Groep (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
|
|
- Rebecca Esmée Abbink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Groep (klas 5), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Bij een horizontale worp geldt voor de beweging: X-richting: eenparig Y-richting: o eenparig eenparig versneld o geen van beide Bij een horizontale beweging blijft de snelheid in de x-richting (vx) constant en is de beweging in de y- richting een valbeweging: eenparig versneld dus. Vraag 2 Een bal wordt met een snelheid van 6,0 ms-1 vanaf een hoogte van 1,0 m horizontaal weggeschoten. Hoe lang duurt het voor de bal de grond raakt? o 0,20 s 0,45 s o 0,10 s Bereken de valtijd met ½ g t 2 =1,0. Invullen van g=9,81 m/s 2 en uitrekenen geeft t=0,4515 s. Vraag 3 Welke afstand legt de bal uit de vorige vraag af in horizontale richting voor hij de grond raakt? 2,7 m o 6,0 m o 0,61 m Verder rekenend met de valtijd uit de vorige vraag: Invullen van t=0,4515 s in s x =v x t met v x =6,0 m/s geeft s x =2,709 m. Afgerond op twee cijfer wordt dit 2,7 m. Vraag 4 Vul in: Bij een horizontale worp blijft de van de snelheid altijd constant. x-component o y-component o hoek Een horizontale worp is een beweging met contant snelheid in de x-richting en een valbeweging (=eenparig versneld) in de y-richting. De x-component blijft dus constant en de y-component verandert. Vraag 5 Een voorwerp wordt met een snelheid van 2,4 ms-1 horizontaal weggegooid en komt 0,30 s later op de grond terecht. Hoe groot is de y-component van de snelheid op dat moment? o 0,72 m/s o 1,5 m/s 2,9 m/s In de y-richting is een horizontale worp een valbeweging: Een eenparig versnelde beweging met a=9,81 m/s 2. 0,30 s lang versnellen met 9,81 m/s levert een snelheid van 0,30 9,81=2,9 m/s.
2 Vraag 6 Hoe groot is de snelheid waarmee het voorwerp uit de vorige vraag de grond raakt? o 2,9 m/s 3,8 m/s o 5,3 m/s De snelheid bestaat uit twee componenten: vx=2,4 m/s (staat in de vraag) en vy=2,943 m/s (antwoord van de vorige vraag). Met de stelling van Phythagoras volgt v= (vx2 + vy 2), v= (2,42+2,9432) = 3,8 m/s Vraag 7 Een radiaal is een alternatieve eenheid voor o lengte o straallengte hoek Een radiaal is een alternatief voor de graad als eenheid voor het weergeven van hoeken. Vraag 8 Hoeveel graden is 1,00 radialen? 57,3 o o 115 o o 180 o 2π radialen is gelijk aan 360 o. 1 radiaal is dus 360/2π = 360/6,283.. = 57,3 o Vraag 9 Hoeveel radialen is 90 o precies (niet afgerond?) o ¼π rad ½π rad o 90 rad 2π radialen is gelijk aan 360 o. 90 is een kwart van 360. Een kwart van 2π is ½π rad. Vraag 10 Wat is de eenheid die in de natuurkunde gewoonlijk gebruikt wordt voor hoeksnelheid? o m/s o o /s rad/s Hoeksnelheid geeft aan welke hoek in een bepaalde tijd wordt afgelegd. De eenheid is dus "hoek per seconde". Het is gebruikelijk om hoeken bij cirkelbewegingen te meten in radialen vandaar: rad s -1 Vraag 11 Een draaiend fietswiel met een straal van 0,33 m doet 0,83 s over een rondje. Hoe groot is de omloopsfrequentie? o 1,83 Hz o 0,83 Hz 1,2 Hz De frequentie is 1 gedeeld door de omloopstijd. De omloopstijd is 0,83 s. 1/0,83 = 1,2048 Hertz. Afgerond 1,2 Hz Vraag 12 Wat is de grootte van de baansnelheid van de buitenrand van het fietswiel uit de vorige vraag? 2,5 m/s o 1,2 m/s o 1,0 m/s Tijdens een omwenteling legt de buitenkant 2πr af in tijd T. Voor de snelheid geldt: v baan =2πr/T. Invullen van r=0,33 m en T=0,83 s geeft v baan =2,498 ms -1. Afronden op twee cijfers
