Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject Master Farmacie

Transcriptie

1 Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject Master Farmacie Raamplan Onderzoeksproject Master Farmacie

2 RAAMPLAN Onderzoeksproject Master Farmacie Titel cursus en cursuscode Cursuscode: FA-MA203 Cursustitel: Onderzoeksproject Master Farmacie Engelstalige titel: Research project Master Pharmacy Samenstelling blokontwikkelteam Dr. Ellen Koster (Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie) Dr. Robbert Jan Kok (Biofarmacie en Farmaceutische Technologie), CURC master Prof. Olaf Klungel (Farmaco-epidemiologie en Klinische Farmacologie) Dr. Ed Moret (Chemical Biology and Drug Discovery), UIPS Dr. Monique Slijper (Biomolecular Mass Spectrometry and Proteomics), coordinator Drug Innovation Emiel Leegwater, student farmacie Onderwijskundige en inhoudelijke uitgangspunten Het onderzoeksproject speelt een belangrijke rol in de academische vorming van de student. Het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek daagt de student uit op vele vlakken, zowel wat betreft academische vaardigheden (mondelinge en schriftelijke communicatie, planmatig werken) als op meer farmaceutische of onderzoeksgerelateerde gebieden (literatuurkennis, labvaardigheden, en inventiviteit). De student mag zelf een onderzoeksgroep (in binnen- of buitenland) kiezen waarbij hij het project wil uitvoeren en kan met deze groep een onderwerp voor het project opstellen, met als randvoorwaarde dat het project een duidelijke relatie met de farmaceutische wetenschappen moet hebben. De student is na afloop van zijn onderzoeksproject in staat om zijn project te plaatsen in het bredere kader van het farmaceutisch werkgebied in het algemeen, en de farmaceutische wetenschappen in het bijzonder; de student besteedt hier ook expliciet aandacht aan in de inleiding en/of discussie van het onderzoeksverslag. De student ontwikkelt het vermogen om onderzoeksresultaten niet als vanzelfsprekend te beschouwen en kan hier een kritische reflectie op geven. Afhankelijk van de eigen interesse kan gekozen worden uit een scala aan farmaceutische onderzoeksvelden, zoals de ontwikkeling en productie van nieuwe geneesmiddelen (farmacochemie en farmaceutische biotechnologie), ontwikkeling van (geavanceerde) toedieningsvormen, farmaceutische (bio)analyse en biomoleculaire analyse, preklinisch en klinisch farmacologisch onderzoek (farmacokinetiek en farmacodynamie; toxicologie), farmaco-epidemiologie, farmaceutisch beleidsonderzoek (inclusief farmaco-economie en regulatoir onderzoek) en farmaceutisch praktijkonderzoek. Studielast Het onderzoeksproject in jaar 2 van de master Farmacie heeft een omvang van 20 weken voltijd (30 ECTS) in beslag. 2 Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject

3 Doelstellingen Het uitvoeren van een onderzoek binnen een van de aandachtsgebieden van het farmaceutisch onderzoeksveld. Algemene leerdoelen Na afronding van de cursus is de student in staat: - kennis en vaardigheden toe te passen binnen één of meer aandachtsgebieden van het geneesmiddelenonderzoek; - een probleemstelling te formuleren; - een probleemstelling te vertalen naar een valide onderzoeksopzet; - probleemstellingen te doorgronden en opdelen in een uitvoerbaar werkplan en daarbij de taken te prioriteren; - onderzoek op accurate wijze uit te voeren en gegevens op juiste wijze te verkrijgen en te analyseren; - algemene onderzoeksmethodologie en (bio)statistiek toe te passen binnen één of meer aandachtsgebieden van het geneesmiddelonderzoek; - onderzoeksresultaten binnen het aandachtsgebied correct te interpreteren, in relatie tot de peer-reviewed literatuur van het vakgebied; - meetgegevens goed te registreren; - soms (ogenschijnlijk) tegenstrijdige informatie te integreren tot een afgewogen oordeel; - kwaliteit van (eigen) onderzoek kritisch te beoordelen; - voortgangsrapportages en een wetenschappelijk verslag te schrijven; - onderzoek en onderzoeksresultaten zowel schriftelijk als mondeling te communiceren aan relevante doelgroepen zoals collega s, andere zorgverleners, en leken (verslag en presentatie in het Engels; lekensamenvatting in het Nederlands); - nieuw verworven kennis en inzichten uit onderzoek te vertalen naar nieuwe wetenschappelijke vraagstellingen; - zelfstandig en als teamlid in een multidisciplinair onderzoeksteam te werken; - te overleggen als gelijkwaardige gesprekspartner met de begeleider van het eigen onderzoek; - op eigen kennis en functioneren te reflecteren; - acties te ondernemen om zijn eigen competenties op het gewenste niveau te brengen; - verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen werkproces; - feedback te geven en ontvangen; - maatschappelijke en ethische aspecten van (farmaceutisch) wetenschappelijk onderzoek te hanteren, zoals wetenschappelijke integriteit, medische ethiek en het gebruik van proefdieren voor wetenschappelijk onderzoek; - onderzoek uit te voeren op integere, betrokken en oprechte wijze; - (nieuwe) relevante wetenschappelijke literatuur binnen het vakgebied kunnen vinden en bijhouden. Indien de student een profilering wil doen in een van de competentiegebieden van de apotheker (zoals omschreven in de blauwdruk) zullen hiervoor additionele leerdoelen opgesteld worden door de coördinator van het leerlijnteam in samenspraak met de examinator van het onderzoeksproject. Relatie met de eindtermen I Het blok MA203 sluit aan bij verschillende master eindtermen binnen het taakgebied onderzoek &. In tabel 1 wordt aangegeven wat de relatie is tussen de leerdoelen van de cursus en de competentiegebieden van de apotheker. Tabel 1 Algemene leerdoelen Taakgebied Competentie(gebied) Na afronding van de cursus is de student in staat: kennis en vaardigheden toe te passen binnen één of meer aandachtsgebieden van het geneesmiddelenonderzoek een probleemstellingen te formuleren een probleemstelling te vertalen naar een valide onderzoeksopzet probleemstellingen te doorgronden en opdelen in een uitvoerbaar werkplan en daarbij de taken te prioriteren onderzoek op accurate wijze uit te voeren en gegevens op juiste wijze te verkrijgen en te analyseren meetgegevens goed te registreren Soms (ogenschijnlijk) tegenstrijdige informatie te integreren tot een afgewogen Organisatie: effectief gebruik te maken van automatiseringssystemen en informatietechnologie voor de registratie van meetgegevens Raamplan Onderzoeksproject Master Farmacie

4 oordeel kwaliteit van (eigen) onderzoek kritisch te beoordelen; voortgangsrapportages en een wetenschappelijk verslag te schrijven onderzoek en onderzoeksresultaten zowel schriftelijk als mondeling te communiceren aan relevante doelgroepen zoals collega s, andere zorgverleners, en leken (verslag en presentatie in het Engels; lekensamenvatting in het Nederlands) nieuw verworven kennis en inzichten uit onderzoek te vertalen naar nieuwe wetenschappelijke vraagstellingen zelfstandig en als teamlid in een multidisciplinair onderzoeksteam te werken te overleggen als gelijkwaardige gesprekspartner met de begeleider van het eigen onderzoek op eigen kennis en functioneren te reflecteren acties te ondernemen om zijn eigen competenties op het gewenste niveau te brengen verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen werkproces feedback te geven en ontvangen maatschappelijke en ethische aspecten van (farmaceutisch) wetenschappelijk onderzoek te hanteren, zoals wetenschappelijke integriteit, medische ethiek en het gebruik van proefdieren voor wetenschappelijk onderzoek onderzoek uit te voeren op integere, betrokken en oprechte wijze (nieuwe) relevante wetenschappelijke literatuur binnen het vakgebied kunnen vinden en bijhouden Communicatie: schriftelijk en mondeling onderzoeksresultaten rapporteren aan verschillende doelgroepen Communicatie: schriftelijk en mondeling onderzoeksresultaten rapporteren aan verschillende doelgroepen Samenwerking: effectief overleg te voeren in een multidisciplinair onderzoeksteam, afspraken te maken over het onderzoek met de begeleider en andere onderzoekers uit het onderzoekteam, een effectieve werkrelatie op te bouwen op basis van vertrouwen en respect Samenwerking: effectief overleg te voeren in een multidisciplinair onderzoeksteam, afspraken te maken over het onderzoek met de begeleider en andere onderzoekers uit het onderzoekteam, een effectieve werkrelatie op te bouwen op basis van vertrouwen en respect Professionaliteit: reflecteren op eigen kennis en functioneren en actie ondernemen om competenties op gewenst niveau te brengen, onderzoek uit voeren op integere, betrokken en oprechte wijze, grenzen eigen competentie identificeren en hierbinnen handelen Professionaliteit: reflecteren op eigen kennis en functioneren en actie ondernemen om competenties op gewenst niveau te brengen, onderzoek uit voeren op integere, betrokken en oprechte wijze, grenzen eigen competentie identificeren en hierbinnen handelen Professionaliteit: reflecteren op eigen kennis en functioneren en actie ondernemen om competenties op gewenst niveau te brengen, onderzoek uit voeren op integere, betrokken en oprechte wijze, grenzen eigen competentie identificeren en hierbinnen handelen Samenwerking: effectief overleg te voeren in een multidisciplinair onderzoeksteam, afspraken te maken over het onderzoek met de begeleider en andere onderzoekers uit het onderzoekteam, een effectieve werkrelatie op te bouwen op basis van vertrouwen en respect Maatschappelijk handelen: conform de relevante wettelijke bepalingen te handelen, feedback kunnen geven en ontvangen Specifieke leerdoelen Taakgebied Competentie(gebied) Afhankelijk van het onderwerp van het onderzoeksproject kunnen er specifieke leerdoelen zijn die aansluiten bij competenties binnen dit taakgebieden en/of andere taakgebieden. 4 Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject

5 Inhoud De student is vrij in de keuze voor een onderzoeksgroep en onderwerp, met als randvoorwaarde dat het project een duidelijke relatie met de farmaceutische wetenschappen heeft. Het onderzoeksproject is bij uitstek een onderdeel waarin interdisciplinaire vorming plaatsvindt. Studenten maken deel uit van een onderzoeksgroep, waar zij -afhankelijk van het gekozen onderwerp- in aanraking zullen komen met medewerkers en studenten uit andere disciplines, onder andere scheikunde, biologie en geneeskunde. Studenten kunnen zich internationaal oriënteren door middel van een onderzoeksproject in het buitenland. Voor het onderzoeksproject acht het BOT-team onderstaande zaken van belang. In dit raamplan gaan we in op de eerste drie aspecten. Punt 4 wordt verderop behandeld bij toetsing. 1. Informatievoorziening over projecten aan studenten zodat ze een goede keuze kunnen maken. 2. Begeleiding van studenten door dagelijks begeleider en examinator. 3. Kwaliteitsborging van de voortgang van het onderzoeksproject, rol van de examinator en de coördinator. 4. Toetsing van het onderzoeksproject door examinator en tweede referent. 5. Aansluiting en afstemming met het onderwijs bij leerlijnen en andere onderwijsblokken. 1. Informatievoorziening onderzoeksprojecten Studenten moeten ruim voor aanvang van hun geplande onderzoeksproject een goed overzicht krijgen van het farmaceutisch onderzoek binnen UIPS en daaraan gelieerde onderzoeksgroepen buiten ons instituut. Een goede manier van informatie-uitwisseling tussen studenten die hun project recent afgerond hebben en studenten die hun keuze nog moeten maken is hierin zeer nuttig. Het voorstel is om de stagemarkt te vervangen door een studentensymposium/terugkomdag(deel) waarop masterstudenten hun eindpresentatie van hun onderzoeksproject geven. Het studentensymposium is bedoeld voor de studenten die een onderzoeksproject volgen/gevolgd hebben en masterstudenten die in de nabije toekomst een project moeten kiezen. Dit studentensymposium zal tenminste 2x per jaar georganiseerd worden waarbij de ~90 eindpresentaties verdeeld zullen worden over verschillende dagdelen. Tijdens een sessie zullen 1-2 docent/onderzoekers aanwezig zijn die de eindpresentaties kunnen beoordelen. Het is dus niet noodzakelijk dat alle betrokken examinatoren aanwezig zijn bij de sessies. Een andere manier om informatie over het onderzoeksproject tussen en met studenten uit te wisselen is via een soort online community. Hierin kunnen bijvoorbeeld de lekensamenvattingen gedeeld worden; verder kunnen studenten project-specifieke ervaringen delen met studenten die in de toekomst hun project binnen een onderzoeksgroep willen doen. Algemene informatie kan per cohort via Blackboard gedeeld worden. 2. Begeleiding Alle onderzoeksprojecten worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een examinator, die als gepromoveerd docent/onderzoeker verbonden is aan het departement Farmacie. De examinator is in het bezit is van BKOw of SKOw. Ook de referent (tweede beoordelaar) is een gepromoveerd onderzoeker met een aanstelling als docent binnen het departement Farmaceutische Wetenschappen. De dagelijks begeleider kan een AIO of postdoc onderzoeker zijn. Externe onderzoeksprojecten (uitgevoerd bij een groep buiten het eigen instituut) worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een externe begeleider (gepromoveerd onderzoeker) en een aan het departement Farmaceutische Wetenschappen verbonden interne examinator. 3. Kwaliteitsborging De examinator heeft zowel bij interne als externe projecten de eindverantwoordelijkheid voor het onderzoeksproject. Tijdens het project heeft de student regelmatig contact met de examinator over de voortgang van het onderzoeksproject en de kwaliteit van de begeleiding. Om de kwaliteit van het onderzoeksproject te borgen zijn de volgende zaken van belang: (1) goedkeuring onderzoeksproject, (2) kwaliteit van het begeleidingsteam, (3) tussentijdse feedback en (4) organisatie van tussentijdse terugkom-momenten waarbij studenten (onder begeleiding van een docent) ervaringen kunnen uitwisselen en elkaar feedback kunnen geven. I) Goedkeuring onderzoeksproject: Voor de start van het project dient de student een beschrijving van het onderzoeksproject bij de examencommissie in. Dit onderzoeks- en begeleidingsplan omvat een duidelijk beschrijving van de hypothese(s), vraagstelling(en), onderzoeksmethoden (patienten, opzet, analyse), en werkzaamheden. Het onderwerp moet een duidelijke relatie met geneesmiddelonderzoek hebben, het biedt de mogelijkheid om aan alle leerdoelen te voldoen en is een afgebakend en haalbaar project binnen de gestelde periode van 20 weken. Het onderzoeks- en begeleidingsplan moet voorafgaand aan het onderzoeksproject door de examencommissie goedgekeurd worden. Het is niet de bedoeling dat de student zich onevenredig lang met dataverzameling/metingen bezig houdt. Alle onderdelen van de empirische cyclus moeten gedurende het project aan bod komen. Hierover worden concrete afspraken gemaakt met de begeleider. II) Begeleidingsteam: Zie hierboven. Duidelijke instructies voor het begeleidingsteam zijn noodzakelijk om goede begeleiding mogelijk te maken. III) Tussentijdse feedback: De student heeft halverwege het project (na 10 weken) een tussentijds beoordelingsgesprek met de examinator, waarin op basis van input van de dagelijks begeleider feedback gegeven wordt op het functioneren (skills en competenties) van de student in de onderzoeksgroep en op de voortgang van het project. De rubrics opgenomen in de studiewijzer FA481, versie augustus 2015 worden hierbij als uitgangspunt genomen. Raamplan Onderzoeksproject Master Farmacie

6 IV) Organisatie terugkommomenten en peer feedback: De terugkomdagen hebben als doel om studenten te ondersteunen bij de uitvoer van het onderzoeksproject en om ze te stimuleren kritisch naar hun eigen werk en dat van medestudenten te kijken. Als onderwerpen kan gedacht worden aan (1) opstellen van een onderzoeksprotocol; (2) en wetenschappelijke integriteit en (3) eindpresentaties. Deze sessies worden begeleid door een (gepromoveerd) docent/onderzoeker. Naast deze terugkomdagen zijn er tijdens het project twee (online) peer feedback sessies waarbij studenten (1) elkaars protocol beoordelen, (2) de voortgang bespreken en (3) feedback geven op het concept voor het eindverslag/artikel. Werkvormen De student is vrij in de keuze voor een onderzoeksgroep waarbij het onderzoeksgroep uitgevoerd zal worden. Het onderwerp en de opzet van het onderzoeksproject wordt door de student in overleg met de examinator opgesteld. De werkvormen binnen het onderzoeksproject zijn afhankelijk van het onderwerp. Naast het eigenlijke onderzoeksproject volgt de student aan een aantal onderwijsmodules/terugkommomenten in een peerfeedback groep die tweemaal fysiek bijeenkomt. De student is verplicht om zijn onderzoeksprotocol/werkplan te presenteren bij de start van het onderzoeksproject en de resultaten/uitkomsten van het project tijdens de eindsessies op het studentensymposium. Deze sessies worden begeleid door een docent/onderzoeker. Verder geven de studenten minimaal twee keer (online) feedback op de producten van hun medestudenten: (1) onderzoeksprotocol en (2) concept artikel/verslag. Door dit online te organiseren via bijvoorbeeld Blackboard kunnen studenten die hun project in het buitenland uitvoeren hier ook aan deelnemen. Toetsing De beoordeling van het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen (zoals beschreven in de vernieuwde studiewijzer FA481, versie augustus 2015): 1. Onderzoeksvaardigheden 2. Wetenschappelijk artikel 3. Mondelinge presentatie Becijfering 1. Onderzoeksvaardigheden, 60% 2. Wetenschappelijk artikel in het Engels, met lekensamenvatting in het Nederlands 30% 3. Mondelinge presentatie, 10% Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van bovenstaande toetsing, waarbij voor afronding van het onderzoeksproject een eindcijfer van minimaal een 5.5 gehaald moet worden. Zowel de examinator als een onafhankelijke referent beoordelen het onderzoeksproject. Als het onderzoek niet bij de examinator plaatsvindt is de referent de principal investigator die het onderzoek begeleidt. De examinator bepaalt het eindcijfer en hoeft zijn cijfer niet per se te middelen met dat van de referent. Verdere motivatie voor het cijfer wordt gegeven in de vorm van een rubric en kort gemotiveerd op het beoordelingsformulier. Alle verslagen zullen worden gecontroleerd op plagiaat door het plagiaatdetectieprogramma Ephorus. Indien er fraude of plagiaat gepleegd is zal er een sanctie volgen zoals beschreven staat in de Onderwijs en Examen Regeling. Aanvulling toetsing Elk onderdeel van de toetsing dient met een voldoende cijfer ( 5.5) worden afgerond. Onvoldoende functioneren op onderdeel 1 (onderzoeksvaardigheden) moet al bij de tussentijdse beoordeling (halverwege het project) geconstateerd worden; de student zal in dat geval een plan van aanpak indienen waarin aangegeven is hoe de onderzoeksvaardigheden op een voldoende niveau gebracht zullen worden. De onderdelen 2 (verslag) en 3 (presentatie) kunnen herkanst worden. Indien het eindcijfer na herkansing <5.5 is dient het onderzoeksproject opnieuw gedaan te worden. Het definitieve verslag dient uiterlijk een jaar na aanvang te worden ingeleverd. Eventuele verlenging van deze periode is mogelijk in overleg met de examinator. Indien het verslag zonder gegronde reden na de verstreken datum wordt ingeleverd zal het afgeronde eindcijfer nooit hoger dan een 6 bedragen. Randvoorwaarden verlenging Studenten kunnen ervoor kiezen om een uitgebreid onderzoeksproject te doen waarbij er maximaal verlengd kan worden met 15 ECTS. Deze verlenging gaat dan ten koste van de studieruimte van een of twee keuzevakken. De verlenging wordt alleen toegekend indien het om nieuw soort werkzaamheden met nieuwe leerdoelen gaatn. Een aanvraag voor verlenging kan tot 10 weken na de start van het onderzoeksproject worden aangevraagd middels een brief aan de examencommissie met daarin uitleg over de nieuwe leerdoelen en werkzaamheden, ondertekend door de examinator. Het uitgebreide deel van het onderzoeksproject is een apart vak en zal dus een aanvullend becijferd krijgen. 6 Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject

7 Rooster II Er kan tweemaal per jaar gestart worden met het onderzoeksproject. In het begin van deze periode wordt een terugkomsessie rondom het onderzoeksprotocol georganiseerd. Aan het einde van de periode wordt het studentensymposium met eindpresentaties georganiseerd. Deze sessies worden begeleid door een docent. Daarnaast geven de studenten tweemaal (online) feedback aan hun medestudenten: (1) onderzoeksprotocol en (2) concept artikel/verslag. Hiervoor worden ze ingedeeld in een peerfeedback groep. Dit kan mogelijk opgenomen worden in het portfolio. Benodigde docenten III Coördinator onderzoeksprojecten De coördinator onderzoeksprojecten zorg voor de kwaliteitsbewaking van het begeleiden van onderzoeksprojecten, voorlichting aan studenten, matching met onderzoeksgroepen en de coördinatie van de terugkomdagen. Docentonderzoekers voor begeleiding terugkommomenten Daarnaast zijn er docenten nodig voor het begeleiden van de terugkomdagdelen en het mede beoordelen van de eindpresentaties. Voor het begeleiden van deze werkvormen zijn nodig (per periode): - 9 docenten (1 docent per 10 studenten) voor het begeleiden van terugkomdagdelen - 9 docenten voor het beoordelen van eindpresentaties NB: We gaan uit van een groepsgrootte van 10 studenten voor de eindpresentaties, omdat de sessies dan uit 1 dagdeel kunnen bestaan. Tijdens 1 week worden er 9 sessies op verschillende dagen georganiseerd, zodat studenten altijd een geschikte mogelijkheid hebben om hun project te presenteren. Begeleiders onderzoeksprojecten Het onderzoeksproject wordt begeleid door een dagelijks begeleider en daarnaast een examinator. Wanneer uitgegaan wordt van 180 studenten die per jaar een onderzoeksproject uit gaan voeren, zijn er per periode 90 begeleiders en 90 examinatoren nodig. Een examinator kan bij meerdere projecten betrokken zijn. Ontwikkeltaken Module voor de terugkomdagen Voor de twee terugkomdagdelen (onderzoeksprotocol en eindpresentaties) moet een planning en opzet gemaakt worden. Instructies Het updaten/aanpassen van de huidige instructies voor examinatoren en begeleiders en voor studenten. De huidige studiewijzer met rubrics voor feedback en beoordeling kan hiervoor als uitgangspunt genomen worden. Daarnaast moeten er instructies voor het geven van de peerfeedback aan medestudenten opgesteld worden. Instructies en beoordelingsformulier voor de eindpresentatie moet worden aangepast. Online community Er moet een online community ingericht worden waarin alle informatie en instructies verzameld worden en studenten de mogelijkheid hebben elkaar feedback te geven. Dit kan deels binnen Blackboard maar is misschien eenvoudiger op een ander platform. Studievereniging UP kent al iets dergelijks ( Mogelijk kan hierin worden samengewerkt. Intellectueel eigendom Het intellectueel eigendom moet goed geregeld zijn. Wellicht moeten alle studenten een contract tekenen bij aanvang onderzoek. Binnen de Master Drug Innovation is hier al ervaring mee. Raamplan Onderzoeksproject Master Farmacie

8 Aanleveren gegevens voor OSIRIS Titel cursus (Nederlands) Titel cursus (Engels) Globale doelstellingen Inhoud Aantal studiepunten Roostering Werkvormen Toetsing Docenten Vereiste voorkennis Boeken FA-MA203 Onderzoeksproject Master Farmacie FA-MA203 Research project Master Pharmacy Het uitvoeren van een onderzoek binnen een van de aandachtsgebieden van het farmaceutisch onderzoeksveld. De student is na afloop van zijn onderzoeksproject in staat om zijn project te plaatsen in het bredere kader van het farmaceutisch werkgebied in het algemeen en de farmaceutische wetenschappen in het bijzonder en besteedt hier ook expliciet aandacht aan de inleiding en/of discussie van het onderzoeksverslag. De student ontwikkelt het vermogen om onderzoeksresultaten niet als vanzelfsprekend te beschouwen en kan hier een kritische reflectie op geven. Het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek daagt de student uit op vele vlakken, zowel wat betreft academische vaardigheden (mondelinge en schriftelijke communicatie, planmatig werken) als op meer farmaceutische of onderzoeksgerelateerde gebieden (literatuurkennis, labvaardigheden, en inventiviteit). De student mag zelf een onderzoeksgroep (in binnen- of buitenland) kiezen waarbij hij het project wil uitvoeren en kan met deze groep een onderwerp voor het project opstellen, met als randvoorwaarde dat het project een duidelijke relatie met de farmaceutische wetenschappen moet hebben. Afhankelijk van de eigen interesse kan gekozen worden uit een scala aan farmaceutische onderzoeksvelden, zoals de ontwikkeling en productie van nieuwe geneesmiddelen (farmacochemie en farmaceutische biotechnologie), ontwikkeling van (geavanceerde) toedieningsvormen, farmaceutische (bio)analyse en biomoleculaire analyse, preklinisch en klinisch farmacologisch onderzoek (farmacokinetiek en farmacodynamie; toxicologie), farmaco-epidemiologie, farmaceutisch beleidsonderzoek (inclusief farmaco-economie en regulatoir onderzoek) en farmaceutisch praktijkonderzoek. 30 ECTS (20 weken) Het onderzoeksproject kan tweemaal per jaar gestart worden (september en februari). -individueel onderzoeksproject - terugkomsessies -online peer-feedbacksessies -studentensymposium Toetsvorm: De beoordeling van het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen: (1) onderzoeksvaardigheden, (2) schrijven van een wetenschappelijk artikel over het eigen onderzoeksproject. (3) mondelinge presentatie. Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van bovenstaande toetsing, waarbij voor afronding van het onderzoeksproject een eindcijfer van minimaal een 5.5 gehaald moet worden. Verslagen zullen worden gecontroleerd op plagiaat door het plagiaatdetectieprogramma Ephorus. Indien er fraude of plagiaat gepleegd is zal er een sanctie volgen zoals beschreven staat in de Onderwijs en Examen Regeling. Coördinator : Dr Herre Talsma Afdeling : Biofarmacie en Farmaceutische Technologie Adres : Universiteitsweg 99 Tel.nr.: h.talsma@uu.nl Nvt 8 Raamplan FA-MA203 onderzoeksproject