Familie Olgers HET GESLACHT OLGERS IN EN RONDOM. Het Oldambt GESCHREVEN DOOR. Albert Olgers en Jochum Roosma. Kerk te Midwolda

Transcriptie

1 HET GESLACHT OLGERS IN EN RONDOM Het Oldambt GESCHREVEN DOOR Albert Olgers en Jochum Roosma Kerk te Midwolda Gegevens van nog levende personen in dit overzicht mogen niet zonder toestemming van de betreffende personen worden doorgegeven aan derden, afbeeldingen in dit overzicht zijn auteurs rechtelijk beschermd.

2 HET GESLACHT HARMEN JANS OLGERS VIERDE GENERATIE (Groep C.) C.-IV.-aa. HARMEN JANS OLGERS, zoon van Jan Harmens Olgers en Antke Benes Mulder (III.-aa), geboren te Oostwold op 30 december 1790, gedoopt aldaar op 9 januari 1791, van beroep wever, overleden te Oostwold op 4 februari Hij is getrouwd te Termunten op 8 juni 1822, met TRIJNTJE WALDERIKUS MULDER, dochter van Waldrik Hendriks en Aaltje Hindriks (III.-ac.), geboren te Termunten op 30 januari 1794, gedoopt aldaar op 9 februari 1794, overleden te Oostwold op 5 februari Jan Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-aa.. 2. Aaltje Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-ab. 3. Anneke Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-ac. 4. Walderikus Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-ad. 5. Hendrik Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-ae. 6. Harm Harmens Olgers, volgt onder C.-V.-af. biografische gegevens: Harm Jans Olgers en zijn echtgen. waren in het bezit van een boerderij te Termunten, de "Olgershoeve" genaamd. Zij verpachtten dit bedrijf aan Onne Schildkamp. 23 december (notaris mr.rudolf de Sitter te Winschoten) Verkoop door Evert Harms Everts en Okko Harms Everts te Oostwold, aan Harm Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder te Oostwold, de beklemming van een heerd land te Oostwold, voor de somma van acht honderd gulden. [beklemrecht: altijddurend en erfelijk (speciaal in de provincie Groningen voorkomend) recht van gebruik van aan een ander toebehorende landerijen, waarop het huis van de gebruiker is gebouwd.] 23 december (notaris mr.rudolf de Sitter te Winschoten) Verkoop door Jan Eltjes Huttinga aan Harm Jans Olgers, van beroep wever en Trijntje Walderikus Mulder te Oostwold, een grondpacht, groot vier gulden 's jaars, voor de somma van 65 gulden. 29.

3 17 september (notaris mr. Rudolf de Sitter te Winschoten) Verkoop door Harm Jans Olgers, van beroep wever te Oostwold, als besturende de rechten van Trijntje Walderikus Mulder, aan Hindrik Filippus Bultje, van beroep arbeider te Termunten, de vaste beklemming van ruim één en éénvierde bunder land, gelegen onder Termunten, van een jaarlijkse huur van acht gulden, voor de somma van 185 guldens. 1 november 1832.(notaris mr. Rudolf de Sitter te Winschoten) Lening met voorwaarden door Derk Aeikes Tholen, van beroep smid en Geessien Jans Olgers, echtelieden te Winschoten, ten laste van Harm Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder, groot 675 gulden. 10 januari (notaris mr. Rudolf de Sitter te Winschoten) Lening met voorwaarden door Geertruid Jans Olgers, weduwe van wijlen Harmannus Antoons Jansing, koopvrouw en wonende te Midwolda, ten laste van Harm Jans Olgers, van beroep wever en Trijntje Walderikus Mulder, wonende te Oostwold, groot 250 gulden. 19 mei (notaris mr. Berend Hartzema te Winschoten) Akte van verkoop door Jan Harmens Olgers, van beroep boerenknecht te Oostwolder polder, Gemeente Midwolda, van eene behuizing met beklemming van de grond waarop het is gebouwd, van het erf en de daarbij behorende tuin, kadastraal bekend Sectie B., nrs. 684 en 685, groot negen roeden en zeventig ellen aan Harm Jans Olgers en Trientje Walderikus Mulder, echtelieden, landbouwer te Oostwold, voor de som van negen honderd gulden. 18 april (notaris mr. Arnold Hendrik Koning te Winschoten) Akte van scheiding bij het overlijden van Harm Jans Olgers op 4 februari februari Bij het overlijden van Harm Jans Olgers (overl. 1874) werd door de vier kinderen als erfgenamen voor het recht van Successie van het volgende aangifte gedaan: dat door de overledene is nagelaten een stuk grond, gelegen te Oostwold, gemeente Midwolda in het kadaster bekend onder sectie B., nrs. 344, 460 en 461, groot 1 hectare, 41 are en 10 centiare, welk stuk grond door de overledene en diens echtgenote in huwelijksgemeenschap werd bezeten; dat de overledene geen goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en door het overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen. 3 november 1878 Bij het overlijden van Trijntje Walderikus Mulder (overl. 5 febr.1878) werd door de vier kinderen als erfgenamen voor het recht van Successie van het volgende aangifte gedaan: de beklemming van één hectare en veertig are en tachtig centiare land te Oostwold gelegen en bij het kadaster bekend in Sectie B., der gemeente Midwolda onder nr.344, 460 en 461 welk onroerend goed door de erflateresse bij uiterste wilsbeschikking van den 18e april 1874 verleden voor A.H.Koning, notaris te Finsterwolde gelegateerd aan haren zoon Walderikus Olgers onder bepaling voor dit genot van dit legaat binnen 6 maanden na haar overlijden in hare nalatenschap in te brengen ene som van f.2500,-- C.-V.-aa. JAN HARMENS OLGERS, zoon van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 7 april 1823, van beroep landbouwer, overleden te Woldendorp op 8 januari Hij is getrouwd te Termunten op 8 juni 1864, met YKTJE PIETERS KREMER, dochter van Pieter Jacobs Kremer en Martje Jans Huisman, geboren te Nieuwolda op 17 april 1824, overleden te Woldendorp op 22 juni

4 1. Harmen Jans Olgers, volgt onder C.-VI.-aa. biografische gegevens: Jan Harmens Olgers en Yktje Pieters Kremer, kopen de "Olgershoeve" van zijn ouders, die dit bedrijf hadden verpacht aan Onne Schildkamp. "Olgershoeve" (foto uit Groninger boerderijenboek) Gemeente belasting in 1855 in de Gemeente Termunten. Evenzo als vandaag had ook in het verleden een Gemeente geld nodig om alles naar behoren te laten lopen. Men maakte toen een begroting en een commissie uit de Raad ging na wie er moest betalen. Dat ging niet naar aangifte door de aangeslagene gedaan, doch de Commissie sloeg aan. Was dit te hoog, dan kon men protesteren. Men kon ook bezwaar maken, tegen de te lage aanslag, die men had ontvangen. Uit ijdelheidsoverwegingen gebeurde dit. Ieder jaar werd in een verslag bekend gemaakt, wie er moest betalen en hoe hoog ze waren aangeslagen. Met grote belangstelling zal men onderstaande lijst hebben tegemoet gezien, mogelijk niet om het bedrag dat zou moeten worden betaald, maar om te weten op welke plaats men op de ranglijst voorkwam. Kohier(gedeeltelijk) van den Hoofdelijken Omslag in de Gemeente Termunten Dienstjaar 1855 Het toegestane bedrag van de begroting bedroeg f. 8000,-- Naam: Inkomen: Beroep: Kinderaftrek: Gem. Raad: Belasting: H.Kruize 400,-- landbouwer 1 380,-- 4,80 S.Nieuwzwaag 350,-- buitenvaarder 350,-- 4,80 H.Blanke 600,-- koopman 600,-- 12,-- J.Olgers 300,-- landbouwer 300,-- 3,20 H.de Kluis 340,-- arbeider 306,-- 3,20 J.H.Dorenbos 340,-- voer man 323,-- 3,20 1 april (notaris mr.willem Augustijn Offerhaus te Nieuwolda) Akte van verkoop door Jan Harmens Olgers. dagloner en landbouwer, wonende te Woldendorp aan Derk Jans Hollander, boerenknecht, wonende te Nieuwolda en Jantje Jans de Leef, dienstmaagd, wonende te Woldendorp, een behuizing met de vaste beklemming van de grond, waarop het is gebouwd, staande en gelegen bij Woldendorp, kad. bek. Gem.Termunten, Sectie E., nrs. 668 en 669, voor de som van vijf honderd en tien gulden 31.

5 19 februari (notaris mr.willem Augustijn Offerhaus te Nieuwolda) Akte van verkoop door Jurjen Ennes Dalman, van beroep smid en wonende te Woldendorp, namens de Wed.Drenth van Woldendorp, aan Jan Harmens Olgers, landbouwer en wonende te Woldendorp, het recht van beklemming op de heemsteden liggende onder Woldendorp langs de grindweg van het bij het Kadaster onder de Gemeente Termunten, Sectie E., bekende nummer 473, voor de som van vijf honderd en ééenvijftig gulden. 16 februari (notaris mr.willem Augustijn Offerhaus te Nieuwolda)) Akte van verkoop door Jan Harmens Olgers, landbouwer en wonende te Woldendorp aan Jan Hendriks Bons, van beroep timmerman en Aagtje Andries Blauw, echtelieden, wonende te Woldendorp, het recht van beklemming van een vierde gedeelte van het te Woldendorp in de Gemeente Termunten in Sectie E., bekende kadastrale nummer 979, voor de som van twee honderd gulden. 14 augustus (notaris mr.mr.willem Augustijn Offerhaus te Nieuwolda) Akte van verkoop met voorwaarden door Jan Harmens Olgers, landbouwer en wonende te Woldendorp, aan Jan Hendriks Bons,van beroep timmerman en Aagtje Andries Blauw, echtelieden en wonende te Woldendorp, het recht van beklemming van twee-derde gedeelte, zoals afgebakend, kad.bek. Gem.Termunten, Sectie E., nummer 1030, verkocht voor de som van zes honderd gulden. Aan Hendrik Jans Bons, van beroep wagenmaker en wonende te Woldendorp van hetzelfde kadastrale nummer één-derde gedeelte, zoals afgebakend, voor de som van drie honderd gulden. 15 november (notaris mr. Willem Agustijn Offerhaus te Nieuwolda) Akte van lening met voorwaarden door Antje Klaassens Geertsema, weduwe Meijer, renteniersche en wonende te Heveskes, ten laste van Jan Harmens Olgers, de som van zeven honderd gulden. 8 januari 1908 Bij het overlijden van Jan Harmens Olgers, werd door zijn enigste zoon Harm Olgers als erfgenaam bij de aangifte voor het recht van Successie het volgende verklaard: dat de erflater tot zijn enige erfgenaam had nagelaten zijn uit zijn huwelijk met IJktje Kremer, zonder beroep, wonende te Woldendorp, geboren hierboven genoemde zoon Harm Olgers; dat de nalatenschap der erflater, waartoe geen effecten en rentegevende schuldvorderingen behoorden, enkel en alleen bestond in de helft der algehele gemeenschap van goederen, bestaan hebbende in het huwelijk der bovengenoemde echtelieden Jan Olgers en IJktje Kremer; welke gemeenschap ten dage van het overlijden der erflater was samengesteld als volgt: baten ten bedrage van f. 3825,-- schulden f. 2693, gemeenshappelijk saldo f. 1132,-- was dus voor de helft der erflaters nalatenschap f. 566,-- verminderd met zijn begrafeniskosten f. 50, rest f. 516,-- is geërfd en verkregen door de aangever Harm Olgers voor het geheel dat onder de baten der gemeenschap is begrepen en voor de helft tot de nalatenschap van de erflater behoorde: baten: 1. een behuizing met eigen erf, tuin en grond te Woldendorp, kadastraal bekend gemeente Termunten, sectie E., nrs. 759 en 760, tezamen ter grootte van 92 aren hectare, 8 are, 20 centiare eigen land onder Woldendorp, kadastraal bekend gemeente Termunten, sectie E., nr het recht der vaste altijd durende verervende beklemming van 74 are, 70 centiare land onder Woldendorp, kadastraal bekend gemeente Termunten, sectie E., nr. 662, doende jaarlijks op Martini tot vaste huur van f.15,-- 32.

6 22 juni Bij het overlijden van IJktje Pieters Kremer, weduwe van Jan Olgers, werd door haar enigste zoon Harm Olgers als erfgenaam bij de aangifte voor het recht van Successie het volgende verklaard: dat de nalatenschap der erflaatster, waartoe geen effecten en rentegevende schuldvorderingen behoorden, ten dage van haar overlijden was samengesteld als volgt: baten ten bedrage van f. 1912,50 schulden f. 1408, batig saldo f. 504,32 Geërfd door de aangever voor het geheel. Dat onder die baten begrepen was de helft gemeen en onverdeeld in: zie aangifte hierboven, 8 januari De overledene geen goederen bezat als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik, en dat door haar overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging waren overgegaan of vervallen. C.-V.-ab. Aaltje Harmens Olgers, dochter van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 8 augustus 1825, overleden te Oostwold op 4 maart Zij is getrouwd te Midwolda op 18 september 1848, met Geert Alberts Paap, zoon van Albert Pieters Paap en Jantje Geerts Brokham, geboren te Finsterwolde op 25 juni 1817, van beroep schipper, overleden te Oostwold op 22 juli Harm Geerts Paap, volgt onder C.-VI.-ab. 2. Albert Geerts Paap, volgt onder C.-VI.-ac. 3.. Trijntje Geerts Paap, volgt onder C.-VI.-ad. 4. Jantje Geerts Paap, volgt onder C.-VI.-ae. biografische gegevens: Verklaring van de burgemeester der Gemeente Midwolda, dat Aaltje Olgers, weduwe van Geert Paap, gewoond hebbende te Oostwold en overleden te Oostwold op 4 maart 1910, geen roerende of onroerende zaken heeft nagelaten en dat door haar overlijden geen vruchtgebruik, fideï-commis of periodieke uitkering is vervallen of bij opvolging is overgegaan, C.-V.-ac. Anneke Harmens Olgers, dochter van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder, (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 19 december 1827, overleden aldaar op 30 mei

7 C.-V.-ad. Walderikus Harmens Olgers, zoon van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder, (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 16 maart 1830, van beroep akkerbouwer, overleden te Midwolda op 18 januari Hij is getrouwd te Beerta op 2 april 1875, met Eltje Harms Reit, dochter van Harm Harms Reit en Geertjen Jans Bos, geboren te Beerta op 19 november 1837, overleden te Midwolda op 29 september Uit dit huwelijk geen kinderen. biografische gegevens: september Bij het overlijden van Walderikus Olgers, weduwnaar van Eltje Harms Reit, werd door de erfgenamen bij de aangifte voor het recht van Successie het volgende verklaard: dat van de daarin aangegeven zaken als behorende tot de huwelijksgemeenschap waarin Eltje Reit en Walderikus Olgers gehuwd waren, thans nog aanwezig is: de eigendom in beklemrechterlijken zin van een behuisde heemstede te Beerta, kadastraal bekend aldaar, Sectie I., nrs en 1806, samen groot 5,90 are van de beklemming in gebruik bij Klaas Kluter, naar een jaarlijks op St.Martini verschijnende vaste huur van f.2,50. roerende lichamelijke goederen thans door de aangevers geschat op een gezamenlijke waarde van f.20,-- dat de daartoe behoort hebbende roerende goederen eerder verkocht zijn aan Janus Klaassens, schoenmaker te Oostwold, blijkens akte van 13 october 1917, verleden voor notaris mr. A.H.Koning te Finsterwolde, voor een prijs van f.6000,--, welke koopsom niet geheel was voldaan bij het overlijden van Walderikus Olgers, zodat nog een vordering van deze zaak bestond, groot f. 5000,--, waarvan jaarlijks 5% rente werd vergoed op 1 februari en 1 augustus halfjaarlijks, bij het overlijden van de erflater verschuldigd sinds 1 augustus dat de erflater verder geen goederen als bezwaarde erfgenaam bezat of in vruchtgebruik bezat en door zijn overlijden geen periodieke uitkeringen zijn vervallen of bij opvolging overgegaan. dat de erfgenamen niet bekend is, dat tengevolge van zijn overlijden krachtens tussenkomst van levensverzekeringen, uitkeringen in kapitaal of renten moet plaats hebben. Hendrik Harmens Olgers Stijntje Hendriks Wanmaker 34.

8 C.-V.-ae. Hendrik Harmens Olgers, zoon van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder, (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 5 september 1832, van beroep molenaar en bakker, overleden te Midwolda op 28 april Hij is getrouwd te Midwolda op 3 april 1863, met Stijntje Hendriks Wanmaker, dochter van Hendrik Harms Wanmaker en Trijntje Harms Wijnholt, geboren te Oostwold op 26 november 1838, overleden te Beerta op 30 maart Trientje Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-af. 2. Harm Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-ag. 3. Hendrik Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-ah. 4. Jan Hendrik Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-ai. 5. Harm Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-aj. 6. Meindert Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-ak. 7. Aaltje Hendriks Olgers, volgt onder C.-VI.-al. biografische gegevens: 35.

9 Op 24 mei 1872 kocht Hendrik Harmens Olgers in gemeenschap met zijn vrouw Stijntje Wanmaker van de erven Ida Berends Craker, weduwe van Reinder Kornelis Dijksterhuis een behuizing met de vaste altijd durende en in alle liniën verervende beklemming van het erf en de tuin, groot tezamen vijftien aren en dertig centiaren, staande en gelegen te Beerta, kadastraal bekend Sectie I., nummers 893 en 894, met een vrije overvaart en overgang van de Heereweg tot naar het Beersterdiep, voor de koopsom van negentien honderd gulden f. 1900,-- Kort daarna in 1872 gaf Hendrik Harmens Olgers met zijn vrouw Stijntje Wanmaker opdracht (naam bouwer onbekend) een wind- koren- en pelmolen te bouwen achter zijn bestaande woning in Beerta. Het werd een zeskante bovenkruier met stelling, geasphalteerd hout op stenen tussen- en onderstuk en gelijke houten kap. Het achtkant, kap en roeden waren afkomstig van een koren- en pelmolen aan het Boterdiep Zz. te Bedum., gebouwd in Voor het bouwen van deze molen was veel geld nodig en er werd dus een lening afgesloten groot tien duizend vijf honderd gulden met een rente van 5% per jaar tussen Menno Alberts Buiskool, landbouwer te Beersterhoogen en Hendrik Harmens Olgers Tot zekerheid voor de terugbetaling der hoofdsom, de voldoening der interest en de kosten, verklaarde Hendrik Harmens Olgers voor deze lening tot speciaal 1e hypotheek te stellen: De wind, koren- en pelmolen met de daarnaast staande woning en de vaste altijd durende verervende beklemming van het erf en de tuin daarbij behorende, groot tezamen vijftien aren, dertig centiaren, staande en gelegen te Beerta. Op 30 maart 1889 overleed Stijntje Wanmaker Bij het overlijden van Stijntje Wanmaker werd door haar echtgenoot Hendrik Olgers namens zijn drie minderjarige zoons Hendrik Jan en Meindert Olgers, als erfgenamen, bij de aangifte voor het Recht van Successie het volgende verklaard: Dat de overledene geen goederen als bezwaarde erfgename of in vruchtgebruik bezat en door haar overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging zijn overgegaan of zijn vervallen. Dat de erflateresse met haar echtgenoot bovengenoemd is gehuwd geweest in volledige gemeenschap volgens`de tegenwoordige wet. Dat de nalatenschap van de erflateresse bestaat uit de ongescheiden helft in het navolgende: Actief: a. een behuizing met den daarachter staande koren- en pelmolen te Beerta, bij het kadaster bekend als Sectie I., nr. 593 en 1162, samen groot vijftien are en dertig centiare, geschat op een verkoopwaarde ten dage van het overlijden van f ,-- b. meubelen huisraad, kleding, linnen, levende have en verdere lichamelijke roerende goederen, geschat op f. 1083,-- c. contanten op het ogeblik van het overlijden in de boedel aanwezig f. 212, f ,-- voor de helft f. 5647,-- Passief: Een schuldbekentenis wegens geleende gelden ten laste van de boedel en ten voordele van Menno Alberts Buiskool te Beersterhoogen, met rente van vier procent te betalen jaarlijks op 1 november, gegrond in een acte houdende obligatie en hypotheekstelling, van 22 november 1872, verleden voor mr.j.fresemann Victor, notaris te Winschoten, bij vernieuwing overgeschreven 10 december 1879, deel 26, nummer 11, groot in hoofdsom f ,-- voor de helft f. 5250,-- Het actief bedroeg f. 5647,-- zodat deze nalatenschap een zuiver saldo oplevert van f. 397,-- Beerta, 31 oktober

10 De zoon Hendrik Olgers junior ging in mei 1897 trouwen en nam de woning met molen volgens onderstaande boedelscheiding van zijn vader over. Hendrik Olgers senior vertrok in april 1897 naar Midwolda en ging bij zijn dochter Trientje Olgers, echtgen. van Christiaan Herenius inwonen. In Midwolda was Hendrik Olgers enige jaren "hulpmolenaar en bakker" op de molen van de familie Kranenborg te Oostwold. BOEDELSCHEIDING In tegenwoordigheidvan den edelachtbaren Heer meester Jan Willem Schepers, kantonrechter in het kanton Winschoten, wonende te Winschoten zijn voor Geert Witjes, notaris te Nieuwe Schans in bijzijn der na te noemen getuigen verschenen: 1e. de Heer Hendrik Olgers, bakker, wonende te Beerta, weduwnaar van Stijntje Wanmaker. 2e a. Christiaan Herenius, huisschilder te Midwolda als in algeheele gemeenschap van goederen gehuwd met Trientje Olgers. b. Hendrik Olgers, molenaar te Beerta. c. Jan Olgers, onderwijzer te Koevorden. d. Hendrik Olgers, sub één genoemd, als vader en voogd over zijn minderjarige zoon Meindert Olgers, onderwijzer te Nieuwe Schans, waarover toeziend voogd is Jan Wanmaker, bode te Beerta, hiermede als zoodanig tegenwoordig. Welke verklaarden te willen scheiden en verdeelen de algeheele huwelijksgemeenschap, bestaan hebbende tusschen den eersten comparant en nu wijlen genoemde zijne echtgenoote en de nalatenschap van laatstgenoemde die te Beerta is overleden den dertigsten Maart achttien honderd negenentachtig, tot eenige erven naar de wet achterlatende hun vier kinderen uit voormeld huwelijk, Trientje- Hendrik-Jan- en Meindert Olgers voormeld, ieder voor één vierde. Dat van genoemde huwelijksgemeenschap en nalatenschap inventaris is opgemaakt den veertienden Mei achttien honderd en negenentachtig in onderhandschen vorm, in triplo geregistreerd te Winschoten den zeventienden Mei achttien honderd en negenentachtig, deel achtenvijftig, folio vierenzestig, verso, vak J., twee bladen, geen renvooi. Ontvangen voor recht twee gulden veertig cents. De Ontvanger (geteekend) Later ter Griffie van het Kantongerecht gedeponeerd, waarbij de roerende goederen door een beeedigd deskundige zijn geschat, samen op twaalf honderd vijfennegentig gulden f. 1295,00 waaronder aan contanten twee honderd twaalf gulden f. 212,00 dat de onroerende goederen tot deze mandeeligheid behoorende zullen worden geschat door de heeren Albert Mennes Buiskool, rentenier te Beerta, Wubbo Groen, bakker aldaar en Jan Beukema, huisschilder aldaar, door belanghebbenden benoemd en door de heer kantonrechter voormeld beeedigd, hiermede tegenwoordig, dat volgens verklaring van de deelgenooten tot voormelde gemeenschap behoort: e Eene behuizing, met erf en grond, met koren- en pelmolen, staande en gelegen te Beerta, kadastraal bekend Sectie I., nummers 893 en 1162, groot vijftien are, dertig centiare, doende jaarlijks op primo Mei tot vaste huur twaalf gulden, door den deelgenoot sub één met gemelde zijne echtgenoot verkregen bij acte van den vierentwintigste Mei achttien honderd tweeenzeventig voor notaris meester Jan Freseman Victor te Winschoten, verleden, ten kantore van hypotheken te Winschoten, overgeschreven den vierentwintigsten juni daaraanvolgende in deel 251, nummer 87 door de deskundigen geschat op tien duizend vijf honder gulden f ,00 2e de roerende goederen bij voormelden inventaris gewaardeerd met gemelde contanten, samen twaalfhonderd vijf en negentig gulden f. 1295,00 waarvan geen nadere schatting wordt verlangd Samen elf duizend zeven honderd vijfennegentig gulden f , Schulden Aan nu wijlen Menno Buiskool, in leven landbouwer te Beetsterhoogen en aldaar overleden, echtgenoot van Janna Lammerts Polling te Beerta, de som van tiene duizend vijfhonderd guldens f ,00 37.

11 rentende op den eersten Mei naar vier procent, krachtens acte van obligatie en hyputheekstelling, den twee en twintigsten November achttien honderd tweeenzeventig voor notaris meester Jan Freseman Victor te Winschoten verleden, uit kracht van welke acte voor gemeld bedrag bij vernieuwing is genomen ten kantore van hypotheken te Winschoten den tienden December achttien honderd negen en zeventig in deel 26, nummer 81 een jaar rente lopende tot Mei aanstaande vier honderd en twintig guldens f. 420,00 Samen tien duizend negen honderd twintig guldens f , Zoodat er te verdeelen overblijft acht honderd vijfenzeventig guldens f. 875,00 Waarin de deelgenoot sub één voor de helft ad vier honderd zevenendertig guldens vijftig cents f. 437,50 en de wederhelft ad vier honderd zevenendertig guldens vijftig cents f. 437,50 de nalatenschap uitmaakt van de erflaatster voormeld, die door hare kinderen erfgenamen wordt verkregen, ieder voor een vierde, ad honderd negen gulden zeven en dertig en een halve cent f. 109,37½ zullen de kosten der scheiding en verdeeling uit de hand worden betaald. Nadat al het vorenstaande door den heer kantonrechter was nagezien en goedgekeurd is tot de scheiding overgegaan en met onderling goedvinden toebedeeld Aan den deelgenoot Hendrik Olgers, sub twee b voormeld, de goederen sub één en twee voornoemd, voor de geschatte waarde van samen elf duizend zeven honder en vijfennegentig gulden f ,-- zijn aandeel bedraagt honderd negen gulden zevenendertig en een halve cent f. 109,37½ zes honderd vijfentachtig guldens twee en zestig en een halve cent f ,62½ Aan den deelgenoot Hendrik Olgers sub één genoemd voor zich zelf van voormelde overbedeelde som, vier honderd zeven en dertig gulden vijftig cents... f. 437,50 zijn aandeel bedragende. Aan denzelfden, als vader en voogd over zijn minderjarigen zoon Meindert Olgers van voormelde overbedeelde som honderd negen gulden zeven en dertig en een halve cent f. 109,37½ het aandeel van dien minderjarigen bedragende Aan den deelgenoot Christiaan Herenius, sub twee a voornoemd van de overbedeelde som honderd negen gulden zeven en dertig en een halve cent f. 109,37½ het aandeel zijner echtgenoot bedragende en Aan den deelgenoot Jan Olgers, sub twee c voornoemd van de genoemde overbedeelde som honderd negen gulden zeven en dertig en een halve cent f. 109,37½ zijn aandeel bedragende. zullende met de resteerende overbedeelde som ad tien duizend negen honderd twintig guldens... f ,00 door den deelgenoot Hendrik Olgers, sub twee b voormeld de voormelde boedelschulden van dat bedrag worden afbetaald. Met deze scheiding en verdeeling verklaren de deelgenoten volkomen genoegen te nemen, het aan ieder hunner toebedeelde aandeel naar genoegen te hebben ontvangen, daarover over en weer kwiteeren, zijnde de toescheiding geschied van de onroerende goederen, de gebouwen met al hetgeen daaraan aard, paal, muur en nagelvast is of als zoodanig naar de wet moet worden gehouden, erf, hof, tuin en landerijen met boomen en beplantingen, de onroerende goederen zooals ze daar zijn een en ander met alle daaraan verbonden lusten, rechten en voordeelen, lasten, servituten en bezwaren, andere dan hypthecaire met servituten en erfdienstbaarheden, zoo heerschende als lijdende, geene uitgezonderd of voorbehouden, zoo en invoege wordt bezeten en met de acte van aankomst of op eenige andere maniere kan worden verdedigd 38.

12 Om dadelijk te aanvaarden met de lasten vanaf den eersten Januari jongstleden voor rekening en ten laste van den verkrijger der onroerende goederen, die de vaste huur zal moeten betalen op den verschijning in dezen jare met al de wegens deze overgang verschuldigde geschenken. Goedgekeurd wordt de doorhaling van vier woorden en drie cijfers en daarvoor in de plaats telling van vier honderd twintig guldens f. 420,00, vier woorden en drie cijfers in den negenentwintigsten regel van boven op de tweede bladzij. Waarvan, acte in minuut. Gedaan en verleden in bijzijn van den heer Jan Abels Ruibing, logementhouder te Winschoten en van Aaldirk Timmer, klerk te Nieuweschans, als getuigen den notaris persoonlijk bekend, evenals de comparanten welke allen duidelijk na gedane voorlezing dezer acte nevens den notaris hebben geteekend te Winschoten den vierentwintigsten april achttienhonderd zevenennegentig. Onderstaand de geschiedenis van de molen te Oostwold, waar Hendrik Olgers senior enige jaren hulpmolenaar en bakker was. De koren- en pelmolen van S.Schaub, welke stond aan de Goldhoorn. De geschiedenis van deze molen gaat al terug tot de 18e eeuw. De eerste eigenaars waren Johannes L.Roelfsema en J.H.Post. Op 11 september 1819 legde een felle brand de molen in de as, waarna Hendrik Post uit Winschoten de restanten verkocht aan Albert Kranenborg. De koopprijs voor het overgebleven achtkantige muurwerk en het voorhanden zijnde ijzerwerk bedroeg f.5000,-- nieuwe eigenaar herbouwde de molen in Het werd een molen met een rieten kap, twee zelfzwichtende roeden, een vlucht van 22 meter, twee koppels maalstenen en twee pelstenen.deze molen werd bediend door Hendrik Olgers. In deze molen werd graan gemalen tot meel. Van dit meel werd brood en beschuit gemaakt. Een mooie anekdote uit die tijd. Als de kinderen een kromme of scheve beschuit kregen, dan zeiden ze: "dit is een Hendrik Olgers beschuit". 39.

13 Op 1 augustus 1885 verkocht Albert Kranenborg de molen, het erf, de tuin en twee huizen voor f.14000,-- aan zijn zoon Nanno. Vier generaties Kranenborg hebben de molen in bezit gehad. De laatste verkocht het aan Siebo Schaub in Molenmaker Roemeling herstelde de molen gedeeltelijk in 1952, doch helaas ging het bovenste gedeelte op 29 juni 1966 opnieuw door brand verloren. Slechts een restant van het opgaand muurwerk herinnert nog aan het verdwenen monument. Monumentaal is zeker nog in de Franse tijd gebouwd de z.g. "sarrieshut" in de nabijheid van de molen. Sarrie was in Groningen de naam van de ambtenaar die de belasting op het gemaal moest innen. Bij elke korenmolen lieten de Gedeputeerde Staten van de provincie een sarrieshut (een wacht- en vaak woonhuis van de commies) bouwen. Een oud volksrijmpje herinnert nog aan de sarrie: "de bakker, muller en de sarrie, 't is allemoal pakkelarrie". De Sarrieshut van Oostwold. Hendrik Harmens Olgers senior overleed op 28 april 1917 te Midwolda en is aldaar begraven. Bij het overlijden van Hendrik Harmens Olgers, werd door zijn oudste dochter Trientje Olgers, weduwe van Christiaan Herenius als erfgenaam en ook namens haar mede-erfgenamen bij de aangifte voor het Recht van Successie het volgende verklaard: Ondergetekende Trientje Olgers, weduwe van Christiaan Herenius, wonende te Midwolda, moeder voogdes over Harmanna, Stijntje en Hendrik Herenius, dochter van na te melden erflater, verklaart bij dezen, zo voor zich als namens hare mede-erfgenamen Jan Olgers, in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met Janke Krüger, wonende te Coevorden. Meindert Olgers, in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met Siene Smits, wonende te Winschoten allen kinderen van na te melden erflater en Gerrit Fokko de Wit, wonende te Rotterdam, ten dezen optredende als voogd over Stientje, Jantje en Hendrik, geboren uit het huwelijk van wijlen de echtelieden Hendrik Olgers, zoon van na te melden erflater en Fenje Siebrands. 40.

14 Dat den boedel van Hendrik Olgers, in leven gewoond hebbende te Midwolda en overleden aldaar op 28 april 1917, bij versterf behoort uit het volgende. Actief: Inleg bij de Vereniging Spaarbank te Midwolda f. 200,-- Rente van dit bedrag ad 4% vanaf 1 maart p.m. Eén 4% Pandbrief ten laste van de Winschoter hypotheekbank Serie C., nr. 856 f. 100,-- Eén 4 % idem, Serie D., nr. 801a. f. 100,-- Los geld f. 25,-- Lijfsgoederen ter waarde van f. 100, Totaal f. 525,-- Passief: Rekening van A.van IJzendijk, med.dokter en arts te Midwolda wegens de behandeling van de erflater, gedurende de drie laatste ziekten f. 26,30 kosten lijkkist f. 13,75 kosten graf en begraving f. 16, Totaal f. 86,85 Zodat het zuiver saldo van de voormelde boedel bedraagt vier honder achtendertig en vijftien cents. f. 438,15 Midwolda, 6 januari 1918 De aangeefster T.Olgers, Wed.Chr.Herenius erfgenamen : 3 kinderen, elk 1/4 deel f. 109,54 3 kleinkinderen, elk 1/12 deel f. 36,51 C.-V.-af. Harm Harmens Olgers, zoon van Harmen Jans Olgers en Trijntje Walderikus Mulder, (C.-IV.-aa.), geboren te Oostwold op 24 maart 1836, overleden aldaar op 17 maart C.-VI.-aa. Harmen Jans Olgers, zoon van Jan Harmens Olgers en Yktje Pieters Kremer (C.-V.-aa.), geboren te Woldendorp op 3 september 1865, overleden aldaar op 20 november

15 C.-VI.-ab. Harm Geerts Paap, zoon van Geert Alberts Paap en Aaltje Harmens Olgers (C.-V.-ab.), geboren te Oostwold op 6 februari 1849, van beroep timmerman, overleden te Winschoten op 20 april Hij is getrouwd te Beerta op 18 november 1876, met Janna Hendriks de Groot, dochter van Hendrik Haikes de Groot en Ella Wierts Jansen, geboren te Beerta op 24 oktober 1852, overleden te Winschoten op 24 september Elke Harms Paap, is geboren op 5 december 1878 te Beerta, overleden op 4 april 1898 o/d Beerta. 2. Aaltje Harms Paap, is geboren op 3 februari 1881 te Winschoten. 3. Geert Harms Paap, is geboren op 22 maart 1883 te Winschoten. 4. Hendrik Harms Paap, is geboren op 24 september 1885 te Winschoten. 5. Harm Harms Paap, is geboren op 23 februari 1890 te Winschoten. 6. Johannes Harms Paap, is geboren op 20 oktober 1892 te Winschoten. 7. Albert Harms Paap, is geboren op 27 augustus 1894 te Winschoten, overleden op 29 april 1896 aldaar. biografische gegevens: Uit Winschoter Courant van 21 april 1921: De timmerman Harm Paap, alhier, is gistermiddag op verschrikkelijke wijze om het leven gekomen. Werkzaam bij de in aanbouw Chr. M.U.L.O. school in de Clubstraat alhier, viel hij van den hogen steiger met het gevolg dat de 72-jarige oppassende man spoedig den geest gaf. De heer Paap was een ijverig man, een voorbeeld voor velen en die o.a. ook als voorzitter van de Chr.Werkliedenvereniging "Draagt Elkanders Lasten" alhier, steeds veel voor het verenigingsleven deed. C.-VI.-ac. Albert Geerts Paap, zoon van Geert Alberts Paap en Aaltje Harmens Olgers (C.-V.-ab.), geboren te Oostwold op 11 december 1850, van beroep molenaar, overleden te Eexta (Gem.Scheemda) op 7 juni Hij is getrouwd te Finsterwolde op 17 maart 1876 met Frouwke Jans Stel, dochter van Jan Stel en Berendtje Veenkant, geboren te Finsterwolde op 12 januari 1859, overleden te Winschoten op 23 september Geert Alberts Paap, is geboren op 31 augustus 1876 te Winschoten. 42.

16 Hij is voor de 2e maal getrouwd te Winschoten op 27 september 1877 met Engel Jurjens Zielvaart, dochter van Jurjen Renke Zielvaart en Marijke Derks Mooi, geboren te Wedde op 4 maart 1849, overleden te Scheemda op 16 december Marieka Alberts Paap, is geboren op 30 april 1878 te Winschoten. C.-VI.-ad. Trijntje Geerts Paap, dochter van Geert Alberts Paap en Aaltje Harmens Olgers (C.-V.-ab.), geboren te Oostwold op 25 januari 1858, overleden aldaar op 16 april C.-VI.-ae. Jantje Geerts Paap, dochter van Geert Alberts Paap en Aaltje Harmens Olgers (C.-V.-ab.) geboren te Wildervank op 18 maart 1867, overleden te Midwolda op 25 januari Zij is getrouwd te Midwolda op 8 juni 1891 met Sibrand Koerts Oudekerk, geboren te Midwolda op 25 augustus 1867, van beroep arbeider, overleden aldaar op 26 november Geert Sibrands Oudekerk, is geboren op 6 november 1891 te Oostwold. overleden op 14 november 1891 aldaar. 2. Geert Sibrands Oudekerk, is geboren op 5 juni 1893 te Oostwold. 3. Grietje Sibrands Oudekerk, is geboren op 5 september 1895 te Oostwold. 4. Koert Sibrands Oudekerk, is geboren op 1 oktober 1897 te Oostwold. 5. Harm Sibrands Oudekerk, is geboren op 5 maart 1900 te Oostwold. 6. Aaltje Sibrands Oudekerk, is geboren op 3 februari 1908 te Oostwold. C.-VI.-af. Trientje Hendriks Olgers, dochter van Hendrik Harmens Olgers en Stijntje Hendriks Wanmaker (C.-V.-ae.), geboren te Oostwold op 16 juni 1863, overleden te Zwolle op 8 mei Zij is getrouwd te Beerta op 4 april 1896 met Christiaan Harmanus Herenius, geboren te Midwolda op 28 februari 1859, van beroep huisschilder, overleden te Midwolda op 24 september Harmana Christiaans Herenius, volgt onder C.-VII.-aa. 2. Stijntje Christiaans Herenius, volgt onder C.-VII.-ab. 3. Hendrik Christiaans Herenius, volgt onder C.-VII.-ac. 43.

17 biografische gegevens: 20 september 1893 (Mr. Arnold Hendrik Koning notaris te Finsterwolde) Bij een acte van scheiding voor de notaris Arnold Hendrik Koning te Finsterwolde, was aan Christiaan Harmanus Herenius toegescheiden een huis met beklemming van erf en tuin te Midwolda kadastraal bekend Sectie G., Gemeente Midwolda, nrs. 460 en 550, samen groot twaalf are, zeventig centiare, doende jaarlijks op St.Martini tot vaste huur van twaalf gulden. Christiaan Harmanus Herenius Trientje Hendriks Olgers Bij het overlijden van Christiaan Herenius op 24 september 1903 te Midwolda Memorie van aangifte ter voldoening aan de voorschriften van de Successiewet en naar aanleiding van het overlijden van Christiaan Herenius te Midwolda, den 24sten September Ondergeteekende Trientje Olgers, zonder beroep te Midwolda, weduwe Christiaan Herenius, voor zich en in hoedangigheid van moeder, voogdes over hare drie minderjarige kinderen gesproten uit haar huwelijk met wijlen haren voornoemde echtgenoot met name Harmanna Herenius, Stientje Herenius en Hendrik Herenius. verklaart: dat op den vierentwintigsten September 1900 en drie te Midwolda, alwaar hij zijn laatste woonplaats had, is overleden Christiaan Herenius tot zijne eenige erfgenamen naar de wet nalatende zijne drie kinderen gesproten uit zijn huwelijk met aangeefster, te weten de drie minderjarigen voormeld. dat de erflater met de aangeefster was gehuwd in algeheele gemeenschap. dat de erflater bij testament den 12den Augustus 1896 verleden voor mr.a.h.koning, notaris te Finsterwolde heeft ingesteld tot erfgename van zijne geheele nalatenschap zijne echtgenote de aangeefster. dat de erflater geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en tevens dat door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen zijn. dat de gemeenschap tusschen echtgenooten bestaan hebbende omvat, blijkens inventaris den 9den December 1903 verleden voor voornoemden notaris Koning. 44.

18 Actief: 1. De onroerende goederen, kadastraal bekend, gemeente Midwolda, sectie G., nrs. 460 en 550, samen groot 12 are, 70 centiare, doende jaarlijks op St.Martini tot vaste huur f.6,-- geschat op een verkoopwaarde ten dage van het overlijden van één duizend achthonderd gulden f. 1800,-- 2. Roerende lichamelijke goederen, als inboedel, sieraden, lijfstoebehoren, voorraden en gereedschappen geschat op twaalf honderd drieënzeventig gulden vijfentwintig cent f. 1273,25 3. Boekvorderingen dertienhonderd gulden f. 1300,-- ======= Totaal actief vier duizend drie honderd drieënzeventig vijfentwintig cent f. 4373,25 Passief: Huishoudelijke rekeningen, vorderingen van leveranciers van verfstoffen, glas enz. en doktersrekeningen samen vijf honderd en dertig gulden f. 530,-- doch in deze aangifte gesteld pro memoria dat de nalatenschap van den erflater bestaat uit Actief: de helft van het gemeenschappelijk actief twee duizend éénhonderd zesentachtig gulden tweeënzestig en een halve cent f. 2186,62½ Passief: begrafeniskosten van den erflater ad negentig gulden f. 90,-- ========= De helft van het gemeenschappelijk passief pro memoria Saldo de nalatenschap twee duizend zesennegentig gulden, tweeënzestig en een halve cent f. 2096,62½ Krachtens het aangehaald testament zou deze nalatenschap worden verkregen door de aangeefster. In verband echter met het wettelijk erfdeel van de kinderen verkrijgen van deze nalatenschap de aangeefster langst levende echtgenote en hare drie minderjarige kinderen legitimarissen ieder ¼ deel. Ter zake van deze aangifte wordt woonplaats gekozen ten huize van den aangeefster. 45.

