De Relatie tussen Persoon-Organisatie Fit, Werkbevlogenheid. en Taak- & Contextuele Prestatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Relatie tussen Persoon-Organisatie Fit, Werkbevlogenheid. en Taak- & Contextuele Prestatie"

Transcriptie

1 De Relatie tussen Persoon-Organisatie Fit, Werkbevlogenheid en Taak- & Contextuele Prestatie Anne Monsanto Universiteit van Amsterdam Begeleider: mw M.E.E. de Goede Studentkaartnr: Aantal woorden: 4.687

2 Abstract Dit onderzoek richtte zich op de relatie tussen verschillende soorten persoonorganisatie fit en taak- en contextuele prestatie, gemediëerd door werkbevlogenheid. Er wordt gesteld dat complementaire fit taakprestatie voorspelt en supplementaire fit contextuele prestatie. Een combinatie van persoon-organisatie fit en Job Demand- Respources Model werd voorgesteld om werkbevlogenheid als verklarende factor te introduceren. Op basis hiervan was een vragenlijstonderzoek (N=99) onder Nederlandse werknemers uitgezet. Regressie-analyse is uitgevoerd om hypotheses te toetsen. Hoewel de hypotheses niet uitkomen, blijkt uit exploratieve analyses dat persoon-organisatie fit een indirect effect heeft op prestatie door werkbevlogenheid. Hierop worden voorzichtige conclusies gebaseerd m.b.t. theoretische en praktische implicaties. Organisaties moeten ervoor zorgen dat werknemers goed in de organisatie passen, zodat de kans groot is dat ze bevlogen aan het werk blijven.

3 De Relatie tussen Persoon-Organisatie Fit, Werkbevlogenheid en Prestatie Persoon-organisatie fit (P-O fit) is een veelbesproken onderwerp in de arbeid- en organisatiepsychologie, omdat werknemers op basis van ervaren fit met een organisatie kiezen voor een bepaalde werkplek (Judge & Cable, 1997) of ervoor kiezen deze werkplek weer te verlaten (Cable & Judge, 1996). Werknemers gebruiken ervaren fit dus om zich door het organisationele leven te manouvreren. In essentie betekent P-O fit dat de karakteristieken van de organisatie in potentie overeenkomen met of aansluiten bij de karakteristieken van het individu en dat attituden en gedragingen beïnvloed worden door de interactie tussen individu en organisatie. Het is belangrijk te begrijpen hoe P-O fit werkt omdat het positieve uitkomsten als gevolg heeft, zoals baantevredenheid, organisationele betrokkenheid, intentie te blijven bij de organisatie, contextuele prestatie en taakprestatie (Kristof-Brown, Zimmerman & Johnson, 2005; Edwards & Cable, 2009; Greguras & Diefendorff, 2009; Yu, 2016). Vooral de relatie met taak- en contextuele prestatie is voor organisaties interessant, omdat dit direct bijdraagt aan het behalen van organisationele doelen en de cultuur waarin dit gebeurt, zodat de technische werkzaamheden efficiënt uitgevoerd kunnen worden (Borman & Motowidlo, 1997). Er is echter nog niet voldoende onderzoek gedaan naar de mechanismen waardoor deze relatie tot stand komt. Een mogelijke verklaring voor de relatie tussen P-O fit en prestatie is werkbevlogenheid. Werkbevlogenheid wordt gedefinieerd als een positieve, vervullende, werk-gerelateerde mindset die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie (Bakker & Demerouti, 2008). Bevlogen werknemers zijn meer gefocust en ervaren veel positieve emoties, wat invloed kan hebben op hun prestatie (Demerouti & Bakker, 2008). Werkbevlogenheid wordt veroorzaakt door een combinatie tussen taakeisen en werkhulpbronnen (Job Demands-Resources Model;

4 Bakker & Demerouti, 2007). Werkbevlogenheid leidt tot positieve organisationele uitkomsten zoals baantevredenheid, productiviteit en betrokkenheid. P-O fit kan gezien worden als een fit tussen taakeisen en hulpbronnen, waardoor P-O fit zou kunnen leiden tot werkbevlogenheid. Volgens deze redenering medieert werkbevlogenheid dus de relatie tussen P-O fit en prestatie. Het doel van dit onderzoek is 1) het repliceren van eerder onderzoek dat verschillende componenten van P-O fit verschillende soorten prestatie voorspellen en 2) aantonen dat de relatie tussen P-O fit en prestatie wordt gemediëerd door werkbevlogenheid, aan de hand van het leggen van een link tussen P-O fit en het Job Demands-Resource (JDR)-model van Bakker en Demerouti (2007). Dit artikel draagt bij aan de wetenschappelijke literatuur door meer licht te schijnen op de relatie tussen P-O fit en prestatie door bestaande theorieën van werkstress en P-O fit te verenigen om zo tot een meer geïntegreerd beeld van P-O fit te komen. Daarnaast kunnen de resultaten van dit onderzoek managers in organisaties helpen prestatie te managen door middel van P-O fit. Daarom wordt in deze vragenlijststudie onderzocht of werkbevlogenheid de relatie tussen P-O fit en prestatie mediëert. Persoon-Organisatie Fit P-O fit wordt gedefinieerd als de compatibiliteit tussen individuen en organisaties die teweeg wordt gebracht wanneer ten minste één van de twee entiteiten voorziet wat de ander nodig heeft of ze beiden fundamentele karakteristieken delen (Kristof, 1996). Deze definitie beschrijft twee soorten fit: supplementaire en complementaire fit. Supplementaire fit behelst het delen van waarden met de organisatie, ook wel waardencongruentie (WC) genoemd. Een voorbeeld van een waarde die gedeeld wordt door werknemer en organisatie is teamgericht of innovatief

5 zijn. De complementaire fit komt tot stand wanneer de organisatie en de persoon elkaar kunnen geven wat de ander nodig heeft. Dit wordt onderverdeeld in Eisen- Mogelijkheden (E-M) en fit Behoeften-Aanbod (B-A) fit. E-M fit verwijst naar de fit tussen omgeving (oftewel baan) en individuele vaardigheden. Eisen zijn de objectieve en sociale geconstrueerde vereisten die een werknemer moet vervullen. Mogelijkheden includeren de vaardigheden, kennis, energie en andere persoonlijke hulpbronnen die de werknemer heeft om aan deze vereisten te voldoen. B-A fit is de tweede vorm van complementaire fit, die verwijst naar de fit tussen individuele behoeften en de mogelijkheid van de omgeving deze behoeften te vervullen in termen van beloningen. Behoeften zijn bewuste verlangens van het individu. Aanbod behelst een hoeveelheid, frequentie of kwaliteit van baankenmerken (zoals salaris, autonomie of veiligheid). Uit eerder onderzoek komt naar voren dat WC, B-A fit en E-M fit gerelateerd zijn aan baantevredenheid (Yu, 2016). Yu stelt een model voor waarin E-M fit en WC allebei een individuele invloed heeft op baantevredenheid, verklaard door B-A fit. Doordat organisationele eisen worden vervuld (E-M fit), kan de organisatie de werknemer geven wat hij nodig heeft (B-A fit), wat weer leidt tot baantevredenheid. Daarnaast stelt hij dat WC ook leidt tot bevrediging van behoeftes (B-A fit), wat weer leidt tot baantevredenheid. Dit model werd getest en E-M fit en WC heeft inderdaad een indirecte relatie met baantevredenheid via B-A fit. Daarnaast heeft WC ook een directe relatie met baantevredenheid. Er is echter in dit onderzoek niet gekeken naar andere uitkomsten dan baantevredenheid. Het is interessant om te kijken naar de relatie tussen P-O fit en prestatie omdat baantevredenheid een belangrijke antecedent is van prestatie. Dit blijkt uit het onderzoek van Edwards et al (2008). Zij stellen, op basis van de Social Exchange Theory, dat prestatie een manier is waarop werknemers terug kunnen geven aan de

