21 Macro s Macro s opnemen Macro's uitvoeren

Transcriptie

1 21 Een macro is een programma dat een aantal instructies automatisch uitvoert. Om een macro te kunnen maken moet u eerst de tab Ontwikkelaars op het scherm hebben. Deze is na een standaardinstallatie van MS Project namelijk nog niet geïnstalleerd. Kies de optie Bestand Opties Lint aanpassen [File Options Edit Ribbon en zet het vinkje bij Ontwikkelaars [Developers] aan opnemen MS Project beschikt over een ingebouwde recorder, om uw handelingen vast te leggen. Op deze manier stelt MS Project een macro voor u samen. Open het document Bungalow.mpp of neem het document van de voorgaande oefening voor u. Wij gaan een macro opnemen die het scherm in tweeën splitst en het Taakformulier toont. Start het opnemen van de macro met de menu-optie Ontwikkelaars Programmacode Macro opnemen [Developpers Code Record macro]. Op het scherm verschijnt een dialoogvenster, waarmee u de macro een naam kunt geven en waarin u een eventuele toetscombinatie kunt opgeven om de macro later mee te starten. Geef de macro de naam Scherm_splitsen en de toetscombinatie Ctrl+s. Klik op 'OK'. Vanaf dit moment worden al uw handelingen vastgelegd. Splits het scherm en zorg dat in de onderste helft het Taakformulier wordt weergeven. Stop het opnemen met de optie Ontwikkelaars Programmacode Opnamen stopppen [Developpers Code - Stop recorder]. Maak de splitsing van het scherm ongedaan door te dubbelklikken op de grijze lijn die het scherm in tweeen splitst Macro's uitvoeren Er zijn verschillende manieren om een macro te laten uitvoeren. Door een toetscombinatie, het dialoogkader macro uitvoeren of een knop in het Lint [Ribbon] of in de knoppenbalk Snelle toegang [Quick Access]. Druk op de toetscombinatie Ctrl+s. U ziet dat de macro wordt uitgevoerd. Herstel de schermweergave, zodat alleen het Gantt-diagram te zien is. CTS/advies pag.nr.137/155

2 Kies Ontwikkelaars Programmacode Macro s weergeven [Developppers Code Show Macro s']. Selecteer in het dialoogkader de macro die u wilt laten uitvoeren. Klik op Uitvoeren [Run] In dit dialoogkader vindt u ook een knop Opties [Options] waarmee u de toegekende toetscombinatie kan wijzigen. Kies Ontwikkelaars Programmacode Macro s weergeven [Developpers Code Show Macro s]. Selecteer de macro Scherm_splitsen. Klik op de knop Options [Opties]. Geef als sneltoets de toetsencombinatie Ctrl-x mee. Sluit het venster. Start de macro via de toetsencombinatie Ctrl-x Macro opnemen in knoppenbalk U kunt een macro ook in het Lint [Ribbon] of in de koppenbalk Snelle toegang [Quick Access] opnemen. Kies Bestand Opties Lint aanpassen [File Options Edit Ribbon]. Selecteer in de linker lijst Beeld Taakweergaven en klik onder de lijst op de knop Nieuwe groep [New Group]. Klik op de knop Naam wijzigen [Edit name] en verander de naam van de nieuwe groep in Beeld wijzigen Kies in de keuzelijst boven de linker lijst de categorie Macro s Klik de macro Scherm_splitsen die u als knop wilt opnemen en klik op Toevoegen [Add]. Wijzig de weergave van de knop met de knop onder de rechter lijst, genaamd Wijzigen [Edit]. Sluit het dialoogkader en klik in het Lint op de nieuwe knop. Voeg op dezelfde wijze een tweede knop toe aan het zelfde groepsvak in het Lint [Ribbon] die de plitsing weer ongedaan maakt Absolute en relatieve registratie Wordt de macro altijd op de zelfde regel en in de zelfde kolom uitgevoerd, dan is de macro zogezegd Absoluut geregistreerd. Is de plaats van uitvoering afhankelijk van waar de actieve cel zich bevond, op het moment dat de macro gestart wordt, dan is de macro Relatief geregistreerd. Wij gaan een macro maken die de duur van een taak op 4 dagen instelt. Selecteer de cel waarin de duur moet worden ingevoerd, achter de taak Koppen snellen. Open het venster om een nieuw macro te gaan opnemen. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.138/155

3 Geef de op te nemen macro de naam Duur_4d. Kies nu in het dialoogakader waarin u de naam voor de macro moet opgeven voor Rijverwijzing absoluut [Row referencesabsolute]. Start de opnamen door OK te klikken. Type in de geselecteerde cel 4d en druk op Enter. Stop de opnamen van de macro. Wijzig de duur weer in 2 dagen. Selecteer de taak Wanden plaatsen. Laat de macro Duur_4d uitvoeren. U ziet dat de duur van de taak Koppen snellen weer op 4 dagen wordt ingesteld. Neemt nu een macro op met de naam Duur_4d_rel en kies nu voor de optie relatieve rij registratie. Laat deze macro ook de duur van een willekeurige taak op 4 dagen instellen. Test deze macro ook uit en zie dat nu de duur van de taak die u geselecteerd heeft, op 4 dagen wordt ingesteld Macro's wijzigen Wilt u de macro bekijken of wijzigen dan moet u de Visual Basic Editor starten. Kies Ontwikkelaars Programmacode Macro s weergeven [Developpers Code Show macro s]. Selecteer in de lijst de macro Duur_4d_rel. Klik de knop Bewerken [Edit]. Op het scherm verschijnt het scherm van de Visual Basic Editor. Bekijk de macro die is vastgelegd. Iedere macro begint met de instructie: Sub macronaam() CTS/Advies 22 juni 2018 pag.139/155

4 en eindigt met de instructie: End Sub Bovenaan de macro ziet u een aantal regels met commentaar. Deze regels worden voorafgegaan door een accentteken. Op dezelfde wijze kunt u ook zelf regels met commentaar toevoegen. Dit commentaar kan ook achter de instructie geplaatst worden, zolang de tekst maar begint met een aanhalingsteken. De tekst achter het aanhalingsteken wordt bij uitvoering van het programma genegeerd. U kunt, als in een tekstverwerker, regels aan een opgenomen macro toevoegen, wijzigen of verwijderen. De laatste regel die maakt dat de regel onder de gewijzigde regel geselecteerd wordt, is eigenlijk overbodig. Selecteer de regel: SelectTaskField Row:=1, Column:="Duur" Verwijder de regel door op Delete te drukken. Sluit het venster van de Visual Basic Editor. Voor de macro opnieuw uit. U ziet dat de duur nu na wijziging geselecteerd blijft staan. U kunt niet alleen wijziging aanbrengen maar u kunt ook zelf een macro rechtstreeks op het blad typen Invoervensters U kunt in een macro ook instructies typen die zich niet laten opnemen. U kunt bijvoorbeeld instructies opnemen die een dialoogvenster doen verschijnen waarin u tekst of een getal typt die vervolgens bij de uitvoering van het programma gebruikt wordt. Open de macro Duur_4d_rel voor bewerking in de Visual Basic editor. Vervang het argument dat het aantal dagen opgeeft door de instructie Inputbox( Geef duur op ). Probeer de macro opnieuw uit. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.140/155

5 Argumenten Aan de functie InputBox kunt u enkele zogenaamde argumenten meegeven. [InputBox(aanwijzing[;titel][;standaard] [;hor.pos][;vert.pos.])] De rechte haken rond de argumenten geeft aan dat deze argumenten optioneel zijn. Argument Aanwijzing [Prompt] Titel [Title] Standaard [Default] hor. pos. [xpos] vert. pos [ypos] Beschrijving Toelichting die in het invoervenster verschijnt. De tekst die in de titelbalk van het invoervenster verschijnt. De standaardwaarde of tekst in de Inputbox. Een getal in twips dat de afstand van het dialoogvenster vanaf de linkerkant van het scherm aangeeft. Laat u dit argument weg dan wordt de Inputbox horizontaal gecentreerd weergegeven. Een getal in twips dat de afstand van het dialoogvenster vanaf de bovenkant van het scherm aangeeft. Laat u dit argument weg dan wordt de Inputbox verticaal gecentreerd weergegeven. Indien de instructieregel te lang wordt, dan kunt u deze met een spatie en een streep ( _) afbreken en op de volgende regel voortzetten. Geef een aantal twips op voor de horizontale en verticale positie van de inputbox op het scherm en probeer de macro nogmaals uit Variabelen U kunt een waarde ook eerst aan een variabele toekennen. U kunt de waarde van de variabele dan bijvoorbeeld eerst testen of deze wel voldoet aan bepaalde invoervoorwaarden alvorens deze in te voeren. Een variabele ontstaat zodra u hem in een instructie noemt. Gebruik als naam van een variabele niet de naam van een bestaande Visual Basic Instructie. Nederlandse namen zijn altijd veilig omdat deze nooit een functie hebben in een Engelstalige programmeertaal. Breidt uw programmacode als onderstaand uit Een variabele verlies zijn waarde aan het eind van een routine. Wilt u CTS/Advies 22 juni 2018 pag.141/155

6 de waarde van de variabele ook in andere routines op het zelfde moduleblad kunnen gebruiken dan moet u deze eerst declareren op de bovenste regels van het moduleblad. Met de instructie: Dim variabele naam AS gegevenstype Wilt u dat de waarde van de variabele ook op andere modulebladen gebruikt kan worden. Dan plaats u boven aan het moduleblad de instructie: Global variabele naam AS gegevenstype In deze instructies kan gegevenstype zijn Type Waarde Geheugen Byte Geheel getal tussen 0 en 255 Boolean True(-1) or False (0) 2 byte Integer Geheel getal tussen en bytes Long Geheel getal tussen en Single Decimaal getal tussen E38 en E-45 (negatief) en tussen E- 45 en E38 (positief) Double Decimaal getal tussen E308 en E-324 (negatief) en tussen E-324 en E308 (positief) Currency Getal met maximaal 4 cijfers achter de komma tussen -922,337,203,685, en 922,337,203,685, Date Datum van tot of tijd van 0:00:00 tot 23:59:59 String * lengte Tekst met een specifieke lengte. Wordt de toevoeging* lengte weggelaten dan is de lengte maximaal tekens. Variant Iedere mogelijke waarde zoals in deze tabel vermeld. 4 bytes 4 bytes 8 bytes 8 bytes 8 bytes 1 byte per teken 8 bytes Object Een variabele kan gedefinieerd zijn als een object, zoals bijvoorbeeld een Worksheet Naar welk werkblad wordt verwezen, wordt in het programma bepaald door de instructie: Set variabelenaam = Worksheets(n) Voeg aan uw programmacode de volgende insctuctie toe. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.142/155

7 21.7 Formulieren De inputbox is een vrij eenvoudig dialoogvenster. U kunt ook een wat geavanceerder venster ontwikkelen met keuzelijsten en optieknoppen. Neem de het venster van de Visual Basic Editor voor u. Selecteer in de Projectverkenner het document met de planning van de Bungalow. Kies de menu-optie Invoegen Userform [Insert Userform]. In de projectverkenner ziet u dat aan de Bungalow een nieuw object wordt toegevoegd met de naam Userform1 In het rechter deel van het scherm van de Visual Basis Editor zie je een tekenblad. Hierop kunt u het formulier gaan ontwerpen. Tevens ziet u ook een werkset met objecten die u op het formulier kan plaatsen. Als de werkset niet verschijnt dat moet u in de menubalk op de knop Werkset klikken Eigenschappen [Properties] Het formulier en de objecten die daarop geplaats worden, hebben eigenschappen zoals een hoogte een breedte een kleur etc. In de linker onderhoek van het Visual Basic venster ziet u het eigenschappenvenster met de eigenschappen van het object dat u hebt aangeklikt. De meeste eigenschappen van een object. Zoals de afmeting, kunt u instellen door de randen van het object te verslepen. Die hoeft u dus niet in het eigenschappenvenster in te vullen. Enkele eigenschappen moet u echter wel daar zelf invullen. Hierop wordt later terug gekomen. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.143/155

8 Bijschrift [Label] Het meest eenvoudige object dat u op een formulier kan plaatsen is een stukje tekst als commentaar. Wij plaatsen een Bijschrift [Label] dat de gebruiker vertelt wat moet worden ingevuld. Plaats op het formulier een Bijschrift met de tekst Dagen? Tekstvak [Textbox] Vervolgens zult u een box nodig hebben waarin de gebruiker gegevens kan invullen. Wij plaatsen op het formulier een tekstvak waarin de duur van de taak kan worden opgegeven. Plaats achter het bijschrijft een Tekstvak Opdrachtknoppen [Commandbuttons] Het formulier zal ook een knoppen moeten bevatten om het formulier mee af te sluiten of de invoer te annuleren. Plaats op het formulier twee Opdrachtknoppen [Command buttons] met respectievelijk de tekst OK en Annuleren Formulier weergeven U kunt het resultaat bekijken eerst even voor uzelf bekijken. Klik op de knop Uitvoeren [Run]. Pas het formulier aan als het u nog niet helemaal bevalt. Om het formulier te laten weergeven en weer te verbergen in het programma moeten wij in onze code hiervoor twee instructies opnemen, namelijk: Userform1.show Userform1.hide De eerstgenoemde instructie nemen wij in ons programma op als wij het formulier op het scherm willen zien. Voeg aan uw programma om de duur te wijzigen de instructie toe om het formulier weer te geven Gebeurtenis routine U zult gemerkt hebben dat de knoppen OK en Annuleren nog niks doen. Zolang het formulier open blijft staan, gaat de afhandeling van het programma niet verder en wordt de volgende regel van ons programma niet uitgevoerd. Wij moeten dus een stukje programma schrijven dat wordt uitgevoerd, als op de objecten OK of Annuleren geklikt wordt. Klikken op een object wordt een Gebeurtenis [Event] genoemd. De code die gestart moet worden als de gebeurtenis plaatsvindt, noemen wij gebeurtenis-gedreven code. Een object kan onderhevig zijn aan verschillende soorten gebeurtenissen zoals: selecteren, klikken, dubbelklikken, wijzigen, verwijderen etc. Voor al deze gebeurtenissen kan bij het object code worden opgenomen die automatisch wordt uitgevoerd als de gebeurtenis plaatsvindt. Neem het formulier weer in de ontwerpweergave voor u. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.144/155

9 Dubbelklik op het object OK U ziet het moduleblad verschijnen dat de code gaat bevatten die bij het object hoort. Er is al een subroutine geopend die hoort bij de gebeurtenis CommandButton1_Click Voeg aan de subroutine de regel toe: Userform1.hide. Neem het formulier weer voor u. laat dit uitvoeren en klik, als het formulier is verschenen, op de knop OK. U ziet dat het formulier nu wel wordt gesloten Waarden van formulier gebruiken Alvorens het formulier te sluiten, moeten wij wel vastleggen wat in het tektvak is ingevuld. Deze waarde wordt voorlopig toegekend aan een variabele. Het opslaan van de waarde van de tekst box doen wij met door de volgende instructie aan onze gebeurtenis routine toe te voegen. De declaratie van de variabele als Global op het hoofdmodule blad zorgt er voor dat de waarde van de variabele hier weer gebruikt kan worden. Breidt uw programma met onderstaande instructies uit. Test uw programma Keuzelijsten Een veel gebruikt object is een keuzelijst. Vervang op het formulier het tekstvak om de duur in te vullen door een Keuzelijst met invoervak [ComboBox]. Geeg de keuzelijst de naam DuurInvoer. De gebruiker moet nu uit een aantal duren kunnen kiezen. Hiervoor moeten waarden aan het object worden toegekend U doet dit met de instructie: AddItem. Om meerdere waarden aan het zelfde object toe te kennen gebruikt u de instructies Wit hand End With Breid uw programmacode als onderstaand uit. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.145/155

10 Test uw programma. U kunt voor de invoer van de keuzelijsten ook gebruik maken van de waarden van de objecten die in uw document aanwezig zijn. Onderstaand een voorbeeld van een programma waarmee u de namen van de resources aan een keuzelijst toekent. Met de instructie Set definieert u een variabele als een tabel met waarden. In bovenstaand voorbeeld een tabel met Resourcegegevens. Met de variabele n verwijst u naar een resourcenummer en met de eigenschap Name naar de waarde in de kolom met resourcenamen. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.146/155

11 21.8 Oefeningen: Oefening 49.: Macro opnemen en uitvoeren Open het project Bungalow.mpp. Start het opnemen van de macro met de menu-optie Ontwikkelaars Programmacode Macro opnemen [Developpers Code Record macro]. Geef de macro de naam Weegave en de toetscombinatie Ctrl+w. Klik op 'OK'. Vanaf dit moment worden al uw handelingen vastgelegd. Kies voor alleen de weergave van de kolommen Taaknaam [Task name], Duur [Duration] en Voorafgaande taak [Predecessor]. Stop het opnemen met de optie Ontwikkelaars Programmacode Opnamen stopppen [Developpers Code Stop recorder. Neem nog een tweede macro op met de naam Herstel en toetscombinatie Ctrl+h die de weergave van het scherm hersteld wordt.. Druk op de toetscombinatie Ctrl+w. U ziet dat de eerste macro wordt uitgevoerd. Herstel de schermweergave met Ctrl+h. Kies Ontwikkelaars Programmacode Macro s weergeven [Developppers Code Show Macro s']. Selecteer in het dialoogkader de macro die u wilt laten uitvoeren. Klik op Uitvoeren [Run] Kies Ontwikkelaars Programmacode Macro s weergeven [Developpers Code Show Macro s]. Selecteer de macro Weergave. Klik op de knop Options [Opties]. Geef als sneltoets de toetsencombinatie Ctrl-z mee. Sluit het venster. Start de macro via de toetsencombinatie Ctrl-z. Oefening 50.: Macro opnemen in knoppenbalk Kies Bestand Opties Lint aanpassen [File Options Edit Ribbon]. Kies in de keuzelijst boven de linker lijst de categorie Macro s Klik de macro Weergave die u als knop wilt opnmen en klik op Toevoegen [Add]. Wijzig de weergave van de knop met de knop onder de rechter lijst, genaamd Wijzigen [Edit]. Sluit het dialoogkader en klik op de knop. CTS/advies pag.nr.147/155

12 Oefeningen: Voege op dezelfde wijze ook de macro Herstel als knop toe aan de werkbalk Snelle toegang [Quick Access]. Oefening 51.: Macro wijzigen Open het dialoogkader voor het opnemen van een macro Geef de macro de naam Balkkleur. Start de opnamen door OK te klikken. Selecteer de balk die de taak weergeeft in het balkenschema en verander daar de kleur van en stop de macro. Open het dialoogkader om macro s uit te voeren. Selecteer de macro en klik op de knop Bewerken [Edit] Op het scherm verschijnt het scherm van de Visual Basic Editor. Bekijk de macro die is vastgelegd. Verwijder bij de argumenten het argument met de TaskID Voer de macro uit op een willekeurige balk.. Oefening 52.: Inputbox toevoegen Open de macro Balkkleur voor bewerking in de Visual Basic editor. Plaats het argument TaskID= weer terug in de instructie maar nu met een Inputbox. Het argument wordt dus nu: TaskID=Inputbox( Geef nummer van taak op. ). Probeer de macro uit. CTS/Advies 22 juni 2018 pag.148/155