19 C.-VI.-ag. Harm Hendriks Olgers, zoon van Hendrik Harmens Olgers en Stijntje Hendriks Wanmaker (C.-V.-ae.), geboren te Oostwold op 8 mei 1865, overleden aldaar op 28 december C.-VI.-ah. Hendrik Hendriks Olgers, zoon van Hendrik Harmens Olgers en Stijntje Hendriks Wanmaker (C.-V.-ae.), geboren te Oostwold op 24 mei 1867, van beroep molenaar te Beerta, overleden te Beerta op 7 juli Hij is getrouwd te Beerta op 22 mei 1897 met Fenje Tallegien Siebrands, geboren te Ekamp (Gem.Finsterwolde) op 14 december 1874, overleden te Groningen op 24 januari Stientje Jantina Hendriks Olgers, volgt onder C.-VII.-ad. 2. Jantje Hendriks Olgers, volgt onder C.-VII.-ae. 3. Hendrik Hendriks Olgers, volgt onder C.-VII.-af. Na het overlijden van Hendrik Hendriks Olgers op 7 juli 1900 te Beerta: biografische gegevens: Memorie van aangifte ter voldoening aan de voorschriften der Successiewetten naar aanleiding van het overlijden van Hendrik Olgers te Beerta den 7 Juli Ondergeteekende Fenje Talje Siebrands, weduwe Hendrik Olgers, molenaarsche te Beerta in hoedanigheid van moeder voogdesse over hare drie minderjarige kinderen gesproten uit haar huwelijk met wijlen Hendrik Olgers te weten: Stientje Olgers, Jantje Olgers en Hendrik Olgers. verklaart: dat op den zevenden Juli negentienhonderd te Beerta, alwaar hij zijne laatste woonplaats had is overleden Hendrik Olgers, tot zijne eenige erfgenamen naar de wet nalatende zijne drie kinderen de minderjarigen voornoemd ieder voor een derde. dat erflater met aangeefster was gehuwd in algeheele gemeenschap. dat erflater geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat en tevens dat door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn overgegaan of vervallen zijn. dat de gemeenschap tusschen de echtgenooten bestaan hebbende omvat blijkens onderhandsche inventaris geregistreerd te Winschoten den 15 Januari 1901, deel 66, folio 196 recto vak 3 Actief 1. De onroerende goederen kadastraal bekend Gemeente Beerta, sectie I., nummer 893 en 1640, samen groot 15 are, 30 centiare, doende jaarlijks op1 Mei tot vaste huur twaalf gulden, geschat op een verkoopwaarde ten dage van het overlijden van elf duizend vijf honderd gulden. f ,-- 2. Roerende lichamelijke goederen en contanten één duizend en zestig gulden, vijftig cent f. 1060, Totaal gemeenschappelijk actief twaalf duizend vijf honderd en zestig gulden en vijftig cent f ,50 46.

20 Passief 1. Eene hypothecaire voordering wegens op den 20 April 1897 geleende gelden ten behoeve J.Toxopeus, landbouwer te Beersterhoogen, blijkens daarvan opgemaakt hypotheek, acte den 24 April 1897 verleden voor notaris G.Witjes te Nieuwe Schans, rentende 4% op 1 November groot in hoofdsom elf duizend vijf honderd gulden f ,-- 2. Eene onderhandsche vordering wegens op den 1 Mei 1897 geleende gelden ten behoeve de weduwe en erven N.Kranenborg te Midwolda blijkens daar van op dien datum afgegeven, door den erflater op rechtsgeldige wijze onderteekend, onderhandsche schuldbekentenis rentende jaarlijks op 1 Mei naar 4½ % groot in hoofdsom één duizend gulden f. 1000,-- Het is aangeefster niet gebleken, dat de hypotheek acte sub 1 is opgemaakt en de schuldbekentenis sub 2. is opgemaakt of afgegeven met het doel de betaling van successierechten in deze nalatenschap te ontgaan; zij is verder overtuigd dat de voormelde onderhandsche schuldbekentenis reeds voor het overlijden in de macht van den betrokken schuldeischer is geweest. 3. Loopende renten van de post sub 1. drie honderd en vijftien gulden twee en zestig cent f. 315,62 4. Loopende rente van de post sub 2. acht gulden zeven en dertig cent f. 8, Totaal gemeenschappelijk passief twaalf duizend acht honderd drie en twintig gulden negen en negentig cent f ,99 dat de nalatenschap van den erflater bestaat uit: Actief: de helft van het gemeenschappelijk actief zes duizend twee honderd en tachtig gulden vijfentwintig cent f. 6280,25 Passief: de helft van het gemeenschappelijk passief ad zes duizend vier honderd en elf gulden negenennegentig en een halve cent f. 6411,99½ begrafeniskosten van den erflater f. 50, Totaal passief zes duizend vier honderd eenenzestig negenennegentig ½ cent f ½ Nadeelig saldo der nalatenschap honderd éénentachtig gulden vierenzeventig en een halve cent. Deze nalatenschap wordt verkregen door de drie erfgenamen naar de wet ieder voor hun ab intestato aandeel. Ter zake van deze aangifte wordt woonplaats gekozen ten kantore van mr.a.h.koning te Finsterwolde. Verkoop molen: Op heeden den dertienden december negentienhonderd en één ter verzoeke in tegenwoordigheid van mejuffrouw Fenja Siebrands, molenaarsche, wonende te Beerta, weduwe van Hendrik Olgers, voor zich en in hare hoedanigheid van moeder, voogdesse over haar drie minderjarige kinderen uit haar gemeld huwelijk met name Stientje, Jantje en Hendrik Olgers, over welken minderjarige kinderen is toeziend voogd de heer Jan Olgers, onderwijzer te Coevorden. Ben ik meester Arnold Hendrik Koning, notaris in het arrondissement Winschoten ter standplaats Finsterwolde, den avond te zeven uur te Beerta, ten huize van de logementhouder Tjerk Hoek, overgegaan tot de openlijke veiling ter verkooping van het navolgende onroerend goed, waartoe de vereischte rechterlijke machtiging is verleend, ad. Een wind- koren- en pelmolen met bijbehorende behuizing erf en grond te Beerta, zijnde beklemd, bij het kadaster bekend in Sectie I., der gemeente Beerta, onder nummers 893 en 1640, groot vijftien are, dertig centiare, doende jaarlijks op primo mei tot vaste huur de som van twaalf gulden, door wijlen Hendrik Olgers verkregen bij scheiding den vierentwintigsten april achttienhonderd zevenennegentig verleden voor Geert Wirtjes, notaris te Nieuwe Schans, terwijl de laatst bekende overschrijving heeft plaats gehad ten kantore van hypotheken te Winschoten den vijfden juli achttienhonderd zevenennegentig in deel 463, nummer 82. Deze veiling zal geschieden op de volgende voorwaarden. 47.

21 Hierna volgden zestien vaste openbare verkoopvoorwaarden: Na openlijke voorlezing van al het vorenstaande en na herhaalde openlijke veiling, bleek hoogste bieder te zijn geworden, het omschreven goed met de som van vijf duizend vier honderd gulden, Barteld Schiphuis, van beroep smidsknecht wonende te Winschoten. Daarna is door de verkoopster aan voormelde hoogste bieder op de omschreven voorwaarden en voor de geboden som toewijzing verleend, welke door hem hierbij tegenwoordig is aangenomen. Mede verscheen de heer Johannes Toxopeus, landgebruiker te Beersterhoogen, echtgenoot van de hypothecaire creditrice mejuffrouw Grietje Annette Buiskool, die verklaarde de thans geheel verkochte liggende hypotheek te royeren, tegen de ontvangst van de kooppenningen. Voor den toeziende voogd verscheen Tammo Bakker, notarisklerk te Finsterwolde als gemachtigde blijkens onderhandsche volmacht welke na door den gemachtigde in tegenwoordigheid van den notaris voor echt te zijn erkend en ten blijke daarvoor door hen allen te zijn geteekend en aan deze acte is gehecht om daarmee ter registratie te worden aangeboden. Waarvan acte in minuut. Gedaan en verleden te Beerta in tegenwoordigheid van Gerbe Smilda, uitveiler, te Finsterwolde en van Tjerk Hoek, logementhouder te Beerta, beiden evenals de comparanten aan den notaris bekend, als getuigen En is deze acte door de comparanten, de getuigen en den notaris onderteekend, onmiddellijk na gedane voorlezing. C.-VI.-ah. begraafplaats te Beerta Fenje Tallegien Siebrands is op 1 maart 1907 te Midwolda voor de 2e keer getrouwd met Gerrit Fokke de Wit, zoon van Wijchert de Wit en Mettje Houwen, geboren te Midwolda op 8 december 1871, van beroep buitenvaarder (kapitein), overleden te Rotterdam, datum onbekend. Fenje Tallegien Siebrands is op 20 mei 1915 met haar echtgenoot Gerrit Fokke de Wit en haar kinderen vertrokken naar Groningen. Na het overlijden van Fenje Tallegien Siebrands op 24 januari 1916 te Groningen, is Gerrit Fokke de Wit met zijn stiefkinderen vertrokken naar Rotterdam. 48.

22 Fenje Tallegien Siebrands biografische gegevens: Acte van huwelijksvoorwaarden Op heden den zevenentwintigsten Februari negentienhonderd en zeven, verschenen voor mij Meester Arnold Hendrik Koning, notaris in het arrondissement Winschoten, ter standplaats Finsterwolde. de heer Gerrit Fokke de Wit, buitenvaarder, wonende te Midwolda, als bruidegom ter eene zijde en mejuffrouw Fenje Talje Siebrands, koopvrouw, wonende te Midwolda, weduwe van Hendrik Olgers, als bruid ter andere zijde. Comparanten verklaarden eerlang met elkander te willen aangaan op de navolgende voorwaarden een huwelijk: Vooreerst. Tusschen de echtgenooten zullen ongemeen zijn: a. alle onroerende goederen en schulden, die ieder der echtgenooten bij de voltrekking des huwelijks mocht bezitten. b. hetgeen hierna als aangebracht uitdrukkelijk wordt vermeld. c. al hetgeen zij actief of passief staande huwelijk bij erfenis, scheiding of uiterste wilsbeschikking zullen verkrijgen. Ten tweeden. Tusschen de echtgenooten zal gemeen zijn, winst en verlies staande huwelijk gemaakt. Door de echtgenooten wordt ten huwelijk aangebracht: a. door de comparante bruid, behalve het haar toebehoorende onroerend goed, en de daarop rustende hypotheekschulden 1. Roerende lichamelijke goederen, in totaal f. 1689,-- 2. Contanten, de som van zes honderd gulden f. 600,-- Terwijl haar boedel bezwaard is met huishoudelijke en winkelschulden tot een bedrag van vijf honderd gulden. b. door den comparant bruidegom, behalve zijn ongescheiden aandeel in de nalatenschappen zijner ouders 1. Kleederen en lijfdracht, geschat op drie honderd gulden f. 300,-- 2. Een derde aandeel in het gaffelschoenerschip genaamd "Anna", varende onder Hollandsche vlag, thuisbehoorende in Groningen, geschat op drie duizend gulden f. 3000,-- De comparante bruid verklaarde dat zij nog bezat een ongescheiden aandeel in den nalatenschap haars vaders en derden. De bruidegom stelt de bruid in tot eenige erfgename zijner nalatenschap, terwijl de bruid, den bruidegom insteld tot vruchtgebruiker harer geheele nalatenschap met vrijstelling van de verplichting om terzake dat vruchtgebruik zekerheid te stellen, zulks levenslang Waarvan akte, in minuut opgemaakt 49.

23 Verleden te Midwolda, in tegenwoordigheid van den heer Lambertus Markus Bruins, candidaat-notaris, en Girbe Smilda, zonder beroep, beiden wonende te Finsterwolde, als getuigen, die met de comparanten aan mij notaris bekend zijn. En is deze akte, onmiddellijk na voorlezing, onderteekend door de comparanten, de getuigen en mij notaris. Memorie van aangifte der nalatenschap van mejuffrouw Fenje Tallegien Siebrands, gewoond hebbende te Groningen en aldaar den 14e Januari 1916 overleden De ondergeteekende Gerrit Fokke de Wit, scheepskapitein, wonende te Rotterdam, in hoedanigheid van voogd over de minderjarigen Stientje Jantine, Jantje en Hendrik Olgers. Ter zake dezer aangifte, domicilie kiezende ten kantore van den notaris W.van Bommel van Vloten te Groningen verklaart: dat op den 24e Januari 1916 te haren laatste woonplaats Groningen, is overleden, mejuffrouw Fenje Tallegien Siebrands, tot eenige erfgenamen volgens de wet nalatende hare drie uit haar huwelijk met wijlen den heer Hendrik Olgers, den 7e Juli 1900 te Beerta overleden, geboren kinderen, de opgemelde minderjarigen elk voor 1/3 gedeelte. dat zij voor de tweede maal is gehuwd geweest met den ondergeteekende in gemeenschap van winst en verlies blijkens acte van huwelijksvoorwaarden den 27e Februari 1907 voor den Notaris Mr.Koning te Finsterwolde verleden, welk huwelijk kinderloos bleef. dat blijkens gemelde acte van huwelijksvoorwaarden waarbij de erflaatster hem ondergeteekende instelde tot vruchtgebruik harer geheele nalatenschap, met vrijstelling om ter zake van dat vruchtgebruik zekerheid te stellen, zulks levenslang, ten huwelijk werd aangebracht: a. door de erflaatster behalve het haar toebehorende onroerend goed, de daarop rustende hypotheekschulden. Actief: 1. Roerende lichamelijke goederen door den aangever geschat op f. 268,-- 2. Effecten als: Twee pandbrieven, elk groot f. 500,--; rentende 4½%, per 1 januari en 1 juli ten laste van de Veendammer hypotheekbank, door den aangever geschat op 94% f. 940,-- Drie pandbrieven, elk groot f. 200,--, rentende 4½%, verschijnende 1 januari, ten laste als voren, als voren geschat op 94% f. 564,-- Drie schuldbekentenissen, elk groot f. 1000,--; rentende 5% per 1 februari en 1 augustus, ten laste van het Koninkrijk der Nederlanden, Staatslening 1914, waarde volgens de prijscourant 101½% f. 3017,50 Een pandbrief, groot f. 100,--, rentende 4%, ten laste der Internationale Bank voor Zakelijke Waarborg te Groningen, verschijnende 1 mei en 1 november, alsvoren geschat op 88% f. 88,-- Vier pandbrieven, elk groot f. 100,--, rentende 4%, per 1 januari en 1 juli, ten laste van de Winschoter Hypotheekbank, geschat op 40½% f. 162,-- Vier pandbrieven, elk groot f. 200,-- en 2 pandbrieven, elk groot f. 50,--, rentende 4% per 1 januari, ten laste van de Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam, waard volgens gemelde prijscourant 92% f. 828,-- Lopende rente dezer effecten, tot en met de sterfdag f. 82,30 Contanten ad f. 300,-- Samen f. 6469,80 Passief: aan de navolgende personen, allen wonende te Groningen wegens gedane diensten en geleverde goederen in 1915 en 1916, doch uiterlijk tot en met de sterfdag als: R.G.de Wit, timmerman en aannemer f. 10,42 P.Huizinga, arts f. 32,-- Bos en Meijering kledingmagazijn f. 51,05 N.J.A.F.Boerma, arts f. 10,50 de Fa.Hoijer, stoomververij f. 8,10 Fa.Zijlstra f. 84,60 B.G.de Wit voornoemd, huishuur vanaf 1 november 1915 tot en met den sterfdag ad f.65,-- per 3 maanden f. 60,48 Samen f. 257,15 Rest f. 6212,65 50.