6 organisatie, wanneer zij tevreden zijn over hun organisatie. Dit komt omdat mensen ernaar streven een balans te vinden in wat ze geven en ontvangen in een sociale uitwisseling. Meer baantevredenheid zal dus leiden tot meer prestatie. Om deze reden zal prestatie verder belicht worden. Prestatie Verschillende componenten van P-O fit hebben dan ook een andere relatie met componenten van prestatie, zoals verder uitgelegd zal worden. Er kunnen verschillende soorten prestatie onderscheiden worden, namelijk taakprestatie en contextuele prestatie. Taakprestatie is een vorm van prestatie waarbij werknemers direct bijdragen aan de technische kern van de organisatie door formele taakeisen van de organisatie te volbrengen (Borman & Motowidlo, 1997). Taakprestatie is belangrijk voor het behalen van doelen van de organisatie. Uit een meta-analyse van Hoffman, David & Woehr (2006), blijkt dat P-O fit, geoperationaliseerd als E-M fit en B-A fit een kleine relatie heeft met taakprestatie (ρ =.23). Deze relatie kan verklaard worden doordat taakprestatie vooral afhankelijk is van fit tussen de eisen van de organisatie en de vaardigheden van de werknemer, waardoor er wordt verwacht dat complementaire fit taakprestatie zal voorspellen. Hypothese 1a: Er is een positieve relatie tussen complementaire fit en taakprestatie. Een vorm van baanprestatie die niet direct te maken heeft met het vervullen van formele taakeisen is contextuele prestatie. Contextuele prestatie is spontaan, prosociaal gedrag dat gericht is op een positieve uitkomst voor een specifiek individu, zonder schijnbaar vooruitzicht op een extrinsieke beloning voor de persoon die het gedrag vertoont (Organ, Podsakoff & MacKenzie, 2005), zoals het helpen van collega s, het volgen van organisationele regels en procedures zelfs wanneer dit persoonlijk

7 ongelukkig uitkomt en het vrijwillig aanbieden taken te volbrengen die niet formeel deel zijn van het werk. Contextuele prestatie is belangrijk voor een organisatie omdat het bijdraagt aan het organisationele klimaat en de cultuur zodat de technische werkzaamheden effectief en efficiënt uitgevoerd kunnen worden (Borman & Motowidlo, 1997). Goodman en Syvantek (1999) stellen dat de discrepantie tussen huidige en ideale organisationele cultuur van een werknemer contextuele prestatie voorspelt, omdat waardencongruentie kan leiden tot hechte relaties, positief affect en verbondenheid (O Reilly, Chatman & Caldwell, 1991). Uit de meta-analyse van Kristof- Brown, Zimmerman en Johnson (2005) wordt geconcludeerd uit 13 studies (N = 2,122) dat er een middelgrote relatie bestaat tussen waardencongruentie en contextuele prestatie (r =.27). De hypothese die voortbouwt op dit eerdere onderzoek is dus: Hypothese 1b: Er is een positieve relatie tussen supplementaire fit en contextuele prestatie. Om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen P-O fit en prestatie, zal in dit artikel de mediërende rol van werkbevlogenheid besproken worden. Werkbevlogenheid en Prestatie Een mogelijke verklaring voor de relatie tussen P-O fit en prestatie is werkbevlogenheid. Werkbevlogenheid wordt gedefinieerd als een positieve, vervullende, werk-gerelateerde mindset die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie (Bakker & Demerouti, 2008). Vitaliteit verwijst naar het hebben van veel energie en mentale weerbaarheid bij mogelijke tegenslagen. Toewijding verwijst naar het gevoel van betekenis, enthousiasme, inspiratie en trots die men voelt bij zijn werk. Absorptie wordt gekarakteriseerd door het volledig geconcentreerd bezig zijn met werk, waarbij de tijd snel voorbij gaat en men moeite heeft met zich losmaken

8 van het werk. Uit onderzoek (Tauris, Schaufeli & Shimzu, 2010) komt naar voren dat bevlogen werknemers minder stress en meer gezondheid rapporteren. Daarnaast hebben ze meer baan- en levenstevredenheid. Bevlogen werknemers worden dus gezien als gelukkige werknemers. Een meta-analyse naar de relatie tussen werkbevlogenheid en taak- en contextuele prestatie stelt dat werkbevlogenheid een positief verband heeft met beiden (Christian, Garza & Slaughter, 2011). Taakprestatie behelst het uitvoeren van technische taken; werkbevlogen werknemers zijn alerter en daarom meer gefocust op hun werk. Hierdoor zou er een positieve relatie zijn tussen werkbevlogen werknemers en taakprestatie. Daarnaast hebben werknemers die meer van hun persoonlijke zelf investeren in hun werkrol, een breder idee van die rol en stappen makkelijker buiten die rol om de organisatie als geheel en de collega s daarbinnen (Rich et al, 2010). Christian, Garza & Slaughter (2011) bevestigen de verbanden tussen werkbevlogenheid, taakprestatie (Mρ =.43) en contextuele prestatie (Mρ =.34). In de volgende paragraaf zal worden uitgelegd hoe P-O fit zich verhoudt tot werkbevlogenheid. Persoon-Organisatie Fit en Werkbevlogenheid De relatie tussen P-O fit en werkbevlogenheid kan verklaard worden aan de hand van het Job-Demands Resources model (JD-R-model; Demerouti & Bakker, 2007). Demerouti en Bakker stellen in het JD-R model (zie Figuur 1) dat er twee werkkarakteristieken bestaan die twee psychologisch verschillende processen in werking stellen. Enerzijds bestaat een pad met taakeisen de werknemer fysieke, emotionele of mentale moeite kost om ze te volbrengen. Hierbij kan gedacht worden aan het behalen van deadlines, werkdruk e.d.). Taakeisen zijn negatief wanneer ze de capaciteiten van de werknemer taxeren en ze kunnen leiden tot negatieve

