Het maakt in adressen niet uit of je hoofdletters gebruikt of niet. Maar er mogen geen spaties in zitten.

Transcriptie

1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Wat is is Elektronische post. Een bericht dat we op een computer typen, kan via internet verstuurd worden. Het verzenden van kost weinig tijd. Een bericht is binnen enkele seconden bij de ontvanger. We kunnen ook bestanden meesturen. wordt verstuurd naar een adres. is op elke pc met een internetaansluiting te lezen. Het is mogelijk een bericht naar (veel) meer adressen tegelijk te versturen. Een adres bestaat uit twee delen: pietproef@instruct.nl 1. Voor het apenstaartje staat meestal de naam van een persoon. 2. Achter het apenstaartje staat meestal de naam van de organisatie, gevolgd door de (land)code. Het maakt in adressen niet uit of je hoofdletters gebruikt of niet. Maar er mogen geen spaties in zitten. Je kunt geautomatiseerd verstuurde krijgen die meestal ongewenst is. Dit wordt Spam genoemd. Outlook 2010 openen en sluiten OUTLOOK 2010 kan worden opgestart met de knop in de taakbalk. Ook via de Startknop, Alle programma s, Microsoft Office, Microsoft Office Outlook 2010 kun je het programma starten. OUTLOOK 2010 kun je afsluiten via het tabblad Bestand, Afsluiten of via de knop (Sluiten) in de titelbalk.

2 Vensteronderdelen van Outlook 2010 Het openingsvenster van OUTLOOK 2010 ziet er als volgt uit: Tabbladen Titelbalk berichten Leesvenster mappen Takenbalk Contactpersonen Statusbalk In- uitzoomen Uitleg van de vensteronderdelen: * In de Titelbalk lees je de naam van de geselecteerde map (bijvoorbeeld Postvak IN). Als je een bericht hebt geopend, zie je het onderwerp van het bericht in de titelbalk. * Via de tabbladen kunnen opdrachten worden uitgevoerd. Het tabblad Start is standaard geopend. * In het midden staan de berichten van de map die geselecteerd is. * Links staan alle mappen. * Linksonder staan de Contactpersonen, hiermee kun je adressen en namen van personen opslaan. * Rechts staat de Takenbalk. Hierin kunnen onder andere de kalender en afspraken weergegeven worden. * De Statusbalk geeft extra informatie over bijvoorbeeld een geopend bericht. Rechts in de statusbalk staat de Zoomregelaar. Hiermee kun je op het venster in- of uitzoomen.

3 Het Lint van Outlook 2010 Het Lint bevat een aantal tabbladen. Het tabblad Start is standaard geopend. Elk tabblad is verdeeld in groepen: Het linkerdeel van het tabblad Start bevat de volgende onderdelen: * De groep Nieuw: Hier staan knoppen om een nieuw bericht of ander item te maken, zoals een afspraak of contactpersoon. * De groep Verwijderen: Verwijderen en beheren van berichten. * De groep Reageren: Reageren op berichten of vergaderverzoeken. Via het rechterdeel kunnen we onder andere de volgende handelingen uitvoeren: * De groep Snelle stappen: Handelingen die vaak voorkomen snel uitvoeren. * De groep Verplaatsen: Berichten zelf verplaatsen naar een andere map of door middel van het instellen van een regel. * De groep Labels: Berichten markeren als (on)gelezen, op onderwerp of voor opvolgen. * De groep Zoeken: Zoeken in het adresboek naar contactpersonen en specifieke berichten filteren.

4 Nieuw bericht maken en versturen Met de knop maak je een nieuw bericht: Vul de velden bovenaan als volgt in: * Vul achter Aan het adres in van de geadresseerde(n). * Als je achter CC (Carbon Copy) een adres invult dan gaat er een kopie van het bericht naar dit adres (of adressen). * Typ bij Onderwerp altijd het onderwerp van het bericht. Dan ziet de geadresseerde meteen waar het over gaat. Opmerkingen: * Eventueel kunnen we nog een veld toevoegen: BCC Als je achter BCC (Blind Carbon Copy) een adres invult, zien andere ontvangers niet dat deze kopie wordt verstuurd. * BCC voeg je toe via het tabblad Opties, de groep Velden weergeven, de knop BCC: In alle vakken kun je meer adressen zetten. Zet er dan een puntkomma (;) tussen, bijvoorbeeld: Het bericht wordt verstuurd met de knop.

5 Het venster Nieuw bericht Het venster Nieuw bericht heeft zes tabbladen: In het tabblad Bericht staan de belangrijkste mogelijkheden bij elkaar: * De groep Klembord: Tekst of afbeeldingen knippen, kopiëren en plakken. * De groep Basistekst: Bevat knoppen om tekens en alinea s op te maken. * De groep Namen: Via het Adresboek kun je namen zoeken, met Namen controleren worden ingevulde namen gecontroleerd. * De groep Opnemen: Hier kan je iets aan een bericht toevoegen, zoals een bijlage en een handtekening. * De groep Codes: Biedt de mogelijkheid om prioriteit aan een bericht mee te geven. * De groep Zoomen: Opent een venster waarmee een zoompercentage ingesteld kan worden. In een aantal groepen staat rechtsonderaan de knop: uitgebreide opties geopend worden.. Hiermee kan een venster met Concepten opslaan Als je een bericht dat nog niet af is, afsluit zonder het te verzenden, krijg je de vraag of het bericht moet worden opgeslagen: Als je voor Ja kiest wordt het bericht opgeslagen in de map Concepten: Later kun je het bericht afmaken en verzenden. Dubbelklik op het conceptbericht om het te openen.

6 ontvangen en lezen In de map Postvak IN staan de ontvangen berichten: Het getal tussen haakjes is het aantal ongelezen berichten. In de berichtenlijst zie je van elk bericht de afzender en het onderwerp. Ook kun je zien of het bericht belangrijk ( ) is of niet ( ). En of het bericht een bijlage ( ) heeft. In het Leesvenster kun je de inhoud van het bericht bekijken. Je opent een bericht door erop te dubbelklikken. De aanhef van een bericht dat nog niet geopend (gelezen) is, is vetgedrukt. Behalve Postvak IN komen standaard de volgende mappen voor: * In de map Concepten staan de berichten die nog niet af zijn. * In de map Verzonden items staan alle berichten die je hebt verstuurd. * De map Verwijderde items is de prullenbak van OUTLOOK. Hier komen alle verwijderde berichten terecht. * In Ongewenste komt Spam. Het is belangrijk regelmatig in deze map te kijken of er niet per ongeluk een bericht in is terechtgekomen dat je wel wilt hebben. In Postvak UIT komen de berichten die wel gereed zijn, maar nog niet zijn verzonden, bijvoorbeeld als er geen verbinding met internet is.

7 Vensterweergave Hieronder staan de vensters van OUTLOOK. We kunnen de weergave veranderen: Werkbalk Snelle toegang Het Lint Berichtenlijst Leesvenster Navigatiedeelvenster Takenbalk Linksbovenaan staat de werkbalk Snelle toegang. Via het pijltje werkbalk, kunnen we knoppen toevoegen of verwijderen. rechts op de De knoppen met een staan in de werkbalk. Je voegt een knop toe door te klikken op een onderdeel. Door op een onderdeel met te klikken, wordt de knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderd. Het Lint kun je minimaliseren met het pijltje rechtsboven, naast het vraagteken:. Klik nogmaals op het pijltje om het Lint weer uit te vouwen.

8 Het Navigatiedeelvenster en de Takenbalk kun je samenvouwen en uitvouwen via de pijltjes bovenaan de vensters: en. De berichten in de berichtenlijst zijn onderverdeeld in groepen. Standaard zijn deze gerangschikt op datum. Een groep kun je samenvouwen door op te klikken en uitvouwen via. Via het tabblad Beeld, groep Indeling kun je het Leesvenster op een andere plaats zetten. Ook kun je hier vensters minimaliseren of uitschakelen: Pictogrammen bij een bericht Bij een bericht kunnen verschillende pictogrammen staan. In de afbeelding staan een aantal voorbeelden: Betekenis van de pictogrammen: * : Niet zo n belangrijk bericht * : Belangrijk bericht * : Dit bericht is gelezen * : Dit is nog niet gelezen * : Doorgestuurd bericht * : Beantwoord bericht * : Een bericht met een bijlage

9 Berichten markeren Een ongelezen bericht herken je aan het gesloten envelopje en het bericht is vetgedrukt. Het is mogelijk zelf aan te geven of een bericht gelezen of ongelezen is: * Klik met de rechtermuisknop op het bericht en kies voor of, of * Gebruik in het tabblad Start, groep Labels, de knop: Een bericht kun je markeren met een vlaggetje:. Zo weet je dat je nog iets met het bericht moet doen. Als het bericht is verwerkt, klik je op het rode vlaggetje achter het bericht. Achter het bericht staat dan. Meerdere berichten tegelijk openen Je kunt meer berichten tegelijk openen door deze selecteren en op de <Enter>-toets te drukken. Met de knop op de taakbalk kun je de berichtvensters opvragen. Als je de muisaanwijzer boven de knop van OUTLOOK laat rusten, verschijnen er miniaturen van alle geopende vensters: Door een bericht aan te wijzen, verschijnt het in beeld. Via de sluitknop in de miniatuur kan het bericht gesloten worden:

10 beantwoorden Je kunt een bericht beantwoorden met de knop. Deze knop is beschikbaar in het beginvenster van OUTLOOK en in het berichtvenster. Je stuurt via deze knop het antwoord alleen naar het adres van de afzender. Als je de knop gebruikt, stuur je het antwoord naar de afzender en naar alle personen die het bericht hebben ontvangen. Voor het onderwerp van een bericht dat je beantwoordt staat RE (van Reply). Het is mogelijk (een deel van) de oorspronkelijke tekst van een bericht niet mee te sturen. Verwijder dan de tekst die je niet wilt meesturen. Het is ook mogelijk OUTLOOK zo in te stellen dat de oorspronkelijke tekst niet wordt bijgevoegd. Bijlagen versturen en ontvangen Met een bericht kun je een (of meer) bijlage(n) meesturen, bijvoorbeeld een WORDdocument of een foto. Dit doe je * via het tabblad Bericht, groep Opnemen, knop. * Via het tabblad Invoegen, groep Invoegen, knop. Daarna ga je naar de juiste map en selecteer je het bestand. Voeg het bestand in door op Invoegen te klikken of door op het bestand te dubbelklikken. In het bericht zie je dat de bijlage is bijgevoegd, bijvoorbeeld: Bijlagen kunnen virussen bevatten. Wees voorzichtig met het openen van bijlagen van onbekende afzenders. Ook bijlagen van bekende afzenders kunnen virussen hebben. Zorg ervoor dat er een goede virusscanner op de computer is geïnstalleerd.

11 Beperkingen bij versturen van bijlagen Een bijlage bij een bericht mag niet te groot zijn. Het verzenden duurt lang en de mailbox van de ontvanger van het bericht kan niet groot genoeg is. Beperk de grootte tot 5 MB. Ook berichten met als bijlage een zogenaamd uitvoerbaar of exe-bestand (bijvoorbeeld een spel) kunnen virussen hebben. Als je een bericht met een dergelijke bijlage verstuurt, krijg je deze melding: Door op Ja te klikken wordt het bericht toch verstuurd. De ontvanger van dit bericht kan waarschijnlijk de bijlage niet openen. In OUTLOOK verschijnt bij de ontvanger boven in het bericht:

12 Bijlage openen, opslaan en verwijderen Een bericht met een bijlage herken je aan. Een bijlage kun je bekijken door op de bijlage te klikken. De inhoud van de bijlage verschijnt en er wordt een extra tabblad geopend met Hulpmiddelen voor bijlagen: Via de knoppen op het tabblad Hulpmiddelen voor bijlagen kun je de bijlage verder verwerken. Als je klikt op dan wordt de bijlage geopend in het programma waarin het is gemaakt of waarin het kan worden bekeken. Om de bijlage(n) direct op te slaan, kies je voor opslaan. Opmerking: * Een bijlage kan ook worden opgeslagen via het Snelmenu van de bijlage, optie Alle bijlagen opslaan of via het tabblad Bestand, Bijlagen opslaan. Via de knop verwijder je de bijlage uit het bericht. Een bijlage kan ook via het Snelmenu, optie Verwijderen verwijderd worden.

13 doorsturen Een bericht kun je doorsturen via. Voor het onderwerp staat dan FW (= Forward): Als er een bijlage bij het bericht zit, wordt deze ook doorgestuurd. Als je niet wilt dat deze wordt meegestuurd, verwijder je de bijlage via het Snelmenu. Opmerking: * Bij het beantwoorden van een bericht, worden de bijlagen niet meegestuurd. Netiquette Met Netiquette worden de gedragsregels op internet bedoeld. Een aantal belangrijke regels zijn: * Houd een bericht kort. Schrijf alleen over het onderwerp waarover je het wilt hebben. * Vermeld een onderwerp. De ontvanger kan direct zien waarover het bericht gaat. * Schrijf woorden niet met hoofdletters. Dit wordt gezien als schreeuwen. * Kies je woorden zorgvuldig. * Zet onder het bericht je naam of voeg een handtekening in. * Controleer de spelling voordat je het bericht verstuurt. * Verstuur het pas als je zeker weet dat het goed is.