ONDERZOEK NAAR DE RENDEMENTSPERSISTENTIE BIJ ICB S

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERZOEK NAAR DE RENDEMENTSPERSISTENTIE BIJ ICB S"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR ONDERZOEK NAAR DE RENDEMENTSPERSISTENTIE BIJ ICB S Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van : Licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen Jeroen Wydooghe Onder leiding van Prof. Dr. Jan Annaert

2 Ondergetekende bevestigt hierbij dat onderhavige scriptie mag worden geraadpleegd en vrij mag worden gefotokopieerd. Bij het citeren moet steeds de titel en de auteur van de scriptie worden vermeld. Jeroen Wydooghe II

3 WOORD VOORAF Een scriptie is de Laatste hindernis die Moet genomen worden Om een diplome te behalen Een scriptie schrijf Je dan ook nooit alleen. Zonder hulp van anderen Zou het zeer moeilijk zijn. In de eerste plaats denk ik daarbij Aan Professor Annaert, de promotor van Mijn scriptie, die mij steeds goede raad en Aanwijzingen gaf als dat nodig was, Maar ook aan mijn zus en ouders omwille Van hun steun en aanmoedigingen. Van harte bedankt III

4 IV

5 Lijst met tabellen Lijst met figuren VII IX HOOFDSTUK 1: Inleiding 1 HOOFDSTUK 2: LITERATUURONDERZOEK 4 A. Kenmerken van ICB s 4 B. Wat bepaalt de performantie van ICB s? 5 C. Hoe wordt performantie gemeten? 6 D. Kosten 11 E. Wat is persistentie? 12 F. Biases die kunnen optreden 13 G. Rendementspersistentie van ICB s Rendementspersistentie van aandelenfondsen Rendementspersistentie van obligatiefondsen Rendementspersistentie van pensioenfondsen 25 HOOFDSTUK 3: Korte termijn persistentie van aandelenfondsen 26 A. Testen op basis van contingentietabellen Rendementspersistentie op basis van het bruto rendement Rendementspersistentie op basis van de sharpe ratio Rendementspersistentie op basis van een single-index model Rendementspersistentie op basis van een multi-factor model 36 B. Testen op basis van rangcorrelaties Rangcorrelatie Rendementspersistentie op basis van het bruto rendement Rendementspersistentie op basis van de sharpe ratio Rendementspersistentie op basis van een single-index model Rendementspersistentie op basis van een multi-factor model 59 C. Samenvattend 63 HOOFDSTUK 4: Lange termijn persistentie van aandelenfondsen 65 A. Testen op basis van contingentietabellen Lange termijn persistentie op basis van het bruto rendement Lange termijn persistentie op basis van de sharpe ratio Lange termijn persistentie op basis van een single-index model Lange termijn persistentie op basis van een multi-factor model 68 B. Testen op basis van rangcorrelaties Lange termijn persistentie op basis van het bruto rendement Lange termijn persistentie op basis van de sharpe ratio Lange termijn persistentie op basis van een single-index model Lange termijn persistentie op basis van een multi-factor model 72 C. Verschillen tussen de klassen 73 D. Samenvattend 76 V

6 HOOFDSTUK 5: Rendementspersistentie van obligatiefondsen 79 A. Rendementspersistentie op basis van contingentietabellen Rendementspersistentie op basis van het bruto rendement Rendementspersistentie op basis van de sharpe ratio Rendementspersistentie op basis van een single-index model Rendementspersistentie op basis van een multi-factor model 84 B. Rendementspersistentie op basis van rangcorrelaties Rendementspersistentie op basis van het bruto rendement Rendementspersistentie op basis van de sharpe ratio Rendementspersistentie op basis van een single-index model Rendementspersistentie op basis van een multi-factor model 93 C. Samenvattend 94 HOOFDSTUK 6: Besluit 95 Bibliografie I VI

7 Lijst met tabellen Tabel 1 : Overzichtstabel 17 Tabel 2 : Aantal fondsen en gemiddeld maandelijks rendement 26 Tabel 3 : Contingentietabel 28 Tabel 4 : Contingentietabellen o.b.v. bruto rendement 29 Tabel 5 : Contingentietabellen o.b.v. sharpe ratio 31 Tabel 6 : MSCI indices voor België en Europa 33 Tabel 7 : Contingentietabellen o.b.v. single-index model 35 Tabel 8 : MSCI indices voor België en Europa 37 Tabel 9 : Contingentietabellen o.b.v. 4-factor model 39 Tabel 10 : Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (bruto rendement) 44 Tabel 11 : Gemiddeld rendement van klassen in tweede jaar (bruto rendement) 45 Tabel 12 : Rangcorrelaties (bruto rendement) 46 Tabel 13 : Rangcorrelaties (bruto rendement) 48 Tabel 14 : Verschillen (bruto rendement) 49 Tabel 15 : Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (sharpe ratio) 51 Tabel 16 : Gemiddeld rendement van klassen in tweede jaar (sharpe ratio) 51 Tabel 17 : Rangcorrelaties (sharpe ratio) 52 Tabel 18 : Rangcorrelaties (sharpe ratio) 53 Tabel 19 : Verschillen (sharpe ratio) 54 Tabel 20 : Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (single-index) 55 Tabel 21 : Gemiddeld rendement van klassen in tweede jaar (single-index) 56 Tabel 22 : Rangcorrelaties (single-index) 57 Tabel 23 : Verschillen (single-index) 58 Tabel 24 : Rangcorrelaties (single-index) 59 Tabel 25 : Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (multi-factor) 60 Tabel 26 : Gemiddeld rendement van klassen in tweede jaar (multi-factor) 61 Tabel 27 : Rangcorrelaties (multi-factor) 61 Tabel 28 : Verschillen (multi-factor) 62 Tabel 29 : Rangcorrelaties (multi-factor) 62 Tabel 30 : Contingentietabellen op lange termijn (bruto rendement) 66 Tabel 31 : Contingentietabellen op lange termijn (sharpe ratio) 66 Tabel 32 : Contingentietabellen op lange termijn (single-index) 67 Tabel 33 : Contingentietabellen op lange termijn (multi-factor) 68 VII

8 Tabel 34 : Rangcorrelaties op lange termijn (bruto rendement) 69 Tabel 35 : Rangcorrelaties op lange termijn (sharpe ratio) 70 Tabel 36 : Rangcorrelaties op lange termijn (single-index) 71 Tabel 37 : Rangcorrelaties op lange termijn (multi-factor) 73 Tabel 38 : Verschillen klasse 5 74 Tabel 39 : Verschillen klasse 1 75 Tabel 40: Aantal obligatiefondsen en gemiddeld rendement 79 Tabel 41: Contingentietabellen o.b.v. bruto rendement 81 Tabel 42: Contingentietabellen o.b.v. sharpe ratio 82 Tabel 43: Contingentietabellen o.b.v. single-index model 83 Tabel 44: Kenmerken van factoren 84 Tabel 45: Contingentietabellen o.b.v. multi-factor model 85 Tabel 46: Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (bruto rendement) 87 Tabel 47: Rangcorrelaties (bruto rendement) 89 Tabel 48: Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (sharpe ratio) 90 Tabel 49: Rangcorrelaties (sharpe ratio) 91 Tabel 50: Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (single-index) 92 Tabel 51: Rangcorrelaties (single-index) 92 Tabel 52: Gemiddeld rendement van klassen in eerste jaar (multi-factor) 93 Tabel 53: Rangcorrelaties (multi-factor) 94 VIII

9 Lijst met figuren Figuur 1 : Gemiddelde rendementen van 5 klassen 40 Figuur 2 : Klassering 41 Figuur 3 : Klassen 42 Figuur 4 : Rendementen van klassen in jaar 1 (België) 47 Figuur 5 : Rendementen van klassen in jaar 1 (Europa) 47 Figuur 6 : sharpe ratio s van klassen in jaar 1 (België) 53 Figuur 7 : Alpha s van single-index model van klassen in jaar 1 (België) 57 Figuur 8: Rendement van obligatiefondsen t.o.v. korte termijn rente 88 IX