9 organisationele uitkomsten zoals langdurige stress en burn-out. Anderzijds bestaat het pad met emotionele, mentale of fysieke hulpbronnen die worden geboden door de organisatie op organisationeel niveau (in de vorm van bijvoorbeeld salaris of carrièremogelijkheden), interpersoonlijk niveau (in de vorm van bijvoorbeeld sociale ondersteuning van collega s of leidinggevenden) en taakniveau plaatsvinden (in de vorm van bijvoorbeeld feedback op prestatie en variatie in te gebruiken vaardigheden) om tot positieve uitkomsten te komen zoals werkbevlogenheid en persoonlijke groei van de werknemer. Taakeisen en hulpbronnen hebben daarnaast ook nog een modererende functie op motivatie: de mate waarin een werknemer toegang heeft tot hulpbronnen bepaalt hoezeer de taakeisen zorgen voor stress. Andersom betekent dit ook dat hulpbronnen de meeste invloed hebben op werkbevlogenheid op het moment dat de taakeisen hoog zijn. Figuur 1. Het Job Demands-Resources Model. Een kritiekpunt van het JDR-model is dat het niet duidelijk is wanneer factoren tot taakeisen of tot hulpbronnen gerekend kunnen worden (Schaufeli & Taris, 2014). Voor sommige werknemers kan autonomie bijvoorbeeld gezien worden als een bedreiging, in plaats van een kans om te leren en te ontwikkelen. Als werkbevlogenheid de relatie tussen P-O fit en prestatie kan verklaren, zijn de twee modellen conceptueel hetzelfde; het gaat er niet om welke factoren als taakeis of hulpbron gezien wordt, maar

10 om hoe de werknemer deze factoren ervaart. Op deze manier bekijk je de factoren die van invloed zijn op motivatie of stress niet objectief, maar subjectief, vanuit het perspectief van de werknemer. P-O fit kan leiden tot werkbevlogenheid, omdat de karakteristieken van beide modellen conceptueel met elkaar overeenkomen. Taakeisen van het JD-R model zijn de belasting van de organisatie op het individu terwijl in de definitie van E-M fit de persoonlijke karakteristieken van de werknemer bij deze taakeisen worden genomen (namelijk: in hoeverre heeft de werknemer persoonlijke hulpbronnen om aan de taakeisen te voldoen). Daarnaast zijn de hulpbronnen in het JD-R model de handvaten die de organisatie het individu geeft om goede prestaties te behalen en groei door te maken, wat bij B-A fit ook de uitwisseling van hulpbronnen is om tegemoet te komen aan de behoeften van de werknemer. Zodoende zou je kunnen stellen dat de fit tussen taakeisen en hulpbronnen hetzelfde is als de E-M fit en B-A fit en dat deze vormen van P-O fit kunnen leiden tot werkbevlogenheid (zie Figuur 2). Hypothese 2: De relatie tussen complementaire P-O fit en taakprestatie wordt gemedieerd door werkbevlogenheid. Figuur 2. De relatie tussen complementaire fit en taakprestatie, gemedieerd door werkbevlogenheid. Respondenten en procedure Methoden

11 Aan het onderzoek deden 99 respondenten mee. Van de respondenten was 56,6% man. De respondenten waren in de leeftijd van 18 tot 66 (M = 42,17, SD = 13,55) en 52% was hoogopgeleid (HBO of universitair). De respondenten werkten gemiddeld tussen de 24 en 50 uur (M = 34,5, SD = 4,87). Zij zijn geworven in de nabije omgeving van de onderzoekers en werden gevraagd om een vragenlijst in het Nederlands in te vullen. Om de respondenten aan te moedigen hun eerlijke mening te geven, werden zij verzekerd van anonimiteit en zij hebben een informed consent getekend waarin stond dat zij op elk moment met het onderzoek mochten stoppen. De vragenlijst nam maximaal 15 minuten van hun tijd in beslag. Onder de respondenten werd als beloning drie keer een cadeaubon van 15 euro voor bol.com verloot. Meetinstrumenten Subjectieve fit. Voor P-O fit hebben we gekozen voor een subjectieve fitmaat, wat betekent dat er is gevraagd hoe respondenten de fit tussen hunzelf en de organisatie ervaren. Deze methode is makkelijk te gebruiken omdat er geen index berekend hoeft te worden over Eisen-Mogelijkheden fit. Eisen-mogelijkheden fit wordt gemeten door een vertaalde 3-item vragenlijst van Cable & DeRue (2002) met een 5-punts Likertschaal. Minimumscore op deze vragenlijst is 3, maximumscore is 15. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.80). Een voorbeelditem is: Er is een goede match tussen de eisen van mijn werkgever en mijn persoonlijke vaardigheden. Behoeften-Aanbod fit. Behoeften-aanbod fit wordt gemeten door een vertaalde 3-item vragenlijst van Cable & DeRue (2002) met een 5-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden van

12 helemaal eens tot helemaal oneens. Minimumscore op deze vragenlijst is 3, maximumscore is 15. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.84). Een voorbeelditem is: De organisatie waar ik op dit moment werk biedt me zowat alles wat ik verwacht van een werkgever. Waardencongruentie. Waardencongruentie wordt gemeten door een vertaalde 3-item vragenlijst van Cable & DeRue (2002) met een 5-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden van helemaal eens tot helemaal oneens. Minimumscore op deze vragenlijst is 3, maximumscore is 15. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.85). Een voorbeelditem is: De dingen die ik waardeer in het leven zijn zeer vergelijkbaar met de dingen die mijn organisatie waardeert. Taakprestatie Taakprestatie wordt gemeten aan de hand van de 5-item vragenlijst Individuele Werkprestatie Vragenlijst van Koopmans, Bernaards, Hildebrandt, de Vet en van der Beek (IWPV; 2014) op een 5-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden van zelden tot altijd. Minumumscore op deze vragenlijst is 5, maximumscore is 40. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.78). Een voorbeelditem is: Lukte het mij om mijn werk zo te plannen, dat het werk op tijd af was. Contextuele prestatie

13 Contextuele prestatie wordt gemeten aan de hand van de 8-item vragenlijst Individuele Werkprestatie Vragenlijst van Koopmans, Bernaards, Hildebrandt, de Vet en van der Beek (IWPV; 2014) op een 5-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden van zelden tot altijd. Minumumscore op deze vragenlijst is 5, maximumscore is 40. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.89). Een voorbeelditem is: In de afgelopen 3 maanden ben ik uit mezelf met nieuwe taken begonnen, als mijn oude taken af waren. Werkbevlogenheid Werkbevlogenheid wordt gemeten aan de hand van de 9-item vragenlijst van Schaufeli en Bakker (2003), de Utrechtse Werkbevlogenheidheidsschaal (UBES) op een 7-punts Likertschaal, met antwoordmogelijkheden van nooit tot altijd. Minumumscore op deze vragenlijst is 9, maximumscore is 63. Schaalscore kan berekend worden door de totaalscore te delen door het aantal items. De betrouwbaarheid van de schaal was hoog (α =.93). Een voorbeelditem is: Op mijn werk bruis ik van de energie. Resultaten Databehandeling Aan de studie namen 117 respondenten deel. Hiervan hebben 14 de vragenlijst niet voltooid en waren er vier respondenten die minder dan 20 uur werkten, dus zijn deze uit de analyse verwijderd. In de analyse zijn 99 respondenten meegenomen. Ontbrekende data op de vragenlijsten is pairwise uit de analyse verwijderd. Eerst werd een over de P-O fit en de taak- en contextuele prestatieschalen een factoranalyse uitgevoerd. Uit factor analyse bleek dat uit de P-O fit vragenlijst twee principale componenten konden worden geëxtraheerd met een Eigenwaarde groter dan