3 Groep (klas 5), deel 2 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 4 paragraaf 4 t/m 6, Kromlijnige bewegingen (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Een massa van 1,0 kg wordt aan een touw van 1,0 m rondgeslingerd met 3,0 omwentelingen per seconde. Hoe groot is F mpz. o 9,0 N o 1, N 3, N De hoeksnelheid ω is 2π 3,0 = 18,85 rad/s. Invullen van F mpz =mω 2 r (met r = 1,0 m) geeft 355,31 N. Afgerond 3, N Vraag 2 Is deze stelling waar of niet: Bij gelijkblijvende baansnelheid geldt dat hoe groter de straal, hoe groter de middelpuntzoekende kracht. o waar niet waar o hangt van situatie af De formule luidt: F mpz =mv 2 /r. In deze formule zijn F mpz en r omgekeerd evenredig. Als r groter wordt, wordt F mpz juist kleiner. De stelling is dus niet waar. Vraag 3 Is deze stelling waar of niet: Bij gelijkblijvende hoeksnelheid geldt dat hoe groter de straal, hoe groter de middelpuntzoekende kracht. waar o niet waar o hangt van situatie af De formule luidt: F mpz =mω 2 r. In deze formule zijn F mpz en r evenredig. Als r groter wordt, wordt F mpz ook groter. De stelling is dus waar. Vraag 4 Een slinger wordt verticaal rondgeslingerd met constante snelheid (zodat hij over steeds over de kop gaat). Op welk punt in de baan is F mpz het grootst? o Boven o Onder Overal gelijk Aangezien hij met constante snelheid beweegt en r steeds constant is is de grootte van de middelpuntzoekende kracht ook constant. Vraag 5 Over dezelfde slinger: Op welk punt in de baan is F span in het touw het grootst? o Boven Onder o Overal gelijk De middelpuntzoekende kracht wordt geleverd door de zwaartekracht en de spankracht in touw. Bovenin neemt de zwaartekracht een deel van de middelpuntzoekende kracht voor zijn rekening, onderin werkt de zwaartekracht juist tegen en moet de spankracht het grootste zijn.
4 Vraag 6 Massa A (2,0 kg) oefent een gravitatiekracht uit op massa B (0,10 kg). De afstand tussen A en B is 5,0 m. Hoe groot is deze kracht? o 0,98 N 5, N De formule luidt: F grav =G m 1 m 2 /r 2. Invullen van m 1 =2,0 kg, m 2 =0,1 kg, G=6, Nm 2 kg -2 en r=5,0 m geeft F grav =5, N. Afronden op twee cijfers. Vraag 7 Wat voor soort verband bestaat er tussen de zwaartekracht en de afstand? o evenredig o omgekeerd evenredig omgekeerd kwadratisch De formule luidt: F grav =G m 1 m 2 /r 2. Als r twee keer zo groot wordt wordtf grav vier keer zo klein. Omgekeerd kwadratisch evenredig dus. Vraag 8 Het verband tussen afstand tot de zon en omloopstijd kan worden afgeleid door uit te gaan van F mpz = F grav o F mpz = 0 o F grav = constant De middelpuntzoekende kracht die nodig in om een planeet zijn rondjes te laten maken wordt geleverd door de zwaartekracht die de planeet van de zon ondervindt. Door deze krachten gelijk te stellen kan de derde wet van Kepler worden afgeleid. Vraag 9 Heeft de massa van een planeet invloed op de omloopstijd van de planeet om de zon? o Ja Nee o Hangt van afstand af De massa (m) van een planeet die in de formules voor F mpz en F grav voorkomt valt weg als de twee aan elkaar gelijk gesteld worden. De massa van de planeet maakt dus niks uit. Vraag 10 Voor een satelliet in een geostationaire baan geldt: ω satelliet =ω aarde o ω satelliet =0 o ω satelliet =constant Een geostationaire baan wil zeggen dat een satelliet zich altijd boven hetzelfde punt op het aardoppervlak bevindt. De satelliet moet dus meedraaien met de aarde met dezelfde hoeksnelheid. Vraag 11 Als een satelliet in een hogere baan komt wordt de omloopstijd groter o kleiner o blijft gelijk Ook voor satellietbanen geldt r 3 /T 2 =constant. Als r toeneemt, moet T ook toenemen. De omloopstijd wordt dus groter.
