Aan de slag met voor begeleiders. Three Ships versie 12

Transcriptie

1 Aan de slag met voor begeleiders Three Ships versie

2 Aan de gebruiker Wij stellen uw terugkoppeling zeer op prijs. Voor vragen en opmerkingen over Three Ships en de documentatie kunt u terecht bij uw supportafdeling. Rotterdam, 27 oktober 2014 Three Ships enterprises B.V. DISCLAIMER Three Ships enterprises werkt volgens vaste procedures om ervoor te zorgen dat de informatie in de documentatie correct en up-to-date is. Three Ships enterprises kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke onvolkomenheden in dit document of voor ongewenste resultaten of schade die voortkomt uit het gebruik van de informatie die dit document biedt. Three Ships enterprises B.V., 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Three Ships enterprises B.V. AdsmNSbeg12 doc2.0 ii

3 Inhoudsopgave Aan de gebruiker...ii Inhoudsopgave... iii Notatie... iv 1 Leren kan altijd en overal MOGELIJKHEDEN VOOR DOCENTEN EN BEGELEIDERS DE ONDERWERPEN IN DEZE HANDLEIDING Three Ships N@Tschool! in vogelvlucht DE MENU S, WERKRUIMTEN EN PORTAALPAGINA S DE DELEN VAN HET SCHERM NAVIGEREN IN THREE SHIPS N@TSCHOOL! DE ONLINE HELP RECHTEN IN THREE SHIPS N@TSCHOOL! Communiceren in Three Ships N@Tschool! EN EXTERNE WEBMAIL CHECKEN HET FORUM ZIEN WELKE GEBRUIKERS INGELOGD ZIJN Dossiers bekijken en beoordelen...19 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? DOSSIERS BEOORDELEN Studenten begeleiden...22 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? CONTACTGROEPEN TOEVOEGEN WIJZIGINGEN EN ONGELEZEN DOCUMENTEN BEKIJKEN THERMOMETERS INSTELLEN Het portfolio inzien en bijwerken...30 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? PORTFOLIODELEN BEKIJKEN DOCUMENTEN TOEVOEGEN EN BEWERKEN LOGBOEK VOLGEN Competentieprofielen inzien en bijwerken...35 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? COMPETENTIEPROFIELEN BEKIJKEN COMPETENTIEPROFIELEN WIJZIGEN Projecten begeleiden...40 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? WIJZIGINGENOVERZICHT BEKIJKEN PROJECTTHERMOMETERS AFLEZEN LOGBOEK VOLGEN FASERING AANPASSEN BEOORDELINGEN GEVEN Toetsen corrigeren...48 WAT HEBT U NODIG? WAT MOET U DOEN? TOETSEN HANDMATIG CORRIGEREN RESULTATEN VAN AUTOMATISCHE CORRECTIE BEKIJKEN EN AANPASSEN Bijlage 1: Gebruikers en groepen selecteren...53 AdsmNSbeg12 doc2.0 iii

4 Notatie Dit document hanteert de volgende symbolen en tekstconventies: Verwijst naar een ander document of een andere locatie in dit document waar u gedetailleerde informatie kunt vinden over het onderwerp. Vestigt uw aandacht op een belangrijk gebruiksaspect of op een andere bijzonderheid. Geeft een tip. Vetgedrukte tekst Vetgedrukte tekst met haken (>) Tekst in Courier New Geeft vaste programmaonderdelen aan, zoals velden, tabbladen en menuopties. Bijvoorbeeld: Klik op Bekijken om een bijlage te bekijken. Duidt een reeks handelingen aan die u in het programma uitvoert. Bijvoorbeeld: Ga naar Menu > Communicatie > Webmail. Geeft variabelen aan, zoals bestandsnamen en namen van functies en permissies. Bijvoorbeeld: Om een groep als geadresseerde te kunnen toevoegen, is de functie USER_ALLOW_MAIL_TO_GROUPS vereist. De instructie Klik met de rechtermuisknop wordt gebruikt om aan te duiden dat u met uw secundaire muisknop moet klikken om het contextmenu te openen. Als u de muis hebt ingesteld voor linkshandig gebruik, leest u hier dus Klik met de linkermuisknop. AdsmNSbeg12 doc2.0 iv

5 1 Leren kan altijd en overal biedt u alle mogelijkheden om een complete studie te ontwikkelen, te begeleiden en succesvol te laten afronden. U kunt cursussen, toetsen en projecten aanbieden, digitale portfolio s opzetten, competentiegericht onderwijs faciliteren en lerenden begeleiden en coachen. En u kunt eenvoudig lesmateriaal uitserveren, opdrachten of formulieren uitdelen en mensen laten samenwerken. Met het meegeleverde Three Ships Silverpoint kunt u ook zelf eenvoudig digitale lesmaterialen maken. Werken waar het u uitkomt N@Tschool! is webbased en is in alle grote webbrowsers (Internet Explorer, FireFox, Chrome en Safari) te gebruiken. Zo heeft u altijd en overal toegang tot de omgeving. Het uiterlijk van de leeromgeving is aan te passen met elementen van de huisstijl van uw organisatie. Zo blijven gebruikers altijd in uw vertrouwde omgeving. Passend voor elke organisatie De modulaire opbouw van N@Tschool! biedt u veel flexibiliteit. Het pakket is naar uw behoeften in te regelen en uit te breiden. En is prima in fases in te voeren. Zo is het mogelijk voor elke organisatie en onderdelen daarvan een passende leeromgeving te maken. N@Tschool! bestaat uit de volgende modules: Cursus Toets Materialenbank Portfolio Project Competentiemanagement Begeleiden en coachen Informeren en communiceren AdsmNSbeg12 doc2.0 5

6 Daarom werken met Lerenden kunnen waar en wanneer zij dat willen aan de slag. Begeleiders hebben direct inzicht in de voortgang en resultaten van lerenden. Leermaterialen zijn eenvoudig te beheren, structureren en ontwikkelen. Inzet naar behoefte door modulaire structuur. Eenvoudig uit te breiden met extra s zoals studieplanning, virtueel klaslokaal en plagiaatdetectie. 1.1 Mogelijkheden voor docenten en begeleiders Iedere organisatie en ieder organisatieonderdeel kan dus zelf bepalen welke combinatie van N@Tschool!-functionaliteit wordt ingezet. Afhankelijk van de gemaakte keuzen, kunt u als docent of begeleider de volgende basismogelijkheden vinden in N@Tschool!: uw eigen studiematerialen online toegankelijk maken aanvullende informatiebronnen maken en publiceren digitale projectgroepen opzetten formulieren ontwerpen en inzetten toetsen samenstellen en corrigeren communiceren met uw leerlingen of studenten via de leeromgeving Als uw organisatie gebruikmaakt van digitale portfolio's en e-learning op basis van competentieprofielen, hebt u ook de mogelijkheid portfoliodelen en persoonlijke competentieprofielen van leerlingen of studenten in te zien en hen te begeleiden bij hun keuzen en leerproces. 1.2 De onderwerpen in deze handleiding Deze handleiding richt zich op docenten of begeleiders die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van leerlingen of studenten, de begeleiders. Als begeleider vindt u hier alle informatie die u nodig hebt om snel aan de slag te gaan met N@Tschool!. U vindt de nodige informatie in de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 2: Three Ships N@Tschool! in vogelvlucht Hoofdstuk 3: Communiceren in Three Ships N@Tschool! Hoofdstuk 4: Dossiers bekijken en beoordelen Hoofdstuk 5: Studenten begeleiden Hoofdstuk 6: Het portfolio inzien en bijwerken Hoofdstuk 7: Competentieprofielen inzien en bijwerken Hoofdstuk 8: Projecten begeleiden Hoofdstuk 9: Toetsen corrigeren Aparte handleiding voor onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs Voor docenten die zelf materialen maken voor de leeromgeving, de onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs, is de handleiding Aan de slag met N@Tschool! voor onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs beschikbaar. AdsmNSbeg12 doc2.0 6

7 Opmerkingen bij het lezen van de handleiding Deze handleiding is gebaseerd op een standaard Het zou kunnen dat de kleuren in de versie die uw organisatie gebruikt, afwijken van de kleuren van de hier getoonde schermafbeeldingen. In hebt u vaak meerdere mogelijkheden om een bepaalde actie uit te voeren. De meeste acties worden gestart vanaf de menubalk. Acties kunnen echter ook beschikbaar zijn via het contextmenu of het actiepaneel. Deze handleiding beschrijft, indien mogelijk, alleen acties uit de menubalk en het actiepaneel. Doordat N@Tschool! meeschaalt met de breedte van de browser zonder in te leveren op leesbaarheid ( responsive design ) kunnen sommige onderdelen anders worden getoond, afhankelijk van de breedte van uw browser bij het opstarten van het portaal of van een werkruimte. Zo kunnen de teksten bij de portaalmenu s Menu en Beheer wel of niet zichtbaar zijn. Hiernaast kunnen in de werkruimten Portfolio, Projecten, Portfoliosjablonen beheren, Projecten beheren en Materialenbank, de acties Knippen, Kopiëren, Plakken en Verwijderen op de menubalk, los worden getoond of gegroepeerd onder Beheren. Bij verwijzingen in deze handleiding naar acties die kunnen worden gegroepeerd, wordt het menu tussen haakjes gezet, bijvoorbeeld: (Beheren >) Kopiëren. Houd er verder rekening mee dat de weergave van menu s en acties in uw browser als gevolg van responsive design kunnen afwijken van de schermafbeeldingen in deze handleiding. Tenslotte nog een opmerking over de woordkeuze: omwille van de helderheid wordt in deze handleiding gesproken over studenten. In plaats hiervan kunt u echter ook deelnemers, cursisten of leerlingen lezen. AdsmNSbeg12 doc2.0 7

8 2 Three Ships in vogelvlucht Dit hoofdstuk voert u in vogelvlucht door N@Tschool!. U kunt het gebruiken om vertrouwd te raken met het programma. U krijgt hier uitleg over: de hoofdonderdelen van het programma: de menu s, werkruimten en portaalpagina s de namen van de elementen op het scherm de navigatiemogelijkheden in het programma de online help-functie de rechten van gebruikers in het programma Portaalpagina s zijn werkruimten die naar wens kunnen worden ingericht met behulp van widgets. 2.1 De menu s, werkruimten en portaalpagina s Als u inlogt in N@Tschool! ziet u het beginscherm. Dit kan er als volgt uitzien: Boven aan het programma ziet u het menu of de menu s waartoe u toegang hebt. De menu s geven vervolgens weer toegang tot de werkruimten en/of portaalpagina s (in de menu s ingedeeld in categorieën). Zo kunt u in het menu Menu, in de categorie Coaching, bijvoorbeeld de werkruimten Begeleiden, Studierouteresultaten en Aangeboden dossiers zien: AdsmNSbeg12 doc2.0 8

9 In het programma kunnen de volgende twee menu s voorkomen: Menu: bevat werkruimten en portaalpagina s voor het gebruik van N@Tschool! en de begeleiding van gebruikers (met name voor eindgebruikers en begeleiders), Als begeleider kunt u hier onder andere: o overzichten van toetsen en studieroutes bekijken o de studievoortgang van uw studenten volgen o documenten bekijken die zijn ingeleverd voor een inleveropdracht o toetsen corrigeren en toetsresultaten analyseren o SCORM-resultaten bekijken o projecten begeleiden o portfolio s van uw studenten inzien o assessmentdossiers beoordelen o studieroutes inzien die u begeleidt o projecten raadplegen waarin u begeleider bent o berichten sturen o zien welke gebruikers zijn ingelogd Beheer: bevat werkruimten voor het beheer van N@Tschool! en de ontwikkeling van materialen (met name voor beheerders en onderwijsontwikkelaars en docent-auteurs). Voor toegang tot menu s, werkruimten en portaalpagina s moet u over de juiste functionele rechten beschikken. 2.2 De delen van het scherm Het scherm in de diverse werkruimten is opgebouwd uit een aantal vaste delen. In de volgende afbeelding ziet u de werkruimte Aangeboden dossier uit het menu Menu afgebeeld, met de namen van de schermdelen erbij. menubalk linkerpaneel rechterpaneel De menubalk bevat (menu s met) menuopties voor de werkruimte. AdsmNSbeg12 doc2.0 9

10 Het linkerpaneel (of: verkennerpaneel) gebruikt u om elementen uit een structuur te selecteren. In het rechterpaneel kunt u het geselecteerde element bewerken. Sommige werkruimten gebruiken een actiepaneel in plaats van een menubalk, en tabbladen in het rechterpaneel, bijvoorbeeld Studierouteresultaten: Tabbladen Actiepaneel Het actiepaneel bevat de acties die betrekking hebben op de werkruimte. Op de tabbladen kunt u het geselecteerde element bewerken. Verder vindt u in het midden en rechtsboven in het portaal enkele vaste elementen. Dit zijn van links naar rechts: een knop waarmee u kunt wisselen tussen geopende werkruimten, portaalpagina s en onderdelen, en deze kunt sluiten een knop waarmee u nieuwe items uit diverse werkruimten kunt bekijken een knop waarmee u kunt zoeken naar materialen in N@Tschool! uw naam, met ruimte voor uw afbeelding En onder uw naam en afbeelding (na het klikken erop): een link waarmee u de online help kunt openen een link waarmee u uw persoonlijke instellingen kunt openen een link waarmee u kunt uitloggen (om met een andere inlognaam weer in te loggen). AdsmNSbeg12 doc2.0 10

11 2.3 Navigeren in Three Ships Om van de ene werkruimte of portaalpagina naar de andere te gaan, kunt u: op Menu of Beheer klikken en de werkruimte/portaalpagina uit het menu selecteren: op het icoon Geopende werkruimten klikken en de werkruimte/ portaalpagina uit de lijst selecteren: Werkruimten en portaalpagina die u hebt geopend, blijven open staan. Hierdoor worden ze bij terugkeer sneller geladen. Via het icoon Geopende werkruimten kunt u zien welke werkruimten en portaalpagina s er open staan. U kunt een werkruimte of portaalpagina sluiten door: eerst op het icoon Geopende werkruimten te klikken en daarna op het kruisje achter de werkruimte/portaalpagina te klikken. De laatste werkruimte of portaalpagina kunt u niet sluiten. Om de route naar een werkruimte of portaalpagina in een menu weer te geven, gebruikt deze handleiding de volgende notatie: menunaam > categorienaam > werkruimtenaam (zonder beheren )/portaalpagina, bijvoorbeeld: Beheer > Studie > Portfoliosjablonen of Menu > Mijn portaal > portaalpagina. 2.4 De online help Voor de taken die u het meest zult uitvoeren, vindt u in deze handleiding alle instructies die u nodig hebt. Daarnaast kunt u binnen het programma gebruikmaken van de contextgevoelige online help. Deze kunt u vanuit een werkruimte of portaalpagina oproepen door rechtsboven in het portaal op uw naam of afbeelding te klikken en Help te kiezen. Ook vanuit sommige N@Tschool!-onderdelen, zoals wizards of velden, kunt u de help oproepen; dit kan met de knop Help of het icoon. Hieronder ziet u hoe u de help opent vanuit de werkruimte Wie zijn online?. Mocht u vragen hebben over het programma die niet beantwoord kunnen worden met behulp van de online help of deze handleiding, dan kunt u contact opnemen AdsmNSbeg12 doc2.0 11

12 met uw of projectcoördinator, die zelf altijd terechtkunnen bij de afdeling Support van Three Ships. 2.5 Rechten in Three Ships Iedere gebruiker in krijgt rechten toegewezen. Iemands rechten bepalen tot welke delen van hij toegang heeft en welke handelingen hij daar mag uitvoeren. Afhankelijk van de toegekende rechten, kan iemand een bepaalde rol in vervullen, bijvoorbeeld die van student, begeleider of applicatiebeheerder. Deze hoeft niet altijd te corresponderen met zijn rol in de fysieke wereld. Als u als begeleider ook verantwoordelijk bent voor het aanmaken van studieroutes, krijgt u bijvoorbeeld ook rechten om studieroutes op te zetten in de werkruimte Studieroutes beheren. Waarom ziet N@Tschool! er bij mij anders uit? Een belangrijk gevolg van de toekenning van rechten en de rol(len) die men daarmee binnen N@Tschool! vervult, is dat gebruikers met verschillende rollen als het ware verschillende programma's zien. Sommige werkruimten zijn niet voor iedereen toegankelijk. Zo krijgen studenten de beheerwerkruimten niet te zien, gewoonweg omdat ze daar geen taken hoeven uit te voeren. Dit principe werkt ook door op lagere niveaus in het programma. Dat betekent dat u soms een bepaalde menuoptie niet kunt gebruiken. Die optie is dan bedoeld voor iemand met een ander rechtenniveau. Ook kan het voorkomen dat u in de online help een instructie hebt gevonden die u niet kunt uitvoeren, omdat de beschreven functionaliteit voor u niet toegankelijk is. U zult dan een beroep moeten doen op een gebruiker met een ander rechtenniveau (meestal uw N@Tschool!-applicatiebeheerder of degene die binnen N@Tschool! de administratietaken uitvoert). Als dit heel vaak voorkomt, kunt u uw applicatiebeheerder vragen om u meer rechten toe te kennen. AdsmNSbeg12 doc2.0 12

13 3 Communiceren in Three Ships U kunt om te beginnen communiceren met uw studenten en met andere zoals uw collega's en de applicatiebeheerder: via Het voordeel van is dat u binnen N@Tschool! kunt blijven werken: u hoeft geen andere programma's op te starten. Bovendien hebt u geen last van ongevraagde , doordat het om een gesloten systeem gaat. U vindt de optie onder Menu > Communicatie (werkruimte Postkantoor): Daarnaast kunt u er gebruik van maken vanuit andere werkruimten. Als u bijvoorbeeld de voortgangsgegevens van een project bekijkt vanuit de werkruimte Begeleiden, kunt u contact opnemen met de deelnemende studenten via de menuoptie Bericht sturen. Verder kunt u via de categorie Communicatie onder andere ook: uw externe webmail raadplegen discussiëren via forums zien welke andere N@Tschool!-gebruikers ingelogd zijn 3.1 en Het postkantoor in N@Tschool! biedt dezelfde mogelijkheden als gangbare e- mailprogramma's. Standaard heeft het postkantoor zes mappen voor berichten en berichtsjablonen: Postvak IN, Sjablonen, Concepten, Verzonden en Verwijderd. Berichten worden in N@Tschool! in de conversatieweergave getoond, dat wil zeggen dat zowel het oorspronkelijke bericht als alle antwoorden erop worden getoond, waardoor één gesprek onstaat. Het laatste bericht staat bovenaan. AdsmNSbeg12 doc2.0 13

14 Het getal naast Postvak IN, Verwijderd of een zelfgemaakte map geeft aan hoeveel ongelezen berichten er zijn. Hierbij telt elk ongelezen, aan u geadresseerd bericht in een conversatie mee. Berichten lezen en afhandelen 1. Ga naar Menu > Communicatie > Postkantoor. U komt automatisch in Postvak IN, waar u in het linkerpaneel uw binnengekomen berichten ziet. s Bij berichten die uit meerdere berichten bestaan, wordt vermeld uit hoeveel berichten de conversatie bestaat. Ongelezen berichten worden gemarkeerd met een rode balk, vetgedrukte tekst en het icoon: Binnen een bericht worden ze gemarkeerd met een rode balk. Om alle berichten op de getoonde pagina als (on)gelezen te markeren: kies Meer > Alles als (on)gelezen markeren. Om een selectie als (on)gelezen te markeren: vink de berichten aan en kies Meer > Selectie als (on)gelezen markeren. Hierbij worden ook de berichten binnen een bericht meegenomen. 2. Klik op een bericht om het te openen. s Ook binnen een conversatie kunt u een bericht openen door erop te klikken. U ziet dan onder andere de menuopties van het bericht. Om alle berichten te: openen, klikt u op Uitklappen: weer te sluiten, klikt u op Inklappen: Een bericht kan van u zijn (van mij), alleen aan u gericht (aan mij) of aan meerdere gebruikers gericht zijn (meerdere ontvangers). Klik voor alle adresseringsgegevens op Details. U ziet hier ook of een ontvanger het bericht heeft geopend: (niet geopend) of (geopend) 3. Bijlagen worden onder aan een bericht getoond. Klik op Bekijken om een bijlage te bekijken. Sluit de bijlage weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. s Om een bijlage op uw computer te bewaren: klik op Downloaden, kies de bewaaroptie (bijvoorbeeld Save File) en klik op OK. Het bestand wordt opgeslagen in de downloadmap op uw computer. Om een bijlage in N@Tschool! te bewaren: klik op In AdsmNSbeg12 doc2.0 14

15 materialenbank opslaan, selecteer de map en klik op OK. 4. Om een antwoord aan de verzender te sturen, klik op Beantwoorden: Typ uw bericht en klik op Verzenden. s Voor een antwoord aan de verzender en alle ontvangers, klikt u op Allen beantwoorden: Om het bericht door te sturen, klikt u op Doorsturen: Voeg bovendien de geadresseerde(n) toe (zie voor instructies de paragraaf Bericht sturen). Bij het beantwoorden of doorsturen van een bericht in een conversatie worden alle voorgaande berichten meegenomen. 5. U kunt het bericht eventueel archiveren of verwijderen. Voor: archiveren: kies Verplaatsen naar en selecteer de map, s Om eigen mappen te maken om uw berichten in te archiveren: klik links van Postvak IN op, kies Nieuwe map, geef een naam op en klik op OK. Om een eigen map weer te verwijderen: vink de map aan en klik op Verwijderen. verwijderen: kies Verwijderen s Bij het verwijderen wordt een bericht naar de map Verwijderd verplaatst. Van hieruit kunt u het later definitief verwijderen. Om een bericht uit een conversatie te verwijderen, klikt u boven aan dat bericht op: s Voor het afdrukken van een enkel bericht of een hele conversatie, klikt u respectievelijk boven aan het bericht of de conversatie op: Wijzig eventueel de printinstellingen en klik op OK. Alleen datgene wat u op het scherm ziet, wordt afgedrukt. Om ook de adresseringsgegevens of berichtenstructuur van berichten af te drukken, klikt u vóór het afdrukken respectievelijk op Details of: AdsmNSbeg12 doc2.0 15

16 Bericht sturen 1. Ga naar Menu > Communicatie > Postkantoor. 2. Kies Opstellen. Voeg de geadresseerden toe. 3. Typ achter Aan... minstens de eerste 2 letters van: een woord uit de naam van de groep, een woord uit de naam van de gebruiker of de inlognaam van de gebruiker. En selecteer de gebruiker of groep uit de lijst die verschijnt. Herhaal dit voor elke gebruiker of groep die u wilt toevoegen. s Om gebruikers en groepen via een selectievenster te selecteren: klik op, selecteer de gebruikers en/of groepen en klik op OK (zie bijlage 1 voor uitgebreide instructies). Wilt u een gebruiker of groep weer verwijderen, klik dan op het kruisje links van de gebruiker of groep. Om een groep als geadresseerde te kunnen toevoegen, is de functie USER_ALLOW_MAIL_TO_GROUPS vereist. Stuurt u regelmatig een bericht naar dezelfde gebruikers of een bericht met dezelfde tekst, dan kunt u een sjabloon gebruiken waarin deze gegevens al zijn ingevuld. Om een sjabloon te maken: klik in het linkerpaneel op om alle mappen te tonen, selecteer de map Sjablonen, kies Nieuw sjabloon, vul de gegevens in, klik op Opslaan en sluit het sjabloon met het kruisje in de rechterbovenhoek. Om het sjabloon te gebruiken: klik in het linkerpaneel op om alle mappen te tonen, selecteer de map Sjablonen, klik op het sjabloon, en kies Sjabloon gebruiken. 4. Om ook een kopie te sturen: klik op Cc/Bcc (voor een Cc-veld) en eventueel Bcc (voor een Bcc-veld), en selecteer de gebruikers en/of groepen. 5. Geef het onderwerp van het bericht op. 6. Typ uw bericht in het berichtveld onderaan. s Met de opmaakopties kunt u uw tekst opmaken, of een afbeelding of link toevoegen. Houd de muis boven een optie om te zien wat deze doet. Voor tekenopmaak (lettergrootte, vet, enzovoort): klik op een woord of selecteer tekst. Voor alinea-opmaak (centreren, opsommingstekens, enzovoort): klik in een alinea of selecteer AdsmNSbeg12 doc2.0 16

17 alinea s. Kies vervolgens de opmaakoptie. Om wijzigingen ongedaan te maken of opnieuw toe te passen, klik een of meer keer op: of 7. Om een bijlage mee te sturen: klik achter Onderwerp op. Voor een: bestand van schijf: kies Nieuw bestand uploaden, selecteer het bestand op uw computer en klik op Open. document uit de materialenbank: kies Document uit materialenbank toevoegen, selecteer het document en klik op OK. link naar een document in de materialenbank: kies Link naar document in materialenbank, selecteer het document en klik op OK. Let op Doordat het hier om een link gaat, zijn wijzigingen in het oorspronkelijke document ook zichtbaar in de bijlage. s U kunt een document uit de materialenbank niet meerdere keren aan een bericht koppelen. Een bijlage kan de gebruikte ruimte voor mail bij zender en ontvanger verhogen: een bestand van schijf en een document uit de materialenbank bezetten x MB bij beiden; een link bezet 0 MB bij beiden, behalve als de link naar een externe gebruiker wordt gestuurd. In dat geval bezet de link 0 MB bij zender en x MB bij ontvanger (deze krijgt het document). Om uw gebruikte ruimte te bekijken: klik rechtsboven in het portaal op uw naam of afbeelding en kies Instellingen (optie Gebruikte opslagruimte onder Mail). Om een toegevoegde bijlage weer te verwijderen: klik op het kruisje links van de bijlage. 8. Klik op Verzenden of druk op Ctrl+Enter (alleen mogelijk vanuit het berichtveld) om het bericht te versturen. Een verstuurd bericht wordt opgeslagen in de map Verzonden. s Wilt u het bericht nog niet versturen maar wel bewaren, klik dan op Opslaan. Het bericht wordt opgeslagen in de map Concepten, vanwaar u het later kunt versturen. Om het bericht te printen: klik op Afdrukken. AdsmNSbeg12 doc2.0 17

18 In verschillende werkruimten vindt u in de menubalk, het actiepaneel of een contextmenu, de actie Bericht sturen, waarmee u snel een bericht kunt sturen aan een persoon of een groep. U kunt op deze manier gebruikmaken van zonder dat u eerst de werkruimte Postkantoor hoeft te openen. 3.2 Externe webmail checken U kunt binnen N@Tschool! ook uw externe raadplegen als u de beschikking hebt over een webmail-account bij bijvoorbeeld Gmail of Outlook.com. Dit kan via Webmail. Ga naar Menu > Communicatie > Webmail. Er wordt een nieuw tabblad geopend met de website van uw webmailprovider. U kunt nu inloggen met uw mailadres. Om naar uw webmail te kunnen gaan, moet u uw webmailsite hebben ingesteld. Als u dit nog niet hebt gedaan, verschijnt er automatisch een melding: klik hierin op Ja, typ in de instellingen achter Webmailsite de URL van uw webmailprovider (bijvoorbeeld of en kies Opslaan en sluiten. 3.3 Het forum In Forums treft u alle forums aan waaraan u kunt deelnemen. Dit kunnen forums zijn die zijn opgenomen in projecten of studieroutes, maar ook algemene forums. Door middel van forums kunt u discussies opstarten over uiteenlopende onderwerpen. Forums die aan een project of studieroute zijn gekoppeld, worden ook in de werkruimten Projecten en Studieroutes getoond. Verwijzing Zie de online help voor informatie over het deelnemen aan forums. 3.4 Zien welke gebruikers ingelogd zijn Via de werkruimte Wie zijn online? kunt u zien wie er op dit moment aan het werk zijn in N@Tschool!. Ook kunt u berichten sturen naar gebruikers. Verwijzing Zie de online help voor informatie over de werkruimte Wie zijn online?. AdsmNSbeg12 doc2.0 18

19 4 Dossiers bekijken en beoordelen Studenten die informatie willen tonen aan hun medestudenten of die documenten willen laten beoordelen door hun begeleider, kunnen deze informatie in hun portfolio verzamelen in een dossier en dit vervolgens aanbieden aan de gewenste gebruikers. Aangeboden dossiers verschijnen bij de ontvangers ervan in de werkruimte Aangeboden dossiers. Vanuit deze werkruimte kunnen dossiers worden bekeken en is het mogelijk notities en feedback aan dossiers toe te voegen. De notities en feedback, en ook wijzigingen die nog door de eigenaar worden aangebracht, zijn direct zichtbaar voor alle gebruikers die toegang hebben tot het dossier (dat wil zeggen de eigenaar en de ontvangers). Als begeleider kunt u in de werkruimte Aangeboden dossiers: assessmentdossiers beoordelen die uw studenten aan u hebben aangeboden aangeboden showdossiers van N@Tschool!-gebruikers bekijken De aanduiding showdossier of assessmentdossier geeft de status van een dossier aan. Een assessmentdossier is een bevroren dossier dat niet meer kan worden gewijzigd, terwijl een showdossier nog wel kan worden gewijzigd. Een dossier kan bestaan uit een enkele HTML-pagina (webpagina-dossier), of een verzameling bestanden die via links op een HTML-pagina of inhoudsopgaven kunnen worden bekeken (website-dossier). Wat hebt u nodig? U hebt toegang nodig tot de werkruimte Aangeboden dossiers. Hiervoor moet aan u de functie USER_ACCESS_RECEIVED_DOSSIERS zijn toegekend. Wat moet u doen? Dossiers beoordelen (paragraaf 4.1) AdsmNSbeg12 doc2.0 19

20 4.1 Dossiers beoordelen 1. Ga naar Menu > Coaching > Aangeboden dossiers. Als er assessmentdossiers voor u klaarstaan ter beoordeling, vindt u deze in de map Inbox. Ongelezen dossiers worden vetgedrukt weergegeven. In de kolom Type en aan het icoon kunt u zien of het om een assessmentdossier of showdossier gaat. 2. Selecteer een dossier en kies Bekijken om de inhoud te bekijken en commentaar te geven door middel van notities en feedback. Een website-dossier kan ook via de inhoudsopgaven worden bekeken: klik met de rechtermuisknop op het dossier en kies Inhoudsopgave bekijken. U kunt nu geen notities of feedback toevoegen. Inhoudsopgaven worden in het linkerpaneel getoond, onder de naam van het dossier. Open een inhoudsopgave door op het plusje te klikken en selecteer de onderdelen die u wilt bekijken. 3. Om een notitie toe te voegen: klik op Toevoegen, typ uw tekst in het vak onder Notitie toevoegen en klik op Toevoegen. s Selecteer eventueel een ander icoon bij de notitie: (standaardicoon ), neutraal, negatief of positief. Vink Privé aan, als u wilt dat de notitie alleen zichtbaar is voor u en niet voor andere gebruikers (inclusief de eigenaar). Voor een notitie met bijlage: sluit het dossier met het kruisje in de rechterbovenhoek, klik met de rechtermuisknop op het dossier en kies de gewenste optie. Voor een: notitie met bijlage: kies Notitie met bijlage toevoegen, klik op selecteer een bestand, selecteer een bestand van schijf en klik op Open, notitie met bijlage gebaseerd op een sjabloon: kies Notitie met bijlage van sjabloon toevoegen, selecteer het sjabloon (bijvoorbeeld een Word-document), klik op OK, bewerk het document, sla uw wijzigingen op, sluit het document, en keer terug naar N@Tschool!. Kies vervolgens eventueel een icoon en typ uw tekst. Let op Een toegevoegde notitie kan niet meer worden gewijzigd of verwijderd. 4. Om feedback op een notitie te geven: klik onder de notitie op Notitiefeedback (x), klik op Toevoegen, typ uw tekst in het vak AdsmNSbeg12 doc2.0 20

21 onder Notitiefeedback toevoegen, en klik op Toevoegen. Selecteer eventueel een ander icoon bij de feedback. Let op Toegevoegde feedback kan niet meer worden gewijzigd of verwijderd. Klik bovenaan op notities. Notities tonen om weer terug te keren naar alle 5. Als u klaar bent, sluit het dossier dan met het kruisje in de rechterbovenhoek. Om uw aandacht op het dossier te houden, kunt het weer op ongelezen zetten, het wordt dan vetgedrukt getoond: selecteer het dossier en kies Markeren als ongelezen. Bepaal ook eventueel uw eindbeoordeling en breng de student daarvan op de hoogte (bijvoorbeeld via een N@Tschool!-bericht). 6. Om het dossier te archiveren: selecteer het dossier, kies Knippen, selecteer de map Gearchiveerd, en kies Plakken. s Met knippen en plakken kunt u het dossier eventueel ook weer terugplaatsen in de inbox. Onder Inbox en Gearchiveerd kunt u ook submappen voor uw dossiers maken: selecteer Inbox of Gearchiveerd, kies Nieuwe map, geef de naam op, en klik op OK. Om een map weer te verwijderen: selecteer de map en kies Verwijderen. 7. Om het dossier te verwijderen: selecteer het dossier en kies Verwijderen. s Met de optie Verwijderen wordt een dossier niet echt verwijderd, maar alleen naar de map Verwijderd verplaatst. Van hieruit kan het altijd weer worden teruggeplaatst in de inbox of de map Gearchiveerd, middels knippen en plakken. De map Verwijderd kan onzichtbaar worden gemaakt: kies Meer > Voorkeuren en vink Map Verwijderd tonen uit. Zet de optie weer aan als u de map weer wilt tonen. AdsmNSbeg12 doc2.0 21

22 5 Studenten begeleiden Om grote groepen studenten in effectief te kunnen begeleiden, is er de werkruimte Begeleiden. In deze werkruimte kunt u alle informatie bekijken en eventueel wijzigen die voor u van belang is bij het begeleiden uw studenten. Dit gaat om gegevens over projecten, het portfolio, competentieprofielen, dossiers, studieroutes, inleveropdrachten en toetsen. Bij het zoeken naar informatie vormen gebruikers en groepen het uitgangspunt: door een gebruiker of groep te selecteren, krijgt u de beschikking over de gegevens van de gebruiker(s). Een student kan in de werkruimte Voortgang alle informatie bekijken die voor hem interessant is bij het studeren. Gebruikers en groepen worden in de werkruimte Begeleiden geordend in contactgroepen op de portaalpagina van de werkruimte. Mogelijk ziet u op de portaalpagina al een aantal standaard contactgroepen. Afhankelijk van uw rechten, kunt contactgroepen toevoegen en/of de standaard contactgroepen verwijderen. Er zijn contactgroepen die automatisch met gebruikers en groepen worden gevuld (bijvoorbeeld Studieroutebegeleiding en Projectbegeleiding), maar u kunt ook uw eigen contactgroepen samenstellen (met Mijn contactpersonen en Nieuwe contactgroep). Van een gebruiker of groep die u selecteert, ziet u alleen die informatie die u als begeleider mag zien. Of u de gegevens ook daadwerkelijk kunt openen of bewerken, hangt af van welk type begeleider u bent en welke rechten u hebt. Om u te assisteren, zijn er wijzigingenoverzichten beschikbaar waarop u kunt zien welke activiteiten gebruikers in een bepaalde periode hebben uitgevoerd en welke documenten u nog niet hebt gelezen. Op basis daarvan kunt u besluiten of het nodig is ergens verder in te duiken. Hiernaast kunt u uw persoonlijke thermometers instellen om gebruikers beter te kunnen begeleiden. AdsmNSbeg12 doc2.0 22

23 Wat hebt u nodig? U hebt toegang nodig tot de werkruimte Begeleiden. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend. U hebt rechten nodig om thermometers te kunnen instellen. Deze hebt u met de functie USER_ALLOW_COACH_THERMOMETER. Tenslotte hebt u rechten nodig om studieroute-informatie, toetsinformatie, portfoliodelen, dossiers, competentieprofielen en projecten van studenten te kunnen bekijken en eventueel te kunnen wijzigen. Deze rechten hebt u onder andere als u individueel begeleider van een gebruiker bent of begeleider van een studieroutepublicatie waarin de student deelnemer is. Voor het inzien en wijzigen van portfoliodelen en competentieprofielen hebt u daarnaast bovendien de functies USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS en USER_ACCESS_OTHER_COMPETENCE_PROFILES nodig. Wat moet u doen? contactgroepen toevoegen (paragraaf 5.1) wijzigingen en ongelezen documenten bekijken (paragraaf 5.2) thermometers instellen (paragraaf 5.3) het portfolio inzien en bijwerken (hoofdstuk 6) competentieprofielen inzien en bijwerken (hoofdstuk 7) projecten begeleiden (hoofdstuk 8) Verwijzing Instructies voor het bekijken van toetsinformatie en studieroute-informatie vindt u in de online help. 5.1 Contactgroepen toevoegen Om informatie over gebruikers of groepen te kunnen raadplegen, moeten er contactgroepen met die gebruikers of groepen op de portaalpagina staan. Met voldoende rechten, kunt zelf contactgroepen toevoegen vanuit de widgetgalerie. De volgende contactgroepen kunnen beschikbaar zijn: Individuele begeleiding (vereist de functie USER_ALLOW_COACH_USERS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers waarvan u individueel begeleider bent, dat wil zeggen waaraan u direct als begeleider bent gekoppeld via de actie Begeleiders beheren; Portfoliobegeleiding (vereist USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die u begeleidt als deelnemer in het portfolio van die gebruiker; het maakt hierbij niet uit welk deelnemersprofiel u hebt; Projectbegeleiding (vereist USER_ALLOW_COACH_PROJECTS): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die u begeleidt als deelnemer in het project van die gebruiker; het maakt hierbij niet uit welk deelnemersprofiel u hebt; Studieroutebegeleiding (vereist USER_ALLOW_COACH_COURSES): wordt automatisch gevuld met alle gebruikers die zijn gekoppeld aan studieroutepublicaties waarvan u begeleider bent; Mijn contactpersonen: kunt u zelf vullen met gebruikers en groepen; AdsmNSbeg12 doc2.0 23

24 Contactgroepen die u zelf hebt gemaakt met de widget Nieuwe contactgroep. Hiernaast is er nog een widget: Nieuwe contactgroep: hiermee kunt u nieuwe contactgroepen op de pagina plaatsen en zelf vullen met gebruikers en groepen. Behalve in Begeleiden kunt u ook in Wie zijn online? contactgroepen samenstellen. De contactgroepen in beide werkruimten worden gedeeld, met uitzondering van: Individuele begeleiding, Portfoliobegeleiding, Projectbegeleiding en Studieroutebegeleiding (alleen in Begeleiden) en Alle ingelogde gebruikers (alleen in Wie zijn online?). Contactgroep toevoegen 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Klik boven aan de pagina op het menu: en kies Widgetgalerie tonen. 3. Klik op de contactgroep en sleep deze naar de gewenste plek op de pagina (u kunt ook direct slepen). Sluit de widgetgalerie met Widgetgalerie verbergen in het menu. s Voor een zelf samen te stellen contactgroep: kies Mijn contactpersonen, Nieuwe contactgroep, of een contactgroep die u zelf hebt gemaakt. Voor een contactgroep die automatisch wordt gevuld: kies een van de andere contactgroepen. Bij het kiezen van de widget Nieuwe contactgroep, wordt de contactgroep bovendien in de widgetgalerie toegevoegd. U kunt deze dan eventueel meerdere keren op de pagina gebruiken. Bepaal nu de instellingen voor de contactgroep en welke informatie u wilt zien via de contactgroep. 4. Klik op het menu van de contactgroep en kies Bewerken. 5. Alleen bij een contactgroep gebaseerd op de widget Nieuwe contactgroep: geef bij Titel de naam van de contactgroep op. 6. Vink onder Begeleidingsonderdelen de tabbladen aan die u wilt tonen bij selectie van een gebruiker of groep (sommige gelden voor gebruikers, andere voor groepen). Let op Als u geen toegang hebt tot bepaalde informatie van een gebruiker of groep, kan dit behalve door onvoldoende rechten dus ook komen doordat het betreffende begeleidingsonderdeel niet is aangevinkt in de contactgroep vanwaaruit u de informatie opent. AdsmNSbeg12 doc2.0 24

25 s Wijzig eventueel de hoogte van de contactgroep (in pixels). Stel bij Aantal gebruikers per pagina in hoeveel gebruikers er in de lijst- en iconenweergave op een pagina worden getoond. Vink onder Wijzigingenoverzicht de optie Automatisch laden aan als u het wijzigingenoverzicht van een groep automatisch wilt laden bij het openen ervan of bij het kiezen van een andere optie bij Wijzigingen sinds (anders moet u het handmatig laden). Het nadeel hiervan is wel dat altijd de wijzigingen van de hele groep worden geladen, wat enige tijd kan duren bij een grote groep. Bij handmatig laden kunt u ook alleen de wijzigingen van één of enkele gebruikers laden. Stel bij Begintabblad gebruiker en Begintabblad groep in welk tabblad wordt geopend bij het bekijken van de informatie van een gebruiker of groep. 7. Klik op Opslaan om uw instellingen te bewaren. 8. Bij de contactgroep Mijn contactpersonen of een contactgroep gebaseerd op de widget Nieuwe contactgroep: voeg gebruikers en/of groepen toe. Klik hiervoor boven aan de contactgroep op Leden toevoegen, selecteer de gebruikers en/of groepen en klik op OK. Verwijzing Zie bijlage 1 voor instructies over het selecteren van gebruikers en groepen. s Om een gebruiker of groep te verwijderen: klik op het menu bij de gebruiker of groep, kies Uit contactgroep verwijderen en klik op OK. Het is niet mogelijk losse gebruikers of groepen uit een toegevoegde groep te verwijderen; u kunt alleen de groep als geheel verwijderen. 9. Wijzig eventueel de weergave van de gebruikers in de contactgroep: klik op het menu van de contactgroep en kies de weergave (Lijst, Iconen of Boom). s In de contactgroepen Projectbegeleiding en Studieroutebegeleiding kunt u via de boomweergave een project of de informatie van een studieroute openen. Om een contactgroep te verwijderen: van de pagina: klik op het menu en kies Widget verwijderen. van de pagina en uit de widgetgalerie (alleen bij een contactgroep gebaseerd op de widget Nieuwe contactgroep): klik op het menu en kies Contactgroep verwijderen. AdsmNSbeg12 doc2.0 25

26 5.2 Wijzigingen en ongelezen documenten bekijken Van elke gebruiker die u begeleidt kunt u een individueel wijzigingenoverzicht raadplegen. Hierin kunt u zien: wat er in een bepaalde periode is gewijzigd in de competentieprofielen, portfoliodelen, dossiers, projecten, toetsen, studieroutes en formulieren van de gebruiker; welke documenten u nog niet hebt gelezen in de projecten of in het portfolio van de gebruiker; wanneer de gebruiker voor het laatst was ingelogd, of hij op dit moment is ingelogd, of andere algemene informatie over de gebruiker bekijken. Naast het individuele wijzigingenoverzicht, kunt u ook een groepsoverzicht bekijken, met wijzigingen voor alle leden van een groep. In dit overzicht ziet u: in welke onderdelen wijzigingen hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld in projecten, competentieprofielen of formulieren; of er documenten zijn in de projecten of in het portfolio van de gebruiker die u nog niet hebt gelezen; alle thermometerstanden die u voor gebruikers hebt ingesteld. Individueel wijzigingenoverzicht bekijken 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de gebruiker. s Dit is hetzelfde als op het menu bij de gebruiker klikken en Voortgang bekijken kiezen. Kies eventueel een filter om gebruikers makkelijker te kunnen vinden. U ziet dan alleen de gebruikers die voldoen aan het filter. U kunt ook boven aan de contactgroep op Voortgang bekijken klikken (het voortgangsvenster toont dan alle gebruikers en groepen uit de contactgroep) en daarna de gebruiker selecteren. AdsmNSbeg12 doc2.0 26

27 4. Selecteer het tabblad Wijzigingen. Onder Gebruikersinformatie ziet u de algemene informatie van de gebruiker, en eronder de wijzigingen van de afgelopen week. Als de gebruiker een persoonlijke pagina heeft, kunt u deze openen via de link Persoonlijke pagina in de gebruikersinformatie. 5. Om wijzigingen van een andere periode te zien: kies achter Wijzigingen sinds het begintijdstip van de periode. U ziet nu alle wijzigingen vanaf het gekozen tijdstip tot nu toe. Klik op een link naar een portfoliodeel, competentieprofiel, document, (...), of klik achter een portfoliologboek, projectforum, (...) op om het element in een apart venster te openen. Sluit het element weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. Kies Verversen om ook de laatste wijzigingen te zien. 6. Om een overzicht van alle ongelezen documenten te zien: kies achter Wijzigingen sinds Ongelezen documenten. U ziet nu alle documenten uit projecten en portfoliodelen van de gebruiker die u nog niet hebt gelezen. Klik op een documentlink om het document te bekijken. De inhoud wordt getoond met toegevoegde notities en feedback. Eventueel kunt u notities en feedback toevoegen. Sluit het document weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. Kies Verversen bekijken. om te zien welke documenten u hierna nog moet Wijzigingenoverzicht van een groep bekijken AdsmNSbeg12 doc2.0 27

28 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de groep deel uitmaakt. 3. Klik op de groep. s Dit is hetzelfde als op het menu bij de groep klikken en Voortgang bekijken kiezen. U kunt ook boven aan de contactgroep op Voortgang bekijken klikken (het voortgangsvenster toont dan alle gebruikers en groepen uit de contactgroep) en daarna de groep selecteren. 4. Selecteer het tabblad Wijzigingen. In de kolom ziet u de ingestelde thermometerstanden en in de overige kolommen de gewijzigde onderdelen van de afgelopen week (alleen als het overzicht automatisch wordt geladen). s Bij een gebruiker kunnen de volgende iconen worden getoond: : de wijzigingen zijn nog niet geladen en handmatig laden is nodig, : er zijn geen wijzigingen bij de gebruiker, : er zijn wijzigingen bij de gebruiker. Als een onderdeel is gewijzigd wordt in de betreffende kolom het icoon getoond. Houd de muis boven een icoon in de kolomkop om te zien welke wijzigingen in de kolom worden getoond (er verschijnt een tooltip). Als de wijzigingen nog niet zijn geladen en u ze wilt zien, kies dan Wijzigingenoverzicht laden. Verwijzing Zie de volgende paragraaf voor instructies over het instellen van thermometers. 5. Voor de wijzigingen van een andere periode, of om te zien of er nog ongelezen documenten zijn, kiest u achter Wijzigingen sinds het begintijdstip van de periode waarover u de wijzigingen wilt zien of Ongelezen documenten. Kies vervolgens Wijzigingenoverzicht laden als het wijzigingenoverzicht niet automatisch wordt geladen. Per gebruiker wordt getoond welke onderdelen zijn gewijzigd of of er ongelezen documenten zijn. AdsmNSbeg12 doc2.0 28

29 Omdat het laden van wijzigingen bij een groep met veel gebruikers enige tijd kan duren, kunt u ook alleen de wijzigingen van één of enkele gebruikers laden (niet mogelijk bij automatisch laden): selecteer eerst de gebruiker(s) en laad daarna het wijzigingenoverzicht. U kunt meerdere gebruikers selecteren door ze aan te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. 6. Klik op het icoon in een onderdeelkolom om naar het wijzigingenoverzicht van de gebruiker, met de wijzigingen/ongelezen documenten, te gaan. 5.3 Thermometers instellen Door thermometers in te stellen voor gebruikers, kunt u in één oogopslag zien hoe een gebruiker functioneert. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Thermometer instellen. 4. Kies de thermometerwaarde en voeg eventueel een opmerking toe. 5. Klik op OK. De gekozen thermometerwaarde wordt in de contactgroep achter de gebruiker getoond, en in het groepswijzigingenoverzicht in de kolom achter de gebruiker. s Om een aanpassing van de thermometerstand in de contactgroep te kunnen zien, moet deze eerst worden ververst. Dit kan met het icoon rechtsboven aan de contactgroep. Om een thermometerwaarde te wissen: klik in het venster Thermometer instellen op Thermometer wissen. AdsmNSbeg12 doc2.0 29

30 6 Het portfolio inzien en bijwerken Een portfolio geeft een student de beschikking over een eigen opslagruimte binnen waarin hij: alle documenten kan inzien en beheren die te maken hebben met zijn opleiding of werk, zoals formulieren, cijferlijsten, werkstukken, of documenten die betrekking hebben op een opleidings- of activiteitenplan; dossiers kan samenstellen, bijvoorbeeld op basis van documenten in het portfolio. Deze dossiers kunnen eventueel worden gepubliceerd of vrijgegeven ter beoordeling door ze aan te bieden aan gebruikers of externe personen; competentieprofielen kan raadplegen, om te zien welke competenties hij kan of moet verwerven; gespreksnotities kan maken en raadplegen. Gespreksnotities kunnen op verschillende manieren worden gebruikt, bijvoorbeeld als logboek of om afspraken mee vast te leggen. Een portfolio kan bestaan uit een map Portfolio, waarin alle documenten en dossiers worden beheerd, een map Competentieprofielen, waarin alle informatie is te vinden over competenties, en een map Gespreksnotities waarin de gespreksnotities van de student worden bewaard. Dit hoofdstuk geeft instructies voor hoe u, als begeleider, kunt meekijken in de map Portfolio en eventueel wijzigingen kunt aanbrengen. Verwijzing Informatie over de map Competentieprofielen vindt u in hoofdstuk 7 Competentieprofielen inzien en bijwerken. In de online help vindt u informatie over de map Gespreksnotities. De map Portfolio bevat: een algemeen wijzigingenoverzicht, waarop de student, of u als begeleider, alle wijzigingen in de map Portfolio vanaf een bepaald tijdstip kan bekijken en kan zien welke ongelezen documenten de student of u nog niet hebt gelezen (afhankelijk van wie kijkt); AdsmNSbeg12 doc2.0 30

31 eventueel een dossiermap, waarbinnen de student dossiers kan samenstellen; eventueel een of meer portfoliodelen, waarin de student alle eigen documenten kan beheren en (als hij daar rechten voor heeft) de administratieve documenten kan inzien die de organisatie bijhoudt over zijn studieresultaten en -voortgang. Als de gebruikers in uw organisatie de beschikking hebben over portfolio's, kunt u hen op twee manieren begeleiden. Zo kunt u op ieder moment meekijken in de portfoliodelen van de studenten die u begeleidt, via de werkruimte Begeleiden. Hiernaast kunt u de assessmentdossiers met bestanden die gereed zijn voor beoordeling bekijken in de werkruimte Aangeboden dossiers, zodra de studenten deze dossiers hebben vrijgegeven. Verwijzing Zie hoofdstuk 4 Dossiers bekijken en beoordelen voor informatie over het bekijken van aangeboden dossiers. Wat hebt u nodig? Om portfoliodelen te kunnen bekijken en wijzigen, hebt u: toegang tot de werkruimte Begeleiden nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend. toegang tot portfoliodelen van een gebruiker nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_OTHER_PORTFOLIOS zijn toegekend en dient u deelnemer te zijn in de portfoliodelen van de gebruiker of uzelf bij het openen van de portfoliodelen als deelnemer toe te voegen. Dit laatste is mogelijk als u individueel begeleider van de gebruiker bent en de permissies Portfolio inzien en Portfolio beheren hebt, of als u over de functie MNGT_MODIFY_PORTFOLIOS beschikt. Verder dienen in uw deelnemersprofiel permissies te zijn ingesteld voor de acties die u wilt kunnen uitvoeren en dient u rechten te hebben op mappen waar u bij moet kunnen. Als individueel begeleider van een gebruiker met de permissies Portfolio inzien en Portfolio beheren, ziet u alle portfoliodelen van de gebruiker. Met de functie MNGT_MODIFY_PORTFOLIOS ziet u alle portfoliodelen van alle gebruikers. Neem contact op met uw applicatiebeheerder als u niet de juiste rechten hebt. Wat moet u doen? portfoliodelen bekijken (paragraaf 6.1) documenten toevoegen en bewerken (paragraaf 6.2) logboek volgen (paragraaf 6.3) AdsmNSbeg12 doc2.0 31

32 6.1 Portfoliodelen bekijken 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de gebruiker. 4. Kies Portfolio openen. Wilt u eerst een overzicht van portfoliodelen bekijken, selecteer dan het tabblad Portfoliodelen (of Profiel en portfolio, als u ook toegang hebt tot competentieprofielen). U ziet nu alle portfoliodelen die u mag zien. De map Portfolio in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle portfoliodelen waartoe u toegang hebt. Het primaire portfoliodeel wordt als eerste getoond en is automatisch geselecteerd. Over het algemeen zal dit het deel zijn waarin u kijkt. Klik op het icoon naast een portfoliodeel om het te openen. 5. Als u nog geen deelnemer bent in het portfoliodeel, krijgt u een melding om uzelf toe te voegen. Klik op Ja om dat te doen. Koppel uzelf vervolgens aan een deelnemersprofiel: kies Deelnemersprofiel toevoegen, selecteer uzelf in het venster Leden toevoegen en klik op OK. Verwijzing Zie bijlage 1 voor een instructies over het selecteren van gebruikers en groepen. s U kunt de rechten van uw deelnemersprofiel aanpassen: selecteer in het venster Deelnemersprofielen beheren het deelnemersprofiel, kies Eigenschappen, vink de rechten aan en klik op OK. Om een nieuw deelnemersprofiel aan te maken: selecteer in het venster Deelnemersprofielen beheren het portfoliodeel, kies Deelnemersprofiel, geef een naam op, kies het type van het profiel, vink de rechten aan en klik op OK. 6. U kunt nu door de onderdelen van het portfoliodeel bladeren door ze te selecteren of ze te openen met het icoon. s Als voor het portfoliodeel automatisch studieroutemappen worden aangemaakt, vindt u deze in de werkruimte-map (let op: deze kan anders heten bij uw organisatie). U ziet alleen de mappen voor de studieroutes die de student volgt en waarvan u begeleider bent. Als in het portfoliodeel een map Bibliotheekmappen beschikbaar is, kunt u hierin studiemateriaal of algemene documenten bij het AdsmNSbeg12 doc2.0 32

33 studiemateriaal plaatsen, zoals persoonlijke opleidingsplannen en activiteitenplannen. De map Bibliotheekmappen is een gezamenlijke map voor alle gebruikers die een portfoliodeel hebben op basis van hetzelfde portfoliosjabloon. 7. Verder kunt u in het portfoliodeel: wijzigingen en ongelezen documenten bekijken documenten bekijken en notities toevoegen mappen aanmaken en documenten toevoegen en bewerken het logboek volgen en berichten toevoegen 8. Met Bestand > Sluiten kunt u het portfoliovenster weer sluiten en terugkeren naar de werkruimte Begeleiden De volgende paragrafen behandelen het toevoegen en bewerken van documenten en het volgen en bijwerken van het logboek. Verwijzing Zie de online help voor informatie over het bekijken van wijzigingen en ongelezen documenten en over het toevoegen van notities aan documenten. 6.2 Documenten toevoegen en bewerken In mappen waarop u schrijfrechten hebt in een portfoliodeel kunt u documenten toevoegen en bewerken. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Portfolio openen. 4. Open het portfoliodeel. 5. Als u schrijfrechten hebt op een map, kunt u: een bestand, webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materiaallink bewerken door het/deze te selecteren en Bewerken, Webpagina Editor, Website Editor of Bewerken te kiezen; een nieuwe versie van een bestand, webpagina, website of Silverpoint, van uw computer in N@Tschool! uploaden door met de rechtermuisknop op het N@Tschool!-document te klikken en Nieuwe versie uploaden te kiezen; een nieuw bestand van schijf uploaden door de map te selecteren en Uploaden te kiezen; een nieuwe webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materiaallink aanmaken door de map te selecteren en Nieuw > Webpagina / Website / Silverpoint / Internetlink of Materiaallink te kiezen, of een nieuw bestand, nieuwe webpagina, website, Silverpoint, internetlink of materiaallink baseren op een sjabloon (Nieuw > Van sjabloon... ). AdsmNSbeg12 doc2.0 33

34 6. Klik op het kruisje in de rechterbovenhoek om het venster te sluiten en terug te keren naar de werkruimte Begeleiden. 6.3 Logboek volgen In het logboek van een portfoliodeel kunt u berichten uitwisselen met de student en andere gebruikers die toegang hebben tot het portfoliodeel. Of er een logboek beschikbaar is, hangt van de definitie van het portfoliodeel. Of u het logboek kunt bekijken en berichten kunt toevoegen, hangt af van de rechten in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Portfolio openen. 4. Open het portfoliodeel. 5. Selecteer Logboek. Het logboek verschijnt en de bijdragen daaraan van de deelnemers. Kies Verversen om ook de laatste logboekberichten te zien. 6. Om een bericht toe te voegen: klik op de knop Nieuw logboekbericht. 7. Typ uw tekst in de beschikbare velden en klik op OK. Let op U kunt een toegevoegd logboekbericht niet wijzigen of verwijderen. 8. Klik op het kruisje in de rechterbovenhoek om het venster te sluiten en terug te keren naar de werkruimte Begeleiden. AdsmNSbeg12 doc2.0 34

35 7 Competentieprofielen inzien en bijwerken Het kan zijn dat er bij uw opleiding competenties zijn opgesteld die studenten kunnen of moeten verwerven, bijvoorbeeld door bewijsstukken aan te leveren of door bepaalde studieroutes af te ronden. Een verzameling competenties die een student zich eigen kan of moet maken, wordt een competentieprofiel genoemd. Binnen het competentieprofiel zijn de competenties geordend in een of meer tabellen, die ook wel competentiematrices worden genoemd. De volgende afbeelding toont een competentieprofiel, bestaande uit één competentiematrix. Een student kan over meerdere competentieprofielen beschikken. Deze zijn ondergebracht in de map Competentieprofielen in het portfolio van de student. Naast competentieprofielen bevat de map Competentieprofielen ook een algemeen wijzigingenoverzicht, waarop de student, of u als begeleider, alle wijzigingen in de map Competentieprofielen vanaf een bepaald tijdstip kan bekijken. Als de gebruikers in uw organisatie werken met competentieprofielen, kunt u hen begeleiden door vanuit de werkruimte Begeleiden mee te kijken in hun competentieprofielen. Op deze manier kunt u de voortgang van de gebruikers volgen. Eventueel kunt u ook wijzigingen aanbrengen. Wat hebt u nodig? Om competentieprofielen te kunnen bekijken en wijzigen, hebt u: toegang tot de werkruimte Begeleiden nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend. toegang tot de competentieprofielen van een gebruiker nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_OTHER_COMPETENCE_ PROFILES zijn toegekend en dient u individueel begeleider van de gebruiker te zijn met de permissies Competentieprofielen inzien en Competentieprofielen beheren. AdsmNSbeg12 doc2.0 35

36 Wat moet u doen? Competentieprofielen bekijken (paragraaf 7.1) Competentieprofielen wijzigen (paragraaf 7.2) 7.1 Competentieprofielen bekijken 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de gebruiker. 4. Kies Competentieprofielen openen. De map Competentieprofielen in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle competentieprofielen van de gebruiker. Op het tabblad Competentieprofielen (of Profiel en portfolio, als u ook toegang hebt tot portfoliodelen) in Begeleiden, kunt u eventueel al direct een competentieprofiel selecteren. 5. Selecteer een competentieprofiel. U ziet alle competenties uit dat profiel, gegroepeerd per competentiematrix. Bij elke competentie kunnen aanvullende criteria zijn opgenomen die de student kan of moet behalen. Bij de competenties en competentiecriteria staat tevens de status vermeld. Zo kunt u zien hoever de student gevorderd is. De status van een competentiecriterium wordt aangeduid met een gekleurd blokje. In de legenda onder de competentiematrix kunt u zien voor welke status een bepaalde kleur staat. Het kan zijn dat van competenties alleen de status wordt getoond en u geen competentienamen ziet. U kunt de naam dan bekijken via de tooltip van de competentie. Eventueel ziet u via de tooltip ook een beschrijving. Als een competentieprofiel uit meerdere competentiematrices bestaat en u alleen de informatie van een specifieke competentiematrix wilt weergeven, open dan het competentieprofiel in het verkennerpaneel en selecteer daaronder de competentiematrix. 6. Klik op het kruisje in de rechterbovenhoek om het venster te sluiten en terug te keren naar de werkruimte Begeleiden. AdsmNSbeg12 doc2.0 36

37 7.2 Competentieprofielen wijzigen Met voldoende rechten, kunt u het competentieprofiel van de gebruiker wijzigen. U kunt dan: de gebruiker inschrijven op studieroutes die bij competenties worden aangeboden of uit studieroutes uitschrijven; de status van competenties en bijbehorende competentiecriteria wijzigen; logboekberichten toevoegen bij competenties; bewijsstukken opnemen bij competenties om aan te tonen dat de competentie is behaald; extra competenties toevoegen aan het competentieprofiel. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de gebruiker. 4. Kies Competentieprofielen openen. De map Competentieprofielen in het portfolio van de gebruiker wordt geopend met alle competentieprofielen van de gebruiker. 5. Selecteer het competentieprofiel. 6. Klik op de competentie die u wilt wijzigen. Een venster verschijnt met de details van de competentie. 7. Om de gebruiker in te schrijven op studieroutes of uit studieroutes uit te schrijven, klikt u in het rechterpaneel op Studieroutes. Onder Geselecteerde studieroutes ziet u alle studieroutes waarop de gebruiker is ingeschreven. Studieroutes waarop de gebruiker nog kan worden ingeschreven staan onder Beschikbare studieroutes. Voor inschrijven: klik op de link Toevoegen aan mijn selectie bij de studieroutepublicatie. De publicatie wordt toegevoegd onder Geselecteerde studieroutes en kan door de gebruiker worden gevolgd vanuit zijn studieroutewerkruimte. Voor uitschrijven: klik op de link Uit selectie verwijderen bij de studieroutepublicatie. De publicatie komt nu weer onder Beschikbare studieroutes te staan en is niet meer beschikbaar in de studieroutewerkruimte van de gebruiker. Let op Als een gebruiker zichzelf inschrijft, kan hij hier ook weer worden uitgeschreven door zichzelf of door u. Als u een gebruiker inschrijft, wordt hij door de administratie toegevoegd en kan hij daarna alleen via de werkruimte Studieroutes beheren weer worden uitgeschreven. s Om alle studieroutes te zien waarop de gebruiker is ingeschreven via de competenties uit het competentieprofiel: open het AdsmNSbeg12 doc2.0 37

38 competentieprofiel in het verkennerpaneel en klik daaronder op Studieroutes. Om te zien welke competenties aan een studieroute zijn gekoppeld: klik op het menu bij de studieroute en kies Gekoppelde competenties bekijken. 8. Om de status te wijzigen van: de competentie: kies in de keuzelijst onder Status een andere status, een competentiecriterium: kies in de keuzelijst achter het competentiecriterium een andere status. s Deze statussen zijn onafhankelijk van elkaar. U kunt de status van de competentie bijvoorbeeld direct op Behaald zetten, zonder dat u de statussen van de competentiecriteria wijzigt. De namen van de statussen kunnen anders zijn, afhankelijk van hoe ze zijn gedefinieerd. 9. Om een logboekbericht toe te voegen, klikt u in het rechterpaneel op Logboek en klikt u op Nieuw bericht. Typ uw bericht in het venster dat verschijnt en klik op OK. Let op Een toegevoegd bericht kunt u niet meer wijzigen of verwijderen. 10. Om een bewijssstuk toe te voegen, klikt u in het rechterpaneel op Bewijsstukken. Klik vervolgens op de link Bewijsstuk toevoegen, kies de locatie van het bewijsstuk, klik op Bladeren... en selecteer uw bewijsstuk: Bij Lokale schijf: klik op selecteer een bestand, selecteer een bestand van schijf, klik op Open, en selecteer een locatie in de materialenbank om uw bewijsstuk in op te slaan. Bij een van de andere locaties: selecteer een document of dossier uit N@Tschool!. Klik op OK om het bewijsstuk toe te voegen in het venster Bewijsstuk toevoegen, voeg eventueel een toelichting toe, en klik op OK om het bewijsstuk toe te voegen in het venster Competentiedetails. In de competentie wordt nu een link opgenomen naar het document of dossier. Let op Doordat er een link wordt toegevoegd in plaats van het document of dossier zelf, zijn wijzigingen die later in het document of dossier worden aangebracht ook zichtbaar in het bewijsstuk. 11. Als u klaar bent, klik dan op OK om het venster te sluiten. Uw wijzigingen worden nu automatisch opgeslagen. AdsmNSbeg12 doc2.0 38

39 12. Om het competentieprofiel uit te breiden met extra competenties, klikt u met de rechtermuisknop op het competentieprofiel en kiest u Competentie koppelen. Het onderstaande venster verschijnt: Selecteer de gewenste competenties door ze afzonderlijk aan te vinken of door Alle competenties selecteren te kiezen, en klik op OK. s Voordat u Alle competenties selecteren kiest: open eventueel eerst in het linkerpaneel Competentiematrices en selecteer een competentiematrix als u alleen de competenties van een bepaalde competentiematrix wilt selecteren. Klik nogmaals op afzonderlijke competenties of kies Alle competenties deselecteren om competenties weer te deselecteren. U kunt alleen de extra competenties toevoegen of verwijderen. Competenties die al deel uitmaakten van het competentieprofiel kunt u niet wijzigen. AdsmNSbeg12 doc2.0 39

40 8 Projecten begeleiden Studenten kunnen binnen samenwerken in projecten. Dit doen zij in de werkruimte Projecten als het project losstaand toegankelijk is, of in de werkruimte Studieroutes als het project deel uitmaakt van een studieroute. De volgende afbeelding toont een project (geselecteerde onderdeel) in Projecten: Binnen een project kunnen de studenten in ieder geval: documenten uitwisselen en bewerken; commentaar leveren op documenten; communiceren met elkaar en met de begeleider door te mailen. Verder kunnen ze eventueel: aanvullende studiematerialen bekijken; communiceren met elkaar en met de begeleider middels een logboek; discussieren en communiceren via een forum; hun mening over het verloop van het project geven door thermometers in te stellen; documenten in fasen inleveren om ze te laten beoordelen of te tonen aan andere projectdeelnemers ( faseproducten ); beoordelingen van de begeleider van het project, projectdeelnemers en faseproducten bekijken (en eventueel zelf beoordelingen geven); evaluaties van de begeleider van notities en faseproducten bekijken (en eventueel zelf evaluaties toevoegen). Afhankelijk van de projectdefinitie hebt u in een project een aantal instrumenten waarmee u het project kunt volgen en sturen: wijzigingenoverzicht projectthermometers een logboek projectfasering beoordelingen evaluaties In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van deze instrumenten. Verwijzing Voor informatie over evaluatie kunt u de online help raadplegen. AdsmNSbeg12 doc2.0 40

41 Er zijn twee manieren waarop u naar een project kunt gaan dat u begeleidt: via de werkruimte Projecten: u gaat hier uit van het project en hebt direct toegang tot alle projecten waaraan u deelneemt. via de werkruimte Begeleiden: u gaat hier uit van individuele gebruikers. Door een gebruiker te selecteren hebt u toegang tot de projecten van de gebruiker. Als u vervolgens een project opent, hebt u dezelfde mogelijkheden als wanneer u het zou openen via de werkruimte Projecten. In dit hoofdstuk wordt de toegang via de werkruimte Begeleiden beschreven. Wat hebt u nodig? Om projecten te kunnen begeleiden, hebt u: toegang tot de werkruimte Begeleiden nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ACCESS_COACH_MODULE zijn toegekend. toegang tot projecten van een gebruiker nodig. Hiervoor moet aan u het functionele recht USER_ALLOW_COACH_PROJECTS zijn toegekend. Verder moet u als deelnemer zijn toegevoegd aan de projecten en moeten er voldoende rechten zijn ingesteld in uw deelnemersprofiel. Wat moet u doen? Bij het begeleiden van een project kunt u gebruikmaken van de volgende mogelijkheden: wijzigingenoverzicht (paragraaf 8.1) projectthermometers (paragraaf 8.2) logboek (paragraaf 8.3) projectfasering (paragraaf 8.4) beoordelingen (paragraaf 8.5) 8.1 Wijzigingenoverzicht bekijken De projectwerkruimte van een gebruiker heeft een algemeen wijzigingenoverzicht en daarnaast heeft ook elk afzonderlijk project een wijzigingenoverzicht. U kunt hierop zien welke wijzigingen in een bepaalde periode hebben plaatsgevonden en welke documenten u nog niet hebt gelezen in alle projecten of het betreffende project. Bovendien kunt u vanaf een wijzigingenoverzicht direct documenten bekijken en er notities en feedback aan toevoegen, of rechtstreeks naar een project(onderdeel) gaan. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op de gebruiker. 4. Kies Projecten openen. AdsmNSbeg12 doc2.0 41

42 Wilt u eerst een overzicht van de projecten van een gebruiker bekijken, selecteer dan het tabblad Projecten. U ziet nu alle projecten waarop u rechten hebt, gesorteerd op projectnaam. Verwijzing In de online help ziet u welke projecten in het projectoverzicht worden getoond. De projectwerkruimte van de gebruiker wordt geopend met alle projecten waartoe u toegang hebt. 5. Voor wijzigingen en ongelezen documenten in: alle projecten: klik in het verkennerpaneel direct onder Projecten op Wijzigingenoverzicht. een specifiek project: open het project en klik daaronder op Wijzigingenoverzicht. Alle wijzigingen van de afgelopen week worden getoond. 6. Om wijzigingen van een andere periode te zien: kies achter Wijzigingen sinds het begintijdstip van de periode. U ziet alle wijzigingen vanaf het gekozen tijdstip tot nu toe. Klik op een projectlink of op het icoon achter een element of projectonderdeel om naar de locatie van het element of project(onderdeel) te gaan. Of klik op een document- of dossierlink om het element in een apart venster te openen. Sluit het element weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. s Kies Verversen om ook de laatste wijzigingen te zien. In het notitiepaneel bij een document of dossier dat u bekijkt ziet u alle toegevoegde notities, dat wil zeggen zowel de notities die voor iedereen zichtbaar zijn als uw privénotities. Om alleen de notities bij de huidige documentversie of uw privénotities te zien, klikt u rechtsboven op Versie of Privé. Klik op Notities om weer alle notities weer te geven. Om een notitie toe te voegen: klik op Toevoegen, typ uw tekst in het vak onder Notitie toevoegen, selecteer eventueel een ander icoon bij de notitie (neutraal, negatief of positief ), vink eventueel Privé aan als u wilt dat de notitie alleen zichtbaar is voor u en niet voor andere gebruikers (inclusief de eigenaar), en klik op Toevoegen. Om feedback op een notitie te geven: klik onder de notitie op Notitiefeedback (x), typ uw tekst in het vak onder Notitiefeedback toevoegen, selecteer eventueel een ander icoon bij de feedback, en klik op Toevoegen. (De teller achter Notitiefeedback geeft aan hoe vaak er feedback op de notitie is gegeven.) Let op: toegevoegde feedback kan niet meer worden gewijzigd of verwijderd. AdsmNSbeg12 doc2.0 42

43 7. Om een overzicht van alle ongelezen documenten te zien: kies achter Wijzigingen sinds Ongelezen documenten. U ziet nu alle ongelezen documenten uit alle projecten of uit het project waarin u zich bevindt. Klik op het icoon document te gaan. achter een document om naar de locatie van het Of klik op een documentlink om het document in een apart venster te openen. De inhoud wordt getoond met toegevoegde notities en feedback. Eventueel kunt u notities en feedback toevoegen. Sluit het document weer met het kruisje in de rechterbovenhoek. s In de mappen in projecten zijn ongelezen documenten te herkennen doordat ze vetgedrukt worden weergegeven. Kies Verversen om te zien welke documenten u hierna nog moet bekijken. 8.2 Projectthermometers aflezen De deelnemers aan een project kunnen dagelijks door het instellen van een thermometer, aangeven hoe ze de samenwerking en voortgang in het project ervaren. Of er thermometers beschikbaar zijn, hangt af van de projectdefinitie. Of u uw eigen thermometer mag instellen en/of u thermometers van anderen mag bekijken, hangt af van de rechten in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. AdsmNSbeg12 doc2.0 43

44 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Projecten openen. 4. Selecteer het project en kies Begeleiding > Thermometers. Het venster Thermometers verschijnt. Hierin kunt u voor iedere dag sinds de start van het project de thermometerstanden bekijken. De standen kunnen variëren van -5 tot en met Voor de thermometerstanden van alle projectdeelnemers samen: selecteer Projectthermometer in het linkerpaneel. In het rechterpaneel worden de gemiddelde, minimum en maximum thermometerstand per dag getoond. Als u in het rechterpaneel een dag selecteert, kunt u in het onderste gedeelte bekijken welke deelnemers op die dag hun thermometer hebben ingesteld. 6. Voor de thermometerstanden van een individuele gebruiker: selecteer die gebruiker in het linkerpaneel. 7. Sluit het venster door op het kruisje in de rechterbovenhoek te klikken. 8.3 Logboek volgen In het logboek kunnen de deelnemers aan een project berichten plaatsen voor de andere deelnemers en voor hun begeleider. Of er een logboek beschikbaar is, hangt af van de projectdefinitie. Of u het logboek kunt bekijken en berichten kunt toevoegen, hangt af van de rechten in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Projecten openen. 4. Open het project. 5. Selecteer Logboek. Het logboek verschijnt en de bijdragen daaraan van de deelnemers. Kies Verversen om ook de laatste logboekberichten te zien. 6. Om een bericht toe te voegen: klik op de knop Nieuw logboekbericht. 7. Typ uw tekst in de beschikbare velden en klik op OK. AdsmNSbeg12 doc2.0 44

45 Let op U kunt een toegevoegd logboekbericht niet wijzigen of verwijderen. 8. Klik op het kruisje in de rechterbovenhoek om het venster te sluiten en terug te keren naar de werkruimte Begeleiden. 8.4 Fasering aanpassen U kunt de fasering van een project aanpassen door nieuwe fasen aan te maken. Of projectfasering beschikbaar is, hangt af van de projectdefinitie. Of u de projectfasering mag aanpassen, hangt af van de rechten in uw deelnemersprofiel. Een nieuwe fase aanmaken 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Projecten openen. 4. Open het project. 5. Selecteer het onderdeel Fasering en kies Nieuw > Fase. Hiermee opent u het venster Nieuwe fase. 6. Geef een naam en eventueel een beschrijving op voor de fase. 7. Selecteer eventueel een begindatum en -tijd en een einddatum en -tijd voor de fase. AdsmNSbeg12 doc2.0 45

46 Klik hiervoor in het betreffende veld, selecteer een datum uit de kalender of een tijd uit de keuzelijst en klik op OK. 8. Geef aan of documenten vóór de begindatum mogen worden toegevoegd en of ze automatisch worden bevroren als de einddatum is verstreken door eventueel de betreffende vakjes aan te vinken. 9. Klik op OK. De fase wordt aangemaakt. 8.5 Beoordelingen geven Binnen een project kunnen beoordelingen worden gegeven aan de hele projectgroep of aan individuele deelnemers. Of beoordelingen beschikbaar zijn, hangt af van de projectdefinitie. Of u beoordelingen kunt geven, hangt af van de rechten in uw deelnemersprofiel. 1. Ga naar Menu > Coaching > Begeleiden. 2. Ga naar de contactgroep waarvan de gebruiker deel uitmaakt. 3. Klik op het menu bij de gebruiker en kies Projecten openen. 4. Selecteer het project en kies Begeleiding > Beoordelingen. Het venster Beoordelingen verschijnt. Als het venster nog geen deelnemers bevat, verschijnt het venster Deelnemer toevoegen. Klik hierin op Ja als u deelnemers wilt beoordelen, selecteer de deelnemers en klik op OK. Hierna kunt u op elk moment deelnemers toevoegen via Deelnemer toevoegen. AdsmNSbeg12 doc2.0 46

47 Verwijzing Zie bijlage 1 voor instructies over het selecteren van gebruikers en groepen. 5. Voor het beoordelen van: het project: selecteer het project, een deelnemer: selecteer de deelnemer. 6. Kies Nieuwe beoordeling. 7. Geef een naam op voor de beoordeling (bijvoorbeeld Tussentijdse beoordeling, Eindbeoordeling of Opmerking) en klik op OK. Er wordt een conceptversie van de beoordeling gemaakt. Deze is nog niet zichtbaar voor de deelnemers. 8. Selecteer de beoordeling en vul eventueel onderaan de criteria in (mits gedefinieerd). Vul bij elk criterium een waarde in of maak een keuze uit een keuzelijst. 9. Selecteer de beoordeling en kies Publiceren om de beoordeling te tonen aan de projectdeelnemers. s Om een beoordeling te bekijken: selecteer de beoordeling en kies Bekijken. Een gepubliceerde beoordeling kunt u niet meer wijzigen, wel eventueel verwijderen: selecteer de beoordeling en kies Verwijderen. AdsmNSbeg12 doc2.0 47

48 9 Toetsen corrigeren De toetsomgeving kan worden gebruikt om te zien hoe ver een student is met de stof (formatief toetsen) of als beoordelingsinstrument (summatief toetsen). Ook kunnen vragen en toetsen als oefenmateriaal worden aangeboden. Zo kan bijvoorbeeld een interactief werkboek worden gerealiseerd met verwijzingen naar de theorie vanuit oefenvragen. Voor studenten heeft dit als voordeel dat ze met vragen kunnen oefenen op het moment dat het hen het beste uitkomt. Als een student een vraag of toets bij het studiemateriaal selecteert, wordt er een viewer geopend die de vraag of toets afspeelt. De student kan daarbij tips en diverse typen feedback krijgen. Als het gaat om een officiële toets, kan deze worden opgeslagen en ingeleverd om te worden nagekeken. Het nakijken van toetsen kan zowel handmatig als automatisch gebeuren. In het laatste geval hebt u achteraf de mogelijkheid om de automatische correctie aan te passen. Wat hebt u nodig? Om toetsen te kunnen corrigeren: hebt u de clientversie van N@Tschool! nodig (deze is vereist voor de beheerwerkruimten voor toetsen en voor toetscorrectie); hebt u toegang nodig tot de werkruimte Studierouteresultaten. Dit hebt u met de functie USER_ACCESS_COACH_RESULTS; dient u begeleider te zijn in een publicatie van de studieroute die de toetsen bevat. U kunt dan de toetsen nakijken van alle deelnemers die aan de publicatie zijn gekoppeld. AdsmNSbeg12 doc2.0 48

49 Wat moet u doen? toetsen handmatig corrigeren (paragraaf 9.1) resultaten van automatische correctie bekijken en aanpassen (paragraaf 9.2) Verwijzing Het is ook mogelijk een antwoordbestand met toetsantwoorden van studenten automatisch te laten nakijken. Dit doet u in de werkruimte Toetsverwerking. In de online help staat beschreven hoe u dit doet. 9.1 Toetsen handmatig corrigeren U kunt toetsen geheel of gedeeltelijk handmatig corrigeren en studenten feedback geven op hun antwoorden en het behaalde resultaat. 1. Ga naar Menu > Coaching > Studierouteresultaten. 2. Klik in de widget op de studieroute en selecteer vervolgens de publicatie. s Om de studieroute te vinden in de widget: kies bij Filter de optie waaronder de studieroute valt (Alles, Favorieten, Lopend, Afgerond of de studiebank) en typ bij Zoeken de beginletters van de studieroute tot deze verschijnt, of blader naar de studieroute. Welke opties bij Filter beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen van de widget. Om de getoonde filteropties te wijzigen: Klik op het menu, kies Bewerken en vink bij Filteropties de gewenste opties aan. 3. Selecteer het tabblad Toetsen en SCORM. U ziet van alle deelnemers uit de publicatie, eventueel algemene informatie en de toets- en SCORM-gegevens. Elke toets en elk SCORMonderdeel wordt in een aparte kolom getoond (zie de bovenstaande AdsmNSbeg12 doc2.0 49