verslag Intervisie EMK Regio Vlaams-Brabant

Transcriptie

1 verslag Intervisie EMK Regio Vlaams-Brabant datum 22/02/2013 lokaal VAC Leuven refertenummers aanwezig Elke Van Wayenberghe (CWB Vl-Br.-Brussel) - Elke Schillebeeckx (vzw Sporen) Veronique Vanhoutryve (Regioverantwoordelijke Vl-Br.-Brussel) Kristof Verhavert (MDT Vl-Br.-Brussel) Lisette Vanderstraeten (vzw Huize Levensruimte) Karel De Vos (Jongerencentrum Cidar) Jef Lemmens (vzw Huize Sint-Vincentius) Katelijne Decanniere (MFC Combo) Jo Meysen (De Vuurvogel) David Lowyck (vzw Minor-Ndako) Iris Claes (vzw Huize Levenslust) Marleen Lemmens (vzw Amber) An Sprangers (vzw Tonuso) Luc Deneffe (vzw De Wissel) Muriel De Rijck (vzw Monte Rosa) Det De Bosschere (vzw Alba) Kim Craeynest (AJW) Bram Antheunis (AJW) Valerie Nicolai (AJW) 1. Toelichting doel en samenstelling intervisiegroep Het overleg begint met een voorstellingsronde van alle deelnemers waarbij zij volgende verwachtingen naar de intervisiemomenten formuleren: - Informatie, duidelijkheid en transparantie krijgen, inspiratie opdoen, aftoetsen inhoud ; - Inkijk in de werking van andere organisaties, delen van ervaringen; - Concreet aan de slag kunnen gaan met de wachtlijsten, transparantie krijgen hierin. In hoeverre werken we naar 2014? Gaan we het wachtbeheer opnemen per regio, voor heel Vlaanderen of in verschillende tempo s? - Antwoorden op (praktische) vragen krijgen rond toeleiding, wachtlijsten doelgroep, ; - Hoe het overzicht bewaren, hoe terugkoppelen naar de organisaties die niet in het EMK stapten en hoe deze vertaalslag naar de consulenten maken? - Welke overkoepelende afspraken kunnen er gemaakt worden? Aan de hand van een powerpoint (die als bijlage bij dit verslag gaat) worden een aantal thema s overlopen. De Jeugdrechters verontschuldigen zich voor dit overleg maar tonen een grote betrokkenheid. Er is een strikte afspraak tussen Jeugdrechters en teamverantwoordelijken dat er terugkoppeling zal zijn van de intervisiegroepen en dat de Jeugdrechters via de teamverantwoordelijken hun feedback hierop kunnen geven. 2. Praktische opstart 2.1 Toewijzing en bandbreedte In de plaats van bandbreedtemodellen 1-4 zoals gehanteerd in het MFC-experiment wordt nu de term bandbreedte gehanteerd, zonder nummering: er zijn meer combinaties mogelijk. p1

2 Volgende principes blijven: 1 maatregel per minderjarige (opm: bij MOF en door de Brusselse Ordonnantie kunnen meerdere maatregelen worden genomen); 1 maatregel bestaat uit een of meerdere modules. Per gezin kan slechts één maatregel met enkel de module contextbegeleiding (ev. in combinatie met crisisverblijf/ondersteunende begeleiding) gesubsidieerd worden. Als crisisverblijf niet in de bandbreedte wordt opgenomen en het in de loop van een traject alsnog moet worden ingezet, zal hiervoor een nieuwe beschikking moeten opgemaakt worden. Dit geeft volgens enkele leden van de intervisiegroep meer administratieve overlast. In de vroegere bandbreedtemodellen was dit standaard opgenomen. Dit was echter bij de overgang naar EMK niet langer mogelijk omdat niet elke organisatie verblijf aanbiedt, en verwijzers bovendien er ook bewust willen kunnen voor kiezen om crisisverblijf niet op te nemen. Het werken met bandbreedtes en de gevolgen daarvan worden meegenomen in de evaluatie van het EMK. Enkele organisaties signaleren de bezorgdheid m.n. dat de garantie van flexibiliteit en continuïteit vervalt wanneer een organisatie enkel contextbegeleiding en geen verblijf of dagbegeleiding aanbiedt. Dit willen we met het modulaire kader op langere termijn zeker realiseren maar momenteel laat de regelgeving nog niet toe dat we jongeren toeleiden naar verschillende organisaties. Flexibiliteit over verschillende organisaties heen is voor Er verandert niets aan de wettelijke basis van een beschikking.. Er worden geen verplichtingen opgelegd aan de Jeugdrechters en er zijn geen afgebakende bandbreedtes. We vertalen maatregelen vanaf nu in modules maar er verandert niets aan de artikels. Er wordt de vraag gesteld of het verplicht is om half-jaarlijks een evaluatie in te plannen daar de officiële beschikking op jaarbasis is. De 6-maandelijkse evolutie maakte vroeger reeds deel uit van het erkenningsbesluit, dit blijft overeind. Het gaat om minimaal 6- maandelijks, uitgangspunt binnen EMK is dat er op regelmatige basis wordt samengezeten in de driehoek en wordt bekeken of er iets moet wijzigen aan de ingezette modules. Samenwerking met Gemeenschapsinstellingen: De module crisisverblijf binnen EMK heeft geen betrekking op time out in een gemeenschapsinstelling maar slaat op crisisopname binnen de eigen organisatie. Voor het activeren van een time out in een Gemeenschapsinstelling moet bijgevolg altijd een nieuwe maatregel worden genomen. Inzake de overeenkomsten met de gemeenschapsinstellingen wordt de bezetting sinds kort dubbel geteld, zowel voor verblijf in de voorziening als in de gemeenschapsinstelling. Dit is echter niet voor iedereen bekend/duidelijk. Jongerenwelzijn vraagt dit na en koppelt volgende keer terug. Overtal/afwijkingen moeten op dezelfde manier worden aangevraagd als voorheen, te bekijken op afdelingsniveau (als bijvoorbeeld meer jongeren in verblijf of dagbegeleiding worden begeleid dan het aantal modules waarvoor de afdeling erkend is, moet een afwijking p2

3 aangevraagd worden). Overtal voor contextbegeleiding (al dan niet i.f.v. autonoom wonen) moet pas aangevraagd worden als de totale som van de modules contextbegeleiding en contextbegeleiding i.f.v. autonoom wonen, waarvoor de organisatie erkend is, overschreden wordt. Er wordt gevraagd of kan bekeken worden om op termijn meer flexibiliteit tussen de afdelingen mogelijk te maken, zonder administratieve procedure. We nemen dit op in de evaluatie. Kortdurend crisisverblijf De module kortdurend crisisverblijf kan aangeboden worden door elke organisatie die over verblijfsmodules beschikt: hiertoe moet geen specifieke aanvraag of erkenning gebeuren. Ingeval een module crisisverblijf wordt ingezet wordt geen extra verblijfssubsidie verleend. Er wordt aandacht gevraagd voor het feit dat crisisverblijf niet in elk traject onmiddellijk kan geactiveerd worden, zelfs al staat het in de beschikking bij de bandbreedte, het is wel een engagement van de organisatie om dat te realiseren (maar heeft organisatorische beperkingen). Via de registratie wordt de inzet van de verblijfsmodules crisisverblijf en de beslapenheid van de verblijfsmodules opgevolgd. 2.2 Wachtbeheer Inzake wachtlijsten wordt gevraagd aan de organisaties om met de wachtlijstwerking af te spreken welk type wachtlijsten moeten worden opgemaakt, met andere woorden op welke manier jongeren kunnen instromen in hun organisatie. Organisaties in geografisch specifieke situaties zoals Minor-Ndako (combinatie Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant) en Huize Sint- Vincentius (combinatie Limburg en Vlaams-Brabant) nemen dit ook best bilateraal op met het centraal wachtbeheer. Elke Van Wayenberg stuurt de oude fiches naar alle organisaties EMK en verwacht de aangepaste fiches terug tegen 15 maart Registratie Wanneer een jongere, onder de module verblijf, overdag in de voorziening verblijft maar daar niet overnacht, kan je dit niet terugvinden in de registratie. Dit klopt. De registratie van de module verblijf betreft enkel de beslapenheid van de bedden. Het staat organisaties vrij zelf gegevens te verzamelen over de creatieve invulling van de verblijfsmodule. Er wordt aangehaald dat organisaties die zeer statische residentiële leefgroepen hebben, geen ruimte hebben om bijvoorbeeld personele middelen anders in te zetten (door bijvoorbeeld leefgroepen samen te nemen in het weekend) en meer aan contextbegeleiding te doen. Dit zou een impact hebben op de werkdruk van het personeel maar wordt niet gecompenseerd naar financiering of personeelskader. p3

4 Kan CB AW in Domino ook zonder verblijf worden ingegeven? De tweedeling die in Domino werd opgemaakt betreft enerzijds trajecten waar noch verblijf noch cb aw geactiveerd wordt en anderzijds trajecten waar wel verblijf of cb aw geactiveerd wordt (cf. verrekening kinderbijslag). 3. Convenant 3.1 Innovatie Inzake thema s voor innovatie wordt niet vastgelegd maar zal elk voorstel worden bekeken. Organisaties die met hun aanvraag tot instap in het EMK reeds een innovatief project indienden of een voorstel voor flexibliteit deden, moeten hun aanvraag opnieuw indienen aan de hand van volgende elementen: - de aanleiding voor de aanvraag; - de modules die flexibel of innovatief worden ingezet; - het verslag van het overleg met de verwijzende instanties inzake deze aanvraag; - in geval van een flexibele inzet van modules: de duur dat bepaalde typemodules worden omgezet in andere typemodules waarvoor men een erkenning heeft; - in geval van een innovatief project: de inhoudelijke uitwerking met vermelding van de doelgroep, doelstellingen, indicatoren, wijze van opvolgen en evalueren, desgevallend het eindproduct en de wijze van overdracht naar andere voorzieningen, de wijze waarop het project desgevallend kan geïntegreerd worden in de werking. Organisaties die een bezetting van minimum 85% halen in het voorbije jaar op organisatieniveau, kunnen te allen tijde een aanvraag doen, eveneens op basis van bovenstaande elementen. Hier zijn geen extra middelen aan gekoppeld maar geeft extra ruimte. De inhoud van innovatieve projecten is zeer ruim en kan bijvoorbeeld rond methodieken of sociaal ondernemerschap handelen. Dit kan zowel cliënt- of organisatie gebonden zijn. Jongerenwelzijn is zich er van bewust dat het halen van de ondergrens van 85% problemen geeft aan organisaties die een uitbreiding kregen. Jongerenwelzijn zal hier pragmatisch mee omgaan. 3.2 Regioafbakening Wat betreft de regioafbakening zal Jongerenwelzijn een voorstel opnemen in het convenant op basis van de huidige situatie (meestal bestuurlijk arrondissement) aangevuld met wat organisaties zelf doorgraven. Elke Van Wayenberg stuurt de oude fiches naar alle organisaties EMK en verwacht de aangepaste fiches terug tegen 15 maart Zo kunnen de verwijzers bekijken of er door deze aanpassingen hiaten ontstaan in de regio. Eventueel bilateraal overleg met de verwijzende instanties om de regioafbakening af te stemmen is mogelijk. Kristof Verhavert zal dit per team communiceren. p4

5 4. Varia Hoe de werking in 2014 eruit zal zien met Integrale Jeugdhulp is nog niet duidelijk. De ervaringen met de pilootregio Oost-Vlaanderen worden zeker teruggekoppeld op de regionale intervisiegroepen. Op 11 maart 2013 zit Jongerenwelzijn samen met alle organisaties die ondersteunende begeleiding aanbieden aan externen. De verwijzende instanties worden hier ook op uitgenodigd. Er wordt gevraagd of voorzieningen die nog niet instapten in het EMK kunnen geïnformeerd worden, of zij kunnen aansluiten bij overlegfora en de verslagen mogen ontvangen? Jongerenwelzijn bekijkt dit nog. Er zijn alvast twee reflectiedagen gepland in de loop van 2013 waarop een terugkoppeling zal gebeuren naar alle voorzieningen in de BJB. Ook op onze website zal er informatie staan en zullen alle documenten terug te vinden zijn. Hieronder zal tevens een rubriek FAQ terug te vinden zijn waarop alle gestelde vragen gebundeld worden. In functie van de noden kunnen modules contextbegeleiding omgebouwd worden naar modules contextbegeleiding in functie van autonoom wonen en omgekeerd. Hiervoor hoeft geen afwijking te worden aangevraagd. Afwijking moet wel worden aangevraagd bij afwijking van leeftijd zoals opgenomen in de erkenning. Betreffende ondersteunende begeleiding is het geen probleem om jongeren naar een time out te sturen, ook als deze module niet opgenomen was in de bandbreedte. Voor deze module geldt het uitgangspunt dat deze flexibel moet kunnen worden ingezet net als voorheen. Wel wordt verondersteld dat de communicatie hieromtrent naar de consulent transparant is. Bij Integrale Jeugdhulp zal de typemodule ondersteunende begeleiding zowel rechtstreeks als niet-rechtstreeks toegankelijk zijn. In CANO-voorzieningen zit de ondersteunende begeleiding vaak structureel vervat in het aanbod van trajecten, hier kan het zinvol zijn om dit wel standaard in de bandbreedte op te nemen. We willen dit aspect mee evalueren tijdens het experimentele jaar. Contextbegeleiding i.f.v. autonoom wonen wordt voortaan afgekort als CB AW i.p.v. CAW. Bram Antheunis en Kim Craeynest zullen vanaf april 2013 alle organisaties bezoeken. 5. Data en thema volgend overleg De volgende regionale intervisiegroep vindt plaats op 27/03/2013 om 9u30 in het regiohuis te Brussel. Als agendapunten draagt de intervisiegroep volgende punten naar voren: p5

6 - Volledige luik rond regie en afstemming hierrond (IRC, IRO, externe regie) - Vergoedingen die verschillen t.o.v. verschillende organisaties De overige data van de intervisiegroepen in Vlaams-Brabant zijn: 5 juni (Brussel) 18 september (Brussel) 17 oktober (Leuven) 4 december (Brussel) p6