Het una via-principe in het Belgisch fiscaal strafrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het una via-principe in het Belgisch fiscaal strafrecht"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 0 03 Het una via-principe in het Belgisch fiscaal strafrecht Welke weg wordt ingeslagen? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Evelien Depré (studentennr ) Promotor: Professor M. Maus Commissaris: de heer Frederik De Clerq

2

3 Isdem criminibus, quibus quis liberatus est, non debet praeses pati eundem accusari (Justinianus, Corpus Iuris Civilis, D.8...) iii

4

5 Dankwoord Deze masterproef vormt het sluitstuk van vijf leerrijke, soms ook wel stressvolle, maar vooral boeiende jaren. Vijf jaren waarin ik op alle vlakken heb kunnen bijleren. Dit proefstuk vormt de kers op de taart van mijn academische opleiding. In dit dankwoord wens ik een aantal personen in het bijzonder te bedanken voor hun hulp, inzicht en bemoedigende woorden. Dit werk is uiteraard niet enkel mijn eigen verdienste, veel mensen hebben rechtstreeks of onrechtstreeks een waardevolle bijdrage geleverd voor de totstandkoming van dit werk. Vandaar dat ik van deze gelegenheid gebruik te maken om hen te bedanken. In de eerste plaats wens ik mijn promotor, professor MAUS te bedanken. Hij heeft mij de kans gegeven een werk te schrijven over een onderwerp dat mij niet alleen prima facie interessant leek, maar dat mij gedurende het ganse werkproces werkelijk heeft kunnen boeien. Verder wil ik een bijzonder woord van dank richten aan mijn ouders. Zij hebben mij steeds onvoorwaardelijk gesteund in de keuzes die ik heb gemaakt. Telkens staan zij mij met raad en daad bij. Zonder hen zou ik niet staan waar ik nu sta. Tenslotte wil ik ook mijn familie en vrienden bedanken voor de motiverende woorden en hun steun. Steeds kon ik bij hen terecht voor toffe momenten van ontspanning en stonden zij altijd klaar voor mij. Evelien Depré, Slijpe, 3 mei 03 v

6

7 Inhoudstafel DANKWOORD INHOUDSTAFEL INLEIDING V VII 9 HOOFDSTUK DUIDING VAN HET UNA VIA- PRINCIPE AFDELING WAT HOUDT HET UNA VIA- PRINCIPE IN? AFDELING UNA VIA IN HET SOCIAAL STRAFRECHT AFDELING 3 DE ORGANISATIE VAN DE FRAUDEBESTRIJDING. ACTOREN VAN DE FRAUDEBESTRIJDING. DE SANCTIES 5 3. HET FISCAAL STRAFPROCESRECHT 6 HOOFDSTUK PIJLERS VAN DE NIEUWE WET 0 AFDELING NON BIS IN IDEM. HET PRINCIPE 0. RECHTSBRONNEN VAN HET GRONDRECHT 3. NON BIS IN IDEM DOOR DE OGEN VAN HET EHRM 3. DE RECHTSPRAAK VAN HET HOF VAN JUSTITIE OMTRENT DE MATERIE 8 5. DE BELGISCHE RECHTSPRAAK 9 AFDELING HET SUBSIDIARITEITSPRINCIPE 3 HOOFDSTUK 3 DE WEG DOOR DE WETGEVER GEVOLGD 36 AFDELING PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIE NAAR DE GROTE FISCALE FRAUDEDOSSIERS. SCHEMA - BASISSTRUCTUUR 38. SCHEMA ROL VAN DE FDFF SCHEMA 3 STRAFKLACHT DOOR DE FISCALE ADMINISTRATIE (UITZ. BBI). SCHEMA STRAFKLACHT DOOR DE BBI 3 5. SCHEMA 5 INDICIËN VAN FRAUDE IN LOPEND STRAFONDERZOEK AFDELING VERSLAG VAN DE WERKGROEP VAN HET CHARTER VAN DE BELASTINGPLICHTIGE. UNA VIA ALS CENTRAAL CONCEPT: DE VISIE VAN DE WERKGROEP 5. AANVULLENDE SUGGESTIES VAN DE WERKGROEP 8 AFDELING 3 WETSVOORSTEL VAN 0 OKTOBER 009. HET WETSVOORSTEL 50. ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ADVIES VAN HET REKENHOF 56 AFDELING WETSVOORSTEL VAN 9 NOVEMBER 00 AFDELING 5 EINDNOTA VAN DE WERKGROEP UNA VIA VAN 5 DECEMBER 00. INLEIDING 58. BEVINDINGEN OVER DE OPSPORING EN VASTSTELLING DE NOODZAAK AAN EEN STRAFRECHTELIJK BELEID 59. DE DEELNEMENDE ORGANEN HET TRAJECT VAN DE STRAFRECHTELIJKE WEG 6 6. CONCLUSIE 6 AFDELING 6 IN DE LAATSTE RECHTE LIJN: HET WETSVOORSTEL VAN 3 DECEMBER 0 AFDELING 7 EINDHALTE: WET VAN 0 SEPTEMBER 0. ALGEMEEN 6. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN COMMENTAAR 6 HOOFDSTUK PRAKTISCHE IMPLEMENTATIE 73 AFDELING HET OVERLEG. WERKING VAN HET OVERLEG 75. INFORMATIE- UITWISSELING INDICATOREN

8 AFDELING HET UNA VIA- PRINCIPE. VOORAF 86. NON BIS IN IDEM, SENSU STRICTO BIJ GEEN OVERLEG 86 AFDELING 3 DE VERSCHILLENDE VIAE. DE GERECHTELIJKE WEG 88. DE ADMINISTRATIEFRECHTELIJKE WEG 99 AFDELING VERHOGING STRAFRECHTELIJKE FISCALE BOETES. VERHOGING VAN DE BOETE 0. INVOERING VAN DE OPDECIEMEN 0 3. DOELSTELLING VAN DE VERHOGING 0 AFDELING 5 INWERKINGTREDING 03 HOOFDSTUK 5 BEOORDELING VAN DE WET 05 AFDELING UNA VIA OF DUAE VIAE?. HET FACULTATIEF OVERLEG 05. SCHORSING VAN DE OPEISBAARHEID VAN DE SANCTIES 06 AFDELING EEN OPLOSSING IS NODIG VOOR HET VERBOD OP DUBBELE VERVOLGING AFDELING 3 ENKEL VAN TOEPASSING VOOR BTW EN INKOMSTENBELASTING AFDELING DRAAIT DE MINNELIJKE SCHIKKING HIERDOOR IN DE SOEP? DE MINNELIJKE SCHIKKING 0. MINNELIJKE SCHIKKING EN UNA VIA 3. HET BEDRAG VAN DE MINNELIJKE SCHIKKING. RECENT VOORBEELD: OMEGA DIAMONDS AFDELING 5 CUMULEREN VAN ADMINISTRATIEVE SANCTIES ONDERLING AFDELING 6 DE NALATIGHEIDSINTRESTEN AFDELING 7 RECHTEN VAN DE BELASTINGPLICHTIGE AFDELING 8 WITWASSEN EN DE BIJZONDERE VERBEURDVERKLARING IN FISCALE ZAKEN HET MISDRIJF WITWASSEN 6. BIJZONDERE VERBEURDVERKLARING 7 HOOFDSTUK 6 UNA VIA IN NEDERLAND 8 AFDELING DE UNA VIA- REGELING IN NEDERLAND. ANTICUMULATIEBEPALINGEN 8. NA ANTICUMULATIE, EEN EERSTE ECHTE UNA VIA- POGING 9 3. HUIDIGE UNA VIA- REGELING 0 AFDELING DE ATV- RICHTLIJNEN. HET TRAJECT VAN AANMELDING TOT VERVOLGING. HET FISCAAL NADEEL 6 3. DE ASPECTEN 7 AFDELING 3 ALLES PEIS EN VREE? AFDELING IS HET BUURTJELEEN BIJ DE NOORDERBUREN GELUKT? CONCLUSIE BIBLIOGRAFIE 30 33

