EENENDERTIGSTE JAARGANG. Landschap THEMANUMMER MARKERMEER-IJMEER. Tijdschrift voor landschapsonderzoek. landschap.nl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2014 1 EENENDERTIGSTE JAARGANG. Landschap THEMANUMMER MARKERMEER-IJMEER. Tijdschrift voor landschapsonderzoek. landschap.nl"

Transcriptie

1 EENENDERTIGSTE JAARGANG Landschap THEMANUMMER MARKERMEER-IJMEER Tijdschrift voor landschapsonderzoek landschap.nl

2 LANDSCHAP tijdschrift voor landschapsonderzoek, biedt een platform voor wetenschappelijke publicaties over het landschap in brede zin: ecologisch, beleidsmatig, sociologisch, ontwerpgericht, enzovoort. LANDSCHAP is een uitgave van de Werkgemeenschap voor Landschaps onderzoek (WLO), verschijnt vier maal per jaar en biedt naast wetenschappelijke artikelen ruimte aan discussiebijdragen reviews mededelingen de rubriek Op Pad, Column en boekbesprekingen. Aanwijzingen voor auteurs staan op of kunnen worden opgevraagd bij de redactie. Redactie Dr. Ir. R. Beunen Drs. G. De Blust Dr. J.N.M. Dekker (hoofdredacteur) Dr. J. van Dijk Dr. E. Dorland Drs. H. Duel Ir. B. Hazeleger (eindredacteur) Dr. E.C.H.E.T. Lucassen Dr. J. Luttik Dr. Ir. D.T. van der Molen Dr. M.P. van Veen Prof. Dr. Ir. J.E. Vermaat redactie Administratie Ferry Devilee Florence van Sambeek p/a WLO-secretariaat, postbus AV Utrecht tel website: gironummer: (t.n.v. WLO te Utrecht). Abonnement 2014 lidmaatschap WLO (incl. Landschap): E 60 - idem (voor studenten en uitkeringsgerechtigden): E 40 - individueel abonnement: E 50 - instituutsabonnement: E WLO (zonder Landschap): E 15 - Proefabonnement LANDSCHAP twee nummers plus de DVD Kerend Tij (zolang de voorraad strekt) E 30,-. Studenten dienen jaarlijks een kopie van de collegekaart toe te zenden. Leden die in aanmerking komen voor het lidmaatschap voor uitkeringsgerechtigden dienen dit schriftelijk kenbaar te maken bij het WLO-secretariaat. Betaling uitsluitend met de toegezonden acceptgirokaart of d.m.v. een machtiging. Het lidmaatschap/abonnement loopt per kalender jaar; opzeggingen voor 2015 dienen vóór 1 december 2014 binnen te zijn. Advertenties Tarieven en inlichtingen via de redactie Basis layout Klaas de Vries Grafisch ontwerper bno Groningen Opmaak GAW ontwerp + communicatie, Wageningen (Michel Backus) Druk TGO ontwerp reklame drukwerk, Uden ISSN Geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen met bronvermelding is alleen toegestaan na toestemming van de redactie.

3 Markermeer-IJmeer Redactioneel Land uit water winnen, daar heeft Nederland een naam in opgebouwd. Tegenwoordig geven we het water weer meer de ruimte. De harde abrupte overgangen tussen land en water worden steeds meer vervangen door zachte overgangen om het land weerstand te geven en de natuur meer ruimte. Landschap was van oudsher land in beheer. Tegenwoordig noemen we ook de grote wateren landschap, waterlandschappen zou je kunnen zeggen. Dit nummer van LANDSCHAP is volledig gewijd aan de ontwikkeling van het Markermeer-IJmeer. Als alle plannen door gaan, wordt dat een prachtig nieuw waterlandschap. Het water is al veel schoner door het verminderen van de nutriëntenbelasting, maar er is nog een flinke opgave voor de inrichting. Het Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) een beleidsconcept van diverse overheden omvat maatregelen die moeten leiden tot een veerkrachtige natuur die ruimte biedt voor economische ontwikkeling. De Marker Wadden, een initiatief van Natuurmonumenten, moet het slibprobleem verminderen en een moeras met zachte oeverzones doen ontstaan, waar vissen en vogels van kunnen profiteren. Het Masterplan Toekomst IJsselmeervisserij richt zich op een duurzame visserij. Een groot aantal bedrijven experimenteert in de Waterproeftuin met technieken die het TBES kunnen ondersteunen. En er zijn nog meer activiteiten die kunnen bijdragen aan dit nieuwe waterlandschap. De ontwikkeling van het Markermeer-IJmeer is een onderneming van veel partijen die een kans verdient, ook al zijn er nog veel onzekerheden. In dit themanummer schetsen Iedema & Zwart de maatschappelijke, ecologische en beleidsmatige context van het Markermeer-IJmeer en leggen uit wat het TBES inhoudt. Noordhuis presenteert de resultaten van de studie Autonome Neergaande Trend, uitgevoerd naar aanleiding van twijfels over de mogelijkheid de gewenste waterkwaliteit en vogelstand te herstellen. De rol van het slib in de slechte ecologische kwaliteit bleek beperkter dan verwacht en die van de afname van nutriënten groter. Posthoorn beschrijft de innovatieve stappen die Natuurmonumenten, samen met anderen, heeft gezet om de Marker Wadden te realiseren, een archipel van natuureilanden opgebouwd uit onder andere slib uit het meer. De experimenten die zijn uitgevoerd in de Waterproeftuin van het Markermeer-IJmeer en de eerste resultaten die deze hebben opgeleverd worden beschreven door Knoben. En in Op Pad ten slotte komt beroepsvisser Schilder uit Volendam aan het woord. Volgens hem schiet de Kaderrichtlijn Water door en is dat de reden dat er geen vis meer in het Markeermeer-IJmeer zit en de vogelstand achteruit holt. Net zoals het nieuwe Markermeer-IJmeer is ook dit nummer van LANDSCHAP een coproductie, in dit geval van de redactie met de provincie Flevoland en Natuurmonumenten en met de steun van een groep sponsoren die u op pagina 51 aantreft. JOS DEKKER, HARM DUEL, DIEDERIK VAN DER MOLEN (ALLEN REDACTIE LANDSCHAP), INES VAN HEES (NATUURMONUMENTEN) EN IJSBRAND ZWART (PROVINCIE FLEVOLAND) 3

4

5 Naar een Blauw Hart voor de Randstad Achtergrond Het Markermeer wordt geen Markerwaard. Toen dat eenmaal vaststond en bleek dat de natuurwaarden van het gebied achteruit holden werd het tijd om een nieuw toekomstbeeld te ontwikkelen: het Toekomstbestendig Ecologisch Systeem. Met een beperkt aantal maatregelen kan een veerkrachtige natuur ontstaan die ruimte biedt voor economische ontwikkeling. In dit artikel behandelen we het kader ecologisch, maatschappelijk en beleidsmatig voor de aanpak van het Markermeer-IJmeer. In de jaren 90 van de vorige eeuw traden grote veranderingen op in het Markermeer-IJmeer. Recreatievaart en verstedelijking namen toe, het klimaat veranderde, het water werd troebeler en er werden minder nutriënten aangevoerd. Dit had een negatief effect op het voedselweb onder water en de beschikbaarheid van voedsel voor een aantal watervogels (Van Eerden et al., 2005). Grofweg lagen er in 2006 drie opgaven: Kaderrichtlijn Water (KRW): de opgave voor het Markermeer-IJmeer was vergroting van de helderheid van het water om waterplanten een kans te geven en zo de biologische kwaliteit te verbeteren. Hiervoor moest het fosfaatgehalte van het water omlaag van 0,8 mg/l naar 0,07 mg/l. Om in de ondiepe zones van het meer een doorzicht van minimaal 90 centimeter te krijgen werd ook gedacht aan de realisatie van golfluwe gebieden, maar daarvoor zijn aanvankelijk geen maatregelen vastgesteld. Wel zijn maatregelen benoemd om de vistrek te bevorderen. Natura 2000: het gebied is van internationale betekenis voor watervogels, die zich voeden met vis, waterplanten of mosselen. De meeste soorten vis- en mosseletende watervogels gingen in aantal achteruit, waardoor zij, in Natura 2000-termen, in een ongunstige staat van instandhouding kwamen. Omdat er twijfels waren of de opgaven tot herstel van de vogelstand gehaald zouden worden, kwamen de betrokken overheden overeen dat de hersteldoelen zouden worden omgezet in behoudsdoelen. In 2009 zijn de doelen voor het gebied vastgelegd. De opgave is de aantallen vogels uit de periode te behouden (LNV, 2006). de ruimtelijke ontwikkeling: in 2006 viel het besluit om het Markermeer niet in te polderen. Er lagen op dat moment veel plannen voor infrastructuur, (woning) bouw en recreatie, maar ook opgaven voor waterveiligheid, zoetwatervoorziening en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Dat zijn veel ruimtelijke opgaven voor een Natura 2000-gebied, waar, volgens het nee, tenzijregime van de Natuurbeschermingswet, geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, zolang het gebied in een ongunstige staat van instandhouding verkeert (Zwart, 2008). De oplossing wordt gezocht in het investeren in een veerkrachtig Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES). Zodra er meer vogels zijn dan de doelstellingen vereisen, ontstaat er (juridische) ruimte voor gebiedsontwikkeling (Stuurgroep Toekomstagenda Markermeer-IJmeer, 2008) Het nooit bedoelde meer Het Plan Lely van 1891 voorzag in de afsluiting van de Zuiderzee door middel van een dijk tussen Noord- Holland en Friesland en de aanleg van vier polders (figuur 1). Drie polders zijn gerealiseerd en het was nog maar een kwestie van tijd of een groot deel van het Markermeer zou worden ingepolderd: de kroon op de Zuiderzeewerken (Brinke, 2007). Maar het is anders gelopen. Met de vaststelling van de Nota Ruimte (VROM, 2006) werd de reservering voor inpoldering definitief ingetrokken. Het was dus nooit de bedoeling, dat het Markermeer-IJmeer in zijn huidige vorm zou bestaan. IJSBRAND ZWART & WOUTER IEDEMA Drs. IJ. Zwart Provincie Flevoland, Postbus 55, 8200 AB Lelystad Drs. W. Iedema Ministerie van Infrastructuur en Milieu rws.nl Foto Tjitte Jan Hogeterp doorhetoogvandelens.nl Landschap 2014/1 5

