Wachtlijstgegevens op 30 juni 2003

Transcriptie

1 1 Wachtlijstgegevens op 30 juni 2003 Het Vlaams Fonds en de provincies presenteren u in voorliggend rapport de cijfergegevens over het aantal personen met een handicap die geregistreerd staan op de Centrale Wachtlijst en over het aantal (dringende) vragen naar ondersteuning die aan het Vlaams Fonds gesteld worden. Het rapport bestaat uit 2 delen: een eerste deel bevat de cijfers m.b.t. de actieve vragen, het tweede deel beschrijft de gegevens m.b.t. de afgesloten vragen. 1. Overzicht van de gestelde vragen (niet afgesloten) Op datum van 30/06/03 staan personen geregistreerd op de CWL met een niet afgesloten vraag. Het gaat om 61,7% mannen en 38,3% vrouwen personen (5813/9198 of 62,1%) stellen minstens 1 vraag met UC1 of UC personen (17,2%) stellen een vraag met UC3 en personen (16,1%) stellen een vraag met UC4. Bij de overige personen ontbreken de urgentiecodes (4,6%). Opmerking: de urgentiecode geeft aan binnen welke tijdspanne de vraag opgelost zou moeten zijn. Er worden 4 urgentiecodes onderscheiden: UC1 (de vraag moet binnen de maand opgelost worden), UC2 (de vraag moet binnen de 6 maanden opgelost worden), UC3 (er is een oplossing nodig tussen 6 maanden en 2 jaar) en UC4 (toekomstige vraag: er is een oplossing nodig op langere termijn; > 2jaar). In totaal worden vragen gesteld, waarvan dringende vragen (UC1 of UC2): (27,6%) dringende vragen in Antwerpen (17,0%) dringende vragen in Limburg (21,8%) dringende vragen in Oost-Vlaanderen 769 (13,0%) dringende vragen in Vlaams Brabant & Brussel (20,6%) dringende vragen in West-Vlaanderen. Hierbij merken we wel op dat 207/5.813 (3,6%) personen die een dringende vraag stellen, momenteel reeds gebruik maken van de Vlaams Fonds zorgvorm die ze dringend vragen! Aantal personen waarvoor de (dringende) vraag = de huidige zorgvorm Zorgvraag UC1 & UC2 n % Semi- internaat (schoolg of niet schoolg) 46 22,2% Dagcentrum of Begeleid Werk 76 36,7% Internaat 37 17,9% Beschermd Wonen 8 3,9% Tehuis Werkenden 4 1,9% Tehuis niet Werkenden Bezigheid 25 12,1% Tehuis niet Werkenden Nursing 11 5,3% Totaal % Tabel 1 beschrijft de aard van de dringende vragen per provincie. Tabel 2 geeft per UC een overzicht van de gevraagde zorgvormen. Tabel 2a geeft de situatie

2 2 voor Vlaanderen, de tabellen 2b schetsen de situatie per provincie. De tabellen 3 omvatten een overzicht van het percentage gevraagde zorgvormen per UC en per provincie. Deze tabellen maken het o.m. mogelijk om eventuele verschillen tussen de provincies vast te stellen voor wat betreft de aard van de gestelde vragen. tabel 3.1 Percentage gevraagde zorgvormen per provincie voor UC1&2 tabel 3.2 Percentage gevraagde zorgvormen per provincie voor UC3 tabel 3.3 Percentage gevraagde zorgvormen per provincie voor UC4 tabel 3.4 Percentage gevraagde zorgvormen per provincie ongeacht UC De tabellen 4 geven per zorgvorm en per urgentie een overzicht van enkele cliëntkenmerken (sexe, leeftijd, aard van de handicap, huidige woonvorm en huidige dagbesteding). Deze tabellen worden enkel gemaakt voor Vlaanderen. Desgewenst kunnen detailgegevens voor een welbepaalde provincie opgevraagd worden bij de CWL- coördinator van het Vlaams Fonds, dhr. Gerd Van Vlem (telefoon 02/ , gerald.vanvlem@vlafo.be). 2. Overzicht van de afgesloten vragen Sinds de vorige registratie, m.a.w. in de periode van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2003, werden in totaal vragen afgesloten. Het gaat om vragen met UC1&2 (88%), 90 vragen met UC3 (7%) en 37 vragen met UC4 (3%). In totaal werden personen geholpen, 323 personen in Antwerpen, 222 personen in Limburg, 403 personen in Oost-Vlaanderen, 101 personen in Vlaams-Brabant & Brussel en 233 personen in West-Vlaanderen. Dit impliceert echter niet noodzakelijk dat ook werkelijk al deze personen bij de volgende registratie van de lijst verdwenen zullen zijn. Ze kunnen immers nog steeds met een andere vraag op de lijst blijven staan. De tabellen 5 geven per urgentiecode de aard van de afgesloten vragen. Tabel 5a bevat de cijfers voor Vlaanderen, de tabellen 5b geven de cijfers voor de afzonderlijke provincies. Opgelet: het gaat hier om het aantal afgesloten vragen. Deze tabellen zeggen niets over het aantal personen dat werd geholpen. In tabel 6 wordt verduidelijkt waarom de vragen werden afgesloten en dit zowel voor Vlaanderen (tabel 6a) als voor de provincies (tabellen 6b). Voor de dringende vragen (vragen met UC1&2) met een definitieve oplossing vermelden we in de tabellen 7 de aard van de oplossing, opnieuw zowel voor Vlaanderen (tabel 7a) als voor de verschillende provincies (tabellen 7b). Ten slotte geven we in de tabellen 8 aan hoelang personen met een dringende vraag op de CWL stonden vooraleer deze vraag definitief opgelost werd. Het gaat hier dus niet noodzakelijk om de totale duur dat iemand op de CWL geregistreerd stond,wel om de periode dat hij met een vraag met UC1 of UC2 op de CWL stond. 3. Algemene opmerkingen bij de tabellen We rapporteren enkel over de vragen die de voorkeur van de persoon dragen (dit zijn vragen die geregistreerd zijn met een preferentiecode 1). Vragen die zeer algemeen geformuleerd zijn (bijvoorbeeld een vraag naar woonbegeleiding, zonder verdere specifiëring van de aard van die woonbegeleiding) en PAB- vragen (die voorlopig nog in het Vlaams Fonds zelf geregistreerd worden) worden niet opgenomen in de tabellen. Bij elke tabel wordt in de titel aangegeven of de cijfers in de tabel betrekking hebben op

3 3 het aantal personen dan wel op het aantal vragen. Dit is een belangrijk onderscheid vermits eenzelfde persoon meerdere vragen kan stellen (al dan niet met dezelfde urgentiecode). Vragen waarvoor geen urgentiecode werd opgegeven, worden niet apart vermeld in de tabellen. Ze worden wel mee verrekend in de totalen (dit zijn de kolommen met vermelding 'ongeacht UC'). Net als bij de actieve vragen, wordt ook bij de afgesloten vragen enkel rekening gehouden met de vragen die de voorkeur van de persoon droegen (pref 1). De cijfers over de afgesloten vragen hebben betrekking op vragen die afgesloten werden tijdens de voorbije registratieperiode. Bij deze rapportering gaat het dus om vragen die afgesloten werden tijdens de periode van 01/01/03 tot en met 30/06/03. Waar cijfers gepresenteerd worden op het niveau van de provincies, gaat het steeds om de provincie waar de persoon met een handicap gedomicilieerd is. Dit is niet noodzakelijk ook de provincie waar de persoon zich laat registreren. Dit komt onder meer omdat een aantal voorzieningen een specifiek aanbod hebben dat (nog) niet aanwezig is in de provincie waar de persoon woont, omdat de zorgvrager wenst te verhuizen of omdat sommige voorzieningen die zich op de grens tussen twee provincies bevinden ook zorgvragers in de aangrenzende provincie rekruteren. We stellen trouwens vast dat steeds meer personen zich in meerdere provincies laten registreren (om zo sneller kans te maken op een zorgaanbod). Uiteraard wordt elke persoon in de analyse slechts 1 keer meegeteld! 4. Evolutie van de cijfers over de verschillende registratieperiodes heen Evolutie van het aantal dringende vragen per provincie over de registratieperiodes heen Provincie n n toename n toename n toename n Oost-Vlaanderen % % % Limburg % % % West-Vlaanderen % % % Antwerpen % % % Vl.-Brab & Brussel % % % 769 Vlaanderen % % % Op 30/06/03 staan er 5889 dringende (UC1&2) vragen op de CWL. Dit zijn er 1187 (25%) meer dan bij de vorige registratie. Het aantal dringende vragen blijft dus toenemen, hoewel de stijging duidelijk steeds minder sterk wordt (cfr. 25% op 30/06/03, 34% een half jaar geleden en 78% precies een jaar geleden). Deze trend blijkt niet te gelden voor Limburg en Antwerpen, waar de stijging van het aantal dringende vragen nu sterker is dan bij de vorige registratie. Evolutie van het aantal dringende vragen per gevraagde zorgvorm over de registratieperiodes heen Gevraagde zorgvorm n % n % n % n % n % Dagcentrum ,8% ,3% ,0% ,2% ,0%

4 4 Semi-internaat niet 21 1,3% 23 1,2% 43 1,2% 48 1,0% 41 0,7% schoolgaanden Semi-Internaat 38 2,3% 30 1,5% 157 4,5% 151 3,2% 310 5,3% Dagcentrum/begeleid 17 1,0% 21 1,1% 43 1,2% 59 1,3% 85 1,4% werken Tehuis voor 10 0,6% 11 0,6% 19 0,5% 29 0,6% 19 0,3% kortverblijf Beschermd wonen 85 5,2% 124 6,3% 191 5,4% 226 4,8% 280 4,8% TNW gewoon stelsel ,5% ,9% ,2% ,8% ,4% TNW nursing 156 9,5% ,0% ,8% 446 9,5% 499 8,5% Begeleid Wonen ,9% ,4% ,4% ,0% ,2% Gezinsplaatsing 6 0,4% 17 0,9% 20 0,6% 28 0,6% 33 0,6% WOP Tehuis werkenden 93 5,7% 96 4,9% 170 4,8% 206 4,4% 216 3,7% Internaat 101 6,2% 103 5,2% 314 8,9% 232 4,9% 406 6,9% Zelfstandig wonen 27 1,7% 34 1,7% 77 2,2% 81 1,7% 85 1,4% Thuisbegeleiding 5 0,3% 9 0,5% 197 5,6% ,3% ,8% Gezinsplaatsing 5 0,3% 8 0,4% 9 0,3% 20 0,4% 24 0,4% (gewoon stelsel) OBC 4 0,2% 4 0,2% 5 0,1% 11 0,2% 39 0,7% Logeerfunctie 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% 2 0,0% 1 0,0% TOTAAL % % % % % Bekijken we de evolutie van de aard van de dringende vragen die tijdens de verschillende periodes geregistreerd werden, dan valt vooral de blijvende stijging van het aandeel van de vragen naar thuisbegeleiding op. Dit heeft vermoedelijk nog steeds te maken met het beter registreren van deze vragen. Evolutie van het aantal afgesloten vragen over de verschillende registratieperiodes reg aantal afgesloten vragen aantal gestelde (actieve) vragen % afgesloten t.o.v. aantal actieve vorige registratieperiode 14,3% Evolutie van het aantal afgesloten dringende vragen over de verschillende registratieperiodes reg aantal dringende vragen die werden afgesloten aantal gestelde dringende vragen

5 5 % afgesloten dringende t.o.v. aantal dringende actieve vorige registratieperiode Voor de laatste registratieperiode stellen we vast dat 1143 dringende vragen afgesloten werden. Dit is bijna een kwart van alle dringende vragen die de vorige registratieperiode werden gesteld. Driekwart van deze afgesloten dringende vragen kregen een definitieve oplossing, de overige werden om een andere reden afgesloten (zie tabel 6a). 22,9%