14 1, die tezamen 71% van de gemeenschappelijke variantie verklaarden. Omdat werd verwacht dat de schalen sterk samenhangen is een Direct Oblimin-rotatie gebruikt. WC laadt hoog positief op het eerste component en hoog negatief op het tweede component. E-M fit en B-A fit bleken ook hoog te laden op het eerste component. Uit de factoranalyse van prestatie bleek dat uit de werkprestatievragenlijst drie principale componenten konden worden geëxtraheerd, die gezamenlijk 64% van de variantie verklaarden. Omdat er verwacht werd dat de schalen niet heel sterk correleerden, werd een Varimax-rotatie gebruikt. Taak- en contextuele prestatie laadden niet op dezelfde factor; taakprestatie laadde vooral positief op de tweede factor en contextuele prestatie laadde vooral positief op de eerste factor. Controlevariabelen De relatie tussen de controlevariabelen en afhankelijke variabelen werd als eerst onderzocht met een Pearson correlatie. In Tabel 1 worden de gemiddelden, standaardafwijkingen en correlatiecoëfficienten tussen de variabelen weergegeven. Contextuele prestatie hangt negatief samen met leeftijd (r = -.24, p <.05) en arbeidsduur (r = -.28, p <.01) en positief met opleiding (r =.32, p <.01). Om deze reden zijn leeftijd, arbeidsduur en opleiding in de volgende analyses meegenomen als controlevariabelen bij contextuele prestatie.

15 Tabel 1 Gemiddelden en standaarddeviaties en Pearson correlaties tussen variabelen. Variabele M SD Sekse a Leeftijd b Opleiding c * Werkuren d ** Arbeidsduur b ** -.22* Waardencongruentie * Behoeften-Aanbod fit * ** - 8. Eisen-Mogelijheden fit * *.36**.63** - 9. Werkbevlogenheid **.60**.49** Taakprestatie * Contextuele prestatie *.32** **.19.23*.05.48**.32** Opmerking. N = 99. a Sekse: 1 = Man, 2 = Vrouw. b Leeftijd en Arbeidsduur: gemeten in jaren. c Opleiding: 1 = MAVO, 2 = HAVO/MBO, 3 = VWO, 4 = HBO, 5 = WO. d Werkuren: gemiddelde per week. * p <.05, ** p <.01.

16 De Relatie tussen Persoon-Organisatie Fit en Prestatie Aan de hand een regressieanalyse kan de relatie tussen complementaire fit en taakprestatie (hypothese 1a) getoetst worden. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 2. Model 1 blijkt geen significante voorspeller van taakprestatie te zijn (ΔF(2, 96) =.789, p =.46, R² =.02). Dit betekent dat werknemers die complementaire fit ervaren niet meer taakprestatie vertonen. Dit was niet in overeenstemming met de hypothese. Omdat er geen direct effect bestaat tussen complementaire fit en taakprestatie, is het zinloos een mediatieanalyse uit te voeren (Baron & Kenny, 1986). Daarom wordt hypothese 2 niet getoetst. Tabel 2 Regressietabel van Behoeften-Aanbod Fit en Eisen-Mogelijkheden Fit op Taakprestatie. Voorspellers B SD B β R² Model 1.02 B-A fit E-M fit Opmerking. N = 99. * p <.05, ** p <.01. Aan de hand een regressieanalyse kan de relatie tussen supplementaire en contextuele prestatie (hypothese 1b) getoetst worden. In het model zijn leeftijd, opleiding en arbeidsduur meegenomen, samen met waardencongruentie, met contextuele prestatie als afhankelijke variabele. De resultaten zijn te zien in Tabel 3. Tabel 3. Regressietabel van Waardencongruentie, Controlevariabelen en Contextuele Prestatie. Voorspellers B SD B β R² Model 1.14* Leeftijd Opleiding

17 Arbeidsduur WC Opmerking. N = 99. * p <.05, ** p <.01. Alhoewel het model in zijn geheel contextuele prestatie significant voorspelt (ΔF(4, 90) = 3,53, p =.01, R² =.14), is te zien dat er geen significante relatie is tussen waardencongruentie en contextuele prestatie als er gecontroleerd wordt voor leeftijd, opleiding en arbeidsduur (β =.15, p = n.s.). Dit betekent dat werknemers die een supplementaire fit ervaren, niet meer contextuele prestatie vertonen dan werknemers die deze fit niet ervaren. Dit was niet in overeenstemming met de hypothese. Exploratieve analyses Hoewel er geen direct effect is van P-O fit op prestatie en hypothese 2 dus niet getoetst kan worden, vallen een aantal dingen op aan de relatie tussen P-O fit en werkbevlogenheid en werkbevlogenheid en prestatie (zie Tabel 1). Er is een positieve relatie tussen werkbevlogenheid en waardencongruentie (r =.39, p <.01), behoeftenaanbod fit (r =.36, p <.01) en eisen-mogelijkheden fit (r =.49, p <.01). Daarnaast is werkbevlogenheid positief gecorreleerd met taakprestatie (r =.25, p <.05) en contextuele prestatie (r =.48, p <.01). Deze relaties tussen de verschillende soorten P-O fit en prestatie en werkbevlogenheid als mediator zijn nog eens onderzocht in meerdere analyses met Process (Hayes, 2013), zoals te zien in Tabel 3. Tabel 3 laat zien dat alle soorten P-O fit een indirecte relatie vertonen met zowel taak- als contextuele prestatie door middel van werkbevlogenheid, hoewel de directe relaties niet significant zijn. Het ontleden van de relatie tussen P-O fit en werkbevlogenheid in termen van zijn componenten vitaliteit, toewijding en absorptie was helaas niet mogelijk, omdat

18 met een factoranalyse aangetoond werd dat er slechts 1 component met een Eigenwaarde groter dan 1 werd onderscheiden in werkbevlogenheid. Tabel 3 Gestandardiseerde directe en indirecte effecten van Persoon-Organisatie Fit op Prestatie. Voorspellers Taakprestatie Contextuele prestatie b β β Waardencongruentie Direct Indirect a.09*.14** Totaaleffect Behoefte-Aanbod fit Direct Indirect a.15*.29** Totaaleffect.11.21** Eisen-Mogelijkheden fit Direct Indirect a.13*.27** Totaaleffect Opmerking. N = 99. a Indirect effect is gemedieerd door werkbevlogenheid. b Gecontroleerd voor leeftijd, opleiding en arbeidsverleden. * p <.05, ** p <.01. Discussie Eerder onderzoek toonde aan dat verschillende soorten P-O fit gerelateerd is aan verschillende soorten prestatie (Kristof-Brown, Zimmerman & Johnson, 2005; Hoffman, David & Woehr, 2006) en dit effect zou kunnen worden gemedieerd door werkbevlogenheid (JD-R; Bakker & Demerouti, 2008). Bevlogen werknemers