6 Figuur 1 Plan Lely 1891 (MWH, 2010) Met name de condities voor de natuur zijn niet optimaal door de structuur van het Markermeer-IJmeer. Het meer heeft veel weg van een fors uitgevallen badkuip, ruim 700 vierkante kilometer groot en drie tot vier meter diep. Ondiepe oeverzones ontbreken en zo ook de daarbij horende habitats. De oorspronkelijke getijdendynamiek is sinds de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 vervangen door een waterpeilbeheer met een laag streefpeil in de winter en een hoger peil in de zomer. Dat is tegengesteld aan de natuurlijke situatie van voor de afsluiting. Door het ontbreken van oeverzones heeft dat niet direct gevolgen voor de natuur, maar het heeft wel invloed op de ecologische potenties van nieuw aan te leggen oevergebieden, zoals de Marker Wadden. De meeste vissen en vogels van het Markermeer-IJmeer zijn gebonden aan het open, diepe water van de badkuip. Door de aanleg in 1975 van de Houtribdijk, de noordelijke begrenzing van het Markermeer-IJmeer, bereikt het relatief voedselrijke water van de IJssel nog maar heel beperkt het Markermeer, dat daardoor voedselarmer is dan het IJsselmeer. De bodem bestaat uit dikke klei- en veenafzettingen van onder meer de vroegere Zuiderzee. Deze sliblaag maakt het water bij wind troebel. Afvoer van dit slib naar de diepe geulen in het IJsselmeer en naar de Waddenzee is door de Houtribdijk niet langer mogelijk. Het troebele water is een probleem voor het onderwaterleven en daardoor ook voor een aantal soorten vogels. Ecologisch kader Het Markermeer-IJmeer heeft de status van Natura en Wetlandgebied, waarmee het internationale belang voor trekvogels en overwinteraars wordt erkend. Duizenden vogels doen het gebied ieder jaar aan. Benthosetende vogels zoals tafeleend (Aythya ferina), topper (Aythya marila) en kuifeend (Aythya fuligula) zijn het talrijkst. De driehoeksmossel (Dreissena polymorpha) was tot voor kort hun belangrijkste voedsel. Ook viseters als visdief (Sterna hirundo), nonnetje (Mergellus albellus) en dwergstern (Sternula albifrons) komen in grote aantallen voor. Ze eten vooral spiering (Osmerus eperlanus). In de Gouwzee bevindt zich het grootste sterkranswierveld (Nitellopsis obtusa) van Europa van meer dan 250 hectare, een beschermd habitat en paradijs voor de krooneend (Netta rufina). Tot begin jaren 90 van de vorige eeuw waren de aantallen van deze soorten watervogels vele malen hoger dan tegenwoordig. Voor de kuifeend zijn de aantallen bijvoorbeeld gedaald van een kleine vóór 1990 naar circa thans (Noordhuis, dit nummer). In opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) is onderzocht waardoor de aantallen van sommige instandhoudingsoorten zo sterk zijn teruggelopen en hoe en tegen welke kosten herstel mogelijk is (LNV, 2006). Dit heeft geleid tot de studie Autonome Neerwaartse Trends (zie Noordhuis, dit nummer). Van de meeste Natura 2000-instandhoudingsoorten (benthos- en waterplanteters) worden de doelen al gehaald. Sommige benthoseters hebben het echter moeilijk en met de spieringetende soorten gaat het ronduit slecht. In het ontwerp-natura 2000-beheerplan, opgesteld door RWS in samenwerking met EZ en de regio (IenM, in voorbereiding), wordt het gebruik van het gebied tegen het licht gehouden. Rustgebieden van vogels zijn kwetsbaar. Verstoring door watersport (kitesurfen) blijkt lokaal een probleem te zijn. De natuur- en watersportorganisaties hebben daarom samen een gedragscode opgesteld om rustgebieden te ontzien. Daarnaast heeft de visserij negatieve gevolgen voor sommige vogelsoorten. Het ontwerp-natura 2000-beheerplan geeft aan, dat bij de staandwantvisserij een grote kans bestaat op bijvangst van vogels. En ook bij de huidige vorm van spieringvisserij zijn gevolgen voor visetende vogels niet 6 Landschap 31(1)

7 uit te sluiten. Bij de vergunningverlening wordt jaarlijks bekeken welke voorwaarden aan de staandwantvisserij moeten worden gesteld. Voor de spieringvisserij wordt op dit moment al geen vergunning meer gegeven, omdat er geen limiet is aan te geven die negatieve effecten uitsluit. Alle partijen zijn het eens over de noodzaak van een meer duurzame visserij, waarmee ook wordt voldaan aan Natura In het Masterplan Toekomst IJsselmeer zijn daartoe adviezen opgenomen (Talma, 2014). Figuur 2 verstedelijkingsopgave Noordwest-Nederland (IenM, 2013) Maatschappelijk kader Naast natuurbehoud en zorg voor de veiligheid van het achterland zijn de hoofdfuncties van het gebied: zoetwaterreservoir, transport, recreatie en visserij. Vóór de afsluiting van de Zuiderzee was de visserij een bloeiende bedrijfstak. Nadien heeft de sector zich nog lang staande weten te houden maar de laatste twee decennia wordt het voor de overgebleven IJsselmeervissers steeds moeilijker om een boterham te verdienen. De watersport is zoals ook elders in Nederland flink gegroeid. En inmiddels is tweederde van Nederland afhankelijk van het IJsselmeer voor de aan- en afvoer van zoet water. Maar de belangrijkste veranderingen rond het Markermeer-IJmeer hebben te maken met wonen en werk. De Zuiderzeewerken hebben een impuls gegeven aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het zuidelijk deel van de voormalige Zuiderzee. Er kwam dan wel geen Markerwaard, maar er kwamen wel grote nieuwe woonlocaties. Almere telt inmiddels bijna inwoners en rond het Markermeer-IJmeer wonen een half miljoen mensen. Dat is dan exclusief de Metropoolregio Amsterdam, waarvan de woningbehoefte naar verwachting sterk zal groeien (figuur 2). Het noordelijk deel van de Randstad ontwikkelt zich in hoog tempo en daar midden in ligt het Markermeer-IJmeer als het Blauwe Hart (IenM, 2013). Bij de vaststelling van de Nota Ruimte (VROM, 2006) lag er een grote ambitie in de regio voor stedelijke en recreatieve ontwikkeling. Niet alleen Amsterdam en Almere, maar ook Lelystad en Hoorn wilden bouwen aan en in het water. Er was onder andere behoefte aan meer dan nieuwe ligplaatsen voor zeilboten. Door de teruglopende natuurwaarden van het gebied zou de natuurwetgeving echter roet in het eten kunnen gooien en de ruimtelijke ontwikkeling gaan belemmeren. Met de Noordvleugelbrief uit augustus 2006 verzocht het kabinet daarom de provincies Noord-Holland en Flevoland om een Toekomstbeeld Markermeer-IJmeer (TMIJ) op te stellen, samen met het rijk en maatschappelijke partijen. Naar een Blauw Hart voor de Randstad 7

8 Figuur 3 geoptimaliseerde TBES (Bron: Bureau Nieuwe Gracht). De regio is daarbij nadrukkelijk betrokken en ingeschakeld onder meer door de uitvoering van een uitgebreid informatieoverdracht- en communicatieproject. Beleidsmatig kader Het TMIJ beschrijft hoe het Markermeer-IJmeer kan uitgroeien tot een vitaal en gevarieerd natuurgebied, krachtig genoeg om ook andere ontwikkelingen zoals klimaatverandering, verstedelijking, infrastructurele investeringen, economische groei en toenemende recreatie te kunnen accommoderen (Samenwerkingsverband Toekomstagenda Markermeer-IJmeer, 2009). Verbreding van de ecologische basis van het Markermeer-IJmeer is de kern van het toekomstbeeld, zodat er een toekomstbestendig ecologisch systeem ontstaat. Hiervoor moeten vier ecologische vereisten worden gerealiseerd: heldere, waterplantrijke randen langs de kust; een gradiënt in slib van helder naar troebel water; land-waterzones van formaat; versterkte ecologische verbindingen. Er zijn verschillende maatregelen geformuleerd om aan deze vereisten te voldoen (figuur 3). Dit zijn maatregelen die nodig zijn om de draagkracht van het systeem te vergroten. Het effect zal meetbaar moeten zijn in een toename van bodemleven, waterplanten, vissen en vogels. Het kabinet heeft in 2008 financiële middelen ter beschikking gesteld aan RWS om een onderzoeksprogramma op te zetten naar de haalbaarheid en effectiviteit van de voorgestelde maatregelen. Onderdeel daarvan is de Waterproeftuin waarin een aantal veldexperimenten gedaan wordt (zie Knoben, dit nummer). Dit programma loopt van Tegelijk lag er de politieke ambitie om niet alleen papier te produceren maar ook concreet zaken uit te voeren. Daarom is in 2009 het besluit genomen aan de slag te gaan met luwtemaatregelen in het Hoornse Hop als eerste fase van het TBES (Knoben, dit nummer; advertentie p. 10). De uitvoering begint naar verwachting in Het TBES is als stip aan de horizon opgenomen in de RRAAM: Rijksstructuurvisie Amsterdam Almere Markermeer (IenM, 2013). Deze keuze is gemaakt omdat in de huidig economische situatie de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied naar de verre toekomst (na 2030) zijn verschoven. De financiering van de ecologische maatregelen zal voor een belangrijk deel uit de ruimtelijke ontwikkelingen gedekt moeten worden. Omdat de natuurkwaliteit vooraf aan de ruimtelijke investeringen op orde moet zijn en omdat natuurontwikkeling tijd vraagt, hebben het rijk en de provincie Flevoland financieel bijgedragen aan de eerste fase van de Marker Wadden (zie Posthoorn, dit nummer). De Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten dat een invulling geeft aan 8 Landschap 31(1)

