KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
|
|
- Hilde van Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga I. Olvasott szöveg értése
2 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, I. összetevő 2 / május 21.
3 OPDRACHT 1 Hieronder volgt een gesprek tussen een politieagent en een reporter. Wat de agent zegt, staat in de tekst, wat de reporter zegt, staat onder de tekst. Geef aan welke vraag van de reporter waar in de tekt moet staan. Schrijf de letters van de vragen onder de daarbijhorende nummers. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Reporter: (0) Agent: Haar naam is bij de politie bekend, maar ik mag u die naam niet geven. Reporter: (1) Agent: Ja, ze is 38. Reporter: (2) Agent: Zij had haar pas bij zich. Reporter: (3) Agent: Ja, dat stond er inderdaad in, maar ook daarover mag ik u niets vertellen. Reporter: (4) Agent: Ja. Ik had samen met mijn collega, agent Bertels, door de stad gelopen, maar Bertels was teruggeroepen naar het hoofdkantoor zodat ik alleen was achtergebleven. Reporter: (5) Agent: Ja, heel veel. Ik mag u niet zeggen hoeveel, maar het was echt niet weinig. Reporter: (6) Agent: Dat was ook mijn eerste reactie. Er was trouwens niets bijzonders aan haar te zien. Ze was niet geslagen, haar kleren waren niet kapot Reporter: (7) Agent: Ho, wacht even. Hoe weet u dat het vijftigduizend euro was? Reporter: (8) Agent: Heb ik dat gezegd? Welnee hoor, geen sprake van. Ik heb gezegd dat ik niet mocht vertellen hoeveel ze bij zich had. Dus dat het vijftigduizend euro zou zijn, dat hebt u niet van mij gehoord! A Dat hebt u zelf gezegd. B Dan denk ik dat ze waarschijnlijk niet is gedood omdat iemand haar geld wilde hebben. C Dus een vrouw van 38 die, zoals u zegt, s nachts rondloopt met vijftigduizend euro op zak, dat is toch D Had die vrouw geld bij zich? E Hoe weet u dat zo zeker? F In haar pas stond natuurlijk ook wat haar beroep was? G Kunt u mij wel zeggen hoe oud de vrouw is? H Meneer, kunt u mij zeggen wie de dode vrouw is? I Was u alleen toen u haar vond? H Max. Elért 8 írásbeli vizsga, I. összetevő 3 / május 21.
4 OPDRACHT 2 Hieronder volgt een brief geschreven door mevrouw De Vos aan meneer Donkers die een kamer bij haar wil huren. Over de tekst worden ware en onware uitspraken gedaan. Zet bij elke uitspraak een X op de juiste plaats. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Geachte heer Donkers, Ik heb uw brief van 4 april ontvangen. In deze brief vraagt u wanneer de kamer die u bij mij wilt huren, vrij komt. Ik moet daarop als volgt antwoorden. De dame die nu in deze kamer woont, heeft mij een maand geleden gezegd dat ze gaat trouwen en dat ze dan naar een andere stad vertrekt. Maar ze heeft me nog niet verteld tot wanneer ze de kamer precies wil houden. Ze is nu twee maanden voor zaken naar het buitenland. Daarom kan ik u niet voor begin juni laten weten hoe lang ze hier nog zal blijven. Er mag op de kamer niet gekookt worden. Als u een kop thee of koffie wilt zetten, kunt u mijn keuken gebruiken en u kunt ook op uw kamer ontbijten. Als u warm wilt eten, zult u dat ergens anders moeten doen. Er mag op uw kamer zoveel bezoek komen als u wilt en hoe lang de mensen blijven, is uw zaak. Maar ik wil wel dat het na twaalf uur s nachts stil is in huis. Ik hoop dat u daar rekening mee wilt houden, ook als u, zoals ik, veel van muziek houdt of zelf muziek maakt of als u graag naar de radio luistert. Er is telefoon in huis. U mag deze gebruiken, en u betaalt mij daarvoor aan het eind van elke maand. Maar een telefoon waarvan verschillende mensen gebruik maken, brengt vaak allerlei problemen met zich mee. Daarom lijkt het me beter dat u zorgt dat u een eigen telefoon krijgt. U hoeft daar niet lang op te wachten, zeker niet langer dan een week. U moet voor de kamer 170,- euro per maand betalen en wel vóór de eerste van iedere maand. Daarbij komen nog de kosten voor licht en water en nog 20,- euro per maand voor het schoonmaken van uw kamer. Als u uw kamer zelf schoonmaakt, hoeft u deze 20.- euro natuurlijk niet te betalen. Ik hoop dat ik hiermee uw brief heb beantwoord. Hoogachtend, Mevrouw C.J. de Vos írásbeli vizsga, I. összetevő 4 / május 21.