19 Op basis hiervan was de verwachting dat supplementaire fit zou leiden tot contextuele prestatie en complementaire fit zou leiden tot taakprestatie, gemedieerd door werkbevlogenheid. De resultaten van deze studie ondersteunen deze hypotheses echter niet. Additionele analyses tonen dat er geen direct effect is van P-O fit op prestatie, maar dat er wel een indirect effect is van alle soorten P-O fit op zowel taak- als contextuele prestatie wanneer werkbevlogenheid wordt meegenomen in de analyse. Sterke punten, limitaties en vervolgonderzoek Dit onderzoek is het eerste onderzoek dat P-O fit koppelt aan werkbevlogenheid door middel van het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2008). Omdat er weinig gelijksoortig onderzoek is uitgevoerd, zijn er een variëteit aan redenen waarom de nullhypothese niet kon worden verworpen. Hieronder zullen de deze redenen op een rij gezet worden. De operationalisatie van P-O fit ontbrak in twee zaken, namelijk dat de huidige operationalisatie niet voldoende onderscheid maakte tussen de drie componenten van P-O fit (E-M fit, B-A fit en WC). Uit factor analyse blijkt dat de items op slechts twee componenten worden geladen, dus dat de componenten maar 2 soorten fit onderscheiden. P-O fit is daarom waarschijnlijk niet goed geoperationaliseerd. Daarnaast is in dit onderzoek P-O fit gemeten door het gebruik van een subjectieve vragenlijst. Dit wil zeggen dat de respondent zelf inschat in hoeverre deze fit ervaart met de organisatie. Andere manieren zijn objectieve fit, waarbij subjectieve fit wordt vergeleken met de mening van de organisatie over de fit met de werknemer, en ervaren fit, waarbij de werknemer wordt gevraagd naar zijn ideale werkomgeving en naar zijn huidige omgeving. Bij deze laatste soort fit kan er een index berekend worden (het verschil tussen ideale en huidige situatie), aan de hand waarvan fit bepaald kan worden. In ons onderzoek hebben wij gekozen voor de subjectieve fitmaat omdat deze het

20 makkelijkst toe te passen is, maar een meta-analyse op basis van 24 studies blijkt (Hoffman, Woehr, 2005) dat de definitie van fit de relatie tussen fit en uitkomsten modereert. Hoffman en Woehr vonden dat subjectieve fit (ρ =.17) een kleinere relatie heeft met fit-uitkomsten dan objectieve fit (ρ =.28) of ervaren fit (ρ =.27). De subjectieve vragenlijst kan dus leiden tot een onderschatting van de ware relatie. In vervolgonderzoek zou P-O fit dus anders geoperationaliseerd moeten worden, met ervaren fit bijvoorbeeld. Een andere verklaring voor het niet verwerpen van de nullhypothese is dat het doel van het onderzoek te duidelijk naar voren kwam in het onderzoek. Er valt te zien dat alle deelnemers gemiddeld hoog scoren op E-M fit, WC en B-A fit. Het kan zijn dat participanten zich geconfronteerd voelden door de vragen, waardoor ze sociaal wenselijke antwoorden hebben ingevuld. In de vragenlijst stonden geen contraindicatieve items en er waren geen afleidingsitems. Vervolgonderzoek kan hiermee rekening houden om zo niet het doel van het onderzoek te verraden en resultaten niet te vertekenen. Implicaties Dit onderzoek draagt bij aan de wetenschap en het bedrijfsleven op verschillende manieren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er een zekere overlap is tussen het model van P-O fit en het JD-R model, wat betekent dat P-O fit gezien kan worden als een fit tussen taakeisen en hulpbronnen. Echter, meer onderzoek hiernaar is nodig. De componenten van werkbevlogenheid (vitaliteit, toewijding en absorptie) waren in dit onderzoek niet genoeg onderscheiden, waardoor het niet mogelijk was meer inzicht te verkrijgen in de relatie tussen P-O fit en werkbevlogenheid of prestatie en werkbevlogenheid. Verder onderzoek zou zich hierop kunnen richten door middel van een langere vragenlijst, zodat de componenten duidelijk onderscheiden worden.

21 Daarnaast kunnen organisaties werknemers op verschillende manieren bevlogen houden, namelijk tijdens de selectie en tijdens evaluaties. Door heldere verwachtingen te formuleren over de beloningen vanuit de organisatie en de eisen waaraan de werknemer moet voldoen, kan de organisatie werknemers selecteren die meer bij de organisatie passen, zodat de werknemers in beginsel meer bevlogen zijn. Daarnaast kan, door bij evaluaties een open omgeving te creëren waarin werknemers zich vrij voelen te delen of zij in organisaties passen, de organisatie inspelen op de verschillende soorten fit om te zien in hoeverre de organisatie de werknemer kan helpen bij het vergroten van zowel complementaire als supplementaire fit, in kaart te brengen waar de werknemer zijn behoeftes en vaardigheden liggen, zodat de organisatie hierin kan voorzien door meer beloningen of trainingen en zo dus P-O fit te vergroten en werkbevlogenheid onderwerknemers te vergroten. Conclusie Het passen van werknemers binnen organisaties blijkt belangrijk te zijn voor het behouden van bevlogen werknemers. Bevlogen werknemers zijn gelukkige werknemers, dus organisaties moeten alles doen wat in hun macht ligt om te zorgen dat hun werknemers zich op hun plek voelen in hun werkomgeving. Literatuurlijst Bakker, A. B., & Demerouti, E. (2007). The job demands-resources model: State of the art. Journal of managerial psychology, 22(3), Bakker, A. B., & Demerouti, E. (2008). Towards a model of work engagement. Career development international, 13(3),

22 Borman, W. C., & Motowidlo, S. J. (1997). Task performance and contextual performance: The meaning for personnel selection research. Human performance, 10(2), Cable, D. M., & DeRue, D. S. (2002). The convergent and discriminant validity of subjective fit perceptions. Journal of applied psychology, 87(5), 875. Cable, D. M., & Judge, T. A. (1996). Person organization fit, job choice decisions, and organizational entry. Organizational behavior and human decision processes, 67(3), Cable, D. M., & Judge, T. A. (1997). Interviewers' perceptions of person organization fit and organizational selection decisions. Journal of Applied psychology, 82(4), 546. Christian, M. S., Garza, A. S., & Slaughter, J. E. (2011). Work engagement: A quantitative review and test of its relations with task and contextual performance. Personnel Psychology, 64(1), O'Reilly, C. A., Chatman, J., & Caldwell, D. F. (1991). People and organizational culture: A profile comparison approach to assessing person-organization fit. Academy of management journal, 34(3), Edwards, B. D., Bell, S. T., Arthur Jr, W., & Decuir, A. D. (2008). Relationships between facets of job satisfaction and task and contextual performance. Applied psychology, 57(3), Edwards, J. R., & Cable, D. M. (2009). The value of value congruence. Journal of Applied Psychology, 94(3), 654. Greguras, G. J., & Diefendorff, J. M. (2009). Different fits satisfy different needs: linking person-environment fit to employee commitment and performance using selfdetermination theory. Journal of applied psychology, 94(2), 465.

23 Hayes, A. F. (2013). Introduction to mediation, moderation, and conditional process analysis: A regression-based approach. Guilford Press. Hoffman, B. J., & Woehr, D. J. (2006). A quantitative review of the relationship between person organization fit and behavioral outcomes. Journal of Vocational Behavior, 68(3), Koopmans, L., Bernaards, C., Hildebrandt, V., de Vet, R., & van der Beek, A. (2014). De Individuele Werkprestatie Vragenlijst (IWPV): interne consistentie, construct validiteit en normering. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 92(6), Kristof, A. L. (1996). Person organization fit: An integrative review of its conceptualizations, measurement, and implications. Personnel psychology, 49(1), Kristof-Brown, A. L., Zimmerman, R. D., & Johnson, E. C. (2005). Consequences of individuals' fit at work: A meta-analysis of person-job, person-organization, persongroup, and person-supervisor fit. Personnel Psychology, 58, MacKenzie, S. B., Podsakoff, P. M., & Fetter, R. (1991). Organizational citizenship behavior and objective productivity as determinants of managerial evaluations of salespersons performance. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, Organ, D. W., Podsakoff, P. M., & MacKenzie, S. B. (2005). Organizational citizenship behavior: Its nature, antecedents, and consequences. Sage Publications. Rich B.L., LePine J.A., Crawford E.R. (2010). Job engagement: Antecedents and effects on job performance. Academy of Management Journal, 53, Schaufeli, W., & Bakker, A. (2003). Bevlogenheidsschaal: Voorlopige handleiding. Utrecht: Sectie Psychologie van Arbeid, Gezondheid en Organisatie, Universiteit Utrecht.