9 het grootschalig moeras dat in het TBES is opgenomen. De Marker Wadden en de luwtemaatregel Hoornse Hop zijn de eerste stappen die leiden tot het ontstaan van het TBES dat voldoende robuust en veerkrachtig is om de negatieve effecten van autonome trends en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen opvangen. Om dit mogelijk te maken binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet, en met het oog op de gewenste ruimtelijke en economische ontwikkelingen, is een programmatische aanpak ontwikkeld (Balk, 2012). De kern hiervan is, dat zowel de ruimtelijke initiatieven als de TBES-maatregelen in een samenhangend programma worden ontwikkeld. Het juridisch concept gaat uit van de saldobenadering. Dit betekent dat concrete natuurmaatregelen met positieve effecten worden afgezet tegen concrete ontwikkelingen met negatieve effecten. De inzet is een gefaseerde aanpak, die het mogelijk maakt om maximaal in te spelen op de wijze waarop de natuur daadwerkelijk op de maatregelen reageert. Een dergelijke fasering werkt alleen als permanent wordt aangetoond dat het ecosysteem van het Markermeer- IJmeer zich in positieve richting ontwikkelt. En daarvoor is een natuurboekhouding noodzakelijk. De provincie Flevoland zal deze in 2014 ontwikkelen, samen met de provincie Noord-Holland en met het rijk. Literatuur Balk, R Een Toekomstbestendig Markermeer-IJmeer, Eindrapport Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer. Lelystad. Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer. Brinke, W., Land in Zee, de watergeschiedenis van Nederland. Diemen. Veen Magazines. Eerden, M.R. van, S.H.M. van Rijn & M. Roos, Ecologie en Ruimtegebruik door vogels en mensen in de SBZ s IJmeer, Markermeer en IJsselmeer. Lelystad. RIZA. IenM, Rijksstructuurvisie Amsterdam Almere Markermeer. Den Haag. IenM, in voorbereiding. Ontwerp Natura 2000-beheerplan IJsselmeergebied. Lelystad. Knoben, R.A.E., dit nummer. Experimenteren in een waterproeftuin. Praktijkonderzoek naar natuurmaatregelen voor het Markermeer- IJmeer. Landschap 2014/1: LNV, Natura 2000 doelendocument; duidelijkheid bieden, richting geven en ruimte laten. Den Haag. MWH B.V., Atlas van het IJsselmeergebied. Deltaprogramma IJsselmeergebied. Lelystad. Noordhuis, R., dit nummer. Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer. Landschap 2014/1: Posthoorn, R., dit nummer. Marker Wadden. Herstel van een onherstelbaar veranderd ecosysteem. Landschap 2014/1: Samenwerkingsverband Toekomstagenda Markermeer-IJmeer, Toekomstbeeld Markermeer-IJmeer, natuurlijk Ontwikkelen. Lelystad. Provincie Flevoland. Stuurgroep Toekomstagenda Markermeer-IJmeer, Investeren in Markermeer en IJmeer, ontwikkelingsperspectief en actieplan. Lelystad. Provincie Flevoland. Talma, K.G., Masterplan Toekomst IJsselmeervisserij. VROM, Nota Ruimte. Den Haag. Zwart, IJ., Achtergronddocument Ecologie en Waterkwaliteit, Bouwsteen voor Toekomstagenda Markermeer en IJmeer. Naar een Blauw Hart voor de Randstad 9

10 Advertentie Verkenning luwtemaatregelen Hoornse Hop Twee weten meer dan één Luwtemaatregelen in het Hoornse Hop moeten ervoor zorgen dat ook bij harde wind en toenemende stroming meer zones met helder water en overgangen naar troebel water ontstaan. In 2013 voerde een consortium bestaande uit Antea Group (per 1 januari 2014 de nieuwe naam van Oranjewoud), Stroming, Deltares en HKV-lijn in water een verkenning uit naar de kansen van luwtemaatregelen voor natuur, recreatie en visserij. In het Hoornse Hop werken het ministerie van IenM, provincies, gemeenten en het consortium samen om te zorgen voor een slim ontwerp dat tegengestelde belangen zo veel mogelijk combineert. Daarvoor werd een participatietraject opgezet. Vaak veronderstelt men dat wanneer belanghebbenden meepraten, ze automatisch positiever zullen staan tegenover plannen. Ons consortium vindt dat niet vanzelfsprekend. Wij beseffen dat het vrijwel onmogelijk is om alle belangen mee te koppelen en dat er dus altijd weerstand zal blijven. We leveren inzichten die nodig zijn om gevoelige besluiten met steekhoudende argumenten te onderbouwen. Lukt dat niet, dan zoeken we verder naar planoptimalisaties. Drie voorbeelden illustreren dit. 1) Ons consortium organiseerde met het ministerie van IenM vier werksessies die druk bezocht werden. We discussieerden over nut en noodzaak van maatregelen en bevroegen stakeholders over hun zorgen, belangen, wensen en suggesties. Na twee werksessies lagen er drie alternatieven op tafel. Na vier werksessies was er voldoende informatie om deze te beoordelen. Zo ontstond een scherp beeld van de belangen van stakeholders in het Hoornse Hop en lag er een uitstekende basis voor Strategisch Omgevingsmanagement (SOM). 2) De deelnemers waren kritisch over het aanleggen van dammen en eilanden. Deze luwtemaatregelen zouden ten koste gaan van weidsheid en de watersport. Daarom onderzochten we als alternatief een archipel van eilanden buiten de vaarroutes, verder uit de kust. Dit alternatief bleek interessant voor natuur, vaarrecreatie en sportvisserij. In het ontwerp creëerden we mogelijkheden om er te kunnen wandelen, zwemmen of picknicken en voor een strandtent of scoutingfaciliteiten. Met eenvoudige voorzieningen zou een mooi vaardoel ontstaan voor grotere motorboten. Zo lukte het om een bedreiging om te vormen tot een kans. 3) Watersporters ondervinden veel hinder van doorgroeid fonteinkruid. Meer natuur wordt door hen als hinderlijk ervaren. Met luwtemaatregelen wordt echter niet gestreefd naar meer doorgroeid fonteinkruid, maar naar een dichtere en gevarieerdere plantengroei in ondiepe delen van het Markermeer. De diepere zones waar nu in lage dichtheden doorgroeid fonteinkruid aanwezig is, zijn minder interessant voor natuur. Toen dat eenmaal duidelijk was, werd een bredere maatschappelijke discussie over het beheer van waterplanten in deze zones mogelijk. Deze en andere ideeën zijn ontstaan tijdens onze gesprekken met belanghebbenden. Hun inbreng hebben we gebruikt om betere plannen te maken. Er was veel gelegenheid voor belanghebbenden om zich te laten horen. Of daarmee ook breed draagvlak ontstaat voor luwtemaatregelen is nog niet zeker. Voor nu vinden we het belangrijker dat onze verkenning leidt tot acceptatie. Dat wij betrokkenen voldoende inzicht hebben gegeven om vast te stellen dat gevoelige keuzes logisch en onderbouwd zijn, ook al strookt dat niet altijd met hun belang. Over Antea Group Stedelijke herstructurering, infrastructurele inpassingen, hoogwaterveiligheid, energietransitie, de inrichting van ons landelijk gebied: ruimtelijke en economische gebiedsontwikkelingen staan nooit op zichzelf. Helemaal niet in een druk bevolkt land als het onze. Antea Group begeleidt overheden en private partijen bij het haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar maken van duurzame oplossingen voor ruimtelijke opgaven. Meer informatie Renier Koenraadt, procesadviseur Ontwikkeling & Organisatie tel: (06) , reinier.koenraadt@anteagroup.com, 10 Landschap