9 Inleiding. Met deze masterproef wens ik een toelichting te verstrekken bij de wet van 0 september 0 tot instelling van het una via -principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes (verder: una via-wet).. De una via-benadering biedt een oplossing voor het probleem dat er tegelijk en los van elkaar zowel een strafrechtelijke als een administratieve procedure kan lopen. Overtredingen van de fiscale wet die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden worden gepleegd, kunnen niet alleen administratiefrechtelijk maar ook strafrechtelijk worden beteugeld. Met als gevolg dat de overheid zowel administratieve als strafrechtelijke sancties kan opleggen. 3. Het probleem, waarvoor het una via -principe een oplossing moet bieden is het punt dat één feit, fiscale fraude, aanleiding geeft tot twee procedures. Wat is hier zo verkeerd aan? Meer ogen zien meer, het geeft de mogelijkheid het probleem vanuit verschillende optieken te kunnen bekijken. Helaas moet vastgesteld worden dat de parallelle procedures aanleiding geven tot verschillende complicaties. Allereerst staat de samenloop van de procedures onder druk door de actuele Europese rechtspraak inzake het non bis in idem -principe. Dit algemeen rechtsbeginsel verhindert dat een persoon tweemaal voor hetzelfde feit kan worden vervolgd en bestraft.. De tweede complicatie situeert zich in het kader van de medewerkingsplicht versus het zwijgrecht en de daarbij horende rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De belastingplichtige is binnen het kader van het fiscaal onderzoek verplicht tot medewerking, terwijl hij zich binnen de strafrechtelijke vervolging kan beroepen op het zwijgrecht. 3 Opnieuw een voorbeeld van hoe beide procedures op gespannen voet met elkaar staan. Dit heeft tot gevolg dat bij samenloop van de procedures de belastingplichtige zichzelf verplicht moet incrimineren en het Openbaar Ministerie hier handig gebruik kan van maken. 5. Nauw verbonden met dit tweede probleem is de kwestie dat de fiscus tijdens het strafrechtelijk vooronderzoek inzagerecht heeft in het strafdossier. Hij kan het dossier inkijken en daaropvolgend een bericht van wijziging sturen naar de belastingplichtige. Deze is verplicht te antwoorden op het bericht, maar heeft zelf niet de mogelijkheid het strafdossier in te kijken. De belastingplichtige kan enkel inzage verzoeken in het fiscaal dossier. Ondanks de verplichting te antwoorden, kan niet geweten worden wat de fiscus al dan niet gevonden zou kunnen hebben. Wet 0 september 0 tot instelling van het una via -principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, BS oktober 0, 63. Seminarie FHS/EHSAL, De beteugeling van fiscale misdrijven na de invoering van de verruimde minnelijk schikking en van het Una Via principe, 8 oktober 0, B. COOPMAN en J. SPEECKE. 3 S. LIPPENS en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0, 66. Artikel 36, eerste lid WIB 9. 9

10 6. Het meest nijpende en vervelende gevolg van de parallelle procedures is de cumul van sancties. Een belastingfraudeur moet tweemaal langs te kassa te passeren. Evenwel ook aan de zijde van de schatkist veroorzaken de parallelle procedures een inefficiënte inzet van middelen. Bovendien is er geen enkel criterium dat bepaalt welk dossier al dan niet strafrechtelijk behandeld dient te worden. 7. Het laatste probleem waar een oplossing voor moet gevonden worden, is het meer afschrikwekkend maken van de boetes. Wil de wetgever twee wegen openstellen, dan dienen deze wegen minstens over dezelfde middelen te beschikken, waarbij vooral het strafrechtelijke luik een sterker ontradend effect nodig heeft. Een aanpassing aan het straffenarsenaal is aldus aan de orde. 8. De instelling van de una via-wet hoopt de lang verwachte oplossing te bieden voor al deze problemen. Met deze masterproef wordt gepoogd om een zo duidelijk mogelijk inzicht te geven in wat de wetgever met het principe heeft willen bewerkstelligen. Uiteindelijk hoop ik een inzicht te kunnen geven in de materie, om eventueel een aanzet te bieden om tot bepaalde oplossingen te kunnen komen. 9. In het eerste hoofdstuk wordt er een duiding gegeven van het principe. Daarbij wordt ook het una via-principe geldend in het sociaal recht verduidelijkt. Aansluitend volgt er een korte schets over de organisatie van de fraudebestrijding. Het tweede hoofdstuk gaat in op de steunpijlers van wet, meer bepaald de principes subsidiariteit en non bis in idem. Het derde hoofdstuk overloopt de weg die wetgever heeft gevolgd om tot de uiteindelijke wet te komen. Hoofdstuk vier expliciteert de praktische invulling van het principe, het duidt hoe de algemene principes van de wet in de bestaande structuren geïmplementeerd worden en hoe bepaalde zaken georganiseerd worden. Samen met deze praktische invullingen, worden in dit hoofdstuk ook een aantal van de geopperde kritieken uit de rechtsleer uitgewerkt. Het voorlaatste hoofdstuk worden de kritieken verder aangevuld. In het laatste hoofdstuk wordt het in Nederland geldend una via-principe toegelicht. Het Nederlandse principe stond model voor de Belgische una via-regeling, er wordt dan ook geanalyseerd of het voorbeeld een goede navolging heeft gehad. 0

11 Hoofdstuk Duiding van het una via-principe 0. In dit hoofdstuk wordt onder de eerste afdeling verduidelijkt wat het una via-principe in se eigenlijk inhoudt. De tweede afdeling gaat in op het bestaande una via-model in het sociaal strafrecht. Tenslotte worden in de laatste afdeling de belangrijkste elementen uit de fiscaal strafrecht in een notendop behandeld. Afdeling Wat houdt het una via-principe in?. Als eerste stap in deze masterproef poog ik in deze afdeling te verduidelijken wat una via nu precies inhoudt. Het una via-beginsel laat zich het best omschrijven als een beginsel dat iemand niet voor hetzelfde feit met verschillende soorten sancties door de overheid mag worden belaagd en dat de overheid dus een keuze moet maken. Bovendien mag een eenmaal ingeslagen traject niet worden omgeruild voor een ander. De kerngedachte van het una via-beginsel in fiscale strafzaken komt er dan ook op neer dat slechts één van de procedures gevolgd mag worden. Elk individueel dossier wordt ofwel administratief afgehandeld met eventuele belastingverhogingen of administratieve boetes als sancties, ofwel strafrechtelijk met bijhorende strafrechtelijke sancties. Kortom een van beide wegen moet worden gekozen.. De woorden una via van het una via-beginsel zijn voor het eerst gehanteerd door de Nederlander DUK, die deze had ontleend aan het Belgisch adagium: Electa una via, recursus ad alteram non datur. 3 Het adagium gold tot 93 in België en hield in dat een persoon die door een misdrijf benadeeld werd, moest kiezen tussen de strafrechtbank en de burgerlijke rechtbank, waarna hij deze keuze niet meer mocht veranderen. 3. Het principe is duidelijk. Op welke manier echter een efficiënte wegwisselaar kan worden ingebed in de bestaande fiscale structuren is andere koek. Voor de ingevoerde wet van 0 september 0 5, kon iemand bij het plegen van fiscale fraude zowel administratiefrechtelijk als strafrechtelijk vervolgd worden. Waarbij ook telkens specifieke sancties opgelegd konden worden. De wet stond deze cumulatie zelfs uitdrukkelijk toe in de fiscale codificaties, meer bepaald in het artikel 9 Wetboek Inkomstenbelasting van 99 6 (hierna WIB 9) en het artikel 73 Wetboek Belastingen over de Toegevoegde Waarde (hierna W.BTW). Volgens deze artikelen konden de correctionele straffen worden opgelegd, onverminderd de administratieve sancties. 7 M. HENDRIKS, De una via regeling in Nederland, in VZW FISKOFOON (ed.), Reflecties over de aanpak van de fiscale fraude en de rechten van de belastingplichtige, Brussel, Larcier, 00, 55. B. VERSTRAETEN, Op naar echtscheiding met onderlinge toestemming tussen fiscus en parket?, Fisc. Act. 0, nr. 7, 6. 3 L. ROGIER, Strafsancties, administratieve sancties en het una via-beginsel, Arnhem, Gouda Quint, 99, 53. R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 007, 7. 5 Wet 0 september 0 tot instelling van het una via -principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, BS oktober 0, Wetboek van de inkomstenbelastingen 99, 0 april 99, BS 30 juli M. MAUS en E. VAN DOOREN, De sancties, in M. DE JONCKHEERE, (eds), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 0, 357.