5 Waar Onwaar 0 Meneer Donkers wil een kamer huren. X 9 Op 4 april heeft meneer Donkers een brief aan mevrouw De Vos geschreven. 10 De dame die nu op de kamer woont, gaat in het buitenland wonen. 11 Mevrouw De Vos schrijft dat ze nog niet weet wanneer de kamer vrij zal zijn. 12 Meneer Donkers kan koffie of thee zetten in de keuken van mevrouw De Vos. 13 Er mag op de kamer geen bezoek komen. 14 Meneer Donkers hoeft voor de telefoon niet te betalen. 15 Licht en water kosten 20 euro per maand Max. Elért írásbeli vizsga, I. összetevő 5 / május 21. 7
6 OPDRACHT 3 Hieronder staat een brochure over de Nederlandse museumjaarkaart. De kopjes bij de tekst ontbreken echter. Een kopje is een woord, woordgroep of een zin die als titel boven een alinea geplaatst kan worden. Zoek de kopjes en de alinea s bij elkaar en schrijf de letters van de kopjes onder de daarbijhorende nummers. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. De museumjaarkaart: voor iedereen weggelegd (0) Met de museumjaarkaart kunt u van 1 januari t/m 31 december ruim 375 musea in Nederland gratis bezoeken. (16) Er zijn drie tarieven: Jongeren tot 26 jaar betalen 12.- euro. Volwassenen tussen 26 en 65 jaar betalen 28.- euro. Houders van een Pas 65 betalen 18.- euro. (17) Museumjaarkaarten zijn verkrijgbaar bij de meeste deelnemende musea en VVV-kantoren. (18) Sinds 1988 in een pasfoto verplicht. De pasfoto hoeft niet meteen bij aankoop van de kaart te worden aangebracht. Bij ieder daaropvolgend bezoek met de museumjaarkaart is de pasfoto verplicht. (19) Het is mogelijk een kaart voor een ander te kopen. Een eenmaal ingevulde en van pasfoto voorziene kaart kan alleen door de houder worden gebruikt. (20) Dit boekje geeft een maandoverzicht van alle tentoonstellingen in Nederlandse musea en galeries, tevens een keuze uit buitenlandse exposities. Het is makkelijk en overzichtelijk ingedeeld. Abonementprijs: 45.- euro. Informatie en bestellingen: Openbaar Kunstbezit, postbus 5555, 1007 AN Amsterdam; Telefoon: ; bestellen@openbaarkunstbezit.nl (21) Wilt u ten volle profiteren van uw museumjaarkaart? Neem dan meteen óók een abonnement op Vitrine. (22) Dit prachtig verzorgde magazine geeft u 8x per jaar buitengewoon interessante informatie over alles wat er in onze musea te beleven valt. Een tijdschrift voor alle museumjaarkaarthouders, omdat het u inspireert om van uw museumjaarkaart héél vaak gebruik te maken! (23) Anderen betalen voor losse nummers 6,50 euro (of 45.- euro voor een jaarabonnement). Maar voor u geldt een interessante korting van 18.- euro. Als museumjaarkaarthouder betaalt u slechts 27.- euro voor een jaarabonnement. (24) Als u de museumjaarkaart aanschaft (via musea of VVV-kantoor), kunt u door middel van de aan de kaart gehechte bestelbon u direct abonneren. (25) de Stichting Museumjaarkaart, Groenhazengracht 2 c, 2311 VT Leiden Telefoon: / írásbeli vizsga, I. összetevő 6 / május 21.
7 A B C D E F G H I J K en een abonnement hoort erbij! De museumjaarkaart wordt uitgegeven door Het Tentoonstellingsboekje Hoe kan ik me abonneren? Hoe kom ik aan een museumjaarkaart? Hoeveel kost het abonnement voor een museumjaarkaarthouder? Is er voor een museumjaarkaart een pasfoto nodig? Kan ik een museumjaarkaart cadeau doen? Waar is de museumjaarkaart goed voor? Wat is Vitrine? Wat kost de museumjaarkaart? I Max. Elért 10 írásbeli vizsga, I. összetevő 7 / május 21.
8 OPDRACHT 4 Hieronder volgt een tekst over Trein-tram-busdagen in België. Lees de tekst en beantwoord de vragen in een paar woorden. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Een keer per jaar kunt u in België heel goedkoop gebruik maken van trein, tram en bus. Volgende week is het weer zover: op zaterdag en zondag 12 en 13 mei rijden ze bijna voor niets. Want zeg nu zelf: een hele dag vrij reizen door het hele land voor maar 80 euro is toch niet duur! En als u met z n vieren reist, wordt het nog goedkooper: een dagkaart kost dan slechts 270 euro. De kaarten die op deze dag gebruikt worden noemt men Trein-Tram-Buskaarten, of korter: TTBkaarten. Hoe komt u nu aan zo n kaart? Dat is heel gemakkelijk. Aan alle Belgische stations zijn de TTBkaarten te koop. En u hoeft niet vooraf te reserveren; u kunt ze gewoon kopen op de dag van uw vertrek. Ook dat is gemakkelijk. En alsof het nog niet genoeg is: bij aankoop van een TTB-kaart krijgt u een boekje over België cadeau. In dat boekje staan verschillende stukjes over de mooiste Belgische dorpen en steden, met hier en daar een leuke kleurenfoto. Wat wilt u nog meer? 0 Hoe vaak per jaar kunt u in België goedkoop reizen? een keer. 26 Wanneer kunt u dit jaar goedkoop reizen? 27 Hoeveel moet u betalen om op dit weekend te mogen reizen? 28 Hoeveel personen mogen met een dagkaart van 270 euro reizen? 29 Wat betekent TTB-kaart? 30 Waar kunt u TTB-kaarten kopen? 31 Wat krijgt u cadeau als u een TTB-kaart koopt? 32 Waar gaat het boek over? 33 Wat staat er in het boek? Max. Elért 8 írásbeli vizsga, I. összetevő 8 / május 21.
9 írásbeli vizsga, I. összetevő 9 / május 21.
10 írásbeli vizsga, I. összetevő 10 / május 21.
11 írásbeli vizsga, I. összetevő 11 / május 21.
12 I. Olvasott szöveg értése maximális pontszám 1. feladat 8 2. feladat 7 3. feladat feladat 8 ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, I. összetevő 12 / május 21.
13 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 II. Nyelvhelyesség Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga II. Nyelvhelyesség
14 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, II. összetevő 2 / május 21.
15 OPDRACHT 1 Maak de tekst compleet. Kies het juiste woord uit de lijst en schrijf de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer. Er staan twee woorden in de lijst die u niet nodig hebt. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. De mensen in Nederland zijn vriendelijker als het zonnetje schijnt. (0) de weerman, na dagen van regen, vertelt dat (1) mooi weer wordt, is heel Nederland blij. Maar komt het niet uit, dan telefoneren honderden kwade mensen (2) het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut. Eigenlijk begrijp (3) dat wel, zegt een van de weermannen, (4) na zoveel dagen regen willen de mensen gewoon zonneschijn. Het komt ook wel eens (5) dat de weerman na dagenlang mooi weer zegt (6) het gaat regenen. Als de regen dan niet komt, telefoneert (7) niemand. A B C D E F G H I J naar uit dat als want er voor het na ik D Max. Elért 7 írásbeli vizsga, II. összetevő 3 / május 21.
16 OPDRACHT 2 Maak zinnen van de losse woorden. Elk woord moet gebruikt worden. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Het eerste woord van elke zin is als hulp gegeven. Hallo! Met mij Kleine kinderen telefoneren graag. De (0) meeste ouders zijn daar niet altijd gelukkig mee, gelukkig meeste altijd mee niet ouders daar zijn want (8). geld telefoneren kost veel En (9). ouders betalen dat moeten die Toch is het goed om (10), jong leren al te telefoneren want (11). telefoneren erg goed belangrijk is Het (12). gevallen van sommige kan in levensbelang zijn Het is ook goed als (13). hoofd kinderen telefoonnummers kennen uit paar het een Zolas het nummer van thuis en van de dokter. Verder moeten kinderen natuurlijk weten waar (14). het nummers telefoonboekje bijzondere met ligt thuis Deze kunnen ze dan gebruiken als ze alleen thuis zijn en er iets gebeurt Max. Elért 7 írásbeli vizsga, II. összetevő 4 / május 21.
17 OPDRACHT 3 Maak de tekst compleet. Kies uit de vier mogelijkheden het juiste woord en schrijf de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Een man in een grote Mercedes was op zoek naar een parkeerplaats in een druk stadsgedeelte. Eindelijk (0) hij er een die groot genoeg voor zijn auto was. Op het moment dat hij klaar (15) om zijn auto er achteruit (16), kwam van achteren een kleine Fiat, die vlug de open plek (17). Erger nog, de bestuurder van de Fiat (18) en maakte een lange neus naar hem. De man in de Mercedes die rijk genoeg was om zich zulke dingen te permitteren, (19) helemaal niet. Terwijl hij langzaam achteruit (20) parkeren, (21) hij de kleine Fiat voor de verschrikte ogen van de eigenaar als een sardinie in elkaar. 0 A vond B vindt C vinden D gevonden 15 A staan B gestonden C stonden D stond 16 A te inrijden B inreden C in te rijden D gereden 17 A inrijden B ingereden C inreed D reed in 18 A uitstappen B uitstapte C uitgestapt D stapte uit 19 A reageren B reageerde C reageert D gereageerd 20 A blijven B gebleven C bleef D bleven 21 A drukken B drukt C gedrukt D drukte A Max. Elért írásbeli vizsga, II. összetevő 5 / május 21. 7
18 OPDRACHT 4 Vul op de open plaatsen een ontkenningswoord(groep) (niemand, niets, geen, niet, nooit, geen meer, niet meer, nooit meer, niet lang, enz.) in. Sommige ontkenningswoorden kunnen meer dan één keer ingevuld worden en sommige passen niet in de tekst. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. De koe die liever paard was Er was eens een koe die Jet heette. Ze was (0) niet tevreden met het leven als koe. Ze wilde paard zijn. Op een avond ging ze naar de weide waar de paarden woonden. Wat komt u hier doen? vroegen de paarden. Deze weide is (22) voor u. Maar ik wil hier wonen, zei Jet. Ik ben (23) gelukkig als koe. Ik wil (24) koe zijn. Ik voel me een paard! (25) van ons heeft er problemen mee, zeiden de paarden, maar we geloven (26) dat de boer die u tweemaal per dag melkt het zal accepteren. En inderdaad, de boer liet Jet (27) bij de paarden wonen. De volgende morgen al joeg hij Jet weer terug naar haar eigen weide en sloot haar op. Hij wilde dat Jet (28) zou kunnen weglopen Max. Elért 7 írásbeli vizsga, II. összetevő 6 / május 21.
19 írásbeli vizsga, II. összetevő 7 / május 21.
20 maximális pontszám 1. feladat 7 II. Nyelvhelyesség 2. feladat 7 3. feladat 7 4. feladat 7 FELADATPONT ÖSSZESEN 28 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 18 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, II. összetevő 8 / május 21.
21 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 III. Hallott szöveg értése Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga III. Hallott szöveg értése
22 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, III. összetevő 2 / május 21.
23 Welkom bij het luistergedeelte van het eindexamen. Het luistermateriaal en de instructies kunt u nu beluisteren. De opdrachten en de bijbehorende instructies vindt u in dit tekstboekje. Er zijn drie opdrachten. Elk fragment zal twee keer worden afgespeeld. Ieder fragment begint met een muziekje. Daarna hoort u de instructies bij de opdracht. (U kunt de instructies ook meelezen in het tekstboekje.) Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje eens goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld. Vervolgens wordt het fragment in zijn geheel afgespeeld. Na alweer een korte stilte, krijgt u het fragment voor de tweede keer te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in korte stukjes. Na ieder stukje krijgt u de tijd om uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind van de opdracht krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. De volledige test duurt dertig minuten. Succes! írásbeli vizsga, III. összetevő 3 / május 21.
24 OPDRACHT 1 In dit fragment gaat u luisteren naar een gesprekje in een café. Het is uw taak om de ontbrekende woorden in de onderstaande tekst in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. Gaan we binnen of buiten zitten? (0) Buiten natuurlijk. Wie gaat er nou met dit mooie weer binnen zitten? Ik. Want het weer is wel mooi, maar het is niet warm, het is helemaal niet (1). Vind je? Zullen we aan dat tafeltje daar in de hoek gaan (2)? Nee, want ik wil naar buiten kijken en dat kan daar niet. Ik wil naar de mensen (3) die op straat voorbijlopen. Daar bij het raam is ook nog een (4) vrij. Vlug. Daar ga ik niet zitten. Waarom niet? Je zit daar vlakbij de box. Die harde (5) aan mijn hoofd, daar kan ik absoluut niet tegen. Wat doe je weer moeilijk. Ik doe helemaal niet (6). Maar ik ga naar een café om iets te drinken en om te praten. Met harde muziek erbij kan ik niet (7). Goed, jij je zin Max. Elért írásbeli vizsga, III. összetevő 4 / május 21. 7
25 OPDRACHT 2 In dit fragment gaat u luisteren naar een gesprekje over vakantieplannen. Het is uw taak om het onderstaande schema in te vullen. (Waar gaan de sprekers in de vakantie naar toe?, Hoe lang blijven ze daar?, Wat doen ze daar (activiteiten 1., 2.?) Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u slechts één antwoord te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. Waar naar toe Hoe lang Activiteiten Hij (0) Frankrijk. (8) (9) (10) Zij (11) (12) (13) (14) Els (15) (16) (17) (18) Max. Elért írásbeli vizsga, III. összetevő 5 / május
26 OPDRACHT 3 Dit fragment gaat over televisie. Het is uw taak om de letter of letters van de juiste antwoorden te omcirkelen. Deze letters vindt u rechts in de blokjes. Let op: in deze opdracht is het mogelijk dat beide antwoorden juist zijn! En in ieder geval is er één juist antwoord. Dit betekent dat u één of twee letters moet omcirkelen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. 0 Op de televisie kunnen we zien. A de hele wereld B het leven van andere mensen 19 Je kunt een ernstig ongeluk op de TV zien. A nog dezelfde dag B een week later 20 Als je naar sport op de TV kijkt is het niet belangrijk of het buiten is. A warm B koud 21 In een echte bioscoop kun je kopen. A stoelen B cola 22 Volgens de spreker zijn we door de televisie gelukkiger geworden. A niet B wel A A A A A B B B B B Max. Elért 4 írásbeli vizsga, III. összetevő 6 / május 21.
27 írásbeli vizsga, III. összetevő 7 / május 21.
28 maximális pontszám 1. feladat 7 III. Hallott szöveg értése 2. feladat feladat 4 FELADATPONT ÖSSZESEN 22 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, III. összetevő 8 / május 21.
29 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 IV. Íráskészség Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga IV. Íráskészség
30 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. A szürke oszlopok az értékelés számára vannak fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke oszlopokba. írásbeli vizsga, IV. összetevő 2 / május 21.
31 OPDRACHT 1 Hieronder staat een van Wim die een penvriend(in) zoekt. Hallo allemaal! Ik ben een 18-jarige jongen uit het noorden van Nederland. Ik woon in een dorpje tussen Groningen en Assen. Ik heb veel hobby s: lange brieven schrijven (en krijgen), winkelen, muziek luisteren, films kijken, lezen, sporten (zelf doen of tv kijken) en mijn twee honden. Het lijkt me leuk om via deze weg wat mensen te leren kennen voor een gezellige vriendschap! Spreekt dit alles jou aan, aarzel dan niet en stuur me een ! Groetjes, Wim U schrijft Wim een terug van woorden. In uw schrijft u over de volgende punten: 1. u vertelt wie u bent en waarom u Nederlands spreekt; 2. u zegt waarom u hem schrijft; 3. u vertelt wat uw hobby s zijn; 4. u vertelt iets over uw studie of uw familie; 5. u stelt vragen over zijn studie/werk of zijn familie. U begint uw brief met: Beste Wim, írásbeli vizsga, IV. összetevő 3 / május 21.
32 OPDRACHT 2 U schrijft een brief over één van de twee volgende onderwerpen (dus over A of over B): A Nelly is een vriendin van uw Nederlandse vrienden Anna en Kees. U hebt de hieronderstaande brief van haar gekregen: Beste Peter, Anna en Kees hebben me gevraagd om je het goede nieuws te vertellen: hun baby is op 30 maart geboren! Het is een meisje, ze weegt 3300 gr en is 51 cm lang. Haar naam is Marjan en ze is een hele mooie baby. Anna en Kees zijn overgelukkig, maar ze hebben het nu erg druk met de kleine. Daarom hebben ze geen tijd om brieven te schrijven. Ik hoop dat het goed met je gaat en dat je blij bent met het nieuws. Groetjes, Nelly U wilt graag een cadeau aan het dochtertje van Anna en Kees sturen. U schrijft een brief van woorden aan Nelly. In deze brief schrijft u over de volgende punten: 1. u bedankt haar voor de boodschap; 2. u vraagt hoe het met haar gaat en vertelt hoe het met u gaat; 3. u zegt waarom u schrijft; 4. u vertelt aan welke drie cadeaus u al hebt gedacht en u vraagt wat ze ervan vindt; 5. u bedankt voor de hulp en vertelt waarom u graag snel antwoord wilt hebben. U begint uw brief met: Beste Nelly, B U wilt een verhaal schrijven over Nederland, maar u hebt thuis geen enkel boek waarin iets over Nederland staat. Daarom schrijft u een brief van woorden naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag. In deze brief schrijft u over de volgende punten: 1. u vertelt iets over uzelf; 2. u zegt waarom u een verhaal over Nederland wilt schrijven; 3. u zegt dat u informatie nodig hebt en noemt de punten die u in uw verhaal wilt bespreken; 4. u zegt naar welk postadres of adres men het materiaal kan sturen; 5. u vraagt om een snel antwoord en bedankt voor de informatie. U begint uw brief met: Geachte mevrouw/meneer, írásbeli vizsga, IV. összetevő 4 / május 21.
33 írásbeli vizsga, IV. összetevő 5 / május 21.
34 Az 1. feladat értékelése Max. Elért A feladat teljesítése és a szöveg hosszúsága Érthetőség, nyelvi megformálás Íráskép Összesen 5 pont 5 pont 1 pont 11 pont A 2. feladat értékelése Max. Elért A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése Hangnem, az olvasóban keltett benyomás Szövegalkotás Szókincs, kifejezésmód Nyelvhelyesség, helyesírás Íráskép Összesen 5 pont 2 pont 4 pont 5 pont 5 pont 1 pont 22 pont írásbeli vizsga, IV. összetevő 6 / május 21.
35 írásbeli vizsga, IV. összetevő 7 / május 21.
36 IV. Íráskészség maximális pontszám 1. feladat feladat 22 ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... írásbeli vizsga, IV. összetevő 8 / május 21.
KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2008. május 23. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2008. május 23. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2011. október 21. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2011. október 21. 14:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati NEMZETI ERŐFORRÁS
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2009. október 26. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2009. október 26. 14:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2015. május 26. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2015. május 26. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2012. május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2012. május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati NEMZETI ERŐFORRÁS MINISZTÉRIUM
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2013. május 27. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2013. május 27. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieAzonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. 2009. május 21. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2009. május 21. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2009. május 21. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2016. május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2016. május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieÉRETTSÉGI VIZSGA május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 25. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2018. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2018. május 25. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieÉRETTSÉGI VIZSGA május 23. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 23. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2019. május 23. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2019. május 23. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieÉRETTSÉGI VIZSGA május 26. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 26. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 60 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2017. május 26. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSELI VIZSGA 2017. május 26. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieAzonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. 2007. május 24. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2007. május 24. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieEMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSG 2006. május 25. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG 2006. május 25. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
Név:... osztály:... ÉRETTSÉGI VIZSGA 2007. november 6. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. november 6. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati
Nadere informatieAzonosító jel: ÉRETTSÉGI VIZSGA május 23. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 23. 8:00. I. Olvasott szöveg értése
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2019. május 23. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2019. május 23. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieAzonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2016. május 24. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2016. május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2011. május 23. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2011. május 23. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati NEMZETI ERŐFORRÁS MINISZTÉRIUM
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
Név:... osztály:... ÉRETTSÉGI VIZSGA 2007. május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2007. május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieKÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2010. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2010. május 25. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieAzonosító jel: ÉRETTSÉGI VIZSGA 2005. május 26. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc
ÉRETTSÉGI VIZSG 2005. május 26. HOLLND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSELI VIZSG I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTTÁSI MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieAzonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. 2009. október 26. 14:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc
ÉRETTSÉGI VIZSGA 2009. október 26. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2009. október 26. 14:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatieLes 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige twee lessen hebben we met de kaart gewerkt, waarop alle vragen stonden die we gebruikt hebben om de tekst
Nadere informatieLesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Nadere informatieWat kan ik voor u doen?
139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...
Nadere informatieThema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Nadere informatiePROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID
PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID Instructies voor de examinator Afname-instructies DEEL C: Mondeling gedeelte Voorbeeldexamen 3 Inhoudsopgave Het boekje bevat de volgende onderdelen: ~
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Nadere informatieIk ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door
De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug, want ik moet even iets zeggen over
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieWat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.
Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieU leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.
UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven
Nadere informatieO, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.
Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan
Nadere informatieDe gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen
Nadere informatieKies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.
21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen
Nadere informatiewerkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd
werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.
Nadere informatieJezus maakt mensen gelukkig
Eerste Communieproject 33 Jezus maakt mensen gelukkig Jezus doet wonderen In les 5 hebben we geleerd dat God onze Vader is. Wij zijn allemaal zijn kinderen. Alle mensen zijn broertjes en zusjes van elkaar!
Nadere informatieKoningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande
Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie
Nadere informatieDie nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.
Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard
Nadere informatieSpreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)
Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt
Nadere informatieWerkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieH E T V E R L O R E N G E L D
H E T V E R L O R E N G E L D Personen Evangelieschrijver Vrouw (ze heet Marie) Haar buurvrouwen en vriendinnen; o Willemien o Janny o Sjaan o Sophie (Als het stuk begint, zit de evangelieschrijver op
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieVragenlijst: Wat vind jij van je
Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op
Nadere informatieOpstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieEen retour Rotterdam
71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieIk ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door
De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug want ik moet even iets zeggen over
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieInterview Rob van Brakel
Interview Rob van Brakel Atributes Consequences Values Hallo Rob van Brakel, mag ik jou een aantal vragen mogen stellen? Prima. Hoe oud ben je? 21 jaar Wat is je woonsituatie op het moment? Op het moment
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Nadere informatieDit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:
Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Mijn gezinsvoogd werkt bij de William Schrikker Jeugdbescherming. Wat een toestand, zeg! Wat gebeurt
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieBeginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Nadere informatieSoms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw
Soms gebeurt er wel eens iets wat jij niet wilt. Dit noemen wij onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen als jij in gevaar bent, of als jouw gedrag gevaarlijk is voor andere mensen. Dit mag nooit
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieDe bruiloft van Simson
De bruiloft van Simson Weet je nog waar de vertelling de vorige keer over ging? Over Simson, de nazireeër. Wat is een nazireeër? Een nazireeër is een bijzondere knecht van God. Een nazireeër mag zijn haar
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieAntwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.
Antwoorden Thema 5 woonomgeving Oefening 3 A 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. moesten B 1. Kon 2. Willen 3. Kan 4. kunnen 5. mocht 6. Kan - kan 7. wilde 8.
Nadere informatieLes 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Nadere informatieNT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen
Examen I: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een korte
Nadere informatieA) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).
A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen). 1. Je tekent mooi, zeg. 2. Wat een mooi schilderij! 3. Ik heb iets moois voor jou. 4. Mijn vader is een harde werker. 5. Het
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Nadere informatieEerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.
Eerwraak Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman Blz 1. Vra!n. 1) Wat voor soort verhaal is je boek? Mijn boek is een eigentijdsverhaal/roman 2) Waar
Nadere informatieLuisteren: muziek (A2 nr. 7)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk
Nadere informatieLuisteren: muziek (B1 nr. 2)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U
Nadere informatieWie zijn jouw vrienden? Opdracht:
Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: 1. Maak een spinnenweb van jouw belangrijkste vrienden. 2. Schrijf er telkens bij waar je die vriend hebt leren kennen. 3. Schrijf de meest positieve eigenschap als vriend
Nadere informatieNT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen
SPREKEN EXAMEN I 2003/2004 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een
Nadere informatieHandboek NT2 in het volwassenenonderwijs
Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,
Nadere informatieLesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Nadere informatieOp reis naar Bethlehem
Op reis naar Bethlehem Rollen: Verteller Jozef Maria Engel Twee omroepers Kind 1 Kind 2 Kind 3 Receptionist 1 Receptionist 2 Receptionist 3 Kind 4 Kind 5 Herder 1 Herder 2 Herder 3 Herder 4 Drie wijzen
Nadere informatiedat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk.
CP30 klantencontact Als u in Nederland in Zorg of Welzijn werkt, heeft u veel contact met klanten. U praat bijvoorbeeld over het huishoudelijk werk dat u gaat doen voor iemand. Of u geeft door dat u op
Nadere informatieWater Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.
Water Egypte In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Ik ga naar een restaurant in Nederland. Daar bestel ik een glas water. De ober vraagt
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Nadere informatieHet is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.
De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.
Nadere informatieHoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen
Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze
Nadere informatieHoudt u er alstublieft rekening mee dat het 5 werkdagen kan duren voordat uw taalniveau beoordeeld is.
- Instructie Deze toets heeft als doel uw taalniveau te bepalen. Om een realistisch beeld te krijgen van uw niveau,vragen we u niet langer dan één uur te besteden aan de toets. De toets bestaat uit twee
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Nadere informatieDit boekje is van:..
Ik en mijn plan Dit boekje is van:.. Hallo, Jij bent cliënt bij SOVAK. Je hebt bij SOVAK een persoonlijk begeleider. Samen maak je afspraken over wat jij zelf doet en wat SOVAK doet. Die afspraken staan
Nadere informatieSoms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.
Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.
Nadere informatie