De belastingheffing van inkomen uit vastgoed en vastgoedfondsen in de 2lste eeuw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De belastingheffing van inkomen uit vastgoed en vastgoedfondsen in de 2lste eeuw"

Transcriptie

1

2 De belastingheffing van inkomen uit vastgoed en vastgoedfondsen in de 2lste eeuw O j i Postdoctorale Opleiding Vastgoedkunde mr 9.H. Elink Schuurman Leiden, 5 september 2000,I Scriptiebegeleider: mr T M Berkhout MRE I ) i \,l J l

3 1 INLEIDING KWALIFICATIE DOOR DE WET IB l Inleiding Wet IB I. I Bow l. belastbaar inkomen uit werk en woning... 4 i. 2 Box 2. inkomen uit aanmerkelijk belang Bm 3. inkomen uit sparen en beleggen Het belang van de kwalificatievraag in de Wet IB Beleggen versus ondernemen I Ifet ondernemingsbegrip in de wetsgeschiederzi.~ Het begril, normaal vermogensbeheer Beleggen versus resultaat uit overige werkzaamheden Het begrip overige werkzaamheden in de wetsgeschiedcizi.~ ,Vogmaals het begrip normaal vermogensbeheer Uitbreiding van het begrip werkzaamheid VASTGOEDFONDSEN I Soorten vastgoedfondsen Fiscale kwalificatie van vastgoedfondsen I Behoort het belang in hetfonds tot een ondc~rnemingsvcrm~~pi~n." Is het vastgoedfondsjiscaa1 transparant? liansparantie van fondsen naar Nederlands recht IT'ransparantie van fondsen naar buitenlands recht Een aanmerkelijk belang in een va~t~qoedfonds De fiscale beleggingsinstellin g Buitenlands belastingplichtige vastgoedfiondsein l Buiti.niandsc open fondsen Buitenlandse besloten jonrisen Weeintsvormneut~ale belsstingheffiag De Europese REIT IV SAMENVATTING EN CONCLUSIE. 54 LIJST VAN GERAADPLEEGDE LITERATUUR

4 I Inleiding De kwalificatie van inkomen uit onroerende zaken op basis van de Nederlandse belastingwetgeving is verre van eenduidig. Dit het gevolg van afwijkende definities en ficties opgenomen in de diverse wetten, die op hun beurt weer verder zijn geëvolueerd als gevolg van interpretatie door de rechter. Zo kan de verhuur van een winkel door de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) als ondememingsactiviteit worden aangemerkt, terwijl de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) de activiteit als beleggen of inkomen uit een werkzaamheid aanmerkt. Binnen de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) zal sprake zijn van een kwalificatie als ondernemen dan wel als beleggen afhankelijk van de wetsbepaling. Duidelijk is dat de materiële kwalificatie van de vastgoedactiviteit door de diverse belastingwetten verschilt'. In hoofdstuk I1 ga ik in op de kwalificatie van de inkomsten uit onroerende zaken door de Wet IB Deze kwalificatie werkt door in sommige bepalingen van de Wet Vpb. Op de kwalificatie door de Wet OB ga ik niet verder in en verwijs ik naar de beschikbare literatuur? In hoofdstuk I11 ga ik eerst in op de kwalificatie van inkomen uit Nederlandse en buitenlandse vastgoedfondsen door de wetten IB 2001 en de Wet Vpb. Daarna wordt een aantal problemen gesignaleerd welke verband houden met de belastingheffing van vastgoedfondsen mede in internationaal verband. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal suggesties en aanbevelingen voor een meer evenwichtige belastingheffing van inkomen uit vastgoedfondsen. ' Het harmoniseren van het ondememingsbegrip kwam ook aan de orde in het plenair debat in de Eerste Kamer inzake het wetsvoorstel Wet IB 2001, zie V-N BP , blz %.H. Warning en J.S. Rijkels. Omzetbelasting en overdrachtsbeldsting in de onroerend-goedsector, Deventer, A.11, nr. 3

5 Kwalificatie door de Wet IB Inleiding Wet IB 2001 Op 9 mei 2000 zijn de wetsvoorstellen Wet Inkomstenbelasting 2001 en lnvoeringswet Wet Inkomstenbelasting 2001 door de Eerste Kamer aangenomen. De Wet IB 2001 treedt op 1 januari 2001 in werking en is waarschijnlijk de meest vergaande wijziging in de geschiedenis van de Nederlandse inkomstenbelasting. liet invoeren van verschillende belastingtarieven voor verschillende soorten van inkomen is een fundamentele wijziging waardoor afstand is genomen van het aloude draagkrachtbeginsel. Het wekt dal ook geen verbazing dat de nieuwe wet belangrijke gevolgen heeft voor de genietcrs van inkomen uit onroerende zaken. Het meest in het oog springende kenmerk van de Wet IB 2001 is het zogenaamde boxenstelsel. De inkomensbestanddelen, waaronder onroerende zaken, worden toegerekend aan drie boxen3: belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) e belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) e belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) Iedere box kent zijn eigen regels met betrekking tot de wijze van het bepalen van het belastbare inkomen. Ook kent iedere box zijn eigen belastingtarief. Iedere box kan inkomsten uit vastgoed bevatten. 1. l Box l, belastbaar inkomen uit werk en woning De belastingheffing van inkomen uit onroerende zaken is ondergebracht an box 1 indien het inkomen wordt gekwalificeerd als belx~.tharc tvinst ult ondi>r.nemzng, belnstbaur ri~sult~rac uit overige werkzaamheden of ht.laa~lharc iizkomsten uit cigcn i.ilonzng. Box I kent een progres:;ief scbijventxief van 3240% - 52%' Bij inkomen uit vastgoed in box! Het begrip "box" is geen officiële door de Wet IB 2001 gedeiinieerde aanduiding van de categorien van inkomen. In de literatuur en het (parlementaire) spraakgebruik is de boxenterminologie echter algemeen aanvaard. 4 Inclusief de premieheffing volksverzekeringen