12 Een systeem moest worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat het niet langer mogelijk is, de beide wegen te bewandelen. Er dient op een bepaald ogenblik in het traject tot bestraffing een beoordelingsmoment ingelast te worden, waarna bepaald kan worden of strafrechtelijk dan wel administratiefrechtelijk vervolgd wordt. Elke weg heeft immers zijn eigen doelstelling, procedure en bewijslast.. Idealiter ware het dat zware opzettelijke fraude als misdrijf bekeken en behandeld wordt, terwijl gewone fiscale overtredingen gedepenaliseerd worden. Deze blijven dan binnen het terrein van de fiscus en worden behandeld met het doel de belasting te recupereren. Het onderscheid moet aldus volgens HAELTERMAN gemaakt worden tussen wie gewoon ter goede trouw de wet in zijn voordeel leest wie zou dat niet doen? en wie echt ter kwade trouw is. Helaas is dit slechts utopie, de wetgever heeft echter wel gepoogd om de strafrechtelijke baan zoveel mogelijk te reserveren voor de zware fiscale misdrijven. Afdeling Una via in het sociaal strafrecht 5. De strijd tegen de sociale fraude staat model voor de strijd tegen de fiscale fraude. Zo ook voor de uitwerking van het una via-principe. 3 Helaas moet vastgesteld worden dat er veel meer consensus binnen de regering te vinden is voor de bestrijding van de sociale fraude. Deze eenvormigheid is er niet om de strijd tegen de fiscale fraude te voeren. 6. In het sociaal recht werd het una via-beginsel wettelijk verankerd in de wet van 30 juni De strafvervolging sluit de administratieve boete uit, ook wanneer de strafrechtelijke vervolging uitmondt in een vrijspraak. Het is pas wanneer het Openbaar Ministerie besluit om niet te vervolgen of geen beslissing te nemen binnen een bepaalde termijn, dat de Administratie opnieuw bevoegd wordt om sanctionerend op te treden. 6 De wet van 30 juni 97 werd opgeheven en vervangen door een nieuw handhavingsregime met de wet van juni De sancties worden ingedeeld in vier niveaus, namelijk: lichte, matig zware, zware en heel zware inbreuken. De aard van de inbreuken bepaalt de hoogte van de administratieve boete. 8 L. BOVÉ, Gerecht negeert beurscriminelen, De Tijd 0, juni 0, 3. L. BALTUSSEN, Een nieuw maatpak voor de fiscus, Knack 0, 6 maart 0,. 3 College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude, Werkgroep una via (thema 9), Definitieve nota, 5 december 00, 5-6. T. DENOËL, Le plan contre la fraude, feu rouge et orange!, Le Vif 03, nr. 0, 8 maart 03, 9. 5 Wet 30 juni 97 betreffende de administratieve geldboeten in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, BS 30 juni 97, Y. JORENS, (eds), Sociaal strafrecht, van controle tot veroordeling, Brugge, Die Keure, 0,68. M. ZAGHEDEN, Una via: de gulden middenweg of de weg zoek? Een analyse van het wetsvoorstel una via in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving. In L. MAES, H. DENCIJF, (ed.), Fiscale praktijkboeken 0-03, Antwerpen Kluwer 0, 0; F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story, 00, Wet van juni 00 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht, BS juli 00, R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 7.

13 7. Inbreuken van niveau één kunnen enkel aanleiding geven tot een administratieve geldboete, een schuldigverklaring of een reclassering zonder gevolg, artikel 69 Sociaal Strafwetboek. De sancties worden gedepenaliseerd. Aangezien er voor de inbreuken van niveau geen strafprocedure kan worden ingesteld, ligt de exclusieve bevoegdheid om te vervolgen bij de Dienst Administratieve Geldboeten. Voor de niveaus, 3 en werd een una via-systeem ingebouwd. Een cumul van strafrechtelijke en administratieve sancties is dus zoals reeds het geval was onder de wet van 30 juni 97 niet mogelijk, er geldt voorrang van de strafvordering. 3 De strafvordering wordt boven de administratieve vervolging gekozen. Het initiatief ligt bij het Openbaar Ministerie, het dient binnen de zes maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal van vaststelling van inbreuk, te beslissen of het wenst over te gaan tot een strafrechtelijke afhandeling of een afhandeling via de Arbeidsrechtbank. 5 Het Openbaar Ministerie kan ofwel een klassieke strafvervolging instellen, of een minnelijke schikking 6 afsluiten of een strafbemiddeling 7 doorvoeren. Een laatste optie is een rechtsvordering uitoefenen op grond van artikel 38bis,, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek Aanwending van één van deze opties sluit de toepassing van een administratieve geldboete dus uit, zelfs wanneer de vervolging beëindigd wordt met een vrijspraak, artikel 7 Sociaal Strafwetboek. Indien het Openbaar Ministerie afziet van het hanteren van één van de mogelijkheden, bezorgt het Openbaar Ministerie aan de bevoegde Administratie een kennisgeving van zijn beslissing. Hierna kan dan de Administratie beslissen of de procedure voor de administratieve geldboete moet worden opgestart. Zij kan die beslissing eveneens nemen wanneer het Openbaar Ministerie geen beslissing heeft genomen binnen de voormelde termijn van zes maanden. 0 Wet van 6 juni 00 betreffende Sociaal Wetboek, BS juli 00, 00A R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 8; J.P. BOGAERT, Het Sociaal Strafwetboek: over nieuwigheden, bijna-nieuwigheden en blijvers (deel II), T.Straf. 0, nr., ; F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story, 00, J.P. BOGAERT, Het Sociaal Strafwetboek: over nieuwigheden, bijna-nieuwigheden en blijvers (deel II), T.Straf. 0, nr., 5. F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story, 00, 3. 5 VERSTRAETEN, R., Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 8. 6 Artikel 6bis W.Sv. (infra randnummers 86-87) 7 Artikel 6ter W.Sv. 8 Wet van 0 oktober 967, Gerechtelijk wetboek, BS 3 oktober 967, J.P. BOGAERT, Het Sociaal Strafwetboek: over nieuwigheden, bijna-nieuwigheden en blijvers (deel II), T.Straf. 0, nr., 5; R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 8. 0 R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 8-9; F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story, 00, 3; Artikel 7 Sociaal Strafwetboek. 3

