Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

Transcriptie

1 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 70 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga I. Olvasott szöveg értése

2 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 2 / május 21.

3 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 3 / május 21.

4 OPDRACHT 1 Hieronder volgt een interview met een schrijver, Bob Mendes, auteur van 'factionthrillers'; boeken in fictie geschreven, gebaseerd op feiten. In de tekst zijn sommige (bij)zinnen weggelaten. Die staan op de volgende bladzijde. Maak de tekst compleet door de letters van de ontbrekende (bij)zinnen onder de corresponderende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Vraag: Antwoord: Je eerste boek verscheen toen je 55 was. (0) Ja, maar dat waren bezwaarschriften voor de belastingen en koopwaarderingsverslagen voor raden van beheer. (1) En waarom ben je op een bepaald moment gestopt met je werk als accountant? Als oorlogswees heb ik vroeg de school verlaten en ben ik reeds op mijn 14de gaan werken. Toen ik de 50 naderde, vond ik (2) Ik had eigenlijk al een normale carrière achter de rug en ik nam me voor te stoppen met werken. Maar niks doen zag ik niet zitten. Ik reisde vaak en deed veel aan sport, maar dat volstond niet. (3) en schrijven leek me wel wat. Elk jaar verschijnt er een boek van jou. (4) Is daar een reden voor? Blijkbaar is schrijven voor mij niet zo moeilijk. Sommige boeken schrijven zichzelf. Ik weet niet waarom ik na weer een jaar een boek af krijg. Ik veronderstel dat ik, (5) dan ook geen complexen heb. Ik doe zoals ik denk dat het moet. Kan jij leven van je pen? Dat zou nu kunnen. Maar als succesvol accountant in Vlaanderen (6) Als auteur hier, moet je in de eerste jaren hoe dan ook bijverdienen met iets dat niet met het creatieve schrijven te maken heeft. Je werkte als accountant, nu ben je schrijver. Is er niet een enorm contrast tussen die twee beroepen? (7) maar dat is niet zo. Het is een zeer boeiend en moeilijk beroep. Als accountant voelde ik me een soort economische detective: ik werkte voor grote bedrijven, gaf raad aan mensen, verbleef vaak in het buitenland. Ik kwam dingen te weten (8) Het was in ieder geval een goede basis om dit genre van boeken te gaan schrijven. Hoeveel tijd besteed je aan de research over een bepaald onderwerp? Daar kan ik nu echt niet op antwoorden. Dat is natuurlijk meer tijd dan ik eraan zou willen besteden. Ik kan nu niet zeggen dat (9) Maar het is de research die voor inspiratie zorgt om de fictie te gaan verwerken. Waarom schrijf je onder een pseudoniem? Bob is de naam die ik draag sinds de oorlogsjaren. Mijn naam is David Mendes, nu een gewone naam, maar toen, tijdens de oorlog, een echte joodse naam, (10) Door alle anti-joodse propaganda van de Duitsers was het al voldoende om David te heten om in de problemen te geraken, daarom was het aangeraden (11) Het werd dus Bob, toen een heel Engels klinkende naam. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 4 / május 21.

5 A dat ik al lang genoeg gewerkt had. B zou ik veel meer geld verdienen dan als schrijver. C dat het plezierigste onderdeel is. D Je bent duidelijk een heel productief schrijver. E Schreef je daarvoor al? F om mijn naam te veranderen. G Ik moest nog iets geestelijks te doen hebben, H Vroeger heb ik nooit fictie of non-fictie geschreven. I Het beroep van accountant lijkt saai, J aangezien ik er niet voor gestudeerd heb, K die andere mensen nooit te weten komen. L bijna niemand hier heette toen zo E Max. Elért írásbeli vizsga, I. vizsgarész 5 / május

