Fred Beumer. Fred Beumer. Digitaal Leerplein. Hollandridderkerk, Ridderkerk

Transcriptie

1

2

3 Outlook 2010

4 titel Klikmee Outlook 2010 eerste druk juli 2010 auteur Videoproduction zetwerk druk Fred Beumer Fred Beumer Digitaal Leerplein Hollandridderkerk, Ridderkerk Digitaal Leerplein Postbus 50, 6990 AB Rheden website: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.

5 Inleiding Dit is geen standaard computerboek! Dit boek laat het u zien! Elk onderwerp wat in dit boek wordt besproken heeft op het internet een videoles staan. Een videoles die u het geleerde laat zien. Een manier van leren die makkelijk is in een tijd waar de computer steeds belangrijker wordt. Een DigiD aanvragen, de belastingdienst, bankzaken zijn enkele voorbeelden waarbij u niet meer zonder de computer kan. Tekstverwerken gebeurt ook alleen nog met de computer. Tekstverwerken wordt prive en zakelijk veel gebruikt. Vaak zoeken naar de mogelijkheden zal ook voor u herkenbaar zijn. Bepaalde handelingen verricht u af en toe en de kans dat u het een volgende keer bent vergeten is groot. Dan bekijkt u opnieuw de videoles die bij dit onderwerp hoort en kunt direct verder. Dit boek is uit de reeks Klik mee. Het is een uitgebreide serie die voor de beginnende en gevorderde gebruiker een aanrader is. De reeks heeft als kenmerk dat alleen datgene wordt behandelt waar het echt om gaat. Centraal staat het dagelijks werken met de computer en programma s. U bent een gebruiker en geen computerspecialist. Met de aanschaf van dit boek zet u de eerste stappen op weg naar zelfredzaamheid. Niet meer afhankelijk van anderen maar een methodiek die uzelf in staat stelt de geheimen te leren kennen. Aan het einde van elk onderwerp wordt u vanuit het boek verwezen naar het internet. De locatie en de videoles wordt u aangegeven. Videolessen op het internet Digitaal Leerplein stelt de lezer in staat om na elke paragraaf die in het boek wordt behandeld een instructievideo op het internet te bekijken. Deze instructievideo laat het u na het doorlezen van de lesstof zien. Digitaal Leerplein stimuleert en ondersteunt de digibeet op het gebied van verantwoord computergebruik. Bij alle activiteiten die Digitaal Leerplein onderneemt, staat de ontwikkeling van de deelnemer centraal. Aan het einde van een paragraaf wordt middels afbeelding van een beeldscherm verwezen naar de internetpagina waar u de videoles voor die paragraaf kunt bekijken. Meerdere cursussen kunt u ook vinden op de website Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. In deze afbeelding ziet u na het lezen van een paragraaf waar u de bijbehorende videoles op het internet kunt bekijken.

6 Inhoudsopgave 1. Kennismaken met Outlook 2010 Kennismaken met Word 10 De titelbalk, het lint en de knop bestand 12 De werkbalk Snelle toegang en met Outlook adres 16 Outlook starten, vensters en afsluiten 17 maken, versturen en ophalen 20 Outlook aanpassen 22 Navigeren en Outlook 24 Contactpersonen berichten opmaken Tekst wijzigen, kopieren en opmaken 28 Spellingscontrole 30 Concepten 32 Handtekening 33 Afdrukken 35 De helpfunctie verkeer Adresboek gebruiken 38 Contactpersonen toevoegen 40 Adresvakken CC en BCC 42 Gebruik van bijlagen 44 Beantwoorden en doorsturen 46 Leesbevestiging 48 Markeren 49

7 5. beheren Postvak aanpassen 52 Sorteren van berichten 54 Zoeken naar berichten 56 Indelen en verplaatsen van berichten 58 Verwijderen van berichten 60 Ongewenste archiveren Archiveren van berichten 66 Automatisch archiveren Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst 72

8

9 1 Kennismaken met Outlook Kennismaken met Outlook Titelbalk, het lint en de knop bestand De werkbalk Snelle toegang 9

10 Kennismaken met Outlook Microsoft Outlook is een programma waarmee u berichten kunt ontvangen en versturen. is tegenwoordig niet meer weg te denken als communicatiemiddel. Naast het ontvangen en versturen van berichten heeft u ook de mogelijkheid de opmaak van uw berichten aan te passen. Zo kunt u onder andere grootte, stijl en opmaak van uw tekst veranderen. In Outlook is het ook mogelijk om afbeeldingen of teksten die u hebt gemaakt door te sturen. U kunt de documenten als een bijlage in uw bericht verzenden. U kunt Outlook openen door te dubbelklikken op het Outlookpictogram op uw bureaublad, of door te klikken op de Startknop links onderin het beeldscherm en te kiezen voor Alle programma s. Vervolgens klikt u met de muis op de map Microsoft Office en ziet u het programma Microsoft Outlook 2010 uitschuiven. Klik hierop met de linkermuisknop. Het programma wordt geopend. De werkomgeving Wanneer u bekend bent met eerder versies van Outlook, ziet u meteen dat de werkomgeving volledig gewijzigd is. U hebt even de tijd nodig om aan deze nieuwe indeling te wennen. Het Outlookvenster bestaat uit meerdere vensters. Deze worden verderop in dit werkboek uitgebreid besproken. Wat ziet u op uw beeldscherm? Links bovenin het beeld ziet u de knop Bestand. Wanneer u deze met de linkermuisknop opent krijgt u toegang tot de meest gebruikte functies binnen Outlook, zoals daar zijn Openen, Opties, Opslaan als, en Afdrukken. Boven de knop Bestand ziet u de titelbalk, met de werkbalk Snelle toegang. Standaard is deze voorzien van de knoppen Opslaan, Ongedaan maken en Opnieuw. Daarnaast is het mogelijk hier zelf knoppen aan toe te voegen of verwijderen. In het midden van de titelbalk ziet u de naam van uw document, gevolgd door de naam van het programma. Aan de rechterkant van de titelbalk vind u de knoppen Minimaliseren, Maximaliseren en Sluiten. 10

11 Onder de titelbalk ziet u het zogeheten Lint. In het lint vindt u alle opdrachten die u kunt uitvoeren in Outlook. Het lint vervangt de verschillende werkbalken die in vorige versies van Outlook gebruikt werden. Onder het lint worden de verschillende vensters waarin u kunt werken weergegeven. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. 11

12 Titelbalk, het Lint en de knop Bestand De titelbalk In de vorige les hebt u gezien dat de titelbalk aan de bovenzijde van het venster staat. Aan de rechterzijde vindt u de knoppen Minimaliseren, Maximaliseren en Sluiten. Wanneer u klikt op de knop Minimaliseren, het minteken zal het programma geparkeerd worden naar de taakbalk. Door vervolgens op de taakbalk op het word logo te klikken zal het geparkeerde document weer terugkeren op het beeldscherm. De knop tussen het minteken en het witte kruis zorgt ervoor dat de weergave van uw venster wordt verkleind of juist volledig in beeld komt. U kunt door het venster te verkleinen een gedeelte van het bureaublad in beeld brengen. Om het programma te sluiten klikt u op de knop Sluiten, het witte kruis. Het Lint is in tegenstelling tot eerdere versies van Outlook sterk veranderd. Het lint Het belangrijkste gereedschap in Outlook 2010 is het lint. Alle opdrachten die u uitvoert op uw document bevinden zich hier. Het lint in verdeeld in vijf verschillende tabbladen, te weten Start, Verzenden/Ontvangen, Map, Beeld en Invoegtoepassingen. In deze tabbladen vind u verschillende groepen met opdrachten. Zo is bijvoorbeeld het tabblad Start verdeeld in de groepen Nieuw, Verwijderen, Reageren, Snelle stappen, Verplaatsen, Labels, Zoeken en Verzenden/Ontvangen. Sommige van deze groepen hebben aan de rechterzijde een pijltje. Wanneer u hierop klikt opent een nieuw venster met daarin meerdere opties. Om het lint te verbergen klikt u tweemaal met de linkermuisknop op het geselecteerde tabblad. Dit geeft u meer werkruimte. Nogmaals dubbelklikken zorgt er voor dat het lint weer wordt weergegeven. De knop Bestand De knop Bestand geeft u toegang tot de basisfuncties van Outlook Wanneer u met de linkermuisknop op deze knop klikt opent het onderliggende menu met aan de linkerkant diverse basisopdrachten zoals Opslaan als, Bijlagen opslaan, Info, Openen, Afdrukken, Help, Opties en Afsluiten. 12

13 De knop Bestand Indien u klikt op de knop Afsluiten zal het programma gesloten worden. Wenst u alleen het document te sluiten, klik dan op Sluiten in het paneel. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. 13

14 De werkbalk Snelle toegang Werkbalk Snelle toegang Boven de knop bestand vindt u de werkbalk Snelle toegang. Indien gewenst kunt u de werkbalk onder het lint plaatsen. Dit doet u door met de rechter muisknop op de werkbalk te klikken en te kiezen voor De werkbalk Snelle toegang onder het lint weergeven. Herhaal deze stap om de werkbalk terug te zetten naar zijn oorspronkelijke plaats. Het is mogelijk knoppen toe te voegen aan de werkbalk Snelle toegang, naast de standaard knoppen Opslaan, Ongedaan maken en Opnieuw. Wilt u een pictogram toevoegen aan de werkbalk Snelle toegang dan klikt u met de linkermuisknop op de pijl wijzend naar beneden naast de werkbalk Snelle toegang. Menu Snelle toegang kunt u aanpassen aan de eigen wensen. Een lijst schuift uit waaruit u een keuze kunt maken. Voor de opties kan een vinkje staan wat betekent dat deze optie reeds is weergegeven in de werkbalk Snelle toegang. Klikt u voor een optie waar geen vinkje voor staat dan zal deze worden weergegeven en verschijnt in de lijst ook een vinkje voor de optie. Ook voor het weghalen van pictogrammen herhaalt u deze stappen. Het is dan de bedoeling wederom te klikken op de optie die u wenst weg te halen. Het vinkje verdwijnt en in de werkbalk snelle toegang is het pictogram verdwenen. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. 14

15 2 en met Outlook adres Outlook starten, vensters en afsluiten maken, versturen en ophalen Outlook aanpassen Navigeren Contactpersonen 15

16 adres Om gebruik te kunnen maken van heeft u onder andere nodig een programma waarmee u gaat en en een adres. Het programma dat we hiervoor gebruiken is Outlook Het adres kan een privéadres zijn maar kan ook een adres zijn die u van uw werkgever hebt ontvangen. Gebruikt u Outlook 2010 voor de eerste keer dan moet een adres allereerst geconfigureerd worden. Dit wil zeggen dat uw account in het programma moet worden opgenomen. We gaan ervan uit dat dit voor u is gedaan en het programma Outlook 2010 met uw adres klaar zijn voor gebruik. Opbouw van een adres Een adres is opgebouwd uit een aantal vaste onderdelen. Als voorbeeld nemen we het adres cursist@digitaalleerplein.nl Het eerste gedeelte voor het apenstaartje is de naam van degene waarvan het adres is. Het tweede gedeelte is het apenstaartje, dit teken (@) komt altijd voor in een adres. Het derde gedeelte is de naam van uw provider, naam van een vereniging of bedrijf. Het vierde gedeelte geeft de landencode aan. Voor Nederland geldt.nl Wanneer u een adres gebruikt zal telkens deze opbouw voorkomen. Een adres is een uniek adres. Dit betekent dat het adres u gebruikt niet vaker wordt gebruikt. Dit kan ook niet omdat een bericht die iemand aan u verstuurd op verschillende adressen binnenkomt. Een apenstaartje komt altijd in een adres voor. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les adres. 16

17 Outlook starten, vensters en afsluiten U kunt Outlook 2010 starten via de snelkoppeling op het bureaublad. Wanneer u deze niet ziet kunt u ook het Startmenu openen en klikken op Alle programma s. Vervolgens klikt u in de geopende lijst op Microsoft Office en klikt eenmaal op Microsoft Office Outlook Het programma wordt nu geopend. Opent u het programma voor de eerste keer dan zullen er geen berichten in staan. Werkt u al langer met het programma dan staan er berichten in het programma. We gaan ervan uit dat uw reeds is geconfigureerd, dit wil zeggen dat uw instellingen zijn ingesteld en het programma werkt. Is dit niet het geval laat u dan adviseren en ondersteunen door iemand met kennis over het instellen van een e- mailaccount. Menubalk Lint Berichtenvenster Navigatievenster Leesvenster 17

18 Hebt u Outlook 2010 opgestart dan wordt het programma op het bureaublad weergegeven. Outlook 2010 is opgebouwd uit een aantal vensters, te weten Menubalk Het lint Persoonlijke mappen Berichtenvenster Leesvenster Het taakvenster Menubalk De menubalk vindt u terug in elk programma dat wordt geopend in Windows. De menubalk heeft een aantal tabbladen die u toegang geven tot verschillende mogelijkheden binnen het programma. In de menubalk van Outlook 2010 ziet u de tabbladen, bestand, start, verzenden/ ontvangen, map, beeld en invoegtoepassingen. Het lint Klikt u in de menubalk op een tabblad dan ziet u onder de menubalk het Lint veranderen. Het lint is opgebouwd uit een aantal groepsvakken. Binnen deze groepsvakken kunt u een keuze maken uit mogelijkheden binnen dat onderwerp. Wanneer u klikt op Start in de menubalk dan ziet u in het Lint de groepsvakken: Nieuw, Verwijderen, Reageren, Snelle stappen, Verplaatsen, Labels, Zoeken en Verzenden/Ontvangen. In groepsvakken kan een pijl wijzend naar rechts onder staan. Wanneer u klikt op de pijl krijgt u binnen dat groepsvak nog meer keuzemogelijkheden. Het lint waar u de mogelijkheden en functies van outlook 2010 kunt vinden Persoonlijke mappen In het navigatievenster aan de linkerzijde van het beeld staan de Persoonlijke mappen. Hierin treft u de postbus. Deze postbus is verdeeld in een aantal mappen. De belangrijkste is de map Postvak in. Hierin komen de nieuwe aan u verstuurde berichten. Daarnaast treft u ook de mappen, Concepten, Ongewenste , Postvak uit, Verzonden items en Verwijderde items. 18

19 Het berichtenvenster laat u de berichten zien die naar u zijn verstuurd. Berichten venster Rechts van het Navigatievenster treft u het Berichtenvenster. Hierin staan de berichten die u hebt. In het Navigatievenster staat bijvoorbeeld de map Postvak in aangeklikt. In het Berichtenvenster ziet u dan de berichten die naar u zijn verstuurd. Staat in het Navigatievenster de map Verzonden items aangeklikt dan verschijnen in het Berichtenvenster de berichten zie u hebt verzonden. Leesvenster Naast of onder het Berichtenvenster wordt het Leesvenster weergegeven. Het Leesvenster laat de inhoud van het bericht of een gedeelte daarvan zien. Dit is de inhoud van het bericht dat staat geselecteerd in het Berichtenvenster. Klikt u in het Berichtenvenster een ander bericht aan dan veranderd direct de inhoud van het Leesvenster. Hierin wordt de inhoud van het nieuw geselecteerde bericht gegeven. Taakvenster Aan de rechterzijde van het beeld wordt het Takenvenster weergegeven. Hierin worden taken die u hebt ingegeven getoond. Het maken van Taken wordt later in dit boek besproken. Werkt u voor het eerst met Outlook 2010 dan staan er geen berichten weergegeven en zal ook het Takenvenster leeg zijn. Outlook afsluiten Wilt u Outlook 2010 afsluiten dan kunt u dit doen door op het kruis aan de rechter bovenzijde van het venster te klikken. Direct zal het venster Outlook 2010 verdwijnen. Ook kunt u klikken op de knop Bestand en klikken op de optie Afsluiten. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les Outlook 2010 starten, vensters en afsluiten. 19

20 maken, versturen en ophalen Wilt u een bericht maken dan opent u het programma en zorgt dat het tabblad Start is geselecteerd. Aan de linker bovenzijde van het venster staat Nieuwe . Klik hierop met de muis, direct zal een nieuw venster worden geopend. Dit venster is de die u gaat maken om te versturen. U ziet in het venster aan de bovenzijde een aantal invulvelden. Het eerste veld is Aan. Hier wordt het adres van de persoon die u wilt en ingevuld. Let op dat het adres juist wordt ingevuld, met het apenstaartje en de landencode. Aan: Onderwerp Bericht Controleer de diverse invulvelden goed voordat u het bericht verstuurd. Vervolgens klikt u achter Onderwerp in het invulveld. De cursor knippert en u kunt een onderwerp typen. Gebruik een onderwerp die kort de inhoud van uw bericht weergeeft. Klik nu met de muis in het berichtengedeelte, dit is het grote witte gebied. Hier typt u het bericht voor de ontvanger. U kunt hier net zoveel typen als u wenst. 20

21 Bent u gereed met het maken van het bericht dan controleert u voor uzelf de ingevulde velden en kunt vervolgens klikken op de knop Verzenden aan de linker bovenzijde van het venster. U wordt nu verstuurt. U kunt controleren of het bericht is verstuurd door te klikken in de Persoonlijke mappen op de map Verzonden items. Daarin zal het bericht staan dat u zojuist hebt verstuurd. Klik weer op de map Postvak in in de Persoonlijke mappen. Berichten ophalen U kunt berichten versturen maar u ontvangt ook berichten. Hebt u Outlook 2010 geopend en staat het tabblad Start geselecteerd dan ziet u aan de rechter bovenzijde van het scherm de knop Verzenden/Ontvangen. Door hierop te klikken wordt er gecontroleerd of er berichten zijn die verstuurd moeten worden en worden de berichten die aan u zijn verstuurd binnengehaald. De berichten die aan u worden verstuurd komen in de Persoonlijke map Postvak in te staan. Een nieuw ontvangen bericht wordt in tegenstelling tot de overige berichten die al in het Postvak staan vetgedrukt weergegeven. Doordat deze berichten vetgedrukt staan weergegeven weet u dat het om een Nieuw ontvangen bericht gaat. Wanneer u klikt op dit bericht in het Berichtenvenster zal in het Leesvenster de inhoud worden weergegeven. Het nieuw ontvangen bericht zal nu niet meer vetgedrukt zijn weergegeven. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les maken, versturen en ophalen. 21

22 Outlook vandaag geeft u overzicht in de agenda, taken en de berichten Outlook aanpassen Hebt u Outlook 2010 opgestart dan wordt het programma geopend met Postvak in in beeld. Op deze manier hebt u direct zicht op eventueel nieuwe berichten. U kunt er ook voor kiezen om niet in Postvak in te openen maar in Outlook vandaag. Dit is een handig overzichtelijk venster en geeft in een oogopslag de Agenda, Taken en de berichten. Gebruikt u de agenda actief dan is het prettig om in Outlook vandaag te openen en overzicht op afspraken te hebben. U kunt Outlook vandaag inschakelen door te klikken op Persoonlijke mappen in het navigatie venster. Uw venster wordt direct aangepast in Outlook vandaag. Wenst u geen gebruik te maken van Outlook vandaag dan klikt u in het navigatievenster onder persoonlijke mappen op Postvak in, u keert weer terug in de vertrouwde omgeving. Aanpassen vensters Het is ook mogelijk om het navigatievenster en leesvenster aan te passen. Wanneer u geen gebruik maakt van het navigatievenster of niet vaak dan kunt u het navigatievenster uitschakelen of minimaliseren. Klik op het tabblad Beeld en vervolgens in het groepsvak Indeling op de pijl wijzend naar beneden naast Navigatievenster. Het navigatievenster en leesvenster kunnen ook aangepast worden aan uw wensen 22

23 Een vinkje staat voor de optie Normaal, dit betekent dat het navigatievenster gewoon in uw venster wordt weergegeven. Plaatst u een vinkje voor geminimaliseerd of Uit dan veranderd het navigatievenster van uiterlijk. Op deze manier kunt u ook de plaats van het Leesvenster aanpassen. Klik in het groepsvak Indeling op de pijl wijzend naar beneden naast Leesvenster. U krijgt een aantal opties waaruit u een keuze kunt maken waar u de plaats van het Leesvenster in beeld wilt hebben. Klik op de optie Onder. Direct wordt het Leesvenster geplaatst onder het Berichtenvenster. U kunt het Leesvenster weer terug zetten door te klikken op de pijl wijzend naar beneden naast Leesvenster en te klikken op Rechts. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les Outlook aanpassen. 23

24 Navigeren in Outlook 2010 Het navigatievenster binnen Outlook 2010, waar u naar de diverse onderdelen kunt. Om makkelijk door het programma Outlook 2010 te bewegen is het navigatievenster aan de linker onderzijde van het beeldscherm geplaatst. Boven het navigatievenster verschijnen de diverse onderdelen die met het gekozen onderwerp te maken hebben. Daar vandaan kunt u makkelijk naar de , Agenda, Contactpersonen en de Taken. Klikt u op een van de opties bijvoorbeeld Agenda dan verandert het beeld. Boven de knoppen , Agenda, Contactpersonen en Taken krijgt u betreffende het gekozen onderwerp keuzes die te maken hebben met dat onderwerp. Wilt u weer terug naar de dan klikt u in het navigatievenster wederom op en keert u terug naar de map . Daarboven ziet u de verschillende mappen die u kunt aanklikken als Postvak in, Postvak uit en verzonden items. Op deze manier gebruikt u het navigatievenster en hebt u de mogelijkheid om snel tussen de verschillende mogelijkheden te schakelen. Wenst u in het beeld geen gebruik te maken van het Navigatievenster, Leesvenster of Takenvenster dan klikt u op het tabblad Beeld en kiest in het lint de optie die u wilt uitschakelen. Maakt u geen gebruik van de Takenlijst van Outlook 2010 dan kunt u deze uitschakelen zodat het niet meer wordt weergegeven in het beeld. Wenst u later wel gebruik te maken van de mogelijkheid neemt u dezelfde stappen en schakelt het betreffende venster weer in. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les Navigeren in Outlook. 24

25 Contactpersonen In het navigatievenster vindt u ook de knop Contactpersonen. Contactpersonen zijn te vergelijken met het Adresboek dat u gebruikt wanneer u op vakantie bent en waarin de adressen van verschillende personen staan. Contactpersonen kunt u aanmaken om later wanneer u deze persoon of instelling een wilt versturen makkelijk vanuit de map Contactpersonen te kunnen gebruiken. Het voordeel is dat u niet steeds een adres hoeft in te typen en ook de kans dat hierbij een fout wordt gemaakt verkleind. Wilt u een Contactpersoon maken dan klikt u in het navigatievenster op de knop Contactpersonen. Het venster wordt aangepast en laat u de mogelijkheden van de Contactpersonen zien. Aan de linker bovenzijde van het venster ziet u staan Nieuwe contactpersoon. Door hierop te klikken opent een nieuw scherm waarin u gegevens kunt invullen van de nieuwe persoon. U hebt de mogelijkheid zeer veel informatie over die persoon in te vullen. Niet alle gegevens zijn verplicht in te vullen, maar kunnen een belangrijke aanvulling zijn. Belangrijk is dat u de naam en het adres invult. Volledige naam adres Hebt u alle gegevens die u wenst in te vullen voltooid dan klikt u aan de linker bovenzijde op de knop Opslaan en sluiten. Uw zojuist aangemaakte contactpersoon is opgeslagen en kan worden gebruikt. 25

26 Na het invoeren van een Nieuwe contactpersoon slaat u deze op. Contactpersonen gebruiken Wanneer u een contactpersoon hebt aangemaakt en deze wenst te gebruiken in een nieuw bericht, dan opent u als eerste een Nieuw bericht. U klikt op de knop Aan in het geopende venster. U ziet nu een lijst met de contactpersonen die u hebt. Kies een naam uit de lijst door hierop te klikken. Vervolgens klikt u op Aan in het veld onder de namen en wordt het geselecteerde adres ingevuld. Klik als laatste op de knop Ok. U keert terug naar het Nieuwe bericht en ziet dat het geselecteerde adres is ingevuld in het nieuwe bericht. U kunt nu verder met het invullen van de diverse velden en het bericht versturen. Bekijk de videoles behorende bij deze paragraaf. Ga naar en klik op de button Cursus Outlook 2010 Klik vervolgens op H2 en met Outlook en kies de les Contactpersonen. 26