11 Vereniging Lidmaatschap WLO vijf euro duurder Zoals u gemerkt hebt aan de rekening van de WLO is het lidmaatschap duurder geworden. De Algemene Ledenvergadering (ALV) van de WLO heeft daartoe besloten op 16 december Het bestuur van de WLO heeft dit voorgesteld op verzoek van de redactie van LANDSCHAP. Het ledental van de WLO neemt al jaren per saldo af, als gevolg van vergrijzing en een geringe aanwas van nieuwe leden. Minder leden betekent minder inkomsten en we hebben nu het punt bereikt waarop de uitgaven de inkomsten structureel dreigen te overstijgen. Een grote post op de begroting is LAND- SCHAP met kosten voor eindredactie, vormgeving, druk en verzending. De redactie zelf werkt zonder vergoeding. Een andere grote kostenpost is ondersteuning door de KNAG die ledenadministratie en financiën verzorgt en de redactie van LANDSCHAP ondersteunt. De afgelopen jaren is er al fors bezuinigd op de uitgaven. De redactie heeft de drukkosten van LANDSCHAP omlaag weten te brengen, maar meer bezuinigen zonder de kwaliteit van het tijdschrift aan te tasten, is op dit moment niet mogelijk. En het WLO-bestuur is met de KNAG overeen gekomen dat de kosten van haar ondersteuning fors gereduceerd worden. Verhoging van de prijs van het abonnement, onderdeel van het lidmaatschap, is een andere optie om de begroting sluitend te krijgen. Het lidmaatschap is al jaren niet verhoogd. Bestuur van de WLO en ledenvergadering hebben besloten dit nu wel te doen. Voor de nieuwe prijzen zie het kader. Nog een optie om de uitgaven te beperken is het uitgeven van gesponsorde themanummers van LANDSCHAP. Dat doen we al een aantal jaren met toenemend succes. Voorbeelden zijn het themanummer Klimaatbuffers van afgelopen jaargang en dit nummer over Markermeer-IJmeer. Gesponsorde themanummers hebben niet alleen het voordeel van extra inkomsten, ze versterken de relatie van WLO en LANDSCHAP met het veld van landschapsonderzoekers, beleidsmakers en beheerders en ze bundelen de expertise over een thema in één Abonnement 2014 lidmaatschap WLO, inclusief abonnement: 60,- idem voor studenten en uitkeringsgerechtigden: 40,- individueel abonnement LANDSCHAP: 50,- instituutsabonnement LANDSCHAP: 115,- lidmaatschap zonder abonnement: 15,- proefabonnement: 30,- nummer. Risico s zijn er ook. Themanummer zijn coproducties met sponsoren waardoor de redactionele onafhankelijkheid gevaar kan lopen. Bovendien beperken themanummers de ruimte voor reguliere nummers met bijdragen van auteurs los van een thema. Het kan langer duren voor een artikel geplaatst wordt. Om die laatste reden hecht de redactie eraan ten minste twee reguliere nummers per jaar uit te brengen. En om dat mogelijk te maken heeft zij voorgesteld de abonnementsprijs te verhogen. In crisistijd is elke prijsverhoging vervelend. Wij willen dit mooie tijdschrift echter graag blijven uitgeven en vragen begrip voor deze stap. Een verslag van de ALV is te vinden op: landschap.nl/content/view/172/24/ JOS DEKKER HOOFDREDACTEUR (namens redactie LANDSCHAP en bestuur van de WLO) 11

12

13 Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer watervogels voedselrijkdom slib mosselen spiering Bij het formuleren van instandhoudingdoelen voor het Natura 2000-gebied Markermeer-IJmeer bleek dat enkele vis- en mosseletende soorten watervogels sterk in aantal waren afgenomen. Het vermoeden bestond dat dit het gevolg was van afnemende voedselrijkdom en klimaatverandering. Twijfels over de haalbaarheid van herstel leidde tot een programma van onderzoek om de oorzaken van de afnames te achterhalen. In dit artikel wordt verslag gedaan van deze Autonome Neergaande Trends (ANT)-studie en enkele belangrijke resultaten. RUURD NOORDHUIS Drs. R. Noordhuis Deltares, Afdeling Waterkwaliteit & Ecosystemen, Postbus 177, 2600 MH Delft Afname van aantallen was vooral zichtbaar bij twee groepen vogelsoorten die in open water foerageren (figuur 1). Enerzijds betrof het viseters die vanouds grotendeels waren aangewezen op spiering: fuut (Podiceps cristatus), nonnetje (Mergellus albellus), grote zaagbek (Mergus merganser), dwergmeeuw (Hydrocoloeus minutus), visdief (Sterna hirundo) en zwarte stern (Chlidonias niger), onder meer Piersma et al. (1997), Platteeuw (1985), Voslamber (1991). Anderzijds namen benthivore eenden af die vanouds in de wintermaanden afhankelijk waren van driehoeksmosselen: tafeleend (Aythya ferina), kuifeend (Aythya fuligula), topper (Aythya marila) en brilduiker (Bucephala clangula), onder meer De Leeuw & van Eerden (1995). De afnames van deze soorten hebben zich met name in de jaren 90 van de vorige eeuw voltrokken; van enkele soorten ook nog beperkt daarna. In de meer beschut gelegen delen van het gebied, met name het Hoornse Hop, de Gouwzee en het zuidelijke IJmeer, zijn waterplanten toegenomen. De tafeleend weet daarvan te profiteren, en neemt weer toe, vooral in de Gouwzee. Ook de meerkoet (Fulica atra) en de in Nederland voorheen zeldzame krooneend (Netta rufina) zijn er sterk toegenomen. Sterkte en detailverloop van deze trends zijn gebiedsspecifiek en de oorzaken moeten in de eerste plaats in de regio zelf gezocht worden. Omdat de twee sleutelsoorten in het voedselaanbod voor vogels in de jaren 80, de spiering (Osmerus eperlanus) en de driehoeksmossel (Dreissena polymorpha), fors afnamen in een periode met dalende nutriëntenconcentraties, was voedselrijkdom als eerste in beeld als oorzaak. Draagkrachtschattingen gaven aan dat deze voedselbronnen de aantallen vogels uit de jaren 80 niet meer konden voeden (Platteeuw, 2011). Daaruit kon worden afgeleid dat de afnames primair voedselgestuurd waren. In het onderzoek heeft de afnemende aanvoer van voedingsstoffen daarom veel aandacht gekregen. Aspecten van klimaatverandering die een rol kunnen hebben gespeeld zijn wijzigingen in windkracht en -richting en opwarming, via vervroeging van het voorjaar en eventuele mismatch van predator en prooi, bijvoorbeeld spiering en zoöplankton, of via zuurstoftekorten en andersoortige temperatuurstress in de zomer. Daarnaast kan sprake zijn geweest van effecten van veranderingen in spui en rivierafvoer, bijvoorbeeld door langjarige fluctuaties in neerslag. Vanaf 1988 is in het vroege voorjaar sprake van commerciële spieringvisserij (figuur 2), waarbij een groot deel van het paaibestand wordt weggevist (Mous, 2000). De laatste jaren blijft de spieringvisserij vaak gesloten. In het Markermeer-IJmeer werd slib beschouwd als een extra oorzaak van veranderingen. In de jaren 80 beperkte opgewerveld slib via gebrek aan licht de hoeveelheid fytoplankton. Begin jaren 90 is het doorzicht in het Markermeer-IJmeer afgenomen. Er was echter geen sprake van toename van slib (zwevend stof) op dat moment (Noordhuis, 2010). Onderzoek bleek nodig om de oorzaken te achterhalen en zo oplossingen in beeld te brengen. Foto Natuurmonumenten- Ruud Poelstra visdief (Sterna hirundo) Landschap 2014/1 13

14 Figuur 1 geïndexeerde vijfjarige gemiddelden in het gehele Markermeer- IJmeer van de aantallen van de geselecteerde ANT-soorten op basis van maandelijkse vliegtuigtellingen van RWS. Eenheid: 1 = 100% van het gemiddelde aantal in de periode 1980/ /13. Het aangegeven jaar is de eerste helft van het laatste seizoen waarvoor het vijfjarige gemiddelde is berekend (2012 = geïndexeerd gemiddelde van seizoenen 2008/09 t/m 2012/13). Figure 1 indexed fiveyear averages of numbers of waterbirds in Lake Markermeer. Brilduiker = Goldeneye, kuifeend = Tufted Duck, tafeleend = Pochard, topper = Scaup, dwergmeeuw = Little Gull, fuut = Great Crested Grebe, grote zaagbek = Merganser, nonnetje = Smew, zwarte stern = Black Tern, visdief = Common Tern. index seizoensgemiddeld aantal index seizoensgemiddeld aantal Benthoseters Markermeer 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0, Brilduiker Kuifeend Tafeleend Topper Benthoseters IJmeer 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0, Brilduiker Kuifeend Tafeleend Topper index seizoensgemiddeld aantal index seizoensgemiddeld aantal 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 Dwergmeeuw Nonnetje Dwergmeeuw Nonnetje Viseters Markermeer Fuut Zwarte stern Viseters IJmeer Fuut Zwarte stern Grote zaagbek Visdief Grote zaagbek Visdief Figuur 2 dichtheid van grote (oudere) en kleine spiering in het najaar en het verloop van de aanlanding van spiering vanuit het IJsselmeergebied. Gegevens Imares, IJmuiden, gestandaardiseerd vanaf Figure 2 density of larger (older; red bars) and smaller(green bars) Smelt in autumn and yearly amount of Smelt landed by commercial fishermen (blue line, right axis). biomassa (kg/ha) Kleine spiering Grote spiering aanlanding 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 aanlanding (miljoen kg) Voedselrijkdom Na de sluiting van de Houtribdijk in 1975 nam de aanvoer van water, en daarmee fosfaat en stikstof naar het Markermeer-IJmeer sterk af en daalden de concentraties. Vanaf 1977 waren ze lager dan in het IJsselmeer. Tien jaar later begonnen de concentraties fosfaat in de Rijn en IJssel te dalen als gevolg van inspanningen ter bestrijding van de eutrofiëring. De concentraties in het Markermeer-IJmeer reageerden niet zo sterk als in het IJsselmeer, maar de belasting nam wel verder af. Vanaf 1992, in een periode waarin meer water via de Houtribdijk op het Markermeer-IJmeer werd gespuid, 14 Landschap 31(1)

15 mediaan zomergemiddelde fosfaatgehalte (mg/l) 1 0,1 0,01 0, TP Markermeer PO4 IJsselmeer TP IJsselmeer TP Rijn Lobith PO4 Markermeer TP mediaan Markermeer waren de concentraties van totaal fosfaat in de twee meren ongeveer gelijk (figuur 3). Rond 2004 was de afname, net als in het IJsselmeer en de Veluwerandmeren zodanig gevorderd dat de opgeloste fracties van fosfaat en stikstof sindsdien bijna zijn uitgeput. Niet licht, maar fosfaat is nu beperkend voor de hoeveelheid fytoplankton (Harezlak, in voorbereiding). Dat fytoplankton had echter al in het begin van de jaren negentig op de veranderingen gereageerd met een wijziging van de soortsamenstelling (Noordhuis, 2010), waarschijnlijk als gevolg van de fosfaatlimitatie. Terwijl daarvoor, net als in het IJsselmeer, het fytoplank- ton werd gedomineerd door de blauwalgen Microcystis en draadvormige blauwalgen zoals Aphanizomenon, Anabaena en Planktothrix (Ibelings, 1990) kwamen nu kolonievormende soorten op met losse cellen in een matrix van polysachariden, zoals Aphanocapsa, Aphanothece en Cyanodyction (Noordhuis, 2010). In 1991 nam overal in het Markermeer-IJmeer het gemiddelde doorzicht in het zomerhalfjaar af, zonder dat sprake was van toename van zwevend stof of chlorofyl (RWS monitoringsdata). De relatie tussen chlorofyl (of zwevend stof) en doorzicht versprong definitief naar een ander regime (figuur 4). Ongeveer op het zelfde moment gebeurde dit ook in het IJsselmeer; op de locatie Vrouwezand halveerde de hoeveelheid chlorofyl, maar bleef het doorzicht gelijk. Dit meer heeft een overwegend zandige bodem en zwevend slib is hier veel minder bepalend voor de waterkwaliteit. De afname van het doorzicht, die in het Markermeer- IJmeer in het begin van de jaren negentig gepaard ging met de verandering in de relatie chlorofyl-doorzicht, is dus waarschijnlijk ook hier niet door toename van zwevend slib veroorzaakt. Verandering in de eigenschappen van het fytoplankton zou een oorzaak kunnen zijn (zie verder). Figuur 3 zomergemiddelden van totaal (TP) en opgelost fosfaat (PO4) gehalten in het IJsselmeer (Vrouwezand, Kornwerd en Steile Bank), het Markermeer (Uitdam/ Midden, Noordoost/Lelystad en Hoornse Hop) en in de Rijn bij Lobith. Voor totaal fosfaat in het Markermeer is vanaf 1995 de mediane waarde van alle maandelijkse metingen gegeven. Vanaf 2011 werd een andere analysemethode gebruikt. In de periode gold bovendien een hogere detectielimiet (0,05 mg/l; vanaf ,02 mg/l), waar de meeste waarden toen al onder lagen. Gegevens Rijkswaterstaat. Figure 3 summer averages (April - Sept) of total phosphorus (TP) in water of Lake IJsselmeer, Lake Markermeer and River Rhine at Lobith and of dissolved phosphorus in Lake IJsselmeer and Lake Markermeer. Markermeer Veluwemeer gem. doorzicht zomer (dm) gem. chlorofylconcentratie zomer (ug/l) gem. chlorofylconcentratie zomer (ug/l) gem. doorzicht zomer (dm) Figuur 4 relatie tussen de zomergemiddelden van chlorofylconcentraties en doorzicht voor en vanaf Links: locatie Markermeer Midden, rechts: Veluwemeer. Gegevens Rijkswaterstaat. Figure 4 relationship between summer averages of chlorophyll concentrations and transparency before and since Left: Lake Markermeer, right: Lake Veluwemeer (shallow macrophyte dominated). Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer 15

16 Figuur 5 veranderingen in de gemiddelde lengte van driehoeksmosselen in het IJsselmeer en Markermeer. Metingen uit het najaar, mosselen kleiner dan 6 mm zijn uitgesloten. Figure 5 changes in average shell length of Zebra Mussels in Lake IJsselmeer and Lake Markermeer. Mussels smaller than 6 mm excluded. gem. schelplengte (> 5 mm) Markermeer IJsselmeer Gem. Markermeer Gem. IJsselmeer In het IJsselmeer ging de afname van chlorofyl niet gepaard met afname van de primaire productie (Harezlak, in voorbereiding) doordat met de wijzigingen in de soortsamenstelling de turn-over van fosfaat sterk versnelde. De productie op basis van fosfor nam wel af, wat moet hebben geresulteerd in een slechte kwaliteit van fytoplankton als voedsel voor secundaire producenten als watervlooien en driehoeksmosselen. Experimenten binnen het project toonden aan dat watervlooien die werden gevoerd met algen met een lage fosfor/koolstof ratio een laag voortplantingssucces hebben (Sarpe et al., in voorbereiding). Experimenten met driehoeksen quaggamosselen (Dreissena rostriformis) lieten zien dat het drooggewicht lager wordt ten opzichte van het natgewicht (Mandemakers, 2013). De details van de afname van de driehoeksmosselen sluiten hierop aan. Vooral in het Markermeer-IJmeer nam de gemiddelde lengte van deze mosselen af (figuur 5) door vertraging van de groei (Bij de Vaate, 1991; 2012a). In de jaren tachtig was er weinig verschil in schelplengte tussen de meren, maar vanaf de jaren negentig waren deze mosselen in het Markermeer-IJmeer aanzienlijk kleiner dan in het IJsselmeer en was het vleesgewicht in relatie tot de schelplengte aanmerkelijk lager (De Leeuw, 1997; Noordhuis & van Schie, 2001; Noordhuis & Houwing, 2003; Bij de Vaate, 2012a), zie figuur 6. Later namen ook in het IJsselmeer de lengtes af, en dat was ook het geval met de vetgehaltes (Noordhuis, 2010). Op hun beurt waren de driehoeksmosselen dus minder 80 Driekhoeksmossel 80 Quaggamossel Figuur 6 seizoensverloop van asvrij droog vleesgewicht van driehoeks- en quaggamosselen met een schelplengte van 25 mm, in IJsselmeer en Markermeer, berekend op basis van regressieformules (Bij de Vaate, 1991; 2012a). Figure 6 seasonal development of ash free dry weight of Zebra Mussels and Quaggamussels with a shell length of 25 mm, calculated with regression formulas (Bij de Vaate, 1991; 2012a). asvrij droog vleesgewicht (mg) asvrij droog vleesgewicht (mg) 1 jan. 2 mrt. 1 mei 30 juni 29 aug. 28 okt. 27 dec. 1 jan. 2 mrt. 1 mei 30 juni 29 aug. 28 okt. 27 dec IJsselmeer 1984 IJsselmeer 2009 IJsselmeer 2010 IJsselmeer 2009 IJsselmeer 2010 IJsselmeer 2011 IJsselmeer 2012 IJsselmeer 2011 IJsselmeer Markermeer IJsselmeer Landschap 31(1)

17 aantrekkelijk geworden als voedsel voor vogels. Wat dat betreft leek de opkomst van een nieuwe exoot, de quaggamossel, aanvankelijk een uitkomst. Deze nauwe verwant van de driehoeksmossel is ondanks de afname van de condities voor driehoeksmosselen sinds 2007 sterk in opkomst. Hij groeit sneller en heeft inmiddels veel hogere dichtheden bereikt dan bij de driehoeksmossel ooit zijn vastgesteld (o.a. Bij de Vaate, 2012a; 2012b). Deze soort weet dus efficiënter om te gaan met het beschikbare voedsel. Het vleesgewicht ten opzichte van de schelplengte is vergelijkbaar met dat van de driehoeksmossel. Het vlees bevat echter naar verhouding minder fosfor en net als de driehoeksmossel reageert de quaggamossel op fosfaatarm voedsel met verlaging van de drooggewicht-natgewicht ratio. Het gebied met de hoogste dichtheden van quaggamosselen is het meest zuidelijke deel van het IJsselmeer, aansluitend op de uitgang van het Ketelmeer. In dit relatief voedselrijke deelgebied was het seizoensverloop van de vleesgewichten ten opzichte van de schelplengte in 2009 ongeveer gelijk aan het verloop in 1983 en 1984 (Bij de Vaate, 1991). Ondertussen namen de dichtheden van quaggamosselen sterk toe ten koste van de overgebleven driehoeksmosselen (Noordhuis,2009; Bij de Vaate, 2012b). De relatieve vleesinhoud ging daarbij echter sterk omlaag, zowel bij quaggamosselen als bij driehoeksmosselen (Bij de Vaate, 2012a), zie figuur 6. De spiering daarentegen is in recente jaren niet duidelijk magerder dan in de jaren 80 (Deerenberg et al., in voorbereiding). Wel is de gemiddelde lengte sinds de tweede helft van de jaren 80 lager. Dat kan te maken hebben met de spieringvisserij, waarbij de afname van grotere (oudere) spiering aanvankelijk werd gecompenseerd door verhoogde hoeveelheden kleine (jongere) spiering. Vanaf 1992 nam echter ook de kleine spiering af (figuur 2). Dat viel min of meer samen met de omslag in de soortsamenstelling (en voedselkwaliteit) van het fytoplankton. Slib Slib ontstaat door erosie van de kleibodem van het Markermeer-IJmeer, grotendeels onder invloed van bioturbatie: activiteit van bodemdieren zoals wormen en muggenlarven (onder meer Cadée, 2001; De Lucas Pardo et al., 2013). Dit materiaal verplaatst zich met waterbewegingen, sedimenteert weer en consolideert voor een deel. Er ontstaat een bodemopbouw bestaande uit de kleibodem met daarop een laag anaeroob materiaal dat alleen nog bij storm opwervelt en vervolgens een toplaag van aeroob materiaal dat al bij weinig wind in beweging komt. De concentraties van zwevend stof na correctie voor de windsnelheid zijn rond 1990 toegenomen, maar alleen in de wintermaanden en alleen in het midden en, nog wat sterker, in het oosten van het meer. Omdat in het zomerhalfjaar geen sprake was van een significante toename van zwevend stof, terwijl de relatie tussen chlorofyl en zwevend stof eveneens weinig veranderde, moet de afname van het doorzicht in het begin van de jaren negentig vooral zijn veroorzaakt door veranderingen bij het fytoplankton. Dat kan gebeurd zijn in de vorm van verandering van de mate van lichtabsorptie door de opgetreden wijziging in de soortsamenstelling. Daarnaast verandert met de soortsamenstelling ook de het gedrag van de algen in relatie tot slib. De draadvormige blauwalg Aphanizomenon (soort uit de jaren 80) gaat vlokvorming van algen en slibdeeltjes bij hogere concentraties tegen (De Lucas Pardo et al., in voorbereiding). De polysacharidekolonies van Aphanothece (jaren 90 soort) vormen bij lagere windsnelheden juist grote vlokken met slibdeeltjes. Bij rustig weer kan het water daardoor helderder worden. In meer turbulent water Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer 17

18 zou de concentratie van zwevend stof juist kunnen toenemen, zoals in de wintermaanden is gebeurd, door vertraagde bezinking. De verklaring van de afname van het doorzicht ligt waarschijnlijk in de details van dit soort processen, maar is nog niet volledig. Visserij Omdat viseters in het verleden in hoge mate afhankelijk waren van spiering, heeft de rol van visserij op deze soort veel aandacht gekregen. De visgemeenschap van het Markermeer-IJmeer wordt al sinds 1966 gemonitord, maar pas vanaf 1989 gebeurt dit betrouwbaar genoeg voor onderzoek naar de rol van de visserij. De uitkomsten moeten echter met enig voorbehoud gebracht worden: al voor die tijd was de visserijdruk op spiering hoog en met name in de periode lieten klimaatfactoren en nutriëntenbelasting grote veranderingen zien. Enerzijds is duidelijk dat sinds 1988 een zeer groot deel van het paaibestand van spiering omstreeks maart wordt weggevist (Mous,2000), zodat deze soort voor visetende vogels in de daaropvolgende maanden verminderd beschikbaar is. Met name de visdief, die als broedvogel in het gebied voorkomt, heeft in die periode behoefte aan prooien als spiering (Van der Winden et al., 2013). Anderzijds is er in recente jaren geen duidelijk verband tussen het aandeel van het paaibestand dat is weggevist en het aandeel van grotere spiering in het najaarsbestand; de relatie tussen stijgende zomertemperatuur en afnemende omvang van het najaarsbestand lijkt sterker. Dat suggereert dat andere sterftefactoren het effect van visserij in de loop van de zomer inhalen. Veranderend voedselgebruik vogels Hoewel de populatieomvang van een aantal soorten is afgenomen, is het niet zo dat deze vogelsoorten niet hebben ingespeeld op de veranderingen in het gebied. De prooikeuze van de betrokken vogelsoorten is in principe opportunistisch. Het hoge aandeel spiering en driehoeksmossel in het menu van de vogels in de jaren tachtig, ging samen met de dominantie van deze soorten in het ecosysteem. Voedselonderzoek wijst uit dat ook andere prooisoorten worden gegeten. Visdieven bijvoorbeeld, voeren ook relatief veel baars, pos en blankvoorn aan de jongen (Van de Ven, 2011). In magen van benthoseters werden niet alleen driehoeksmosselen aangetroffen, maar ook veel brakwaterhorentjes (Potamopyrgus antipodarum), erwtenmosseltjes (Pisididae) en vlokreeftjes (Gammaridae). Bij de kuifeend is het aandeel van deze prooien ten opzichte van mosselen veel hoger dan in de jaren tachtig (De Leeuw & Van Eerden, 1995; Van Rijn et al., 2012). De ruimtelijke verspreiding van benthivore watervogels heeft de laatste jaren verschuivingen vertoond in het voordeel van gebieden waar de waterplanten zijn toegenomen. Bij de tafeleend gaat dit samen met herstel van de gemiddelde aantallen. Mosselgebieden, waar vanaf 2007 de quaggamossel sterk is toegenomen, zijn ondanks die toename eerder minder populair geworden. Het aantal kuifeenden vertoont geen herstel in relatie tot de kolonisatie van deze nieuwe mossel en is zelfs iets verder afgenomen. Discussie en conclusies Het beeld dat uit het ANT-onderzoek naar voren komt is dat afname van de aanvoer van voedingsstoffen de basis is van de ecologische veranderingen en de neerwaartse trends van vogels. Deze afname heeft geleid tot een vermindering van de waarde van het fytoplankton als voedsel voor watervlooien en mosselen. Driehoeksmosselen werden magerder en minder geschikt als voedsel voor vogels. De beschikbaarheid van spiering voor visetende vogels is afgenomen door een combinatie van visserij, afgenomen voedselrijkdom en toegenomen watertempe- 18 Landschap 31(1)

19 Foto Aat Barendregt ratuur door klimaatverandering. Deze ontwikkelingen zijn in het Markermeer-IJmeer sterker geweest dan in het IJsselmeer doordat hier bovendien een deel van de productie van fytoplankton aan het voedselweb wordt onttrokken door vlokvorming met slibdeeltjes. Die vlokvorming verklaart mogelijk het feit dat de driehoeksmosselen in het Markermeer-IJmeer kleiner en magerder zijn dan in het IJsselmeer. Bij rustig weer wordt een aanzienlijk deel van de vlokken te groot voor filtratie door deze mosselen (De Lucas Pardo et al., in voorbereiding). Mosseletende eenden waren begin jaren negentig al slechter af in het Markermeer-IJmeer door een relatief ongunstige relatie tussen duikdiepte en ca- lorische waarde van de mosselen (De Leeuw, 1997). De eenden hebben weliswaar een voorkeur voor kleinere mosselen (de Leeuw, 1997), maar een voortdurende vermindering van de calorische waarde kan betekenen dat een groot deel van de mosselpopulatie niet meer rendabel kan worden benut. Kuif- en tafeleenden werden bovendien rond 1996 verleid om zich te verplaatsen naar de randmeren door toename van de driehoeksmosselen daar (Noordhuis, 2010; Noordhuis et al., 2002). Hier komen de mosselen op geringere diepte voor en hebben ze een hoger relatief vleesgewicht (Noordhuis & Van Schie, 2001; Noordhuis & Houwing, 2003). Bij spiering is het verhaal complexer. Tegenwoordig is er Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer 19

20 geen duidelijke relatie tussen de omvang van de visserij in het voorjaar en de samenstelling van het najaarsbestand. Dat suggereert dat andere sterftefactoren ook een rol spelen. Voedselgebrek lijkt niet de primaire factor, omdat de spiering niet magerder is geworden. Een negatieve relatie tussen de gemiddelde hogere zomertemperatuur en de kleinere omvang van het bestand aan grotere spiering in het IJsselmeergebied suggereert invloed van klimaatverandering (zie ook Kangur et al., 2013). Spiering is een noordelijke vis die in Nederland de zuidgrens van het verspreidingsareaal bereikt. Hij behoort tot een groep van soorten die negatief reageert op de huidige klimaatverandering, hoewel de relaties met watertemperatuur niet overal gelijk zijn (Jeppesen et al., 2012). De afname van de aanvoer van voedingsstoffen en klimaatverandering zijn de drijvende krachten van de neerwaartse trends. Daarmee is volledig herstel van de situatie in de jaren tachtig niet meer in beeld. Toch is er ruimte voor verbetering. Zowel in het Markermeer-IJmeer als in het IJsselmeer is de reactie van het ecosysteem relatief sterk geweest doordat het arm is aan diversiteit, als gevolg van de kunstmatige inrichting van het gebied. De vogelgemeenschap was sterk afhankelijk van slechts twee voedselsoorten. Toen deze soorten afnamen waren alternatieven nauwelijks voorhanden. Een grotere diversiteit aan soorten verkleint de betekenis van soortspecifieke reacties op factoren als afname van fosfaat en klimaatverandering en geeft een efficiënter gebruik van de resterende nutriënten. Naast specifieke maatregelen gericht op de driehoeksmossel of spiering (verbetering intrek, reguleren visserij) is dus vooral vergroting van de habitatdiversiteit zinvol. Mogelijke maatregelen betreffen dan het inrichten van ondervertegenwoordigde habitats als ondieptes, het aanleggen van luwe gebieden, het versterken van gradiënten in doorzicht en het verbete- ren van de kwaliteit van overgangen van land naar water, liefst in combinatie met meer natuurlijke waterpeilfluctuaties. Deze uitkomst ondersteunt dus de lijn van maatregelen die voor het Markermeer en IJmeer al was ingezet. Nieuw zijn onder meer de uitkomsten over de relatie tussen algen en slib (De Lucas Pardo et al.,, in voorbereiding), waardoor een deel van de primaire productie aan het voedselweb wordt onttrokken. Door middel van het voornoemde type maatregelen kan in het Markermeer- IJmeer plaatselijk de rol van opgewerveld sediment worden verkleind, zodat de primaire productie beter benut kan worden. Enkele vogelsoorten hebben al laten zien in te kunnen spelen op de toename van andere prooisoorten (Van Rijn et al., 2012), en met name de tafeleend laat daarbij duidelijk herstel van de aantallen zien. Toename van waterplanten en de daarmee geassocieerde ongewervelden en vissoorten spelen daarbij een cruciale rol. Enkele van de vogelsoorten in het gebied zijn op deze manier waarschijnlijk slecht te bedienen. Dat betreft soorten die het vooral moeten hebben van groot open water en die vaak uitsluitend in de wintermaanden aanwezig zijn (grote zaagbek, nonnetje, topper, brilduiker). Andere soorten reageren positief, zoals ook is gebleken tijdens het ecologisch herstel van de Veluwerandmeren (Noordhuis et al., 2002). Bedreigde soorten van oevervegetatie en moerassen, die nu in het gebied ontbreken, krijgen nieuwe kansen. Hoewel een volledige terugkeer naar de situatie van de jaren tachtig dus niet voor alle doelsoorten mogelijk is, bestaat er in meer algemene zin, juist in het Markermeer-IJmeer, ruimte voor vergroting van het ecologisch rendement. Een toename van de diversiteit maakt het systeem minder gevoelig voor toekomstige veranderingen, waarmee ook meer ruimte ontstaat voor andere dan ecologische ontwikkelingen in het gebied. 20 Landschap 31(1)

Markermeer-IJmeer. Redactioneel

Markermeer-IJmeer. Redactioneel Markermeer-IJmeer Redactioneel Land uit water winnen, daar heeft Nederland een naam in opgebouwd. Tegenwoordig geven we het water weer meer de ruimte. De harde abrupte overgangen tussen land en water worden

Nadere informatie

Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer

Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer Waterkwaliteit en ecologische veranderingen in het Markermeer-IJmeer watervogels voedselrijkdom slib mosselen spiering Bij het formuleren van instandhoudingdoelen voor het Natura -gebied Markermeer-IJmeer

Nadere informatie

Ecosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling

Ecosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling Ecosysteem IJsselmeergebied: nog altijd in ontwikkeling Trends en ontwikkelingen in water en natuur van het Natte Hart van Nederland Ruurd Noordhuis 23 juni 211 Voorgeschiedenis: zout-brakke binnenzee

Nadere informatie

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats Vissen in het IJsselmeer Romke Kats Functies IJsselmeer Water Transport Recreatie Visserij Natuur Vissen in het IJsselmeer Historie Ecologie Voedselketen IJsselmeer algen, vissen, mosselen, waterplanten,

Nadere informatie

Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren

Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren Trends en ontwikkelingen in ecologie en draagkracht voor Tafeleend en Brilduiker in de Veluwerandmeren

Nadere informatie

Kostendragers voor Markermeer- IJmeer. Roelof Balk, mei 2012

Kostendragers voor Markermeer- IJmeer. Roelof Balk, mei 2012 Kostendragers voor Markermeer- IJmeer Roelof Balk, mei 2012 Uniek gebied met grote kwaliteiten Internationaal vogelgebied, Natura 2000 Problemen door wervelend opgesloten slib Driehoeksmossel bijna verdwenen

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie

Werkblad - Les 2 - Waterbouw en ecologie BOUWEN MET DE NATUUR In Nederland proberen we de natuur te herstellen, maar de natuur kan zelf ook een handje helpen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de aanleg van de Marker Wadden, een eilandengroep in het

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

Wetenschappelijk eindadvies ANT-IJsselmeergebied

Wetenschappelijk eindadvies ANT-IJsselmeergebied Wetenschappelijk eindadvies ANT-IJsselmeergebied Vijf jaar studie naar kansen voor het ecosysteem van het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer met het oog op de Natura-2000 doelen Wetenschappelijk eindadvies

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802035/NL3009011/NL9902008 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

De natuur op orde voor ruimtelijke &

De natuur op orde voor ruimtelijke & De natuur op orde voor ruimtelijke & economische ontwikkelingen IJsbrand Zwart De scope Geen Markerwaard.. En toen? 1 De scope Internationaal vogelgebied De scope 2 Ecologische kwaliteit loopt achteruit

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april

Nadere informatie

Watervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005

Watervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005 M inisterie van V erkeer en W aterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA Watervogels in IJsselmeer en Markermeer: seizoensverslag 2004/2005 S. van Rijn RIZA Werkdocumentnr.:

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Verslag van de bijeenkomsten voor leden van Natuurmonumenten over het project Marker Wadden, in Hoorn op 17 januari en 21 februari 2013.

Verslag van de bijeenkomsten voor leden van Natuurmonumenten over het project Marker Wadden, in Hoorn op 17 januari en 21 februari 2013. Verslag van de bijeenkomsten voor leden van Natuurmonumenten over het project Marker Wadden, in Hoorn op 17 januari en 21 februari 2013. Voorlichting en discussie over Marker Wadden De districtscommissie

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

Eemmeer en Gooimeer (zuidoever)

Eemmeer en Gooimeer (zuidoever) Eemmeer en Gooimeer (zuidoever) Verruiging van kale open gebieden waardoor kale grondbroeders zoals de visdief zich niet kunnen voortplanten. Onderhoud van het broedgebied voor de visdief. Deze vogel heeft

Nadere informatie

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde wat komt aan de orde Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer Symposium Diepe plassen Amersfoort, 11 september 2008 Mike van der Linden enkele inleidende opmerkingen diepe

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

De Marker Wadden als proeftuin

De Marker Wadden als proeftuin De Marker Wadden als proeftuin Wat kunnen we leren van Marker Wadden? Ruurd Noordhuis Markermeer: problematiek, oorzaken en remedie Problematiek: Slecht imago Markermeer Staat van Instandhouding Natura

Nadere informatie

Natuurcompensatie Voordelta

Natuurcompensatie Voordelta Natuurcompensatie Voordelta Ervaringen met gebiedsbescherming in een ondiepe kustzone Mennobart van Eerden Job van den Berg Aanleiding De natuurcompensatie in de Voordelta als gevolg van de aanleg en aanwezigheid

Nadere informatie

Effecten pluimverspreiding Oeverdijk, Deltares 2016

Effecten pluimverspreiding Oeverdijk, Deltares 2016 Bijlagenboek 8.29 Effecten pluimverspreiding Oeverdijk, Deltares 2016 Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Documentnummer AMMD-002714 (17.11054) Verantwoordelijk cluster Planproces en Vergunningen

Nadere informatie

A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 1 2 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 3 4 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling Natuurboulevard 5 6 A&W-rapport 1504 Passende beoordeling

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Hoorn, stad aan het Blauwe Hart

Hoorn, stad aan het Blauwe Hart Hoorn, stad aan het Blauwe Hart 18 april 2012 hoorn.nl Rijksbeleid Markermeer en de positie van Hoorn Ton van der Lee, beleidsmedewerker RO Hoorn Uniek gebied met grote kwaliteiten Diverse projecten met

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Luwtemaatregel en verondieping Hoornse Hop

Luwtemaatregel en verondieping Hoornse Hop Luwtemaatregel en verondieping Informatiebijeenkomst Belangenorganisaties 16 februari 2016 Thijs Schuhmacher omgevingsmanager 2 RWS BEDRIJFSINFORMATIE WELKOM Programma: 13:30 14:00 Inloop 14:00 14:05 Welkom

Nadere informatie

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

Durgerdam voortgang ontwerp

Durgerdam voortgang ontwerp Methode & resultaten Sectie Naam STBI STBU HT EA-10B Kinselmeer EA-11 Polder IJdoorn EA-12 Durgerdam EA-13 Durgerdam-West Sectie 10B: Kinselmeer Sectie 11:Polder IJdoorn Variant: Dijk buitenom (Dijk maximaal

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Gedeelde werkelijkheid

Gedeelde werkelijkheid Visstand en visserij in het IJsselmeer en Markermeer Gedeelde werkelijkheid TEKST Lennart Turlings, Witteveen+Bos, Marcel Klinge, Witteveen+Bos, Nico Beun, Stichting Transitie IJsselmeer Jaap Quak, Sportvisserij

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

paspoort markiezaatsmeer / binnenschelde

paspoort markiezaatsmeer / binnenschelde paspoort markiezaatsmeer / binnenschelde 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie

Nadere informatie

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

Quagga s: droom of nachtmerrie? Miguel Dionisio Pires

Quagga s: droom of nachtmerrie? Miguel Dionisio Pires Quagga s: droom of nachtmerrie? Miguel Dionisio Pires Slide Guido Waajen Fig 5 modified from Gulati, Dionisio Pires & Van Donk 2008 Quick scan waterkwaliteit en ecologie Volkerak-Zoommeer Experiments with

Nadere informatie

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends,

^^^^^<^3^ der Wal 'htinsen bij Bolt. Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus AB EMMELOORD. Geachte heer Berends, PROVI N^IE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Nederlandse Vissersbond De heer D.J.T. Berends Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Telefoon (0320)-255265 Fox (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

IJsselmeergebied: duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch perspectief

IJsselmeergebied: duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch perspectief Klaas van Egmond IJsselmeergebied: duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch perspectief m.m.v.: Jan Janse Eddy Lammens (RIZA) Leon Braat Willem Ligtvoet Rijk van Oostenbrugge Hendrien Bredenoord Opbouw

Nadere informatie

Actualisatie. Ecologisch onderzoek Zonnehof, Meander te Ouder-Amstel

Actualisatie. Ecologisch onderzoek Zonnehof, Meander te Ouder-Amstel Actualisatie Ecologisch onderzoek Zonnehof, Meander te Ouder-Amstel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de locatie Zonnehof, Meander te Ouder-Amstel worden ruimtelijke plannen voorbereid. Onderzocht

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 december Postbus 55 8200 AB Lelystad Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde Postbus 1 3890 AA ZEEWOLDE Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl

Nadere informatie

Notulen Kenniskring IJsselmeer thema nettenvisserij

Notulen Kenniskring IJsselmeer thema nettenvisserij Notulen Kenniskring IJsselmeer thema nettenvisserij www.kenniskringvisserij.nl Datum: 16-05-2011 Tijd: 19:00 22:00 Locatie: Hotel van der Valk, Emmeloord Aanwezig: D.J.T. Berends (Nederlandse Vissersbond/

Nadere informatie

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud Tussenresultaten 2011-2015 De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud De Zandmotor In 2011 is voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin De Zandmotor aangelegd: een grote kunstmatige zandbank in

Nadere informatie

Passende beoordeling

Passende beoordeling Passende beoordeling ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden Definitief Gemeente Lelystad / Natuurmonumenten Juni 2013 Passende beoordeling ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden Definitief

Nadere informatie

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma I IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied I Colofon Samengesteld door: MWH B.V. www.mwhglobal.nl Fotografie: Foto kaft: Foto s Flora en Fauna: Oplage:

Nadere informatie

Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares

Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares 1 oktober 2013 Waterplanten 2 Vissennetwerk 1 oktober 2013 Waarom niet blij met

Nadere informatie

Volkerak-Zoommeer. Data-analyse Blauwalgen en Quagga mosselen

Volkerak-Zoommeer. Data-analyse Blauwalgen en Quagga mosselen Volkerak-Zoommeer Data-analyse Blauwalgen en Quagga mosselen Marc Weeber, Tineke Troost, Lilith Kramer, Meinard Tiessen, Menno Genseberger, Pascal Boderie, Arno Nolte Onderzoeksvragen Is de blauwalgenbloei

Nadere informatie

Primaire Productie in de Waddenzee

Primaire Productie in de Waddenzee Workshop Onderzoek Mosselkweek Natuurbeheer 19 februari 2009 Primaire Productie in de Waddenzee ZKO-Draagkracht IN PLACE onderzoeksproject Katja Philippart Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ Een blik over de dijk Wat zijn grote trends in ecologie IJsselmeergebied? Wat drijft deze trends? Hoe

Nadere informatie

De quaggamossel, visstand en sportvisserij. Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland

De quaggamossel, visstand en sportvisserij. Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland De quaggamossel, visstand en sportvisserij Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland Allereerst Foto: Ton van Haaren Van Mook, 2014 Foto: Frank Bosman Opkomst Quaggamossel Sinds 2006 in Nederland Sterke

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

.-.. IBLfOTHEEK. j anuar i

.-.. IBLfOTHEEK. j anuar i -.*-A-..-.. IBLfOTHEEK RIJKSDIENST VOOR DE 1 IJSSELMZ~HPOLDLHS W E R K D O C U M E S T KI

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Het voedselweb van. Levende Natuur. Eddy Lammens

Het voedselweb van. Levende Natuur. Eddy Lammens Eddy Lammens De voedselwebben van IJsselmeer en Markermeer zijn onderling sierk verschillend en tonen ook binnen de meren grote ruimtelijke verschillen. De verschillen hebben vooral betrekking op de hoeveelheid

Nadere informatie

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd; Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006 Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk en Markermeer, IJmeer en IJsselmeer. De paragrafen 5.7.1 en 7.3.4

Nadere informatie

Van helder naar troebel..en weer terug. en de rol van actief visstandbeheer hierbij

Van helder naar troebel..en weer terug. en de rol van actief visstandbeheer hierbij Van helder naar troebel..en weer terug en de rol van actief visstandbeheer hierbij Marcel Klinge 26 augustus 2008 1 Aanleiding OBN Onderzoek Laagveenwateren en de vertaling hiervan in het STOWA-boekje

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied Diverse belangenorganisaties waaronder HISWA Vereniging en een aantal watersportondernemers waren op 18

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015)

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Belangrijkste toestand en trend resultaten thema s waterkwaliteit, leefomgeving, fauna en flora Opzet Evaluatie natuurlijkheid hoofdlijnen Thema waterkwaliteit Thema

Nadere informatie

factsheets creatieve sessie

factsheets creatieve sessie factsheets creatieve sessie naar een rijk IJsselmeer natuur circulaire economie kennisontwikkeling (innovatie, educatie) natuur openheid vogels & vissen volume bevolking draagvlak kennishub veldstation

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Toezegging/motie/amendement: In de vergadering van Provinciale Staten op 5 juni 2013 heb ik toegezegd u te informeren over de gewijzigde zienswijze

Toezegging/motie/amendement: In de vergadering van Provinciale Staten op 5 juni 2013 heb ik toegezegd u te informeren over de gewijzigde zienswijze Mededeling Aangepaste zienswijze Structuurvisie RRAAM Doel van deze mededeling: Provinciale Staten informeren over de wijzigingen in de zienswijze over de Rijksstructuurvisie voor RRAAM, op basis van de

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Van helder naar troebel..en weer terug COPYRIGHT. en de rol van actief visstandbeheer hierbij. Marcel Klinge. 2 juli

Van helder naar troebel..en weer terug COPYRIGHT. en de rol van actief visstandbeheer hierbij. Marcel Klinge. 2 juli Van helder naar troebel..en weer terug en de rol van actief visstandbeheer hierbij Marcel Klinge 2 juli 2009 1 Aanleiding OBN Onderzoek Laagveenwateren en de vertaling hiervan in het STOWA-boekje Van helder

Nadere informatie

IJburg, Amsterdam. Data. Voorbeeldprojecten IJburg, Amsterdam. atelier GROENBLAUW, Madeleine d Ersu

IJburg, Amsterdam. Data. Voorbeeldprojecten IJburg, Amsterdam. atelier GROENBLAUW, Madeleine d Ersu Voorbeeldprojecten IJburg, Amsterdam IJburg, Amsterdam atelier GROENBLAUW, Madeleine d Ersu Data Locatie: IJburg, Amsterdam Contact: Projectbureau IJburg Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Ontwerper/waterconcept:

Nadere informatie

Programma naar een Rijke Waddenzee

Programma naar een Rijke Waddenzee Programma naar een Rijke Waddenzee n Symposium Waddenacademie Kees van Es Inhoud presentatie 1. Aanleiding, opdracht en context 2. De mosseltransitie in het kort Kennisvragen 3. Streefbeeld: Wijze van

Nadere informatie

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie Mosselkweek & Natuur KOMPRO Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie Aad Smaal, Pauline Kamermans, Karin Troost, Margriet v Asch, Marnix v Stralen, Jacob Capelle, Sander Glorius,..,.. Overzicht

Nadere informatie

Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen

Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen Kaderrichtlijn Water Nieuwkoopse Plassen Het hoogheemraadschap van Rijnland werkt - samen met gebiedspartners de gemeente Nieuwkoop, de provincie en Natuurmonumenten - al vele jaren aan water van topkwaliteit

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Prinses Irenestraat 31-33, Amsterdam

Quick scan ecologie. Prinses Irenestraat 31-33, Amsterdam Quick scan ecologie Prinses Irenestraat 31-33, Amsterdam Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de locatie aan de Prinses Irenestraat 31-33 te Amsterdam, worden ruimtelijke plannen voorbereid. De opzet

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee Januari 2014 Contacten Josje Fens, Fens@waddenvereniging.nl, t. 0517 493 663 Luca van Duren, Luca.vanDuren@deltares.nl, t. 088 3358

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4 Datum: 13 maart 2012. Deelsessie: 19.55 20.45 uur in de Calamiteitenzaal Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Standpunt ontwikkeling windpark Markermeer. Toelichting: Door

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

MIRT 2 Verkenning Luwtemaatregelen Hoornse Hop Verkenningenrapport. Datum dinsdag 1 april 2014 Status Revisie 02, definitief

MIRT 2 Verkenning Luwtemaatregelen Hoornse Hop Verkenningenrapport. Datum dinsdag 1 april 2014 Status Revisie 02, definitief MIRT 2 Verkenning Luwtemaatregelen Hoornse Hop Verkenningenrapport Datum dinsdag 1 april 2014 Status Revisie 02, definitief Colofon Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu Informatie Adriaan

Nadere informatie

Marker Wadden. Planvorming. Herstel van een onherstelbaar veranderd ecosysteem

Marker Wadden. Planvorming. Herstel van een onherstelbaar veranderd ecosysteem Marker Wadden Planvorming Herstel van een onherstelbaar veranderd ecosysteem Natuurmonumenten heeft in 2011 het initiatief van de Marker Wadden ontwikkeld als antwoord op een aantal structurele ecologische

Nadere informatie

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Rick Wortelboer, Sibren Loos Workshop STOWA 23 mei 2019 Directe effecten Conceptueel schema Ook indirecte effecten zijn van belang Hoe? - welke

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist Eilanden en biotische veranderingen in zee Dr. ir. M.J. Baptist Megasuppletie Zandmotor Megasuppleties kunnen in de vorm van een eiland of schiereiland worden uitgevoerd. Eerste ontwerp ( Kustboekje,

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VWO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Quagga uitzetten: ja of nee?

Quagga uitzetten: ja of nee? Quagga uitzetten: ja of nee? Discussiegroep II Kennisdag quaggamosselen 23 april 2015 Inleiding: Inzet van Dreissena voor waterzuivering - Historie en actualiteit Arjenne Bak, Martijn Dorenbosch & Wouter

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?

Nadere informatie

Biomanipulatie met mosselen

Biomanipulatie met mosselen Biomanipulatie met mosselen Mogelijkheid om algenoverlast te lijf te gaan? Resulten enclosureproef Guido Waajen Waterschap Brabantse Delta Boxtel, 1 maart 2013 Platform Blauwalgen Inhoud Aanleiding, kader

Nadere informatie

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer Grenzen verleggen in het Waddengebied Maarten Hajer De Waddenzee versterken: ja, maar hoe? 2 Waar J.C. Bloem niet geldt 3 En dan: wat is natuur nog in dit land? Waddenzee van (inter)nationaal belang Grootste

Nadere informatie

Financieel verslag 2015

Financieel verslag 2015 1 Financieel verslag 2015 Postbus 805 3500 AV Utrecht Tel 030 7115 115 wlo@knag.nl www.landschap.nl De prognose van 30 april 2015 was dat we in 2015 een kleine reserve van 797 euro overhouden en dat die

Nadere informatie

CONCEPT WIJZIGING BEGRENZING ARTIKEL 20 GEBIEDEN WADDENZEE PROCEDURE

CONCEPT WIJZIGING BEGRENZING ARTIKEL 20 GEBIEDEN WADDENZEE PROCEDURE PROCEDURE De concept wijzigingen van de artikel 20 gebieden Waddenzee worden door het Ministerie van LNV gepresenteerd in overleggen met belangengroeperingen (o.a. Toeristisch Overleg Waddenzee (TOW),

Nadere informatie