14 Afdeling 3 De organisatie van de fraudebestrijding 9. In dit onderdeel wens ik in een notendop een schets te geven van de Belgische organisatie van fraudebestrijding. In België bestaat er geen algemeen fiscaal wetboek. De regels staan verspreid over een zestal afzonderlijke fiscale wetboeken. De codificaties die verder in de masterproef nog van belang zijn, zijn respectievelijk: het Wetboek voor Inkomstenbelastingen van 99 (WIB 9), het Wetboek voor Belastingen over de Toegevoegde Waarde (W.BTW.) 3, het Wetboek der Successierechten (W.Succ.), het Wetboek Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten (W.Reg.) 5 en het Wetboek voor Diverse Rechten en Taksen (W.Div.) 6.. Actoren van de fraudebestrijding 0. In het fiscale landschap kan de belastingplichtige het pad kruisen van verschillende (tegen)partijen. De wetgevende macht zorgt voor de totstandkoming van de belastingwetten, de uitvoerende macht voert deze wetgeving uit en de rechterlijke macht dient zich in voorkomend geval uit te spreken over fiscale geschillen. 7. De uitvoerende taak ligt in handen van de FOD Financiën, deze is georganiseerd in zes verticale entiteiten, elk met een eigen kernopdracht: Fiscaliteit, Douane en accijnzen, Inning en invordering, Strijd tegen de fiscale fraude, Patrimoniumdocumentatie en Thesaurie. 8. De vervolgingen zijn gerechtelijk georganiseerd en hun geldigheid behoort tot de bevoegdheid van de gewone rechtbanken. 9 In het gerechtelijk wetboek is er een werkelijk gemeen fiscaal procesrecht ingevoerd. 0 Voor de rechtelijke controle zijn er specifieke fiscale kamers die zich uitspreken over betwistingen tussen de belastingheffende overheid en de belastingplichtige/- schuldige in verband met de vestiging en invordering van belastingen. L. MAES, H. DE CNIJF, (eds.), Belastingrecht in kortbestek, Antwerpen, Intersentia, 0, 7. Wetboek 0 april 99 van Inkomstenbelastingen 99, BS 30 juli 99, Wet 3 juli 969 tot invoering van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, BS 7 juli 969, Wetboek 3 maart 936, der successierechten, BS 7 april 936, Wetboek 30 november 939, der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest), BS december 939, 939A Wetboek 9 september 938, der met het zegel gelijkgestelde taksen, BS oktober 938, L. MAES, H. DE CNIJF, (eds.), Belastingrecht in kortbestek, Antwerpen, Intersentia, 0,. 8 L. MAES, H. DE CNIJF, (eds.), Belastingrecht in kortbestek, Antwerpen, Intersentia, 0, 3; Voor een overzicht van de Belgische fiscale administraties en de beschrijving van de opdrachten van elke dienst, de website: 9 Artikel 8 Koninklijk Besluit 7 augustus 993 tot uitvoering van de het Wetboek Inkomstenbelasting van 99, BS 3 september 993, (KB/WIB 9); A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, M. MAUS en E. VAN DOOREN, Geschillenprocedure, in DE JONCKHEERE, M., (eds), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 0, 53; Ingevolge de wet van 5 maart 999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, BS 7 maart 999 en de wet van 3 maart 999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, BS 7 maart 999. Artikel 63 Gerechtelijk Wetboek.

15 In tegenstelling tot de indirecte belastingen kent de inkomstenbelasting een specifieke administratieve procedure, die verplicht moet worden uitgeput vooraleer de belastingplichtige zich tot de rechter kan wenden. Deze nieuw ingebedde ontvankelijkheidsvereiste geldt slechts voor die gevallen waarin krachtens de wet, een verplicht administratief beroep is georganiseerd. Het zou ons te ver leiden alle verplichte voorafgaande administratieve beroepen in fiscale te zaken te bespreken, vandaar dat dit dan ook buiten het bestek van deze bijdrage valt.. De sancties 3. De fiscale codificaties voorzien telkens in zowel administratieve als strafrechtelijke sancties. Er is geen uniform sanctiebeleid, de sancties verschillen in de onderscheiden wetboeken... Administratieve sancties. Deze sancties zijn de zogenaamde zuiver fiscale sancties. Het zijn de boetes, verhogingen en vermeerderingen die de Administratie gemachtigd is op te leggen in de overtredingsomstandigheden die de wet omschrijft. Deze vormen de repressieve maatregelen van zuiver administratieve aard. Er is geen uniform administratief sanctiesysteem in de verschillende fiscale codificaties. 3 Onder de administratieve sancties vallen onder meer belastingverhogingen en proportionele fiscale boeten. Deze kunnen opgelegd worden volgens schalen die door de Koning worden vastgelegd. 5. De kwalificatie die Belgisch recht aan de sancties gegeven wordt, komt niet steeds overeen met de werkelijke kwalificatie in het licht van de Europese rechtspraak omtrent het karakter van deze strafsancties. 5 Zoals verder specifieker wordt uiteengezet, is het mogelijk dat sommige fiscale boeten en belastingverhogingen, ondanks hun Belgische administratiefrechtelijke sticker, de aard hebben van een strafsanctie in het licht van de Europese rechtspraak. 6. Alle wetboeken hebben wel gemeen dat, wanneer de Administratie wil overgaan tot het opleggen van een boete aan de belastingplichtige, zij in haar desbetreffende bericht verplicht een aantal gegevens moet oplijsten, ingevolge artikel 09 Wet augustus Deze bepaling is belangrijk voor het verder verloop van het verhaal, want aan de hand van de gegeven omschrijving van de feiten wordt vaak beoordeeld of het om substantieel dezelfde feiten 8 gaat. M. MAUS en E. VAN DOOREN, Geschillenprocedure, in DE JONCKHEERE, M., (eds), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 0, 5; Artikel 385undecies Gerechtelijk Wetboek. L. VANHEESWIJCK, L. KELL, Commentaar bij art. 385decies en 385undecies Ger.W., OGR 03, afl. 89, J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, 58. J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, Wet augustus 986 houdende fiscale bepalingen, BS 0 augustus J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, (infra randnummer 57) 5

16 .. Strafrechtelijke sancties 7. Een tweede vorm van sanctionering zijn de fiscaal strafrechtelijke sancties. Dit zijn de geldboetes en/of gevangenisstraffen die door de strafrechtbanken worden uitgesproken. 8. Met uitzondering van de wetgeving inzake douane en accijnzen zijn de fiscale misdrijven wat de federale belastingen betreft, in grote mate geharmoniseerd. Dit geschiedt aan de hand van de Herstelwet van 0 februari 98. In deze wet werden de straffen verzwaard en gelijkgesteld voor de voornaamste fiscale wetboeken. 3 De gemene strafbaarstellingen in de verschillende codificaties ingevoerd, zijn de eigenlijke fiscale fraude, fiscale valsheid in geschrifte en het gebruik van valse stukken, de schending van het fiscaal beroepsgeheim en de schending van een fiscaal beroepsverbod. De gemene strafbaarstellingen sluiten echter niet uit dat in de verschillende codificaties nog aparte misdrijven worden bestraft. 3. Het fiscaal strafprocesrecht 3.. Algemeen 9. In dit onderdeel wordt het fiscaal strafvervolgingsrecht besproken van de directe en indirecte belastingen. De werking van de douane en accijnzen wordt hier buiten beschouwing gehouden. 30. De strafvordering wordt uitgeoefend door het Openbaar Ministerie. 5 Dit gebeurt volgens de regels eigen aan de gemene strafprocedure. Een aantal specifieke regels zijn echter van toepassing voor de fiscale strafvordering. 6 Deze regels zijn uitvloeisels van het Charter van de Belastingplichtige, een onderdeel van de wet van augustus De strafrechtelijke vervolging van fiscale fraude wordt tot op heden beheerst door dit Charter. Al werden de principes in de loop der jaren afgezwakt. Een aantal van hen zijn nog steeds van belang. 9 Enkele van deze principes zullen door de una via-wet beïnvloed worden en moeten vanaf heden complementair toegepast worden met de nieuwe regels. Wet van 0 februari 98 betreffende de strafrechtelijke beteugeling van de belastingontduiking, BS februari 98. M. MAUS en E. VAN DOOREN, De sancties, in M. DE JONCKHEERE, (eds), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 0, J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, 60. M. MAUS en E. VAN DOOREN, De sancties, in M. DE JONCKHEERE, (eds), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 0, Artikel 60, WIB 9, artikel 7, W.BTW., artikel 07septies, W.Reg., artikel 33nonies, W.Reg., artikel 67nonies, W.Zeg., artikel 07nonies, W.Z.G.T.; J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, 60; C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, 78; A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, Artikelen 6 en 63 Wet van augustus Wet augustus 986 houdende fiscale bepalingen, BS 0 augustus A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, F. DESTERBECK, Fiscale ambtenaren mogen politie inlichtingen verstrekken en die ook spontaan aanvullen, Fisc. Act. 008, nr. 8, 9. 6

