 11 Zie Pagina 14 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

88 Wat betreft de gemeentelijke informatie heeft de TSD in de vorige rapportage gemeenten aangesproken om gebruik te maken van de gemeentelijke monitor. Het kabinet onderschrijft dit belang in haar reactie en ook de VNG geeft aan zich maximaal in te zetten om het aantal aangesloten gemeenten spoedig te verhogen. Maar naar wij begrijpen is het aantal aangesloten gemeenten minimaal toegenomen. Half augustus stond de teller op 255. Daarom willen wij de oproep aan gemeenten met klem herhalen en de VNG uitdagen om het belang nog beter uit te dragen. Gemeenten verliezen geen autonomie door een efficiënte verantwoording. Het is wél randvoorwaardelijk om de administratieve lasten te beperken en om het lerend vermogen door benchmark - te vergroten. Datum 3 september 2015 Kenmerk De TSD roept nogmaals gemeenten op om gebruik te maken van één monitor: de gemeentelijke monitor. Samenvattend Transformatie vraagt om tijd, ruimte en vertrouwen. Om verbinding, partnerschap en gedeelde verantwoordelijkheid. Om zelfreflectie en het (leren) accepteren dat we te maken hebben met verschillende culturen, dynamiek en werkelijkheden. De complexiteit is alleen te reduceren door deze verschillen te (er)kennen en van elkaar te leren. We benadrukken het belang van lokale en regionale dialoog waarbij vanuit een gedragen toekomstvisie wordt gewerkt aan manieren om de weg er naar toe in te vullen. Samenwerking en een voortdurend en gelijkwaardig gesprek tussen partijen is de enige weg naar innovatie. Ook binnen de gemeentelijke organisatie en in de sociale teams. Het gaat niet om gemiddelde scores, om codes, om systemen. Het gaat om goede zorg en ondersteuning voor burgers die daar behoefte aan hebben, om mogelijk te maken wat nodig is. Onze adviezen uit deze rapportage op een rijtje. Maatwerk De TSD ziet winst in de organisatiebrede dialoog op casusniveau en over de werkwijze. Dit is nodig om verandering te bevorderen. Wijkteams: niet doen wat mogelijk is, maar mogelijk maken wat nodig is. De TSD roept raadsleden, wethouders en management op om wijkteams de ruimte te bieden en vertrouwen te hebben in de capaciteiten van de medewerkers. Om hun rol te nemen in het bevorderen van maatwerk en integraliteit, in het wegnemen van belemmeringen in lokale regelgeving of in de organisatorische en administratieve sfeer. De TSD pleit voor de verankering van het leervermogen van de wijkteams in ontwikkel- en leersystemen, bijvoorbeeld met intervisie en peerlearning. Wijkteams: neem hierin het initiatief. Inhoudelijke kennis van zaken en inzicht in de problematiek bij het hoger management is nodig om (nieuwe) strategische keuzes te kunnen maken en een goede sparringpartner te kunnen zijn. De TSD adviseert kennis van Werk & Inkomen, inclusief schuldsanering, stevig te verankeren binnen sociale wijkteams. De TSD vraagt gemeenten na te denken hoe wijkteams op een vernieuwende manier hun eigen normen aan de hand van hun eigen praktijk kunnen (blijven) ontwikkelen. Intervisie en onderlinge reflectie aan de hand van praktijkvoorbeelden lijken daartoe een mogelijkheid. Pagina 15 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

89 Rechtmatigheid De TSD roept contractpartijen op om op lokaal of regionaal niveau te zoeken naar passende en realistische oplossingen om rechtmatigheidsproblemen op de korte termijn te voorkomen. Dit in samenspraak met gemeenteraden en accountants. De TSD ziet voor de langere termijn een landelijk normenkader en een model controleprotocol voor de zorgsector als mogelijke oplossing. Dit traject heeft versnelling en een duidelijke keuze nodig. Het eigenaarschap hiervoor ligt bij partijen zelf. Dat wil zeggen bij gemeenten en aanbieders. Het Rijk kan als regisseur optreden om partijen te bewegen (sneller) tot afspraken te komen. Datum 3 september 2015 Kenmerk Problemen rond het declaratie- en betalingsproces De TSD roept gemeenten en aanbieders op te komen tot een oplossing voor de declaratie- en facturatieproblemen. Een onafhankelijke procesbegeleider kan helpen in een gecoördineerde aanpak en een versnelling van ingezette trajecten op landelijk niveau. De TSD vraagt de staatssecretaris van VWS hierop toe te zien. Zorg voor jeugd Minder machtstaal en meer samenwerking is nodig om het onderlinge wantrouwen in de jeugdhulp te doorbreken en tot innovatie te komen. Daarvoor moet de nieuwe rol van opdrachtnemer en opdrachtgever worden aanvaard. Evenals een herdefiniëring van de professionele autonomie van de zorgverlener. De TSD roept gemeenten en de JGGZ-sector op deze nieuwe denk- en werkwijze te aanvaarden, waardoor ook oude administratieve systemen opgeruimd kunnen worden. De TSD roept gemeenten en aanbieders in de jeugdhulp op om het gesprek aan te gaan over de wachtlijstenproblematiek bij GGZ-instellingen en de dalende instroom bij de specialistische zorg. Analyseer de feitelijke situatie en benut het herschikkingsinstrument. Gemeenten moeten hier de regie nemen en de verwijsmogelijkheid via de huisarts erin betrekken. Om zicht te krijgen op de omvang van de verleende zorg en bijbehorende kosten stelt de TSD voor dat zorgaanbieders en gemeenten afspraken maken over het geven van informatie over de daadwerkelijk geleverde zorg aan het einde van een kalenderjaar (te beginnen met 2015) en de nog te verrichten zorg in het daaropvolgende jaar. De TSD vraagt medewerking van de staatssecretaris van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit om de DIS-informatie ten gevolge van de afgesloten DBC s op 31 december 2014 ter beschikking te stellen aan gemeenten. Samenhang tussen wmo, curatieve zorg en langdurige zorg Een stevig samenwerkingsverband tussen de zorgfinanciers is nodig voor de zorginfrastructuur, voor de cliënt en voor de belastingbetaler, op korte en lange termijn. De TSD roept zorgverzekeraars en zorgkantoren op om Pagina 16 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