6 kan ook premie op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) verschuldigd zijn (tarief $,X% maximaal NLG 4.840'). In de paragrafen 3 en 4 zijn de regels voor kwalificatie als winst uit onderneming en resultaat uit overige werkzaamheden nader uitgewerkt. De inkomsten uit eigen woning blijven verder buiten beschouwing. Voor dit bijzondere regime wordt verwezen naar de specifieke literatuur over dit onderwerp Box S, inkomen uit aanmerkelijk belang In box 2 is het iilkomen uit aanmerkelijk belang ondergebracht. Een aanmerkelijk belang is - kort gezegd - aanwezig bij een aandelenbezit van ten minste 5% in een veimootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal7. Inkomen uit vastgoed kan leiden tot belastingheffing op basis van box 2 indien het vastgoed is ondergebracht in een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal. Zogenaamde reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden en vermogenswinsten bij verkoop van het belang, zijn onderworpen aan een tarief van 25%. Deze belasting cumuleert met de eventueel door de vennootschap betaalde vennootschapsbelasting (maximaal 35%). Bij inkomen uit aanmerkelijk belang kan ook WAZ premie verschuldigd zijn. Inkomen uit een door een natuurlijk persoon rechtstreeks gehouden onroerende zaak wordt nooit op basis van box 2 belast. In hoofdstuk I11 zal het begrip aanmerkelijk belang nog aan de orde komen. 1.3 Box 3, inkomen uit sparen en beleggen Inkomen uit sparen en beleggen wordt belast op basis van box 3. Inkomen uit onroerende zaken wordt toegerekend aan box 3 indien het inkomen niet kwalificeert onder één van de categorieën van box 1 (onderneming, overige werkzaamheid of eigen woning18. De vastgoedactivitelt wordt dan gekwalificeerd als belegging. 111 de Wet IR 2001 wordt uitgegaan van de fictie dat het saldo van de bezittingen en schulden die tot box 3 behoren, een vast rendeme~it oplevert. Dit rendement is vastgeyteld op 4Oh van het geiniddelde saldo gedurende het jaar en wordt belast met 30% inkomstenbelastirig 5 tarief 2000 " Drs W.J.A. Ambergen en Drs M,J.A.M. van Gijlswijk, Onroerende zaken in de 21e eeuw, blz 15 e.v., Kiuwer, Deventer Ter voorkoming van misbruik zijn bepaalde andere relaties met een vennootscliap met een in aandelen yerdeeld kapitaal aan een aanmerkelijk belang gelijkgesteld (zie artikelen Wet IB 2001). Zie de toerekeningsregels van artikel Wet IE

7 (vermogensrendementsheffing). Over het (positieve) netto vermogen dat in box 3 valt, wordt derhalve effectief 1,2% inkomstenbelasting geheven. Kenmerkend voor box 3 is dat de vermogensrendementsheffing ook is verschuldigd, indien liet werkelijk resultaat negatief is. Overigens is de vermogensbelasting met ingang van 1 januari 2001 afgeschaft. 2 Wet belang van de kwalificatievraag in de Wek IB 2001 De kwalificatie van inkomen genoten uit een onroerende zaak kan een groot ijscaal belang inhouden. Dit is het gevolg van de grote verschillen iïi belastingdruk tussen de drie boxen. Indien we uitgaan van een door een natuurlijk persoon direct gehouden onroerende zaak kan het inkomen worden gekwalificeerd als winst uit onderneming (box l), resultaat uit overige werkzaamheden (box l), of inkomen uit sparen en beleggen (box 3). In zijn algemeenheid kan men stellen dat de belastingdruk op een goed renderende investering in vastgoed in box l aanmerkelijk zwaarder is dan in box 3. In box l wordt het netto exploitatieresultaat alsmede de gerealiseerde vermogenswinsten belast naar een maximaal tarief van 52%. Bovendien kan WAZ premie zijn verschuldigd. In box 3 is slechts 1,2% inkomstenbelasting verschuldigd, berekend over de waarde van de vastgoedbelegging verminderd met eventuele schulden. Stel X bezit een verhuurd winkelpand met een waarde van f: De netto huuropbrengst bedraagt In box 1 bedraagt de verschuldigde inkomstenbelasting maximaal e (exclusief WAZ premie). In box 3 bedraagt de verschuldigde inkomstenbelasting C? Uit het voorbeeld blijkt een verschil in effectieve belastingdruk van maar liefst 39,4% bij een gerealiseerd rendement voor belastingen van 10%. Is het gerealiseerde rendement lager, dan wordt het verschil in belastingdruk tussen box 1 en box 3 kleiner. Komt het gerealiseerde rendement beneden de 2,4% voor belastingen, dan resulteert een heffing in box 3 in een zwaardere belastingdruk dan in box 1. Naar verwachting zal de exploitant van goed renderend (commercieel) vdstgoed bepleiten dat het door hem genoteri inkomen dient te worden belast op basis van box 7 Voor beleggers in vastgoed met een structureel laag direct rendement". denk aan verpachte grond. kan de Wet IB 2001 een lastenverzwaring betekenen ten opzichte van de Wet op de " Direct rendement is het rendement op de exploitatie van vastgoed zonder de waardeinutaties, bijvoorbeeld de netto huur- of pachtinkomsten (6)

8 inkomstenbelasting 1964 (Wet TB 1964)". Dit wordt deels veroorzaakt door het feit dat indirect rendement op beleggingen onder de Wet IB 1964 niet wordt belast. Voor bossen, natuurterreinen en aangewezen landgoederen voorziet de Wet IH 2001 in ecn vrijstelling1 ' van de vermogensrendementsheffing. In box 3 wordt voor de waarde van onroerende zaken, met uitzondering van in Nederland gelegen "tweede eigen woningen"12, uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer en niet de waarde op basis van de Wet waardering onroerende zaken. Een vastgoedactiviteit wordt pas als belegging aangemerkt, met als gevolg belastingheffing in box 3, indien het inkomen niet als winst uit onderneming cn tevens niet als inkomen uit een andere werkzaamheid wordt aangemerkt. In de volgende paragrafen worden, aan de hand van de Wet IB 2001 en de onder de Wet IB 1964 gewezen jurisprudentie, de grenzen verkend tussen beleggen enerzijds en winst uit onderneming dan wel inkomen uit overige werkzaamheden anderzijds verkend. 3 Beleggen versus ondernemen 3.1 Het ondernemingsbegrip in de wetsgeschiedenis In artikel 3.2 wordt het begrip belastbare winst uit onderneming als volgt gedefinieerd13: 'Belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als onúernemer geniet uit een of meer ondernemingen (paragraaf 2) verminderd met de ondernemersaftrek (paragraaf 4)' Uit de definitie kan worden afgeleid dat voor belastbare winst uit onderneming is vereist dat winst uit ondernemi~g als ondernemer wordt genoten. In artikel 3.4 wordt het begrip onderntjmt'r gedeflnicerd 31s: 1 O Illiistratief is de aandacht gcvraagd door de Federatie Particulier Grondbezit, Nota naar aanleidin5 van het verslag Tweede Kamer Wet Inkomstenbelasting 200 1, V-N BP , blz " artikel 5 7 Wet IB De tweede eigen woning is de woning die de belastingplichtige niet anders dan ti.jdelijk als hoofdverblijf!:r beschikking staat (artikel Wet IB 2001) Artikel 3.3 Wet IB 2001 bevat een uitbreiding van van het begrip hclastharc w~n.rt ult otzdernerning De uitbreiding beoogt opbrengsten uit bepaalde winstdelende leningen alsmede winstrechten vdn commanditaire vennoten te belasten op basis van box 1