24 Schaufeli, W. B., & Taris, T. W. (2014). A critical review of the Job Demands- Resources Model: Implications for improving work and health. Bridging occupational, organizational and public health (pp ). Springer Netherlands. Taris, T. W., Schaufeli, W. B., & Shimazu, A. (2010). The push and pull of work: About the difference between workaholism and work engagement. Work engagement: A handbook of essential theory and research, Yu, K. Y. T. (2016). Inter Relationships among Different Types of Person Environment Fit and Job Satisfaction. Applied Psychology, 65(1),

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren

Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en. Emotionele Werkstressoren WERKBEVLOGENHEID BIJ WETHOUDERS 1 Werkbevlogenheid bij Wethouders: De Bijdrage van Zingeving en Veerkracht en de Rol van Werkdruk en Emotionele Werkstressoren Work Engagement of Municipal Executive Councillors:

Nadere informatie

De kunst bevlogen te blijven

De kunst bevlogen te blijven De kunst bevlogen te blijven De rol van persoonlijke hulpbronnen in het welbevinden van jonge veterinaire professionals Nederlandstalige samenvatting Het psychisch welzijn van dierenartsen en andere zorgprofessionals

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde

Nadere informatie

Hoe meet je prestatie op het werk?

Hoe meet je prestatie op het werk? Body@Work retraite 26-10- 10, TNO Leiden Hoe meet je prestatie op het werk? Project team: Drs. Linda Koopmans (TNO/VUmc) Dr. Claire Bernaards (TNO) Dr. Vincent Hildebrandt (TNO) Prof. Dr. Riekie de Vet

Nadere informatie

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 INTRODUCTIE Competitief voordeel Werknemers maken het verschil Innovatie Creativiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Leiderschap: over balanceren tussen emoties en engagement

Leiderschap: over balanceren tussen emoties en engagement Leiderschap: over balanceren tussen emoties en engagement Prof. dr. IJ. Hetty van Emmerik Maastricht University School of Business and Economics School of Business and Economics School of Business and

Nadere informatie

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels Masterscriptie 2011/2012, 20050040209-3 Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Docenten: Maria Peeters en Ilona van Beek 23 juni 2012 Job crafting: Het crossover effect van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Het Effect van Professionele ontwikkeling op Human Resource Resultaten, gemeten via het Job Demands-Resources model.

Het Effect van Professionele ontwikkeling op Human Resource Resultaten, gemeten via het Job Demands-Resources model. Universiteit Utrecht Master psychologie, Arbeids- en Organisatiepsychologie Het Effect van Professionele ontwikkeling op Human Resource Resultaten, gemeten via het Job Demands-Resources model. Peter Little

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Bevlogen aan het werk!

Bevlogen aan het werk! Bevlogen aan het werk! Werkplezier binnen de zorgsector Scholingsdag CNV Utrecht, 16 november 2010 Mark van de Grift, MSc Ons werk is veranderd Van Naar Fysieke arbeid Mentale en emotionele arbeid Extern

Nadere informatie

Het modererende effect van Pro-activiteit en klanttevredenheid in het Job Demands-Resources model.

Het modererende effect van Pro-activiteit en klanttevredenheid in het Job Demands-Resources model. Het modererende effect van Pro-activiteit en klanttevredenheid in het Job Demands-Resources model. Opleiding: Master Psychologie van arbeid en gezondheid in organisaties Naam: Stéphanie Davidse Studentnummer:

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten

Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten Het spiraalmodel: Psychisch verzuim aanpakken en mentale weerbaarheid vergroten Dr. Rob Hoedeman, bedrijfsarts BG-Dagen, 9.6.2017 Programma Introductie Wat zijn stress, coping en mentale weerbaarheid?

Nadere informatie

Fit en duurzame inzetbaarheid

Fit en duurzame inzetbaarheid Fit en duurzame inzetbaarheid De onderlinge relatie en de invloed van bevlogenheid en leiderschap Masterthesis Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Margriet Bekedam - 3158446

Nadere informatie

MEDEWERKERSONDERZOEK 2017

MEDEWERKERSONDERZOEK 2017 MEDEWERKERSONDERZOEK 2017 STICHTING IKPOB RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het medewerkersonderzoek binnen het openbaar bestuur. De resultaten in deze rapportage zijn gebaseerd op

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Fit tussen Persoon en Organisatie. en de Regulatory Focus Theorie

Fit tussen Persoon en Organisatie. en de Regulatory Focus Theorie Fit tussen Persoon en Organisatie en de Regulatory Focus Theorie Afstudeeronderzoek Universiteit van Amsterdam Vakgroep: Arbeids- en Organisatiepsychologie Student: Marchien Kloosterman Studentnummer:

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers:

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers: Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 24-8-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde werkenergiebalans.

Nadere informatie

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden in de Verpleeg- en Verzorgingshuizen The Influence of Self-efficacy

Nadere informatie

Bevlogen. blijven. 16 oktober nr TPP

Bevlogen. blijven. 16 oktober nr TPP Bevlogen blijven 16 oktober nr. 1 2015 TPP Het belang van Positieve Organisatiepsychologie De Positieve Organisatiepsychologie houdt zich bezig met de vraag hoe werknemers optimaal kunnen functioneren

Nadere informatie

Master Arbeids- en Organisatiepsychologie MASTERTHESIS

Master Arbeids- en Organisatiepsychologie MASTERTHESIS Master Arbeids- en Organisatiepsychologie MASTERTHESIS : De rol van job crafting en psychologisch kapitaal Freya Gerbrandy Studentnummer: 5484812 Aantal woorden: 10.258 Begeleider en eerste beoordelaar:

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING SAMENVATTING Voor veel mensen met een verstandelijke beperking is werk een belangrijk onderdeel van het leven. Vaak vindt hun werk plaats op een beschutte werkplek, zoals een sociale werkplaats of dagcentrum.

Nadere informatie

Persoonlijkheid en Bevlogenheid

Persoonlijkheid en Bevlogenheid Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS Persoonlijkheid en Bevlogenheid Een onderzoek naar de relaties tussen persoonlijkheid, bevlogenheid en Organizational Citizenship Behavior

Nadere informatie

Work Engagement Scan

Work Engagement Scan Voorbeeld Groepsoverzicht 1 Work Engagement Scan Organisatie Y PiCompany BV T 030 20 40 800 E info@picompany.nl Over de Work Engagement Scan 2 Weten hoe bevlogen mensen zijn Bevlogen werknemers presteren

Nadere informatie

Wat beweegt ambtenaren?

Wat beweegt ambtenaren? Wat beweegt ambtenaren? Presentatie onderzoeksresultaten Scriptieverdediging Master of Culture and Change mw. A.G. (Diana) Schaeffer - Elsinga Utrecht, 27 augustus 2015 Word een HELD al is het maar voor

Nadere informatie

De rol van jobcrafting en de regulatiefocus in het Job-Demands Resources Model

De rol van jobcrafting en de regulatiefocus in het Job-Demands Resources Model Universiteit Utrecht Master psychologie, Arbeids en Organisatiepsychologie THESIS De rol van jobcrafting en de regulatiefocus in het Job-Demands Resources Model Marit Luschen: 3265234 Datum: 17-6-2013

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het. Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in.

Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het. Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in. Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in Vlaanderen Mindfulness as an Additional Resource for the JD R Model to Explain

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Loopbaansucces. De Rol van Persoon-organisatie Fit en Bevlogenheid

Loopbaansucces. De Rol van Persoon-organisatie Fit en Bevlogenheid Loopbaansucces De Rol van Persoon-organisatie Fit en Bevlogenheid Sefanja Talisa Slot 10379614 Arbeids- en Organisatiepsychologie Universiteit van Amsterdam mw. Dr. M.E.E. de Goede mw. Dr. J. Koen 30 januari

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Arbeids- & Organisatiepsychologie

Universiteit Utrecht. Master psychologie, Arbeids- & Organisatiepsychologie Universiteit Utrecht Master psychologie, Arbeids- & Organisatiepsychologie Master thesis Arbeidsprestatie en duurzame inzetbaarheid van werknemers in samenhang met persoonlijkheid en persoon-baanfit. Met

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Werkbeleving onder hoogbegaafden

Werkbeleving onder hoogbegaafden Faculty of Social Sciences Dept. of Social & Organizational Psychology Werkbeleving onder hoogbegaafden Persoon-Organisatiefit, Welzijn op het werken Arbeidsprestatie Gaby Reijseger Maria C.W. Peeters

Nadere informatie

Tijdelijk en Toch Bevlogen

Tijdelijk en Toch Bevlogen De Invloed van Taakeisen, Ontplooiingskansen en Intrinsieke Arbeidsoriëntatie op Bevlogenheid van Tijdelijke Werknemers. The Influence of Job Demands, Development Opportunities and Intrinsic Work Orientation

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Onderzoeksrapport professionals en burn-outs

Onderzoeksrapport professionals en burn-outs Onderzoeksrapport professionals en burn-outs Lysanne van Schaik Master Strategisch Human Resource Management Universiteit Utrecht Bron: masterscriptie professionalism als uitdaging tegen burn-out 06-19853602

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Accountant

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Accountant Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Accountant 18-11-2016 Beste Anneke, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Job Demands-Resources Interventions

Job Demands-Resources Interventions Job Demands-Resources Interventions Nederlandse samenvatting Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC Introductie Bijna een decennium geleden ontstond de meest recente financiële crisis die tot op de dag van

Nadere informatie

Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps

Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps Dhr. Karel de Groot, Politie Brabant-Noord Drs. Maggie (Machteld) van den Heuvel, UU Prof. dr. Eva Demerouti, Dr. Maria

Nadere informatie

Job crafting op basis van een online feedback instrument

Job crafting op basis van een online feedback instrument Job crafting op basis van een online feedback instrument Theoretische achtergrond Toepasbaarheid Resultaten Aan het werk! Groepsopdracht / discussie Theoretische achtergrond (1) Job crafting 1.0: Fysieke

Nadere informatie

Stress en motivatie in het werk op de IC: last of lust?

Stress en motivatie in het werk op de IC: last of lust? Stress en motivatie in het werk op de IC: last of lust? Margo van Mol MSc Psycholoog en IC- verpleegkundige 21-04- 2017 Intensive Care Volwassenen, Erasmus MC The Netherlands InsFtute for Health Sciences

Nadere informatie

Masterscriptie Arbeids- en Organisatiepsychologie

Masterscriptie Arbeids- en Organisatiepsychologie Masterscriptie Arbeids- en Organisatiepsychologie Het effect van agressie op verloopintentie en organisatiebetrokkenheid en het modererend effect van autonomie Samira Abou 397107 Eerste beordelaar: Pierre

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Variabele Beloning: Een lonend idee?

Variabele Beloning: Een lonend idee? Variabele Beloning: Een lonend idee? Student: Carla Op Heij (S420259) Werfpad 3a 5212 VJ Den Bosch Interne begeleider: Prof. dr. G.H.M. Evers Externe begeleider: Drs R.I.G. Blankemeijer Periode: Februari

Nadere informatie

Bevlogenheid: Bevlogenheid geeft je vleugels! Arboplaats BV 1

Bevlogenheid: Bevlogenheid geeft je vleugels! Arboplaats BV 1 Bevlogenheid: Bevlogenheid geeft je vleugels! Welkom allemaal Arboplaats BV 1 Wie ben ik? Mizzi Middelweerd: Sociaal- en Gezondheidspsycholoog Wild van positieve psychologie Magisch jaartal: 1997 Richt

Nadere informatie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Active Living B.V. Delta 40 6825 MS Arnhem 026-7410410 Vragenlijst Mentale Vitaliteit De vragenlijst Mentale Vitaliteit, ofwel Quickscan

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Werkbeleving onder hoogbegaafde werkers

Werkbeleving onder hoogbegaafde werkers Werkbeleving onder hoogbegaafde werkers Toelichting onderzoeksmodel en opzet onderzoek Toon Taris Universiteit Utrecht congres hoogbegaafdheid en werk, 27/6/2014 1 Opzet Aanleiding Achtergrond van het

Nadere informatie

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 De rol van de leerkracht en het team in het optimaliseren van professionele ontwikkeling en bevlogenheid binnen vakgroepen Katrien Vangrieken Onderzoeksrationale Geëngageerde

Nadere informatie

LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC

LEREN OP DE WERKVLOER. Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC LEREN OP DE WERKVLOER Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC DE WERELD VERANDERT In tijden waarin maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen elkaar in hoog tempo opvolgen, neemt veranderen,

Nadere informatie

Bevlogenheidsinterventies

Bevlogenheidsinterventies Arnold B. Bakker Bevlogenheidsinterventies in organisaties In de afgelopen tien tot vijftien jaar is er veel aandacht geweest voor bevlogenheid in organisaties. Bevlogenheid is een positieve toestand van

Nadere informatie

De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers

De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers Arbeid en Organisatie Psychologie Bachelorthese Nanniek van der Wel 6050344 Severine Koch Aantal woorden: 5084 14 juni 2012 Inhoudsopgave Abstract

Nadere informatie

Invloed van Carrièreontwikkeling en Werkgerelateerde Kenmerken op. Bevlogenheid bij Werknemers van Commerciële Adviesbureaus

Invloed van Carrièreontwikkeling en Werkgerelateerde Kenmerken op. Bevlogenheid bij Werknemers van Commerciële Adviesbureaus Invloed van Carrièreontwikkeling en Werkgerelateerde Kenmerken op Bevlogenheid bij Werknemers van Commerciële Adviesbureaus Influence of Career Development and Work Characteristics on Work Engagement of

Nadere informatie

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen

Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Handelen in overeenstemming met wetenschappelijke evidentie, ook voor A&O psychologen Karin Proost Hogeschool-Universiteit Brussel KULeuven Open Universiteit Nederland Karin.Proost@hubrussel.be Bron: Bron:

Nadere informatie

Intrateam Conflict, Betrokkenheid en Bevlogenheid Welke Rol speelt Vertrouwen in deze Relatie? Eva Almeloo. Abstract

Intrateam Conflict, Betrokkenheid en Bevlogenheid Welke Rol speelt Vertrouwen in deze Relatie? Eva Almeloo. Abstract Intrateam Conflict, Betrokkenheid en Bevlogenheid Welke Rol speelt Vertrouwen in deze Relatie? Eva Almeloo Abstract In het huidige onderzoek is gekeken in hoeverre taak- en relatieconflicten op de werkvloer

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS. Thomas Brink /02/2015. Aantal woorden exclusief bijlagen: 11.

Universiteit Utrecht. Master Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS. Thomas Brink /02/2015. Aantal woorden exclusief bijlagen: 11. Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS Zelf sturen naar duurzaam werk: De invloed van job crafting bij mensen met een arbeidsbeperking Thomas Brink 3158802 07/02/2015 Aantal

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers The Influence of Job Demands and Job Resources on Psychological Fatigue and Work Satisfaction

Nadere informatie

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018

MEDEWERKERSONDERZOEK 2018 MEDEWERKERSONDERZOEK NIEUW WOELWIJCK RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het Medewerkersonderzoek binnen Nieuw Woelwijck, als aanvulling op de online dashboard rapportage. NIEUW WOELWIJCK

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeld teamrapportage 1 Aantal deelnemers: 10 26-10-2014

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeld teamrapportage 1 Aantal deelnemers: 10 26-10-2014 Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeld teamrapportage 1 Aantal deelnemers: 10 26-10-2014 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

HR Performancemanagement

HR Performancemanagement HR Performancemanagement MiniMBA HR Dag 5 Prof.dr. Willem van Rhenen Leadership Entrepreneurship Stewardship info@nyenrode.nl +31 (0)346-291 291 www.nyenrode.nl 2 Overzicht Performance Labour > Leadership

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Bevlogen mensen in een vitale organisatie

Bevlogen mensen in een vitale organisatie Bevlogen mensen in een vitale organisatie Bezuinigingen, krimp en reorganisaties leiden ertoe dat er meer van mensen wordt gevraagd, maar tegelijkertijd leiden demografische, maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Het effect van leidinggeven op bevlogenheid

Het effect van leidinggeven op bevlogenheid Het effect van leidinggeven op bevlogenheid ing. Hugo Vink Masterthesis Vraagstukken van Beleid en Organisatie Begeleider: Tweede beoordelaar: dr. Anne Roeters dr. ir. Liset van Dijk 1 juli 2013 Samenvatting

Nadere informatie

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Versie 1.0 (c), mei 2008 Dr Edwin van Thiel Nederlandse werkwaardentest De Nederlandse werkwaardentest is eind 2006 ontwikkeld door 123test via een uitgebreid online

Nadere informatie

Coaches werkzaam als ZZP er en het Job Demands-Resources model

Coaches werkzaam als ZZP er en het Job Demands-Resources model Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie 2011-2012 Masterthesis Coaches werkzaam als ZZP er en het Job Demands-Resources model Een studie naar energiebronnen, bevlogenheid en uitkomstmaten

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Chris de Coach 4-5-2014 Beste Chris, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij hebt

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM

MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM 1 INHOUD 1. Expertise binnen de afdeling Sociale en Organisatiepsychologie 2. Eindtermen van de leerlijn 3. B3 onderwijsprogramma

Nadere informatie

De keerzijde van job crafting

De keerzijde van job crafting DE ERZIJDE VAN JOB CRAFTING TESSA HAVENAAR 5579252 De keerzijde van job crafting Een onderzoek naar de relatie tussen het craften van belemmerende taakeisen, waargenomen inzetbaarheid en potentiële mediatoren

Nadere informatie

Persoon-Organisatie (P-O) fit en Aantrekkelijkheid van organisaties

Persoon-Organisatie (P-O) fit en Aantrekkelijkheid van organisaties Persoon-Organisatie (P-O) fit en Aantrekkelijkheid van organisaties Objectieve P-O fit versus Subjectieve P-O fit Dennis van Staveren Studentnummer: 5664705 Bachelorthese Arbeids- & Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Ben Projectmanager

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Ben Projectmanager Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Ben Projectmanager 9-10-2013 Beste Ben, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J

Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J Dr. Daantje Derks Smart Government, 18 juni 2015 Focus psychologie Negatief Ziekteverzuim, verslaving, afwezigheid op het werk, trainingen Meer

Nadere informatie

Het taakkenmerken model

Het taakkenmerken model Het taakkenmerken model Een update en empirische toets van het hernieuwde model In dit artikel bespreken we een hedendaags en vereenvoudigd taakkenmerken model en op basis van onderzoek gaan we na of dit

Nadere informatie

Job crafting: hype of nieuw HR-instrument?

Job crafting: hype of nieuw HR-instrument? Tijdschrift voor HRM 3 2013 Job crafting: hype of nieuw HR-instrument? Maria Tims Het begrip job crafting is populair in de praktijk en er verschijnen steeds meer artikelen over job crafting in personeelsbladen.

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Gedurende de afgelopen jaren is er in toenemende mate

Gedurende de afgelopen jaren is er in toenemende mate Bevlogenheid in Organisaties Een model om bevlogenheid te bevorderen Onder welke condities kunnen mensen bevlogen worden? Hoe draagt bevlogenheid bij aan prestaties en klanttevredenheid? In dit artikel

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Achtergrond informatie Quickscan Bevlogenheid Bezoek onze website op Twitter mee via @Activeliving93 Linken? Linkedin.com/company/active-living-b.v. Bezoekadres Delta 40 6825 NS Arnhem Altijd ~ Overal

Nadere informatie

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact

WIE IS DE BAAS IN. CONTACT Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Baas in Contact 2018 Het onderzoek naar de meest aantrekkelijke werkgever in klantcontact Respons Baas in Contact 2018 Aantal respondenten:

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid; de wereld verandert en wij gaan mee

Duurzame inzetbaarheid; de wereld verandert en wij gaan mee Masterthesis Duurzame inzetbaarheid Faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoeksbegeleider: Dr. V. Brenninkmeijer 13 juli 2011 Tweede beoordelaar: MSc J. Akkermans Aantal woorden: 9763 Utrecht, Universiteit

Nadere informatie

Bevlogen en betrokken

Bevlogen en betrokken Bevlogen en betrokken medewerkers zijn de sleutel tot succes in organisaties. Zij kunnen hun talenten verder ontplooien en effectiever samenwerken. Dit leidt tot betere resultaten. Maar hoe stimuleer je

Nadere informatie

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs 9-10-2013

Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs 9-10-2013 Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs 9-10-2013 Beste Anneke, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20890 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koelewijn, Hennie Title: Quality of work and well-being of health care employees

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie

WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT

WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT Versie : 0.1 Auteur : Alfred Wagenaar Datum : 14 Februari 2008 Review : Ewout ten Broek Status : Concept 2 1 RESULTATEN In dit rapport zullen allereerst

Nadere informatie