6 OPDRACHT 2 Hieronder volgt een artikel over experimentele flats waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Lees de tekst en geef aan welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Iedereen weet alles van elkaar Aan de rand van vrijwel alle grote steden staan hoge flatgebouwen. Een nadeel van het wonen in dergelijke moderne flats is contactarmoede en het gevaar van vereenzaming dat er dreigt. Vroeger bestond dit gevaar in veel mindere mate, en ook in de huidige situatie op het platteland, in dorpen en stadjes komt een dergelijke vereenzaming niet of nauwelijks voor. In 1990 werd er in Utrecht een aantal experimentele flats gebouwd. Experimenteel onder meer omdat zich op iedere woonlaag een gemeenschappelijke ruimte bevond. Daarmee trachtte men de oude situatie, zoals wij die kennen in het hofje, in de gezellige buurt, na te bootsen. Wij zijn nu een aantal jaren verder. Enkele van de oorspronkelijke bewoners zitten er nog. Anderen zijn vertrokken. Een van de belangrijkste voorwaarden voor een plezierig woonklimaat was en is het hebben van een goed contact met je medebewoners. Soms gaat het goed, soms gaat het mis. Op sommige etages dragen de kinderen elkaars kleren af, is er een gemeenschappelijke telefoon, en koopt Ineke geen mixer omdat Marian er een heeft. Het kan ook anders gaan. Als je je moeilijk kunt aanpassen, als je ruzie hebt met de buren, dan is dat een schrijnend probleem. Ik heb tijd nodig gehad om te wennen, zegt een van de bewoonsters. Al die ongeschreven regels. Er was bijvoorbeeld een regel dat er na zessen geen kinderen meer op de hal mochten. Daar wist ik niets van, met het gevolg dat ik mot met de buren kreeg. Een andere bewoonster: Er is hier een sterke sociale controle. Iedereen weet bijna alles van elkaar. Toch gaat het niet op een gluurderige manier. Het is eerder met elkaar meeleven. Het lijkt heel erg op de buurt waar ik ben opgegroeid. Hier hangt dezelfde sfeer. Meer dan in andere flats wordt hier nogal eens wat georganiseerd, vertelt weer iemand anders. Elk jaar is er een groot flatfeest, met muziek, exposities, rommelmarkt en kinderfeesten. Zijn vrouw voegt eraan toe: Ik word hier wel eens overvoerd. Al die feesten. Altijd dezelfde mensen. Iedereen schijnt bijvoorbeeld in deze tijd jarig te zijn. Ik vind niet dat je dan thuis kunt blijven. Wij wonen nu zeven jaar in dezelfde flat. We hebben er een leuke tijd gehad. Er was altijd een goede sfeer met de mensen op de hal. Toch is het steeds slechter geworden. Er gingen mensen weg, anderen kwamen ervoor in de plaats. De sfeer werd minder. We doen niet veel meer mee met activiteiten. Leven wat meer teruggetrokken. Soms spelen we met de gedachte om hier weg te gaan en weer alleen te gaan wonen. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 6 / május 21.

7 Waar 0 Het is in ieder opzicht prettig om in een moderne flat te wonen. X Onwaar 12 Het gevaar bestaat dat mensen zich in moderne flats geïsoleerd gaan voelen. 13 Op het platteland komt eenzaamheid minder voor. 14 Aan het eind van de vorige eeuw werden er op meerdere plaatsen experimentele flats gebouwd. 15 Deze flats zijn experimenteel omdat er in het midden van het flatgebouw een hofje is gebouwd. 16 In het flatgebouw is er op iedere woonlaag een ruimte waar men elke dag met elkaar eet. 17 Een van de bewoonsters kreeg ruzie met de buren omdat ze niet wist dat de kinderen na zessen niet meer op de hal mochten spelen. 18 De bewoners hebben belangstelling voor elkaar. 19 Als er iemand jarig is, organiseert hij een flatfeest met muziek, exposities en een rommelmarkt. 20 Twee bewoners denken erover om weg te gaan, omdat ze het niet meer zo prettig vinden als vroeger Max. Elért 9 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 7 / május 21.

8 OPDRACHT 3 Hieronder staat de bijsluiter van Parositan, een pijnstiller. In de tekst zijn de kopjes bij de alinea s weggelaten. Maak de test compleet door de letter van de ontbrekende kopjes onder de corresponderende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. PAROSITAN (0) Parositan wordt gebruikt bij: Koorts en pijn bij griep en verkoudheid, hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, spit, spierpijn, menstruatiepijn, koorts en pijn na inenting. (21) Overgevoeligheid voor Parositan of één van de hulpstoffen. (22) Parositan bevattende geneesmiddelen kunnen uitscheiding van chlooramfenicol (= antibioticum) vertragen en een bepaalde bijwerking van zidovudine (= anti-aids middel) vaker doen voorkomen. Bij chronisch alcoholmisbruik en het gebruik van barbituraten kan een overdosering van Parositan ernstiger zijn. (23) Langdurig of veelvuldig gebruik wordt ontraden. Niet langer dan 14 dagen gebruiken zonder een arts te raadplegen. Het in éénmaal innemen van enkele malen de maximale dagdosis kan de lever zeer ernstig beschadigen; bewusteloosheid treedt daarbij niet op, toch dient onmiddellijk medische hulp te worden ingeroepen. Bij gelijktijdig, chronisch gebruik van Parositan en zidovudine kan een tekort aan een bepaald type van witte bloedlichaampjes voorkomen. Voorzichtigheid is geboden bij lever- en nierfunctiestoornissen en chronisch alcoholisme. Hier moet, in overleg met een arts, afgeweken worden van de normale dagdosis en mag er niet meer dan 2 g/dag worden gebruikt. (24) Tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding alleen gebruiken na overleg met uw arts. (25) Het is niet te verwachten dat Parositan invloed heeft op deze vaardigheden. (26) Volwassenen en kinderen vanaf 15 jaar: Kinderen van 12 tot 15 jaar: Kinderen van 9 tot 12 jaar: Kinderen van 6 tot 9 jaar: 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 maal per etmaal 1 tablet per keer, 4 tot 6 maal per etmaal 1 tablet per keer, 3 tot 4 maal per etmaal ½ tablet per keer, 4 tot 6 maal per etmaal (27) De tabletten in een ruime hoeveelheid water laten oplossen, goed omroeren en opdrinken. (28) Het toedieningsinterval dient tenminste 4 uur te bedragen. Wanneer de symptomen van koorts en pijn weer opkomen, kan toediening dus pas na 4 uur herhaald worden. (29) Bij een (vermoede) overdosering dient u direct een arts te waarschuwen. Verschijnselen van een overdosering zijn onder meer: misselijkheid, braken, gebrek aan eetlust en ernstige leverbeschadigingen die bij te laat handelen onherstelbaar zijn. (30) Overgevoeligheidsverschijnselen, zoals huiduitslag, galbulten en koorts kunnen voorkomen. Bij chronisch gebruik kunnen leverbeschadigingen optreden. Zelden zijn afwijkingen in het bloedbeeld waargenomen. Indien bij u een bijwerking optreedt die u als ernstig ervaart of die niet wordt vermeld in de bijsluiter, raadpleeg dan uw arts. írásbeli vizsga, I. vizsgarész 8 / május 21.

9 A B C D E F G H I J K Invloed op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te bedienen Wijze van innemen Niet te gebruiken bij Bijwerkingen Wisselwerking met andere geneesmiddelen Dosering Gebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding Toepassing Overdosering Aanwijzingen voor gebruik Waarschuwingen H Max. Elért 10 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 9 / május 21.

10 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 10 / május 21.

11 írásbeli vizsga, I. vizsgarész 11 / május 21.

12 I. Olvasott szöveg értése maximális pontszám 1. feladat feladat 9 3. feladat 10 ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, I. vizsgarész 12 / május 21.

13 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 II. Nyelvhelyesség Időtartam: 50 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga II. Nyelvhelyesség

14 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, II. vizsgarész 2 / május 21.

15 OPDRACHT 1 Maak de tekst compleet door de juiste voor- en achterzetsels in te vullen. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Vier grote vliegtuigongelukken in minder dan drie maanden hebben voor nogal wat ongerust gezorgd (0) bij de luchtreizigers. Vooral omdat in drie gevallen de oorzaak vermoedelijk een menselijke fout is. (1) de voorzitter van de internationale luchtreizigersorganisatie IAPA zou het aantal ongelukken beperkt kunnen worden wanneer beter (2) de veiligheidsmaatregelen gelet zou worden. Enkele jaren (3) verscheen een nogal opmerkelijk boek geschreven (4) een Amerikaanse ex-piloot. Het was niet direct een geruststellend boek, want de schrijver beschreef een reeks gebeurtenissen in de lucht die soms nog net goed afliepen, maar vaak ook niet. Een voorbeeld van zo n slecht eindigende gebeurtenis was het ongeluk met een Boeing die op een huis viel en (5) brand vloog. Alle reizigers, zo schrijft de piloot, waren meteen dood. (6) de gesprekken, bewaard in de achteraf gevonden zwarte doos, bleek dat de piloot (7) het ogenblik van het ongeluk met een reiziger een heftige discussie had (8) de eigenschappen van zijn nieuwe auto. Een sterk verhaal? Misschien, maar wie het luchtverkeer beter kent, weet dat er nogal wat gebeurt (9) een vliegreis, en dat er menselijke fouten worden gemaakt die niet te verontschuldigen zijn Max. Elért írásbeli vizsga, II. vizsgarész 3 / május 21. 9

16 OPDRACHT 2 Maak de tekst compleet door zinnen te vormen van de losse woorden. Elk woord moet gebruikt worden. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Het eerste zinsdeel van elke (bij)zin is als hulp gegeven. Over het Arbeidsbureau Als u op zoek bent naar een baan, moet u eerst bij het Arbeidsbureau gaan kijken. In alle grote steden van Nederland zijn Arbeidsbureaus (140 in totaal). Het aantal mensen dat (0) via deze organisatie een vaste baan vindt. baan deze een organisatie vaste via vindt bedraagt per jaar ongeveer Voor wie is het Arbeidsbureau? De informatie (10). Arbeidsbureau bedoeld het iedereen is van voor De (11). Arbeidsbureau Banenkrant door gebruiken het iedereen mag uitgegeven U hoeft zich dan niet in te schrijven als werkzoekende. Als (12) aan cursus een een meedoen of opleiding u wilt moet u zich wel inschrijven. U (13) : Arbeidsbureau bij de het komen kunt medewerkers met ook van vragen u weet bijvoorbeeld niet precies voor (14) aanleg beroep de hebt meeste u welk of u hebt pas ontslag gekregen en u begrijpt sommige dingen niet. Bij (15), Arbeidsbureaus cursus een gevolgd kan solliciteren veel worden waar werkzoekenden kunnen leren hoe sollicitatiegesprekken gevoerd worden. írásbeli vizsga, II. vizsgarész 4 / május 21.

17 Ook (16) allochtonen Arbeidsbureaus er bij projecten speciale tegenwoordig veel voor zijn omdat (17). buitenlanders de erg hoog is onder werkloosheid Zo zijn er projecten over informatica, boekhouden en computergebruik. Als u een uitkering hebt, (18). meestal problemen projecten toegelaten tot u wordt zonder zulke Max. Elért írásbeli vizsga, II. vizsgarész 5 / május 21. 9

18 OPDRACHT 3 Maak de tekst compleet door het juiste woord(groep) uit de vier mogelijkheden te kiezen en de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer te schrijven. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één te kiezen. Let op: Op sommige plaatsen staan de ontbrekende woorden niet naast elkaar! Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Iedereen wil wonen, werken en ontspannen in een mooie en schone omgeving. De provincie (0) daarbij een belangrijke taak. In streekplannen (19) waar woningen (20), waar bedrijfsterreinen (21) en waar het groen (22). In het provinciaal verkeers- en vervoerplan staan de plannen om de provincie bereikbaar te (23), dus waar wegen aangelegd of (24). In het waterhuishoudingsplan regelt de provincie het waterbeheer en het waterpeil. Verder zijn er onderwerpen als cultuur, zorg, welzijn en milieu die ook onder de verantwoordelijkheid van de provincie (25). Zaken waar inwoners van de provincie dus ook regelmatig mee te (26). De provincie is niet de enige die zich daarmee (27). Bij alle plannen (28) andere partijen : gemeenten, het rijk, belangenorganisaties en burgers. Zonder samenwerking en medewerking (29) de provincie wel plannen maar ze niet uitvoeren. De provinciale bestuurders maken dan ook niet alleen plannen, ze zijn vaak ook regisseur of medespeler. 0 A had B is C heeft D was 19 A werd gegeven B wordt aangegeven C worden aangegeven D zijn aangegeven 20 A mogen worden gebouwd B mag worden gebouwd C gebouwd mogen worden D wordt gebouwd 21 A wordt gelegd B aangelegd kan worden C kunnen worden aangelegd D kunnen aanleggen 22 A blijven moet B moeten blijven C wordt gebleven D moet blijven 23 A houden B gehouden C worden gehouden D houdt 24 A moet verbreden B verbreed moeten worden C moeten worden verbreed D wordt verbreed 25 A wordt gevallen B gevallen moeten worden C worden gevallen D vallen 26 A maken hebben B hebben gemaakt C hebben maken D gemaakt hebben 27 A bezighouden B worden beziggehouden C wordt beziggehouden D bezighoudt írásbeli vizsga, II. vizsgarész 6 / május 21.

19 28 A betrekken B wordt betrokken C zijn betrokken D was betrokken 29 A maken kunnen B kunnen worden gemaakt C gemaakt kan worden D kan maken C Max. Elért írásbeli vizsga, II. vizsgarész 7 / május

20 OPDRACHT 4 Maak de tekst compleet door het juiste woord uit de lijst te kiezen en de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer te schrijven. Let op: Er staan meer woorden in de lijst dan u nodig heeft. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Ik heb geen tijd meer voor mijn ontbijt. Je weet dat een regelmatige voeding het geheim is van (0) gezond leven, dus je moest toch eerst wat eten. Nou, weet je wat? Smeer jij gauw een paar boterhammen, dan eet ik (30) in de auto op. Geen sprake (31). Dat is slecht voor (32) maag en slecht voor het verkeer. En dat ik jouw boterhammen smeer, is bovendien slecht voor (33) huwelijk. Goed. Dan ga ik wat eten. (34) sneetjes brood wil je? Twee. Of nee, geef me maar een broodje. Er zijn (35) geen. Alleen brood. En wat wil je drinken, koffie of thee? Melk. De melk (36) in de koelkast. Bedien jezelf, alsjeblieft. Ik zal ondertussen een eitje met ham en ui voor je bakken. Alsjeblieft niet. s Morgens vroeg (37) zwaar voedsel op de maag. Dat is zeer, zeer slecht. s Middags bij de lunch is een eitje met ham al twijfelachtig, maar s morgens, (38) je hele lichaam nog aan de nieuwe dag moet wennen, dan al meteen zware, vette kost, dat is dodelijk. Goed zo. Geen eitje met ham voor jou maar voor mij wel. Mijn lichaam is al helemaal aan de nieuwe dag gewend. Want (39) jouw prachtige lichaam nog in bed lag, liep mijn lichaam al een uur lang (40) het huis.' A die E jou I je M staat B door F terwijl J toen N ze C hoeveel G geen K een O van D als H ons L het P er K Max. Elért 11 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 8 / május 21.

21 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 9 / május 21.

22 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 10 / május 21.

23 írásbeli vizsga, II. vizsgarész 11 / május 21.

24 maximális pontszám 1. feladat 9 II. Nyelvhelyesség 2. feladat 9 3. feladat feladat 11 FELADATPONT ÖSSZESEN 40 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, II. vizsgarész 12 / május 21.

25 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 III. Hallott szöveg értése Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga III. Hallott szöveg értése

26 Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, III. vizsgarész 2 / május 21.

27 Welkom bij het luistergedeelte van het eindexamen. Het luistermateriaal en de instructies kunt u nu beluisteren. De opdrachten en de bijbehorende instructies vindt u in dit tekstboekje. Er zijn drie opdrachten. Elk fragment zal twee keer worden afgespeeld. Ieder fragment begint met een muziekje. Daarna hoort u de instructies bij de opdracht. (U kunt de instructies ook meelezen in het tekstboekje). Na deze instructies is er iedere keer een stilte. U kunt deze tijd gebruiken om de opdracht in het tekstboekje goed door te lezen voordat de tekst wordt afgespeeld. Vervolgens wordt het fragment in zijn geheel afgespeeld. Na alweer een korte stilte, krijgt u het fragment voor de tweede keer te horen. Dit keer is het fragment echter opgedeeld in kortere stukjes. Na ieder stukje krijgt u de tijd om uw antwoorden op te schrijven. Aan het eind van de opdracht krijgt u ook nog de tijd om al uw antwoorden na te kijken. De volledige test duurt 30 minuten. Succes! írásbeli vizsga, III. vizsgarész 3 / május 21.

28 OPDRACHT 1 In dit fragment gaat u luisteren naar een interview met een kinderboekenschrijfster, Nannie Kuiper. Het is uw taak om de onderstaande zinnen met één of twee woorden aan te vullen tot volledige zinnen. Als er meerdere mogelijkheden zijn, hoeft u slechts één antwoord te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. 0 Dit is een interview met. Nannie Kuiper of een kinderboekenschrijfster. 1 Ze is al meer dan jaar kinderboekenschrijfster. 2 In het begin schreef ze artikelen over. 3 Oorspronkelijk wilde ze zich bezighouden met. 4 Hoe lang ze erover doet een boek te schrijven kan niet worden. 5 De eend op de pot is een lievelingsboek van. 6 Goed zo! Knap hoor! gaat over. 7 Een burcht is de plaats waar bevers. 8 Nannie Kuiper wil met haar verhalen boodschap overbrengen. 9 Haar volgende boek gaat over een ander Max. Elért 9 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 4 / május 21.

29 OPDRACHT 2 In dit fragment gaat u luisteren naar een gesprek over geluidsoverlast waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Het is uw taak om aan te geven welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Waar 0 Dat is een gesprek tussen een gast en zijn gastvrouw. X Onwaar 10 De buurman van de gastvrouw is musicus. 11 Piano is een instrument waar hard op gespeeld wordt. 12 De pianist speelt elke dag van s morgens vroeg tot s avonds laat. 13 De gastvrouw vindt voortdurende piano-muziek vervelend. 14 De gast vindt voortdurende piano-muziek leuk. 15 Tijdens het gesprek speelt de buurman Mozart. 16 In het begin ging de gastvrouw naar de pianist toe om hem te waarschuwen. 17 De buurman is een aardige man. 18 De pianist vond het pijnlijk dat de buren hem hadden kunnen horen spelen. 19 De buurman heeft de gastvrouw beloofd na 9 uur s avonds niet te spelen. 20 De bovenste buurvrouw van de gast is zangeres Max. Elért 11 írásbeli vizsga, III. vizsgarész 5 / május 21.

30 OPDRACHT 3 Hieronder staan enkele grafieken en tekeningen van de wereldberoemde Nederlandse graficus, Maurits Cornelis Escher. Bij elk kunstwerk hoort een korte omschrijving. U beluistert deze omschrijvingen op de geluidsdrager. Het is uw taak om te bepalen welk werk bij welke omschrijving hoort en de letters van de werken bij de corresponderende nummers te schrijven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. 0 D A B C D írásbeli vizsga, III. vizsgarész 6 / május 21.

31 E F G H Max. Elért írásbeli vizsga, III. vizsgarész 7 / május 21. 7

32 maximális pontszám 1. feladat 9 III. Hallott szöveg értése 2. feladat feladat 7 FELADATPONT ÖSSZESEN 27 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli vizsgarész megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. vizsgarész teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. vizsgarésszel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, III. vizsgarész 8 / május 21.

33 ÉRETTSÉGI VIZSGA május 21. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA május 21. 8:00 IV. Íráskészség Időtartam: 90 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga IV. Íráskészség

34 Holland nyelv emelt szint Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. A szürke oszlopok az értékelés számára vannak fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke oszlopokba. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 2 / május 21.

35 Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 3 / május 21.

36 Holland nyelv emelt szint OPDRACHT 1 U krijgt een brief van de politie. In die brief staat dat u op in de stad Brugge met uw auto door het rode licht bent gereden. U moet een boete betalen. U schrijft de politie een brief terug van woorden waarin u 1. vertelt wat er staat in de brief die u van de politie hebt gekregen; 2. zegt dat u nog nooit in Brugge bent geweest; 3. vertelt waar u op was en wat u toen deed; 4. zegt dat u geen auto hebt; u vertelt hoe u gewoonlijk reist; 5. zegt u dat de politie ongelijk heeft en dat u daarom niet wilt betalen. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 4 / május 21.

37 Holland nyelv emelt szint Az 1. feladat értékelése Max. Elért A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése Érthetőség, nyelvi megformálás Íráskép Összesen 4 pont 5 pont 1 pont 10 pont írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 5 / május 21.

38 Holland nyelv emelt szint OPDRACHT 2 Werk één van de twee volgende opdrachten uit: A Hieronder staat een lezersbrief uit de problemenrubriek van een Nederlands jeugdmagazine: Ik ben een 18-jarige jongen, ik zit in de vierde klas van het gymnasium en ik zou graag historicus willen worden. Maar op school ben ik de enige die naar de faculteit der letteren wil: de ene helft van mijn klas wil economie studeren, de andere helft rechten. Iedereen zegt dat geschiedenis wel interessant is maar dat je daar niet van kunt leven. Hebben ze gelijk? Ben ik een onbeholpen dromer? Moet ik een andere richting voor mijn toekomst kiezen? Maarten Reageer op deze brief. Schrijf een lezersbrief van woorden aan het magazine waarin u de volgende punten bespreekt: I II III IV V u vertelt wie u bent en waarom u deze lezersbrief schrijft; u vertelt of u verder wilt studeren: a) als dit niet het geval is: 1 u vertelt waarom niet en welke plannen u voor de toekomst heeft; 2 u vertelt wat uw ouders en klasgenoten van uw plannen vinden; b) als dit wel het geval is: 1 u vertelt in welke richting u verder wilt studeren en waarom u deze richting heeft gekozen; 2 u vertelt wat uw ouders en klasgenoten van uw plannen vinden; u vertelt welke beroepen tegenwoordig in Hongarije populair zijn onder schoolverlaters en u legt uit waarom; u vertelt wat u van de keuze van Maarten vindt en legt uit waarom hij zijn keus wel of niet moet veranderen; u legt uit wat volgens u belangrijker is en waarom: een goed betaald beroep of een interessante baan waar je je toe geroepen voelt. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 6 / május 21.

39 Holland nyelv emelt szint B Hieronder staat een kort nieuwsbericht uit een Nederlands tijdschrift: We lezen steeds minder, maar dat is niet zonder meer de schuld van de televisie. De Nederlander heeft het de laatste decennia gewoon drukker gekregen. Mannen zijn gaan helpen in het huishouden, vrouwen zochten een baan en ook het aantal mensen dat er een cursus of opleiding bij doet, is toegenomen. Bovendien wordt onze vrije tijd meer in beslag genomen door hobby s en vakanties, aldus het Sociaal Cultureel Planbureau. Tegenwoordig leest de gemiddelde Nederlander boven de 12 nog maar ruim 1 uur per dag tegen 5 uur in de jaren 50. U schrijft voor de schoolkrant een artikel van woorden over uw mening met betrekking tot lezen. In uw artikel schrijft u over de volgende punten: 1. u kiest een titel voor uw artikel; 2. u leidt het onderwerp in; 3. u vertelt welke functies het lezen heeft en waarom het belangrijk en nuttig is; 4. u legt uit waarom het lezen vroeger een grotere rol had dan nu; 5. u legt uit waarom er nu minder gelezen wordt dan vroeger; a) u noemt ook (een) andere oorza(a)k(en) behalve de oorzaken die in het bericht worden vermeld; b) u vertelt welke functie(s) het lezen verloren heeft in vergelijking met vroeger en waarom; 6. u vertelt wat de gevolgen zijn van het feit dat mensen tegenwoordig helemaal niet of maar weinig lezen; 7. u legt uit of er iets gedaan kan worden om het lezen weer populair te maken: a) zo niet: waarom niet; b) zo ja: door wie en hoe. De volgorde van punten 3-7 kunt u zelf bepalen. írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 7 / május 21.

40 Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 8 / május 21.

41 Holland nyelv emelt szint A 2. feladat értékelése Max. Elért A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése Szövegalkotás Szókincs, kifejezésmód Nyelvhelyesség, helyesírás Íráskép Összesen 4 pont 5 pont 5 pont 5 pont 1 pont 20 pont írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 9 / május 21.

42 Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 10 / május 21.

43 Holland nyelv emelt szint írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 11 / május 21.

44 Holland nyelv emelt szint IV. Íráskészség maximális pontszám 1. feladat feladat 20 ÖSSZESEN 30 elért pontszám javító tanár Dátum:... I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség pontszáma programba beírt pontszám javító tanár jegyző Dátum:... Dátum:... írásbeli vizsga, IV. vizsgarész 12 / május 21.