10 HOOFDSTUK 1: Inleiding ICB s of Instellingen voor Collectieve Belegging zijn een beleggingsproduct die de belegger toelaten om met een vrij kleine som geld toch een goede risicospreiding te bekomen. ICB s komen onder verschillende vormen voor zoals gemeenschappelijke beleggingsfondsen, pensioenfondsen, beveks, De werking van ICB s bestaat erin om een grote som geld bijeen te brengen door kleine inbrengen van vele individuele beleggers te accumuleren. Deze som geld wordt belegd in financiële activa die overeenkomen met de strategie van de ICB. Doordat de totale inbreng uit een grote som geld bestaat, is het vrij eenvoudig om een gediversifieerde portefeuille samen te stellen. Zo een portefeuille belegt in vele verschillende activa zodat het risico gespreid wordt over die activa. Een individuele belegger heeft zo het voordeel dat hij met een vrij kleine inbreng toch een goed gediversifieerde portefeuille in handen heeft. Het nadeel aan ICB s zijn de soms vrij hoge kosten. Bij de meeste ICB s worden instapkosten en uitstapkosten betaald, beheerskosten en beurstaks, naast de eventuele roerende voorheffing. ICB s zijn in België pas de laatste jaren zeer populair geworden. Dit komt mede omdat het pas met de wet van vier december 1990 mogelijk werd om beleggingsvennootschappen naar Belgisch recht op te richten. Voor die wet bestonden enkel buitenlandse vooral Luxemburgse beveks. Tegenwoordig worden in België enkele duizenden beleggingsfondsen aangeboden. Het rendement op die fondsen laat soms wat te wensen over. In de fondsen tijd, een maandelijkse bijlage bij de Financieel Economische Tijd, staan de rendementen van enkele duizenden fondsen. Bij vele van die rendementen is er een min-teken te zien. Zowel wat het rendement op één jaar betreft als het rendement op drie en zelfs op vijf jaar. Er staat wel vermeld in de fondsen tijd dat men zich niet kan baseren op het historische rendement om het rendement in de toekomst te voorspellen. Fondsen die zichzelf willen aanprijzen verwijzen echter steevast naar hun rendement in het verleden om beleggers te lokken. Vele beleggers baseren zich trouwens op het historische rendement om een keuze te maken tussen de fondsen waarin ze willen beleggen. De bedoeling van deze thesis is om deze tegenstrijdigheid te proberen op te lossen en na te gaan of het rendement van ICB s in de toekomst kan voorspeld worden op basis van het rendement in het verleden. Er wordt met andere woorden onderzoek gedaan naar de rendementspersistentie bij ICB s. Onderzoek naar de rendementspersistentie van ICB s is niet enkel interessant voor beleggers, het zegt ook iets over de werking van financiële markten. In een perfect werkende markt is het zo dat ieder financieel instrument verwacht wordt een zelfde rendement te behalen. Afwijkingen daarvan kunnen enkel aan toeval te wijten zijn. Moest blijken dat er financiële activa bestaan, in deze tekst ICB s, die blijvend beter of slechter presteren dan de rest wil dat zeggen dat de markt niet helemaal perfect werkt. Er zouden dan fondsbeheerders zijn die jaren na elkaar effecten kunnen selecteren die beter presteren dan andere. Dit is in strijd met een perfect werkende markt. Omdat de nadruk van het onderzoek in deze tekst ligt op de werking van de markt wordt geen rekening gehouden met kosten. De verschillen die op deze manier 1

11 eventueel bestaan, zijn dan te wijten aan het talent van de fondsbeheerder om de goede effecten te selecteren en niet aan verschillen in de kostenstructuur. Een belangrijke vraag in deze context is hoe het rendement gemeten moet worden. Er zijn namelijk verschillende mogelijkheden. De performantiemaatstaf die het best gekend is bij de gewone belegger en die ook het meest wordt gepubliceerd is het bruto rendement. Dit is de procentuele verandering van de waarde van de belegging ten opzichte van de vorige periode. Een probleem hierbij is dat er geen rekening gehouden wordt met het risico. Op financiële markten is het namelijk zo dat een belegging een rendement moet opleveren dat evenredig is met het risico van die belegging. Een belegging met een hoger risico moet een hoger rendement opleveren om dat risico te vergoeden. De vraag is dan door wat het risico bepaald wordt. Een eerste maatstaf, de sharpe ratio, houdt rekening met het individuele risico dat aan elk financieel instrument verbonden is. In een goed gediversifieerde portefeuille wordt het individuele risico echter weg gediversifieerd en blijft enkel het systematische risico over. Een performantiemaatstaf die daarmee rekening houdt is het single-index model. Volgens sommigen is echter ook het single-index model geen ideale maatstaf omdat het enkel rekening houdt met het marktrisico. Volgens hen bestaat het systematische risico uit meer dan enkel het marktrisico en zij gebruiken dan een multi-factor model waarin het systematische risico uitgesplitst wordt over verschillende factoren. Om aan de lezer de keuze te laten welke performantiemaatstaf de beste is, werd er in deze tekst voor gekozen om het onderzoek te doen op basis van elk van de genoemde performantiemaatstaven. De gegevens die gebruikt worden zijn gegevens van kapitalistatiefondsen die beleggen in Belgische aandelen, Europese aandelen en obligaties. Voor de fondsen die beleggen in Belgische aandelen loopt de onderzochte periode van 1992 tot Voor fondsen die beleggen in Europese aandelen is de onderzochte periode 1996 tot 2002 en voor obligatiefondsen loopt die van 1994 tot Vooral in de vroegste jaren die onderzocht worden is het aantal fondsen vrij schaars, wat eventueel een invloed kan hebben op de resultaten. Er kan ook niet gezegd worden dat de gegevens vrij zijn van survivorship bias. Er worden in de tekst twee verschillende onderzoeksmethodes toegepast. Een eerste methode gaat na of ICB s die het ene jaar beter of slechter presteerden dan de mediaan, in de volgende jaren zich steeds aan dezelfde kant van de mediaan bevinden. Het blijkt dat fondsen die beleggen in Belgische aandelen via deze methode rendementspersistentie vertonen op korte termijn op basis van het bruto rendement, de sharpe ratio en het single-index model. Voor het multi-factor model is er geen persistentie merkbaar. Voor fondsen die beleggen in Europese aandelen is voor geen enkele performantiemaatstaf persistentie merkbaar. Op lange termijn, drie à vier jaar, verdwijnt de persistentie bij fondsen die in Belgische aandelen beleggen. Obligatiefondsen tonen ook persistentie op korte termijn. Een tweede methode om persistentie te meten is op basis van klassen. Deze klassen worden in een bepaald jaar gevormd op basis van de gesorteerde rendementen. Er zijn vijf klassen waarvan de eerste klasse bestaat uit de 20% slechtst presterende en de vijfde klasse uit de 20% best presterende fondsen. Er 2

12 wordt in de volgende jaren nagegaan of de rangschikking van deze klassen de volgende jaren behouden blijft. Doordat deze methode strenger is dan de vorige methode is er minder bewijs voor persistentie. De aanwijzingen voor persistentie zijn hier vrij zwak, op korte termijn en op lange termijn. Zowel voor fondsen die in België beleggen als voor fondsen die in Europa beleggen. Ook de methode om de performantie te berekenen blijkt weinig invloed te hebben. In wat volgt wordt eerst een overzicht gegeven van de literatuur over dit onderwerp. In hoofdstuk drie wordt de rendementspersistentie op korte termijn getest. Eerst op basis van contingentietabellen en daarna op basis van klassen. In hoofdstuk vier wordt de rendementspersistentie op lange termijn getest, ook op basis van contingentietabellen en op basis van de klassen. Hoofdstuk vijf onderzoekt de rendementspersistentie van obligatiefondsen en hoofdstuk zes besluit de tekst. 3