5 Vraag 12 Het symbool r wat in formules over satellietbanen voorkomt staat voor de afstand van de satelliet tot o aardoppervlak middelpunt aarde o dampkring Het symbool r staat voor de straal van de cirkel bij een cirkelbeweging. Het symbool r staat voor de afstand tussen twee zwaartepunten bij berekening van gravitatiekracht. In allebei de gevallen dus de afstand van de satelliet tot het middelpunt van de aarde.
6 Groep (klas 6), deel 1 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 4 paragraaf 1 t/m 4, Radioactiviteit (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Als ioniserende straling door een gas heen gaat kan dit gas worden. o radioactief geleidend o vloeibaar Ioniserende straling zorgt ervoor dat de atomen van het gas geïoniseerd worden. Hierdoor geleidt kan het gas elektriciteit geleiden. Vraag 2 Welke van onderstaande stralingsoorten bestaat uit geladen deeltjes? α-straling o röntgenstraling o γ-straling α-straling bestaat uit heliumkernen met een lading van 2+. Röntgenstraling en γ-straling zijn vormen van elektromagnetische straling bestaande uit ongeladen fotonen. Vraag 3 Welke van onderstaande stralingsoorten komt vrij als elektronen met grote snelheid tegen een metaal botsen? o α-straling röntgenstraling o γ-straling Röntgenstraling wordt in een röntgenbuis opgewekt door elektronen tegen een stuk metaal aan te laten botsen. Vraag 4 Hoeveel protonen zitten er in de stof Fe-56? o 56 o Het atoomnummer van Fe (=ijzer) is 26. Dit is te vinden in het periodiek systeem in BINAS, tabel 99. Het atoomnummer is hetzelfde als de lading van de kern en het aantal protonen in de kern. Vraag 5 Hoeveel neutronen zitten er in de stof Fe-56? o o 26 Het massagetal van Fe-56 is 56. Hiervan komt 26 voor rekening van de protonen in de kern, de rest zijn neutronen =30 neutronen dus. Vraag 6 Hoeveel elektronen draaien er om de kern van een neutraal Fe-56 atoom? o 56 o Bij een neutraal atoom is het aantal elektronen gelijk aan de lading van de kern: 26 elektronen dus.
7 Vraag 7 Welke isotopen van de koolstof (atoomnummer 6) zijn stabiel? o C-10 en C-14 C-12 en C-13 o C-12 en C-14 Zie BINAS tabel 25: Van koolstof bestaan 2 stabiele isotopen die niet vervallen C12 en C13. Vraag 8 Het spontaan veranderen van een atoomkern in een andere atoomkern onder uitzending van één of meerdere deeltjes wordt ook wel genoemd. verval o mutatie o transmutatie Vervallen is het spontaan veranderen van een atoomkern in een andere kern. Vraag 9 Welke isotoop van zuurstof komt het meest op aarde voor? O-16 o O-17 o O-18 Zie BINAS tabel 25: 99,76% van de zuurstof op aarde is O-16. Vraag 10 Welke isotoop ontstaat bij het verval van Cesium-137? o Xe-137 o I-133 Ba-137 Cesium heeft atoomnummer 55. BINAS tabel 25 staat dat Cs-137 vervalt onder uitzending van β- straling. Opschrijven en kloppend maken van de vervalreactie geeft Barium-137 als vervalproduct. Vraag 11 Welke isotoop ontstaat bij het verval van Thallium-201? o Pb-202 Hg-201 o Tl-202 Thallium heeft atoomnummer 81. In BINAS tabel 25 staat dat Tl-201 vervalt onder K-vangst. Opschrijven en kloppend maken van de vervalreactie geeft Kwik-201 als vervalproduct. Vraag 12 Wat is het vervalproduct bij het verval van een Plutonium-241-kern? o U-237 én Am-241 U-237 óf Am-241 o geen van beide Als er twee mogelijke vervalsoorten zijn zoals bij Plutonium-241 (α en β-) zal per kern maar één van beide plaatsvinden. Toeval bepaald welke van de twee.
8 Vraag 13 Wat is de halveringstijd van Fosfor-33 o 12 dagen 25 dagen o 50 dagen De halveringstijd van fosfor-33 (symbool P, atoomnummer 15) staat in BINAS tabel 28: 25 dagen. Vraag 14 Je begint met een hoeveelheid van 100 mg Fosfor-33. Na hoeveel tijd is 75 mg hiervan vervallen? o 25 dagen 50 dagen o 100 dagen Als 75% vervallen is heb je nog maar 25% over. Dit betekent dat de beginhoeveelheid 2x gehalveerd is. Dit duurt twee halveringstijden dus 50 dagen. Vraag 15 Hoeveel van de 100 mg fosfor-33 is er nog over na een jaar? 4, mg o 5, mg o 6, mg De formule luidt: N=N0 ½t/ τ Invullen van N0=100 mg, τ=25 dagen en t=365 dagen geeft N=4, mg. Afronden op twee cijfers geeft 4, mg. Vraag 16 Een Geiger-Müller teller wordt bij een stuk radioactief materiaal gehouden en ontvangt gemiddeld 200 tikken per seconde. Hoe groot is de activiteit van het materiaal? o < 200 Bq o 200 Bq > 200 Bq De Geiger-Mullerteller registreert altijd maar een deel van de door het materiaal uitgezonden deeltjes. De activiteit van het materiaal zal dus hoger liggen dan 200 Bq. Vraag 17 Hoe groter de halfwaardetijd van een stof hoe de activiteit van een gegeven hoeveelheid kernen van die stof. kleiner o groter o maakt niks uit Een langere halfwaardetijd betekent dat het langer duurt voordat een kern vervalt. Er vervallen dan dus ook minder kernen per seconde dus de activiteit is kleiner. Vraag 18 In een stuk materiaal zijn 3, radioactieve kernen met een halfwaardetijd van 7,5 jaar aanwezig. Wat is de activiteit van het materiaal? o 6, Bq 8, Bq o 1, Bq De formule luidt A=ln(2) N/τ. Invullen van N=3, en τ=7, = s geeft A= 8, Bq
9 Groep (klas 6), deel 2 Meerkeuzevragen + bijbehorende antwoorden aansluitend op hoofdstuk 4 paragraaf 5 t/m 8, Radioactiviteit (Systematische Natuurkunde) Vraag 1 Hoe wordt de gemiddelde lengte die een deeltje in een materiaal aflegt voordat het geabsorbeerd wordt genoemd. o weglengte dracht o afgelegde weg Dracht is de officiele naam voor de gemiddelde afgelegde weglengte in een materiaal. Vraag 2 Welke van onderstaande stralingssoorten dringt het diepste ergens in door? o α-straling o β-straling γ-straling γ-straling heeft de grootste dracht en dringt het diepst door van de genoemde stralingsoorten. Vraag 3 Welke van onderstaande stralingssoorten heeft het grootste ioniserend vermogen? α-straling o β-straling o γ-straling α-straling is het beste in staat om atomen te ioniseren. Vraag 4 Om te bepalen aan hoeveel straling een medewerker in een kerncentrale tijdens zijn werk is blootgesteld wordt meestal een gebruikt. o Geigerteller badge o dradenkamer Een badge meet de totale hoeveelheid straling die iemand in een bepaalde periode oploopt. De badge wordt continu gedragen door mensen die in hun werk met ioniserende straling werken. Vraag 5 Als iemand op zijn lichaam een radioactieve besmetting heeft opgelopen dan is met een te vinden waar op zijn lichaam de besmetting zit. Geigerteller o badge o dradenkamer Een Geigerteller, ook wel Geiger-Müllerteller of GM-teller. Geeft een tikken als er een ioniserend deeltjes gedetecteerd worden. Door de teller langs het lichaam te halen kan zo makkelijk de bron worden opgespoord. Vraag 6 Om van een deeltje ontstaan bij een kernreactie te meten welke weg het precies volgt gebruiken wetenschappers een o Geigerteller o badge dradenkamer Met een dradenkamer kan niet alleen gedetecteerd worden dat er een ioniserend deeltje langskomt maar ook waar en welke weg het deeltje volgt.
10 Vraag 7 Iemand loopt 0,8 msv aan straling op. Hoe gevaarlijk is dit? o zeer gevaarlijk o acceptabel o totaal ongevaarlijk Zie BINAS tabel 27G en 27H. 0,8 msv is ongeveer de dosisequivalent die je oploopt bij het maken van een röntgenfoto. Het effect is zeer klein en van dezelfde orde van grootte als de straling die je sowieso in het dagelijks leven oploopt (2 msv jaarlijks) Vraag 8 Bij welke van onderstaande stralingssoorten is de factor Q in de berekening van het dosisequivalent het grootst? α-straling o β-straling o γ-straling Voor α-straling geldt Q=20. Voor alle andere stralingsoorten geldt Q=1. Het is dus gevaarlijker om α-straling te absorberen dan andere soorten straling. Vraag 9 Door een vergissing bij een experiment met radioactieve stoffen staat je lichaam (50 kg) bloot aan γ- straling. Je absorbeert in totaal 1,5 J aan straling. Bereken de dosisequivalent die je lichaam oploopt. o 5,0 msv o 10 msv 30 msv De formule luidt: H=Q E/m. Invullen van Q=1 (γ-straling), E=1,5 J en m=50 kg volgt H=0,03 Sv. Dit is 30 msv. Dit is niet meteen schadelijk maar wel een onacceptabel grote dosis. Vraag 10 Om voedsel langer houdbaar te maken wordt het o geïoniseerd o besmet bestraald Voedsel wordt bestraald om bacteriën te doden. Het voedsel komt niet in aanraking met radioactief materiaal zelf en wordt dus niet besmet. Vraag 11 Nadat gammastraling met een energie van 5,0 MeV door een aluminium plaat heen is gegaan blijkt 75% van de straling te zijn geabsorbeerd. Wat is de dikte van de plaat? o 6,8 cm o 9,0 cm 18 cm In BINAS tabel 28E staat dat de halveringsdikte voor aluminium 9,0 cm is voor straling van 5,0 MeV. Er is nog maar 25% van de straling over dus het is twee keer gehalveerd: 18 cm dikte dus. Vraag 12 De techniek waarbij een tumor diep in het lichaam wordt bestraald door een radioactieve bron in de buurt van de tumor in te brengen wordt ook wel bestraling genoemd. o therapeutische o inwendige o gamma- Bij inwendige bestraling wordt een bron in het lichaam zelf gebracht in de buurt van de tumor. Bij uitwendige bestraling bevindt de bron zich buiten het lichaam.
Hoofdstuk 9: Radioactiviteit
Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatie5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat
Nadere informatieIoniserende straling - samenvatting
Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het
Nadere informatieHoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder
Nadere informatieHoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Domein B2
Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,
Nadere informatieSamenvatting H5 straling Natuurkunde
Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen
Nadere informatieStabiliteit van atoomkernen
Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Ioniserende straling
Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)
Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve
Nadere informatieInleiding stralingsfysica
Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt
Nadere informatieRadioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.
H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele
Nadere informatieDe hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40
berekend. De meetresultaten zijn verwerkt in figuur. figuur De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40 3 vond men daarin 3,6 0 atomen radon. 8 Bereken het volume van
Nadere informatie1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.
Domein F: Moderne fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm. Bereken de energie van het foton in ev. E = h c/λ (1) E = (6,63 10-34 3 10 8 )/(589
Nadere informatie- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H7 --- 26/11/10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven; totaal 32 punten. Opgave 1: gasontladingsbuis (4 p) In een gasontladingsbuis (zoals een TL-buis) zijn het gassen die
Nadere informatieOpgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.
Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief
Nadere informatieH8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling
Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatieNATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.
NATUURKUNDE KLAS 5, INHAALPROEFWERK H7, 02/12/10 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 32 punten. (NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM!) Opgave 1: Kwiklamp (17
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 5
Uitwerkingen opgaven hodstuk 5 5.1 Kernreacties Opgave 1 a Zie BINAS tabel 40A. Krypton heeft symbool Kr en atoomnummer 36 krypton 81 = 81 36 Kr 81 0 81 De vergelijking voor de K-vangst is: 36Kr 1e 35X
Nadere informatieFysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum
Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT
Nadere informatieH7+8 kort les.notebook June 05, 2018
H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water
Nadere informatieHoofdstuk 1: Radioactiviteit
Hoofdstuk 1: Radioactiviteit Inleiding Het is belangrijk iets te weten over wat we in de natuurkunde radioactiviteit noemen. Ongetwijfeld heb je, zonder er direct mee in aanraking te zijn geweest, er ergens
Nadere informatieBegripsvragen: Radioactiviteit
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.6 Radioactiviteit Begripsvragen: Radioactiviteit 1 Meerkeuzevragen Ioniserende straling 1 [H/V] Op welke
Nadere informatie1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.
SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen
Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 rillingen en cirkelbewegingen Samenvatting door Daphne 1607 woorden 15 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting
Nadere informatieoefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen
Nadere informatieAandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo
Aandachtspunten voor het eindexamen natuurkunde vwo Algemeen Thuis: Oefen thuis met Binas. Geef belangrijke tabellen aan met (blanco) post-its. Neem thuis Binas nog eens door om te kijken waar wat staat.
Nadere informatieCIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO
CIRKELBEWEGING & GRAVITATIE VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven
Nadere informatie6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Ioniserende straling; eigenschappen en detectie Opgave 1 a Zie figuur 6.1. Figuur 6.1 Als je met het vliegtuig gaat, ontvang je de meeste straling, omdat je je op een
Nadere informatieExamentraining 2015. Leerlingmateriaal
Examentraining 2015 Leerlingmateriaal Vak Natuurkunde Klas 5 havo Bloknummer Docent(en) Blok IV Medische beeldvorming (B2) WAN Domein B: Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2: Straling en gezondheid
Nadere informatieOpgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is
Nadere informatieWetenschappelijke Begrippen
Wetenschappelijke Begrippen Isotoop Als twee soorten atoomkernen hetzelfde aantal protonen heeft (en dus van hetzelfde element zijn), maar een ander aantal neutronen (en dus een andere massa), dan noemen
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatieUitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.
Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer
Nadere informatiea Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van
Toets v-08 Radioactiviteit 1 / 5 1 Protactinium 238 U vervalt in veel stappen tot 206 Pb. a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic
Nadere informatieExact Periode 7 Radioactiviteit Druk
Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk Exact periode 7 Radioactiviteit Druk Exact Periode 7 2 Natuurlijke radioactiviteit Met natuurlijke radioactiviteit wordt bedoeld: radioactiviteit die niet kunstmatig
Nadere informatieOpgave 1 Koolstof-14-methode
Eindexamen havo natuurkunde pilot 04-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Koolstof-4-methode maximumscore 3 antwoord: aantal aantal aantal massa halveringstijd
Nadere informatieBestaand (les)materiaal. Loran de Vries
Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven
Nadere informatieRadioactiviteit. Een paar gegevens:
Radioactiviteit Een paar gegevens: 1 MeV = 1,6 10 13 J. In de stralingshygiëne kent men aan -straling een weegfactor 20 toe; aan - en -straling een weegfactor 1. Plutonium-238 zendt -stralen uit. De halveringstijd
Nadere informatieUitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)
Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit
Nadere informatieHoofdstuk 8 Hemelmechanica. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 8 Hemelmechanica Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 Gravitatie Geocentrisch wereldbeeld - Aarde middelpunt van heelal - Sterren bewegen om de aarde Heliocentrisch wereldbeeld
Nadere informatieFysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum
Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I
Eindexamen natuurkunde -2 havo 200-I 4 Antwoordmodel Opgave Rolweerstand Maximumscore 5 voorbeeld van een juiste grafiek: F rol (N) 40 20 00 80 60 40 20 0 0 200 400 600 800 000 200 m (kg) de schaalverdeling
Nadere informatie21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)
3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 en 7 Tijdsduur: Versie: 90 minuten A Vragen: 20 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I
Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II
Eindexamen natuurkunde - vwo 00-II Opgave Sellafield Maximumscore voorbeeld van een antwoord: U ( n) Cs ( x n) Rb. 9 0 55 0 7 (Het andere element is dus Rb.) berekenen van het atoomnummer consequente keuze
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Opgave 1 Lord of the Flies Lees eerst de tekst in het kader. Er bestaan twee soorten brillenglazen: - bolle (met een positieve sterkte) en - holle (met een negatieve sterkte). In de figuren hiernaast is
Nadere informatiePositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica
PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 + zonnestelsel en heelal
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 + zonnestelsel en heelal Samenvatting door C. 1741 woorden 24 juni 2016 1,4 1 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nu voor straks Natuurkunde H7 + Zonnestelsel en
Nadere informatienatuurkunde vwo 2018-II
Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid
Nadere informatienatuurkunde vwo 2019-II
Pariser Kanone maximumscore 3 uitkomst: L = 34 m (met een marge van m) voorbeeld van een bepaling: De lengte van de loop is gelijk aan de door de granaat afgelegde weg. Deze volgt uit de oppervlakte onder
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot vwo I
Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - I Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opgave Splijtsof opsporen met neutrino s maximumscore 3 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n of 9 0 56 36 0 35 47 87 U+ n Ba+ Kr+ n één
Nadere informatieJe geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.
Examen HAVO 2008 tijdvak 1 vrijdag 23 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 14 tot en met 23 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele
Nadere informatiegelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.
1 Atoombouw 1.1 Atoomnummer en massagetal Er bestaan vele miljoenen verschillende stoffen, die allemaal zijn opgebouwd uit ongeveer 100 verschillende atomen. Deze atomen zijn zelf ook weer opgebouwd uit
Nadere informatie2 Van 1 liter vloeistof wordt door koken 1000 liter damp gemaakt.
Domein E: Materie en energie Subdomein: Energie 1 De dichtheid van een kubus P is 10 keer zo groot als de dichtheid van een kubus Q. De ribbe van kubus Q is 10 keer zo groot als de ribbe van kubus P. Hoe
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2008-I
Eindexamen natuurkunde - vwo 008-I Beoordelingsmodel Opgave Kerncentrale maximumscore In een reactor met een constant vermogen wordt elke splijting gevolgd door één nieuwe splijting (zodat de vermenigvuldigingsfactor
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot havo 2010 - I
Opgave 1 Eliica De Eliica (figuur 1) is een supersnelle figuur 1 elektrische auto. Hij heeft acht wielen en elk wiel wordt aangedreven door een elektromotor. In de accu s kan in totaal 55 kwh elektrische
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m
Nadere informatienatuurkunde havo 2017-I
Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een
Nadere informatieJ De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:
Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)
Nadere informatieHulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle
Nadere informatieDe Zon. N.G. Schultheiss
1 De Zon N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module is direct vanaf de derde of vierde klas te volgen en wordt vervolgd met de module De Broglie of de module Zonnewind. Figuur 1.1: Een schema voor kernfusie
Nadere informatieIONISERENDE STRALING HAVO
IONISERENDE STRALING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven
Nadere informatieNationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING
Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons
Nadere informatienatuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex
Examen HAVO 2009 tijdvak 1 donderdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij
Nadere informatieOpgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II
Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II In de reactor binnen in het reactorgebouw van een kerncentrale komt warmte vrij door kernsplijtingen. Die warmte wordt afgevoerd door het water in het primaire
Nadere informatieLater heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.
Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die
Nadere informatienatuurkunde havo 2015-II
natuurkunde havo 05-II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Vleugel maimumscore antwoord: vier knopen en drie buiken, afwisselend afstand KB = afstand BK B maimumscore,70
Nadere informatieUitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAVO5 1
Uitwerkingen KeCo-selectie SET-D HAO5 1 KeCo W.2. (A) In een bekerglas wordt 400 ml water geschonken met een begintemperatuur van 1 C. In het water wordt een dompelaar geplaatst met een vermogen van 90
Nadere informatieNATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)
NATUURKUNDE - 5 VWO PROEFWERK H7 11/12/09 Het proefwerk bestaat uit 2 opgaven met samen 12 onderdelen en 36 punten. NB. Je mag GEEN gebruik maken van de CALC-intersect-functie van je GRM! Opgave 1 Kwiklamp
Nadere informatieIoniserende straling. Straling en gezondheid. Sectie natuurkunde - Thijs Harleman 1
Ioniserende straling Straling en gezondheid Sectie natuurkunde - Thijs Harleman 1 Inleiding: Fukushima Het kernongeluk van Fukushima vond plaats in de kerncentrale Fukushima I in Japan, in de dagen volgend
Nadere informatie1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002
1 Leerlingproject: Kosmische straling 28 februari 2002 1 Kosmische straling Onder kosmische straling verstaan we geladen deeltjes die vanuit de ruimte op de aarde terecht komen. Kosmische straling is onder
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II
Eindexamen natuurkunde - havo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Fietsdynamo uitkomst: f = 49 Hz (met een marge van Hz) Twee perioden duren 47 6 = 4 ms; voor één periode geldt: T = Dus f = = = 49 Hz. - T 0,5
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo I
Opgave 1 Tsjernobyl, ruim 20 jaar later In 1986 ontplofte in Tsjernobyl een kernreactor. Grote hoeveelheden radioactieve stoffen werden bij dit ongeluk de lucht in geblazen. Door de wind verspreidden de
Nadere informatieIONISERENDE STRALING VWO
IONISERENDE STRALING VWO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is gratis te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan
Nadere informatieToets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde
Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt:
Nadere informatieHoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende
Nadere informatieEindexamen natuurkunde pilot havo I
Beoordelingsmodel Opgave Tsjernobyl, ruim 0 jaar later maximumscore 3 uitkomst: Het percentage Cs-37 dat in het gebied terechtkwam, is 7,%. voorbeelden van een berekening: methode 3 6 6 5 De totale activiteit
Nadere informatie1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw
1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 Mieke Blaauw 2 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj 2018 1-3 Atoombouw en verval 4,5 Wisselwerking van straling met materie en afscherming 6-9 Röntgentoestellen,
Nadere informatie1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten?
Domein F: Moderne Fysica Subdomein: Atoomfysica 1 Welk van onderstaande schakelingen is geschikt om de remspanning te meten? 2 Bekijk de volgende beweringen. 1 In een fotocel worden elektronen geëmitteerd
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatieExamen HAVO. natuurkunde (pilot) tijdvak 1 vrijdag 28 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 1 vrijdag 28 mei 13.30-16.30 uur natuurkunde (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen.
Nadere informatieRadioactiviteit enkele begrippen
044 1 Radioactiviteit enkele begrippen Na het ongeval in de kerncentrale in Tsjernobyl (USSR) op 26 april 1986 is gebleken dat er behoefte bestaat de kennis omtrent radioactiviteit voor een breder publiek
Nadere informatieHoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende
Nadere informatieExact Periode 5. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische
Nadere informatieDosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e
13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling
Nadere informatieAtoommodel van Rutherford
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij
Nadere informatieExact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht
Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-II
Eindexamen natuurkunde vwo 007-II Beoordelingsmodel Opgave Koperstapeling maximumscore 3 64 64 0 64 64 Cu Zn + β ( + γ) of: Cu Zn + e 9 30 het elektron rechts van de pijl Zn als vervalproduct (mits verkregen
Nadere informatieDeze methoden worden vaak naar elkaar toegepast. Extraheren -> Filtreren -> Indampen.
Samenvatting door Lotte 2524 woorden 19 juni 2015 7,4 82 keer beoordeeld Vak NaSk 1 1 Stoffen gebruik je bij alles wat je doet. Veel van deze stoffen komen uit de natuur, deze zijn vaak niet zuiver maar
Nadere informatieIn de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).
2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatie