INTERNE BELGISCHE POLITIEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INTERNE BELGISCHE POLITIEK"

Transcriptie

1 INTERNE BELGISCHE POLITIEK De Liberalen 1. De Liberale Partij : Doctrinairen versus progressisten De Belgische revolutie was de resultante van een samenwerking tussen de katholieken en de liberalen. Deze samenwerking zou nog enige jaren na de revolutie duren, dit kwam voornamelijk door de onzekere internationale positie van België. Binnen de liberale kringen was er echter heel wat dissidentie aanwezig. Enerzijds was er een groep van antiklerikale liberalen die Willem I steunden in zijn deconfessionaliserend beleid. Deze groep personen was ook qua economie heel erg afhankelijk van de Noordelijke provincies. Anderzijds was er ook in Wallonië een groep liberalen die omwille van economische of sentimentele redenen liever een aansluiting bij Frankrijk zouden willen. Ten slotte was er ook nog een groep democraten die ontgoocheld waren in de revolutie op economisch en sociaal vlak. De eerste 2 groepen zouden vanaf 1839 samensmelten en een gemeenschappelijk strijdprogramma vinden in het antiklerikalisme. Rond de periode van 1839, toen het voortbestaan van de Belgische staat verzekerd was, kwamen de politieke geschillen tussen katholieken en liberalen opnieuw aan de oppervlakte. Zo was er in 1838 een bisschoppelijke veroordeling ten opzichte van de vrijmetselarij wat tot gevolg had dat heel wat katholieken de loges verlieten. Dit leidde ertoe dat de vrijmetselarij een belangrijke steunpilaar was voor het liberalisme. De meest bekende associatie was L alliance die door de Brusselse loges als propagandaorgaan werd opgericht en die aan de basis lag van het eerste liberale congres. In 1846 besloot L Alliance om een congres samen te roepen om een hechtere eenheid van de liberalen in Belgie te verzekeren. Dit bleek echter niet zo eenvoudig te zijn omdat de meningen sterk uiteenliepen m.b.t. het partijprogramma. Enerzijds waren er de Doctrinairen, die de economische macht in handen hadden en zich tegen elke vorm van sociale verandering verzetten. Ze ontweken de confrontatie met de kerk omdat zij het belang van de katholieken inzake de sociale controle over de lagere klassen inzagen. Anderzijds waren er de progressisten die op sociaal vlak bij de lagere bourgeosie en middenklasse aansloten. Zij waren meer voor een concretere programma-invulling en bonden wel de strijd aan met de kerk en katholieken. Uiteindelijk werd er onder impuls van Orban een consensus over een minimaal programma bereikt, met centraal thema de onafhankelijkheid van de openbare macht. Het werd duidelijk dat de doctrinairen weigerachtig stonden t.o.v. een concretere invulling van het programma. Ondanks herhaaldelijke pogingen van de progressisten kwam het niet tot de organisatie van een nieuw congres. De liberale verenigingen, die onder controle van de doctrinairen stonden waren er tegen uit vrees voor interne meningsverschillen.

2 Na de zware verkiezingsnederlaag van 1870 werd er toch een poging ondernomen, maar men kwam niet verder dan de afschaffing van het kiescijns. De doctrinairen en progressisten vonden elkaar terug in de regering Orban / Van humbeeck, die onder druk van de progressisten een sterk antiklerikaal beleid voerden. Het hoogtepunt van dit beleid was de schooloorlog die voor de liberalen een desastreuse afloop kende. Ze leden een zware verkiezingsnederlaag in 1884 en verdwenen voor 30 jaar in de oppositie. De afstand tussen de doctrinairen en progressisten werd steeds groter. In 1887 probeerden de progressisten een eigen autonome partij op te richten maar deze is nooit echt van de grond gekomen. De breuk in het liberale kamp werd definitief toen de progressisten met de socialisten coalities afsloten. Dit was niet zo onlogisch aangezien er tussen beide leiders een intense samenwerking plaatsvond. De socialisten konden de steun van de progressisten gebruiken bij de uitbreiding van hun parlementaire macht en de progressisten konden de arbeiders gebruiken in hun strijd tegen de doctrinairen. De doctrinairen zouden een verpletterende verkiezingsnederlaag lijden en het kwam al gauw tot een verzoening met progressisten en ze aanvaardden hun partijprogramma. Deze verzoening was deels ook te verklaren door het feit dat de socialisten steeds meer weigerachtig kwamen te staan t.o.v. de progressisten door hun antiklerikale stellingnames die een hinderpaal vormden voor de doorbraak van het socialisme op het platteland. 2. De liberale zuil als alternatief voor de liberale minderheidsgroepen Enkel lezen, komt geen vraag uit voor het examen! 3. Het uitblijven van een echte partijorganisatie, Naar aanleiding van het eerste liberale congres in 1846 werden er overal liberale verenigingen opgericht. Het uitblijven van nationale bestuursorganen bleef echter een grote handicap. De doctrinairen hadden zich tegen het oprichten hiervan verzet. In 1875 ondernam men een poging met de oprichting van de Fédération des Associations Libérales. Deze bleek echter al gauw ondoeltreffend en brokkelde geleidelijk af, nochtans was de organisatie op lagere echelons wel doeltreffend. Na de verzoening van progressisten en doctrinairen vanaf 1900 probeerde men de partij een betere structuur en organisatie te geven. In 1913 werd de Landsraad der Liberale Partij opgericht. Men wou een tegengewicht vormen voor de katholieken op het platteland, de sociale acties bevorderen en als informatiekanaal voor alle liberale associaties fungeren. Het uitbreken van WO I had echter als gevolg dat geen van deze plannen uitkwamen. De landsraad kwam pas samen in ze werd in theorie de hoogste partij-instantie, verantwoordelijk voor het bepalen van de doctrine. Ze kwam maar 1x per jaar samen en de bevoegdheid lag eigenlijk bij de Bestendig Comiteit. Deze laatste werd tal van keren nog hervormd. In 1945 werd het Bureau opgericht waarin alle ministers en voorzitters van parlementfracties zetelden. Men wou het Bureau meer bevoegdheden toekennen maar dit mislukte.

3 De plaatselijke inplanting van de liberale partij bleef tot aan de oprichting van de PVV/PLP zeer zwak. 4. De electorale positie van de liberalen. De liberalen scoorden electoraal het hoogst in Vanaf toen is het steeds maar achteruit gegaan en in 1892 hadden ze nog slechts volksvertegenwoordigers in een tiental arrondissementen. De invoering van het Algemeen Meervoudig Stemrecht in 1893, gekoppeld aan het meerderheidsstelsel en de interne dissidentie tussen doctrinairen en progressisten waren de oorzaak voor de zware electorale nederlaag van De katholieken waren de grootste winnaars. Bij de verkiezingen van 1904 gingen de liberalen opnieuw vooruit. De verzoening tussen progressisten en doctrinairen lag hiervan aan de basis. De progressisten hadden immers bij vorige verkiezingen een succesvol kartel gevormd met socialisten wat de liberalen heel wat zetels had gekost. Vanaf 1910 kwam het tot een toenadering tussen socialisten en liberalen. Men wilde hiermee de hegemonie van de katholieken doorbreken. De verkiezingen waren echter een tegenvaller voor de liberalen, zij bleven op gelijke zetels steken, terwijl de liberalen en katholieken er fors op vooruit gingen. De hegemonie werd niet doorbroken. De invoering van het Algemeen Enkelvoudig Stemrecht veroorzaakte een grote politieke verschuiving. De katholieken en liberalen waren de grote verliezers, terwijl de Socialisten sterk vooruitgingen. De liberalen werden nu slechts de derde grootste partij. Vooral in Vlaanderen gingen de liberalen sterk achteruit, in Wallonie bleef het beperkt.de verklaring voor de nederlaag moet intern gezocht worden. De liberalen konden geen duidelijk verkiezingsprogramma voorleggen aan de kiezer. Het uitblijven van een verdere uitbouw van een liberale zuil zou de voornaamste oorzaak blijven voor de electorale zwakheid van de partij. 5. Na de Tweede Wereldoorlog De liberale partij kwam, net zoals alle andere partijen, ontredderd uit de oorlog. Bovendien waren ook nog enkele vooraanstaande politici overleden. Na de oorlog pleitten de liberalen, onder impuls van de dentank van Maurice Lippens, voor een sterk grondwettelijke controle van de koninklijke macht. Liberale verzetskringen ijverden voor een nieuwe politieke maatschappij waarbij de invloed van de partijen zouden worden verminderd en plaats zou worden gemaakt voor een elitair parlementair stelsel in handen van de elites uit de maatschappij.ook zij waren voorstander van beknotting van de koninklijke macht. Het was opvallend dat deze doelstellingen nooit werden verder uitgewerkt. De liberalen hadden, in vergelijking met andere partijen, een weinig doordacht beleid uitgestippeld voor na de oorlog, dit omdat men gedacht had dat na de totalitaire regimes er nu een liberaal elan zou

4 komen, een zware politieke misrekening, met als gevolg een electoraal verlies voor de liberalen. 6. De koningskwestie (vooral het standpunt van de liberalen is belangrijk) Aanvankelijk was de partij erg terughoudend, al snel bleek dat de liberalen echter verdeeld reageerden. Waalse en Brusselse liberalen waren felle tegenstanders van de terugkeer terwijl de Vlaamse liberalen grotendeels pro waren. De partij opteerde voor een politiek van l effacement. Hierbij werd de koning gevraagd om zich over het behoud van de monarchie en de nationale eenheid te bekommeren. Deze gematigde houding van de liberalen resulteerde in een zware nederlaag in De liberalen bleven echter naar een consensus streven. Bij de verkiezingen in 1949 wonnen de liberalen, dit was hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de liberalen zich nu voor een problematiek konden inzetten die vooral de middenstand aanbelangde (fiscale druk) en ook aan het feit dat er een algemene zetelverhoging was. De christen-democratische regering, die na deze verkiezingen aan de macht kwam, stemde een wet die de terugkeer van de koning van een volksreferendum afhankelijk maakte. Bij de vervroegde verkiezingen in 1950 die volledig in teken van de koningskwestie stond, werden de liberalen nogmaals afgestraft voor hun lauwe houding in de opositie tegen Leopold III. Een andere reden voor dit verlies was dat ze hun belofte van fiscale drukvermindering niet hadden kunnen waarmaken. Onder druk van onlusten in Wallonie (met enkele doden) trad Leopold III af in De schoolstrijd ( ) en de levensbeschouwelijke pacificatie (Wat is impact schoolstrijd voor liberalen?) In de periode beschikte de CVP/PSC over een absolute meerderheid. De PSC werkte een aantal wetsontwerpen uit die in de subsidiering van het vrij onderwijs voorzagen. Daarnaast wou men gemengde commissies oprichten die inspraak zouden krijgen in o.a. de oprichting en het leerplan van de rijksscholen. Tegen deze plannen onstond onmiddellijk een antiklerikaal front van liberalen en socialisten. De Liberalen bevestigden hun steun aan het rijksonderwijs en verwierpen de subsidiering van de vrije scholen. Bij de verkiezingen van 1954, die de schoolkwestie als inzet hadden, verloor de CRP haar absolute meerderheid. De klemtoon van de nieuwe rood-blauwe regering coalitie onder leiding van Van Acker lag op het antiklerikaal programma. Dit hield onder andere de beperking in van de subsidies aan katholieke scholen. Hiertegen werd vrijwel onmiddellijk gereageerd door het episcopaat en de katholieke zuil. De schooloorlog zou vier jaar duren. De verkiezingsoverwinning in 1958 van de katholieken dwong de traditionele partijen tot het sluiten van een compromis inzake het onderwijsbeleid, dit mondde uit in het schoolpact, wat ondermeer gelijke subsidiering voor beide netten inhield. De liberalen hielden zich strikt aan dit pact, men veranderde zelfs zijn standpunt ten opzichte van het rijksonderwijs, daar heel

5 wat kinderen van hun leden naar vrij onderwijs gingen. Ook vond men dat het rijksonderwijs meer en meer door socialisten werd gedomineerd. In de partij zijn 2 stromingen aanwezig. In de eerste plaats zijn er de kritische verdedigers van het rijksonderwijs. Ondanks de hierboven vermelde kritiek zien zij in het rijksonderwijs de enige mogelijkheid om het katholieke machtsmonopolie inzake onderwijs te doorbreken. Ten tweede zijn er de radicale liberalen die het rijksonderwijs als een zoveelste bewijs zien van de macht van de staat en ook hier prive-initiatief opteren. Het schoolpacht vormde het eindpunt van de klassieke breuklijn tussen de klerikalen en antiklerikalen. 8. Een noodzaak tot herorientering (p. 25) In 1958 nam partijvoorzitter Roger Motz het initiatief tot partijhervorming. Bij begon met de hervorming van de partijstructuren. Hij werkte ook aan een ideologische heropbloei van de partij. Dit resulteerde in het ideologisch congres in 1959 waar men zich ondermeer uitsprak over een levensbeschouwelijke tolerantie. De regering Eyskens werd met een aantal ernstige problemen geconfronteerd. Men had de aftakeling van de Waalse industrieen en de moeilijkheden in Kongo die tot de onafhankelijkheid zouden leiden. De regering wilde de eenheidswet invoeren die en duidelijke liberale stempel droeg. Hier waren de socialisten echter fel tegen gekant en dit zou resulteren in de grote winterstaking van 1960 die langzaam aan naar een Waalse staking evolueerde en die meer en meer aan het federalisme zou worden gekoppeld. De vrees voor het uiteenspatten van Belgie verhoogde de eenheid binnen de partij en deed de noodzaak inzien om de partij te doen groeien.de liberale affiche bij de verkiezingen van 1961 gaf de nieuwe strategie al aan. De katholieke kiezers werden opgeroepen om voor de liberalen te stemmen. In eer en geweten, ook U kunt liberaal stemmen. Bij de verkiezingen van 1961 zouden de liberalen een status-quo behalen, en voor vijf jaar naar de oppositie verdwijnen. 9. De oprichting van de PVV/PLP in 1961 De partij werd door de oprichting van de PVV/PLP grondig vernieuwd. Voor het eerst kon men van een werkelijke politieke partij spreken. Het feit dat de liberalen vanaf 1961 weer in de oppositie zaten, verhoogde druk om de ideologische en structurele hervormingen zo snel mogelijk te realiseren. In mei 1961 werd Motz als partijvoorzitter door Omer Vanaudenhove, een industrieel uit Diest, vervangen. Vanaudenhove maakte onmiddellijk zijn ambitie duidelijk om van de Liberale Partij een centrumpartij te maken. Het ideologisch platform sloot zeer nauw aan bij de door Motz ontwikkelde ideeën. Vanaudenhove beklemde hierbij 2 punten. In de eerste plaats de opening naar andersdenkenden en ten tweede de uitbouw van een conservatieve beweging die voldoende tegengewicht voor de vakbonden en andere drukkingsgroepen moest vormen.

6 Bij Vanaudenhove stond eveneens het behoud van de nationale eenheid centraal. Hij zou gedurende zijn voorzitterschap blind blijven voor de communautaire problemen en ze ook in zijn eigen partij bestrijden. Het negeren van deze tegenstellingen zal de partij eind jaren zestig zuur opbreken. Niet alleen waren er electorale consequenties maar de spanningen waren ook in die mate toegenomen dat de partij uit elkaar zou spatten. Vanaudenhove zou ook de macht van de tot dan toe autonomie associaties en regionale federaties afbouwen ten voordele van het nationale bestuurscomité. De voorzitter stond onder andere in voor de aanduiding van de leden van dit bestuurscomité. 10.De succesformule van Vanaudenhove (Schets verruimingsoperatie) Met de oprichting van een Nationaal centrum voor Zelfstandigen en Kaders werden er hoofdzakelijk kaderleden en zelfstandigen aangetrokken. De arbeider en lage bedienden werden evenwel buiten beschouwing gelaten, wat samen met de verrechtsing van de partij leidde tot een vertroebelde houding met de liberale vakbond. De nieuwe partij behaalde bij de parlementsverkiezingen van 1965 een grote electorale overwinning. Ondanks de zware nederlaag van de 2 regeringspartijen werd de rooms-rode coalitie toch voortgezet. De partij had de overgang naar een centrumpartij goed verwerkt, en had heel wat oud CVP/PSC leden kunnen aantrekken.de liberalen konden ook profiteren van de malaise bij de 2 andere grote partijen die kampten met interne dissidentie en communautaire spanningen. 11. De contestatie tegen de partijvoorzitter Vanaudenhove neemt toe (Vanoudenhoven blind voor communitaire spanning) De travaillistisch coalitie, die vooral onder communautaire spanning stond, hield het niet lang vol. In 1966 kwamen de liberalen opnieuw in de regering. Deze regering probeerde de communautaire vraagstukken voor een aantal jaren te bevriezen via de zgn. commissie Meyers. Na 2 jaar viel de regering echter over de kwestie Leuven-Vlaams. Bij de verkiezingen van 1968 realiseerden de communautaire partijen hun grote doorbraak. De PVV ging licht achteruit en werd in Vlaanderen van zijn derde stek gestoten door de VU. Ondanks het feit dat de campagne van de PVV sterk unitair was gericht, was er toch enige interne communautaire spanning. De visie van de liberale partij sloot niet langer aan bij de visie van de jongere kiezer. Als gevolg van de ontgoochelende resultaten werd de interne oppositie tegen partijvoorzitter Vanaudenhove steeds groter. Zijn machtspositie werd nog verder afgezwakt toen hij om gezondheidsredenen gedurende vier maanden van zijn voorzitterschap moest afzien. Vanaudenhove zou zijn ontslag aankondigen in Communautaire spanningen in de partij (communautaire spanning neemt toe)

7 Ondanks de pogingen van Vanaudenhoven om de unitaire structuur van de partij te behouden, wist ook de PLP/PVV niet aan de communautaire twist te ontsnappen. Aan de opsplitsing waren een aantal typische facetten verbonden. Aan Vlaamse zijde kon er gedurende lange periode gewoon geen communautair probleem zijn aangezien de Vlaamse liberale mandatarissen Franstalig waren.vlaamsgezinde liberalen moesten vanuit culturele en politieke drukkingsgroepen reageren. Zo was er het LVV, wiens taak erin bestond de positie van de Vlaamsgezinde liberalen te verdedigen. Het LVV verzette zich ook vanaf de oprichting van de PVV/PLP tegen de strakke unitaire (en rechtse) koers die Vanaudenhove volgde. Op een congres in 1962 bereikte het LVV een akkoord over een decentralisatie naar de provincies toe, en een aparte regeling voor Brussel. 2 Andere spanningsvelden waren er rond de steun van aantal Vlaamse liberalen aan de taalwetten van Gilson, en de grondwettelijke afbaking rond het 2-talig gebied Brussel- Hoofdstad. Om uit de communautaire impasse te komen, organiseerde de partijleiding in 1966 een nationaal congres in Luik. Dit zou een aantal zware toegevingen van de Vlaamse liberalen inhouden. Het compromis van Luik kon de spanningen niet wegnemen. Op een congres in Knokke in 1967 werd de erkenning van het LVV, ELW en de liberale sociale organisaties door Vanaudenhove ongedaan gemaakt. Vanaudenhove eiste en kreeg volmachten om de communautaire politiek van de partijen te mogen bepalen. Het LVV zou een radicalere koers gaan varen en verwierp het congres van Luik. Ook aan Waalse kant zou men de MLW opnieuw gaan oprichten om zo te trachten hun eigen belangen te bewerkstelligen. In de Brusselse federatie, het bolwerk van de liberalen, waren er aanvankelijk geen communautaire spanningen.de eerste spanningen daar ontstonden naar aanleiding van de talentelling van Er zou een expansie van de Franstalige Brusselaars naar de randgebieden toe komen. Deze plannen werden echter snel door de Vlamingen gecounterd. 13. de opsplitsing van de partij (de 3 fasen van opsplitsing) De eerste fase van opsplitsing was het uiteenvallen van de Brusselse federatie. Dit was de katalysator van de opsplitsing daar de federatie al jarenlang de sterkste liberale federatie van het land was. De moeilijkheden daar ontstonden rond plannen om de belangen van Brussel te verdedigen. Onder druk van het FDF zouden de Franstaligen in de federatie ijveren voor expansie van franstalige gebieden in Brussel. Als reactie hierop zouden de gematigden onder leiding van Van Offelen zich organiseren in het Handvest van de Eendracht. Deze groep opteerde voor een evenwaardige vertegenwoordiging van Vlamingen in de Brussel De aanhang bij beide strekkingen bleek even groot te zijn bij stemming. De positie van de gematigden werd echter ondermijnd toen enkele prominente politici besloten de partij te verlaten en de Blauwe Leeuwen op te richten. Hierdoor hadden de Vlaamse liberalen binnen

8 de Brusselse federatie nog maar weinig vertegenwoordiging meer en eisten ze ondermeer speciale stemvoorwaarden bij communautaire aangelegenheden. De tweede fase is de breuk van de Brusselse liberalen met de nationale PVV/PLP leiding. Deze ontstond naar aanleiding van de medewerking van de partij aan nationale grondwetsherzieningen. Deze medewerking was noodzakelijk aangezien de regering niet over de vereiste 2/3 meerderheid beschikt. Met betrekking tot de stemming van de cultuurautonomie en het statuut van Brussel werden de liberalen opnieuw opgezocht. Over de cultuurautonomie bleek er duidelijke overeenstemming te bestaan, maar over het statuut van Brussel stonden beide taalgroepen vlak tegenover elkaar. Vanwege deze interne dissidentie zouden de Brusselse liberalen beslissen van op te stappen en een eigen partij te vormen. (in kartel met het FDF) De derde en laatste fase was de opsplitsing van de partij in 2 afzonderlijke taalgroepen. Deze opsplitsing sloot aan bij de ideeën van Vanderpoorten, die vroeger al voor de splitsing van de partij ijverde. De Vlaamse en Waalse liberalen besloten, na het opstappen van de Brusselse liberalen, om in de toekomst afzonderlijk te beraadslagen. In 1970 werd aan Waalse zijde een permanent overlegorgaan van de Waalse federaties opgericht. Dit zette Grootjans ertoe om De Clerq en Vanderpoorten te polsen over de oprichting van een eigen Vlaamse partij. In de Brusselse federatie werd de situatie nu compleet onoverzichtelijk. Men had De Blauwe Leeuwen, de gematigde Franstaligen, de PLP de la Région Bruxelloise en de PLI van Mundeleer die afgescheurd was van de PLP. In mei 1971 werd de herstructureringsvergadering van de Vlaamse vleugel van de PVV opgericht en werd een voorlopig bureau onder leiding van De Clerq verkozen. De Waalse PLP volgde dit voorbeeld De PVV zou vooral ijveren voor culturele autonomie en het cultuurpact, terwijl de PLP zich zou inzetten voor de ontwikkeling van de Waalse economie. Een jaar later werden beide partijen officieel opgericht. Descamps bleef nationaal voorzitter. Dit was echter een functie zonder betekenis. 14. De oprichting van de PVV De Vlaamse PVV werd opgericht in 1971 met De Clerq als voorlopig voorzitter.onder deze leiding zou men een duidelijke nieuwe profilering doorvoeren. In eerste plaats wilde men de communautaire partijen de wind uit de zeilen halen en afrekenen met de scheldnaam die de PVV van de Volksunie had gekregen. Ook op ethisch vlak zou men een aantal duidelijke standpunten innemen. Zo nam de partij het voortouw in de legalisering van abortus. Zeer belangrijk was de introductie van Grootjans van de nieuwe term open society met de klemtoon op een duidelijk geaccentueerd humanisme. 15. Aanhoudende problemen in de Brusselse federatie (problematiek Brusselse federatie kennen) In 1971 keerde de PLP de la région Bruxelloise officieel terug naar de hoofdzetel van de partij. De relatie met de zusterpartijen bleef echter slecht. Vooral de Vlaamse PVV ergerde zich aan de houding van de Franstalige Brusselaars inzake de positie van de hoofdstad. Ook de Waalse PLP reageerde wrevelig. De Waalse en Vlaamse liberalen traden toe tot de regering zonder de Brusselaars.

9 In 1973 escaleerde het conflict toen de Waalse PLP er mee dreigde om de drie Brusselse PLPers uit de Kamerfractie te zetten. De Brusselse liberalen reageerden hierop door een stembusakkoord met het FDF te sluiten. 16. Van PLP naar MR (Antwoord formuleren schetsen PLP naar MR in grote lijnen) In tegenstelling tot de Brusselse liberalen slaagden de Waalse liberalen er zeer snel in een nieuwe en stevige structuur uit te bouwen. In 1972 werd de PLPW opgericht. Op het stichtingscongres werd de klemtoon gelegd op een eigen beleid met nadruk op een voor Wallonie positieve regeling van het communautaire vraagstuk. De nieuwe profilering verliep langs Vlaamse zijde heel wat trager 17. Verhofstadt en het radicaal liberalisme De PVV-jongeren speelden onder het voorzitterschap van Guy Verhofstadt een belangrijke rol op het ideologisch congres van Kortrijk. Op dit congres stelden zij hun Radicaal Manifest voor een Nieuw Liberalisme voor dat de basis voor het radicaal liberalisme zou vormen. De regeringsdeelname van de liberalen aan de regering Martens III werd slechts erg moeizaam door de PVV-jongeren aanvaard. De PVV-jongeren wilden de toetreding immers koppelen aan een strenge fiscale en budgettaire sanering die op geregelde evaluatiecongressen moest worden geëvalueerd. Deze besparingen waren moeilijk voor de regering daar zij met enkele dure dossiers te kampen had. Het gevolg was dat de buitenlandse schuld spectaculair steeg. De PVV-campagne voor de parlementsverkiezingen van 8 november 1981 stond in het teken van Niet U maar de staat leeft boven zijn stand; minder staat meer vrijheid minder belastingen meer welvaart. Het programma sloeg aan en de PVV haalde een historische overwinning. Willy De Clercq werd in de regering Martens V vice-premier en minister van Financiën. Deze functies waren echter onverenigbaar met die van partijvoorzitter. De Clercq werd ad interim door de andere éminence grise Frans Grootjans opgevolgd. Deze laatste ging op zoek naar een nieuwe voorzitter en zou Verhofstadt naar voor dragen. Er kwam enkel oppositie van Herman De Croo maar deze beschikte niet over een meerderheid in de partij. Op het partijcongres van 1982 werd Verhofstadt tot partijvoorzitter gekozen terwijl Patrick Dewael secretaris-generaal werd. Verhofstadt was hiermee de jongste partijvoorzitter in de Belgische geschiedenis. Onder invloed van de liberalen werd er een harde deflatoire politiek gevoerd met een devaluatie, looninleveringen en saneringen in de sociale sector. De coalitie werd voor dit onpopulair beleid electoraal afgestraft. De CVP verloor een stuk van haar zetels bij de volgende Europese verkiezingen wat leidde tot spanningen binnen de coalitie die nog groter werden naar aanleiding van het Heizeldrama.

10 De verkiezingen van oktober 1985 waren een afstraffing voor de PVV. Terwijl de coalitiepartner tegen alle verwachtingen in een grote overwinning behaalde, viel de PVV terug. Verhofstadt behaalde wel een persoonlijke zege want hij behaalde bijna voorkeurstemmen in Gent-Eeklo. Volgens Verhofstadt, die de touwtjes naar zich toetrok, had de regering een te weinig liberaal beleid gevoerd. Hij slaagde er in om de liberale verkiezingsnederlaag aan de onderhandelingstafel in een overwinning om te buigen. De nieuwe regering (Martens VI), waarin hij vice-premier en minister van begroting werd, zou werk maken van de sanering van de overheidsfinancien. Aanvankelijk boekte de regering belangrijke resultaten. De beginselvastheid van Verhofstadt had evenwel voor gevolg dat het ongenoegen over Verhofstadt in de christelijke arbeidersbeweging en dus in de ACW-vleugel van de CVP en PSC toenam. In 1987 viel de regering Martens VI ogenschijnlijk over de zaak Voeren. Bij de verkiezingen van 1987 behaalde Verhofstadt een persoonlijke triomf. De PVV won drie Kamerzetels en Verhofstadt behaalde meer voorkeursstemmen dan Martens. De CVP verloor 6 kamerzetels. Tussen Verhofstadt en Neyts kwam het al vrij snel tot spanningen rond het voorzitterschap. Verhofstadt had het duidelijk moeilijk met zijn terugval tot Kamerlid. In 1989 werd Neyts door Verhofstadt opgevolgd als voorzitter. In januari 1991 publiceerde Verhofstadt het Burgermanifest. In dit manifest wees hij duidelijk op de kloof tussen burger en politiek. Verhofstadt stelde dat ondanks de ineenstorting van het socialisme en de overwinning van de democratie er in ons land niet meer maar minder burgers aan het politieke leven deelnemen. Hoofdschuldigen volgens Verhofstadt zijn de drukkingsgroepen en de zuilen. Volgens Verhofstadt kon die negatieve trend evenwel worden omgebogen als er een Burgerbeweging tot stand zou komen met 1 gemeenschappelijk kenmerk nl. dat ze burger zijn. 18. Van PVV naar VLD Tijdens de parlementsverkiezingen van 1991 vond er in Belgie, en zeker in Vlaanderen, een politieke aardverschuiving plaats. De grote overwinnaars waren het Vlaams Blok en ROSSEM, de partij van Jean-Pierre Van Rossem. Op 30 november van dat jaar werd Verhofstadt tot formateur benoemd. Verhofstadt streefde naar een Rood-Blauwe coalitie. Aanvankelijk leek Verhofstadt hierin te zullen slagen, maar dit bleek al vrij snel een illusie. In december 91 besliste het SP bureau, onder impuls van Louis Tobback dat er geen coalitie tussen liberalen en socialisten tot stand zou komen. Op 19 december maakte Verhofstadt voor de eerste keer een allusie op zijn plannen voor politieke vernieuwing. Begin 1992 kwamen de gebeurtenissen in een stroomversnelling terecht. Bij de parlementsverkiezingen van 1995 ging de VLD er weliswaar op vooruit, maar slaagde er niet in om de rooms-rode meerderheid te breken. Op 7 juni 1997 werd Verhofstadt tot partijvoorzitter gekozen.

11 Bij de verkiezingen van 13 juni 1999 werd de VLD de grootste politieke formatie van het land. Vlaanderen profiteerde van de neergang van de regeringspartijen CVP en SP. Ook de andere oppositiepartijen gingen met de winst lopen. Op alle niveaus gingen in juni 1999 inleidende gesprekken voor regeringsvorming van start. Vlaams formateur Verhofstadt en federaal informateur Michel leidden de gesprekken. Anderhalf jaar na te zijn verkozen tot VLD-voorzitter, werd Karel De Gucht in april 2001 door de VLD-militanten opnieuw tot partijvoorzitter gekozen. Bij de parlementsverkiezingen van 18 mei 2003 behoorden de liberalen eveneens tot het winnende kamp. Bij de verkiezingen voor het Vlaams parlement in 2004 werd het kartel CD&V-NV-A echter de grootste formatie en leverde met Yves Leterme de nieuwe ministerpresident.

12 1. Van Katholieke partij naar CVP (Ontstaansgeschiedenis plus 2 hervormingen) De Christen-Democraten De Katholieke partij had qua structuur weinig om het lijf. Er was geen nationale, statutaire geregelde partijorganisatie. Die zou er pas komen in 1936 met het Blok der Katholieken. Er is geen stichtingsakte of jaar, toch word er door velen naar het jaar 1884 verwezen. Vanaf de jaren 1980 kon de liberale burgerstaat de volksmassa niet langer negeren. In deze periode was er dan ook een proliferatie van katholieke sociale of volksgezinde initiatieven. De katholieken hoopten op die manier de socialisten te verslaan. Tot aan WO I bleef het plaatselijk initiatief overheersend. Niettemin werden al vlug nationale organisaties opgericht om de sociale actie te stroomlijnen. In 1906 werd de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten opgericht. In 1921 groepeerde het Verbond van Katholieke Verenigingen en Kringen, de Boerenbond, de Landsbond van de Middenstad en het ACW. Dit betekende zeker niet de creatie van een eenheidspartij. In de praktijk creëerde de Katholieke Unie niets meer dan een centraal comité voor de verbrokkelde katholieke krachten. Bovendien enkel op nationaal niveau. De Katholieke Unie bleef een papieren constructie. In 2 opeenvolgende hervormingen onderging de katholieke partij een grondige transformatie. De eerste hervorming moet gesitueerd worden na de zware verkiezingsnederlaag van mei 1936 en te midden van de agitatie van het blok REX-VNV. Er waren 3 discussiepunten. Ten eerste was er de discussie rond het unitair karakter van de partij, waarbij unitair gewoon synoniem was voor boven de standsorganisaties verheven. De link met de ACW en de boerenbond moest kleiner. Ten tweede liet zich, vooral aan Vlaamse zijde, de hang naar een meet autonoom partijleven voelen. Ten slotte werden ook vraagtekens geplaatst bij het confessioneel karakter van de partij. De Katholieke Unie werd vervangen door het Blok der Katholieken met 2 vleugels, nl. de Katholieke Vlaamse Volkspartij en de Parti Catholique Social. Het Blok der Katholieken steunde voor het eerst op een politiek programma en het personalisme. Ook in zijn structuur vertoonde het Blok meer eenheid aangezien voor het eerst een echte partijorganisatie werd gecreëerd en de rol van de standen werd teruggedrongen. De hervormingen van , die aan de basis lag van het ontstaan van de CVP, lag in het verlengde van de eerste hervorming. De CVP stelde zich op als volkspartij die alle standen achter een programma van algemeen belang wilde scharen. Op papier werd trouwens elke organieke band met de standen opgeheven. Zij plaatste zich bovendien op een niet-confessioneel standpunt en opende haar deuren voor allen die de personalistische, maar christelijke waarden van de westerse beschaving steunden.

13 De verschillen met de oude katholieke partij: het individuele lidmaatschap in plaats van de standenvertegenwoordiging, het niet-confessioneel karakter waarmee kardinaal Van Roey had ingestemd en de openheid naar de hele bevolking. De nieuwe partijorganisatie stuitte vooral in de arbeidersbeweging, en met name binnen de Waalse vleugel, op heel wat verzet. De LNTC (Ligue Nationale du Travail Chrétien) vreesde immers een drievoudige minorisering nl. Binnen de partij, die in Wallonie nog steeds door de conservatieve burgerij werd beheerst, binnen de christelijke arbeidersbeweging zelf, door de machtige en meer behoudsgezinde Vlaamse vleugel, en in Wallonië door de socialistische arbeidersbeweging. 2. De koningskwestie (houding Christen-Democraten t.o.v. de koningskwestie, ze waren absoluut voor terugkeer) De parlementsverkiezingen van 1946, de eerste waaraan de pas opgerichte CVP-PSC deelnam, toonden duidelijk aan dat een absolute meerderheid tot de reële mogelijkheden behoorde. De grote winnaars waren de CVP-PSC. Het succes was ongetwijfeld grotendeels te danken aan haar nieuwe centrumopstelling, maar eveneens aan haar ondubbelzinnige Leopoldistische houding. De CVP-PSC vormde mee de rooms-rode regering Paul-Henri Spaak II. ( ) Bij de parlementsverkiezingen van 1949 stelde de CVP-PSC alles in het werk om de absolute meerderheid te behalen. Zo verwachtte de partij voordeel te kunnen halen uit het pas ingevoerde stemrecht voor vrouwen. In dezelfde optiek kaderde de al genoemde verruimingsoperatie naar de Vlaams-nationalisten toe. Hiermee hoopte de CVP-PSC een nieuwe Vlaams-nationale partijvorming, die de Katholieke Partij voor de oorlog heel wat stemmen had gekost, de pas af te snijden. De volksraadpleging over de terugkeer van Leopold III werd in maart 1950 gehouden. De uitslag wees aan dat een meerderheid van de Belgen voorstander was van de terugkeer van de koning. Naar aanleiding van dodelijke rellen besloot de koning, na een onderhoud met de regering, zijn koninklijke prerogatieven over te dragen op zijn minderjarige zoon Boudewijn. Het nieuws van de beslissing over de uitgestelde troonsafstand veroorzaakte een schol in Vlaanderen en zadelde de CVP/PSC op met een grote kater. De partij had, ondanks haar absolute meerderheid, de eenduidige opdracht van de partij en haar kiezers om Leopold III opnieuw op de troon te brengen, niet uitgevoerd. De afloop van de koningskwestie was voor de partij dan ook een traumatische ervaring waarvan de gevolgen, ook op electoraal vlak, zich zouden laten voelen. 3. De schoolstrijd (Ondanks falen koningskwestie toch absolute meerderheid, misbruiken deze om enkele voordelen te bewerkstelligen met betrekking tot het onderwijs) Onder de homogene CVP-PSC regeringen Pholien en Van houtte werden door minister van Openbaar Onderwijs Pierre Harmel maatregelen doorgevoerd die de ontwikkelingsmogelijkheden van het vrij onderwijs moesten bevorderen. Bij de verkiezingen van april 1954 was de campagne van de socialisten en de liberalen vooral tegen de onderwijspolitiek van Pierre Harmel gericht. De CVP/PSC verloor haar volstrekte

14 meerderheid. De grote overwinnaars waren de socialisten. Een rood-blauwe regering, waaarbij de klemtoon op een gemeenschappelijk antiklerikaal programma lag, kwam onder leiding van A. Van Acker tot stand. Kort de betekenis van het schoolpact De betekenis van de schoolpact voor de CVP/PSC manifesteerde zich op 2 gebieden. De Christendemocraten gaan zich sociaal en economisch profileren. De regering Eyskens kwam op de proppen met het sleutelplan (werkloosheid verlagen, werk in eigen streek), de expansiewetten en de eenheidswet. Ten tweede kwamen ook communautaire problemen voor de dag. Martens ontwierp EXPO 58. De CVP wou autonomie maar de PSC bleef unitaristisch. DE Waalse arbeidersbewegingen waren echter wel federalistisch. Bij de verkiezingen van 1961 leed men verlies en vond men een nieuwe coalitiepartner in de socialisten. 4. De sociaal-economische dimensie en de communautaire tweespalt. Zoals al aangehaald, traden na het afsluiten van het schoolpact de sociaal-economische en de communautaire problematiek op de voorgrond. Bij de verkiezingen van 1958 lanceerde de CVP/PSC een sleutelplan om de werkloosheid te verlagen en aan de eisen van het Vlaamse ACW voor werk in eigen streek tegemoet te komen. De rooms-blauwe regering Eyskens-Lilar richtte dan alle aandacht op de economische relance en het oplossen van de structurele economische problemen. Onder impuls van Gaston Eyskens werd een Bureau voor Economische Programmatie opgericht dat een expansieplan voor de Belgische economie moest opstellen. Daarnaast werden in expansiewetten uitgevaardigd met het oog op het stimuleren van particuliere investeringen vooral in de achtergebleven gebieden of de zogenaamde ontwikkelingsgebieden. Hoewel de wetten in gelijkwaardige voordelen voorzagen voor het hele land bleken ze vooral in het voordeel van Vlaanderen uit te vallen. Vanzelfsprekend lokte dit in Wallonië heel wat kritiek uit. Bovendien werd de regering Eyskens met een toenemend begrotingstekort geconfronteerd. In 1960 diende regering bij het parlement een saneringsplan in. Het betrof de zogenaamde eenheidswet. Deze wet lokte een stakingsbeweging uit die vooral in Wallonië een massaal karakter kreeg. De CVP/PSC werd in die jaren met de communautaire problematiek geconfronteerd. Vooral in de CVP trad een nieuwe generatie naar voor die nauw met de Vlaamse Beweging verbonden was. Wilfried Martens was voorzitter van Expo 58. Dit was een Vlaams jeugdcomité dat zich afzette tegen de miskenning van de Nederlandse taal op de Wereldtentoonstelling van De CVP drong aan op het doorvoeren van culturele autonomie voor de 2 taalgemeenschappen. Bij de PSC overheerste de unitaristische strekking. Niettemin vond de federalistische gedachte wel ingang bij de Waalse arbeidersbeweging.

