gemeente WOERDEN Aankondiging benodigde extra vervangingsinvesteringen ten behoeve van realisatie van het Uitvoeringsplan Spelen

Transcriptie

1 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R gemeente WOERDEN 17R Van college van burgemeester en wethouders Datum 16 mei 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Stolk Portefeuille(s) : Sporten en Bewegen Contactpersoon : M. Smits Tel.nr. : adres : smits.m@woerden.nl Onderwerp: Aanvraag extra vervangingsinvesteringen Uitvoeringsplan Spelen Kennisnemen van: Aankondiging benodigde extra vervangingsinvesteringen ten behoeve van realisatie van het Uitvoeringsplan Spelen Inleiding: Op 18 april 2017 j.l. heeft ons college besloten over het Uitvoeringsplan Spelen (17A.00382). Wij zijn positief over de inhoud en ambitie. Er is extra budget nodig voor de uitvoering van 2018 tot en met In deze RIB wordt toegelicht waarom de extra vervangingsinvesteringen nodig zijn. Er wordt belicht wat de alternatieven zijn met toekenning van minder of geen extra budget. Er wordt aandacht besteed aan hoe het Uitvoeringsplan een rol speelt bij het op orde brengen van de openbare ruimte, hoe rekening gehouden wordt met inclusie en het spelen/ bewegen door volwassenen. Kernboodschap: In 2016 (bij het opstellen van de begroting 2017) zijn de investeringsgelden voor de jaartranches 2018, 2019 en 2020 van C ,- voor de vervanging en aankoop van speeltoestellen nog niet opgenomen, omdat de plannen voor het Uitvoeringsplan Spelen nog niet klaar waren en we de begroting niet onnodig wilden belasten. Wel is er daarbij een winstwaarschuwing afgegeven dat het wellicht meer gaat kosten dan de ,- die voorheen beschikbaar was gezien de afschrijvingstermijnen waarop de toestellen vervangen moeten worden. Er komen namelijk een aantal piekjaren aan waarin veel toestellen vervangen moeten worden vanwege de technische levensduur. Daarom is er toen al wel een structureel vervangingsbudget van ê ,- toegekend. Ook zonder het Uitvoeringsplan Spelen is er extra vervangingsbudget nodig vanwege de aankomende piekjaren waarin veel toestellen vervangen moeten worden vanwege de technische levensduur. In de maart RIB is aangegeven dat op diverse beleidsterreinen nog ontwikkelingen gaande zijn, die mogelijk leiden tot input voor het juni overleg, waaronder het Uitvoeringsplan Spelen. De extra benodigde budgetten in verband hiermee zullen dan ook worden opgenomen in het juni overleg. Tijdens het juni overleg worden de kaders besproken waardoor een integrale afweging gemaakt wordt om te bepalen of en in welke mate hiervoor middelen beschikbaar gesteld worden. Financiën:

2 Uitvoering conform het Uitvoeringsplan Spelen Er is dus in 2017 een extra structureel vervangingsbudget van ĉ ,- toegekend. De benodigde extra investeringen voor aankoop en vervanging van speeltoestellen per jaar van 2018 tot en met 2029 is te vinden in onderstaande tabel. Daarbij is het cumulatief verloop van de kapitaallasten weergegeven (bedragen in euro's). jaar Benodigde investeringen* C , C , C , C , C , C , C , C , C , C , C , C , *Genoemde bedragen zijn de gemiddelden van de bedragen genoemd in tabel 2 van hoofdstuk 6 uit het Uitvoeringsplan. Vooruitwerken om pieken op te vangen is dan mogelijk. Voor het regulier onderhoud van de speelplekken is totaal structureel C ,- beschikbaar (incl. de extra C ,- in 2017 op FCL en ECL ). Dit bedrag blijft nodig omdat ondanks dat er uiteindelijk minder speeltoestellen te onderhouden zijn er wel een ander soort terreininrichting voor terugkomt dat ook om onderhoud vraagt. Als het benodigde budget niet toegekend wordt door de gemeenteraad worden er na verwijdering geen toestellen teruggeplaatst. Indien de gemeenteraad niet de benodigde investeringsbudgetten toekent kan het Uitvoeringsplan niet als zodanig uitgevoerd worden. Het structurele budget is niet voldoende. Toestellen worden verwijderd aan het einde van de technische levensduur. Er komt dan geen vervanging. Het aanbod van speelplekken neemt daardoor af. Dat past niet bij de doelstellingen van het Visiedocument 'Spelen, sporten en bewegen' dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Ook wordt dan de participatie in het voortraject met bewoners en kinderen genegeerd. Wel kunnen bewoners een inwonersinitiatief indienen om zelf een plek her in te richten. Ook het beheer moeten ze dan overnemen. Bij gedeeltelijke toekenning wordt er maar een deel heringericht. Indien de gemeenteraad maar een gedeelte van het budget per jaar toekent kan het Uitvoeringsplan niet als zodanig uitgevoerd worden. Het structurele budget is niet voldoende. Er wordt in de uitvoering een afweging gemaakt waar wel vervangen kan worden en waar toestellen alleen maar verwijderd worden. Wel kunnen bewoners een inwonersinitiatief indienen om zelf een plek her in te richten. Ook het beheer moeten ze dan overnemen. Zonder dit Uitvoeringsplan Spelen zijn de vervangingskosten hoger. De genoemde bedragen voor vervanging van de speeltoestellen hadden hoger uitgevallen als dit Uitvoeringsplan Spelen niet gemaakt was. In het Uitvoeringsplan is namelijk voorzien dat een aantal speelplekken waar nu toestellen staan omgevormd worden tot speelplekken met spelaanleidingen en

3 zonder toestellen. Het areaal speeltoestellen (met vaak een valondergrond) neemt daardoor af. Indien de gemeente deze speelplekken wel weer had voorzien van nieuwe speeltoestellen (met valondergrond) zijn de vervangingskosten hoger. Na volledige realisatie van dit Uitvoeringsplan Spelen is er weer minder budget nodig voor aankoop en vervanging van speeltoestellen omdat er minder toestellen en ondergronden af te voeren zijn. Op orde brengen van de openbare ruimte Het Uitvoeringsplan Spelen voorziet in een aanpassing van de openbare ruimte waardoor deze aantrekkelijker en uitdagender wordt en zo een groeiend aantal gebruikers uitdaagt om meer in beweging te komen. Hiermee wordt beter aangesloten op de behoefte zoals gebleken is uit de inventarisatiefase tijdens het opstellen van het Uitvoeringsplan. Op deze wijze draagt het bij aan het op orde brengen van de openbare ruimte. Inclusie en spelen/ bewegen door volwassenen Bij de herinrichting van speelplekken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met inclusie. Dit komt vooral tot uiting in het maken van andere fysieke uitvoeringen van het terrein of type toestel. Dit heeft geen gevolgen voor de totale investeringen in de periode van Het Uitvoeringsplan is bedoeld voor alle leeftijden. Op pagina 12 wordt de ambitie uitgesproken te voorzien in een kwalitatief sterk sportaanbod voor jong en oud. Dit komt tot uiting door onder andere de aanwezigheid van tenminste 1 balsportveld binnen een buurt, op gemeentelijk nivo zijn er 'specials' te vinden (freerunnen, skaten, etc). Sport en beweging wordt tevens bevorderd via beweeglinten of speelroutes. Ook wordt voorzien in beweegtuinen voor ouderen (al dan niet met begeleiding). Vervolg: Begrotingsdiscussie juni-overleg begroting 2018: Toekennen extra uitvoeringsbudgetten : Uitvoering van fase 2017: juni oktober/ november maart t/m december Bijlagen: Uitvoeringsplan Spelen De secretaris De burgermeest) drs. M.H.J. van^uiisderoen MBA V.J: r

4 Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden Uitvoeringsplan Spelen ì gemeente WOERDEN Woerden, hoofdstad van het

5 Inhoud Leeswijzer 3 1. Inleiding 4 2. Kaders en richtlijnen Nationale wetgeving Gemeentelijke kaders 5 3. Inventarisatie en analyse Areaal formele speelvoorzieningen Veldwerk Demografie Enquête Ketenpartners Wijkwandelingen Jongerenbijeenkomsten 9 4. Ambitie en visie Beleidsvisie Ambities voor uitvoering Aanbevelingen: maatregelen en acties Maatregelen en actie Uitvoering Onderhoud en initiatieven Financiën en planning Beschikbare middelen Richtbedragen per ingreep Uitvoeringsplanning en meerjarenbegroting Communicatie Initiatieven Bijlagen 19 2

6 Leeswijzer Dit uitvoeringsplan is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 1 worden kort de aanleiding en het doel van dit uitvoeringsplan beschreven. Tevens wordt hierbij het gevolgde proces geschetst. In hoofdstuk 2 worden de relevante kaders beschreven voor de totstandkoming van dit uitvoeringsplan. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens het huidige areaal beschreven. Het aanbod is hierbij uitgesplitst per woonkern, type spel en de verschillende doelgroepen. In hoofdstuk 4 wordt de ambitie en visie beschreven op basis van de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden', de input verkregen uit het onderzoek onder gebruikers en ketenpartners en het belang van goede en uitdagende speelruimte. Deze visie voor spelen wordt in hoofdstuk 5 vervolgens toegepast op het huidige areaal door beschrijving van belangrijkste analyse-resultaten. Dit leidt tot aanbevelingen voor uitvoering in hoofdstuk 6 en de daarbij behorende financiën, uitvoeringsplanning en wijze van communicatie in hoofdstukken 7 en 8. In de bijlagen van dit uitvoeringsplan is in kaartmateriaal een overzicht van de huidige situatie en de voorgestelde situatie per kern te vinden. Ook is op basis van de analyse een fotoboek Spelen samengesteld met een visuele beschrijving en beoordeling van de huidige situatie in de gemeente Woerden. ļ^bly^ĩs2\ ~'. jj jļļįįęē - ^ 3

7 1. Inleiding In 2015 heeft de gemeenteraad een nieuw beleid voor spelen vastgesteld. Dit is verwoord in de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden, visie en doelen '. Eén van de doelen is de openbare ruimte zo inrichten dat een groeiend aantal inwoners daarvan wordt uitgedaagd om meer (sportief) in beweging te komen. Een goed voorzieningennetwerk is hierbij onmisbaar. Dit uitvoeringsplan Spelen fungeert als een deelplan van de nota Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden en geeft concreet de inhoudelijke en financiële kaders weer voor het uitvoeren van dit beleid. Doel Scope Een uitvoeringsplan geeft de concrete kaders aan Het uitvoeringsplan Spelen heeft betrekking voor omvorming en inrichting van de openbare op zowel de formele openbare speel- en (speel)ruimte voor de komende jaren. Hierbij sportruimte (aangelegd door en in beheer van zijn de doelstellingen zoals geformuleerd in de de gemeente) als ook de aantrekkelijkheid van nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden' de gehele openbare ruimte voor buitenspel leidend. en beweging (formeel + informeel) voor elke inwoner van Woerden en de kernen, jong en oud. Het uitvoeringsplan geeft niet alleen inzicht in de Het uitvoeringsplan geeft inzicht in de te nemen gewenste aanpassingen aan het huidige aanbod maatregelen voor de periode van openbare speelvoorzieningen maar toont tevens de financiële kaders voor uitvoering in de Proces periode Dit uitvoeringsplan is voor een deel het resultaat van leidende, relevante kaders en Bij de totstandkoming van het uitvoeringsplan richtlijnen. Voor een heel belangrijk deel is dit is gebruik gemaakt van de kennis, ervaring plan echter ook het resultaat van een intensief en expertise van bewoners, gebruikers en participatietraject met bewoners en gebruikers ketenpartners. In deze laatste groep vallen en gevoerde gesprekken met de klankbordgroep (externe) organisaties die betrokken zijn bij Spelen, het Sportoverleg en ketenpartners als de uitvoering van het beleid voor spelen of Woerden Actief, Jeugd-Punt en Welzijn Woerden. beweging, buitenspel of-sport in de openbare ruimte willen stimuleren en hierin ook een Het onderzoeks- en participatietraject is gestart actieve rol vervullen. in mei 2016 en de resultaten zijn gepresenteerd tijdens de raadsinformatieavond op 8 Door met zoveel mogelijk partijen in gesprek te september De voorgestelde maatregelen gaan is een gelaagd, gedragen, passend en beter en acties zijn vervolgens aan bewoners en uitvoerbaar plan ontstaan voor de toekomst van belangstellenden gepresenteerd tijdens vier de speelruimte in de gemeente Woerden. bewonersbijeenkomsten in februari

8 2. Kaders en richtlijnen Aan dit uitvoeringsplan liggen naast de wensen en behoeftes van inwoners ook diverse kaders ten grondslag. Dit betreffen zowel wetgevende kaders met betrekking tot speelvoorzieningen als ook gemeentelijke beleidsnota's en meer procesgerelateerde richtlijnen. 2.1 Nationale wetgeving Er bestaat geen wettelijke verplichting voor gemeentes om speelplekken aan te leggen. Buitenspelen zelf is wel (en niet voor niets) een recht! Jeugdigen hebben net als volwassenen behoefte aan en recht op mogelijkheden om te ontspannen en te recreëren. Dit recht is vastgelegd in artikel 31 van het «Hierbij wordt verwezen naar de Europese normen voor speeltoestellen (o.a. EN 1176). Als een toestel voldoet aan de gestelde normen, wordt verondersteld dat het toestel veilig is. Een producent of beheerder kan ook op een andere wijze voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau (bijvoorbeeld door een risicoanalyse uit te laten voeren). Dit dient dan wel te worden geregistreerd. Internationale Verdrag voor De Rechten van het Kind, dat in 1995 door de Nederlandse overheid is geratificeerd. «Om tijdens de levensduur van een speelplek te voldoen aan het WAS moeten speeltoestellen periodiek geïnspecteerd en goed onderhouden worden. Artikel 31 van de Rechten van het Kind (VN): Het kind heeft recht op rust en vrije tijd, om te «Van elke speelplek en elk speeltoestel moet een registratie bijgehouden worden van de spelen en op recreatie, en om deel te nemen inspecties en het onderhoud maar ook van aan kunst en cultuur. bijvoorbeeld reparaties en ongevallen. Het voorzien in formele speelplekken is een aanbeveling om buitenspelen te faciliteren en te stimuleren. Een gemeente is vrij om hier invulling aan te geven. Voor de inrichting van de 2.2 Gemeentelijke kaders Bij het opstellen van het uitvoeringsplan is gebruik gemaakt van meerdere gemeentelijke beleidsnota's: formele speelplekken is wel specifieke wetgeving vastgesteld in de vorm van het Warenwetbesluit Nota Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden attractie- en speeltoestellen (WAS). Hierin staat onder andere: De belangrijkste kaders voor het uitvoeringsplan komen voort uit de beleidsnota voor Spelen, «Iedereen die te maken heeft met de ontwikkeling, het beheer of de inspecties Sporten en Bewegen. Hierin is de volgende visie geformuleerd: (veiligheid) van speelruimte en-toestellen Alle inwoners kunnen ongeacht hun leeftijd, moet zich aan het WAS houden. beperkingen en (financiële) achtergrond «In het WAS staat dat speelplekken en de spelen, sporten en bewegen in de gemeente toestellen veilig moeten zijn, bij plaatsing en in beheer. Woerden. In deze beleidsnota wordt het belang van goede speel- en sportruimte onderstreept. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het gezondheidsaspect van beweging maar ook naar het belang van goede ontmoetingsplekken gekoppeld aan beweging en buitenspel. Hierdoor wordt immers ook het sociale belang van aantrekkelijke openbare ruimte benadrukt. De nota uit 2015 richt zich op het vergroten van de beweegnorm tot een bovengemiddeld niveau in de regio. Hierbij dient bijzondere aandacht geschonken te worden aan de beweegnorm voor de jeugd van 4 tot 18 jaar, ouderen van 65+ jaar, mensen met een beperking en inwoners met een lage sociaal-economische status. Door de openbare ruimte zo in te richten dient het groeiend aantal gebruikers daarvan te worden uitgedaagd om meer in beweging te komen. Uitgangspunt hierbij is het inzetten op voldoende voorzieningen, het richten op de toekomstbestendigheid van deze voorzieningen en het faciliteren van nieuwe (sport)initiatieven. In de nota zijn ook uitgangspunten opgenomen specifiek voor de openbare speel- en sportruimte. In hoofdstuk 4 van dit uitvoeringsdeelplan Spelen zijn deze uitgangspunten verwerkt in de ambitie met betrekking tot de speelruimte in Woerden, die leidend is voor de te nemen uitvoeringsacties en maatregelen (hoofdstuk 5). Woerden zegt ja, tenzij In 2015 zijn uitgangspunten opgesteld voor de interactie en samenwerking tussen inwoners en de gemeente in het document "Woerden zegt ja, tenzij". Hierin wordt een verschuiving voorgesteld van een meer directieve houding van de gemeente naar een meer coöperatieve en zelfs volgende houding bij initiatieven van bewoners. Uitgangspunt is een centrale positie van de inwoner en een verregaande samenwerking. Hierbij zijn randvoorwaarden en verwachtingen (beiden kanten op) van belang en deze dienen dan ook vooraf goed te worden afgestemd en duidelijk te worden besproken/benoemd. In hoofdstuk 8 is daarom uitgewerkt hoe er met initiatieven uit de samenleving kan en dient te worden omgegaan. Groenblauw omgevingsplan De coöperatieve houding van de gemeente Woerden is zichtbaar in het Groenblauw omgevingsplan. Hierin zijn streefbeelden per wijk opgesteld voor de inrichting en het onderhoud van water (blauw) en openbaar groen. Voor het opstellen van deze streefbeelden ging de gemeente in 2014 de wijken in om met bewoners (inclusief kinderen) in gesprek te gaan over de wensen en opmerkingen. Omdat speelruimte onderdeel is van de openbare ruimte en vaak samenhang heeft met het groen is dit document en de input per wijk ook meegenomen in het opstellen van het uitvoeringsplan. In het omgevingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen drie leefomgevingen: gezond, natuurlijk en hoogwaardig. Vooral de gezonde leefomgeving is relevant voor dit deelplan Spelen. Toch is ook naar de aanbevelingen en wensen voor de natuurlijke (ravotplekken) en hoogwaardige leefomgeving gekeken. 5

9 3. Inventarisatie en analyse In de zomer van 2016 heeft een uitgebreide inventarisatie van de speelruimte plaatsgevonden. Alle buurten én speelplekken zijn beoordeeld op onder andere bespeelbaarheid. Ook is met kinderen van de basisschool door de wijken gewandeld en is door middel van een online enquête gevraagd naar de waardering en ervaringen van bewoners van het huidige aanbod. Ook zijn verschillende gesprekken gevoerd over de huidige kwaliteit van het spelen in Woerden en mogelijke verbeteringen. Zo is niet alleen aangeschoven bij het Sportoverleg maar is ook een serie bijeenkomsten georganiseerd met een ambtelijke klankbordgroep, externe ketenpartners en specifiek met jongeren. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen uit dit inventarisatietraject benoemd. In het fotoboek en analyserapport is een meer uitgebreide beschrijving van het aanbod per wijk of kern terug te vinden. 3.1 Areaal formele speelvoorzieningen In de gemeente Woerden zijn momenteel 211 Buurtplek: Centrale plek in de buurt met speelplekken gelegen met daarop 935 speel- en een belangrijke ontmoetingsfunctie, gericht sporttoestellen (peildatum juni 2016). op een bredere doelgroep (0-12 of 6-18 jaar) waar vaak een combinatie van spel en Type speelplek en doelgroep sport te vinden is. Een buurtplek heeft een Op basis van de huidige inrichting, de ligging duidelijk openbaar karakter. Hier komen dan in de buurt en het omliggende aanbod van de ook kinderen uit de hele buurt samen om te speelplek is een onderscheid te maken tussen spelen en sporten. Op een buurtplek is een drie verschillende typen speelplekken: meer uitgebreid en uitdagend aanbod te vinden dan op een blokplek. «Blokplek: Ingericht voor direct omwonenden, vaak met een beperkt aanbod en omvang en meestal exclusief gericht op jonge kinderen (0-6 jaar). Kinderen zijn deze plekken daarom vaak snel ontgroeid. Ze liggen vaak beschut in de woonomgeving, waardoor er goede sociale controle aanwezig is. Wijkplek: Een wijkplek is een formele speel- of sportplek met een dusdanig onderscheidend aanbod dat deze gebruikt wordt door de gehele wijk/kern of zelfs daarbuiten. Dit zijn vooral uitdagende sportplekken of omvangrijke speelplekken met een duidelijke verblijfsfunctie. In de gemeente Woerden is 509 van de formele speelplekken een buurtplek (105 locaties). 459 van het aanbod betreft een blokplek en 594 een wijkplek (11 locaties). Vooral in Harmelen, Kamerik en de Woerdense wijken Snel en Polanen, Waterrijk, Molenvliet-Oost en Binnenstad (zelfs 1009) zijn relatief veel blokplekken te vinden. Als gekeken wordt naar het aanbod per doelgroep dan valt op dat veruit het grootste gedeelte van de speelplekken (819) is ingericht voor de doelgroep van 0-6 jaar. Van deze 170 plekken is ongeveer de helft zelfs exclusief ingericht voor de doelgroep 0-6 jaar. Dit zijn vaak minder uitdagende speelplekken met een beperkte speelwaarde. Deze plekken liggen vooral in Harmelen en de wijken Molenvliet- West, Binnenstad, Snel en Polanen en Waterrijk. De doelgroep 0-6 jaar speelt maar beperkt zelfstandig buiten, maar faciliteert vaak wel ontmoetingen tussen (groot)ouders op speelplekken. Het grote aantal speelplekken is te verklaren door de beperkte actieradius van de doelgroep 0-6 jaar. Van alle kinderen kunnen zij het minst ver op avontuur gaan en zijn vooral aangewezen op spelen voor de deur of in de tuin. Ongeveer 609 van de speelplekken is geschikt voor de doelgroep 6-12 jaar. Juist voor deze doelgroep is de formele speel- én sportplek erg belangrijk. Niet alleen vanwege de aangeboden spelfuncties, maar ook omdat de speelplek bij een goede inrichting de fantasie prikkelt, beweging al op jonge leeftijd stimuleert en ontmoeting tussen leeftijdsgenootjes faciliteert. Deze doelgroep heeft meer uitdaging en ruimte nodig dan de doelgroep van 0-6 jaar. Een belangrijk deel van het spelen van deze doelgroep vindt plaats buiten de speeltoestellen en speelplek (op straat, in het park/groen, op weg naar school). Deze doelgroep dient dan ook geprikkeld te worden om op avontuur te gaan in hun woonomgeving. Dit kan door voldoende diversiteit aan te bieden. Blokplekken zijn vaak te beperkt voor deze doelgroep. Op 39 speelplekken (189) wordt de doelgroep van12-18 jaar aangesproken. Dit zijn zonder uitzondering sportplekken zoals trapveldjes, skatebanen en/of basketbalvelden. Deze doelgroep heeft veel ruimte nodig en hun aanwezigheid wordt vaak niet gewaardeerd op speelplekken bestemd voor een jongere doelgroep. Deze doelgroep wordt onvoldoende bediend terwijl juist deze groep kinderen vaak onvoldoende beweegt. De doelgroep jaar kent nauwelijk beperkingen in afstand of barrières. Voor een grote groep jongeren is het sociale aspect (ontmoeting) het belangrijkst. Voor specifieke groepen (skaters, voetballers, freerunners) is juist het competitieve of sportieve aspect van belang. In de huidige inrichting van jongerenplekken wordt vaak een combinatie aangeboden. 6

10 3.2 Veldwerk formele en informele speelruimte Tijdens het veldwerk is elke buurt en speelplek beoordeeld op relevante kenmerken. De kwaliteit van formele speelruimte wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:» Goede situering (ligging, zichtbaarheid, omvang, beschutting, toegankelijkheid)» Aantrekkelijke vormgeving (thematiek, kleurgebruik, niveauverschillen)» Voldoende speelkwaliteit (speelwaarde, vrije ruimte, bespeelbaarheid, diversiteit)» Goed onderhoud (beeldkwaliteit, veiligheid)» Postitieve externe invloeden (betrokkenheid van de buurt). In de gekleurde bollen rechts is de beoordeling op gemeentelijk niveau samengevat. Hierin is het aantal speelplekken per beoordeling weergegeven (rood = zwak, donkergroen = sterk). Op buurtniveau is ook gekeken naar de diversiteit van het gehele speelruimteaanbod. Op basis van de analyse van het aanbod worden de volgende conclusies getrokken:» In sommige wijken (o.a. Harmelen-Zuid, Molenvliet) liggen erg veel speelplekken, soms is er sprake van overmaat» Er zijn geen 'witte vlekken' in het speelruimteaanbod; het gehele woongebied is voorzien van formele speelruimte» Er zijn vooral veel speelplekken voor de jongste doelgroep (0-6 jaar)» Elke buurt kent wel een of meerdere grote, speelplekken voor een brede doelgroep» Speelplekken zijn vaak goed gelegen. Er zijn grote kwalitatieve verschillen in vormgeving, maar de variatie (materiaalkeuzes, toesteltypes, ondergronden) is goed. situering Bm vormgeving (1 97 8^^^B speelwaarde I s t a a t v ;: d e s p e e l p l e k externe invloed S (14» Meerdere plekken worden waarschijnlijk niet goed bespeeld of zelfs verwaarloosd (veel onkruid, weinig slijtage).» De speelplekken zijn over het algemeen nog in redelijke tot goede staat. Dit ondanks de relatief hoge gemiddelde leeftijd van de speeltoestellen (10 jaar). Naast de formele speelruimte is ook de bespeelbaarheid van de gehele openbare ruimte beoordeeld. Hierbij wordt gelet op:» Aantrekkelijk en toegankelijk groen» Veilig en bespeelbaar water» Speelse, bespeelbare verharding of de toepassing van speelaanleidingen» Veilige routes naar speelplekken en de aanwezigheid van barrières Op basis van het veldwerk is een aantal algemene conclusie te trekken:» Er wordt in de meeste buurten veel in het groen gespeeld (er zijn veel hutten, olifantenpaadjes en slingerbomen gezien)» Er is veel diversiteit in verschillende woonmilieus, dit vraagt om een aanpak op maat. In de regel is er veel ruimte om buiten de speelplekken te spelen (en dat wordt ook zichtbaar veel gedaan)» Er zijn veel trampolines en ander 'speelgoed' in het openbare ruimte te vinden Op basis van het veldwerk en de beoordelingen per plek kan geconcludeerd worden dat Woerden een prettige gemeente is om buiten te spelen, zeker voor jonge kinderen (0-6 jaar). Voor oudere kinderen is het aanbod beperkter en biedt het huidige areaal ruimte voor verbetering.

11 3.3 Demografie De gemeente streeft naar een algemeen dekkingsniveau (zie ook hoofdstuk 4) van speelplekken. Dit betekent een goede spreiding van speelplekken en een divers aanbod. De demografische ontwikkeling is hier in principe ondergeschikt aan. Kinderen spelen immers niet alleen thuis maar ook op school, bij de naschoolse opvang, grootouders, gastouders of (bij gescheiden ouders) bij een tweede thuis. Demografische ontwikkelingen geven wel een beeld van de aantallen kinderen en de te verwachten speeldruk in een wijk. Dit kan helpen bij het bepalen van de goede inrichting van speelplekken. In de onderstaande grafiek is de leeftijdsopbouw (0-6, 6-12 en 12-18) per wijk te zien, afgezet tegen het aantal speelplekken in dezelfde wijk. Het aantal plekken loopt redelijk in lijn met het aantal kinderen. In Harmelen Zuid, Molenvliet- West en in mindere mate Molenvliet-Oost is er sprake van een relatief hoog aantal speelplekken ten opzichte van het aantal kinderen. Relatief gezien is Waterrijk de wijk met de meeste kinderen (369), dit is vaak het beeld bij nieuwe, jonge wijken. In Snel en Polanen (iets minder nieuw) is het percentage jeugdigen 319, waarbij vooral het aantal jarigen opvallend hoog is. Ook dit komt vaak terug bij de analyse van een relatief jonge wijk (10-15 jaar oud). Oudere wijken, zoals het Bomen- en Bloemenkwartier kennen een meer evenwichtige verdeling van de verschillende doelgroepen. Voor de uitvoering van het speelruimtebeleid is het belangrijk om in te kunnen spelen op de aanwezige doelgroep, maar ook om te realiseren dat de verhouding geen constant gegeven is. Omdat een speelplek vaak minstens 12 tot 15 jaar meegaat is het raadzaam om rekening te houden met veranderingen in de demografische situatie. Dit vraagt om speelruimte die flexibel is en aan te passen is aan veranderende behoeftes. Soms betekent dit dat speelruimte met vaste, dure toestellen niet de beste oplossing is voor toekomstbestendige speelruimte. schommelen, klimmen en zoeken meer uitdaging, ook in sport. «De meeste kinderen mogen zelfstandig buiten spelen. «Ongeveer de helft van de volwassenen geeft aan dat de speelplekken veilig bereikbaar zijn en dat het aantal plekken goed is. Wel zijn deze vaak niet passend voor hun kind (te kinderachtig of juist te moeilijk). De uitkomsten van de enquête zijn verwerkt in de ambitie en aanbevelingen voor uitvoering. Hierbij gaat het niet alleen om het vergroten van de uitdaging maar ook om het herkennen van extra barrières die eerder bij het veldwerk niet werden geïdentificeerd c 400 ra 300 c ra ra Kinderen per wijk (absoluut) Peildatum september 2016 m i A II 111. i VVV/// s ^ ^ cŕ" r ^ ŕ ^ ^ * jŕ J" ^ j» p.jŕ i ŕ. ŵ 0 t/m 5 jaar 16 t/m 11 jaar M 12 t/m 17 jaar «Speelplekken QJ ŪJ O n ŪJ a. ru 3.4 Enquête Het uitgevoerde veldwerk en de analyse van de demografische gegevens is vooral een moment opname. Om de analyse te verrijken en daarbij ook de ervaringen en kennis van gebruikers te kunnen integreren is onder meer een online vragenlijst verspreid. Hierin werd gevraagd naar de waardering van bewoners met betrekking tot het buiten spelen en sporten in hun buurt. De enquête is vooral ingevuld door volwassenen (196 van de 245 respondenten). De respons uit de dorpen Kamerik, Kanis, Zegveld en Harmelen was minimaal. De belangrijkste bevindingen: «Er wordt vooral gespeeld 'voor de deur', op straat en op het gras. De speelplek staat (pas) op plaats vier. «De meeste respondenten zijn tevreden. Er kan goed worden buitengespeeld. Wel zijn plekken vooral 'saai' of 'gewoon leuk'. «Kinderen geven aan vooral te willen 3.5 Ketenpartners Tijdens het onderzoeksproces is via verschillende gesprekken, vragenlijsten, bijeenkomsten en aangeleverde documenten advies ingewonnen bij relevante ketenpartners voor de uitvoering van het speelruimtebeleid. Hieruit kwamen de volgende punten naar voren: «Ook de ketenpartners herkennen het gebrek aan uitdaging op bestaande speelplekken. «Schoolpleinen zijn de belangrijkste plekken. Dit kan meer benut worden door een betere integratie in het formele speelaanbod. «Er wordt te veel gedacht in speeltoestellen. Veel kleine speelplekjes kunnen beter omgevormd worden naar speelruimte zonder toestellen. «Er moet meer aandacht geschonken worden aan het spelen in het groen (contact met de natuur) en aan het stimuleren van beweging in de openbare ruimte van ouderen door beweegaanleidingen i.c.m. begeleiding. 8

12 «De centrale buurtspeelplek kan beter benut worden als ontmoetingsplek voor de buurt. «In plaats van speelfuncties moet er vooral ook worden gekeken naar diversiteit in bewegingsvormen voor een gezond aanbod. Enkele aanbevelingen voor het uitvoeringsplan hadden betrekking op het uitvoeringsproces zelf. Zo wordt aangegeven en ervaren dat er veel initiatieven vanuit bewoners en professionals zijn. Wel is er behoefte aan meer duidelijkheid over het te volgen traject en wie daarvoor aangesproken dient te worden. 3.6 Wijkwandelingen De belangrijkste doelgroep voor formele speelruimte is de groep 6-12 jaar. Om deze doelgroep op een laagdrempelige wijze te kunnen bevragen én te kunnen observeren zijn elf wandelingen georganiseerd in samenwerking met basisscholen in de verschillende wijken van Woerden en de dorpen Kamerik, Zegveld en Harmelen. Hoewel de kinderen (6-12 jaar) vooral veel opmerkingen hadden over hun eigen buurt en speelplekken (zie fotoboek en analyserapport) zijn ook een aantal algemene punten te noemen: «Het schoolplein is vrijwel altijd de belangrijkste speelplek, met uitzondering van Zegveld (daar is de speelplek aan de Molenweg dé plek) en in het zuidelijk deel van het Schilderskwartier (Speelgarage). «De kinderen zijn tevreden. Het spelen in de gemeente krijgt cijfers tussen de 7 en 9. «De speelplekjes zelf worden vooral kinderachtig gevonden (vanaf 8-9 jaar). De kinderen spelen overal, maar vooral ook buiten de speelplekken. «Spelen in het groen is leuk, maar het kan en mag niet overal. «Kinderen waarderen de hoeveelheid trapveldjes, maar de inrichting is vaak wat onhandig en de doelen niet fijn (open). «Op sommige plekken is er sprake van een spanningsveld met jongeren (12+ jaar). De input van de wandelingen komt grotendeels overeen met de bevindingen uit het veldwerk, de enquête en de input van ketenpartners. Vooral op buurtniveau hebben de wandelingen echter ook veel specifieke kennis opgeleverd. Deze informatie is erg nuttig geweest om op maat aanbevelingen te geven voor het uitvoeringsvoorstel. 3.7 Jongerenbijeenkomsten In samenwerking met de jongerenwerkers van Jeugd-Punt zijn in de zomer van 2016 twee pizzaoverleggen georganiseerd met jongeren. Op het stadhuis én op straat. Beide bijeenkomsten waren interessant om te ervaren hoe de jongeren zich organiseren, welke groepen er zijn en hoe deze gebruik maken van de openbare ruimte. Naast de fysieke bijeenkomsten is ook een tweetal rapporten over JOPS (van Jeugd- Punt Woerden) en skateplekken (jongeren zelf) verwerkt in het uitvoeringsvoorstel (hoofdstuk 5). Enkele belangrijke bevindingen met betrekking tot jongeren en de openbare ruimte: «De jongeren groeperen zich per activiteit. Zo zijn er de skaters, freerunners, voetballers maar ook jongeren die gewoon chillen. «Deze groepen zitten niet altijd op elkaars gezelschap te wachten. Zo zoeken m voetballers en skaters elkaar niet op, maar is er juist veel overlap in de groep voetballers en chillende jongeren. De fysieke JOP wordt vooral door de chillende jongeren belangrijk gevonden als ontmoetings7verzamelplek. De jongeren zijn kritisch over het huidige aanbod. Enkele JOP's staan onhandig dichtbij huizen (Bulwijk) en geen van de skatebanen is echt goed. De skaters en freerunners zien zelf graag liever één goede plek dan de huidige situatie met meerdere, matige plekken. Spelen is niet relevant, wat bewegen betreft is een deel van de jongeren wel erg betrokken. Ook hebben ze goede ideeën om het huidige aanbod te verbeteren. «De jongeren zijn erg mobiel. Ze zijn niet gebonden aan barrières en verplaatsen zich makkelijk door de gemeente. Hoewel de jongeren het spelen niet relevant vinden vallen de openbare sportplekken ook onder het uitvoeringsplan. Tevens is bij het opstellen van het voorstel voor uitvoering gekeken naar de huidige posities en beoordeling van de JOP's. De hierbij verkregen input van zowel de jongeren als ketenpartners als Jeugd- Punt is hierbij zeer waardevol geweest. 9

13 4. Ambitie en visie In 2015 is de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden' vastgesteld. Dit is het overkoepelende beleidsplan waaronder de deelnota Spelen in de vorm van dit uitvoeringsplan is opgesteld. Deze deelnota kent een eigen ambitie, gebaseerd op de overkoepelende beleidsvisie en de daarin vermelde uitgangspunten voor de speelruimte. 4.1 Beleidsvisie: In de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden' komen zes doelen aan bod. Het tweede doel heeft specifiek betrekking op de openbare speel- en sportruimte: "De openbare ruimte zo inrichten dat het groeiend aantal gebruikers daarvan wordt uitgedaagd om meer (sportief) in beweging te komen." De doelstelling is voorzien van een serie acties of uitgangspunten die op hun beurt leidend zijn voor dit uitvoeringsplan:» Stimuleren van sport en beweging in de openbare ruimte door de inrichting en het beheer van een "gezonde leefomgeving".» Meer uitdaging en ruimte voor nieuwe speel-/sportvormen.» De mogelijkheid wordt onderzocht om één grote, centrale speeltuin te realiseren.» Kleinere speelvoorzieningen blijven bestaan: binnen maximaal 400 meter van hun huis moet de jongste doelgroep (0-6 jaar) voorzien zijn van veilige speelruimte met ontmoetingsmogelijkheden voor ouders.» Minder afgebakende speelruimte voor de doelgroep van 6 tot 12 jaar maar voor hen juist meer aandacht voor een natuurlijke, gezonde en groene leefomgeving.» Voor jongeren van 12 tot 18 jaar moeten er voldoende ontmoetingsplekken zijn die zowel de sociale contacten bevorderen als ook de jongeren aanzetten tot beweging.» In overleg met scholen dient gekeken te worden naar de mogelijkheid om meer schoolpleinen openbaar te maken.» Meer integratie van sport op meer multifunctionele speelplekken.» Inzetten op 'beweeglinten' om ontmoetingsplekken te verbinden. 4.2 Ambities voor uitvoering: Deze uitgangspunten zijn, samengevoegd met de resultaten uit het onderzoeks- en participatietraject, vertaald naar de volgende drie ambities voor de uitvoering van de beleidsvisie. 1. Het vergroten van de uitdaging en diversiteit van het huidige speelruimteaanbod. 2. Het voorzien in een kwalitatief sterk sportaanbod voor jong en oud. 3. Inzetten op samenwerking met ketenpartners en betrokken bewoners. Op de volgende pagina's zijn deze drie ambities verder uitgewerkt en toegelicht. 10

14 Ambitie 1 Het vergroten van de uitdaging en diversiteit van het huidige speelruimteaanbod. Toelichting «Diverse uitgangspunten van het speelruimtebeleid voor de gemeente Woerden schrijven voor dat er meer dient te worden ingezet op andere speelvormen. Ook wordt aangegeven dat er op maximaal 400 meter van de woning (binnen woonkernen) een formele speelplek veilig bereikbaar moet zijn. Dit zou betekenen dat 121 (van de 172 met speeltoestellen ingerichte) plekken niet per se als formele speelplek ingericht hoeft te zijn, maar ook ingevuld kunnen worden als vrije speelruimte. Hierbij worden de sportplekken (trapveldjes) buiten beschouwing gelaten. «De uitkomsten uit het onderzoeks- en participatietraject benadrukken de wens voor meer uitdagende speelruimte en bieden een oplossing door minder te denken in speeltoestellen. Het vergroten van de uitdaging op speelplekken werkt vooral goed als het budget geconcentreerd wordt op minder, maar centraal gelegen buurtplekken waar voldoende ruimte is om een brede doelgroep te bedienen met uitdagende speelfuncties. Door omliggende speelplekken om te vormen naar speelruimte zonder speeltoestellen neemt niet alleen de significantie van de buurtplekken toe als traditionele speel- en ontmoetingsplek, maar wordt ook de kans geboden om andere spel- of sportvormen aan te bieden op deze omliggende speelplekjes. Zo wordt de speelruimte uitdagender én diverser binnen de kaders van de nota. Uitvoering Elke wijk wordt ingedeeld in barrièregebieden, gebieden die zijn begrensd door barrières die gelden voor de doelgroep van 6 tot 12 jaar. Voor jongere kinderen (kinderen van 0-6 jaar spelen niet zelfstandig buiten) en jongeren van 12+ (zijn veel mobieler) zijn deze niet relevant. Barrières zijn grenzen als (water)wegen, parken of industrie, die de bewegingsvrijheid van kinderen beperken. Soms is het mogelijk deze te beslechten, maar vaak zijn dit ook mentale grenzen (in de buurt blijven). Vervolgens worden buurtplekken aangewezen binnen deze barrièregebieden en wordt door middel van cirkels van 400 meter (rekening houdend met de barrières) gestreefd naar een volledige dekking van de buurt, wijk of dorp. Zo ontstaat een netwerk van buurtplekken met een actieradius van 400 meter (minimale dekking) rekening houdend met barrières. Op deze buurtplekken wordt ingezet op een uitdagend speelaanbod voor de doelgroep 0-12 jaar en/of de doelgroep 6-18 jaar. Indien mogelijk wordt hierbij een combinatie aangeboden van sport (beweging) en spel (speeltoestellen en-aanleidingen) waarbij een divers aanbod wordt nagestreefd passend bij de wensen van de gebruikers en omwonenden (zie ook ambitie 3). Er dient voldoende ruimte over te blijven voor vrij spel (25 tot 509 van de beschikbare ruimte). Streven naar inclusie: Meer aandacht voor en beter toegankelijk en bespeelbare (buurt-) speelplekken voor kinderen en verzorgers met een beperking. Aanbevolen wordt hierbij gebruik te maken van de ervaring en inrichtingstips van de Speeltuinbende, een stichting die zich inzet voor toegankelijke speelplekken en voortkomt uit het NSGK ( Op de buurtplekken wordt het sociale aspect benut door ontmoeting van kinderen (toestellen voor samenspel) en hun (groot)ouders of verzorgers (bankjes, afvalbakken) te faciliteren. In nieuwbouwprojecten is deze ambitie uiteraard ook van toepassing. Hier dienen voldoende grote ruimtes (minimaal 800 mp/locatie) voor gereserveerd te worden. Sommige buurtplekken kunnen door hun inrichting, omvang of aanloop functioneren als wijkplek. In lijn met Zegveld is het wenselijk als elke kern tenminste één grote wijkspeelplek of speeltuin kent gericht op inwoners van 0 tot 100 jaar. Een goede locatiekeuze (bereik) is hierbij essentieel. Omliggende speelplekken die beschikbaar komen doordat deze ofwel niet nodig zijn voor de dekking ofwel omdat deze ongeschikt zijn om te fungeren als centrale buurtplek blijven in principe behouden als speelplek, maar worden ingericht zonder gebruik te maken van speeltoestellen (vrije speelruimte). Op deze locaties kan ingezet worden op natuurlijk spel en ravotten (spelen in het groen) of juist een meer stedelijke invulling in de vorm van een verhard pleintje met speelaanleidingen. Beiden bieden andere spelvormen die aanvullend zijn op de traditionele speel- en sportplek. Zo kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor meer avontuurlijke ravotplekjes met ruimte om te fietscrossen of juist pleintjes om te steppen, skelteren of zelfbedachte spelletjes te doen en vrij balspel. Bij uitvoering van het beleid verdient het aanbeveling om omvormingen te koppelen aan de herinrichting van een buurtplek. Zo wordt zichtbaar dat het niet alleen het weghalen van speeltoestellen betreft op plekniveau, maar juist een kwaliteitsimpuls op buurtniveau. Bij herinrichting van speelplekken dient er te worden gekozen voor duurzame en veilige materialen voor toestellen en ondergronden (bijvoorbeeld: RVS, FSC-hout, PAKS-vrije vloeren etc.). Bij (her-)inrichting van speelplekken worden indien nodig maatregelen voor klimaatadaptatie geintegreerd, o.a. ter voorkoming van wateroverlast. Om de meerwaarde van de verschillende speelplekken te versterken dient er te worden ingezet op speelroutes of beweeglinten tussen de buurtplekken en langs belangrijke routes richting school, de bibliotheek of het buurtcentrum. Deze routes kunnen worden vormgegeven door zichtbare speelaanleidingen in de verharding, fysieke objecten of door speelfuncties te koppelen aan de bestaande inrichting oi ^ ^ ^ B en het reguliere straatmeubilair. Ook dient extra aandacht geschonken te worden aan oversteekplekken langs de route. 11

15 Ambitie 2 Het voorzien in een kwalitatief sterk sportaanbod voor jong en oud. Toelichting «De nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden' is gericht op het stimuleren van meer sportieve beweging bij inwoners. Hiervoor dient het aanbod kwalitatief hoogwaardig te zijn en is het wenselijk dat er ruimte is voor nieuwe initiatieven om in te spelen op trends en een maximale stimulans tot beweging. «Sport kent een bredere doelgroep dan spelen. Dit begint al bij de doelgroep 6-12 jaar, wordt versterkt in de doelgroep jaar, maar loopt in principe de rest van het leven lang door. Het stimuleren van voldoende beweging is het effectiefst als hiermee gestart wordt op jonge leeftijd. «Sportende kinderen en jongeren geven zelf aan vooral een kwaliteitsimpuls te willen zien. Dit is heel eenvoudig te realiseren door de open doelen te vervangen voor doelen met net of spijlen, maar in sommige gevallen dient er serieus geïnvesteerd te worden in goede sportplekken (skate, freerunning of een ondergrond van kunstgras). Hierbij geven jongeren aan liever één goede plek te hebben dan meerdere matige. «Sport en beweging is niet per definitie locatiegebonden. Beweging kan ook gestimuleerd worden langs routes of via activiteitenprogramma's. Uitvoering «Binnen elk barrièregebied (zie ambitie 1) wordt tenminste één balsportveld ingericht om ook de doelgroep 6-12 jaar voldoende mogelijkheden te geven om buiten te sporten. Hier worden bij voorkeur meerdere sportmogelijkheden (basketbal, volleybal, tennis, voetbal, hockey etc.) aangeboden. Deze plek kan geïntegreerd worden in de centrale buurtspeelplek. «Op wijkniveau dient er een multifunctionele speelplek te zijn voor een brede doelgroep (jong en oud). Hier worden meerdere sportfuncties aangeboden en wordt naast balsport ook gekeken naar behoeftes van sporters/bewoners. «Op gemeentelijk niveau worden zogenaamde 'specials' aangeboden voor bijvoobeeld skaters, freerunners, bootcampers of balsporters. Hier wordt ingezet op een hoogwaardige inrichting en wordt gebruik gemaakt van de expertise van de gebruikers. Hierbij gaat kwaliteit boven kwantiteit (beter één goede skateplek dan vier matige). «Sport en beweging voor jong en oud wordt tevens bevorderd via de beweeglinten of speelroutes (ambite 1). Gebruikers worden hierbij gestimuleerd om meer te bewegen en/of eerder te lopen of de fiets te pakken in plaats van de auto (bijvoorbeeld bij woon-werk of woon-school verkeer). «Geschikte locaties voor sportroutes of beweeglinten moeten worden afgestemd met gebruikers. Aanbevolen wordt hierbij parken als het Wijkpark Molenvliet of het Brediuspark (verkeersluw, sporten in het groen en voldoende groot) te benutten om beweging te stimuleren. Hier kunnen bijvoorbeeld door koppeling van meerdere beweegvormen sportroutes worden aangelegd. Ook verdient het aanbeveling om relevante plekken onderling te verbinden zoals (sport) parken, buurtspeelplekken of de multifunctionele sportplek. Hierdoor ontstaan aantrekkelijke beweeglinten richting deze locaties. «Hiervoor zijn naast aanbevelingen op locatieniveau en het toevoegen van speelaanleidingen ook aanpassingen nodig met betrekking tot de inrichting van de infrastructuur door bijvoorbeeld te voorzien in brede stoepen en fietspaden en een dominante rol voor fietsers (auto's te gast) op belangrijke routes. Bij nieuwbouwprojecten dient dit aan de start van de planontwikkeling te worden meegegeven. «Een belangrijke doelgroep binnen deze ambitie zijn de jongeren (doelgroep jaar). Zij worden bediend op de voorgestelde sportplekken, maar hebben daarnaast ook hun eigen ontmoetingsplekken nodig. Dit moet juist niet altijd geclusterd worden aangezien de jongeren duidelijk afzonderlijke groepen vormen. Omdat de freerunners, skaters en bootcampers aparte specials krijgen wordt bij JOP's vooral ingezet op balsport om jongeren te stimuleren ook in beweging te komen. Dit betekent dat voor veel van de huidige JOP's (vaak in combinatie met skate) zal worden gekeken naar een andere inrichting. «Bij de keuze van de locatie en inrichting wordt aanbevolen ook de in de wijk woonachtige jongeren te betrekken. Het verdient aanbeveling jongerenplekken daar aan te bieden waar de overlast beperkt is en de jongeren meer vrijheid kunnen genieten. «Om ook expliciet ouderen te betrekken bij een kwalitatief sterk sportvbeweegaanbod dient naast beweeglinten en sportroutes te worden voorzien in 'beweegtuinen' voor deze doelgroep. Dit zijn locaties waarop beweegoefeningen uitgevoerd kunnen worden. «Belangrijke voorwaarden voor dergelijke locaties zijn een logische toestroom (doelgroep in de buurt) en mogelijkheden tot begeleiding (in de buurt en in samenwerking met de fysiotherapeut of zorginstelling) daarnaast is het prettig om dergelijke plekken in een parkomgeving aan te bieden, al dan niet als onderdeel van een sportroute. 12

16 Ambitie 3 Inzetten op samenwerking met ketenpartners en het benutten van betrokken bewoners. Toelichting «Een belangrijke reden voor de gekozen integrale aanpak van dit uitvoeringsplan en het uitgebreide participatietraject betreft de uitgesproken wens in de nota om meer samen te werken met zowel ketenpartners (scholen, sportverenigingen, welzijnsorganisaties, woningbouwcorporatie) als inwoners als het gaat om spelen en sporten in de openbare ruimte. «Vooral inwoners worden gezien als belangrijke partner bij de inrichting van de openbare ruimte. Het is hun leefomgeving en zij maken er gebruik van. Samenwerking zorgt voor draagvlak en gezamenlijke ambities. Hierdoor is de verwachting dat plekken beter schoon, heel en veilig blijven en dus ook aantrekkelijker. Er is daarnaast vaak sprake van een betere sociale controle en betrokkenheid waardoor er minder vaak sprake is van vandalisme. «Bij samenwerking met bewoners en ketenpartners is het van belang dat de inrichting relevant blijft. Om deze reden is het wenselijk om niet eens in jaar wensen af te stemmen maar dat hiervoor een meer frequente mogelijkheid komt om ervaringen te delen en initiatieven voor verbetering in te dienen. Dit vraagt om een duidelijk en transparant proces voor zowel de gemeente als ook externe professionals en bewoners. Uitvoering «Bij herinrichting van speelplekken (buurtplekken, omvormingen en sportplekken) dienen bewoners en gebruikers betrokken te worden. De wijze en omvang van het inspraaktraject hangt af van de voorgestelde ingreep, de locatie en de specifieke buurt waarin de ingreep plaats vindt. Bij een buurtspeelplek dient een groter gebied te worden betrokken dan bij de omvorming van een blokspeelplek. De gemeente is niet volledig volgend, maar bewaakt ook de regie op buurt-, wijk- en gemeentelijk niveau en waarborgt de diversiteit van het aanbod (doelgroepen en speelvormen). «Bij de (her)inrichting van sport- en jongerenplekken worden daarnaast ook relevante ketenpartners betrokken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om jongerenwerkers, maar ook om buurtsportcoaches met betrekking tot de mogelijkheid om activiteiten te organiseren. Een goed voorbeeld is de methodiek Sportsterren, ontwikkeld door het Beweegteam/Welzijn Woerden. Dit bestaat uit belijningen op het schoolplein, waarmee, tijdens schoolpauzes, kinderen van de basisschool allemaal spellen en beweegvormen kunnen beoefenen door middel van een kist met speelmaterialen. Met een zelfde kist kunnen natuurlijk ook na schooltijd op de diverse pleinen activiteiten worden aangeboden. «Bij de 'specials' op gemeentelijk niveau (ambitie 2) wordt uiteraard samengewerkt met gebruikers om tot een juiste inrichting te komen. Dit vergroot niet alleen het draagvlak onder gebruikers, maar voorkomt ook kapitaalvernietiging door verkeerde locatie- of toestelkeuzes. «Schoolpleinen en sportvelden bij verenigingen kunnen een belangrijke rol spelen in de voorgestelde opzet van de speelruimte (netwerk van buurtplekken en multifuctionele sportplekken op wijkniveau). Door goede samenwerking en het maken van afspraken met betrekking tot beheer en inrichting kunnen dergelijke plekken worden opgenomen in het formele sport- en speelruimteaanbod en ook buiten schooltijd/wedstrijddagen bespeeld worden. «Een voordeel voor omgevormde speelplekken is dat deze een lage initiele investering vergen. Dergelijke plekken zijn daardoor eenvoudig aan te passen waardoor het meedenken en indienen van initiatieven relevant blijft voor omwonenden van dergelijke plekken. Bij dergelijke plekken zijn initiatieven uit de buurt ook makkelijker te realiseren (kleinere actieradius) en is het makkelijker om afspraken te maken met betrekking tot beheer en inrichting. «Initiatieven om sport en beweging te stimuleren worden, indien realiseerbaar en bij voldoende draagvlak, graag meegenomen in het uitvoeringsplan. Hiervoor dient een helder stappenplan opgesteld en gepubliceerd te worden zodat het voor inwoners en organisaties helder is welke informatie benodigd is, wie het aanspreekpunt is binnen de wijk of gemeente, welke stappen daarvoor gezet dienen te worden en welke aanvullende afspraken gemaakt dienen te worden met betrekking tot de aanleg, het gebruik en het beheer, waarbij uitvoerende taken ook bij de bewoners of externe partijen komen te liggen. 13

17 5. Aanbevelingen: maatregelen en acties Op basis van het onderzoeks- en participatietraject is het huidige speelruimteaanbod in beeld gebracht in het fotoboek en op kaartmateriaal. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten speel- en sportplekken, barrières en relevante voorzieningen voor het recreëren in de openbare ruimte. De uitgangspunten uit de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen in Woerden' en de beschreven ambities in hoofdstuk 4 leiden tot aanbevelingen, maatregelen en acties voor het huidige aanbod. In de bijlage van dit uitvoeringsplan is dan ook kaartmateriaal te vinden die de huidige situatie verbeeldt alsmede de voorgestelde maatregelen per wijk en dorp toont. 5.1 Maatregelen en acties De aanbevelingen, op basis van de ambities zijn vertaald naar vijf soorten ingrepen met daarbij het uitgangspunt om speelplekken in het algemeen toegankelijker te maken. groen) of speelpleintje. Dit zijn vaak beperkte, kleinere speelplekken voor een kleine doelgroep. Door omvorming blijft de plek behouden als vrije speelruimte, maar komen er bij herinrichting geen toestellen maar speelaanleidingen terug 1. Behouden van de speelysportplek waardoor het minder saai wordt. Sportplekken (of combinaties van speel- en sportplekken) De speelplek blijft behouden in zijn huidige opzet. In veel gevallen betreft dit al een (centrale) buurtplek of juist een omgevormde speelplek of is uitbreiding niet mogelijk door de beperkte mogelijkheden. Als de speelplek toe is aan vervanging wordt uiteraard met de buurt blijven in principe bestaan, maar kunnen wel deels worden omgevormd. Dan wordt aanbevolen enkele sportfuncties (bijvoorbeeld skaten) of juist de speelfunctie weg te laten bij herinrichting. Om te vormen plekken lenen zich bij uitstek voor bewonersinitiatieven en zelfbeheer. gesproken over de wenselijke invulling. 4. Opheffen van de speel-fsportplek 2. Uitbreiden van de spee^/sportplek In een enkel geval wordt geadviseerd om een De doelgroep van de locatie dient te worden vergroot of het aanbod is te beperkt om te functioneren als buurtplek. Er kan voor gekozen worden om deze speelplekken tussentijds uit te breiden of met uitbreiding te wachten tot de locatie toe is aan vervanging. In het uitvoeringsplan is ook de uitbreiding van een speelplek in zijn geheel op te heffen. Dit heeft vaak te maken met de (zeer) beperkte mogelijkheden van de plek of een gevaarlijke verkeerssituatie. Ook kan het zo zijn dat er vanuit de buurt geen behoefte is aan een (omgevormde) speelplek. In dat geval kan besloten worden een speelplek om te vormen tot 'lege locatie'. enkele buurtplek tot wijkplek opgenomen om een bredere doelgroep te bedienen. 5. Aanleggen van een spee^/sportplek 3. Omvormen van de spee^/sportplek In sommige buurten zijn nieuwe speelplekken nodig om te voorzien in de dekking of worden Veel blokplekken en ook een enkele buurtplek zijn niet noodzakelijk voor de dekking en/of voegen mogelijk meer toe als ravotplekje (spelen in het nieuwe woningen gerealiseerd (bijvoorbeeld nabij Waterrijk of op het Defensie-eiland in de Binnenstad en Staatsliedenkwartier). Geplande nieuwe speelplekken zijn zodoende ook opgenomen in het uitvoeringsvoorstel en het kaartmateriaal. In het kader van de wens voor een centrale openbare speeltuin met een ruim en divers aanbod voor alle inwoners bieden verschillende wijkparken hiervoor de ruimte. Verbeteren toegankelijkheid Bij de herinrichting van speelplekken (of de omvorming naar vrije speelruimte) is het belangrijk om te streven naar inclusie. Ieder kind, maar ook begeleiders, moet zich immers welkom voelen op een speelplek. Het is niet altijd mogelijk om hier volledig rekening mee te houden, maar wenselijk is dat tenminste in elke kern en wijk één goed toegankelijke speelplek komt te liggen waarbij nagedacht is over de bespeelbaarheid voor kinderen met een beperking. Denk hierbij aan nestschommels met een vaste ondergrond (geen zand) of een speelroute met speelaanleidingen in de verharding of langs de route. Voor de toegankelijkheid is het verder van belang dat stoepranden en hekwerken de toegang tot en locatie niet beperken. Belangrijk bij het streven naar toegankelijkheid is het samenspel tussen kinderen met en zonder beperking. Het is dus niet wenselijk om exclusieve plekken aan te leggen voor kinderen met een beperking. Ingrepen per wijk of kern Niet overal wordt even fors ingregrepen in het huidige aanbod. Sommige wijken kennen al een divers aanbod en/of goede spreiding van buurt en sportplekken. Dit is bijvoorbeeld het geval in Zegveld en Harmelen-Noord. In andere wijken is het minder mogelijk om veel aan de bestaande situatie te veranderen of passen buurtplekken minder goed. Dit is vooral van toepassing op de Binnenstad, waar de vele barrières en beperkte ruimte leiden tot behoud van de blokplekken. In Molenvliet-West (en-oost), Harmelen-Zuid en Snel en Polanen wordt daarentegen wel stevig ingegrepen en wordt het aantal speelplekken mét toestellen sterk teruggebracht. Hier zijn dan ook relatief veel speelplekken op korte afstand van elkaar gelegen en kan juist een opzet met meer omgevormde speelplekken resulteren in een meer divers en daardoor leuker aanbod. Ook is de behoefte aan meer uitdagende speel- en sportplekken in deze wijken relatief hoog. Door speelplekken om te vormen naar vrije speelruimte kunnen de centrale buurtplekken uitdagender worden ingericht voor meerdere gebruikers. Hierbij is het wel van belang dat er goed wordt nagedacht over de bereikbaarheid van de buurtplekken door bijvoorbeeld gebruik te maken van speelroutes. 14

18 5.2 Uitvoering toe zijn aan vervanging. de voorgestelde ingrepen of de verschillende Tabel 1 toont het aantal voorgestelde ingrepen In het beheerprogramma van de speelplekken speelplek-typen. Ingrepen kunnen door intensief per kern. Het bijgevoegde kaartmateriaal geeft is per toestel een beoogd vervangjaar ingesteld onderhoud worden uitgesteld. Ook is het meestal per locatie aan welke ingreep wordt voorgesteld. op basis van een inschatting tijdens de jaarlijkse mogelijk om ingrepen te vervroegen om zo beter te In totaal wordt voorgesteld om op 80 van de 211 inspectieronde. Op basis van deze inschatting is één kunnen aansluiten op andere ontwikkelingen in de huidige speelplekken de toestellen weg te laten vervangjaar per speelplek gekoppeld voor uitvoering buurt of de initiatieven van bewoners. bij herinrichting. Hierdoor ontstaat ruimte om van de voorgestelde ingreep (zie hoofdstuk 6). de gewenste uitbreiding op andere plekken te 5.3 Onderhoud en initiatieven realiseren en wordt het aanbod gevarieerder. De gemiddelde leeftijd van het huidige areaal ligt Naast de voorgestelde ingrepen is het nodig iets boven de 10 jaar (peiling september 2016). De om de komende jaren het reguliere onderhoud Omdat er tegenover 8 op te heffen speelplekken huidige staat van de toestellen is redelijk, maar op (preventief, operationeel) en de benodigde de aanleg van 9 nieuwe locaties staat komt korte termijn (periode ) wordt een forse inspecties uit te blijven voeren. het aantal speelplekken uit op 212 (peildatum vervangingsslag verwacht. september 2016). Dit betreft zowel traditionele Bij om te vormen speelplekken of initiatieven uit speelplekken, schoolpleinen, ravotplekken (spelen Geadviseerd wordt om de ingrepen voor zover de buurt kunnen aparte afspraken nodig zijn voor in het groen), sportplekken en speelpleintjes. Losse mogelijk te koppelen op buurtniveau. Hierdoor het uitvoeren van onderhoud en het beheren JOP's, beweeglinten en speelroutes zijn hierin niet worden de ambities zichtbaar (zowel investeren van speel- of sportobjecten. Hiervoor wordt meegenomen. als omvormen), maar is het ook leuk en een standaard beheercontract en stappenplan relevanter om met bewoners in gesprek te gaan opgesteld (ambitie 3) welke zijn opgenomen in Om kapitaalvernietiging te voorkomen en over de wijze van uitvoering, de verschillende dit uitvoeringsplan. Dergelijke afspraken zijn ook investeringen te spreiden wordt aanbevolen om de inrichtingsmogelijkheden en de relatie tussen van toepassing bij samenwerking met scholen, voorgestelde ingrepen niet actief uit te voeren maar de speelplekken onderling. Ook is het mogelijk sportverenigingen en andere ketenpartners (zie ook deze pas op te pakken wanneer de speelplekken dat onderling geschoven kan worden tussen hoofdstuk 8). Tabel 1: Voorgestelde ingreep Kern Harmelen Kern Kamerik Kern Kanis Kern Woerden Kern Zegveld Totaal Aantal huidige locaties (alle typen) Behoud huidige locatie (alle typen) Uitbreiden huidige locatie Omvormen huidige locatie Opheffen huidige locatie Aanleg nieuwe locatie Aantal voorgestelde locaties (alle typen)

19 6. Financiën en planning Op basis van de ambities voor uitvoering (hoofdstuk 4), voorgestelde ingreep (hoofdstuk 5) en de beschikbare gegevens in het beheerprogramma voor de speelvoorzieningen is een uitvoeringsplanning op te stellen. Gekoppeld aan richtbedragen voor de benodigde investering is hierdoor inzicht te verschaffen in de meerjarenbegroting voor uitvoering van de voorgestelde ingrepen. 6.1 Beschikbare middelen Voor de herinrichting van sportplekken en In de nota 'Spelen, Sporten en Bewegen al aanwezige natuurlijke speelplekken en in Woerden' is een bedrag van C ,- speelpleintjes is de benodigde investering voor opgenomen voor de investering in speelplaatsen. herinrichting gekoppeld aan de huidige inrichting Dit bedrag hoeft niet aangewend te worden voor en wenselijke veranderingen. De kosten variëren het uitvoeren van onderhoud en is dus volledig hierbij van C 1.500,- (fietspleintje) tot C ,- bedoeld voor herinrichtingen, omvormingen, (uitgebreide sportplek met skatebaan). uitbreidingen en de aanleg van nieuwe speelplekken. Voor 2017 is dit bedrag nog 6.3 Uitvoeringsplanning en meerjarenbegroting beschikbaar gesteld. Daarna niet meer. Wel heeft Gekoppeld aan de beoogde vervangjaren de gemeenteraad in 2016 besloten structureel geven de richtbedragen inzicht in de benodigde C ,- voor de investering in speelplaatsen vervangings- en investeringsbehoefte per jaar. beschikbaar te stellen voor de komende jaren. Tabel 2 en de bijbehorende grafiek tonen de In 2017 is er daardoor C ,- beschikbaar. meerjarenbegroting voor de periode Vanaf 2018 is dit C ,-. Sommige ingrepen vallen qua planning buiten de scope van dit uitvoeringsplan ( ). Deze 6.2 Richtbedragen per ingreep zijn gegroepeerd onder de post 'na 2029'. Om een meerjarenbegroting op te kunnen stellen wordt gewerkt met richtbedragen per ingreep: De investeringen zijn gegroepeerd in perioden «C ,- tot C ,- voor herinrichting van drie jaar. Hierdoor zijn ingrepen beter op van of uitbreiding naar een wijkplek. elkaar af te stemmen. In de grafiek is naast «C ,- voor de herinrichting van of het gewenste budget ook het beschikbare uitbreiding naar een buurtplek. budget weergegeven (lijn). Hieruit blijkt dat «C ,- voor de herinrichting van een een structureel tekort is tussen beschikbaar blokplek. en benodigd budget. Gemiddeld is er voor het «C 5.000,- voor de omvorming van een beoogde uitvoeringsvoorstel een investering van speelplek naar een speelplek zonder C ,7jaar nodig. Het jaar 2017 is een toestellen (ravotplek of speelpleintje). uitzondering, maar vanaf 2018 komt dat neer op «C 1.500,- voor de opheffing van een een structureel tekort van gemiddeld C ,-. speelplek of overdracht van een speelplek Het positief verschil in 2017 wordt gebruikt om richting bewonersverenigingen. een deel van het tekort in 2018 op te vangen. Meerjarenbegroting uitvoeringsvoorstel C C C C C C C C- I Woerden Harmelen Kamerik en Kanis Zegveld Jaarlijkse vaste kosten Budget, zoals in 2016 bekend Tabel 2: nodige Kern Kern Kanis en Kern investering* Harmelen Kamerik Woerden Kern Totaal Zegveld gemeente 2017 C 6.000,- (2) C 3.500,- (1) C ,- (13) - (0) C ,- (16) C ,- (2) C ,- (3) C ,- (43) C ,- (2) C ,- (50) C ,- (18) C ,- (3) C ,- (42) - (0) C ,- (63) C ,- (9) C ,- (4) C ,- (25) C ,- (2) C ,- (41) C ,- (5) C ,- (3) C ,- (13) C 5.000,- (1) C ,- (22) na 2029 C ,- (7) C ,- (2) C ,- (17) C 1.500,- (1) C ,- (27) Totale investering C ,- (43) C ,- (16) C ,- (152) C ,- (6) C ,- Gem. investering periode C ,-7jaar C ,7jaar C ,7jaar C ,-7jaar C ,-7jr** * Tussen haakjes het aantal plekken dat per tijdvak in aanmerking komt voor vervanging. ** De totale gemiddelde investering per jaar voor de gehele gemeente is inclusief jaarlijks C ,- voor planvorming en C ,- aan losse vervangingen (vaste jaarlijkse kosten). 16

20 7. Communicatie Bij veranderingen in de openbare speelruimte is het informeren en betrekken van onder andere (direct) omwonenden en belanghebbenden ontzettend belangrijk..dit geldt natuurlijk ook voor speelruimte en -voorzieningen. Goede en voldoende speelruimte en-voorzieningen hangt sterk samen met de waardering van de openbare ruimte door gebruikers. Daarom is het belangrijk om omwonenden en belanghebbenden van de speelruimte op tijd te informeren over het uitvoeringsplan, wat het plan voor hen betekent en hoe en wanneer zij kunnen meedenken over de aanpassingen. 7.1 Doelgroepen De openbare speelruimte kent verschillende gebruikers en belanghebbenden. Deze doelgroepen hebben direct invloed op de veranderingen van speelplaatsen in hun wijk of buurt. Het kan per locatie van een speelruimte verschillen welke doelgroep betrokken en geïnformeerd worden. «Kinderen en jongeren «Direct omwonenden/ gebruikers «Wijk- en dorpsplatforms «Basisscholen «Organisaties als: Jeugd-Punt, Inclusie Woerden, het Beweegteam, Woerden actief (ketenpartners) 7.2 Doelstellingen In de communicatie staan de volgende doelstellingen centraal: «De doelgroepen zijn op de hoogte van het uitvoeringsplan Spelen over de openbare speelruimtes. «De doelgroepen weten dat zij deel kunnen nemen aan gesprekken rondom de aanpassing / herinrichting van speelruimtes op wijk- en/ of dorpsniveau. «De doelgroepen praten mee over de aanpassing/ herinrichting van speelruimtes op wijk- en/ of dorpsniveau. «De doelgroepen zijn over het algemeen tevreden over de aanpassing/ herinrichting van de speelruimte(s). 7.3 Middelen Om de doelgroepen te informeren en te betrekken bij het uitvoeringsplan worden de reguliere communicatiemiddelen en kanalen van de gemeente Woerden ingezet. Hierbij is te denken aan: brieven, (bewoners)bijeenkomsten, Social Media, de gemeentelijke informatiepagina en woerden.nl. Daarnaast hebben verschillende ketenpartners aangegeven ondersteuning te geven met het verspreiden van informatie, met name op wijk- en dorpsniveau. 7.4 Planning Iedere 3 jaar wordt bepaald welke speelruimte er dan toe is aan herinrichting of omvorming. Daar worden de desbetreffende doelgroepen over geïnformeerd op wijk- en/of dorpsniveau. Op het moment dat een speelruimte op de planning staat om aan te pakken worden de doelgroepen uitgenodigd hierover mee te denken. Zo zijn de werkzaamheden concreet en actueel. Vooral in Woerden zullen de komende jaren veel veranderingen plaatsvinden. Waar het kan worden speelruimtes op wijkniveau tegelijkertijd heringericht. In Harmelen is een piek voor de herinrichtingen en omvormingen van speelplekken te verwachten medio Zegveld, Kamerik en Kanis hebben relatief weinig speelplekken en vindt de herinrichting geleidelijk plaats in de komende jaren. İ 17

21 8. Initiatieven Vanuit de samenleving worden regelmatig initiatieven voor speel- of sportruimte ingediend. Het adopteren van openbare ruimte zorgt, zeker bij voldoende draagvlak voor een aantrekkelijke leefomgeving, een sterke betrokkenheid van bewoners, meer sociale cohesie en minder vandalisme. Ook past het uitstekend binnen de visie van de coöperatieve of zelfs volgende gemeente. De gemeente Woerden is dan ook voorstander van dergelijke initiatieven of samenwerkingsvormen met inwoners. formulieren voor initiatieven binnen twee weken na inzending te beoordelen en hierover naar de initiatiefnemer(s) te communiceren. 8.1 Voorwaarden voor zelfbeheer en adoptie De adoptie van speelplekken is wel gebonden aan voorwaarden om de kwaliteit te waarborgen en wederzijdse verwachtingen uit te spreken: «initiatiefnemers dienen vooraf informatie aan te leveren voor de beoordeling van het initiatief. Zo kan bepaald worden of en in hoeverre de gemeente het initiatief kan ondersteunen of zelfs faciliteren (zie ook beslismodel). De gemeente zorgt hierbij voor een toegankelijk formulier en stelt relevante informatie beschikbaar. «Initiatiefnemers zijn van initiatief tot en met realisatie leidend. Ze worden hierbij ondersteund door de wijkteams en/of een contactpersoon bij de gemeente. «De middelen voor realisatie dienen in principe gedekt te worden door externe budgetten zoals sponsoring, subsidies, zelfwerkzaamheid en/of acties. «De inrichting moet voldoen aan de nationale wetgeving en de gemeentelijke standaardeisen op het gebied van veiligheid en de inrichting van speelplaatsen. Bij zelfbouw en/of adoptie van speeltoestellen die onder het WAS vallen is het zodoende nodig om een certificering uit te laten voeren en de toestellen jaarlijks te laten inspecteren. (zie hoofdstuk 2: Kaders en richtlijnen). Hierbij kan de gemeente een ondersteunende rol vervullen. Beslismodel bij initiatieven Wanneer het gaat om locatiespecifieke initiatieven op het gebied van spelen, sporten en bewegen moeten deze worden getoetst aan de kaders van het uitvoeringsplan. Voor het beoordelen van het initiatief en te beslissen of en in hoeverre de gemeente het initiatief kan ondersteunen dient vooraf de volgende informatie te worden aangeleverd: «Beschrijving van het initiatief en de context (ligging). Wenselijk is om hierbij het initiatief toe te lichten met beeldmateriaal en/of een plattegrond van de locatie en gewenste verbetering. «Beschrijving van de betrokkkenheid en het draagvlak uit de straat en/of buurt. Bij een kleine locatie volstaat draagvlak in de straat, bij een centrale buurtplek dient het initiatief ook gepeild te worden in omliggende straten en/of de buurt. «Beschrijving van het benodigde budget en de wijze van financiering. «Een eerste aanzet voor het beheerplan met daarin een beschrijving van de beheertaken en een taakverdeling. Op basis van deze informatie wordt het beslismodel hiernaast gevolgd. Het beslismodel is gebaseerd op de uitgangspunten en de beslisboom uit 'Woerden zegt ja, tenzij...'. Uitgangspunt is om volledig ingevulde is het voorgestelde initiatief afwijkend van de ingrepen uit -4- het uitvoeringsplan? ja nee is er ruimte om de ingreep nee vervroegd uit te voeren? ja is er voldoende draagvlak ja voor het initiatief nee is er voldoende draagvlak nee voor het initiatief ja is er aanvullende ambtelijke ja inzet benodigd voor de uitvoering of het beheer? j nee is er een volledig en nee dekkend budgetplan? ja ja is er aanvullend budget vanuit de gemeente nodig? nee is er een uitgewerkt nee beheerplan opgesteld? ja afwijzen initiatief maar wel bewaren initiatief ondersteunen en faciliteren adviserend gesprek: hoe verzamel je voldoende draagvlak? nee toelichtend gesprek: is de ambtelijk inzet beschikbaar/redelijk? adviserend gesprek: welk budget is nodig en hoe te verzamelen? nee toelichtend gesprek: is het benodigd budget beschikbaar/redelijk? adviserend gesprek: welk beheer is nodig en hoe te organiseren? initiatief ondersteunen en en indien nodig faciliteren 18

22 9. Bijlagen 9.1,2,3,4 - Kaartmateriaal per kern met daarbij de volgende kaartlagen: A: Huidige situatie: huidige aanbod formele speel- en sportvoorzieningen in beheer van de gemeente. B: Uitvoeringsvoorstel: overzicht van de voorgestelde ingrepen (omvormen, uitbreiden, behouden) inclusief relevante voorzieningen, al dan niet openbaar. Deze ingrepen zijn gebaseerd op de uitgangspunten zoals in dit rapport vermeld (ambities 1 t/m 3). C: Uitvoeringsvoorstel, indicatieve planning: inzicht in de speelplekken die de komende 3 tot 5 jaar in aanmerking komen voor vervanging. Bij de kaartlagen C is het van belang op te merken dat dit een indicatieve uitvoeringsplanning is gebaseerd op de meest recente inspectie en rondgang. Op basis van gebruik, inspecties, initiatieven en onderhoud kan hiervan worden afgeweken. Externe bijlage: Fotoboek Speelruimte Woerden (september 2016) Speelruimteonderzoek 2016: veldinventarisatie en participatie 19

23 9.1.A - Harmelen: huidige situatie Type: Q speelplek 9 sportplek ravotplek speelpleintje freerun i/oetba bosket bo s/core 2k Q) geen volwaardige locatie n 1 SBm. l m 'II "Mfc li i I I j 9 t * 7 7 \ jongerenplek QŜ9 Bereik: blok buurt school W.) MM I» Ì t wijkplek barrière Buitengebied Harme en - 1 " 4 L 1 * 3. 1 Harme en-zuid v \ \ 24 i i \ \ \ it

24 9.1.B - Harmelen: uitvoeringsvisie u Type: speelplek ţreerun *-1ļ voet (buurt)centrum sportplek {Įjķ ravotplek speelpleintje ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok \ school buurt m wijkplek barrière I hļanmelen-noord í # # basisschool * park wf sportclub scouting dierenweide Buitengebied Harmelen omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje ~ķŗ locatie uitbreiden ĩ. fffl) locatie opheffen Harmelen

25 9.1.C - Harmelen: uitvoeringsvisie, indicatieve planning ( Type: speelplek ţreerun *-1ļ voet (buurt)centrum sportplek {Įjķ ravotplek speelpleintje ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok \ school buurt m wijkplek barrière Harmelen-Noord # # basisschool * park sportclub scouting dierenweide Buitengebied Harmelen omvormen: spelen in het groen O O ingreep binnen driejaar ingreep binnen vijfjaar Harme en omvormen: spelen op een pleintje ~ķŗ locatie uitbreiden fffl) locatie opheffen

26 9.2.A - Kamerik en Kanis: huidige situatie Type: {Įjķ speelplek sportplek ravotplek ţreerun *-1ļ voet speelpleintje ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok»school buurt m wijkplek barrière Kamerik w smmm 2

27 9.2.B - Kamerik en Kanis: uitvoeringsvisie ( Type: speelplek /reeraři voer (buurt)centrum iēk sportplek ravotplek «JU # # basisschool sportclub speelpleintje JūļĻ ļnì) geen volwaardige locatie park jongerenplek Bereik: blok buurt QŜ9 school wf scouting dierenweide wijkplek barrière İĽ Â «if omvormen: spelen in lì f W11 Kamerik feispä het groen omvormen: spelen op een pleintje i^ĵ^i locatie uitbreiden fål locatie opheffen n u ļmmm 24

28 9.2.C - Kamerik en Kanis: uitvoeringsvoorstel, indicatieve planning Type: speelplek ţreerun *-1ļ voet (buurt)centrum iēk sportplek ravotplek speelpleintje «JU JūļĻ ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok school # # basisschool * park sportclub scouting dierenweide buurt wijkplek barrière O O ingreep binnen driejaar ingreep binnen vijfjaar mm at Kamerik (dorp) omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje i^ĵ^i locatie uitbreiden fål locatie opheffen» «lil SfffļM* 25

29 9.3.A - Zegveld: huidige situatie 7 Type: free run i/oetbo ffl speelplek basket ba sportplek skate ravotplek speelpleintje 2k ļnì) geen volwaardige locatie \ jongerenplek QŜ9 Bereik: A blok school buurt wijkplek barrière 7 X z 26

30 9.3.B - Zegveld: uitvoeringsvisie ( Type: joetbai speelplek basketbal sportplek ravotplek speelpleintje ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok \ school buurt m wijkplek barrière Zeġÿēįd m. (buurt)centrum # # basisschool * park wf sportclub scouting dierenweide omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje ~ķŗ locatie uitbreiden fffl) locatie opheffen 27

31 9.3.C - Zegveld: uitvoeringsvisie, indicatieve planning ( Type: joetbal speelplek basketbal sportplek ravotplek speelpleintje ļnì) geen volwaardige locatie jongerenplek QŜ9 Bereik: blok school buurt (buurt)centrum # # basisschool * park wf sportclub scouting dierenweide wijkplek O O barrière ingreep binnen driejaar ingreep binnen vijfjaar Zeġÿēįd m. omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje ~ķŗ locatie uitbreiden fffl) locatie opheffen 28

32 9.4.A - Binnenstad en de noordelijke kwartieren: huidige situatie I i ť J I F I ft 1 1 FR n \ \ \ uj i \1 va» «a ié* I Type: speelplek sportplek freerun i/oetbo basketba ì 3 ravotplek speelpleintje 2vC (nĩ) geen volwaardige locatie jongerenplek «3 9 A blok school buurt wijkplek barrière 29

33 9.4.B - Binnenstad en de noordelijke kwartieren: uitvoeringsvisie f ţreerun i i i * «4 voetbal speelplek sportplek Ifjļ^^y^ĵ (buurt)centrum ravotplek speelpleintje ĩk^ļ* omvormen: spelen in ' V f t het groen omvormen: spelen op een pleintje r^ĵ^i locatie uitbreiden locatie opheffen # # basisschool * park sportclub scouting dierenweide J (m) geen volwaardige locatie \ jongerenplek blok school # buurt wijkplek barrière 30

34 9.4.C - Binnenstad en de noordelijke kwartieren: uitvoeringsvisie, indicatieve planning BUIĮeliyeUleU ļ ļ ļ Kamerik I waterspeelplek tv Vogel kwartier li* iĩ'fí jr^ĩĩx**^'* \TÄ ĩ f (buurt)centrum įreeruľ. * «f voetbal speelplek ^^Ê^).-, basketbal sportplek ravotplek speelpleintje I J ^^kote 2^ I, ^-åēlm+ft Bloemen-en * S Cl A l^ííì^x^. bomenkwartier, ^^įv -Vk; y CV* ingreep binnen driejaar ingreep binnen vijfjaar * ^ imvormen: spelen in het r^ĵ^i locatie uitbreiden locatie opheffen groen omvormen: spelen op een pleintje # # basisschool * park sportclub scouting dierenweide J Bereik: blok sc :hool # buurt wijkplek barrière 31

35 9.5.A - Molenvliet en Bomen- en Bloemenkwartier: huidige situatie

36 9.5.B - Molenvliet en Bomen- en Bloemenkwartier: uitvoeringsvisie m omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje ocatie uitbreiden fflt locatie opheffen V v 9* Type: f reerun JL+ ffi speelplek sportplek i/oetbo bosketbo \ buurtļcentrum ravot plek speelpleintje store 2vC I basisschoo (ñû geen volwaardige locatie jongerenplek «3 9 4 sportclub 1 park Bereik: bok buurt schoo \ MS scouting dierenweide wijkplek Z 33

37 9.5.C - Molenvliet en Bomen- en Bloemenkwartier: uitvoeringsvisie, indicatieve planning m WW omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op een pleintje ocatie uitbreiden fflt locatie opheffen li X Type: speelplek sportplek free run * I/O i/oetbo bosketbo buurtļcentrum ravot plek speelpleintje store 2yC f basisschoo (nĩ) geen volwaardige locatie jongerenplek «3 9 4 sportclub Bereik: ingreep binnen driejaar O O ingreep binnen vijfjaar park scouting dierenweide bok buurt wijkplek schoo z 34

38 9.6.A - Snel en Polanen en Waterrijk: huidige situatie

39 9.6.B - Snel en Polanen en Waterrijk: uitvoeringsvoorstel I 'à. * buurt (centrum Bi basisschoo sportclub \ \\\ 9 9* park scouting dierenweide Type: speelplek sportplek f reerun * 9M i/oetbo vo bosketbo ľ ravotplek speelpleintje 2yC \ geen volwaardige locati omvormen: spelen in het groen omvormen: spelen op 'SN \ jongerenplek «39 Bereik: A blok school een pleintje buurt ocatie uitbreiden wijkplek fflt locatie opheffen barrière 36