90 samen met gemeenten de afstemming en samenwerking concreet en praktisch vorm te geven. Ter stimulering van de samenwerking kan de staatssecretaris van VWS de Nederlandse Zorgautoriteit vragen om vanuit haar reguliere toezicht te bekijken of zorgverzekeraars en zorgkantoren voldoende aansluiting op en samenwerking met gemeenten zoeken. Datum 3 september 2015 Kenmerk Overgangsrecht De TSD adviseert om vast te houden aan de eerder vastgestelde termijnen van het overgangsrecht en deze niet te verlengen. Monitoring en inspectietoezicht De TSD roept nadrukkelijk de minister van BZK op om de politieke verantwoordelijkheid te nemen voor het systematischer vormgeven en inrichten van het integrale toezicht in het sociaal domein. De TSD daagt gemeenten uit een aantal koplopers de opdracht te geven om het beleid, proces en de eisen voor Wmo-toezicht uit te werken in een lokaal toepasbaar model. De TSD vraagt de minister van BZK om zijn opdracht om te komen tot één monitor sneller vorm te geven. De TSD vraagt departementen én het parlement om kritisch te kijken naar welke informatie strikt noodzakelijk is om te voldoen aan de stelselverantwoordelijkheid en informatieplicht en daar de uitvraag op te richten. Sluit aan bij elkaars en bestaande informatiebronnen en denk aan alternatieven. De TSD roept nogmaals gemeenten op om gebruik te maken van één monitor: de gemeentelijke monitor. Vierde rapportage In onze volgende rapportage zullen we bijzondere aandacht besteden aan de aansluiting van de participatiewet (en aanpalende wetgeving) op het zorgdomein. Daarin staat onder andere de vraag centraal hoe betaalde en onbetaalde participatie wordt bevorderd met het totaal aan mogelijkheden die gemeenten nu ter beschikking hebben. Verder willen we ingaan op het thema vergroting lokale democratie. We willen inzichtelijk maken dat met de decentralisaties een enorme ruimte is ontstaan om bestuur, organisatie en burger meer of anders met elkaar te verbinden en welke mogelijkheden die ruimte biedt. Hoogachtend, Han Noten Voorzitter Transitiecommissie Sociaal Domein Pagina 17 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

91 BIJLAGE Overzicht gesprekspartners leden TSD 12 Datum 3 september 2015 Kenmerk Mevrouw A. van der Aa Gemeente Boxtel De heer F. van Abbema zelfstandig adviseur Mevrouw T. Abma Vumc De heer J. Akse Vereniging van Drentse Gemeenten Mevrouw S. Alders Gemeente Zeist Mevrouw R. van Altena Gemeente Zaanstad Mevrouw T. Ariaans Gemeente Nijmegen Mevrouw S. van Arum Movisie De heer M. van de Beek Gemeente Leeuwarden Mevrouw L. Belonje USG People De heer M. van den Berg Tzorg Mevrouw P. Bieringa BNG Bank De heer C. Blaauw Gemeente Groningen De heer P. Blokhuis Gemeente Apeldoorn De heer H. de Boer Cooperatie Amaryllis Mevrouw T. de Bloois Gemeente Delft De heer L. van Borssum Waalkes Roads De heer J. van den Bos Inspectieraad, inspectie SZW De heer J. Broumels Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten Mevrouw P. van der Brug UWV Mevrouw E. de Bruin Gemeente Leeuwarden De heer S. Bruinsma Gemeente Leeuwarden De heer E. van der Burg Gemeente Amsterdam 12 Het betreft hier een overzicht van alle gesprekspartners sinds het aantreden van de commissie. Vertegenwoordigers van departementen, VNG, IHLZ en TAJ zijn hierin niet opgenomen, evenals personen/organisaties die het secretariaat van de TSD heeft gesproken. Pagina 18 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

92 Mevrouw R. van Cadsand Gemeente Utrecht De heer F. Candel Intermetzo De heer P. de la Chambre 's Heeren Loo Datum 3 september 2015 Kenmerk De heer S. Czyzewski Antes De heer N. Dam Bureau HHM De heer E. Damen Cordaan Mevrouw E. Dansen Gemeente Gorinchem De heer J. Deuten zelfstandig adviseur Mevrouw H. van Diermen Spirit jeugd- en opvoedhulp De heer M. van Eck ActiZ De heer B. Eigeman Programma Betrouwbare Publieke Gezondheid De heer J. Eigeman zelfstandig adviseur De heer A. Ekhart Gemeente Leeuwarden Mevrouw H. Engels Gemeente Deventer De heer R. den Uyl Radar De heer A. Faro Gemeente Gorinchem De heer M. Fluitman Gemeente Zeist De heer J. Fraanje Gemeente Boxtel De heer H. Freije Gemeente Gorinchem De heer B. Frings Gemeente Nijmegen De heer G. Frische Gemeente Echt-Susteren Mevrouw H. Garmouhi Buurt M/V De heer L.J. Gebben Gemeente Barendrecht Mevrouw J. Geel GGZ Nederland De heer T. Gelissen Gemeente Brunssum De heer D. Giltay Veth DGV Creatieve Impulsen BV Mevrouw C. Graafland Gemeente Zeist De heer T. Groeliker Gemeente Nijmegen Pagina 19 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

93 De heer G. Groeneveld Bizob De heer R. de Groot Gemeente De Wolden Mevrouw M. Haagh Gemeente Breda Datum 3 september 2015 Kenmerk De heer R. Hartogh Heys Gemeente Deventer Mevrouw T. Heeren GGz Centraal De heer A. Hendrikse Zelfstandig adviseur De heer D. Hettinga Reik De heer A. Hiemstra Gemeente Hoogeveen De heer P. Hilhorst Publicist / ondernemer Mevrouw M. van den Hoed Samenwerkingsverband Sociaal Domein Friesland De heer W. Hoven Significant De heer W. van Ittersum Gemeente Utrecht De heer S. Jansen Gemeente Zeist Mevrouw L. Jansz Gemeente Zeist De heer J. de Jonge Gemeente Vlissingen De heer H. de Jonge Gemeente Rotterdam De heer L. Jongen Gemeente Kerkrade De heer S. Jongepier Gemeente Middelburg Mevrouw M. Jongerius Gemeente Utrecht De heer E. Jongsma Algemene Rekenkamer De heer Z. Jongstra TSN De heer W. Juurlink Alliade De heer H. Kamps Jeugdzorg Nederland Mevrouw K. Kervezee Commissie innovatie zorgberoepen en opleidingen De heer J. Kleijburg Gemeente Almere De heer S. Klein Gemeente Amsterdam De heer J. Klienbannink Gemeente Súdwest-Fryslân Mevrouw L. van der Kooij Gemeente Haarlem Pagina 20 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

94 De heer H. Kouwenhoven Cordaan De heer W. Kooistra Gemeente Opsterland Mevrouw C. Kroezen Gemeente Amsterdam Datum 3 september 2015 Kenmerk De heer M. de Krosse CIZ De heer H. van der Laan Gemeente Noordenveld De heer L. Lablans CNV De heer J. van der Lans Publicist / ondernemer Mevrouw B. Lahuis Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie Mevrouw M. van Leeuwen Gemeente Zoetermeer De heer W. van Leeuwen Gemeente Utrecht Mevrouw G. Leijenhorst Gemeente Zeist De heer R. Liefers Samenwerkingsverband Sociaal Domein Friesland Mevrouw K. Louwes Berenschot Mevrouw L. Lubberman BMC De heer L. Manders Samenlevingswerk / De Zuiderling Mevrouw L. van Meeteren Hilverzorg Mevrouw M. Middendorp Gemeente Alphen a/d Rijn Mevrouw A. Mikulic Deloitte De heer J. Muller Stichting Arkin Mevrouw E. Nicolai Reik De heer G. van Nijendaal Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) Mevrouw I. Nooijen Gemeente Dalfsen De heer J. van den Oever Fundis De heer A. Ogink KPMG Plexus De heer J. Olthof Gemeente Zaanstad De heer J. Onland Gemeente Eindhoven Mevrouw M. van Oostveen Gemeente Deventer De heer M. van Oosterhout Gemeente Drimmelen Pagina 21 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

95 Mevrouw B. den Outer JB Lorenz De heer R. Paas Divosa De heer F. Paling UWV Datum 3 september 2015 Kenmerk Mevrouw M. Pauwels Gemeente De Wolden De heer B. Peek Stichting De Grasboom De heer P. Pennekamp Inspectieraad De heer P. Poortvliet Gemeente Vlissingen Mevrouw C. Rijsdijk CuraMare Middelharnis Mevrouw J. Santema Gemeente Súdwest-Fryslân Mevrouw M. Schonewille Vilans De heer G. Schonfeld Gemeente Boxtel Mevrouw R. Schoorl Movisie Mevrouw J. de Schutter Tzorg De heer A. Smit Gemeente Assen Mevrouw M. Smitsmans-Burhenne Gemeente Roermond Mevrouw W. Springeling Porthos Mevrouw M. Stadlander De heer G. Sterkenburg Gemeente Almelo Mevrouw A. Steverink Gemeente Boxtel De heer K. Stoter Verian De heer D. Stuurman Gemeente Zaanstad De heer J. Telgen Universiteit Twente De heer T. Thissen UWV WERKbedrijf Mevrouw T. Tom Gemeente Utrecht De heer W. Touw KPMG Plexus De heer M. van der Vaart Gemeente Zeist De heer A. Vader Gemeente Vlissingen De heer J. Varkevisser Gemeente Zeist Pagina 22 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

96 Mevrouw M. Vennevertloo Algemene Rekenkamer Mevrouw A. Verblakt Gemeente Sittard-Geleen Mevrouw H. Verhoef Gemeente Gorinchem Datum 3 september 2015 Kenmerk Mevrouw R. Verhoeven Gemeente Boxtel De heer A. Visser Algemene Rekenkamer Mevrouw H. Vlieg Gemeente Assen De heer G. van der Vlies Gemeente Hendrik Ido Ambacht Mevrouw M. Voogt Gemeente Almelo De heer G. Vos Gemeen Hoogeveen De heer R. van Vugt Deloitte Mevrouw M. Wagenmakers Vereniging van Friese Gemeenten De heer J. Wallage Raad voor het Openbaar Bestuur De heer S. van de Weerd Gemeente Rotterdam De heer J. Weggemans Gemeente Enschede De heer P. Wesdorp What Works BV De heer N. van Wijk Gemeente Rotterdam De heer A. Willems Gemeente Maastricht De heer J. Wisse Gemeente Vlissingen De heer A. Witlak Kafkabrigade Mevrouw K. Zeeman Stichting Humanitas De heer D. Zijlmans EY De heer P. van Zutphen Gemeente Heerlen De heer R. Zwart Verian Pagina 23 van 23 pagina s (inclusief voorblad)

REGIONALE SAMENWERKINGSAGENDA PASSEND VERBINDEN DRECHTSTEDEN

REGIONALE SAMENWERKINGSAGENDA PASSEND VERBINDEN DRECHTSTEDEN REGIONALE SAMENWERKINGSAGENDA PASSEND VERBINDEN DRECHTSTEDEN 2015 2017 Samenwerkingsverbanden: Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden PO (28.09) Samenwerkingsverband VO-VSO Oost-IJsselmonde

Nadere informatie

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

Wethoudersoverleg Sociaal Domein Wethoudersoverleg Sociaal Domein Onderdeel : Jeugd Agendapunt : 9 Nummer : 13.0004438 Onderwerp: Plan van aanpak Passend Onderwijs Bijlagen: Inleiding: Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een

Nadere informatie

Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015

Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015 Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015 1 BEST - Collegeinformatiebrief Kengetallen regulier werk CIB kengetallen regulier werk.pdf ab - Kengetallen regulier werk.pdf 2 FYS

Nadere informatie

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker Beslisnota voor de raad Openbaar Onderwerp Versienummer Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp V4 Portefeuillehouder Ed Anker Informant Jan-Willem Dollekamp Eenheid/Afdeling Ontwikkeling / OWS

Nadere informatie

Educatief Beraad gemeente Terneuzen 2016 2020 + Lokale Educatieve Agenda 2016 2020 Opzet van dit document 1. Wat is het Educatief Beraad? 2. Ambitie en visie samenwerkende partners in het Educatief Beraad.

Nadere informatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel Opbouw presentatie Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Voorblad 2: Watermerk Typ hier de titel Waarom passend onderwijs? Minder thuiszitters. Meer

Nadere informatie

Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugdigen in de Drechtsteden. 1

Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugdigen in de Drechtsteden. 1 Kadernotitie Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugdigen in de Drechtsteden Levi is een jongen van 8 jaar en woont met zijn ouders, oudere broer en jongere zus. Levi liet thuis en op het kinderdagverblijf

Nadere informatie

Aansluiting onderwijs - jeugdhulp

Aansluiting onderwijs - jeugdhulp Aansluiting onderwijs - jeugdhulp PILOT REGIO DRECHTSTEDEN Inhoud 1. Conclusies 2. Wet Passend onderwijs en Jeugdwet 3. Meerwaarde van samenwerking 4. Samenwerking: sturen en informeren 5. Samenwerking:

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

Toelichting BenW-adviesnota. Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg : Philips, P.A.H.M.

Toelichting BenW-adviesnota. Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg : Philips, P.A.H.M. Onderwerp: Toelichting BenW-adviesnota Afdeling/team : Welzijn Overleg Passend Onderwijs Noord- Limburg en Midden- Limburg Afdelingshoofd Auteur : Bremmers, P.H.M. : Philips, P.A.H.M. Datum vergadering

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie Titel Nummer Datum Programma Fase Onderwerp Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt

Nadere informatie

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht. Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht. Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 31 mei 2012 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van

Nadere informatie

Tekst: Marije Bosdriesz

Tekst: Marije Bosdriesz Partnerschap tussen ouders, school en hulpverleners vergroot de kansen van kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Met Passend onderwijs en de Jeugdwet krijgt dat partnerschap een nieuwe impuls. Integraal

Nadere informatie

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: 13.0014 B&W-besluit d.d.: 5-2-2013 B&W-besluit nr.: 13.0048 Naam programma +onderdeel: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Transitie zorg voor de jeugd: visie jeugdhulp en informatie Aanleiding:

Nadere informatie

Projectplan Passend Onderwijs

Projectplan Passend Onderwijs Projectplan Passend Onderwijs Naam van het project Passend Onderwijs Opdrachtgever Bestuurlijk opdrachtgever: College van B&W Ambtelijk opdrachtgever: Klara Slijkhuis Primaat houdende afdeling Afdeling

Nadere informatie

Welkom. Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017

Welkom. Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017 Welkom Ontmoeting Jeugdprofessionals en RSV Breda eo 6 februari 2017 Programma Wat bindt ons? (de wet) Wat verbindt ons? (de inhoud) Vragen en verheldering Wat bindt ons? (de wet) Transities in het sociale

Nadere informatie

Notitie samenwerking gemeenten en onderwijs Samenhang decentralisatie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Notitie samenwerking gemeenten en onderwijs Samenhang decentralisatie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Notitie samenwerking gemeenten en onderwijs Samenhang decentralisatie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Inleiding Met de stelselwijzingen Passend Onderwijs en de decentralisatie Jeugdzorg wordt de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Doorontwikkeling ondersteuningsplan Doorontwikkeling ondersteuningsplan Inleiding Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek is geschreven voor de periode 2014/2018 en legt de basis voor de invoering van

Nadere informatie

Samen maken we het passend!

Samen maken we het passend! Samen maken we het passend! Publieksversie Ondersteuningsplan 20142014 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs MiddenHolland Dit is de publieksversie van het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan.

1. Opening. 2. Presentatie over de kern van het concept Ondersteuningsplan. 3. Bespreken van het concept Ondersteuningsplan. Verslag Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het Samenwerkingsverband 20-01 PO en de gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld d.d. 24 januari 2014. 1. Opening. De voorzitter

Nadere informatie

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd Opdrachtgever: Hans Tanis, Wethouder Onderwijs Auteurs: Hans Erkens en Diana Vonk Datum: 9 oktober 2013 Inleiding 1.1. Aanleiding

Nadere informatie

Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06

Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06 Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06 Inleiding 2 februari 2015 is de eerste bijeenkomst van de stuurgroep passend onderwijs regio 30.06 geweest. Doel van deze bijeenkomst

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie Openbaar Onderwerp Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Om schooluitval

Nadere informatie

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum CMWW Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz. 3 2. Uitvoering Blz. 3 3. Aanpak Blz. 4 4. Ontwikkelingen van het JPP Blz. 5 5. Conclusies en Aanbevelingen Blz. 6

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

#5052485 1. 1 Hervorming Langdurige Zorg

#5052485 1. 1 Hervorming Langdurige Zorg Agendapunt 6 060915 BOSD Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 17 september 2015 Onderwerp : Notitie aansluiting regionaal HLZ agenda op vast te stellen regionaal convenant

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijsprogramma; geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Wijzigingenoverzicht... 1 Inleiding... 2 Basisondersteuning... 3 1 Handelingsrepertoire leerkracht... 3 2 Opschalen naar Ondersteuningsteam (OT)... 3 3 BAO arrangement...

Nadere informatie

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek Mei 2018 Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek In het samenwerkingsverband is voor ieder kind een plek en krijgt het de gelegenheid zich binnen zijn/haar

Nadere informatie

Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06

Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06 Plan van aanpak uitvoering samenwerkingsagenda passend onderwijs regio 30.06 Schooljaar 2015-2016 Inleiding In de tweede helft van het schooljaar 2014-2015 zijn aan de hand van een gezamenlijk opgesteld

Nadere informatie

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal Nieuws voor professionals op het gebied van opvoeden en opgroeien 10 Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal In deze nieuwsbrief vindt u als professional, informatie over de ontwikkelingen van

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 07-11-2013 13-089 Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd Aan de raad, Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd 1. De uitgangspunten voor

Nadere informatie

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals. RAADSVOORSTEL Nummer 2017/04 datum raadsvergadering : 16 Februari 2017 onderwerp : Beleidsplan preventief jeugdbeleid en jeugdhulp 2017-2020 portefeuillehouder : M. van der Weele datum raadsvoorstel :

Nadere informatie

In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Deze wet formuleert als centrale doelstelling:

In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Deze wet formuleert als centrale doelstelling: Datum: 28 november 2017 College Ja Onderwerp Beleidsnotitie Jongerenwerk Status Besluitvormend Voorstel De Beleidsnotitie Jongerenwerk vast te stellen. Inleiding In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking

Nadere informatie

Voortgangsbrief beleidskader Onderwijs 0 tot 12 jaar

Voortgangsbrief beleidskader Onderwijs 0 tot 12 jaar Openbaar Onderwerp Voortgangsbrief beleidskader Onderwijs 0 tot 12 jaar Programma Onderwijs BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Met dit voorstel stellen we de raadsbrief vast

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Advies aan B & W. Conceptbesluit Afdelingshoofd Advies aan B & W Nr. Gezien Akkoord Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp WETHOUDER L.J.H. SCHARENBORG WETHOUDER J.B. BOER WETHOUDER F.H.C. MULKENS MENS EN SAMENLEVING

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg IPC 2450 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Hieronder op pagina 2 de grote lijnen van de regionale VSV aanpak (de maatregelen) zoals afgesproken in de bestuurlijke overeenkomst.

Hieronder op pagina 2 de grote lijnen van de regionale VSV aanpak (de maatregelen) zoals afgesproken in de bestuurlijke overeenkomst. Memo VSV bestuurlijke overeenkomst en uitwerking 2016-2017 Aan: schoolbestuurders, directies, intern ondersteuningsteam en decanen Van: directie SwV Datum: 26-10-16 Status: ter informatie Bijlagen: 3 onder

Nadere informatie

passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013

passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013 passend onderwijs en zorg voor de jeugd VNG conferentie 11 juni 2013 Gestart vanuit gezamenlijke visie Professionals, ondersteuners, bestuurders werken samen aan: een sterke basis: goed onderwijs, gewoon

Nadere informatie

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp

Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Convenant Passend Onderwijs bij inzet Jeugdhulp Onderwijs en de gemeente Oldebroek werken nauw samen aan een gezond opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen. Preventie ter voorkoming van ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Transformatieagenda 2017-2018 Wmo en haar omgeving doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 161900 datum voorstel: 23 november 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Themadirectie Jeugd, Onderwijs en Zorg IPC 2450 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel tot het instemmen met de evaluatie nota Plan van aanpak transformatie jeugdhulp

Onderwerp Voorstel tot het instemmen met de evaluatie nota Plan van aanpak transformatie jeugdhulp Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 19 november 2018 9 n.v.t. wethouder M. Blind Zaaknummer 9820-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

Zoektocht mogelijkheden & meerwaarde. Korte terugblik Voorbereidingen decentralisatie We zijn er van Uitgangspunten en vraagstukken

Zoektocht mogelijkheden & meerwaarde. Korte terugblik Voorbereidingen decentralisatie We zijn er van Uitgangspunten en vraagstukken Zoektocht mogelijkheden & meerwaarde Korte terugblik Voorbereidingen decentralisatie We zijn er van Uitgangspunten en vraagstukken Terugblik Opgave CJG model Prestatieveld 2 WMO; we waren er een beetje

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

April 2012. passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek

April 2012. passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek April 2012 passend onderwijs SWV VO Utrecht en Vechtstreek SWV VO Utrecht en Vechtstreek 22 scholen voor VO 15.000 leerlingen 152 rugzakleerlingen verwijzing naar VSO bijna op landelijk gemiddelde gemiddeld

Nadere informatie

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan Ondersteuningsplan 2018-2022 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland Publieksversie Alle leerlingen gaan succesvol naar school dat is onze opdracht en daar werken alle scholen voor primair onderwijs

Nadere informatie

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015? Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind Wat verandert er in 2015? Meestal kunt u op eigen kracht of met hulp van familie, vrienden of buren uw leven prima organiseren. Maar soms

Nadere informatie

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. VRAGENLIJST Quickscan voorbereiding decentralisatie begeleiding Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. Vraag

Nadere informatie

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer Raadsvoorstel Visie vernieuwing sociaal Domein Raadsnummer: 2013-069 Registratiekenmerk: Onderwerp: Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in Nijkerk Korte inhoud: "Iedereen telt en doet mee" De

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid Het gemeentelijke beleid is in beweging. De decentralisaties in het sociale domein brengen nieuwe taken voor gemeenten met zich mee én bieden ruimte om de zaken

Nadere informatie

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 2970 AA Bleskensgraaf T 14 0184 www.gemeentemolenwaard.nl Zaaknummer: 696529 Datum: 13 maart 2017 Portefeuillehouder: wethouder P. (Piet) Vat Bijlage: 2 Onderwerp:

Nadere informatie

Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert. Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN

Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert. Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN - Voortdurende groei (V)SO - Voortdurende groei wajong - Onvoldoende opvang voor jongeren in Weert: thuiszitters

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Regio Randstad. Ambities realiseren dekkend netwerk. Regio Randstad, SWV Berséba

Regio Randstad. Ambities realiseren dekkend netwerk. Regio Randstad, SWV Berséba Regio Randstad Ambities realiseren dekkend netwerk Regio Randstad, SWV Berséba Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Ambitie... 3 Korte samenvatting van de geduide witte vlekken.... 3 Beleidskeuzes

Nadere informatie

Voorbereiden door krachten te bundelen... 2. Visie op nieuwe taken... 2. Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Voorbereiden door krachten te bundelen... 2. Visie op nieuwe taken... 2. Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2 Nieuwsbrief sociaal domein, #1 Vernieuwing welzijn, (jeugd)zorg en werk Inhoud Voorbereiden door krachten te bundelen... 2 Visie op nieuwe taken... 2 Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Nadere informatie

De GAB wil graag reageren op het Integraal Huisvestingsplan onderwijshuisvesting

De GAB wil graag reageren op het Integraal Huisvestingsplan onderwijshuisvesting info@gabgouda.nl www.gabgouda.nl Aan: Gemeente Gouda College van Burgemeester en wethouders postbus 1086 2800 BB Gouda Gouda, 22 maart 2019. Betreft: Integraal Huisvestingsplan onderwijshuisvesting 2017-2032

Nadere informatie

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer)

Ondersteuningsplan Regsam. (VO Zoetermeer) Ondersteuningsplan Regsam (VO Zoetermeer) Een samenvatting van het ondersteuningsplan op basis van de elementen die volgens de MR/GMR van RESPONZ vanuit het (V)SO- van belang zijn bij de beoordeling en

Nadere informatie

In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Deze wet formuleert als centrale doelstelling:

In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Deze wet formuleert als centrale doelstelling: bottp1 Datum: 28 november 2017 Onderwerp Beleidsnotitie Jongerenwerk Status Besluitvormend Voorstel De Beleidsnotitie Jongerenwerk vast te stellen. Inleiding In 2015 is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden.

Nadere informatie

1. Bestuurlijke opdracht

1. Bestuurlijke opdracht PROJECTPLAN LEA KAMER ZORG 1. Bestuurlijke opdracht 1.1. Algemeen De algemene bestuurlijke opdracht luidt: Gebruik de bestaande inventarisatie over signalering en sluitende aanpak, om vorm te geven aan

Nadere informatie

Aan burgemeester en wethouders

Aan burgemeester en wethouders Aan burgemeester en wethouders Documentnummer 2016.0.019.058 Portefeuillehouder(s) R. König Zaaknummer 2016-04-00086 Cluster Beleid & Regie Vertrouwelijk Nee Ambtenaar G. van Haaren Datum in college 12

Nadere informatie

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau

Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau Monitor Aansluiting Onderwijs Jeugdhulp Vragenlijst op beleidsniveau pagina 1 van 14 Pagina 1 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking tussen het

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 386736 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1 Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder( s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : Vaststelling Kadernota Integrale Veiligheid

Nadere informatie

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen. Zoetermeer, april 2014. NIEUWSBRIEF PASSEND ONDERWIJS NUMMER 10 Met deze nieuwsbrief willen we alle betrokkenen in het kort informeren over actuele ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs.

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik 2015. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik 2015. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23-04-2015 15-020 Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik 2015 Aan de raad, Onderwerp Verordening leerlingenvervoer gemeente Bunnik 2015 Gevraagde

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN PASSEND ONDERWIJS EN ONTWIKKELAGENDA SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS EN REGIOGEMEENTEN EEMLAND 1

UITGANGSPUNTEN PASSEND ONDERWIJS EN ONTWIKKELAGENDA SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS EN REGIOGEMEENTEN EEMLAND 1 UITGANGSPUNTEN PASSEND ONDERWIJS EN ONTWIKKELAGENDA SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS EN REGIOGEMEENTEN EEMLAND 1 30 januari 2014 bevestigden de samenwerkingsverbanden tegenover de regiogemeenten

Nadere informatie

Agendanummer: Begrotingswijz.:

Agendanummer: Begrotingswijz.: Agendanummer: Begrotingswijz.: CS1 Notitie samenwerking en spreiding kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair Onderwerp : onderwijs 'Een stap in het bundelen van krachten' Kenmerk: 10/0025968 Aan de

Nadere informatie

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Passend onderwijs. Passend onderwijs Opbouw presentatie 1. De Basis basis Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op passend onderwijs: geen thuiszitters. Scholen, besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte om maatwerk

Nadere informatie

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Aan de Raad Agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Kenmerk: Status: SaZa - Welzijn / YK Besluitvormend Kollum, 3 december 2013 Samenvatting Gemeenten worden

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Beleidsplan jeugdhulp lokaal Registratienummer: 00531755 Op voorstel B&W d.d.: 18-11-2014 Datum vergadering: 27-01-2015 Portefeuillehouder: M. Schlösser Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

voortgang van het actieprogramma en de resultaten die hiermee zijn bereikt.

voortgang van het actieprogramma en de resultaten die hiermee zijn bereikt. Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Vaststellen Beleidsplan Wmo 2015-2017 Soort: Besluitvormend Opsteller: M. Peijnenburg Portefeuillehouder: T.C.W. Maas Zaaknummer: SOM/2014/012545 Documentnummer: SOM/2014/012546

Nadere informatie

Passend Onderwijs en zorg voor Jeugd verbonden 4 juni 2013

Passend Onderwijs en zorg voor Jeugd verbonden 4 juni 2013 Passend Onderwijs en zorg voor Jeugd verbonden 4 juni 2013 Twentse samenwerking 14 Gemeenten in Twente Bestuurlijk Overleg Transformatie Jeugdzorg en AWBZ Wmo 2 ambtelijk coördinatoren gemeenten 4 samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Bijlage 6: Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Op 30 augustus gingen ouders, kinderen, raadsleden en wethouders, professionals en ambtenaren met elkaar in gesprek

Nadere informatie

portefeuillehouder ak e i e \* Secretaris akkoord

portefeuillehouder ak e i e \* Secretaris akkoord Gemeente Zandvoort B&W-ADVIES Verordening Nadere regels Beleidsnota Overig Na besluit (B&W/Raad): Uitgaande brief verzenden Stukken retour Publicatie Afdeling / werkeenheid: MD/BA Auteur : P. Haker Datum

Nadere informatie

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid Provincie Noord-Brabant Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid 1. Inleiding Het Beleidskader Jeugd 2005-2008 biedt de kaders voor het afsluiten van regionale convenanten

Nadere informatie

Passend Onderwijs in de Duin-en Bollenstreek

Passend Onderwijs in de Duin-en Bollenstreek Passend Onderwijs in de Duin-en Bollenstreek Noordwijkerhout, 3 maart 2015 Dick Rasenberg Algemeen directeur SWV 28-12 Waarom passend onderwijs? Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijsprogramma;

Nadere informatie

Wat betekent passend onderwijs voor onze school?

Wat betekent passend onderwijs voor onze school? Informatieavond Julianaschool 27 maart Van 19.30-20.30 uur Wat betekent passend onderwijs voor onze school? Passend Onderwijs Voorstellen: MR: Nelly IB: Frederike en Imca SMPO: Wim Boskeljon (Steunpunt

Nadere informatie

Gemeente Ede. Memo. Onderwerp : Sociale monitor

Gemeente Ede. Memo. Onderwerp : Sociale monitor Gemeente Ede Memo Aan : Leden van de gemeenteraad Van : College van Burgemeester en Wethouders Datum : 15-7-2014 Zaaknummer : 16944 Bijlage : Startnotitie sociale monitor Onderwerp : Sociale monitor Door

Nadere informatie

Zorglandschap specialistische jeugdhulp Presentatie voor de conferentie Passend Onderwijs 5 en 6 oktober.

Zorglandschap specialistische jeugdhulp Presentatie voor de conferentie Passend Onderwijs 5 en 6 oktober. Zorglandschap specialistische jeugdhulp Presentatie voor de conferentie Passend Onderwijs 5 en 6 oktober. Jan Menting, Ambassadeur Zorglandschap Ingeborg Visscher, Projectleider ondersteuningsteam Zorglandschap

Nadere informatie

K. Fiselier BP OA en LIE. Anders, nl: Vaststellen jeugdprogramma Hengelo Zelf doen!, Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo.

K. Fiselier BP OA en LIE. Anders, nl: Vaststellen jeugdprogramma Hengelo Zelf doen!, Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G201252 436171 / 436171 ONDERWERP Jeugdprogramma Hengelo 2011-2014. K. Fiselier BP OA en LIE AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN

Nadere informatie

GEMEENTE VALKENSWAARD

GEMEENTE VALKENSWAARD ALKENSWAARD Aan de leden van de gemeenteraad van alkenswaard Postbus 10100 5550 GA alkenswaard Uw kenmerk Kenmer 211302/762189 onderwerp Passend Onderwijs 2018 Behandeld door S. Smolders Bijlage(n) Datum

Nadere informatie

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Openbaar Onderwerp Rijk van Nijmegen 2025 Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / T. Tankir Samenvatting De Rabobank Rijk van Nijmegen heeft in 2015 het initiatief genomen

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )

drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( ) gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat Be z o e k a d r e s Kreupelstraat 1 Leden van de gemeenteraad O p e n i n g s t i j d

Nadere informatie

Aan burgemeester en wethouders

Aan burgemeester en wethouders Aan burgemeester en wethouders Documentnummer 2016.0.032.999 Coördinerend Portefeuillehouder Zaaknummer 2016-06-00868 Anja Haga Cluster BR Vertrouwelijk Nee Ambtenaar Cees Vermeulen Datum in college 28-06-2016

Nadere informatie

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM Snel terug naar school is veel beter! Meerjarenprogramma 2017-2020 Schoolverzuim is een actueel en groeiend maatschappelijk probleem. De JGZ-sector heeft

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 376480 Datum : 8 november 2016 Programma : Onderwijs, sport en cultuur Blad : 1 van 5 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder:

Nadere informatie