15 Het parlement werd in februari 1960 ontbonden, en bij de vervroegde parlementsverkiezingen ging de CVP-PSC gevoelig achteruit. In 1961 kwam de regering Lefèvre-Spaak tot stand. Lefèvre volgde Eyskens op als premier. Lefèvre had zijn voorkeur voor een coalitie met de socialisten laten blijken. Bovendien had het schoolpact een zekere toenadering tussen de socialisten en de meer progressieve christendemocraten in de hand gewerkt. Ten slotte kwam het na de Eenheidswet ook op vakbondsvlak tot enig overleg. De groeiende Vlaams-Waalse tegenstellingen en de opgang van de federalisten zetten er de coalitie Lefèvre-Spaak toe aan om de taalproblemen op regeringsvlak aan te pakken. Door de Brusselse minister van Binnenlandse Zaken Gilson werden drie wetten uitgevaardigd die het taalgrensprobleem en het probleem Brussel moesten oplossen. De eerste wet bekrachtigde de afschaffing van de talentelling. Bovendien werd door deze wet Komen en Moeskroen bij henegouwen aangehecht terwijl de gemeenten van de Voerstreek naar Limburg werden overgeheveld. Deze wet lokte scherpe kritiek uit aan Franstalige zijde. De tweede wet op de taalregeling in de Brusselse agglomeratie zette nog meer kwaad bloed bij de Walen en Franstalige Brusselaars. Door de wet werd het arrondissement Brussel opgedeeld in het tweetalig arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat tot negentien gemeenten beperkt werd, en in een ééntalig Nederlandstalig arrondissement Halle-Vilvoorde. Zes Nederlandstalige gemeenten met een belangrijke Franstalige kern werden aangehecht bij het tweetalig gebied Brussel. (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, St. Genesius Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem.) Verder werd in die tweede wet ook vastgelegd dat alle openbare diensten uitsluitend tweetalig personeel in dienst mochten nemen en dat in een tijdsbestek van tien jaar de taalpariteit op het niveau van de leidinggevende functies moest worden gerealiseerd. De derde wet was op het taalgebruik in lager en middelbaar onderwijs (niet belangrijk) De taalwetten-gilson zorgden eveneens voor verdeeldheid in de CVP/PSC. In de PSC botsten de wetten vooral in Brussel op kritiek. Paul Vanden Boeynants (PSC), die een overtuigd unitarist was, probeerde de invloed van de communautaire problematiek in de partij af te remmen en pleitte voor een verzoening tussen Vlamingen, Brusselaars en Walen. Naast de communautaire problemen in de partij had Vanden Boeynants ook af te rekenen met een groeiende onenigheid tussen de linker- en de rechtervleugel van de partij. De conservatieve rechterzijde die vooral door de gewelddadige stakingen tegen de Eenheidswet werd opgeschrikt, nam aanstoot aan het progressistisch sociaal-economisch beleid dat onder de travaillistische regering Lefèvre-Spaak werd gevoerd. Hierbij werd vooral de grote invloed van de vakbonden gehekeld. Bij de verkiezingen van mei 1965 ondervond de CVP/PSC de rechtstreekse weerslag van haar sociaal-economische politiek en van de fel betwiste taalwetgeving. Haar stemmenpercentage daalde. Dit groot verlies was grotendeels te wijten aan het succes van de liberale partij. In Vlaanderen had de CVP echter ook af te rekenen met de grote succes van de Volksunie.

16 De toekenning van meer autonomie aan beide vleugels leidde tot een steeds groter wordende kloof tussen de CVP en de PSC. De aanwezigheid van de tweetalige universiteit in Vlaanderen had al onder de regering Lefèvre-Spaak kritiek bij de Volksunie en de Vlaamse drukkingsgroepen uitgelokt. De problematiek kwam evenwel volop op de voorgrond onder het rooms-blauwe kabinet Paul Vanden Boeynants-Willy de Clerq. De kwestie Leuven-Vlaams zou uiteindelijk leiden tot de val van de regering Vanden Boeynants. Het probleem-leuven werkte ook als ontbindende factor voor de CVP-PSC. In februari 1968 kondigde de voorzitter van de Waalse PSC-vleugel, Albert Parisis, aan dat de PSC afzonderlijk naar de vervroegde verkiezingen ging. Hij bestempelde dit als Le distancement. Terwijl de CVP aandrong op de overheveling van Leuven-Frans naar Wallonie en het beperken van de tweetalige Brusselse agglomeratie tot de negentien gemeenten, pleitte de PSC voor het behoud van Leuven-Frans, voor de uitbreiding van de tweetalige Brusselse agglomeratie en voor de terugkeer van Voeren naar de provincie Luik. In Brussel ontstond een specifieke situatie. Vanden Boeynants wilde een lijst aanvoeren waarop afwisselend Franstalige en Nederlandstalige christen-democraten voorkwamen. Dit werd echter door de Brusselse PSC-afdeling verworpen. De PSC-afdeling wilde met een eigen lijst opkomen met VDB als lijsttrekker. Deze ging hier echter niet op in en kwam met een nationale VDB lijst. Daarnaast kwam de Franstalige PSC op met een eigen lijst die door Persoons aangevoerd werd. De vervroegde verkiezingen van maart 1968, die volledig in het teken van de Vlaams-Waalse tegenstellingen stonden, waren een groot succes voor de federalistische partijen. De CVP/PSC leed de grootste verliezen. Na de verkiezingen werd de federale structuur van de CVP en PSC definitief vastgelegd in mei Er werd beslist dat beide partijen autonoom zouden optreden met een eigen programma voor alle aangelegenheden van de eigen gemeenschap. Voor het algemene landsbeleid bleven ze echter samenwerken. In Brussel bleef VDB aan zijn unitaristische standpunten vasthouden. Bij de nationale verkiezingen van 1971 kwam VDB opnieuw op met een tweetalige lijst. Toen echter bleek dat het verdere verlies van de CVP en PSC vooral te wijten was aan de Brusselse agglomeratie, waar stemmen naar het FDF gingen, werd besloten om in de toekomst ook in Brussel met 2 aparte lijsten op te komen. Intussen was een nieuwe toenadering tussen beide partijen gegroeid. De CVP besefte immers dat ze slechts met de steun van de PSC de sterkste partij in Vlaanderen kon blijven terwijl de PSC alleen met de steun van de CVP nog aan regeringsdeelname kon denken. Met uitzondering van de communautaire spanningen bleven de CVP en de PSC immers dezelfde standpunten vertolken. De samenwerking van de CVP en de PSC werd, onder impuls van de 2 nieuwe partijvoorzitters Martens en Nothomb definitief vastgelegd.

17 In 1967 stelde Martens een Autonomiemanifest op waarin hij pleitte voor een verregaande zelfstandigheid voor Vlaanderen en Wallonie op het vlak van de cultuur en onderwijs voor. In een tweede manifest, het Gemeenschapsmanifest, stelde hij de oprichting voor van een nieuw schooltype. Het betrof de Gemeenschapsschool met als belangrijk kenmerk het levensbeschouwelijk pluralisme. Een Derde manifest, met als titel De rol van de CVP in de vernieuwing van het Belgische politiek leven bevatte een pleidooi voor de hervorming van de CVP van een confessionele centrumpartij tot een radicaal vooruitstrevende partij op pluralistische basis. Martens reageerde, samen met Norbert De Baetselier en Coppieter, ook positief op de oproep tot progressieve frontvorming van de socialistische partijvoorzitter Leo Collard. 5. De CVP als autonome partij (Schets evolutie van christen democraten in de jaren 70) De CVP werd in de jaren zeventig door 2 figuren beheerst. In de eerste plaats door Wilfried Martens die in het voorjaar van 1972 partijvoorzitter werd en daarna premier in Ten tweede door Leo Tindemans, die ook premier was en later partijvoorzitter werd. De CVP-verkiezingscampagne van 1974 stond volledig in het teken van Tindemans ( Met deze man wordt het anders ). Deze campagne moet echter wel geplaatst worden tegen de achtergrond van de scandalitis die rond de vorige regering hing. De winst die de christen-democraten boekten bij de verkiezingen van 1974 was zeker voor een deel het gevolg van het zogenaamde Tindemans-effect. De voornaamste problemen waarmee de CVP in die periode geconfronteerd werd, waren de gewestvorming en de economische crisis. Het probleem rond de gewestvorming vloeide voort uit de grondwetsherziening van De CVP was geen monolitisch blok. De unitaristische strekking binnen de partij bleef veel aanhangers tellen. Bovendien moest de CVP, als regeringspartij, geregeld met Franstalige partijen compromissen sluiten. Na de verkiezingen van 1977 bleek Tindemans voorkeur opnieuw naar een driepartijenregering te gaan. De formatieonderhandelingen tussen de christen-democraten, de socialisten, de volksunie en het FDF resulteerden in een globaal communautair akkoord, het zogenaamde Egmontpact, dat in mei 1977 werd ondertekend. Dit pact werd langs Vlaamse zijde op felle kritiek onthaald. Het waren vooral de socialisten die dwarslagen in de regering Tindemans, wat ertoe leidde dat deze het ontslag van zijn regering had aangeboden aan de koning. De verkiezingen van 1978 droegen duidelijk de sporen van de mislukking van het Egmontpact. Vrijwel alle partijen uitten felle kritiek op Tindemans die door zijn ontslag het Egmontpact had gekelderd.

18 Ondertussen bleek dat Tindemans op de steun van een belangrijke aanhang in de partij kon blijven rekenen. Men vreesde immers dat zijn te verwachten electoraal succes bij de Europese verkiezingen van 1979 de regering in haar voortbestaan zou kunnen bedreigen. Tindemans behaalde bijna 1 miljoen voorkeurstemmen. Dit is meer dan 60pct van de gehele partij. Onder het voorzitterschap van Tindemans nam de CVP een vrij kritische houding aan tegenover de regeringspolitiek. Men vreesde dat, onder druk van de Franstalige partijen, Brussel als volwaardig gewest zou maken. Pas tijdens de derde regering Martens werd de grondwetsherziening een feit, voor Brussel kwam evenwel geen oplossing uit de bus. De ACW-vleugel zag de oplossing van de sociaal-economische crisis veeleer in socialiserende zin, terwijl de vertegenwoordiging van de middengroepen voor het instandhouden van de vrije marktmechanismen opteerde. In 1981 ziet de rooms-rode coalitie Eyskens het daglicht. De grote uitdaging waarmee de regering Eyskens te maken kreeg en die haar val veroorzaakte, was de Waalse staalnijverheid. Dit was een probleem dat eigenlijk op het Europese niveau moest worden aangepakt. De PS-ministers kondigden aan dat ze de vergaderingen van de regering niet meer bijwoonden zolang de financiering van de Waalse staalnijverheid niet was geregeld. Dit betekende meteen het einde van de regering Eyskens. 6. De evolutie van de CVP vanaf 1981 (lesnota s) In de periode had België dus vijf regeringen gekend. Dit liet zijn sporen na bij de CVP. De verkiezingen van 1981 leverden voor de christen-democratie in Vlaanderen en in het Franstalige landsgedeelte de grootste nederlaag uit haar naoorlogse geschiedenis op. Uit de analyse van de verkiezingen bleek dat de CVP veel minder succes kende bij de jongere kiezers terwijl de socialisten en de nieuwe milieupartij AGALEV in deze leeftijdscategorie veel meer succes boekten. Ook verloor de CVP in de hogere sociale klassen veel stemmen aan de PVV, die de tweede partij van Vlaanderen werd, en aan de Volksunie. Ook bij de Europese verkiezingen van 1984 ging ze achteruit in vergelijking met die van Het radicale herstelbeleid, de coalitiewissel, de terugkeer van Martens en het begraven van de ruzies aan de partijtop waren de belangrijkste gevolgen van de verkiezingsnederlaag. Men wou binnen de doctrine een eind maken aan de interne dissidentie. Bob Gijs kwam met de vaststelling dat de geloofwaardigheid van het regeringsbeleid primordiaal was en geloofwaardig, dat de CVP niet doordrong tot de nieuwe maatschappelijke groepen die nochtans grote affiniteit met de christelijke zuil hadden en dat de partijstandpunten opnieuw uitgediept moesten worden opdat de CVP meer zou zijn dan louter een machtspartij. Ze zou uiteindelijk resulteren in het ideologisch congres van Oostende. Hoewel na de catastrofale verkiezingsresultaten van 1981 zowel bij de PSC als bij een aantal CVP-ers aan een oppositiekuur gedacht werd, kwam eind 1981 al de regering Martens V tot stand. Het was een coalitie van christen-democraten en liberalen. Tindemans werd minister van Buitenlandse Betrekkingen en Frank Swaelen werd tot nieuwe partijvoorzitter gekozen.

19 Ondanks het feit dat in de nieuwe rooms-blauwe regering Martens V belangrijke communautaire spanningen (de discussie rond het Waalse staal en de benoeming van Happart tot burgemeester van Voeren) aanwezig bleven, werd door de twee coalitiepartners, zij het soms met veel moeite, absolute voorrang aan het herstelbeleid gegeven. In het doen aanvaarden door de christelijke arbeidersbeweging van het strenge matigingsbeleid dat door deze regering met behulp van volmachtenwetten werd gevoerd, speelde ACV-leider Jef Houthuys een doorslaggevende rol. In een interview dat hij in 1991, kort voor zijn overlijden, aan publicist en gewezen Standaard-journalist Hugo De Ridder toestond, onthulde Houthuys hoe hij zelf betrokken was bij het ontwerpen van het matigingsen inleveringsbeleid van de regering Martens V. Op uitnodiging van Fons Verplaetse, toenmalig kabinetschef van de eerste minister en gouverneur van de Nationale Bank, kwamen op diens buitenverblijf in het Waalse poupehan, kort na de devaluatie van 1982, Verplaetse, Martens, Houthuys en Detremmerie, voorzitter van het BAC samen. Minister van sociale zaken en ACW-er Dehaene was op deze bijeenkomsten niet aanwezig. Volgens Houthuys was de reden hiervoor dat Dehaene als minister het beleid nog steeds moest uitvoeren en men hem niet wilde compromitteren. Een ander belangrijk probleem waarmee de CVP in deze regering geconfronteerd werd, was de zogenaamde kruisrakettenkwestie. 2 dagen voor de betoging tegen de kruisraketten kon premier Martens van de regering een beslissing tot plaatsing afdwingen. Hoewel deze beslissing bij de partijbasis voor groot ongenoegen zorgde, bleek ze op de verkiezingsuitslag van 1985 geen repercussies te hebben. Tegen de opiniepeilingen in kwam de regering zelfs lichtjes versterkt uit de verkiezingen van De christen-democraten en ook de liberalen hadden hun verkiezingscampagne volledig afgestemd op het voortzetten van het herstelbeleid van Martens, ze kozen dus voor een duidelijk sociaal-economisch programma. De volgende regering Martens VI was opnieuw een coalitie van christen-democraten en liberalen en beoogde het voortzetten van het neo-liberaal herstelbeleid. Ondanks het beklemtonen van de beginselvastheid van de partij kon de CVP dit beeld naar de kiezers toe moeilijk waarmaken. De werkzaamheden van de regering Martens VI werden immers ernstig door de Happart-kwestie verstoord. Deze kwestie was de onmiddelijke aanleiding van de val van de regering Martens VI in De eigenlijke oorzaak was echter volgens heel wat politieke commentatoren de toenemende onvrede van de christelijke arbeidersbewegingen, vooral in Wallonië, met her herstelbeleid en de steeds grotere moeilijkheden die de ACW- en de ACV-leiding ondervond om de militanten dit beleid te doen aanvaarden. Deze onvrede bereikte een hoogtepunt naar aanleiding van de herhaaldelijke aanvallen van de liberale vice-premier Verhofstadt tegen de ziekenfondsen. Deze interpretatie, volgens dewelke de kwestie-happart slechts een voorwendsel was om de regering te laten vallen, werd later door de gewezen ACV-voorzitter Jef Houthuys in het al vermelde interview met Hugo De Ridder bevestigd. De verkiezingen van 1987 stonden in Vlaanderen volledig in het teken van het sociaaleconomisch herstelbeleid terwijl ze in Wallonië veel meer communautair gekleurd waren. In Vlaanderen verloor de CVP zijn zetels aan de PVV, Agalev en het Vlaams Blok. In Wallonië was de PS de grote overwinnaar. De PRL en de PSC verloren elk 1 zetel.

20 Het feit dat Vlaanderen en Wallonië voor het eerst verschillend hadden gestemd en dat er een groot wantrouwen heerste tussen de christen-democraten en de socialisten maakte er de formatieonderhandelingen niet gemakkelijker op. Zowel de CVP als de PVV drongen op het voortzetten van de coalitie aan. Er was immers de belofte tussen beiden om de coalitie voort te zetten indien mogelijk. Daartegenover stond echter dat zowel de PSC als de PRL erop wezen dat de PS als grote overwinnaar van de verkiezingen van 1987 als coalitiepartner niet kon genegeerd worden. Ook in de CVP werd, vooral vanuit het ACW, op een samengaan met de socialisten aangedrongen. Na de vorming van de regering Martens VIII, waarin ook de Volksunie werd opgenomen, was de aandacht van de partij gericht op het aanstellen van een nieuwe partijvoorzitter die het partijprofiel moest bijschaven. Er waren verschillende kandidaten, wat wees op een gebrek aan eenheid binnen de partij. Uiteindelijk werd onder impuls van Dehaene een consensuskandidaat naar voren geschoven, nl. Van Rompuy. In 1989 werd de CVP met de problematiek rond de zwangerschapsonderbreking geconfronteerd. In 1990 maakte koning Boudewijn aan premier Martens bekend dat hij het wetsvoorstel niet zou bekrachtigen. Uiteindelijk bleef door een juridisch dubieuze maar politiek handige spitsvondigheid de schade minimaal. De problemen voor de CVP waren echter nog niet van de baan. Het kabinet raakte in een aantal onwaarschijnlijke pannes en ruzies over het buitenlands beleid terecht. De rekening werd bij de verkiezingen van 1991 gepresenteerd. De CVP verloor in Vlaanderen stemmen. Onder druk van de liberale oppositie, die zich in 1992 van PVV tot VLD omvormde, begon ook de CVP aan een proces van inhoudelijke vernieuwing. In 1993 werd Johan Van Hecke door het algemeen partijbestuur tot nieuwe CVP-voorzitter aangeduid. Dehaene groeide ondertussen uit tot de onbetwiste autoriteit in de CVP en in de wetstraat. In 1996 bleek op het partijbureau dat Van Hecke door alle arrondissementen werd voorgedragen om zichzelf als partijvoorzitter op te volgen. De CVP-voorzitter nam echter om persoonlijke redenen ontslag. Het roer werd overgenomen door ondervoorzitter Marc Van Peel. De verkiezingen van 1999 zorgden voor een politieke aardverschuiving. De rooms-rode coalitie moest fors inleveren terwijl de liberalen de grootste formatie van het land werden. De dioxinecrisis was er 1 teveel geworden voor de CVP. De uitspraak van CVP-voorzitter Van Peel over de roodgroene betutteling was wellicht de grootste boemerang van de verkiezingen van De partij moest nu kiezen tussen oppositie of regeringsdeelname, ze kozen voor het eerste. In 2001 maakte De Clerck, die in 1999 tot voorzitter werd gekozen, de vernieuwe partijnaam CD&V bekend. De Clerck stond voor een loodzware opdracht die hij o.a als volgt zag: de partij organiseren, de christen-democraten op lange termijn vorm geven en een oppositiestijl uitbouwen. Vooral dit laatste was niet makkelijk doordat de partij voor het eerst sinds 58 in de oppositie zat.

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Boek p. 164-174 Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Volksraadpleging 1950 Vlaanderen: 72%

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Inhoud. Figuren, tabellen, grafieken & kaarten 13 Woord vooraf 15. Hoofdstuk I Vrijheid van het parlementslid versus partijdiscipline 19

Inhoud. Figuren, tabellen, grafieken & kaarten 13 Woord vooraf 15. Hoofdstuk I Vrijheid van het parlementslid versus partijdiscipline 19 7 Inhoud Figuren, tabellen, grafieken & kaarten 13 Woord vooraf 15 Hoofdstuk I Vrijheid van het parlementslid versus partijdiscipline 19 1. De particratie in België, een bloemlezing 22 2. Representatie

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Stortingslijst van het archief van vicepremier André Cools ( , )

Stortingslijst van het archief van vicepremier André Cools ( , ) 068 Stortingslijst van het archief van vicepremier André Cools (1967-1968, 1971-1974) (S/1986/121) Martijn Vandenbroucke Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis 2008 INLEIDING André Cools (Flémalle-Grande

Nadere informatie

Eindelijk... de regering!

Eindelijk... de regering! Hugo Vanderstraeten Wereldrecord! Eindelijk! Na 1 jaar en 176 dagen heeft ons land een nieuwe federale regering met Elio Di Rupo als eerste minister. Hij wordt de eerste Franstalige premier sinds 1970.

Nadere informatie

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen BELGISCHE MINISTERS & STAATSSECRETARISSEN VOOR CULTUUR REGERING VAN VAN/TOT NAAM

Nadere informatie

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Inleiding Een zuivere splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde De splitsing van de kieskring BHV is ruim 50 jaar de eis van de

Nadere informatie

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 26 juni 2017

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 26 juni 2017 BIBLIOTHEEK HASSELT LIMBURG Dienst Erfgoed LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 26 juni 2017 VERKIEZINGEN SENAAT EN KAMER

Nadere informatie

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk! De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk! Je vindt in dit document authentiek materiaal van het parlement waarmee je zelf aan de slag kan.

Nadere informatie

HERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.

HERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s. HERZIENING VAN DE GRONDWET Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING Dit voorstel moet worden samen gelezen met ons voorstel nr.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 27 september 2014

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 27 september 2014 PROVINCIALE BIBLIOTHEEK LIMBURG HIPLimburg LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 27 september 2014 VERKIEZINGEN SENAAT EN KAMER

Nadere informatie

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004 Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004 Jo Noppe Afdeling Politologie K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politologie/ Op basis van de verkiezingsuitslag

Nadere informatie

De winnaars en verliezers van 14 oktober

De winnaars en verliezers van 14 oktober De winnaars en verliezers van 14 oktober Een simulatie van de zetelverdeling in Kamer, Vlaams en Waals Parlement op basis van de provincieraadsverkiezingen Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens BELANGRIJKSTE

Nadere informatie

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie?

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie? Hoofdstuk 5 Vadertje Drees Na de crisis in de jaren 30 volgt de Duitse bezetting (1940-1945). I jaren 30 economische malaise tamelijk passieve rol van de overheid op economisch gebied door de klassiek-liberale

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

Interne Belgische Politiek: mogelijke examenvragen plus oplossingen.

Interne Belgische Politiek: mogelijke examenvragen plus oplossingen. Interne Belgische Politiek: mogelijke examenvragen plus oplossingen. DE LIBERALEN 1. Geef uitleg bij de uitbreidingspolitiek van Vanaudenhoven. Omer Vanaudenhoven zou Roger Motz opvolgen als partijvoorzitter

Nadere informatie

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken?

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken? Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken? Maurice de Hond/Peil.nl De overwinning van de PvdA bij de Nederlandse Europese Parlementsverkiezingen en de uitslag van de Deense parlementsverkiezingen

Nadere informatie

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 24 november 2009

LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 24 november 2009 PROVINCIALE BIBLIOTHEEK LIMBURG HIPLimburg LIJST VAN HET VERKIEZINGSDRUKWERK VOOR DE BELGISCHE SENAAT EN KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Laatst gewijzigd op 24 november 2009 VERKIEZINGEN SENAAT EN KAMER

Nadere informatie

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen,

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, Marc Hooghe Joris Boonen De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1970-2014 Centrum voor Politicologie KU Leuven 30.10.2014 Open VLD telt volgens de meest recente cijfers

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie 1848-53 gelijkheid voor iedereen Samenvatting door een scholier 2412 woorden 8 mei 2010 6,4 20 keer beoordeeld Vak Geschiedenis

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten

Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten Publicatie: 29 december 2004 Inwoners uit de Vlaamse randgemeenten van Brussel die het Frans willen gebruiken, moeten daar telkens opnieuw

Nadere informatie

Gewesten en gemeenschappen

Gewesten en gemeenschappen Staten en kiesstelsels België België is, anders dan Nederland, een federatie. Juist ook omdat België een land is met verschillende taalgebieden, is de structuur van deze staat veel ingewikkelder dan die

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

2 keer beoordeeld 20 februari 2016 5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Samenvatting door L. 1165 woorden 13 januari 2013 4,8 12 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie Paragraaf 1 t/m 4 1; Wat is politiek? Deelvraag: Wat

Nadere informatie

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1980-2009

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1980-2009 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN 1425 De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1980-2009 Ellen Quintelier en Marc Hooghe Centrum voor Politicologie KU Leuven September 2010

Nadere informatie

40 jaar Vlaams parlement

40 jaar Vlaams parlement Hugo Vanderstraeten 40 kaarsjes eenheidsstaat of een unitaire staat: één land met één parlement en één regering. De wetten van dat parlement golden voor alle Belgen. In de loop van de 20ste eeuw hadden

Nadere informatie

Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie

Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie Opgave 2 Tweede Kamerverkiezingen 2006 en kabinetsformatie tekst 5 5 Het tweede kabinet-balkenende (CDA, VVD, D66) trad aan op 27 mei 2003. Op 30 juni 2006 bood minister-president Balkenende het ontslag

Nadere informatie

Verkiezingen - Methodologie

Verkiezingen - Methodologie Verkiezingen - Methodologie Verkiezingen - Methodologie... 1 1. Gemeenteraadsverkiezingen... 2 2. Verkiezingen voor het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 3 3. Verkiezingen van de Brusselse

Nadere informatie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

Opbouw van de Europese Monetaire Unie Opbouw van de Europese Monetaire Unie Seminarie voor leerkrachten, NBB Brussel, 21 oktober 2015 Ivo Maes DS.15.10.441 Construct EMU 21_10_2015 NL Opbouw van de Europese monetaire unie 1. Beschouwingen

Nadere informatie

3. Tussen idee en praktijk Nationalisme en Liberalisme p

3. Tussen idee en praktijk Nationalisme en Liberalisme p 3. Tussen idee en praktijk 3.1. Nationalisme en Liberalisme p. 50-53 Instap Torre Bela kijkfragment De Anjerrevolutie in Portugal (1974) en de nieuwe samenleving op het landgoed Torre Bela Welke idealen

Nadere informatie

Splitsing van BHV zonder toegevingen

Splitsing van BHV zonder toegevingen Motie ter voorlegging aan de gemeenteraden van Vlaams-Brabant Splitsing van BHV zonder toegevingen Bevestiging van de engagementen van de Vlaamse partijen in de federale en Vlaamse regering: december 2009

Nadere informatie

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN... HET CONGRES VAN WENEN 1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...7 3.1. Het Congres van Wenen en de restauratie Het

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Verkiezingsuitslagen. Drechtsteden

Verkiezingsuitslagen. Drechtsteden Verkiezingsuitslagen Provinciale Staten, 2 maart Inhoud: 1. Opkomst 2. Winnaars en verliezers 3. Zetelverdeling Provinciale Staten 4. Verschil tussen gemeenten Bijlage 1 De VVD heeft bij deze verkiezingen

Nadere informatie

Vacature: volkspartij

Vacature: volkspartij pagina 1 van 5 (/) VACATURE: VOLKSPARTIJ Vacature: volkspartij 16 OKTOBER 2010 OM 00:00 UUR De christen-democraten wilden ooit van het label volkspartij af. EMMANUEL GERARD vraagt zich af waarom het opnieuw

Nadere informatie

PAV [VERKIEZINGEN 2014]

PAV [VERKIEZINGEN 2014] PAV [VERKIEZINGEN 2014] INLEIDING Als je 18 jaar bent, moet je in ons land voor het eerst gaan stemmen. Dat brengt vaak vragen met zich mee. Op wie moet ik stemmen? Hoe zit ons land precies in elkaar?

Nadere informatie

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven).

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven). Akkoord BHV Wat staat er in het akkoord? In grote lijnen: 1) BHV wordt zuiver gesplitst De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde

Nadere informatie

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel Jo Noppe, Bram Wauters en Bart Maddens Afdeling Politologie K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politologie/

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

TerZake Magazine 1, 2014,

TerZake Magazine 1, 2014, Een federale kieskring voor een betere federale politiek Kris Deschouwer & Philippe Van Parijs TerZake Magazine 1, 2014, 23-27. Een voorstel voor Valentijn Toen wij op 14 februari 2007 in naam van de Paviagroep

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende instemming met de overeenkomst inzake

Nadere informatie

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport!

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! Het debat: Recent werd de hervorming van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, hierna afgekort KBVB, doorgevoerd waarbij

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Politieke partijen en partijsystemen

Hoofdstuk 6: Politieke partijen en partijsystemen Hoofdstuk 6: Politieke partijen en partijsystemen Inhoud 6.1. Politieke partijen in de hoofdrol... 2 6.1.1. Wat is een politieke partij?... 2 6.1.2. Functies van partijen binnen een democratie... 2 6.2.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Vertaling Geschiedenis De Belgische staatshervorming

Vertaling Geschiedenis De Belgische staatshervorming Vertaling Geschiedenis De Belgische staatsherv Vertaling door een scholier 1551 woorden 6 september 2005 5,9 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Vlaams Parlement 3. Franse

Nadere informatie

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten 1.2-2.3-3.3 Inleiding Deze opdracht gaat over de ontwikkeling van de burgerrechten. Hierbij staat de status van de zwarte bevolking in de Verenigde Staten

Nadere informatie

Voorstel van resolutie

Voorstel van resolutie stuk ingediend op 651 (2009-2010) Nr. 1 21 september 2010 (2009-2010) Voorstel van resolutie van de heren Johan Deckmyn, Filip Dewinter, Wim Wienen en Felix Strackx betreffende de splitsing van de Koninklijke

Nadere informatie

Uitslagen Drechtsteden Verkiezing Tweede Kamer

Uitslagen Drechtsteden Verkiezing Tweede Kamer Uitslagen Verkiezing Tweede Kamer Inhoud 1 Opkomst in regio iets hoger dan gemiddeld 2 Wie zijn winnaars en wie de verliezers(s)? De opkomst voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 15 maart was hoog.

Nadere informatie

(licht aangepaste versie, september 2003)

(licht aangepaste versie, september 2003) Simulatie zetelverdeling voor het Vlaams Parlement op basis van de uitslagen van 18 mei 2003 en Een korte analyse van het effect van de kiesdrempel voor de Kamer (licht aangepaste versie, september 2003)

Nadere informatie

Verkiezingen 2010! Wat is BHV? Vervroegde verkiezingen op 13 juni 2010. Auteur: Hugo Vanderstraeten. minderheid in de rand rond Brussel.

Verkiezingen 2010! Wat is BHV? Vervroegde verkiezingen op 13 juni 2010. Auteur: Hugo Vanderstraeten. minderheid in de rand rond Brussel. Auteur: Hugo Vanderstraeten Vervroegde verkiezingen op 13 juni 2010 Op maandag 26 april 2010 bood premier Yves Leterme het ontslag van de federale regering aan aan Koning Albert II. De regering viel over

Nadere informatie

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen.

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen. Vrijdag 6 juni 2003. Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen. Sire, Ondergetekenden, burgemeesters uit het arrondissement Halle-Vilvoorde, en de voorzitter en een gedeputeerde van de provincie

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Politiek en economie

Praktische opdracht Maatschappijleer Politiek en economie Praktische opdracht Maatschappijleer Politiek en economie Praktische-opdracht door een scholier 1815 woorden 10 november 2002 4,9 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Plan van Aanpak: Hoofdvraag: Hangt

Nadere informatie

Egmont-Stuyvenberg: een mislukte poging tot pacificatie

Egmont-Stuyvenberg: een mislukte poging tot pacificatie 3 Egmont-Stuyvenberg: een mislukte poging tot pacificatie 3.1. Inleiding De grondwetsherziening van 1970 bracht een hernieuwde invulling van het faciliteitenstelsel teweeg en bevat opnieuw geen duidelijk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Samenvatting door een scholier 1381 woorden 10 december 2006 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Periode 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77 Nieuwe Statuten De buitengewone Algemene Vergadering van de vereniging zonder winstgevend doel, Vereniging voor de Verenigde Naties,

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Korte omschrijving werkvorm De leerlingen beantwoorden vragen over de Europese politiek aan de hand van korte clips van Nieuwsuur in de Klas. Leerdoel De leerlingen leren

Nadere informatie

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen: INLEIDING De volgende Europese verkiezingen zullen gehouden worden van tot 5 mei 014 in alle 8 lidstaten. Dit handvest bevat de politieke standpunten die de leden van de Europese Alliantie voor de Vrijheid

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015 Een politiek systeem in ontbinding De peiling van vandaag laat zien in welke bijzondere electorale situatie Nederland eind 2015 is beland. Deze resultaten kunnen geplaatst worden in het verlengde van het

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3 liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten.

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3 liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten. FORMATIESPEL PACIFICATIE KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM De leerlingen spelen in groepjes een onderhandelingsspel, gesitueerd in de jaren 10 van de twintigste eeuw. Bij dit spel moeten de leerlingen zich verplaatsen

Nadere informatie

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen Tijdvak 8 Toetsvragen 1 In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme. Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? A Zij wilden een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat

Nadere informatie

Analyse Oostenrijkse verkiezingen

Analyse Oostenrijkse verkiezingen Analyse Oostenrijkse verkiezingen Auteur: Zoë Hulsenboom, 17 oktober 2017 1. Inleiding Op 15 oktober 2017 vond de 22 ste verkiezing voor de Nationalrat (parlement) plaats in Oostenrijk. Negen partijen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN 1. De huidige Hoge Raad van Financiën vindt haar oorsprong in het Koninklijk Besluit van 31 januari 1936 houdende instelling van een hoogen raad van

Nadere informatie

De PVV in het land en in de peiling

De PVV in het land en in de peiling De PVV in het land en in de peiling Zowel in als in is de PVV in de laatste peilingen van Peil.nl lager uitgekomen dan bij de verkiezingen zelf. Een analyse naar de reden hiervan geeft een beter beeld

Nadere informatie

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose Aanvankelijk leek deze verkiezingen zich te voltrekken op een manier waarbij VVD en PvdA ieder steeds meer kiezers weg gingen trekken van andere partijen.

Nadere informatie

Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten. Toelichting

Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten. Toelichting Dames en heren, Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten 1. De bestuurskracht van de gemeenten Toelichting De bestuurskracht van de lokale besturen is de afgelopen jaren een relevant

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 199.609 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 26 MEI 2003 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen BASISGEGEVENS - de Vlaamse Centrumsteden die minstens 30.000 inwoners tellen (32 in totaal), bepaald volgens het Ruimtelijk

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR INSTITUTIONELE EN BESTUURLIJKE HERVORMING EN AMBTENARENZAKEN

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR INSTITUTIONELE EN BESTUURLIJKE HERVORMING EN AMBTENARENZAKEN C208 IBH7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 29 april 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR INSTITUTIONELE EN BESTUURLIJKE HERVORMING EN AMBTENARENZAKEN Vraag om uitleg van mevrouw Ann De

Nadere informatie

De cruciale periode

De cruciale periode De cruciale periode 1990-1994 Maurice de Hond Peil.nl Vaak merk ik dat bij beschouwingen over electorale ontwikkelingen in Nederland, de lange-termijn-trends over het hoofd worden gezien. Zo ook weer bij

Nadere informatie

Democratie in tijden van populisme en technocratie. Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017

Democratie in tijden van populisme en technocratie. Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017 Democratie in tijden van populisme en technocratie Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017 1. Wat is democratie? 2. Populisme als stijl 3. Populisme als ideologie 4. Populisme als symptoom

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN C107 BUI7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 21 januari 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN Vraag om uitleg van de heer Jan Loones tot mevrouw

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

VR DOC.0430/1

VR DOC.0430/1 VR 2018 0405 DOC.0430/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende instemming met

Nadere informatie

Maatschappijleer par. 1!

Maatschappijleer par. 1! Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn

Nadere informatie

Bij zijn oprichting in 1921 kreeg het ACW als één van zijn opdrachten de

Bij zijn oprichting in 1921 kreeg het ACW als één van zijn opdrachten de Voor een zelfstandige politieke opstelling van de christelijke arbeidersbeweging Jozef Mampuys Bij zijn oprichting in 1921 kreeg het ACW als één van zijn opdrachten de vertegenwoordiging van de gehele

Nadere informatie

HULDE MINISTER VAN STAAT LEO TINDEMANS HEIST-OP-DEN-BERG 30.04.2014

HULDE MINISTER VAN STAAT LEO TINDEMANS HEIST-OP-DEN-BERG 30.04.2014 HULDE MINISTER VAN STAAT LEO TINDEMANS HEIST-OP-DEN-BERG 30.04.2014 Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Geachte Parlementsleden en Goede Vrienden, Marianne en de andere kandidaten bereiden

Nadere informatie

PS2019 worden historische verkiezingen

PS2019 worden historische verkiezingen PS2019 worden historische verkiezingen Maurice de Hond Peil.nl Ook zonder de aanslag van gisteren in Utrecht zouden de verkiezingen van morgen al historisch worden. Een keer eerder hadden we in Nederland

Nadere informatie

van een unitaire staat naar een federaal belgië 6 staatshervormingen op een rij

van een unitaire staat naar een federaal belgië 6 staatshervormingen op een rij collectie van een unitaire staat naar een federaal belgië 6 staatshervormingen op een rij Alleen wie in de voorbije maanden op Mars heeft geleefd zal niet weten dat er nog maar eens aan de structuren van

Nadere informatie

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Mensbeelden, ideologieën, politieke partijen Politieke partijen Welke politieke partijen zijn er eigenlijk in Nederland en wat willen ze? Om antwoord

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

14 ACTUALITEIT Het gebrek aan naleving van parlementaire regels ondergraaft kwaliteit politiek-staatkundig systeem door Rein Jan Hoekstra De auteur is oud-lid van de Raad van State. Het is verbazingwekkend

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Van-A-3 Verkiezingen

Van-A-3 Verkiezingen Van-A-3 Verkiezingen Didactische suggesties Doelen Dit Actua-magazine verschijnt naar aanleiding van de Europese en Vlaamse verkiezingen op 07 juni 2009. De leerlingen kunnen individueel de Van-A-3 krant

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Nadere informatie

betreffende een belangenconflict

betreffende een belangenconflict stuk ingediend op 1704 (2011-2012) Nr. 1 5 juli 2012 (2011-2012) Motie van de heren Joris Van Hauthem en Wim Van Dijck betreffende een belangenconflict verzendcode: IED 2 Stuk 1704 (2011-2012) Nr. 1 TOELICHTING

Nadere informatie