KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Transcriptie

1 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA Holland nyelv középszint írásbeli vizsga I. Olvasott szöveg értése

2 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba! írásbeli vizsga, I. összetevő 2 / május 24.

3 írásbeli vizsga, I. összetevő 3 / május 24.

4 OPDRACHT 1 Hieronder staat een interview met Linge waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Het is uw taak om aan te geven welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Linge woont in Zürich. Ze vertelt over haar school. Ik ga naar een Zwitserse school. Het is een gewone school met heel veel kinderen. Mijn school is heel erg groot met ongeveer 12 klaslokalen, een theaterzaal en een lokaal voor handvaardigheid. Er zitten wel 240 kinderen op mijn school. Er zijn ongeveer 15 nationaliteiten op mijn school en dat vind ik heel weinig nationaliteiten voor zo veel kinderen. Mijn lessen zijn in het Duits maar ik krijg ook Engels op school. Ik zit in de derde klas maar in Nederland zeg je groep 5. In mijn klas zitten 20 kinderen en ik heb 2 juffen. Ik heb vijf dagen in de week school. Een schooldag duurt bij mij ongeveer 7 uur. Soms vliegt de tijd in de lessen. Ik word soms gebracht maar meestal loop ik samen met mijn zus naar school. Mijn schoolgebouw ziet er een beetje raar uit, omdat de muur aan een kant recht is en de andere muur is hoekig. Het schoolplein is heel erg groot, ongeveer 60 meter lang. Er is een voetbalveld, een basketbalplein en er zijn rekstokken. De directeur van de school zegt dat ze misschien een speeltuin gaan bouwen. Dat is dus heel leuk! Ik heb drie pauzes, twee van tien minuten en een van twintig minuten. In de pauze speel ik met mijn vriendjes tikkertje of slenter ik gewoon een beetje rond. Tussen de middag gaan de kinderen naar huis voor het middageten en soms moeten wij s middags dan weer naar school. Ik heb al heel vaak een schoolreisje met mijn klas gemaakt. Een keer naar een museum, de andere keer naar de dierentuin. Ik heb zelfs al eens een toneelstuk gespeeld voor de ouders en broertjes en zusjes! Ik vind alles leuk op school. Voor de slimme kinderen hebben ze ook nog een speciale les met extra moeilijke projecten. Vorig jaar hadden we opdrachten met de IPad om te leren. Dat was het leukste project tot nu toe. Wij hebben ook één keer in het jaar een naamwedstrijd. Het is een soort test. Dan krijg je bijvoorbeeld een foto van een leerling van school en daarnaast staan dan drie namen. Dan moet je raden welke naam het is. Nu ken ik bijna iedereen op school. Op donderdagmiddag ga ik ook naar een Nederlandse school. De school heet De Oranje Koe. Ik heb heel veel vakken op De Oranje Koe, bijvoorbeeld spelling, taal en aan het eind van de les een beetje geschiedenis. Er zitten ongeveer 30 kinderen op De Oranje Koe, verdeeld in 3 klaslokalen. Soms gaan er meesters of juffen weg, en soms komen er weer nieuwe bij. Bron: írásbeli vizsga, I. összetevő 4 / május 24.

5 Waar Onwaar 0 Linge is Nederlandse maar ze woont in Zwitserland. X 1 Op de school van Linge zitten veel kinderen. 2 Linge vindt dat er veel nationaliteiten op haar school zitten. 3 Meestal wordt Linge door haar zus naar school gebracht. 4 De school van Linge heeft een speeltuin op het schoolplein. 5 Linge heeft bij elkaar 50 minuten pauze per dag tussen de lessen. 6 De meeste klasgenoten van Linge hebben hun middageten op school. 7 Linge ging een keer met haar klas naar een toneelstuk in het theater. 8 De school van Linge geeft een speciale les met extra moeilijke projecten voor slimme kinderen. 9 Op een naamwedstrijd moet je de juiste naam van de leerling op de foto kiezen. 10 Linge krijgt lessen in 3 talen: Duits, Engels en Nederlands. 11 Het zijn altijd dezelfde leraren die op de Nederlandse school lesgeven Max. Elért 11 írásbeli vizsga, I. összetevő 5 / május 24.

6 OPDRACHT 2 Hieronder staan enkele berichten van forumers op de vraag Welk vakantieland vinden jullie het leukst om naar toe te gaan en waarom?. Op de volgende bladzijde staan vragen over deze berichten. Het is uw taak om de letter of letters van de juiste antwoorden te omcirkelen. Deze letters vindt u rechts in de blokjes. Let op: in deze opdracht is het mogelijk dat er meer antwoorden juist zijn! Dit betekent dat u één of meer letters moet omcirkelen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Welk vakantieland vinden jullie het leukst om naar toe te gaan en waarom? A Griekenland! Vriendelijke mensen, heerlijk eten en een bijzondere sfeer. Maar zeker ook leuke muziek en dans. Witte dorpjes onder een blauwe lucht. Smalle, schilderachtige straatjes. Golvende lijnen in het landschap. Blauwe zee met dolfijnen en helder water om tussen bont gekleurde vissen te snorkelen. B Ik ben in mijn leven een keer of 15 naar de Ardèche in Frankrijk geweest, vroeger al met mijn ouders, nu met mijn gezin. Het is daar zo ontzettend mooi, je hebt er heel veel geheimzinnige verlaten dorpjes, buiten de toeristencentra heb je hele gebieden waar je geen toerist tegenkomt, en het eten is zooooo heerlijk. Van alle landen waar ik geweest ben vind ik de sfeer daar het allerspeciaalst. Het is daar nog lekker avontuurlijk, niet zo over-georganiseerd als hier. C Duitsland. Makkelijk te bereiken, goede en voordelige accommodaties, goed eten en drinken, mooie steden en prachtige natuur. Ook is de Duitse taal redelijk tot goed te verstaan, ook al spreek je geen letter over de grens. En mocht je een dokter nodig hebben, ook de gezondheidszorg is er van een hoog niveau. Bovendien zijn Duitsers over het algemeen zeer fatsoenlijk en vriendelijk. D Ik zou zeker voor Bulgarije gaan. Je hebt er voor ieder wat wils: het is er warm, de stranden aan de Zwarte zee zijn fantastisch, je hebt mooie oude stadjes, de natuur is supermooi... En het is er érg goedkoop! Je kan er gemakkelijk met 2 personen voor 10 euro uit eten en je kan er ook leuk stappen en aan het strand liggen. E F India, omdat het gewoon zo anders is dan alles wat je bekend is En omdat toch bijna iedereen je kan verstaan, vanwege het Engels En omdat het zo goedkoop is, als je geld van de Euro naar de Rupee wisselt word je al 20 tot 30 keer rijker En omdat het zo mooi is daar En omdat het geen land is maar een continent, 1,4 miljard mensen, zo verschillend en anders Ik ben zelf twee jaar achter elkaar naar Oekraine geweest. Een supermooi land. Met veel bergen, prachtig weer en geweldige mensen. Het is niet een land waarbij je meteen aan vakantie denkt, maar ik vind het echt een aanrader. Spotgoedkoop en erg vriendelijke mensen. De meesten spreken geen Engels, maar je komt een heel eind met handen, voeten en een glimlach. Bron: írásbeli vizsga, I. összetevő 6 / május 24.

7 0 In welk land zijn de mensen vriendelijk? A B C D E F 12 In welk land kan een Nederlander de mensen makkelijk verstaan? A B C D E F 13 Welk land is voor Nederlanders goedkoop? A B C D E F 14 Welk land ligt niet in Europa? A B C D E F Welke forumer 15 vindt het eten in zijn vakantieland lekker? A B C D E F 16 vindt zijn vakantieland mooi? A B C D E F 17 vermeldt in zijn bericht vrijetijdsactiviteiten die in zijn vakantieland gedaan kunnen worden? 18 vermeldt het weer als voordeel van zijn vakantieland? 19 vermeldt in zijn bericht de zee als aantrekkelijk aspect? A B C D E F A B C D E F A B C D E F Max. Elért 8 írásbeli vizsga, I. összetevő 7 / május 24.

8 OPDRACHT 3 Hieronder staan enkele veel gestelde vragen over Wikipedia. De antwoorden op deze vragen staan op de volgende bladzijde. Het is uw taak om te bepalen welk antwoord bij welke vraag hoort en de letter van het antwoord in het rechter vakje in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. 0 Wat is een wiki? C 20 Sinds wanneer bestaat Wikipedia? 21 Wie is de eigenaar van Wikipedia? 22 Wie is de eigenaar van de teksten op Wikipedia? 23 De "nl" van staat dat voor Nederland? 24 Waarom zijn er geen reclamebanners en pop-ups op Wikipedia? 25 Waar kan ik aangeven dat iets niet goed werkt op Wikipedia? 26 Waarom zou ik meedoen? írásbeli vizsga, I. összetevő 8 / május 24.

9 A Het is de Wikipedia Foundation. Die is verantwoordelijk voor alle Wikipedia-websites (waaronder Wikipedia) en is ook eigenaar van de servers. B Nee, het staat voor Nederlandstalig. De Wikipedia's zijn per taal ingedeeld, niet per land. Er bestaat dus geen Nederlandse Wikipedia, alleen een Nederlandstalige. De meeste auteurs komen uit Nederland en Vlaanderen. Tussen Vlaanderen, Nederland en ook Suriname is er een taalunie. C Een wiki is een website die door de bezoekers kan worden bewerkt. Er zijn heel veel wiki's op het internet, en Wikipedia is misschien de meest bekende. D De auteurs zijn eigenaar van het materiaal dat ze hebben vrijgegeven als vrije kennis. E Het is interessant om je kennis met anderen te delen, en je werkt mee aan een betere wereld: hoe meer kennis er wordt verspreid, hoe meer de mens van zijn/haar omgeving begrijpt. F Reclame hoort volgens ons niet in een encyclopedie, omdat een reclameboodschap de objectiviteit en neutraliteit van een artikel ongeloofwaardig maakt en omdat het niet nodig is. Wat we aan geld nodig hebben komt via donaties binnen. G Wikipedia is opgericht op 15 januari 2001 door de ondernemer Jimmy Wales en zijn werknemer Larry Sanger. De Nederlandstalige Wikipedia is begonnen op 19 juni H Schrijf het op de pagina Helpdesk. Bron: Max. Elért 7 írásbeli vizsga, I. összetevő 9 / május 24.

10 írásbeli vizsga, I. összetevő 10 / május 24.

11 írásbeli vizsga, I. összetevő 11 / május 24.

12 maximális pontszám 1. feladat 11 I. Olvasott szöveg értése 2. feladat 8 3. feladat 7 Feladatpont összesen 26 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:.. I. Olvasott szöveg értése pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:.. Dátum:.. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, I. összetevő 12 / május 24.

13 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00 II. Nyelvhelyesség Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA Holland nyelv középszint írásbeli vizsga II. Nyelvhelyesség

14 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba! írásbeli vizsga, II. összetevő 2 / május 24.

15 OPDRACHT 1 Vul op de open plaatsen de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in het imperfectum (onvoltooid verleden tijd) in. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Dame koopt schilderij van Renoir op rommelmarkt voor 5 euro Een dame uit Virginia (0) kocht (kopen) anderhalf jaar geleden een pop op een rommelmarkt. De pop zat in een doos met nog heel wat andere spullen. Om de pop mee naar huis te nemen, (1) (moeten) ze de hele doos kopen, voor 5 euro. In de doos zat ook een schilderij, maar dat (2) (interesseren) de vrouw niet echt. Onlangs (3) (ruimen) ze haar garage op en (4) (vinden) ze het schilderij terug. Ze (5) (willen) het weggooien, maar haar moeder (6) (raden) haar aan om de waarde van het schilderij te laten schatten. De vrouw (7) (luisteren) naar haar moeder en dat (8) (zijn) maar goed ook: een kunstexpert (9) (zeggen) meteen dat het om een authentieke Renoir (10) (gaat), een schilderij van een Franse kunstschilder uit de negentiende eeuw, en dat het minstens euro waard was. Bron: Max. Elért 10 írásbeli vizsga, II. összetevő 3 / május 24.

16 OPDRACHT 2 Vul op de open plaatsen een vraagwoord in. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Juriaan gaat naar Italië verhuizen Juriaan is 13 jaar, hij is in Utrecht geboren, en woonde tot nu toe in Nederland. Binnenkort gaat hij verhuizen naar Italië. Ze gaan op 5 minuten afstand van het Gardameer wonen. Daar zijn ook bergen vlakbij, dus dat is leuk voor de wintersport. Reporter: Juriaan: Heb je al een keer in een ander land gewoond? Ik heb nog nooit in een ander land gewoond, dus het is echt wel spannend allemaal! Reporter: (0) Hoe vind je Italië? Juriaan: Reporter: Juriaan: Reporter: Juriaan: Ik vind het een heel mooi land. (11) ben je al in Italië geweest? Heel vaak al. Ik ging er altijd op vakantie. (12) ga je daar nu wonen? Omdat mijn ouders dat al een paar jaar willen en we hebben nu eindelijk via een goede kennis een mooi huis gevonden. Reporter: Juriaan: (13) werk doen je vader en moeder? Mijn vader gaat daar een scooterverhuur opzetten en mijn moeder wil graag in een winkel in ons dorp gaan werken. Reporter: Juriaan: Reporter: Juriaan: Reporter: Juriaan: (14) ga je verhuizen? In het voorjaar, hopen we. Als ons huis is verkocht. (15) bereid je je voor op de verhuizing? Ik heb er nog niet zo veel aan gedaan. (16) neem je zeker mee? Ik neem zeker mijn skateboard mee want skaten is mijn grootste hobby. írásbeli vizsga, II. összetevő 4 / május 24.

17 Reporter: Juriaan: Reporter: Juriaan: (17) school ga je in je nieuwe land? Ik ga naar de basisschool in Bardelino, een dorpje vlakbij waar wij gaan wonen. (18) taal ga je daar gebruiken? Spreek je Italiaans? Ik ken de taal alleen een klein beetje, maar ik ben hem aan het leren. Bron: Max. Elért 8 írásbeli vizsga, II. összetevő 5 / május 24.

18 OPDRACHT 3 Maak de tekst compleet. Kies het juiste woord uit de lijst en schrijf het op de open plaats. Let op: Er staan meer woorden in de lijst dan u nodig heeft. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. We verkopen massaal onze foute kerstcadeaus Bij de eindejaarsperiode horen ook cadeautjes. Een cadeautje (0) onder de kerstboom uitpakken is wel spannend maar soms krijg je iets (19) je écht niet nodig hebt of er zit nog maar eens een sjaal of badschuim in je cadeau. Meer (20) meer mensen verkopen die ongewenste, "foute" cadeaus via zoekertjessites. Bij de zoekertjessite 2dehands.be was de toestorm van foute kerstcadeaus dit jaar groter (21) ooit. Normaal komen (22) nieuwe zoekertjes per dag binnen. Op kerstdag (23) telde 2dehands.be nieuwe zoekertjes meer. Ook op de dagen na Kerstmis overspoelden de mislukte kerstcadeaus de koopjessites. Waarschijnlijk heeft die stijging (24) maken met de crisis. Mensen willen in deze tijden van crisis liever een centje verdienen aan (25) ongewenste kerstcadeaus dan ze zomaar weggooien. Nieuw is ook dat mensen (26) helemaal niet meer schamen om hun cadeaus op het internet te zetten. Ze schrijven er gewoon bij dat het (27) een fout cadeau gaat. De verkopers zijn dus niet meer bang dat hun tante, oma of een (28) familielid hen zou betrappen en beledigd zou zijn omdat ze hun cadeau doorverkopen. Naar: al dan er onder wat ander dat hun te zelf andere en om veel zich Max. Elért 10 írásbeli vizsga, II. összetevő 6 / május 24.

19 írásbeli vizsga, II. összetevő 7 / május 24.

20 maximális pontszám 1. feladat 10 II. Nyelvhelyesség 2. feladat 8 3. feladat 10 Feladatpont összesen 28 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 18 elért pontszám javító tanár Dátum:. I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum:. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, II. összetevő 8 / május 24.

21 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00 III. Hallott szöveg értése Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA Holland nyelv középszint írásbeli vizsga III. Hallott szöveg értése

22 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba! írásbeli vizsga, III. összetevő 2 / május 24.

23 Welkom bij het luistergedeelte van het eindexamen. U gaat nu het luistermateriaal en de instructies beluisteren. De opdrachten en de bijbehorende instructies vindt u in dit tekstboekje. Er zijn drie opdrachten. Elk fragment zal twee keer worden afgespeeld. Ieder fragment begint met een muziekje. Daarna hoort u de instructies bij de opdracht. (U kunt de instructies ook meelezen in het tekstboekje). Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld. Vervolgens wordt het fragment in zijn geheel afgespeeld. Na alweer een korte stilte, krijgt u het fragment voor de tweede keer te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kortere stukjes. Na ieder stukje krijgt u de tijd om uw antwoorden op te schrijven. Natuurlijk kunt u uw antwoorden ook opschrijven terwijl u naar het fragment luistert. Aan het eind van de opdracht krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. De volledige test duurt 30 minuten. Succes! írásbeli vizsga, III. összetevő 3 / május 24.

24 OPDRACHT 1 In dit fragment gaat u luisteren naar enkele alledaagse gesprekken. Het is uw taak om te bepalen welk gesprek waar plaatsvindt en de letters van de gesprekken bij de daarbijhorende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. A Tijdens de les B In het restaurant C Op het postkantoor D Aan het loket E Op straat C Max. Elért 4 írásbeli vizsga, III. összetevő 4 / május 24.

25 OPDRACHT 2 Dit fragment gaat over de Zweedse topkok Niklas Ekstedt. Het is uw taak om de onderstaande vragen in een paar woorden te beantwoorden. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. Waar komt Niklas Ekstedt vandaan? 0 uit Zweden of hij is Zweed. Hoe oud is Niklas? 5 _ Wie maakte het eten klaar op kerstavond in zijn jeugd? 6 _ Wie bakte vaak een perentaart? 7 _ Wie at de perentaart op? 8 _ Hoeveel restaurants heeft Niklas en in welke stad? 9-10 _ Hoeveel seizoenen heeft zijn tv kookshow al gedraaid? 11 _ Wat heeft hij het afgelopen jaar gedaan? 12 _ Max. Elért 8 írásbeli vizsga, III. összetevő 5 / május 24.

26 OPDRACHT 3 In dit fragment gaat u luisteren naar een interview met een yogalerares. Het is uw taak om de onderstaande zinnen met één of een paar woorden aan te vullen tot volledige zinnen. Als er meerdere mogelijkheden zijn, hoeft u slechts één antwoord te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. U hebt eerst de tijd om de opdracht door te lezen. Daarna krijgt u het gehele fragment in één keer te horen. Na een korte pauze krijgt u vervolgens de tekst nogmaals te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kleinere stukjes tekst om u de tijd te geven uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. Dit is een interview met. 0 Chantal van der Meij of een yogalerares. Chantal werkt in de Soulfoul Studio die in is gevestigd. 13 Chantal kwam jaar geleden in aanraking met yoga. 14 De lerares die Chantal moest vervangen op haar eerste yogales was. 15 Chantal vond haar eerste yogales. 16 Na haar eerste yogales besloot Chantal om. 17 Een yogaleraar moet zijn. 18 Wat voor yogales Chantal geeft hang ook van de stemming van haar af. 19 Chantal vindt het belangrijk dat de leraar zelf heeft in de yogales. 20 Chantal wil dat haar leerlingen op de yogales Max. Elért 9 írásbeli vizsga, III. összetevő 6 / május 24.

27 írásbeli vizsga, III. összetevő 7 / május 24.

28 maximális pontszám 1. feladat 4 III. Hallott szöveg értése 2. feladat 8 3. feladat 9 Feladatpont összesen 21 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum: I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum:. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, III. összetevő 8 / május 24.

29 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 24. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 24. 8:00 IV. Íráskészség Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati EMBERI ERŐFORRÁSOK MINISZTÉRIUMA Holland nyelv középszint írásbeli vizsga IV. Íráskészség

30 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. Ügyeljen a megadott szószámra! Amennyiben a létrehozott szöveg jelentősen eltér (rövidebb, hosszabb) a megadott szóintervallumtól, az pontlevonással jár. írásbeli vizsga, IV. összetevő 2 / május 24.

31 OPDRACHT 1 U zit op een cursus Nederlands voor gevorderden op een taalschool in Hongarije. U wilt naast de lessen ook graag iets leuks in het Nederlands lezen. In een van woorden vraagt u uw Nederlandse vriendin Claudia om u een paar kranten en tijdschriften te sturen. In deze schrijft u over de volgende punten: 1) u vertelt dat u een cursus Nederlands volgt; 2) u vraagt uw vriendin om een paar kranten en tijdschriften te sturen, en vertelt waarom u die wilt hebben; 3) u schrijft aan het eind van de mail dat u voor de post zal betalen. U begint de met Hoi Claudia, írásbeli vizsga, IV. összetevő 3 / május 24.

32 OPDRACHT 2 Werk één van de twee volgende opdrachten (dus A of B) uit: A U heeft de volgende gekregen van uw Nederlandse vrienden: Hoi Enikő, Hopelijk gaat het goed met jou en het hele gezin. In de zomervakantie willen we dit jaar naar Hongarije gaan. We zijn al eens in Boedapest geweest, dus nu willen we een kleinere stad en zijn omgeving leren kennen. Kun je een paar leuke tips geven? Kun je ons ook een goed hotel aanbevelen? We kijken uit naar je antwoord. Groeten uit Haarlem, Dédé en Nico Elk jaar wordt er een wijnfestival gehouden in uw stad. Het duurt één weekeind. Het is altijd een heel leuk feest en dit jaar wilt u dat Dédé en Niko ook komen. In een van woorden nodigt u ze uit om naar het festival te komen. In deze schrijft u over de volgende punten: 1) u bedankt ze voor de en zegt hoe het met u en uw gezin gaat; 2) u vertelt dat uw stad dit jaar weer een wijnfestival organiseert; 3) u nodigt uw vrienden uit om te komen; 4) u vertelt dat het festival altijd heel gezellig is met veel eten en drinken; 5) u nodigt ze ook uit om bij u te komen logeren; 6) u moedigt uw vrienden aan om een hele week te blijven. U begint uw brief met: Beste Dédé en Niko, írásbeli vizsga, IV. összetevő 4 / május 24.

33 B U bent Hongaar(se) en werkt bij een Nederlands bedrijf in Nederland. U moet elke dag Nederlands spreken en u wilt daarom uw spreekvaardigheid verbeteren om vlotter en foutloos te kunnen spreken. U leest de volgende advertentie op het internet: Van Dale Taaltraining Zakelijk Nederlands voor anderstaligen: spreken De voertaal in uw werkomgeving is voornamelijk Nederlands en u beheerst het Nederlands als tweede taal redelijk. Als u effectief en begrijpelijk wilt communiceren, is het belangrijk dat u de Nederlandse taal goed beheerst en bekend bent met de Nederlandse stijl van zakendoen. Of u nu klanten te woord staat, vergaderingen leidt, functioneringsgesprekken voert of presentaties geeft, een goede kennis van de Nederlandse taal is hiervoor onmisbaar. Doelgroep taaltraining Deze taaltraining in spreekvaardigheid is bestemd voor iedereen die het Nederlands als tweede taal redelijk beheerst en zijn/haar zakelijke communicatievaardigheden verder wil professionaliseren. In uw werkomgeving wordt Nederlands gesproken. Doel taaltraining Na afloop van de taaltraining Zakelijk Nederlands voor anderstaligen spreekt u de Nederlandse taal vloeiender. Uw luistervaardigheid is aanzienlijk toegenomen. U hebt meer zelfvertrouwen in het voeren van zakelijke gesprekken en discussies in het Nederlands. Als afsluiting van deze training krijgt u een persoonlijke opdracht. Bij voldoende resultaat ontvangt u een Van Dale-certificaat. Bron: vandale.nl/taaltrainingen In een van woorden stelt u vragen over een mogelijke trainig. In deze schrijft u over de volgende punten: 1) u vertelt waar u over de training heeft gelezen; 2) u schrijft dat u geïnteresseerd bent in de training en er vragen over wilt stellen; 3) u stelt vragen over de volgende punten: a) de lengte en de begindatum van de training; b) het aantal cursisten per groep; c) of er voor de training een toelatingsexamen moet worden afgelegd; d) de kosten van de training en het cursusmateriaal; e) de locatie van de lessen, en of het mogelijk is om die op uw bedrijf te volgen. U begint de met Geachte heer, mevrouw, írásbeli vizsga, IV. összetevő 5 / május 24.

34 Geef aan of u opdracht A of opdracht B heeft gekozen. írásbeli vizsga, IV. összetevő 6 / május 24.

35 írásbeli vizsga, IV. összetevő 7 / május 24.

36 Feladat Értékelési szempont maximális pontszám A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése 5 Érthetőség, nyelvi megformálás 5 Íráskép 1 1. feladat összesen 11 A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése 5 Hangnem, az olvasóban keltett benyomás 2 Szövegalkotás 4 Szókincs, kifejezésmód 5 Nyelvhelyesség, helyesírás 5 Íráskép 1 2. feladat összesen 22 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:. I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum: írásbeli vizsga, IV. összetevő 8 / május 24.