13 HOOFDSTUK 2: LITERATUURONDERZOEK ICB s of Instellingen voor Collectieve Belegging komen voor onder verschillende vormen zoals bijvoorbeeld beleggingsfondsen of pensioenfondsen. In deze beleggingsvorm komt het erop neer om een grote som geld te verzamelen en dit te beleggen. Doordat vele beleggers hun geld samenbrengen is het efficiënter voor een individuele belegger om een goed gediversifieerde portefeuille te bekomen. Vele kleine inbrengen maken namelijk één grote som geld. Met deze som geld koopt de fondsbeheerder vele verschillende financiële activa waardoor het risico gespreid wordt over een groot aantal aandelen, obligaties, liquide middelen, Omdat elke belegger die geld in het fonds belegd heeft voor een gedeelte, proportioneel met zijn inbreng, eigenaar is van het fonds, is zijn kleine inbreng gespreid over een groot aantal financiële activa. Op die manier bekomt de belegger een gediversifieerde portefeuille door in één fonds, en dus slechts één actief te beleggen. Deze beleggingen brengen een bepaald rendement op. Het doel van dit werk is niet zozeer te kijken hoeveel een fonds opbrengt, maar wel of het rendement persistent is. Persistentie is er, als elk jaar dezelfde fondsen het best of het slechtst presteren. Om onderzoek te kunnen doen naar de persistentie van de performantie van ICB's moet eerst nagegaan worden wat de performantie van ICB s bepaalt. Pas daarna kan onderzocht worden of die performantie persistent is of niet. A. Kenmerken van ICB s Het is misschien best om eerst enkele kenmerken van fondsen te belichten. Fondsen hebben namelijk niet allemaal dezelfde kenmerken. Vooral de strategie die gevolgd wordt, kan belangrijk zijn voor de verschillen in performantie tussen verschillende fondsen. Deze strategie kan er in bestaan om vooral in technologie aandelen te beleggen, vooral in aandelen van bedrijven met kleine marktkapitalisatie, enkel in aandelen van Japanse bedrijven, enz. Volgens Chan, Chen en Lakonishok (2002) zijn er vrij veel fondsen die beleggen in aandelen van bedrijven met een kleine marktkapitalisatie, de zogenaamde small caps. Bij die aandelen is de informatiedoorstroming minder efficiënt dan bij aandelen van grote bedrijven. Door die minder goede informatie menen managers van ICB s in staat te zijn om in de markt van kleine aandelen een hogere return te behalen. De meeste fondsen zijn ook meer geneigd om te beleggen in groei aandelen dan in waarde aandelen. Groei aandelen zijn aandelen die gekenmerkt worden door een lage book-to-market 1 waarde. Waarde aandelen daarentegen hebben een hoge book-to-market waarde. Het valt Chan, Chen en Lakonishok (2002) op dat zeer weinig fondsen beleggen in aandelen met een extreem hoge of een extreem lage book- 4

14 to-market waarde. De grootste concentratie is te vinden bij aandelen die een book-to-market waarde hebben die iets onder de mediaan ligt. Vele fondsen beleggen in aandelen die in het verleden een goede performantie lieten optekenen. Zowel als er gekeken wordt naar de return van het voorbije jaar als van de voorbije drie jaar, is te zien dat zeer weinig fondsen beleggen in aandelen die in het verleden slecht presteerden. Men prefereert duidelijk aandelen die in het verleden goede prestaties leverden. Volgens de auteurs kan dit verschijnsel te wijten zijn aan een agency 2 probleem. Voor een fondsbeheerder is het namelijk veiliger om te beleggen in aandelen die in het verleden sterk presteerden. Men is bevreesd dat een onconventionele strategie niet geapprecieerd zou worden moest die falen. Daarom besluit men dat het veiliger is voor hun eigen carrière om in groei aandelen te beleggen. Een bevestiging daarvan is te vinden in het feit dat managers van waarde fondsen, wanneer de prestaties van hun fonds slecht zijn, eerder hun strategie veranderen naar een strategie gericht op groei aandelen. Managers van groei fondsen zullen langer bij hun strategie blijven zelfs als hun performantie niet goed is. Fondsen die beleggen in groei aandelen presteren trouwens beter dan fondsen die beleggen in waarde aandelen. Een verklaring daarvoor kan volgens Chan, Chen en Lakonishok (2002) te vinden zijn in het feit dat fondsen die beleggen in groei aandelen beleggen in aandelen die het in het verleden goed deden en dus profiteren van het momentum 3. Deze momentum effecten werken tegen waarde fondsen omdat die meestal beleggen in aandelen die het in het verleden slecht deden. Dit komt omdat waarde aandelen aandelen zijn met een hoge book-to-market waarde. Deze hoge book-to-market waarde kan het gevolg zijn van een lage beurskoers, wat op zijn beurt het gevolg kan zijn van slechte prestaties in het verleden. B. Wat bepaalt de performantie van ICB s? Er moet in de eerste plaats een onderscheid gemaakt worden tussen actief beheerde fondsen en passief beheerde fondsen. Passief beheerde fondsen volgen een index. Deze fondsen kiezen eerst een index, bijvoorbeeld de BEL 20 of de S&P 500. Ze beleggen dan in effecten die van deze index deel uitmaken in de verhoudingen die dezelfde zijn als de verhoudingen in de index. Actief beheerde fondsen kiezen zelf de individuele effecten waarin ze beleggen. Deze fondsen onderzoeken een groot aantal financiële activa, aandelen of obligaties, en kiezen er dan deze uit die volgens hen het best zullen presteren ten opzichte van andere financiële activa. Dit zijn dan eigenlijk activa die, volgens hen, door de markt verkeerd gewaardeerd worden. Als de markt perfect werkt, zijn 1 Book-to-market is de verhouding van de boekhoudkundige waarde van de onderneming ten opzichte van de marktwaarde van de onderneming. 2 Een agency probleem is er als er een belangenconflict ontstaat tussen de principal (opdrachtgever) en de agent (ondergeschikte). 3 Het momentum is het verschijnsel dat financiële activa goed presteren als ze in de vorige periode ook goed presteerden. Daardoor kan het goed zijn om op het einde van een periode te beleggen in activa die het in die periode goed deden. Er wordt namelijk verwacht dat die het de volgende periode ook goed zullen doen. 5

15 alle activa echter juist gewaardeerd en wordt voor alle activa een zelfde rendement verwacht. In een perfecte markt is het dan ook voor een fonds niet mogelijk om blijvend beter te presteren dan de andere fondsen, tenzij door toeval. De prestaties in een bepaalde periode kunnen in een perfecte markt wel verschillen tussen fondsen, maar dat heeft enkel met geluk te maken en niet met de bekwaamheid van de fondsbeheerder om de goede effecten te selecteren. Ook als een fonds enkele periodes na elkaar beter presteert dan de markt is dat door toeval, tenzij de markt niet perfect werkt. Als de markt namelijk niet perfect werkt is er wel ruimte voor fondsbeheerders om in activa te beleggen die een hoger rendement opleveren dan de andere activa. Het rendement moet wel gezien worden in relatie met het risico. Men gaat er van uit dat de markt risico-avers is. Een actief met een hoger risico moet dan een hoger rendement opleveren dan een actief met een lager risico om dat risico te vergoeden. Zo kan het zijn dat twee activa waarvan een zelfde rendement verwacht wordt, toch verschillend gewaardeerd zijn. Dit komt omdat het risico van het laagst gewaardeerde actief hoger is dan het risico van het andere actief. In een perfecte markt zijn er geen effecten te vinden die verkeerd gewaardeerd zijn. Er zou dus geen verschil mogen zijn in de performantie van actief beheerde en passief beheerde fondsen. Actief beheerde fondsen hebben trouwens ook hogere kosten dan passief beheerde fondsen omdat men vele effecten moet onderzoeken. Het zou dus eerder logisch zijn dat actief beheerde fondsen na de aftrek van kosten een lager rendement hebben dan passief beheerde fondsen. Aangezien er echter actief beheerde fondsen bestaan lijkt het erop dat beleggers geloven dat die een hogere return kunnen opleveren dan passief beheerde fondsen en dat de markt dus niet perfect werkt. Volgens Grinblatt en Titman (1989) moeten actief beheerde fondsen zorgen voor een hogere return dan passief beheerde fondsen. Het is namelijk zo dat de fondsbeheerders betaald worden om de beste effecten te selecteren. Het is dus vooral het talent van de manager dat bijdraagt tot een betere performantie voor een actief fonds boven een passief fonds. Volgens de auteurs is het echter weinig waarschijnlijk dat dit talent zich uitdrukt in een hoger rendement voor de belegger. Managers worden namelijk verondersteld in staat te zijn om de winsten die ze behalen door hun superieure talent aan zichzelf te laten uitkeren. Dit kan onder de vorm van een hogere managementvergoeding die ze ontvangen door meer kosten aan te rekenen. Abnormale performantie als het gevolg van het selecteren van de goede effecten kan dus enkel onderzocht worden door de bruto-returns te onderzoeken. Dit is de return voor de aftrek van transactiekosten, vergoedingen en andere kosten. C. Hoe wordt performantie gemeten? De op het eerste gezicht meest logische performantiemaatstaf is het bruto rendement van een fonds. Met andere woorden de wijziging in de waarde van het fonds van de ene op de andere periode. Dit is echter geen al te beste performantiemaatstaf. Bij beleggingen moet namelijk altijd rekening gehouden 6

16 worden met het risico van de belegging. Fonds A en fonds B kunnen hetzelfde bruto rendement hebben, maar als fonds A een lager risico heeft dan fonds B heeft fonds A het best gepresteerd. Als een belegging risicovol is verwacht men dan ook dat die belegging meer opbrengt dan een risicoloze belegging. Als met risico rekening wordt gehouden komt men in eerste instantie bij de sharpe ratio. Sharpe (1966) stelt dat risico op efficiënte financiële markten moet vergoed worden. Volgens hem bestaat het verwachte rendement uit de som van het risicovrije rendement en een risicopremie. Deze risicopremie is gelijk aan : Ri RF * σ σ i Het vereiste rendement is dan : Ri RF ER ( i) = RF + * σ σ i met : R i : bruto-rendement RF : risicovrije rendement σ : standaardafwijking van de portefeuille σ i : standaardafwijking van fonds i Het risico σ wordt bepaald door de verhouding waarmee een belegger zijn middelen verdeelt tussen het fonds en een risicoloze belegging. Op die manier kan een portefeuille bekomen worden waarvan het risico lager is dan wanneer enkel in het fonds wordt belegd. Er kan echter ook een portefeuille bekomen worden met een hoger risico dan het risico van het fonds wanneer de belegger geld leent tegen de risicovrije rente en dat geld belegt in het fonds 4. De beste fondsen zijn dan deze waar R i RF σ i het grootst is. Deze uitdrukking is de sharpe ratio. Het is dus de bedoeling van fondsen om een zo hoog mogelijke sharpe ratio te bekomen. Deze kan echter enkel bekomen worden door individuele effecten te selecteren met een hoge sharpe ratio. 5 In een perfecte kapitaalmarkt is het echter moeilijk om effecten te vinden met een hogere sharpe ratio dan andere. In perfecte kapitaalmarkten is het namelijk zo dat alle effecten een zelfde sharpe ratio hebben. Het zou dus niet mogelijk zijn voor fondsbeheerders om blijvend beter te presteren dan andere. 6 Omdat effecten-selectie zo moeilijk is moeten fondsbeheerders zich volgens Sharpe (1966) concentreren op het samenstellen van efficiënte portefeuilles. Dit wil zeggen dat ze voor een gegeven risico een 4 Normaal is de rente waartegen geleend wordt hoger dan de rente op een belegging, maar voor de redenering maakt dat weinig verschil. 5 De sharpe ratio wordt op een zelfde wijze gebruikt om de performantie van individuele effecten te berekenen. 6 Het is wel mogelijk om in 1 periode beter of slechter te presteren dan anderen. Net doordat er risico is, is de performantie niet overal gelijk. De verschillen zijn echter te wijten aan toeval en worden dus niet blijvend herhaald. 7

17 portefeuille samenstellen met een zo hoog mogelijke return, ofwel voor een gegeven return een portefeuille samenstellen met een zo laag mogelijk risico. Het risico kan verminderd worden door middel van diversificatie. Dit houdt in dat men verschillende effecten in portefeuille houdt die niet perfect met elkaar gecorreleerd zijn. Door in verschillende effecten te beleggen is het mogelijk om het risico te verminderen en toch nog een goed rendement te bekomen. De portefeuilles met het laagste risico voor een gegeven rendement, of het hoogste rendement voor een gegeven risico, zijn de efficiënte portefeuilles. De taak van de belegger bestaat er dan in één van die efficiënte portefeuilles te kiezen die aan zijn risicoprofiel voldoet. De taak van een actief beheerd fonds bestaat er volgens Sharpe (1966) in om incorrect geprijsde effecten te selecteren, effectief te diversifiëren en een portefeuille te kiezen in de gewenste risicoklasse. Volgens de auteur is er in deze taken voldoende ruimte om persistente verschillen te creëren in de performantie van verschillende fondsen. Het probleem is echter dat er weinig incorrect geprijsde effecten op de markt bestaan, mede omdat de meeste analysten juist daarnaar op zoek zijn. Het is dan ook de vraag of het de moeite loont voor een fonds om middelen uit te geven aan die effecten-selectie. Het resultaat zou kunnen zijn dat de kosten ervan groter zijn dan de opbrengsten zodat de netto returns (na kosten) wel eens lager zouden kunnen zijn voor een actief dan voor een passief beheerd fonds. Hiermee rekening houdend verschuift het doel van effecten selectie zich van het zoeken naar incorrect geprijsde effecten naar het zoeken van effecten die niet of negatief gecorreleerd zijn met elkaar, zodat het risico vermindert. De verschillen in return zouden nu dus komen van de selectie van een andere risico-klasse of een verschillende efficiëntie (verschillende return voor zelfde risico) als managers verschillen in hun mogelijkheden om efficiënt te diversifiëren. Hoedanook is de waarschijnlijkheid dat fondsen blijvende verschillen in efficiëntie vertonen grotendeels gereduceerd. Dit is zeker zo als men bedenkt dat diversificatie eigenlijk niet zo moeilijk is. Het zou dus normaal zijn dat alle portefeuilles ex-ante efficiënt zijn. Ex-post verschillen zijn dan louter toevallig. Het is dus mogelijk een soort capital market line te creëren voor fondsen. Deze lijn geeft de relatie weer tussen het verwachte rendement en het risico. Voor alle fondsen die op die lijn liggen is de sharpe ratio gelijk. Als fondsen boven die lijn liggen, hebben ze een hogere sharpe ratio. Fondsen onder die lijn hebben een lagere sharpe ratio. Alle fondsen worden verwacht ergens op die lijn te liggen afhankelijk van hun risico. Als fondsen blijvend onder deze lijn liggen wil dat zeggen dat men er niet in geslaagd is efficiënt te diversifiëren ofwel teveel kosten maakt. Volgens sharpe (1966) moeten fondsen die eenzelfde risico hebben dus ook eenzelfde return hebben. Verschillen in return kunnen enkel optreden als er verschillen zijn in risico. Als dit zo is zijn er geen verschillen in de performantie van actief en passief beheerde fondsen, tenminste als men de performantie onderzoekt vóór kosten. Er zouden geen fondsen zijn die beter of slechter presteren dan andere, onderzoek naar de rendementspersistentie heeft dan weinig zin. 8

18 Sharpe (1966) erkent dat en redeneert dat goed gediversifieerde portefeuilles mee evolueren met de markt. Fondsen hebben dan een goede performantie wanneer de markt goed presteert en een slechte performantie wanneer de markt slecht presteert. Het risico wordt nu niet meer bepaald door de standaardafwijking maar wel door de mate waarmee een fonds mee evolueert met de markt. Dit noemt men de bèta (ß) van een fonds. Als ß gelijk is aan 1 dan evolueert een fonds perfect zoals de markt. Als ß groter is dan 1 dan evolueert een fonds in dezelfde richting als de markt maar in sterkere mate. Als ß ligt tussen 0 en 1 dan evolueert een fonds in dezelfde richting als de markt maar in minder sterke mate. Een fonds presteert nu goed als R i RF β i wordt gemaximaliseerd. Dit is de Treynor ratio. In een perfecte markt is het opnieuw zo dat alle fondsen eenzelfde Treynor ratio hebben, waardoor verschillen in performantie opnieuw moeilijk te realiseren zijn. Een vierde maatstaf is Jensen s alpha. Deze maatstaf bekomt men door de verwachte return op basis van het Capial Asset Pricing Model (CAPM) af te trekken van het gerealiseerde rendement. Het CAPM is een model dat weergeeft wat het rendement op financiële activa zou moeten zijn. Volgens het CAPM is het verwachte rendement : ER ( i) = RF + β i*( RM RF ) met : E(R i ) = verwacht rendement van het fonds RF = risicovrije rendement RM = marktrendement ß i = mate waarmee het fonds mee-evolueert met de markt Volgens het CAPM moet een financieel actief een rendement opleveren dat gelijk is aan het rendement op een risicovrije belegging plus een risicopremie. Deze risicopremie is afhankelijk van het rendement van de markt en de mate waarin het fonds mee evolueert met de markt (ß). Een fonds dat sterker reageert dan de markt, heeft een grote ß. Aan dat fonds is dus een vrij groot risico verbonden en moet het rendement dan ook vrij groot zijn. Jensen s alpha is dan : Ri ( RF + β i*( RM RF)). Deze uitdrukking geeft het verschil weer tussen het gerealiseerde rendement en het rendement dat verwacht werd op basis van het CAPM. Als alpha positief is, dan heeft het fonds beter gepresteerd dan verwacht. Is alpha kleiner dan nul, dan heeft het fonds slechter gepresteerd dan verwacht. Verwant met Jensen s alpha is de appraisal ratio. Deze wordt berekend door Jensen s alpha van de portefeuille te delen door de standaardafwijking van die portefeuille. Deze ratio geeft dan de abnormale return (alpha) weer per eenheid van risico dat in principe weggediversifieerd kan worden. 9

19 Men kan de abnormale return ook berekenen aan de hand van de arbitrage pricing theory. Deze theorie gaat ervan uit dat alle financiële activa eenzelfde verwacht risicogewogen rendement moeten hebben, zoniet treedt er arbitrage op totdat het verwachte risicogewogen rendement weer gelijk is. Hier wordt dus de return berekend die behaald wordt boven een bepaalde benchmark, dit noemt men de excess return. Als benchmark gebruikt men een single-index model of een multi-factor model. Deze methode is gelijkaardig aan Jensen s alpha met dat verschil dat in een single-index model de marktportefeuille vervangen wordt door een marktindex (bijvoordeeld de BEL 20, S&P 500). Bij een multi-factor model wordt het systematisch risico uitgesplitst over meerdere factoren. Deze factoren bepalen allen een deel van het systematische risico en worden dus ook vergoed door de markt. Aangezien individuele aandelen, obligaties en beleggingsfondsen andere gevoeligheden hebben voor andere factoren zou deze methode van multi-factor modellen leiden tot superieure resultaten boven de andere methodes. De vraag is dan natuurlijk welke factoren het systematische risico bepalen. De zoektocht naar de juiste factoren en het juiste aantal factoren is echter nog altijd bezig. Volgens Grinblatt en Titman (1989) bestaan de factoren van een goed multi-factor model uit 8 portefeuilles die gevormd worden op basis van bedrijfsgrootte, dividendrendement en vroegere returns. Fama en French (1993) identificeren 5 risicofactoren. Drie ervan voor aandelen en twee voor obligaties. Volgens hen bestaat het systematische risico voor aandelen uit een marktindex en factoren die de grootte van het bedrijf en de book-to-market waarde weerspiegelen. Voor obligaties wordt het risico gereflecteerd door middel van factoren gerelateerd aan de looptijd en het default risico 7. Carhart (1997) baseert zich op de factoren van Fama en French (1993) en voegt daar nog een factor aan toe. Dit is een momentum factor waarvoor hij zich baseert op Jegadeesh en Titman (1993). Het momentum wil zeggen dat effecten die het de voorbije maanden goed deden door beleggers gekocht worden omdat ze denken dat die effecten het de volgende maanden ook goed zulen doen. Op die manier is het mogelijk om een abnormale return te bekomen door effecten te kopen die het in het recente verleden goen deden en effecten te verkopen die het in het recente verleden slecht deden. Carhart (1997) gebruikt dus een 4-factor model waarin de 4 factoren staan voor aandelen met een hoge ß versus aandelen met een lage ß, grote versus kleine marktkapitalisatie aandelen, waarde versus groei aandelen en 1-jaar return momentum versus contrarian aandelen. Het momentum wil zeggen dat aandelen het goed doen omdat ze het het vorige jaar ook goed deden. Voor contrarian aandelen geldt het omgekeerde. Volgens deze auteur is zijn 4-factor model duidelijk beter dan het CAPM en het 3-factor model van Fama en French (1993). Brown en Goetzmann (1995) gebruiken dan weer een 3-factor model waar de 3 factoren staan voor de S&P index, een small firm index en een government index. Het is duidelijk dat er geen consistentie is in de literatuur over welke factoren het systematische risico bepalen, al moet opgemerkt worden een grootte-factor in vele multi-factor modellen voorkomt. 7 Default risico is het risico dat de obligatie niet meer terugbetaald wordt. 10

20 D. Kosten De kosten die een fonds aanrekent kunnen een grote invloed hebben op het rendement. Doordat fondsen verschillende kosten aanrekenen kan het rendement daardoor blijvende verschillen vertonen. De studie van Grinblatt en Titman (1989) vergelijkt de abnormale return van actieve en passieve investeringsstrategieën, telkens met en zonder transactiekosten. Ze gebruiken gegevens van 1975 tot Het verschil in performantie geeft een schatting van de transactiekosten. De studie onderzoekt dus of er managers zijn die superieure talenten hebben inzake het selecteren van effecten en zo abnormale returns genereren. Abnormale returns verkrijgt men door te vergelijken met een benchmark waarvoor passieve investeringsstrategieën geen abnormale return hebben (positief noch negatief) en een positieve abnormale return enkel kan behaald worden door een actieve manager die effecten koopt en verkoopt op basis van superieure informatie. Deze maatstaf wordt berekend met 4 sets van benchmark portefeuilles. 1. Een gelijk-gewogen index van alle CRSP-effecten (New York en American Stock Exchange) 2. Een waarde-gewogen index van alle CRSP effecten factor portefeuilles 4. 8-portefeuille benchmark gevormd op basis van bedrijfs-grootte, dividend rendement, historische returns Volgens de auteurs is de 8-portefeuille benchmark de meest geschikte omdat de intercepten van passieve portefeuilles met deze benchmark het dichtst bij nul lagen. De andere drie vertoonden afwijkingen gerelateerd aan grootte, dividendrendement en bèta. Uit de resultaten blijkt dat transactiekosten per jaar tussen 1% en 2,5% bedragen. Qua performantie is er een negatieve performantie wanneer men vergelijkt met de gelijk-gewogen index en de 10 factor portefeuilles en er is positieve performantie wanneer men vergelijkt met de waarde-gewogen index en de 8-portefeuille benchmark. Nader onderzoek van de performantie met de 8-portefeuille benchmark, die de biases 8 van andere benchmarks elimineert, suggereert dat, gemiddeld gesproken, er een positieve performantie was in de periode Deze performantie is echter niet groter dan 1,5% per jaar, wat lager is dan de transactiekosten, vergoedingen en andere kosten. Wanneer de steekproef opgedeeld wordt in categorieën naargelang de strategie ziet men dat voor twee types van fondsen de performantie positief is. Deze groepen zijn de groei-fondsen en de agressieve groeifondsen. Deze laatste groep heeft een abnormale return tegenover de 8-portefeuille benchmark van 3% 8 Een bias komt voor wanneer in de resultaten een blijvende onder- of overwaardering gevonden wordt. Deze is het resultaat van een fout in het model. 11

De wetenschap over de resultaten van actief en passief beleggen

De wetenschap over de resultaten van actief en passief beleggen De wetenschap over de resultaten van actief en passief beleggen Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke gedragstoezichthouder

Nadere informatie

Marktwaarde per aandeel. Winst per aandeel (WPA)

Marktwaarde per aandeel. Winst per aandeel (WPA) Wat betekent k/boekwaarde (koers/boekwaarde)- of K/B-ratio? Een ratio die de marktwaarde van een aandeel vergelijkt met zijn boekwaarde. De ratio wordt berekend door de actuele slotkoers van het aandeel

Nadere informatie

Woordenlijst Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index aangeeft, rekening houdend

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator

Nadere informatie

Hoofdstuk 13: Het gedrag van investeerders en de efficiëntie van de Kapitaalmarkt

Hoofdstuk 13: Het gedrag van investeerders en de efficiëntie van de Kapitaalmarkt Hoofdstuk 13: Het gedrag van investeerders en de efficiëntie van de Kapitaalmarkt Volgens het Kapitaal Activa Prijsmodel (CAPM) is de marktportfolio efficiënt, en zou het onmogelijk zijn om consistent

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico In dit hoofdstuk wordt een theorie ontwikkeld die de relatie tussen het gemiddelde rendement en de variabiliteit van rendementen uitlegt en daarbij

Nadere informatie

WOORDENLIJST A Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de beheerder tegenover de referte-index aangeeft, rekening houdend

Nadere informatie

MEDIRECT TARIEVEN- & KOSTENOVERZICHT

MEDIRECT TARIEVEN- & KOSTENOVERZICHT TRANSACTIETARIEVEN COMMISSIE* MINIMUM Aandelen en ETFs Euronext (Amsterdam, Brussel, Parijs) 0,10% EUR 7,50 Xetra Frankfurt 0,10% EUR 7,50 Borsa Italiana 0,15% EUR 7,50 Euronext Lisbon 0,20% EUR 15,00

Nadere informatie

De povere prestaties van beleggingsfondsen

De povere prestaties van beleggingsfondsen De povere prestaties van beleggingsfondsen Auteur(s): Horst, J. ter (auteur) Nijman, T. (auteur) Roon, F. de (auteur) Ter Horst en Nijman: Katholieke Universiteit Brabant, De Roon: Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Informatiewijzer Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Beleggen op een manier die bij u past! Aangenomen mag worden dat beleggen een voor u een hoger rendement

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 7

Oefenopgaven Hoofdstuk 7 Oefenopgaven Hoofdstuk 7 Opgave 1 Rendement Een beleggingsadviseur heeft de keuze uit de volgende twee beleggingsportefeuilles: Portefeuille a Portefeuille b Verwacht rendement 12% 12% Variantie 8% 10%

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

BELGISCHE VERENIGING VAN ASSET MANAGERS

BELGISCHE VERENIGING VAN ASSET MANAGERS BELGISCHE VERENIGING VAN ASSET MANAGERS BEAMA is lid van de Belgische Federatie van het Financiewezen METHODOLOGIE GEBRUIKT VOOR DE RISICOBEREKENING VAN ICB S De synthetische risico-indicator geeft een

Nadere informatie

Over de performance van beleggingsfondsen Marno Verbeek

Over de performance van beleggingsfondsen Marno Verbeek Over de performance van beleggingsfondsen Marno Verbeek De populariteit van beleggingsfondsen is ongekend. Maar, in hoeverre zijn dergelijke fondsen in staat een hoger rendement te behalen dan een doe-het-zelf

Nadere informatie

Persistentie in prestaties van beleggingsfondsen

Persistentie in prestaties van beleggingsfondsen Persistentie in prestaties van beleggingsfondsen Naam: Jurriën Kuijpers Studentnummer: 284679 Adres: Noordmolenwerf 152 3011 DJ Telefoonnummer: (06) 42228064 E-mail: Jurrien85@hotmail.com Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Het leven is aan de vroege vogels. KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management

Het leven is aan de vroege vogels. KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management Het leven is aan de vroege vogels KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management Wat is vermogensbeheer? $ Roerend vermogen toevertrouwen aan een beheerder. $ Beheerder neemt beleggingsbeslissingen. $

Nadere informatie

Robeco Emerging Conservative Equities

Robeco Emerging Conservative Equities INVESTMENT OPPORTUNITY oktober 2013 Voor professionals INTERVIEW MET PORTFOLIO MANAGER PIM VAN VLIET Robeco Emerging Conservative Equities Beleggen in opkomende markten met een lagere kans op grote koersdalingen.

Nadere informatie

21 juni Wegwijs in Tak 23

21 juni Wegwijs in Tak 23 21 juni 2017 Wegwijs in Tak 23 Inhoud Vastrentende beleggingen en obligaties Wat zijn de alternatieven? Investeren in fondsen? Tak 23: de eenvoudige investering Tips om te slagen VASTRENTENDE BELEGGINGEN

Nadere informatie

Fondsen. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group. Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext.

Fondsen. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group. Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext. Brochure bestemd voor particuliere beleggers Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext. p. 2 Index 1. Inleiding 3 2. Wat zijn de voordelen van een beleggingsfonds? 4 3. Hoe uw rendement

Nadere informatie

Het leven is aan de vroege vogels. KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management

Het leven is aan de vroege vogels. KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management Het leven is aan de vroege vogels KEYPRIVATE New Generation Portfolio Management Wat is vermogensbeheer? $ Roerend vermogen toevertrouwen aan een beheerder $ Beheerder neemt investeringsbeslissingen $

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Beheersreglement (ref. : RG PFL + / N / 09-2010) V834NL 2

INHOUDSTAFEL. Beheersreglement (ref. : RG PFL + / N / 09-2010) V834NL 2 - V834NL INHOUDSTAFEL 1. BESCHRIJVING VAN DE BELEGGINGSFONDSEN... 3 1.1 Capital Secure... 3 1.2 Capital Balanced... 3 1.3 Capital Dynamic... 3 1.4 Capital Growth... 4 1.5 Capital Focus... 4 2. GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderbouwd beleggen tegen een scherp tarief en een hoge service.

Wetenschappelijk onderbouwd beleggen tegen een scherp tarief en een hoge service. Wetenschappelijk onderbouwd beleggen tegen een scherp tarief en een hoge service. De mensen achter De Vries Investment Services 1. De Vries Investment Services is een Nederlandse beleggingsonderneming

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-063 2 april 2003 9.30 uur Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord In het eerste kwartaal van 2003 is de rente op de kapitaalmarkt gedaald tot het laagste

Nadere informatie

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening? Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening? Welke principes vormen de basis voor het beleggingsbeleid en

Nadere informatie

Essentiële beleggersinformatie

Essentiële beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld om u meer inzicht te geven

Nadere informatie

KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1

KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1 GEDETAILLEERDE VOORSTELLING VAN HET COMPARTIMENT KBC CLICK EXCLUSIVE INTEREST 1 SOORT BELEGGING : Obligatie-ICB met vaste looptijd. FINANCIËLE KENMERKEN BELEGGINGSDOELEINDEN EN BELEID : Het compartiment

Nadere informatie

lle mogelijke k Alle mogelijke kosten op een rijtje

lle mogelijke k Alle mogelijke kosten op een rijtje lle mogelijke k Alle mogelijke kosten op een rijtje Alle mogelijke kosten op een rijtje Over onze kosten zijn we graag zo duidelijk mogelijk. Hieronder lichten we daarom alle kosten toe waar u met een

Nadere informatie

KBC-Life Alternative Selector

KBC-Life Alternative Selector KBC-Life Alternative Investments KBC-Life Alternative Selector KBC-Life Alternative Investments 1 is een tak23-levensverzekering, waarvan het rendement verbonden is met beleggingsfondsen. Type levensverzekering

Nadere informatie

Indexmatig beheer indexmatig beheer.

Indexmatig beheer indexmatig beheer. Indexmatig beheer Naast actief beheer van beleggingen, wint een andere aanpak veld: die van het indexmatig beheer. Bij deze beheersvorm streeft men naar een marktconform rendement tegen een zo laag mogelijke

Nadere informatie

De financiële en bancaire aspecten van bewind

De financiële en bancaire aspecten van bewind De financiële en bancaire aspecten van bewind Ilse VREVEN Personal Banker Regio Midden - Limburg Hasselt, 16 november 2018 Agenda 1. Economische context 2. MIFID II Wettelijke context 3. Mogelijke types

Nadere informatie

Wetenschappelijk beleggen

Wetenschappelijk beleggen BELEGGEN Wetenschappelijk beleggen De laatste jaren is er veel discussie over in welke beleggingsfondsen het best belegd kan worden: actief beheerde fondsen of passief beheerde fondsen. Actief beleggen

Nadere informatie

Essentiële beleggersinformatie

Essentiële beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld om u meer inzicht te geven

Nadere informatie

Wijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen

Wijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen Wijziging voorwaarden TCM aandelenfondsen Inleiding Trustus Capital Management B.V. (Trustus) voert op dit moment de directie en het beheer van Intereffekt Investment Funds N.V. (IIF). Trustus is in het

Nadere informatie

Financiële infofiche levensverzekering voor tak 23

Financiële infofiche levensverzekering voor tak 23 Financiële infofiche levensverzekering voor tak 23 Securex Life Select One 1 Type levensverzekering Nettopremie Waarborgen Levensverzekering met een rendement dat gekoppeld is aan het tak 23 beleggingsfonds

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 WOORDENLIJST A ABS - Asset-Backed Securities: Effecten gedekt met onderpand. Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index.

Nadere informatie

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 WOORDENLIJST A ABS - Asset-Backed Securities: Effecten gedekt met onderpand. Active Return: Verschil tussen het rendement

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 31 32 33 WOORDENLIJST A ABS - Asset-Backed Securities: Effecten gedekt met onderpand. Active Return: Verschil tussen het rendement

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 WOORDENLIJST A ABS - Asset-Backed Securities: Effecten gedekt met onderpand. Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage

Nadere informatie

WOORDENLIJST A ABS - Asset-Backed Securities: Effecten gedekt met onderpand. Active Return: Verschil tussen het rendement van het fonds en van de referte-index. Alpha: Indicator die de bijdrage van de

Nadere informatie

Beleggen met een goed gevoel

Beleggen met een goed gevoel Beleggen met een goed gevoel Verschenen in Economische Statistische Berichten (ESB), 13 april 2001 Rogér Otten Kees Koedijk In een recente bijdrage aan dit tijdschrift schetsen L.J.R. Scholtens en P. Sprengers

Nadere informatie

Brussel, 8 juni Geachte mevrouw, Geachte heer,

Brussel, 8 juni Geachte mevrouw, Geachte heer, Toezicht op de financiële informatie en markten Brussel, 8 juni 2007 ICB 3/2007: Circulaire van de CBFA over de methodologie gebruikt voor de risicoberekening van openbare instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s. 1. ICB s zonder vaste looptijd en zonder kapitaalbescherming

Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s. 1. ICB s zonder vaste looptijd en zonder kapitaalbescherming Association Belge des Organismes de Placement Collectif Belgische Vereniging van de Instellingen voor Collectieve Belegging Methodologie gebruikt voor de risicoberekening van ICB s Avenue Marnixlaan 28

Nadere informatie

AXA Life Protected Primavera OIT

AXA Life Protected Primavera OIT AXA Life Protected Primavera OIT - Jaarverslag 31.12.2013-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2013 AXA Life Protected Primavera OIT Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van ALP

Nadere informatie

Rentenieren op het dividend Geld en Kapitaalmarkt

Rentenieren op het dividend Geld en Kapitaalmarkt Rentenieren op het dividend Geld en Kapitaalmarkt 2010-2011 Erik Corluy en Yannick Stoffelen 2FiVe INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Algemeen... 3 Bedrijven die dividenden uitkeren... 4 Enkele voorbeelden/onze

Nadere informatie

Risico pariteit -1- 1 Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Risico pariteit -1- 1 Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd Risico pariteit Risico pariteit is een techniek die wordt ingezet om de risico s in een beleggingsportefeuille te reduceren. Sinds 2008 heeft risico pariteit om drie redenen veel aandacht gekregen: 1.

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Achmea life cycle beleggingen

Achmea life cycle beleggingen Achmea life cycle beleggingen Scheiden. Uw pensioengeld in vertrouwde handen Wat betekent dat voor uw ouderdomspensioen? Interpolis. Glashelder Achmea life cycle beleggingen Als pensioenverzekeraar beleggen

Nadere informatie

Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen?

Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Over Think Think is opgericht in 2009 als eerste Nederlandse ETF aanbieder. Waarom? Omdat ETF s nog niet perfect waren. Think is sinds 2011 een 60% dochter

Nadere informatie

Active Share. De toegevoegde waarde van Ostrica door actief vermogensbeheer

Active Share. De toegevoegde waarde van Ostrica door actief vermogensbeheer Active Share De toegevoegde waarde van Ostrica door actief vermogensbeheer MSc. A.M. Koen Portfolio Management Ostrica BV 11 juni 2012 MSc. P.C.M. Snoek Portfolio Management Ostrica BV Samenvatting Ostrica

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt. Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Overzicht van de fondsen tak 23 in Voorzorg

Overzicht van de fondsen tak 23 in Voorzorg Capital Life Overzicht van de fondsen tak 23 in Voorzorg Situatie op 31/10/2014 Capital Balanced Benchmark obligaties: EuroMTS Global Index Datum Performance (%) Sterren NIW Info oprichting 1 maand 3 maanden

Nadere informatie

Distributie en Kapitalisatie. Argenta Fund of Funds

Distributie en Kapitalisatie. Argenta Fund of Funds Distributie en Kapitalisatie is een investeringsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs recht (sicav) met meerdere compartimenten. Ze voldoet aan de bepalingen van de Luxemburgse wet van

Nadere informatie

Beleggen als onderdeel van een gezond financieel lange termijnplan? Donderdag 6 oktober 2016

Beleggen als onderdeel van een gezond financieel lange termijnplan? Donderdag 6 oktober 2016 Beleggen als onderdeel van een gezond financieel lange termijnplan? Donderdag 6 oktober 2016 Even voorstellen Martijn Rozemuller Ruim 20 jaar actie in de financiële wereld In 1995 gestart als arbitrage

Nadere informatie

Kronos: dynamisch beheer van rendement en van risico

Kronos: dynamisch beheer van rendement en van risico Kronos: dynamisch beheer van en van risico Uw behoeften Het beheer van uw vermogen delegeren Beleggen in een performant beheer dat de risicosverhouding optimaliseert Eenvoud: geen details nodig over elke

Nadere informatie

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Investment beliefs 2017 Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Mei 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Investment beliefs 2014...4 3. Investment beliefs 2017...6 2 1. Inleiding Tijdens de strategiedag

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN...

HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN... Inhoudstafel HOOFDSTUK I - BEHEERSREGLEMENT VAN DE INTERNE BELEGGINGSFONDSEN... 3 HOOFDSTUK II - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BELEGGINGSFONDSEN... 3 1. Beheer van de fondsen... 3 2. Regels voor

Nadere informatie

Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Woensdag 5 april 2017

Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Woensdag 5 april 2017 Klant: Is beleggen een alternatief voor sparen? Woensdag 5 april 2017 Even voorstellen Bouke van den Berg Ruim 14 jaar actief in de financiële wereld Diverse commerciële functies bij ING, Vanguard en Russell

Nadere informatie

Verhoog het rendement en verlaag het risico met ETF s. Hoe bouwt u eenvoudig een gespreide beleggingsportefeuille tegen lage kosten

Verhoog het rendement en verlaag het risico met ETF s. Hoe bouwt u eenvoudig een gespreide beleggingsportefeuille tegen lage kosten Verhoog het rendement en verlaag het risico met ETF s Hoe bouwt u eenvoudig een gespreide beleggingsportefeuille tegen lage kosten 8 oktober 2015 Wie geeft deze presentatie? Martijn Rozemuller Oprichter

Nadere informatie

Primavera Force Talents 1

Primavera Force Talents 1 Primavera Force Talents - jaarverslag 31.12.2014-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2014 Primavera Force Talents 1 Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van Primavera Force Talents 1... 2 3. Samenstelling

Nadere informatie

2

2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 De financiële termen worden toegelicht in de woordenlijst achteraan deze brochure 25 De financiële termen worden toegelicht in de woordenlijst

Nadere informatie

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN !"# $ %&'()()*+$ %&'()(,-. /,-- ) EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN Over het algemeen worden kleinere ondernemingen relatief lager gewaardeerd dan grotere ondernemingen

Nadere informatie

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor Waarschijnlijk baseert u uw keuze voor een vermogensbeheerder op diverse gronden. Mogelijk heeft u binnen uw netwerk al goede berichten over ons vernomen.

Nadere informatie

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2 Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting 1 21/08/2015 Waarom AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2? Volgende reeks

Nadere informatie

Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014

Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014 Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014 Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven

Nadere informatie

Reglement. Scala. Beheersreglement van de Tak 23 beleggingsfondsen

Reglement. Scala. Beheersreglement van de Tak 23 beleggingsfondsen Reglement Scala Beheersreglement van de Tak 23 beleggingsfondsen Reglement Beleggingsfondsen van de Tak 23 Inhoudsopgave Deel 1 1.1. Algemene beschrijving van de fondsen 3 1.3. Eenheidswaarde 3 1.3.3.

Nadere informatie

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS BELANGRIJK BERICHT: In toepassing van artikel 236 2 alinea 5 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles,

Nadere informatie

Jaarverslag Millesimo Carmignac

Jaarverslag Millesimo Carmignac Millesimo Carmignac - Jaarverslag 31.12.2013-1 / 5 Jaarverslag 31.12.2013 Millesimo Carmignac Inhoudsopgave 1. Omschrijving... 2 2. Beleggingsbeleid van Millesimo Carmignac... 2 3. Samenstelling van Millesimo

Nadere informatie

Argenta Fund of Funds Distributie en Kapitaliserend

Argenta Fund of Funds Distributie en Kapitaliserend Distributie en Kapitaliserend is een investeringsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Luxemburgs recht (sicav) met meerdere compartimenten. Ze voldoet aan de bepalingen van de Luxemburgse wet van

Nadere informatie

Rendement versus risico:

Rendement versus risico: Rendement versus risico: Een belangrijke keuze! 1. Uw risicoprofiel is de hoeksteen van een goed beleggingsadvies Het gepersonaliseerd beleggingsadvies dat u van KBC krijgt is gebaseerd op uw risicoprofiel.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 April 2011 ING Investment Management / ICS Inleiding Jaarlijks stelt het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg (Huntsman)

Nadere informatie

Sicav naar Luxemburgs recht

Sicav naar Luxemburgs recht Sicav naar Luxemburgs recht Best Choice Best Choice is een selectie van fondsen die spe ciaal werd samengesteld voor wie vandaag flexibel en verstandig wil beleggen. Best Choice werd opgericht onder de

Nadere informatie

De Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies

De Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies De Vries Investment Services is een onafhankelijk en objectief beleggingsadvieskantoor. Wij begeleiden beleggers bij het realiseren van hun financiële doelstellingen en bieden een service die banken niet

Nadere informatie

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien.

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien. Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz Beleggersrekening Beleggen om uw geld te laten groeien. Wilt u beleggen om uw geld te laten groeien? Kies dan voor goede prestaties en flexibiliteit met

Nadere informatie

Strategy Background Papers

Strategy Background Papers november 2013 Beleggen in vastgoed Huurder of eigenaar, iedereen krijgt in het dagelijkse leven te maken met vastgoed. De meeste eigenaars van een huis zien hun woning meer als een vorm van comfort dan

Nadere informatie

Beleggings- en Portefeuilletheorie Tentamen 14 januari 2004 Met oplossingen

Beleggings- en Portefeuilletheorie Tentamen 14 januari 2004 Met oplossingen Beleggings- en Portefeuilletheorie 14 januari 2004 1 Beleggings- en Portefeuilletheorie Tentamen 14 januari 2004 Met oplossingen 1. Een markt heeft uitsluitend risicoaverse beleggers met mean/variance

Nadere informatie

DISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN

DISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN DISCRETIONAIR BEHEER ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN ONZE BEHEERSMANDATEN MET BELEGGINGSFONDSEN Banque de Luxembourg biedt u haar expertise aan op het gebied van vermogensbeheer. Door ons een

Nadere informatie

Verlaag uw risico door te diversifiëren met valuta. 2011 Currensee, Inc. Currensee is member #0403251 of the National Futures Association (NFA) 1

Verlaag uw risico door te diversifiëren met valuta. 2011 Currensee, Inc. Currensee is member #0403251 of the National Futures Association (NFA) 1 Verlaag uw risico door te diversifiëren met valuta 2011 Currensee, Inc. Currensee is member #0403251 of the National Futures Association (NFA) 1 Agenda Wat is de valutamarkt? Hoe werkt de valutamarkt?

Nadere informatie

KEYPLAN. Een goed plan om uw geld vooruit te helpen

KEYPLAN. Een goed plan om uw geld vooruit te helpen KEYPLAN Een goed plan om uw geld vooruit te helpen Inhoud Inleiding 3 De 2 gouden beleggingsregels 5 Fondsen, een uitstekende beleggingsbron 6 KEYPLAN, de ideale oplossing om met beleggen te beginnen 7

Nadere informatie

Beleggen? of toch maar niet? Koers. Tijd

Beleggen? of toch maar niet? Koers. Tijd Koers Beleggen? of toch maar niet? Tijd 23-2-2018 Wie ben ik? Martijn Rozemuller Oprichter & directeur Think ETF s Technische bedrijfskunde, Optiver Minder kosten & meer spreiding als recept voor een succesvolle

Nadere informatie

Capital Life. Beleggingsfondsen met een veelbelovende toekomst. Capital Life

Capital Life. Beleggingsfondsen met een veelbelovende toekomst. Capital Life Capital Life Beleggingsfondsen met een veelbelovende toekomst Capital Life Capital Life U zoekt: een uitgekiende spreiding van uw beleggingen de deskundigheid van één van de wereldleiders op het gebied

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) In de afgelopen twintig jaar zijn patronen in rendementen van aandelen gevonden die niet vanuit de neo-klassieke economische theorie kunnen worden verklaard. Modellen als

Nadere informatie

Rabo Beheerd Beleggen Actief en Actief Duurzaam

Rabo Beheerd Beleggen Actief en Actief Duurzaam Rabo Beheerd Beleggen Actief en Actief Duurzaam Verstandig beleggen begint bij de Rabobank. Of u nu een beginnende of ervaren belegger bent, of u nu veel of weinig tijd voor uw beleggingen heeft. De Rabobank

Nadere informatie

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien.

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien. Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz Beleggersrekening Beleggen om uw geld te laten groeien. Wilt u beleggen om uw geld te laten groeien? Kies dan voor goede prestaties en flexibiliteit met

Nadere informatie

Kennisgeving van Fusie tussen Compartimenten

Kennisgeving van Fusie tussen Compartimenten Kennisgeving van Fusie tussen Compartimenten Samenvatting Dit deel bevat belangrijke informatie over de fusie die voor u als aandeelhouder van belang is. Meer informatie kunt u vinden in de Gedetailleerde

Nadere informatie

METHODE VAN FINANCIËLE PLANNERS

METHODE VAN FINANCIËLE PLANNERS METHODE VAN FINANCIËLE PLANNERS De MeDirect-planningsinstrumenten bieden online oplossingen voor het plannen van uw financiële toekomst en beleggingen. Ze bieden beleggingsadvies en voorspellingen van

Nadere informatie

Belfius Fullinvest (Low, Medium, High)

Belfius Fullinvest (Low, Medium, High) Flash Belfius Fullinvest (Low, Medium, High) Juli 2014 Belfius Fullinvest Investeer in een zeer gespreide portefeuille via één belegging dankzij de bevek naar Belgisch recht Belfius Fullinvest. U hebt

Nadere informatie

Rendement. 9 de jaargang maart 2015 nr 30 FINANCIEEL NIEUWS

Rendement. 9 de jaargang maart 2015 nr 30 FINANCIEEL NIEUWS Rendement 9 de jaargang maart 2015 nr 30 FINANCIEEL NIEUWS De voordelen van globale diversificatie Ondanks de sterk toegenomen globalisering blijft internationale diversificatie in aandelenportefeuilles

Nadere informatie

Vermogensbeheer voor iedereen. Xavier De Pauw, CEO

Vermogensbeheer voor iedereen. Xavier De Pauw, CEO Vermogensbeheer voor iedereen Xavier De Pauw, CEO MeDirect, één jaar actief en al een mooi resultaat Ondertussen hebben vele duizenden klanten hun weg gevonden naar MeDirect. Onze formule van een transparante

Nadere informatie

BI CARMIGNAC PATRIMOINE A EUR ACC

BI CARMIGNAC PATRIMOINE A EUR ACC BI CARMIGNAC PATRIMOINE A EUR ACC Beleggingsdoelstelling Het interne beleggingsfonds belegt in het fonds Carmignac Patrimoine A EUR acc (ISIN: FR0010135103). Dit fonds behoort tot de categorie gediversifieerd

Nadere informatie

De 17 beleggingsprofielen voor Begeleid Beleggen van Nationale-Nederlanden

De 17 beleggingsprofielen voor Begeleid Beleggen van Nationale-Nederlanden De 17 beleggingsprofielen voor Begeleid Beleggen van Nationale-Nederlanden Nationale-Nederlanden hanteert 17 beleggingsprofielen verdeeld over de categorieën Defensief, Neutraal, Offensief en Liquide.

Nadere informatie

Eindexamen m&o havo 2009 - II

Eindexamen m&o havo 2009 - II Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 4 tot en met 8. Beleggingsvereniging De Toekomst heeft als doel door middel van scholing, advies en het uitwisselen van ervaringen er toe bij te dragen

Nadere informatie

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten UW MENSEN, UW KAPITAAL Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-001 7 januari 2003 9.30 uur 2002 slechtste beursjaar na WO II Voor beleggers in Nederlandse aandelen is 2002 het slechtste beursjaar sinds de Tweede

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie