verslag Intervisie EMK Regio Oost-Vlaanderen

Transcriptie

1 verslag Intervisie EMK Regio Oost-Vlaanderen datum 19/10/2013 lokaal Regiohuis BJB Gent refertenummers aanwezig Leen Samyn (SDJ Gent) Hilde Dehandschutter (CWB) Raf De Mulder (CAB Gent) Tom Spildooren (vzw apart) Wim Taels (vzw De Cocon) Filip Maertens (vzw Martens-Sotteau) Leen van Biesen (De Twijg) Ann Saeys (CBJ Aalst/oudenaarde) Robert Impens (vzw Jeugdzorg Sint-Vincentius) Greet Lenaerts (vzw Beaufort) Thierry De Raedt (vzw Sint-Carolus) - Geert Ginneberge (vzw Hadron) Patrick Windey (MFC Meetjesland) Jonathan Vercruysse (vzw De Totem) Katty Knaepen (vzw Lionshulp) Maarten Floré (Vzw Stappen) Isabelle Quintens (regioverantwoordelijke Oost-Vl.) Bram Antheunis (JW) Geert Michiels (JW) Ellen Noens (vzw Minor-Ndako) Valerie D Hondt (Jeugdhulpregie) verontschuldigd Stefaan Kaesteker (vzw Ter Muren) - Erik Dekempeneer (CIJG Sint-Jan Baptist) Evelyn Schaubroeck (CWB) - Koen Gevaert (IJH) 1. Goedkeuring vorig verslag Het verslag van wordt goedgekeurd. 2. Eerste terugkoppeling bilaterale gesprekken Registratie van contexturen: De cijfers van het eerste kwartaal duiden aan dat 70% van de organisaties het streefcijfer van face to face contacten niet haalt. De overige 30% haalt dit wel of zit boven het streefcijfer. Op de 2 de reflectiedag zullen de redenen voor het niet halen van de norm aan bod komen. De cijfergegevens van het 3 de kwartaal gaan waarschijnlijk een vertekend beeld geven omwille van de grote vakantie. Voor een correct beeld van de registratie weer te geven moeten we het 4 de kwartaal afwachten. De benutting van de module verblijf ligt op 65 à 70%. Enkele organisaties liggen lager dan 50% maar dit betreft voornamelijk CANO-voorzieningen. Dagbegeleiding in groep heeft een percentage van 60% benutting. De bezetting voor de module ondersteunende begeleiding zijn vergelijkbaar met de cijfers voor het experimenteel modulair kader. Ook de vraag naar crisisverblijfplaatsen werd vaak aangehaald op de bilaterale gesprekken. Rond deze module zal er in de loop van 2014 een inhoudelijk evaluatietraject worden opgezet. De bezetting van de organisaties ligt in het algemeen hoog, de uitzonderingen hebben vaak te maken met ombouw of uitbreiding van de organisatie. Verder merken we op dat er talloze verschillende registratiesystemen worden gebruikt. Ook de interpretatie van wat er geregistreerd wordt is voor vele organisaties anders. We geven alvast mee dat de registratie en dus ook de registratie inzake contextcontacten intern herbekeken wordt (i.k.v. p1

2 instap EMK 2014). Het Excel formulier waarop het modulaire kwartaal moeten worden ingevuld zal wel hetzelfde blijven. Uit de bilaterale gesprekken blijkt dat er meer vraag is naar externe crisis vooral op niveau van de jeugdrechtbank. Dit kunnen we niet afleiden uit de cijfers. Het lijkt een aanvoelen te zijn en is moeilijk tastbaar te maken. Sint-Niklaas en regio Waas en Dender beamen dit gevoel niet. Er is volgens deze regio geen verschil met de vroegere reguliere werking. Vzw Blijleven: dit wordt geformaliseerd in het kader van hoogdringendheid. Bij hoogdringendheid wordt gevraagd om eerst de crisismeldpunten uit te putten. Ook bij gerechtelijke crisis zit er beweging in. Het permanentiesysteem wordt opgenomen door CAP en kan tijdens weekends gecontacteerd worden door jeugdrechters voor crisisplaatsen. De gemiddelde hoogdringendheid was 1,5 plaats per maand. Regioverantwoordelijke: we willen evolueren naar een gestructureerde werking met een beurtrolsysteem dat -12- en +12-jarigen afdekt. Vzw Stappen: wat met de impact van weglopers op de cijfers? Dit heeft gevolgen op de cijfers van contextbegeleiding en verblijf. Je registreert de nachten niet waarin jongeren weglopen. Fugues zijn een groot probleem bij vzw Stappen. Ongeveer 10% loopt weg. Kunnen deze gegevens in bepaalde mate ook opgenomen worden in de cijfergegevens? JW: Er zijn verschillende zaken die niet terug te vinden zijn de cijfergegevens. Deze cijfers hebben geen gevolgen of sancties maar we bekijken welke redenen er zijn waarom de cijfers niet gehaald worden of waarom de cijfers niet tegemoet komen aan de gepresteerde werking. Vzw Huize Sint-Carolus: 11 à 12u van de 38u komt onze organisatie aan face to face contacten. Dit kan bijgestuurd worden maar zorgt voor overstelping, zeker met de komst van de ITP. Dit mag zeker niet ten koste gaan van de begeleiding. JW: hoe kunnen we er voor zorgen dat begeleiders meer bezig kunnen zijn met de jongeren en hoe kan dit zo efficiënt mogelijk verlopen (van elkaar leren welk registratiesysteem werkbaar is en financieel haalbaar is). Vzw De Totem: Organisaties die met allochtonen werken leggen veel contacten maar meestal zonder resultaat. In de vakantiemaanden zijn deze mensen vaak met verlof in het thuisland. Ook aanwezigheden in de groep liggen dan heel laag. Dit is ook belangrijk om mee te nemen want dit vertaalt zich ook in de cijfers. JW: door de interpretatie van de cijfergegevens worden bepaalde zaken wel duidelijk. Wat doen we met deze periodes? Zijn er mogelijkheden om in deze periodes toch zo efficiënt mogelijk te werken. Loskoppelen module verblijf: Hoe moet er omgegaan worden met verblijf en contexttrajecten wanneer de module verblijf wegvalt? Het blijft moeilijk voor organisaties om aan te geven wanneer verblijf niet langer nodig is. Ook verwijzers laten de module verblijf liever niet vallen uit schrik dat er later in het traject toch verblijf of een crisisverblijfplaats nodig is. Toch blijkt dat bij trajecten die langdurig de combinatie van de modules contextbegeleiding en verblijf hanteren er vaak volledig in de context wordt gewerkt en verblijf eigenlijk niet meer nodig is. Er wordt opgemerkt dat bij organisaties die verblijf en contextbegeleiding aanbieden, verblijf vaak wordt losgelaten maar er geen plaats contextbegeleiding vrij is en er in overtal gegaan moet worden. Wanneer er niet in overtal gegaan wordt blijft de plaats verblijf leeg staan. In overtal gaan legt ook druk op de p2

3 organisatie. Zijn er andere creatieve oplossingen mogelijk? Dienstencentrum Hof Ter Welle: er is een terughoudendheid om in overtal te gaan t.o.v. vroeger. Dit heeft deels te maken me het nieuwe enveloppesysteem. De ingezette middelen 90% bezetting die in de enveloppe verrekend is is een element dat hierin meespeelt. Regioverantwoordelijke: de bezettingscijfers verblijf liggen lager dan vroeger. Momenteel moet er tot nadere orders overtal aangevraagd worden via de regioverantwoordelijke. Tehuis Sint-Carolus: Het nieuwe systeem maakt het stroever om de spelen met de mogelijkheden. De plaatsen bij overgang blijven veel langer openstaan. Er is ook een probleem van bedden bij werking van trajectbegeleiding. Wanneer een crisis losbarst kunnen ze het kind terugbrengen naar de organisatie en moet het bed dus in principe vrijgehouden worden. Er is geen ruimte om te spelen met bedden dat een jongere in crisis bezet. JW: je zou meer ruimte creëren door een klein overschot op bedden te hebben. JW: wanneer je een benutting haalt van 60% moet er ergens in de organisatie op een bepaald moment ruimte zijn voor crisissen. Als we willen komen tot een betere benutting zit het hem daarin. Wat zijn de mogelijkheden in samenwerking, in het gebruik maken van elkaars bedden? Tehuis Sint-Carolus: in één groep zijn 3 plaatsen zo gespecifieerd in doelgroep dat ze nu enkel crisissen kunnen openmen van 0-12 jaar wat vroeger wel mogelijk was omdat de leefgroep verticaal was. Wanneer het bed niet wordt vrijgegeven kan de jongere mocht deze nood hebben aan verblijf of crisis of langdurig verblijf, naadloos terugschuiven binnen de organisatie. Dit is niet genoeg gekend bij de jeugdrechters. Vzw Hadron: dit heeft een financiële consequentie, er wordt druk uitgeoefend om de module verblijf te houden (financieel). Het financiële aspect van verblijf ligt veel hoger dan cb, dit is niet correct en moet opgelost worden. JW: de manier waarop het geld naar de ouders gaat is zeer verschillend. Dit is nu meer op de voorgrond gekomen met het EMK, er komen hierrond meer vragen naar boven en deze worden meegenomen. Regioafbakening: De vrees blijft dat het toewijzen van contextbegeleiding aan organisaties door organisaties wordt afgehouden omdat de afstand te ver is. Sommige organisaties vragen of het niet mogelijk is de bediende regio s in te krimpen. JW: er moet gezocht worden naar een goede regio afbakening. Of dit per module of per organisatie moet is nog niet duidelijk. Dit moet ook intersectoraal bekeken worden vanuit IJH. Het is momenteel nog niet duidelijk wie dit op zich zal nemen. Hoe zit dit in Oost-Vlaanderen? Worden er gezinnen niet geholpen omdat deze te ver wonen en zo de contextcontacten niet gehaald zouden worden? Vzw Stappen: Wat is de maatschappelijk kost hiervan? Drie uur onderweg zijn voor een contact van 1u is maatschappelijk onverantwoord. Vaak staan begeleiders nog voor een gesloten deur. Momenteel behouden we de afbakening zoals vermeld in het convenant. Volgens bestuurlijk arrondissement en aanpalende arrondissementen met de nuance dat het B.A. prioritair is en niet alle aanpalende arrondissementen bediend moeten worden. Tehuis Sint-Carolus: dit thema leeft in onze organisatie. De regio is afgebakend tot 15 km, er zitten te veel jongeren in organisaties voorbij Gent i.p.v. bijvoorbeeld in Sint-Niklaas. JW: als we kringen trekken rond de organisaties van een bepaald aantal kilometer dan gaan er zeker blinde vlekken ontstaan. Er zou bijvoorbeeld aan de p3

4 hand van de typemodules een afbakening kunnen gebeuren. Ook in de moduledatabank staat de regioafbakening niet ingevuld. Dit is nochtans belangrijk voor de jeugdhulpregie. Dit zou zeker in kaart gebracht moeten worden. Vaak is het ook zo dat de context weid verspreid is in Vlaanderen. Waar leg je de accenten in aanmeldingen of de jongeren die in op wachtlijsten staan. Ook de ligging van organisaties spelen een rol. Het is af te wachten hoe dit in de jeugdhulpwijzer zal worden opgenomen. Instroom broers en zussen: Wat met de naadloze instroom van broers en zussen van een minderjarige? Het EMK verandert hier niets aan t.o.v de vroegere reguliere werking. Het dossier staat op naam van één jongere uit het gezin. Is het in sommige casussen nodig dat ook de broers en zussen een dossier krijgen? In sommige regio s worden broers en zussen als prior behandeld maar het is het CWL die bepaalt welke casussen prior zijn. Aanbod 0-3-jarigen Opvallend is dat veel organisaties een erkenning hebben voor jongeren van 0-18 jaar maar enkel opnemen vanaf 2,5 à 3 jaar. De oorzaken hiervoor zijn de beperkte verblijfsmogelijkheden, hechtingsproblematieken, veiligheid, personeel, Veel organisaties zijn fysiek of organisatorisch niet in staat jongere kinderen op te nemen. Tehuis Sint-Carolus neemt kinderen onder de 3 jaar op maar krijgen hier geen vraag naar. Dienstencentrum Hof Ter Welle: hierrond zijn regionale afspraken gemaakt dat sommige organisaties hierop inzetten en andere hierop expliciet niet inzetten. Dit staat geagendeerd op de agenda van het regionaal overleg. Regioverantwoordelijke: het aanbod moet jongeren klaarmaken voor pleegzorg of kind & gezin. Wanneer er geen perspectief is om binnen een bepaalde termijn terug naar huis te keren moet er naar pleegzorg gegrepen worden. Vzw Monte Rosa heeft hierrond bij de provincie Vlaams-Brabant een project ingediend. In heel Vlaanderen zijn er nog maar enkele organisaties die kleine kinderen opnemen m.n. vzw Voorspools-Sleeghers te Antwerpen (De Haven, De 2 Gezusters, De Nieuwe Toren, Hof Ter Heide) en vzw Jongerenzorg Zuid-West-Vlaanderen te Kortrijk. 3. Bevraging EMK ervaringen verwijzende instanties Naar het einde toe van het experiment zullen ook de verwijzende instanties bevraagd worden rond hun ervaringen en bevindingen van het EMK. Het kan tevens interessant zijn voor de verwijzers om op regioniveau een aantal zaken formeler en meer overkoepelend terug te koppelen. Ook op de reflectiedag wordt er een luik voorbehouden voor de verwijzers. 4. Mogelijkheden/knelpunten rond schakelen in de praktijk (toewijzing, regie, naadloosheid traject/begeleider, ) Ter verduidelijking: A: geen casemanagement zonder ITP B: observerend casemanagement C: interveniërend casemanagement p4

5 D: jeugdrechter Dagcentrum De Twijg: vroeger had onze organisatie een erkenning van 11 plaatsen met 10 personeelsleden. We zouden een half tijdse willen toewijzen naar de functie van interne regie voor A en B dossiers als een soort van consulent (derde persoon). Die verslag uitbrengt rond het verloop van de begeleiding. Wat doe je dan met de contact/aanmelder? Het kan zijn dat deze ook betrokken wordt. De taak van de aanmelder stopt wanneer de hulpverlening start maar kan wel nog een zinvol contactpersoon zijn maar niet meer in relatie tot de ITP. In Vlaams-Brabant zijn er geen wachtlijsten voor mobiele plaatsen en dagbegeleiding in groep. In deze provincie zijn ze voorstander om een deel van de capaciteit rechtstreeks toegankelijk te maken. Vzw De Totem: binnen het EMK kan een begeleiding niet verderlopen tijdens een crisis. Met IJH zal dat wel mogelijk zijn. De vraag is wel hoe prioritair deze vraag is en hoe snel deze ingelost kan worden. Het hangt wel af van de indicatiestelling. Samenwerken tussen organisaties zou dan ook kunnen. In deze gevallen kan men gebruik maken van een VIST (zou dus ook vanuit een mobiele organisatie kunnen). Vzw Jeugdzorg Sint-Vincentius: de eerste ervaring met IJH was negatief. Dit in het kader van verlenging na meerderjarigheid. De organisatie heeft heel wat moeten verrichten om de indicatiecel te overtuigen dat verlenging nuttig was. Als dit elke keer zo intensief gaat zijn heb je geen zin meer om hiervoor te strijden. Dan doe je het werk van zowel consulent als organisatie en dat hou je niet vol. Dit dossier heeft 20 werkuren gekost omdat de hele voorgeschiedenis in het A-document moest worden ingevuld. Dit zijn 4 HV en evolutieverslagen in één document. Zolang de voorgeschiedenis niet bekend is bij de ITP blijft dit veel werk voor een organisatie. Dit werk werd vroeger door de consulent gedaan. Vzw Tehuis Sint-Carolus: organisaties willen de mentaliteitswijziging doorvoeren maar de jongeren zijn hier niet op voorbereid, de hulpverlening is hierop niet afgestemd. Zo kom je tot situaties dat je jongeren op straat moet zetten. De doelgroep jaar loopt verloren. Wat doe je met 18-jarigen die geen toegangspoorticket krijgen wanneer het A-document geweigerd wordt? Wat gaan we met deze gevallen doen? Er blijkt geen forum voor de opstartregio IJH te zijn wel een evaluatiedocument. Deze zaken kunnen wel aan bod komen op de regionale stuurgroepen. Regioverantwoordelijke: het is te vroeg om structureel overleg te plegen met de opstartregio rond IJH maar de signalen en knelpunten kunnen gemeld worden aan de regioverantwoordelijke (bv. rond indicatiestelling). Zij neemt dit op met ofwel de indicatiesteller of met Jean-Pierre Vanhee. De regioverantwoordelijke wil nog opmerken dat het A-document veel diagnostiek vraagt van de organisaties. 5. Datum volgend overleg De volgende regionale intervisiegroep vindt plaats op vrijdag 13 december 2013 om 09u30 in het regiohuis te Gent. Eén van de mogelijke thema s zal de link met IJH zijn. p5

6 6. Varia: Ondersteuning 2014: wat vullen we de regionale intervisiegroep in de toekomst in wanneer er nieuwe organisaties zullen instappen in het EMK. Dit punt wordt op de agenda geplaatst van de volgende intervisiegroep. Alle Oost-Vlaamse organisaties zijn in 2014 in het EMK gestapt. De organisaties vinden de regionale intervisiegroep zeker een meerwaarde heeft door het directe overleg met de overheid en de verwijzende instanties. p6