9 'de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming' De essentie van deze bepaling is de beperking van het begrip ondernemer i11 de Wet IB Niet iedereen voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven is ondernemer. Als voorbeeld geldt de belastingplichtige die als commanditair vennoot gerechtigd is tot de winst uit een onderneming. Deze belastingplichtige zal niet als ondernemer kwalificeren. Het belang hiervan is dat hij niet gerechtigd is tot de volledige onderneining~faciliteiten'~. Op grond van artikel 3.3 Wet IB 2001 wordt de commanditair vennoot als niet-ondernemer toch belast op basis van box 1 I s. Het begrip winst uit onderneming is volgens artikel 3.8 Wet IB 2001 als volgt gedefinieerd: 'het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming' In de Wet IB 2001 is geen verdere omschrijving van het begrip onderneming opgenomen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel IB wordt opgemerkt dat het begrip onderneming dient te worden opgevat conform het begrip onderneming in de Wet IB Ook deze wet bevat geen omschrijving van het begrip onderneming. In de memorie van antwoord bij de Wet IB 1964 wordt vermeld dat met het begrip onderneming niet anders wordt bedoeld dan de organisatie van kapitaal en arbeid, door een contribuabele opgebouwd en in stand gehouden met het oogmerk om winst te behalen. Voor de belastbaarheid van een opbrengst onder de Wet IB 1964 (en de Wet IB 2001 ) is in zijn algemeenheid vereist dat de opbrengst voortkomt uit een bron van inkomen. Wil de onderneming een bron van inkomen zijn dan is noodzakelijk dat er sprake is van deelname: aan het economisch verkeer en dat de winst redelijkerwijs kan worden verwacht. De andere l4 De commanditair vennoot is niet gerechtigd tot de ondernemersaftreh (dit is het gezamanlijke bedrag van [elfstandigenaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerl* de rneewrrlaiiftrek en de stakingsaitrek) De maximum bedragen van de investeringsafirek en de scholingsaftrek worden voortaan per onderneming bepaald, waardoor de commanditair vennoot slechts het aan hem toerekenbare deel van het maximum bedrag 2: aftrek kan brengen Op basis van het oorspronkelijke wetsvoorstel zou de commanditaire vennoot op basis van box 3 worden belast omdat de commanditair vennoot in maatschappelijke zin meer overeenkomsten zou vertonen met een belegger dan met een ondernemer (zie VN BP , blz ) I (> V-N BP2111.7, blz 2 12

10 voorwaarde die doorgaans voor het bestaan van een dergelijke bron worden gesteld - het winstoogmerk - is al in de definitie" van het begrip onderneming begrepen''. Het ondernemingsbegrip voor toepassing van de Wet IB 2001 kan nu volgens mij op basis van de wetsgeschiedenis als volgt worden gedefinieerd: Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met het oogmerk en de verwachting door deelname aan het economisch verkeer winst te behalen. Voor de verdere beantwoording van de vraag of en in hoeverre een vastgoedactiviteit kwalificeert als een onderneming in de zin van de Wet IB 2001 zal men te rade moeten gaan bij de grillige en casuïstische jurisprudentie gewezen onder de Wet IB 1964 en haar 19 voorgangers. 3.2 Erlet begrip normaal vermogensheheer Uitgaande van de door mij in de vorige paragraaf geformuleerde definitie zou men de conclusie kunnen trekken dat de exploitatie van een onroerende zaak al vrij snel als onderneming kwalificeert. Nemen wij het voorbeeld van een verhuurd winkelpand waarbij de eigenaar zelf enige arbeid verricht (bijvoorbeeld het innen van de huren), dan moeten we concluderen dat - bij een letterlijke interpretatie - aan alle kenmerken van de definitie is voldaan. Dit gevolg is door de Hoge ~ aad~' voorkomen door de introductie van het begrip "normaal vermogensbeheer". Dit begrip is in de loop der jaren door dc jurisprudentie verder vorm gegeven. In de volgende paragraaf wordt deze ontwikkeling aan de hand van de jurisprudentie uiteengezet Jurisprudentie Uit de jurisprudentie blijkt dat de met actief vernogeiisbeheer gemoeide arbeid niet automatisch tot fiscaal ondernemerschap aanleiding geeft. Met bctrekhing tot een bastgoedexploitant niet een eigen onderhoudsdienst overwoog de Hoge ~aad" dat het Volgens memorie van antwoord Wet IB Wet op de Inkomstenbelasting 1964, Fiscale encyclopedie De Vakstudie, artikelsgewijs commentaar artikel 6, aantekening 2 l9 Wet op de bedrijfsbelasting van 2 oktober 1893, Wet op de Inkomstenbelasting 1914, Besluit op de Inkomstenbelasting 'O IIR 7 maart B nr 8963 " HR 1 september 1976, nr , V-N 1976, blz. 860

11 enkele feit van de aanwending van eigen arbeidskracht of die van werknemers niet dwingt tot de conclusie dat een onderneming aanwezig is. Dit is slechts het geval wanneer deze arbeid naar haar aard en relatieve omvang - dat wil zeggen: in verhouding tot de grootte van het in onroerende goederen belegde vermogen bepaalde - omvang onmiskenbaar ten doel heeft het behalen van voordelen uit de onroerende goederen, welke het aan een belegger in zodanige goederen normaliter opkomende rendement te boven gaan. Deze overweging werd door de Hoge ~aad?* in overeenkomstige bewoordingen herhaald in zijn arrest met betrekking tot de verhuur van 18 kamers door een particulier. Na verwijzing besliste het Gerechtshof te 's-~ravenha~e~~ in deze zaak dat ds venrichte arbeid de gebruikelijke werkzaamheden te boven is gegaan. Van arbeid is volgens de jurisprudentie24 niet alleen sprake voor zover het gaat oin fysieke arbeidskracht, ook het aanwenden van eigen ervaring, eigen capaciteiten of eigen relaties kunnen leiden tot het aannemen van het begrip arbeid in de zin van de eerder geformuleerde definitie. Het Gerechtshof te ~rnsterdam?' overwoog: 'het kennelijke streven oin, in een grotere omvang of kwaliteit dan bij vermogensbeheer gebruikeli.jk is, eigen arbeidskracht, eigen ervaring, eigen capaciteiten - speculatieflair daaronder niet begrepen - of eigen relaties mede rendabel te inaken' De jurisprudentie heeft het over eigen arbeid, waar mede toe wordt gerekend de arbeid van werknemers26 of partners27 (in het geval van een samenwerkingsverband of medeeigendom). Dit doet de vraag rijzen of ingehuurde arbeidskracht, ervaring of capaciteiten aanleiding kan geven tot het veronderstellen van een onderneming. Ik ben van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. Ik verklaar dat aan de hand van het volgende voorbeeld. Stel dat een vastgoedexploitant volledig passief is en alle voor de exploitatie benodigde arbeidskracht, ervaring, of capaciteiten van derden inhuurt. De enige activiteit is het beschikbaar stellen van vermogen. Behalve het benodigde vermogen wordt de "?H R 7 aiigustus 1994, nr , BNB Hof 's-gravenhage 10 april 1995, nr , V-N 1993, bl~ 2799 '"of ~msterdam, I11 MK, 20 augustus 1981, IE (niet gepubliceerd), I-Iof 's-gravenhage 28 juni 1989, nr , V-N 1990, blz 1279 en I-fof "-Gravenhage 79 juni 1993, nr te v~nden in HR 1 februari 1995, nr , BNB " Hof Amsterdam, I11 MK, 20 augustus 1981, nr (niet gepubliceerd) '" HR 1 september 1976, nr , V-N 1976, blz. 860 " Hof.+Gravenhage 28 juni 1989, nr , V-N 1990, blz 1279

12 onderneming als het ware door de exploitant ingehuurd. Verwacht mag worden dat de zakelijke vergoeding voor het inhuren van de onderneming zodanig hoog zal zijn dat het rendement op het door de exploitant ter beschikking gestelde vermogen beperkt zal blijven. In dat geval zou hij - behoudens speculatie - niet in staat moeten zijli een rendement te behalen dat het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaat. Dit is mijn inziens slechts anders indien de derden op één of andere manier, bijvoorbeeld als partner, in het rendement meedelen. In dat geval gaan deze derden mogelijk akkoord men een lagere vergoeding of zijn ze zelfs bereid om van een vergoeding af te zien. Zij worden immers beloond door het aandeel in de winst. In dat geval telt de ingehuurde arbeid etc. wel mee voor de beantwoording van de vraag of sprake is van ondernemingsgewijze exploitatie. Een bekend voorbeeld is de exploitatie van vastgoed door een commanditaire vennootschap waarin door vermogende particulieren als commanditair vennoot wordt deelgenomen. De commanditaire vennoten doen doorgaans niets anders dan het ter beschikking stellen van vermogen. De beherend vennoot verricht de arbeid en brengt de benodigde expertise in. Indien de arbeid van de beherend vennoot naar aard en omvang bepaalde grenzen te boven gaat, zal deze aan de commanditaire vennoten worden toegerekend en zullen deze vennoten op basis van box 1 in de belastingheffing worden betrokken. Een regelmatig voorkomende situatie is die waarin een belastingplichtige in eigen beheer vastgoed (ver)bouwt om het daarna te gaan verhuren. De vraag die zich dan voordoet is of de (ver)bouw in eigen beheer een ondernemingsactiviteit is en zo ja, of dit dan ook betekent dat de resultaten in de op de (ver)bouw volgende exploitatieperiode (huuropbrengsten en eventuele vermogenswinsten) eveneens als winst uit onderneming dienen te worden aangemerkt. Deze vragen zijn inmiddels door de jurisprudentie beantwoord. De Hoge ~aad" besliste dat het (ver)bouwen van onroerende zaken in eigen beheer, om deze geschikt te maken voor de verhuur, als onderneiningsactiviteit kan worden aangemerkt. indien de (ver)bouwing gepaard gaat met de inzet van een belangrijk deel van de eigen arbeidskracht. In het zelfde arrest is beslist dat voor de vraag of na de verbouwing ook de huuropbrengst van de panden winst uit onderneming vormt, slechts van belang is of de ter zake van de verhuur verrichte werkzaamheden meer omvatten dan normaal " HR R9 mei 1996, nr , BNB

13 vermogensbeheer. Na verwijzing besliste het Hof ~rnlien~'" dat de inkomsten uit verhuur als inkomsten uit vermogen dienen te worden aangemerkt. In een zaak waarbij de bouw aan een aannemer werd uitbesteed besliste de Hoge ~ aad~' dat de stichting van de gebouwen en de daarop volgende verhuur niet als een onderneming kon worden aangemerkt. Interessant is nog de vraag hoe een eventuele vermogenswinst wordt behandeld indien de (ver)bouw als ondernemingsactiviteit (box l) is aangemerkt en het inkomen in de daaropvolgende periode van verhuur als inkomen uit sparen cn beleggen (box 3)" wordt beschouwd. Naar mijn mening zal op het moment waarop de onroerende zaak aan het ondernemingsvermogen wordt onttrokken moeten worden afgerekend over het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de waarde in het economisch verkeer volgens liet progressieve tarief van box 1. Een eventuele latere waardeaangroei komt dan uitsluitend nog tot uitdrukking in een verhoging van de belastbare grondslag voor de vermogensrendemeiitsheffing (box 3) Normaal vermogensbeheer als maatschappelijke norm De Hoge Raad onderkent een verband tussen enerzijds de aard en omvang van de arbeid en anderzijds het nagestreefde rendement. De Hoge Raad hanteert een kwalitatief en een kwantitatief criterium. Indien de arbeid qua aard en omvang afwijkt van hetgeen bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk is en daardoor een rendement wordt nagestreefd dat uitgaat boven het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement, zal de vastgoedexploitatie als onderneming worden aangemerkt. Helaas heeft de Hoge Raad alleen universeel geformuleerde aanwijzingen gegeven met betrekking tot het beantwoorden van de vraag welke de aard en de omvalig zijn van de wcrkzaanrhcden die bij normaal vermogensbeheer gebruikel* zijn3'. tlet gebrek aan meer concrete criteria heeft geleid tot uitennate casuïstische rechtspraak van de gereclltshoven '' Hof Arnhem, 22 augustus 1997, nr , V-N 1997, blz, 4707, punt 12 'O HR 14 februari nr , BNB i I zie ook de noot van Zwemmer in BNB " Zie Hof 's-gravenhage 10 april 1995, nr , V-N 1995* blz 2799

14 waardoor het niet eenvoudig is scherpe lijnen rond het begrip nor~maal vermogensbeheer te trekken Kwantitatief criterium Zo geeft de Hoge Raad geen aanwijzingen omtrent de kwantificering van het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement Het is dus niet mogelijk om met concrete cijfers "het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement" te definiëren. Men zou aansluiting kunnen zoeken bij een benchmark zoals de index van de ROZIIPI>. De vastgoedmarkt is echter niet efficiënt, hetgeen wil zeggen dat het mogelijk is om op basis van private informatie consequent de markt te verslaan. Om die reden zou het te voeren om voor alle beleggers die min of meer duurzaam de markt (de index) weten te verslaan, het standpunt in te nemen dat sprake is van arbeid welke zich niet verhoudt met normaal vermogensbeheer. Een actieve belegger zal immers op zoek zijn naar de private informatie. Het uiteindelijk behaalde gemiddelde rendement per jaar zal afhankelijk zijn van de kwaliteit van de gevonden private informatie Kwalitatief criterium Het is niet goed mogelijk om concreet aan te geven welke de aard en omvang zijn van de werkzaamheden die bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk zijn. De noodzakelijke en gebruikelijke arbeid zullen per type vastgoed maar ook per object verschillen. Zo zal het technisch en commercieel beheer van een multi-tenant kantoorgebouw of een winkelcentrum in de regel meer arbeid met zich meebrengen dan dat van een bedrijfshal. De Hoge Raad heefi met de bewoordingen "bij normaal vermogensbeheer gebruikelijk" geen statische norm gesteld, maar een norm die zich aanpast aan de maatschappelijke ontwikkeling. Werkzaamheden die in het verleden voor beleggers ongebruikelijk waren kunnen na verloop van tijd - als gevolg van de maatsc11appt:lij ke en techiiologische ontwikkeling - tot de gebruikelijke werkzaamheden van een belegger gaan behoren, zonder dat de grenzen van normaal vermogensbeheer worden overschreden. Ook uit de parlementaire geschiedenis3\met betrekking tot artikel 28 Wet Vpb blijkt een dynamische benadering van het begrip normaal vermogensbeheer (zie hootilstuk 3. paragraaf 3). 11 Voor een overzicht van de jurisrudentie zie: Wet op de Inkomstenbelasting 1964, Fiscale encyclopedie De Vakstudie, artikelsgewijs commentaar, artikel 6, aantekeningen 4, 5, SA, 5B, 5C. 1 1 B 74 Memorie van Antwoord bij de Wet van 2 1 juni 1990, Stb 33 1 (13)

15 Gedwongen door de toenemende concurrentie op de beleggingsmarkt zijn beleggers genoodzaakt nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Rij onvoldoende prestaties zullen financiële middelen en vastgoedportefueilles bij andere fondsen respectievelijk vermogensbeheerders worden ~ndergebracht~~. Ter illustratie noem ik de belegger die op het internet een marketingcampagne voor zijn winkelcentrum voert, passantenstromen analyseert en omzethuur en prestatie-afhankelijk property management invoert. Ook het entameren van projectontwikkelingsactiviteiten door beleggers is mede het gevolg van de toenemende concurrentieslag op de (vastgoed)beleggingsmarkt. Als door de jurisprudentie een maatschappelijke norm wordt gesteld ben ik van mening dat de uitvoerder van de wet de ontwikkeling van die norm moet respecteren. Het mag mijns inziens niet zo zijn dat de uitvoerder van de wet door restrictief optreden de maatschappelijke norm bepaalt De ontwikkelende belegger Tussen Belastingdienst en beleggers wordt thans gediscussieerd over de vraag of een belegger in eigen beheer mag ontwikkelen. Ondanks het feit dat een ontwikkeling door een belegger in fysieke zin niet hoeft te verschillen van die van een projectontwikkelaar ben ik van mening dat de verschillen tussen de omstandigheden bij de ontwikkelende belegger en die bij de projectontwikkelaar zodanig zijn dat de ontwikkelende belegger de grenzen van normaal vermogensbeheer niet overschrijdt. De thans gevoerde discussie is van belang voor zowel natuurlijke persoenen als aan vennootschapsbelasting onderworpen lichamen. Voor de eerste categorie is het belang gelegen in de kwalificatie van het inkomen als inkomen uit sparen en beleggen of inkomen (box 3) uit werk en woning (box 1). Voor de tweede categorie is het belang gelegen in de vraag of de vennootschap kan worden aangemerkt als Fiscale Beleggingsinstelling welke is onderwoven aan het speciale belastingtarief van 0% in plaats van het regulierc taricf variërend van 30% tot 35%. Voor de voorwaarden voor toepassing van het regime van de Fiscale Releggingsinstelling wordt venvezen naar hoofdstuk 2. paragraaf Zie de ontwikkelingen beschreven op pagina 7 van het Jaarverslag 1998 van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN)

16 i"") " l _i Alvorens in meer detail op de "ontwikkelende belegger" in te gaan wil ik eerst aandacht besteden aan de begrippenl~rojectontwikkelaar en vastgoedheicggcr. In de literatuur3(' wordt projectontwikkeling gedefinieerd als: 'het risicodragend initiëren, organiseren, uitvoeren, (c.q. doen uitvoeren) en coördineren van alle taken die nodig zijn voor het vervaardigenenlof opwaarderen van onroerende zaken, inclusief het aankopen van de daarvoor benodigde opstallen enlof grond' Essentiële kenmerken van de projectontwikkelaar zijn37: e o e De ontwikkelaar realiseert vastgoedprojeeten voor eigen rekening en risico; De ontwikkelaar is integraal betrokken bij het vastgoedproces (vanaf het initiatief tot en met de ingebruikstelling); De ontwikkelaar heeft een coördinerende tauk in het proces. De vraag is of bovenstaande kenmerken, welke in belangrijke mate de inzet van arbeid, expertise en relaties impliceren, passen binnen het kader van het normale vermogensbeheer van een vastgoedbelegger. Beleggen in onroerend goed wordt in de literatuur38 omschreven als: 'het vastleggen van vermogen gericht op rendement via objecten die aangekocht zijn met het doel van verhuur-exploitatie, waarbij bedrijfsmatig getracht wordt een object naar een hoger waardeniveau te brengen' Als de definities van projectontwikkeling en beleggen in onroerend goed met elkaar worden vergeleken valt het volgende waar te nemen. De ontwikkelaar behaalt zijn rendement door het rendabel maken van zijn arbeid, expertise en relaties. De aanwezigheid van het element vermogen speelt geen zelfstandige rol. De beloning van de projectontwiuelaar bestaat uit een opslag op de kostprijs van het project3"ijn beloning is dus niet gerelateerd aan het geïnvesteerde vermogen. 16 Drs 11 A. Regenboog in F.J.M. de Kousemaeker, Praktijkaspecten Vastgoed, hlphen aan den Rijn, 1998, 483 Drs. M.C. Oude Veldhuir MRE, Wat is projectontwikkeling?. Neprom, p Drs R.M.Weisz en drs. P.G.M. van Wettum, Onroerend goed beleggingsmaatschappijen; overzicht & aplyse, Leiden 1988, pl. Neprom , werken aan ruimtelijke ontwikkeling, Voorburg, p 29

17 De vastgoedbelegger behaalt daarentegen zijn rendement primair door het vastleggen van vermogen. Daarnaast zal de belegger door middel van bijvoorbeeld zijn arbeid en andere capaciteiten trachten waardestijging te bewerkstelligen. De beloning van de belegger is gerelateerd aan de omvang en duur van het ingelegde vermogen en niet aan de kostprijs van de onderliggende activa. De totstandkoming van de "ontwikkelende belegger" kan historisch worden verklaard4'. Traditioneel hadden de projectontwikkelaars en vastgoedbeleggers ieder een zelfstandige rol zonder dat zij zich op elkaars werkterrein bevonden. De projectontwikkelaar bracht vastgoedprojecten tot stand welke na gereedkoming aan een belegger werden verkocht. De ontwikkelaar nam het initiatief tot het ontwikkelen van projecten waarvan hij verwachtte dat in de markt vraag zou bestaan. De beleggers kochten projecten op basis van het aanbod van de ontwikkelaars. Het initiatief lag duidelijk bij de ontwikkelaars. Naarmate de belegger vaker projecten gingen afnemen kreeg de belegger meer invloed op de ontwikkelaar. Dit gevolg wordt voor een belangrijk deel toegeschreven aan de toename van de eigen expertise van de belegger. De belegger ging zich in een steeds vroeger stadium met de ontwikkeling bemoeien, waardoor hij bewerkstelligde dat de projecten beter aan zijn specifieke eisen gingen voldoen. De ontwikkelaars en beleggers troffen elkaar ook op het financiële vlak. Bij gebrek aan eigen vermogen diende de ontwikkelaar een beroep te doen op banken voor de projectfinanciering. Vanwege het aanzienlijke projectrisico (het project is immers nog niet verkocht) bracht de bank relatief hoge tarieven in rekening. Dit probleem bleek gedeeltelijk te kunnen worden ondervangen indien de belegger het project reeds tijdens de bouw financiert. De belegger hoeft in tegenstelling tot de bank geen rekening te houden met het afzetrisico. Doordat beleggers steeds vaker vanaf het initiatief bij de ontwikkeling betrokken raakten beschikten zij uiteindelijk over alle voor een succesvolle projcctont\vikkeling benodigde expertise Dit heeft er toe geleld dat diverse beleggers elgen ontwikkelingsafdelinpen gingen opzetten. 40 Zie ook O.D.J. de Jong, Kopen of Ontwikkelen?, Postdoctorale Opleiding Vastgoedkunde, Utrecht 1992, p (16)

18 Als voordelen voor een belegger van ontwikkeling in eigen beheer worden genoemd: e e e e e Toegang tot geschikt beleggingsvastgoed dat elders niet te krijgen is Mogelijkheid eigen wensen op het gebied van locatie en kwaliteit te realiseren Door invloed op kwaliteit waardevastheid op lange termijn Lagere kosten onder andere door wegvallen tussenschakel en gunstige bouwfinanciering Mogelijkheid tot realisatie waardestijging en ontwikkelirigswinst door herwaardering bij oplevering Uiteraard staan tegenover deze voordelen ook bepaalde risico's zoals: e Tijdsrisico's: de ontwikkeling van de markt (varkenscyclus) en eventuele vertraging tijdens de bouw. Het marktrisico is voor een belegger minder groot dan voor een ontwikkelaar omdat de belegger niet hoeft te verkopen. Het vertragingsrisico is contractueel in te dekken; Pri~jsvormingsrisico: beperkt door ervaring en kengetallen; In de praktijk kunnen de genoemde voordelen opwegen tegen het tijdelijk verhoogde risico tijdens de ontwikkelingsperiode. Dit verhoogde risico wordt gecompenseerd door een kwalitatief betere portefeuille waardoor het totale risico over de hele portefeuille uiteindelijk lager zal zijn dan zonder ontwikkeling in eigen beheer4'. Uit het voorgaande trek ik de volgende conclusie. Rij de projectontwikkelaar is het rendabel maken van arbeid, expertises en relaties (=projectontwikkeling) liet doel op zich. Bij de ontwikkelende belegger is het doel het rendabel maken van vermogen, mede door het creeren van waardestijging. Het ontwikkelen van vastgoed is kén van de mogelijkheden om deze waardestijging te bewerkstellig ei^. Dit verschil 111 primaire doelstelling komt tevens tot uitdrukking bij tal van omstandigheden rond de projectontwikhel~iar en de ontwikkelende belegger. In het onderstaande schema heb ik enige verschillen in omstandigheden uiteengezet. Ilc middelste kolom koppelt deze omstandigheden aan de elementen welke ten grondslag liggen aan het in de jurisprudeiltie tot stand gekomen begrip normaal vermogensbeheer. Het overzicht dient nret statisch te 4 1 O.D.J. de Jong, Kopen of Ontwikkelen?, Postdoctorale Opleiding Vastgoedkunde, Utrecht 1992, p (17)

19 worden geïnterpreteerd. Zo zullen zich geregeld mengvormen voordoen van de weergegeven onderverdeling. Onhvikkelende belegger Ontwikkeling is middel - Financiert met relatief veel eigen vermogen - Houdt project aan voor eigen portefeuille - Heeft alternatieve investeringsmogelij kheden Aard Projeetontvvikkelaar Ontwikkeling is doel - Financiert met relatief veel vreemd vermogen - Kan project niet aanliouden en moet (eventueel met verlies) verkopen - Heeft geen alternatieve investeringsmogelijkheden - Beperkt deel van portefeuille l in ontwikkeling (10%- 15%42, - Lager geëist rendement op I Beoogd totaal en eigen vermogen - Realisatie op langere termijn - Beloning op basis van I omvang en duur ingelegde vermorren Relatieve omvang I rendement l - Gematigd huurrisico en geen I Risico afzetrisico - Gematigd marktwaarderisico - Geen renterisico - Mogelijheid tot I I - Hele portefeuille in ontwikkeling - Hoger geëist rendement op totaal en eigenvermogen - Realisatie op korte termijn - Beloning op basis van kostprijs project - Hoog verhuur- en afzetrisico - Hoog marktwaarderisico - Hoog renterisico - Beperkte mogelij klieid tot di versificatie Door de aard en relatieve omvang van de verrichte arbeid streeft de pro.jectontwikkelaar - mede ingegeven door de hogere risico's - naar een rendement welke het aan de (ontwifielcnde) belegger opkomende rendement te boven gaat. De prqjectontwikkelaar is qua fiscaal-ondernemerschap niet vergelijkbaar met de (ontwikkelende) belegger. De '%.D.J. de Jong, Kopen of Ontwikkelen?, Postdoctorale Opleiding Vastgoedhunde, Utrecht 1992, p

20 stelling dat de ontwikkelende belegger in concurrentie treedt niet pro-jectontwikkelaars deel ik dan ook niet. Het (her)ontwikkelen van projecten bestemd voor de eigen 41 beleggingsportefeuille brengt het beleggingskarakter mijns inziens niet in gevaar. Dit is niet anders indien korte tijd na de gereedkoming blijkt dat uit het oogpunt van de beleggingspolitiek besloten wordt tot verkoop. Beslissend is de bestemming op het moment van aanbesteden. In de literatuur wordt verdedigd dat het ontwikkelen van projecten bestemd voor de verkoop niet als beleggen is aan te merken4! Ik acht het onder omstandigheden echter verdedigbaar dat het (her)ontwikkelen met het oog op verkoop binnen de grenzen van normaal vermogensbeheer blijft. Een voorbeeld hiervan is de institutionele belegger waarvan de beleggingsportefeuille onbebouwde grond bevat. Na een langdurige houdsterperiode wenst de belegger de meerwaarde in de gronden te realiseren en maakt een ontwikkelingsplan. Na de realisatie van het plan verkoopt de belegger het gedeelte van de ontwikkeling waarvan hij geen verdere waardestijging meer verwacht. Het gedeelte van de ontwikkeling waarvan hij wel waardegroei verwacht houdt hij aan voor de portefeuille. Ik ben van mening dat ook bij deze belegger het rendabel maken van vermogen het primaire doel kan zijn. De ontwikkeling is geen doel op zich maar ondersteunt het beleggingsdoel door realisatie van de meerwaarde en uitbreiding van het belegd vermogen. Waarom zou een belegger wel aan het begin van de beleggingsperiode mogen ontwikkelen en niet aan het einde? 4 Beleggen versus resultaat uit overige werkaamheden 3.1 Het hegrip overige werkzaamheden in de wetsgeschiedenis In paragraaf 2 kwam reeds aan de orde dat inkomen uit onroerende zaken ook In box 1 kan worden belast indien het inkomen wordt gekwalificeerd als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden Artikel 3.90 van de Wet IR 2001 definieert deze catzgorie van belastbaar inkomen als: 'het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit een of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren.' 43 HR 14 februari 1973, nr , BNB zie ook P.J.M. Bongaarts en P.H.J. Essers, Het fiscale regime voor beleggingsinstellingeri, Deventer, 1993, blz. 122

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 689 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 teneinde beleggingsinstellingen de mogelijkheid te bieden om vastgoed te ontwikkelen

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland

Nadere informatie

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Checklist Deelnemingsvrijstelling Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH Den Haag. Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal. Edelhoogachtbaar College,

Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH Den Haag. Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal. Edelhoogachtbaar College, Aan de Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH Den Haag Datum Betreft: Conclusie van de Advocaat-Generaal Ons kenmerk DGB 2016-568 Edelhoogachtbaar College, Uw brief (kenmerk) 14/05020 Naar aanleiding

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3

Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 FFP Forum, 4 april 2019 Ferd Beukers Jan Vrusch Fiscaal Juridisch Adviesbureau Programma Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 Inleiding Particuliere verhuur

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Probleemstelling 3 1.3 Plan van aanpak 4

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Probleemstelling 3 1.3 Plan van aanpak 4 Bachelor Thesis Wanneer drijft een belastingplichtige met een (omvangrijke) onroerendgoedportefeuille of een onroerend-zaak-b.v. een materiële onderneming? Naam: Tim Keulemans Anr: 402897 Studierichting:

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum

1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 1.1 Inleiding In het onderhavige en de navolgende vier hoofdstukken staat de DGA binnen de Wet IB 2001 centraal. Gestart wordt met de afbakening van de

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home maart Utrecht. Robert van Beek

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home maart Utrecht. Robert van Beek Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire Second Home maart 2017 - Utrecht Robert van Beek Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Fiscaal memo 2014/2015

Fiscaal memo 2014/2015 Fiscaal memo 2014/2015 1. Inleiding The Silver Mountain heeft het genoegen u hierbij een memorandum te verstrekken waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij aanschaf, bezit en verkoop van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home september Utrecht. Robert van Beek

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire. Second Home september Utrecht. Robert van Beek Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland en op Bonaire Second Home september 2016 - Utrecht Robert van Beek Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Landal Volendam. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Landal Volendam Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Zelfstandigheid en verhuurorganisatie 2.3 Aftrek van voorbelasting 2.3.1 Geen

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Fiscaal memo (aangifte 2017) Fiscaal memo (aangifte 2017) 1. Inleiding AmsterdamGold heeft het genoegen u hierbij een memorandum te verstrekken waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij aanschaf, bezit en verkoop van

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting winst 1 programma Ondernemerschap Ondernemer versus onderneming Urencriterium Ongebruikelijke samenwerking Inleiding fiscale winstbepaling Goedkoopmansgebruik 1 Bronnenstelsel De inkomstenbelasting

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 8 hoofdstuk Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Oefenopgaven Opgave 8.1 a. Box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. b. De rendementsgrondslag wordt vastgesteld naar de waarde van de bezittingen

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

Fiscaal memo (aangifte 2015)

Fiscaal memo (aangifte 2015) Fiscaal memo (aangifte 2015) 1. Inleiding AmsterdamGold heeft het genoegen u hierbij een memorandum te verstrekken waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij aanschaf, bezit en verkoop van

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed V CV te GRONINGEN Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 3 2 Balans per 30

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 339 Wijziging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting in het kader van het belastingplan 1979 Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Domein De Waufsberg HENDRIKSEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Domein De Waufsberg HENDRIKSEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 17 HENDRIKSEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS IU Domein De Waufsberg Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Hendriksen Accountants en Adviseurs is een brede adviesorganisatie met vestigingen in

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11816 27 juli 2010 Beleidsregel ondernemen of beleggen Inleiding Algemeen Marktpartijen en de Autoriteit Financiële Markten

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee!

Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Met geld van uw bv kunt u belastingvrij genieten! Zakendoen met uw eigen bv: de kansen en mogelijkheden Doe er uw voordeel mee! Een directeur-grootaandeelhouder is in de unieke positie om zaken te doen

Nadere informatie

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften 1 2 BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt

Nadere informatie

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF Algemeen Verzekeringscontrole Het was een ramp in Zuid-Oost Brabant na de storm die hier gewoed heeft. Er waren mensen niet goed of helemaal niet verzekerd voor deze schade.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Inhoudsopgave pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2010 2 Algemene toelichting 3 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4 Grondslagen

Nadere informatie

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije en het Caribisch gebied

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije en het Caribisch gebied Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije en het Caribisch gebied Second Home september 2016 - Utrecht ESJ Accountants & Belastingadviseurs Maurice De Clercq & Nurefsan Koç Agenda 1. Inwonerschap

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. C.V. S2 Vastgoed VI te Groningen

HALFJAARVERSLAG. C.V. S2 Vastgoed VI te Groningen HALFJAARVERSLAG C.V. S2 Vastgoed VI te Groningen Over de periode 1 januari 2012 t/m 30 juni 2012 Doordat er geen halfjaarverslag is gemaakt over 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 zijn in dit verslag geen

Nadere informatie

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper 28.06.16 Zakendoen met uw eigen bv in 2016 De kansen en mogelijkheden whitepaper In dit whitepaper: Als directeur-grootaandeelhouder bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 689 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 teneinde beleggingsinstellingen de mogelijkheid te bieden om vastgoed te ontwikkelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1829 Vragen van het lid

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936 CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

U krijgt te maken met: inkomstenbelasting onroerendezaakbelasting. En mogelijk ook met: overdrachtsbelasting omzetbelasting forensenbelasting

U krijgt te maken met: inkomstenbelasting onroerendezaakbelasting. En mogelijk ook met: overdrachtsbelasting omzetbelasting forensenbelasting Als u een vakantiewoning op het oog heeft in Nederland, is het verstandig u eerst en goed te laten informeren over de fiscale gevolgen die aan de aankoop en het gebruik van de vakantiewoning verbonden

Nadere informatie

Personenvennootschappen

Personenvennootschappen Personenvennootschappen mei 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld voor schade

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450 Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland April 2017 Mr. P. Homan Belastingadviseur E-mail: p.homan@edo.nl Internet: www.edo.nl Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland Bij de aankoop van een vakantiewoning in Nederland komt een aantal

Nadere informatie

VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT

VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT Weekblad fiscaal recht. 6879. 28 oktober 2010 1363 VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT UIT OVERIGE WERKZAAMHEDEN EN SFEEROVERGANG PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT EN PROF. DR. T.M.BERKHOUT MRE MRICS* 1 Inleiding Voor

Nadere informatie

Echtscheiding en eigen woning

Echtscheiding en eigen woning Echtscheiding en eigen woning 25 april 2013 Echtscheiding is aan de orde van de dag. Ruim 36 % van alle huwelijken eindigt door echtscheiding. Onder ondernemers ligt dat percentage nog wat hoger. Bij een

Nadere informatie

ALIMENTATIEVERPLICHTING AFTREKBAAR ALS BOX-3 SCHULD

ALIMENTATIEVERPLICHTING AFTREKBAAR ALS BOX-3 SCHULD ALIMENTATIEVERPLICHTING AFTREKBAAR ALS BOX-3 SCHULD Een man betaalde in 2006 19.442 alimentatie aan zijn ex-vrouw. Het bedrag werd als persoongebonden aftrek in mindering gebracht op het box-1 inkomen.

Nadere informatie

Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam. Halfjaarcijfers 2015

Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam. Halfjaarcijfers 2015 Profound Fondsmanagement B.V. Amsterdam Halfjaarcijfers 2015 Inhoudsopgave Jaarrekening Balans per 30 juni 3 Winst- en Verliesrekening over 4 Grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening 5 Toelichting

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen

Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen Vennootschapsbelasting overheidsondernemingen Wat komt er op ons af? Joop Kluft, PriceWaterhouseCoopers Ton Waars, Gemeente Den Haag/Fiscaal Advies Team 24 november 2014 VNG-congres Gemeentefinanciën Wat

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 756 Invoering van een verhuurderheffing over 2014 en volgende jaren alsmede wijziging van enige wetten met betrekking tot de nadere herziening

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoed Fonds III C.V. gevestigd to Rotterdam. Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2013 / 30-6-2013

Rotterdams Vastgoed Fonds III C.V. gevestigd to Rotterdam. Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2013 / 30-6-2013 Rotterdams Vastgoed Fonds III C.V. gevestigd to Rotterdam Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2013 / 30-6-2013 Rotterdams Vastgoed Fonds III C.V., Rotterdam Inhoudsopgave Pagina Jaarrekening Balans

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

Informatiedocument De Erfpachter BV

Informatiedocument De Erfpachter BV Informatiedocument De Erfpachter BV U staat op het punt om een woning te kopen. De Erfpachter BV. wil u via dit Informatieboek informeren over De Erfpachter BV. Hieronder zetten we graag voor u uiteen

Nadere informatie

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland

Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Nadere informatie

Onderneming en ondernemerschap

Onderneming en ondernemerschap FFEBLR0133 Syllabus HES Rotterdam School Financial Management Onderneming en ondernemerschap Bij het beoordelen van de vraag, of er sprake is van een (objectieve) onderneming kijkt de rechter o.a. naar:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Herziening van het stelsel van sociale zekerheid BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting.

Overdrachtsbelasting. Overdrachtsbelasting. Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen (zie het besluit

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Het hoe en waarom van de belastingheffing Hoofdstuk 1 Het hoe en waarom van de belastingheffing 1.1 Onderscheid in belastingen De sociale, economische maar ook de juridische gevolgen van de belastingheffing verschillen naar gelang het type belasting.

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 Algemeen 1. Inleiding Op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening

Nadere informatie

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Second Home juni 2015 - Antwerpen Maurice De Clercq - Niek Op den Kamp - Harjit Singh ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Een tweede woning

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011 Halfjaarcijfers 2011 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2011 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1.

$ 100,000 (2punten) Pand gebruik genot $ 417,500 50% $ 208,750 Boekwaarde $ 250,000 -/- 1 Hypotheek $ 100,000 +/+ 1. Opgave 1 Activa Fiscale Werkelijke Passiva Fiscale Werkelijke boekwaarde waarde boekwaarde waarde Alternatief per goed Bedrijfspand 250,000 350,000 Kapitaal 337,500 667,500 getal 2 (x3) Voorraad 200,000

Nadere informatie

NEDERLAND BELASTINGGEVOLGEN VAN KORTDURENDE VERHUUR

NEDERLAND BELASTINGGEVOLGEN VAN KORTDURENDE VERHUUR NEDERLAND BELASTINGGEVOLGEN VAN KORTDURENDE VERHUUR Onderstaande informatie kan gebruikt worden als een handleiding voor sommige belastingvereisten die mogelijk van toepassing zijn wanneer u kortdurende

Nadere informatie

Seminar Vermogensoverheveling

Seminar Vermogensoverheveling Seminar Vermogensoverheveling 12 juni 2013 Sprekers: Jolanda van Nunen belastingadviseur bij Inventive Control Accountants & Belastingadviseurs Kees Goeman belastingadviseur / partner bij Inventive Control

Nadere informatie

3. Fiscale positie van edelmetaal bezittende particulieren. 4. Fiscale positie van edelmetaal bezittende rechtspersonen

3. Fiscale positie van edelmetaal bezittende particulieren. 4. Fiscale positie van edelmetaal bezittende rechtspersonen 1. Inleiding Wij verstrekken u hierbij een memorandum waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij de aanschaf, het bezit en de verkoop van edelmetalen relevant kunnen zijn. Aan de orde komen

Nadere informatie