17 Het Charter van de Belastingplichtige van 986 voerde een regeling in over de wisselwerking tussen de fiscus en het parket. Het terrein van de spelers werd duidelijk afgebakend en elk kreeg een eigen speelveld toegewezen. De beperkingen werden ingevoerd om te verhinderen dat de fiscus zich teveel zou inlaten met de strafzaken. Toch moet tijdens het strafonderzoek het fiscaal onderzoek wel blijven doorgaan en omgekeerd. Er zal dus steeds sprake zijn van enige wisselwerking. 3.. Het instellen van de strafvervolging 3. De strafvervolging kan ingezet worden door een klacht van de Administratie. Wanneer een ambtenaar van de Administratie een klacht wenst in te dienen bij de Procureur des Konings, kan dit enkel wanneer de ambtenaar daartoe werd gemachtigd door de bevoegde Gewestelijk directeur der belastingen onder wie hij ressorteert, conform artikel 60, WIB 9 en artikel 9, tweede lid W.Sv. 3 De machtiging moet betrekking hebben op een welbepaalde zaak en een met name genoemde belastingplichtige. De machtiging is aan geen enkele vormvereiste onderworpen. De machtiging is niet vereist wanneer de ambtenaar een klacht wenst neer te leggen omtrent witwassen, aangezien witwassen niet strafbaar is op grond van de fiscale wetgeving. 5 Door de machtiging te vereisen, wordt een soort sepotrecht gecreëerd, volgens ANTHONISSEN en VERVECKEN: een mogelijkheid om te kiezen voor een louter administratieve weg. 6 De machtiging zorgt er immers voor dat de stroom van Administratie naar het Openbaar Ministerie overzien wordt. Het is dan ook aan de Gewestelijk directeur om die machtiging al dan niet te verlenen. Wordt zij niet verleend, dan komt de fiscale fraude via dit kanaal niet toe bij het parket. 3. De Procureur des Konings kan ook op een andere manier op de hoogte komen van een fiscaal misdrijf. 7 Wanneer dat gebeurt, dan kan hij op facultatieve basis advies 8 vragen aan de Gewestelijk directeur der belastingen. 9 Dit advies was vroeger zelfs verplicht. Na de programmawet van 8 december 99 is dit nog slechts nog een mogelijkheid. 0 F. DESTERBECK, Fiscale ambtenaren mogen politie inlichtingen verstrekken en die ook spontaan aanvullen, Fisc. Act. 008, nr. 8, 9. R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 76; C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, Wetboek van strafvordering van 7 november 808, BS november 808, A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, 856; VERSTRAETEN, R., Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, K. ANTHONISSEN en G. VERVECKEN, Hoe en waar schikken in fiscale strafzaken, AFT 0, nr. 3,. 7 C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, De mogelijkheid tot het vragen van advies is te vinden in artikel 6 WIB 9. 9 R. VERSTRAETEN, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 0, 76; VANDERKERKEN, C., Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0,

18 3.3. Schorsing van de strafprocedure dan wel de fiscale procedure 33. Ingevolge het Charter van de Belastingplichtige is de strafrechter verplicht het strafgeding op te schorten, indien tegelijk met het strafgeding een administratieve of gerechtelijke betwisting over de vermoede ontdoken belasting aanhangig is, zo stelt oud artikel 6 WIB 9. De schorsing van het strafgeding duurt totdat over het fiscaal geschil, een in kracht van gewijsde gegane, beslissing is geveld. Ondertussen is ook de verjaring geschorst. Deze schijnbaar logische tekst gaf aanleiding tot heel wat verschillende interpretaties. In de praktijk bleek bovendien dat, eens uitstel werd verleend, ook de fiscale procedure op de wacht werd gezet. Dit leidde er dan toe dat het strafdossier uiteindelijk niet behandeld werd wegens ontiegelijk lange procedure. Artikel 6 WIB 9 is nu opgeheven maar blijft van kracht indien de rechter beslist zijn uitspraak te verdagen Nadat het artikel werd opgeheven, werd onderzocht of nu naar artikel Voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering (Vt.Sv.) moest gekeken worden. Er werd onderzocht of het adagium le criminel tient le civil en état van toepassing was. Het artikel komt er op neer dat de strafrechter voorrang heeft op de burgerlijke rechter. Zodus, om te handelen conform de bepaling, moet de burgerrechtelijke procedure van de fiscale zaak opgeschort worden tot een definitieve strafrechtelijke uitspraak is geveld. Het Hof van Cassatie besliste bij arrest van december dat dit niet het geval was. Het artikel Vt.Sv. is niet van toepassing in fiscalibus. De fiscale rechter mag zijn uitspraak wel uitstellen, waardoor hij gebonden is door de uitspraak van de strafrechter, maar hij is hiertoe niet verplicht. 6 A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, 855. Seminarie FHS/EHSAL, De beteugeling van fiscale misdrijven na de invoering van de verruimde minnelijk schikking en van het Una Via principe, 8 oktober 0, B. COOPMAN en J. SPEECKE. 3 Artikelen 7 en 97, negende lid, Wet 5 maart 999, betreffende de beslechting van fiscale geschillen, BS 7 maart 999. Wet 7 april 876 houdende de voorafgaande titel van het wetboek van strafvordering, BS 5 april 876, Cass. december 008, Fiscoloog 009, nr. 58,. 6 A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0,

19 3.. Rol van de ambtenaren 35. De scheiding tussen fiscale en strafrechtelijke procedure, is het algemeen principe sinds de invoering van het Charter van de Belastingplichtige. Het bijgevolg ook een bepaling in dat ambtenaren van de Administratie der Directe Belastingen en van de Administratie van de Bijzondere Inspectiedienst, op straffe van nietigheid van de akte van de rechtspleging, slechts als getuigen mogen worden gehoord. 3 De ambtenaren mogen evenwel inlichtingen verstrekken wanneer de politie of het parket daarom verzoeken en deze zelfs spontaan aanvullen, zelfs indien dit tot gevolg heeft dat ze op een betekenisvolle manier meewerken aan het strafonderzoek. De programmawet van 8 december 99 5 verruimt deze bepaling met een tweede lid, hierin wordt opgenomen dat ambtenaren van het Ministerie van Financiën ter beschikking worden gesteld van de Procureur des Konings en van de Arbeidsauditeur om deze bij te staan in de uitoefening van hun taken. Voor deze ambtenaren geldt de beperking van artikel 63, eerste lid WIB 9 dan niet. 6 Een tweede uitbreiding werd ingebouwd met de wet van 30 maart Deze maakt het mogelijk dat fiscale ambtenaren gedetacheerd worden naar de Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie (CDGEFID). Deze ambtenaren kunnen aldaar ruimer optreden dan enkel als getuige Aan de strafrechtelijke zijde van de fraudebestrijding, worden ook bepalingen ingevoerd om de wisselwerking te versoepelen. De magistraten van het Openbaar Ministerie hebben de verplichting, spontaan en onmiddellijk de bevoegde fiscale Administraties op de hoogte te stellen van een potentiële fraude. 9 De ambtenaren van het Openbaar Ministerie bij de hoven en rechtbanken waarbij een strafzaak aanhangig is, hebben de opdracht indiciën van ontduiking inzake directe of indirecte belastingen, die zij ontdekken tijdens hun onderzoek, onmiddellijk de Minister van Financiën te zullen inlichten. 0 C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, 5. Zo staat ingeschreven in artikel 63, eerste lid WIB 9. 3 J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, 60. A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, 856; F. DESTERBECK, Fiscale ambtenaren mogen politie inlichtingen verstrekken en die ook spontaan aanvullen, Fisc. Act. 008, nr. 8, 0; C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, Artikel 5 Wet van 8 december 99, houdende fiscale, financiële en diverse bepalingen, BS 3 december A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, Artikel Wet van 30 maart 99, houdende sociale bepalingen BS 3 maart A. TIBERGHIEN, (eds.), Handboek voor fiscaal recht 0-03, Antwerpen, Kluwer, 0, 857; C. VANDERKERKEN, Fiscale strafvervolging en rechtsbescherming: wapengelijkheid, zwijgrecht en bewijslastverdeling, Brussel, Larcier, 006, G. DELRUE, Fiscale fraude, Antwerpen, Maklu, 007,. 0 J. COUTURIER, B. PEETERS, N. PLETS, Belgisch belastingrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 03, 6. 9

20 Hoofdstuk Pijlers van de nieuwe wet 37. De genese van de wet wordt uiteengezet in het volgende hoofdstuk. Zoals verder blijkt, zijn de uitgangspunten bij het opstellen van de una via-wet het subsidiariteitsprincipe en het non bis in idemprincipe geweest. De fiscale administraties zullen in elk concreet dossier de fraude ofwel zelf aanpakken en beboeten, ofwel enkel de fiscale schuld vaststellen waarna de straf via de strafrechtelijke weg opgelegd wordt. In de volgende afdelingen worden deze begrippen geduid. In de eerste afdeling wordt de evolutie weergegeven van de rechtspraak omtrent het non bis in idemprincipe. Hieruit blijkt dat het Belgische systeem niet meer voldeed aan de vereisten. Om een einde te stellen aan deze problemen is er dan ook het una via -principe gekomen. Nooit meer bis in idem maar non bis in idem. Eén weg, één berechting, één bestraffing. De tweede afdeling licht het begrip subsidiariteit toe. Afdeling Non bis in idem 38. Het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem vormt een cruciale rol in de nood aan een una viaregeling. Door de evolutie in de Europese rechtspraak werd snel duidelijk dat het Belgische systeem van cumulatie niet langer houdbaar is. Om een veroordeling van het Hof van Justitie (HvJ) of het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te vermijden, moest er een aanpassing komen van het systeem.. Het principe 39. Non bis in idem betekent letterlijk niet tweemaal voor hetzelfde. Het is een verkorte vorm van het adagium nemo debet bis vexari pro una et eadem causa. Dit betekent dat niemand tweemaal mag worden lastig gevallen voor één en dezelfde zaak. Dit fundamentele beginsel dateert reeds vanuit de Griekse tijd. 0. Het non bis in idem -beginsel is reeds lange tijd erkend als algemeen rechtsbeginsel. Niet enkel op nationaal vlak, maar ook op internationaal vlak wordt veel belang gehecht aan het principe. Non bis in idem, vier korte woordjes, toch is de draagwijdte ervan niet altijd duidelijk. Zowel in de rechtspraak als rechtsleer zijn er omvangrijke discussies gevoerd over de verschillende begrippen. Menig inkt is gevloeid over de exacte betekenis. 3 Wetsvoorstel 3 december 0 tot instelling van het una via -principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes, Parl. St. Kamer 0-0, nr /00,. T. ONGENA, Het ne bis in idem-beginsel in het Statuut van Rome. Wegbereider voor een volwaardige internationale bescherming tegen meervoudige vervolging?, in S. PARMENTIER, Strafrechtelijke vervolging van ernstige schendingen van mensenrechten, Antwerpen, Maklu, 00, C. CONINGS, Ne bis in idem, NjW 0, nr. 6,

21 . Het principe is echter eenvoudig: iemand die reeds voor een strafrechtelijk feit werd veroordeeld of vrijgesproken, kan geen tweede keer worden vervolgd. Het beginsel houdt niet enkel in dat er geen tweede bestraffing (ne bis punire in idem) mag plaatsvinden, maar ook geen dubbele berechting (nemo debet bis vexari). Een una via-model in haar meest zuivere vorm komt tegemoet aan beide beginselen. Een una via-regeling in fiscale zaken zou er idealiter moeten toe leiden dat er een ontdubbeling komt van de fiscale strafvervolging en een ontdubbeling van administratieve fiscale sancties. Dit zuiver model, dat wel terug te vinden is in Nederland 3, zien we echter niet in België. De wet beperkt zich tot een ontdubbeling van de administratieve sancties en strafsancties, zonder een duidelijke scheiding in te lassen op vlak van vervolging.. Rechtsbronnen van het grondrecht. In ons intern recht wordt geacht dat non bis in idem een algemeen rechtsbeginsel is dat de openbare orde raakt. 5 We vinden dit principe ook gedeeltelijk terug in het geschreven Belgisch recht. 6 In artikel 339 W.Sv. 7 dat handelt over assisenzaken, lezen we dat de beschuldigde die door het Hof van Assisen is vrijgesproken niet meer kan worden vervolgd wegens dezelfde feiten, ongeacht de juridische omschrijving ervan. 8 Verder komt in het interne recht het principe niet meer aan bod. We moeten dus kijken naar de internationale invulling van het beginsel. 3. Het beginsel werd opgenomen in vele internationale verdragen. In België wordt het beginsel gewaarborgd door het rechtstreeks toepasbare 9 artikel, zevende lid Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO) 0. Daarnaast wordt het recht geen twee keer voor dezelfde feiten te worden berecht ook expliciet erkend door artikel van het zevende protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Seminarie M&D Seminars, De invoering van het una via -principe, februari 03. J. MEESE, M. MAUS, K. SALOMEZ; J. MEESE, Ne bis in idem en erkenning van buitenlandse vonnissen in strafzaken, in G. STRAETMANS en M. ROZIE, Doorwerking van het Europese recht in de nationale rechterlijke praktijk, Antwerpen, Intersentia, 0, 0. S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0, 0. 3 (infra randnummer 36 ev.) Hoewel de cassatierechtspraak aanduid dat het om een algemeen rechtsbeginsel gaat, blijft er discussie of het beginsel al dan niet een algemeen rechtsbeginsel uitmaakt in het Belgisch recht. Zie hiervoor: P. GABRIEL, Neen, toch niet nog eens over het non bis in idembeginsel in belastingszaken, in M. DE JONCKHEERE, (ed.), Een reis doorheen de fiscale basisbeginselen, Brugge, Die Keure, 0, Cass. februari 97, Arr. Cass. 97, 599; S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0, ; J. MEESE, Ne bis in idem en erkenning van buitenlandse vonnissen in strafzaken, in G. STRAETMANS en M. ROZIE, Doorwerking van het Europese recht in de nationale rechterlijke praktijk, Antwerpen, Intersentia, 0, 0. 6 C. CONINGS, Ne bis in idem, NjW 0, nr. 6, 7. 7 Voorheen artikel 360 W.Sv.; W.Sv. 8 C. CONINGS, Ne bis in idem, NjW 0, nr. 6, 7; Seminarie M&D Seminars, De invoering van het una via -principe, februari 03, J. MEESE, M. MAUS, K. SALOMEZ. 9 Cass. 7 september 988, Arr. Cass. 989, 9. 0 Verdrag 9 december 966, Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, BS 6 juni 983, nr Het zevende protocol bij het EVRM werd geratificeerd door het Vlaamse Gewest bij het Vlaams Decreet van december 007 houdende instemming met het protocol nr. 7 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, opgemaakt in Straatsburg op november 98, BS 5 februari 008. Verdrag november 950, verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend op

22 Dit protocol werd door België op mei 005 ondertekend en op 5 april 0 door het federaal parlement bekrachtigd met inwerkingtreding op juli 0. Door deze late ratificatie, werd er gesteund op andere rechtsgronden, zoals het artikel 6 EVRM, namelijk het recht op een eerlijk proces. H hoewel het principe er niet uitdrukkelijk in vermeld staat.. Ook in het Europees Unierecht is het non bis in idem-beginsel opgenomen, dit in artikel 50 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De bepalingen uit het Handvest zijn enkel van toepassing wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, zo wordt verduidelijkt in artikel 5, alinea van het Handvest. Het Hof van Justitie heeft recentelijk beslist 3 dat met belastingboetes en strafvervolging wegens belastingfraude in het kader van de BTW wel degelijk uitvoering wordt gegeven aan het recht van de Unie, meer bepaald aan de Btw-richtlijn. 5 Voor de toepassing van het una via-beginsel wat betreft het W.BTW dient aldus ook gekeken te worden naar de invulling van het non bis in idem-beginsel door het Handvest van de Unie en de interpretatie ervan door het Hof van Justitie. 5. Wat betreft het non bis in idem-beginsel met internationale werking moet gekeken worden naar de artikelen 3 Vt.Sv. en artikel 5 Schengenuitvoeringsovereenkomst. 6. Volgens de auteurs LIPPENS en THIEL toont de late ratificatie van artikel van het zevende protocol van het EVRM aan, dat België het lang moeilijk heeft gehad met de problemen die de dubbele administratieve en strafrechtelijke sancties met zich meebrengen. De oorzaken die door hen hiervoor aangehaald zijn, enerzijds het groot belang dat in België aan de administratieve sanctiemiddelen wordt gehecht, en anderzijds de bijzondere betekenis die in België wordt toegekend aan zowel de strafrechtelijke procedure als de strafsanctie. 6 Dit dubbel belang, verklaart ook waarom België, tot voor kort, de ogen sloot voor de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met betrekking tot het non bis in idem-beginsel. 7 november 950, te Rome, BS 8 september 960, S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0, 0. A. DE NAUW, Cumulatie van straffen en administratieve sancties met een strafrechtelijk karakter na de arresten Zolothoukin en Ruotsalainen, in F. DERUYCK, (ed.), Strafrecht meer dan ooit, Brugge, Die Keure 0, ; M. MAUS, De rechter en de fiscaaladministratieve sancties, in J. ROZIE, A. VAN OEVELEN, S. RUTTEN, Toetsing van sancties door de rechter, Antwerpen, Intersentia, 0, HvJ 6 februari 03 (Åklagaren v. Hans Åkerberg Fransson), C-67/0. Richtlijn 006//EG van de Raad van 8 november 006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. 5 CB, Cumul administratieve BTW-boete en strafsanctie: wanneer (on)mogelijk?, Fiscoloog 03, nr. 33, S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0,. 7 S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0,.

23 3. Non bis in idem door de ogen van het EHRM 7. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, heeft een uitgebreid arsenaal rechtspraak geveld omtrent het artikel van het zevende protocol. Hoewel de verschillende interpretaties, zijn traditioneel steeds drie wederkerende bestanddelen aanwezig. Namelijk de vraag of het te vergelijken procedures betreft, of het meer bepaald om strafrechtelijke procedures gaat. Vervolgens wordt de gelijkheid van de kenmerkende gedragingen onderzocht. Tenslotte wordt een beoordeling gemaakt over het feit of de in aanmerking te nemen beslissing definitief en onherroepelijk is Administratieve sancties met een strafrechtelijk karakter 8. Klassiek werd gesteld dat het non bis in idem-beginsel alleen van toepassing is op sancties van dezelfde aard, maar niet van toepassing is over de grenzen van uiteenlopende rechtsordes. Deze stelling is echter onder druk komen te staan vanaf het ogenblik dat werd aanvaard dat administratieve sancties een strafrechtelijk karakter kunnen hebben. Het non bis in idem -principe verbiedt niet dat een lidstaat voor dezelfde feiten een combinatie van fiscale en strafrechtelijke sancties oplegt. 5 Zodra er echter sprake is van cumulatie van strafsancties in de zin van artikel 6 EVRM treedt het non bis in idem -principe in werking, ongeacht de kwalificatie van de sanctie in het intern recht Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in de arresten Engel 7, Öztürk 8 en Lüts 9 de criteria van de strafrechtelijke aanknopingsfactor van artikel 6 EVRM vastgelegd en nader omschreven. 0 Het EHRM hanteert drie criteria om na te gaan of een administratieve sanctie een strafrechtelijk karakter heeft in de zin van artikel 6 EVRM. Deze criteria worden ook wel de Engel-criteria genaamd. De kwalificatie criminal charge uit artikel 6 EVRM gebeurt aan de hand van de interne kwalificatie van de sanctie, de aard van de overtreden norm en de aard en de zwaarte van de sanctie. EHRM 0 februari 009 (Zolotoukhine v. Rusland), nr. 939/03, overwegingen7-78. S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0,. 3 P. HOET, Gelijkheid van feiten of van inbreuken en van strafrechtelijke vervolgingen of van vervolgingen met een strafrechtelijk karakter (noot onder EHRM 0 februari 009, nr. 939/03), RABG 009, nr. 3, A. DE NAUW, Cumulatie van straffen en administratieve sancties met een strafrechtelijk karakter na de arresten Zolothoukin en Ruotsalainen, in F. DERUYCK, (ed.), Strafrecht meer dan ooit, Brugge, Die Keure 0,. 5 CB, Cumul administratieve BTW-boete en strafsanctie: wanneer (on)mogelijk?, Fiscoloog 03, nr. 33, 7. 6 S. VANDROMME, Verduidelijkingen in het leerstuk van de ne bis in idem-werking van een administratieve sanctie t.a.v. een navolgende strafvervolging (noot onder Arbitragehof 6 april 007), RW , nr. 3, EHRM 6 juni 976, (Engel v. Nederland), Publ. Eur. Court H.R., series A, nr.. 8 EHRM februari 98, (Öztürk v. Duitsland), Publ. Eur. Court H.R., series A, nr EHRM 5 augustus 987, (Lüts v. Duitsland), Publ. Eur. Court H.R., series A, nr M. MAUS, De rechter en de fiscaaladministratieve sancties, in J. ROZIE, A. VAN OEVELEN, S. RUTTEN, Toetsing van sancties door de rechter, Antwerpen, Intersentia, 0, 77. S. LIPPENS, en C. THIEL, Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken, Antwerpen, Kluwer Business, 0,. M. MAUS, Kanttekeningen rond de fiscaal-administratieve sancties en de fiscale geschillenprocedure in het licht van art. 6 EVRM, TFR 999, nr. 67,

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

STRAFSANCTIES IN HET FISCAAL RECHT

STRAFSANCTIES IN HET FISCAAL RECHT STRAFSANCTIES IN HET FISCAAL RECHT Kris HEYRMAN Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen tel: 03.287.06.66 kris.heyrman@duboislaw.be I. Administratieve geldboeten A) Proportionele

Nadere informatie

Inhoudstafel. Deel I De fiscale strafvervolging naar Belgisch recht

Inhoudstafel. Deel I De fiscale strafvervolging naar Belgisch recht fisc.strafvervolging.book Page v Friday, January 20, 2006 4:15 PM v Dankwoord...............................................i Voorwoord............................................... iii Ten geleide: doelstelling

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Eubelius Spotlight www.eubelius.com Onrwerp De wet 20 september 2012 tot instelling het "Una via"-principe in vervolging inbreuken op wetgeving en tot verhoging penale boetes Datum December

Nadere informatie

Algemene beginselen. Afdeling 1. De straffen

Algemene beginselen. Afdeling 1. De straffen 8 Deel I Strafrecht H o o f d s t u k 1 Algemene beginselen 1. Sinds 1981 zijn de bepalingen inzake de strafrechtelijke sancties in alle fiscale wetboeken gelijkluidend. Alle fiscale wetboeken bevatten

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium Ten geleide Voorwoord Algemene bibliografie V VII IX XI DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3 HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 1. Eerste fase: voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 33, 35, 39 en 134; Gelet

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Bereikt het una-via principe zijn doel in België: grensoverschrijdende vergelijking

Bereikt het una-via principe zijn doel in België: grensoverschrijdende vergelijking UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 2015 Bereikt het una-via principe zijn doel in België: grensoverschrijdende vergelijking Masterproef voorgedragen tot het bekomen

Nadere informatie

C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken

C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken HOOFDSTUK 2 DE MISDRIJVEN 39 C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken a. De strafrechtelijke sanctie 1) Eigenlijk beroepsverbod Luidens artikel 455 van het WIB 1992 79 kan, wanneer

Nadere informatie

BART SPRIET. Art. 449. }1 [Hij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de bepalingen van dit Wetboek

BART SPRIET. Art. 449. }1 [Hij die met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, de bepalingen van dit Wetboek king in het Belgisch Staatsblad slechts geschieden zo het besluit niet door de Raad van State verbroken werd. Afdeling II Strafrechtelijke sancties Art. 449. }1 [Hij die met bedrieglijk opzet of met het

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

KU LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID. Academiejaar

KU LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID. Academiejaar KU LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Academiejaar 2017-2018 De rechtsbescherming van de belastingplichtige in het kader van de huidige una via - regeling Promotor: Prof. Dr. A. HAELTERMAN Co-promotor:

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Rolnummer 5840. Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T

Rolnummer 5840. Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T Rolnummer 5840 Arrest nr. 85/2014 van 22 mei 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73sexies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, gesteld door het

Nadere informatie

DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING

DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING DEBAT INZAKE FISCALE SANCTIONERING Jan Tuerlinckx & Karel Anthonissen Advocaat-vennoot Tuerlinckx Fiscale Advocaten & Gewestelijk directeur van de BBI 1. Kunnen belastingen an sich een strafrechtelijk

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MEI 2011 P.10.2037.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2037.F I. DE PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, II. BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, op vervolging en benaarstiging

Nadere informatie

De bom onder de fiscale rechtshandhaving. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten

De bom onder de fiscale rechtshandhaving. Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten De bom onder de fiscale rechtshandhaving Mr. Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten administratief recht strafrecht CRITERIUM STRAFMAAT administratief recht strafrecht medewerkingsplicht zwijgrecht

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de Een pro justitia, opgesteld door de bevoegde inspectiediensten wordt gestuurd de, de overtreder, de werkgever, en de FOD WASO, dienst administratieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131)

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131) Didier Reynders, Vice-premier Ministre et Ministre des Finances Vice-eersteminister en Minister van Financiën Wetgeving De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art.

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2015 F.14.0045.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0045.N G. D. G., eiser, met als raadsman mr. Michel Maus, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9052 Zwijnaarde, Bollebergen

Nadere informatie

Rolnummers 5514 en Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T

Rolnummers 5514 en Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T Rolnummers 5514 en 5523 Arrest nr. 148/2013 van 7 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 227, 2, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Voorontwerp van decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van... tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. MEMORIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 NOVEMBER 2010 F.09.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.09.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Federale Overheidsdienst FINANCIEN Geert Callaert Fiscaal Bemiddelaar International Fiscal Association Brussel

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.14.1509.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1509.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, tegen 1. C M P M C, 2. F C A D, 3. F A J-M G, verweerders.

Nadere informatie

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/11/2015

Datum van inontvangstneming : 06/11/2015 Datum van inontvangstneming : 06/11/2015 Vertaling C-524/15-1 Zaak C-524/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 oktober 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Bergamo (Italië)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken J. VAN DROOGBROECK De accountant en de belastingconsulent verstrekken adviezen aan de onderneming die hem tewerkstelt

Nadere informatie

INLEIDING TOT HET FISCAAL STRAFRECHT

INLEIDING TOT HET FISCAAL STRAFRECHT INLEIDING TOT HET FISCAAL STRAFRECHT M R. F R A N K VA N D E W A L L E A D V O C A A T B A L I E A N T W E R P E N A D VOCAAT- VENNOOT A N T A X IUS A D VOCATEN CVBA INHOUDSTAFEL 1. Inleiding 2. Algemene

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Deel 1 Basisbeginselen

Deel 1 Basisbeginselen Deel 1 Basisbeginselen Vragen 1 Geef de definitie van belastingen. 2 Geef de kenmerken van een belasting. Geef en bespreek een voorbeeld. 3 Welke soorten sancties zijn er? Geef van elke soort sanctie een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.13.1747.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1747.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, eiser, tegen G J M B, beklaagde, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

De directeur-generaal Belastingdienst in Nederland en de Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen in België,

De directeur-generaal Belastingdienst in Nederland en de Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen in België, Regeling tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België met betrekking tot een grensoverschrijdende samenwerking inzake de rechtstreekse uitwisseling van fiscale inlichtingen 3 januari 2011 DGB

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie

De gerechtskosten en de verjaring

De gerechtskosten en de verjaring De gerechtskosten en de verjaring Inleiding Wie procedeert moet rekening houden met verschillende soorten kosten. Naast de erelonen en de kantoorkosten die de advocaat aanrekent (en waarop sinds 1/1/2014

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2009 P.08.1742.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1742.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, I tegen M J V, beklaagde, gedetineerd, verweerder. II J L C, beklaagde,

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro)

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro) Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor meerderjarigen? (max. 250 euro) 1. Wie kan inbreuken vaststellen? De vaststelling van een inbreuk op het gemeentelijk politiereglement

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering betreffende het ontwerp Koninklijk

Nadere informatie

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Administratieve geldboetes

Administratieve geldboetes Administratieve geldboetes www.luchtvaartpolitie-oostende.be HOOFDSTUK III. - Administratieve geldboeten Art. 45.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.05.0190.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0190.N B.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas 1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 91/2008 van 18 juni 2008 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 91/2008 van 18 juni 2008 A R R E S T Rolnummer 4221 Arrest nr. 91/2008 van 18 juni 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 449 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Valsheid in geschriften. Conclusie neergelegd in een procedure tot echtscheiding. Conclusie houdende een vordering tot onderhoudsgeld op grond van valse beweringen.

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Rolnummer 5807. Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5807. Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5807 Arrest nr. 55/2014 van 27 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.15.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0003.N E H J V G, veroordeelde, verzoeker tot herziening, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2015 (OR. en) 8658/15 COPEN 115 EUROJUST 93 EJN 42 NOTA van: d.d.: 14 april 2015 aan: Betreft: Mevrouw Anne Vibe Bengtsen, attaché Juridische Zaken, Permanente

Nadere informatie

23/11/2011 KnopsPublishing

23/11/2011 KnopsPublishing Geachte, Naar aanleiding van uw deelname aan de opleiding Lokale besturen en invordering: Overzicht van actualia Oktober 2011 vindt u hierbij een korte verduidelijking betreffende niet- fiscale invordering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.13.2027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.2027.N N C Ö L, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Lut Wille, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8000 Brugge,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1, C 42/8 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 15.2.2002 II (Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) Initiatief van het Koninkrijk Belgiº en het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Grondwettelijk Hof: 'una via'-wet schendt non bis in idem

Grondwettelijk Hof: 'una via'-wet schendt non bis in idem Grondwettelijk Hof: 'una via'-wet schendt non bis in idem Auteur: Filip Smet Editie: Fiscoloog 1382 p. 1 Publicatiedatum: 16 april 2014 Rechtba nk/hof: Grondwettelijk Hof Datum van uitspraak:03 april 2014

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0428.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0428.N I PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWER- PEN, vervolgende partij, eiser, tegen 1. H J M V D K, 2. T P J M V Z,

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.: 0800 94 571 Fax: 0800 17 529 www.wolterskluwer.be E-mail: klant.be@wolterskluwer.com

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie