VERSLAG EXTRA ALGEMENE VERGADERING D.D. 11 januari 2011

Transcriptie

1 VERSLAG EXTRA ALGEMENE VERGADERING D.D. 11 januari 2011 Aanwezig NOC*NSF-bestuur A. Bolhuis (voorzitter) T. Bartels - de Vries J.W. Maas W. Ludeke T. Rombouts J. Straathof (voorzitter NOC*NSF Atletencommissie) L. van Wijk A. van Zanen - Nieberg (penningmeester) Aanwezig NOC*NSF-directie G. Dielessen Aanwezig genodigden J. Berteling A. Bouma W. Cornelis M. van Dijk W. de Heer J. van Kouterik F. Ververgaert Doesborgh T. van Wimersma Greidanus Aanwezig NOC*NSF Atletencommissie H. Schreuder C. Warners Aanwezig leden Atletiekunie Th. Hoex, H. Peters, C. Warners Nederlandse Badminton Bond G.J. Venekamp, R. Ridder Koninklijke Nederlandse Base- en Softball Bond J. Meijer, R. Koopmans Koninklijke Nederlandse Biljart Bond M. Ceulen, L. Vervoort, A. van der Horst, W. La Rivière Nederlandse Bridge Bond G. van der Scheer Nederlandse Christelijke Sport Unie A. Langstraat, J. Kuster Nederlandse Culturele Sportbond N. de Vries Nederlandse Curling Bond G.J. Scholten Koninklijke Nederlandse Dam Bond J. Haijtink Gehandicaptensport Nederland F. Koemans, M. Hofstra Nederlandse Go Bond M. Finke Nederlandse Golf Federatie R. van Wingerden Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie J. Geukers, J. van Polanen, J. Wals Nederlands Handbal Verbond P. Hoes, H. Landa Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie M. van den Heuvel, J. Bierling Koninklijke Nederlandse Hockey Bond R. Imhof, J. Wakkie, J. Albers Nederlandse Jeu de Boules Bond B. Lammerts Judo Bond Nederland J. Hell, A. Kauffman Koninklijke Nederlandse Kaats Bond S. Groustra Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging F. Vrijlandt Federatie van Klootschieters en Kogelwerpers C. van der Sluis, A. Timmerhuis - 1 -

2 Koninklijk Nederland Korfbal Verbond J. Kosse, J. Broersma Koninklijke Nederlandse Krachtsport- en Fitness Federatie R. Wolters, F. van Loon, J. Tan KNBLO Wandelsportorganisatie Nederland M. Termont, H. Bronkhorst Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart F. Brink, B. Wijnands Reddingsbrigades Nederland R. van Mourik Koninklijke Nederlandse Roei Bond M. Leeser, E. Niehe Nederlandse Rollersports en Bandy Bond M. van Lieshout Nederlandse Rugby Bond G. Kemps Koninklijke Nederlandse Schaak Bond A. Rongen Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond A. Koops Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond T. Plantinga Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie A. Peters Nederlandse Ski Vereniging F. Avis, M. Schaafsma Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen E. de Winter Studentensport Nederland H. de Vries, D. Eisenga Squash Bond Nederland J. Overdijk, M. Borst Nederlandse Tafel Tennis Bond R. Kramer, F. Berteling Taekwondo Bond Nederland F. Buitenhuis, J. Hof Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond R. Thung, E.J. Hulshof, C. Varossieau Nederlandse Triathlon Bond H. van Lint Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond J.W. Landré, B. Fransen Nederlandse Volleybal Bond M. Sturkenboom, J. Meegdes Nederlandse Vijfkamp Bond K. Meijll Nederlandse Wandelsport Bond T. Verhoeven Nederlandse Waterski & Wakeboard Bond H. Middeljans Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie A. Cremers, J. Jongsma Koninklijke Nederlandse Zwem Bond E. van Heijningen, J. Kossen, H. Gerrits Jans - 2 -

3 1. Opening en mededelingen De voorzitter, de heer Bolhuis, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Een bijzonder welkom voor de ereleden de heren Cornelis, Berteling en De Heer, alsmede voor de aanwezige vertegenwoordigers uit de politiek en de pers. In memoriam De heer Willem Maris, overleden op 13 december 2010, voormalig vice-voorzitter van de KNLTB en voorzitter van de NGF. De heer Wim Schenk, overleden op 21 december 2010, voormalig voorzitter van de KNSB. Stand van zaken Olympisch Vuur / Alliantie Olympisch Plan 2028 De heer Maas geeft, als bestuurslid voor het OP2028, een toelichting op de stand van zaken. Er is nog geen informatie over een nieuwe voorzitter van de Council en het Dagelijks Bestuur. Tot de nieuwe voorzitter is aangetreden zal André Bolhuis de voorzittersrol blijven vervullen. De partners van de alliantie zijn uiteraard betrokken bij het zoekproces. Voor de functie van Programma Directeur is inmiddels een goede kandidaat gevonden. Namens de alliantie heeft het Dagelijks Bestuur het selectieproces uitgevoerd op basis van een duidelijk en aangescherpt functieprofiel. De verwachting is dat binnen afzienbare tijd de naam en datum van indiensttreding van de nieuwe directeur bekend kan worden gemaakt. Ook over de koers en positie van het Program Office is goede vooruitgang geboekt. Er is meer duidelijkheid gekomen in de relatie en samenwerking tussen het Program Office en NOC*NSF. In het voorstel zoals dit is opgesteld door de MT s van OV en NOC*NSF is voorlopig gekozen voor een positie tussen de twee mogelijke uitersten (een volledig onafhankelijke organisatie of een onzelfstandige afdeling van NOC*NSF). Hierover is met diverse alliantiepartners overleg gevoerd en met name ook VWS. Er ligt nu een voorstel aan de partijen ter bespreking; dit zal ook met het Afstemmingsoverleg Sport worden besproken. Het voorstel luidt als volgt: De alliantiepartners bepalen gezamenlijk de inhoudelijke koers van het Olympisch Vuur. Het Program Office is een dienstverlenend orgaan voor deze alliantiepartners en helpt om de doelstellingen en ambities van Olympisch Vuur te realiseren. NOC*NSF is huismeester voor het Program Office, dat wil zeggen dat: - het Program Office geen zelfstandige juridische entiteit is; - in de begrotingssystematiek van NOC*NSF het Program Office als een apart project van NOC*NSF is opgenomen met de daarbij behorende NOC*NSF project control; - het Program Office een apart project Funding heeft door de alliantiepartners; NOC*NSF is één van die partners; - inhoudelijke besluiten worden genomen door het Dagelijks Bestuur en de alliantiepartners. Formeel bekrachtigd door het bestuur en, in sommige gevallen, door de Algemene Vergadering van NOC*NSF; - er afspraken zijn gemaakt om de risico s voor NOC*NSF te beperken. In de kerntakendiscussie is gesproken over de mogelijkheid het OP 2028 als niet kerntaak te duiden. Hierop zal worden teruggekomen in de Algemene Vergadering van 17 mei 2011 Op 20 januari aanstaande vindt het Jaarcongres Olympisch Vuur zal plaats. ZKH de Prins van Oranje zal hierbij aanwezig zijn. Code Continuïteitsreserve De voorzitter deelt mee dat in de convocatie voor deze Extra Algemene Vergadering nog het onderwerp Code Continuïteitsreserve stond geagendeerd. Inmiddels is, mede in overleg met de Financiële Commissie, besloten dit punt te verplaatsen naar de Algemene Vergadering van 17 mei a.s

4 Koninklijke Nederlandse Biljart Bond 100 jaar De KNBB bestaat 100 jaar. Voorafgaand aan deze vergadering heeft de KNBB een traktatie in de vorm van een prachtige taart aangeboden. Aan het eind van de vergadering wordt nader stilgestaan bij dit jubileum. 2. Verslag Algemene Vergadering 16 november 2010 Pagina 6, punt 12: de heer Koemans (Gehandicaptensport Nederland) geeft aan dat hij wél gebruik heeft gemaakt van de Rondvraag en de volgende drie vragen heeft gesteld: - Welke reglementen worden door de Algemene Vergadering vastgesteld en welke door het bestuur (Artikel 29)? - Door wie wordt dat bepaald? - Zou dat kunnen worden opgenomen in de statuten? De voorzitter verontschuldigt zich voor de omissie. De heer Rombouts antwoordt dat e.e.a. wel is uitgezocht en dat dit ertoe heeft geleid dat Artikel 29, lid 1a is uitgebreid. Het verslag wordt, met inachtneming van het bovenstaande, vastgesteld. 3. Wijziging statuten NOC*NSF De heer Rombouts licht dit agendapunt toe. Tijdens de Algemene Vergadering van 16 november 2010 werd het quorum voor een statutenwijziging niet gehaald. In lijn met Artikel 32 is de vereiste van vertegenwoordiging van ten minste twee/derde van het aantal leden deze vergadering niet noodzakelijk. De heer De Winter (NISB) geeft aan dat het voorstel om in Artikel 12, lid 1 het woord stichting te schrappen niet strookt met hetgeen is gesteld onder Artikel 11, lid 2 en Artikel 12, lid 5. Ter vergadering wordt geantwoord dat deze opmerking juist is en dat het woord stichting hier zal blijven staan. De heer Van Heijningen (KNZB) geeft aan het bestaande Artikel 5, lid 4 (bestuursleden van NOC*NSF mogen geen deel uitmaken van het bestuur van een lid) te willen handhaven. Met dit artikel wordt een duidelijke scheiding gemaakt tussen de verantwoordelijkheid van NOC*NSF en de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke leden. Dit voorkomt (de schijn van) belangenverstrengeling. Bovendien heeft de praktijk uitgewezen dat het goed mogelijk is gebleken om voor het bestuur van NOC*NSF vertegenwoordigers uit de sport te vinden, die geen bestuurslid zijn bij een lid. De heer Rombouts antwoordt dat een aantal leden eerder heeft aangegeven de combinatie bestuurslid NOC*NSF en bestuurslid bij een lid wenselijk te achten. Dit heeft geleid tot het betreffende voorstel. Teneinde eventuele belangenverstrengeling te voorkomen, is een aantal (CBF-)bepalingen opgenomen: Niet meer dan 1/3 van het bestuur zou mogen bestaan uit bestuursleden van leden (Artikel 5.7.c) Het ondertekenen van een verklaring of belangenverstrengeling kán ontstaan (Artikel 9A.1). Onthouden van beraadslagingen en besluitvorming ter zake (Artikel 9A.2). Beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid (Artikel 9A.3). De heer Koemans merkt op dat Artikel 29 weliswaar is aangepast, maar dat het hem nog onvoldoende duidelijk is welke reglementen door de Algemene Vergadering worden vastgesteld. De heer Rombouts zegt toe dat hier op wordt teruggekomen. De voorzitter geeft aan dat het voorstel ook in lijn is met de wens van de heer Anton Geesink; deze heeft hier in het verleden herhaaldelijk op aangedrongen. Daarnaast blijkt in de praktijk dat het toch lastig is om geschikte kandidaten voor het bestuur van NOC*NSF te vinden. Het bestuur van NOC*NSF kan het voorstel tot statutenwijziging ten aanzien van dit artikel terugnemen, maar de voorzitter pleit er dan voor om, in geval van vacatures, wel bestuursleden van leden te mogen benaderen (en dat deze dan mogelijkerwijs dat bestuurslidmaatschap moeten opzeggen)

5 De heer Van Heijningen is van mening dat het huidige artikel juist veronderstelt dat het bestuur van NOC*NSF mag selecteren in de kringen van de bondsbesturen. Zo wordt in de statuten de een mogelijkheid voor dispensatie (overgangsregeling) gegeven. De heer Fransen (KNVB) pleit voor het voorstel tot wijziging. Een gedegen, heldere toetsing van een kandidaat aan het begin van de procedure (zoals nu het geval is) is bepalend. Beperkende voorwaarden, zoals Artikel 5 lid 4, gaan bij voorbaat uit van een mogelijke belangenverstrengeling; dit is niet terecht. De heer Geukers (KNGU) geeft aan dat ook binnen de KNGU kritisch gekeken wordt naar het bestuursmodel; de regels van Good Governance zijn leidend, evenals bij NOC*NSF. De nadelen van mogelijke belangenverstrengeling wegen zwaar. De heer Geukers steunt dan ook het voorstel van de heer Van Heijningen. Ook de heer Hoex (Atletiekunie) steunt het voorstel om dit voorstel tot wijziging terug te nemen. De heer Hell (Judo Bond Nederland) deelt deze opvatting niet. Hij geeft aan dat deze discussie al jaren speelt. Besturen op dit niveau vereist dat dit in alle eerlijkheid en openheid gebeurt; met een juiste scheiding van belangen. Daarnaast kan een dergelijke relatie met de achterban juist in een ieders voordeel zijn. De heer Rombouts vraagt de vergadering of een schriftelijke stemming is gewenst, of dat stemming bij handopsteking volstaat. Een meerderheid van de vergadering blijkt voor stemming bij acclamatie te zijn. Vervolgens wordt bij acclamatie ingestemd met de voorgestelde statutenwijzigingen, met uitzondering van Artikel 5, lid 4 (dit blijft ongewijzigd, dus inclusief de dispensatieregeling) en met in achtneming van de opmerking van de heer De Winter. 4. Sport inspireert : Beleidsplan NOC*NSF 2011 De heer Dielessen geeft een toelichting op de nota Sport inspireert, NOC*NSF midden in de samenleving. Deze notitie omvat het Beleidsplan van NOC*NSF voor Gaande het proces van de uitwerking professionele organisatie en de andere onderwerpen, waarover NOC*NSF en de Taskforce zich buigen, ontstond de behoefte de discussie te voorzien van meer inhoud: waar gaat het precies over, wat voor soort organisatie zou NOC*NSF moeten zijn in het huidige tijdsbestek, vraaggericht, aanbodgericht of beiden en hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Op basis van diverse gesprekken met alle spelers op het veld is deze nota tot stand gekomen. Deze kan worden beschouwd als een verbindende notitie, een beleidsplan op basis waarvan in 2011 wordt gewerkt, maar ook een fundament voor verdere discussie. De voorzitter vat samen dat deze notitie aangeeft hoe bestuur, directie en MT denken over het beleid van NOC*NSF in 2011 en vanuit welke sfeer NOC*NSF wordt bestuurd. Zonder verdere discussie stemt de vergadering in met de denkrichting en wordt de nota Sport Inspireert c.q. het Beleidsplan NOC*NSF 2011 vastgesteld. 5. Taskforce: Uitwerking Professionele organisatie NOC*NSF De voorzitter geeft een korte inleiding. Tijdens het gisteren gehouden Ledenberaad werd duidelijk dat de voorliggende notitie de nodige commotie heeft veroorzaakt; één van de redenen was de formulering Afronding Taskforce. De voorzitter betreurt dit en geeft aan dat de term afronding feitelijk niet juist is; hij komt hier later op terug De heer Dielessen licht aan de hand van een presentatie de notitie Professionele Organisatie toe (proces, hoofdlijnen, kerntaken en niet-kerntaken) (Bijlage 1). De discussies binnen de Taskforce en de sessies met bonden zijn goed verlopen en er ligt een mooie basis voor een volgende kwaliteitsslag. Kijkend naar de formatie is in de NOC*NSF Begroting 2011 al rekening gehouden met een daling van het aantal fte s van 163 naar 159; om binnen de begrotingskaders 2012 te blijven, wordt ingezet op een daling van nog eens 8-9%. Afgesproken is dat op korte termijn een efficiencyonderzoek wordt verricht, waarbij de werkorganisatie wordt doorgelicht. De verwachting is dat in de Algemene Vergadering van 17 mei 2011 over dit onderzoek kan worden gerapporteerd

6 Het plan van aanpak Op zoek naar evenwicht (AV 18 mei 2010) kent vier onderdelen: Kerntaken, Besturingsmodel en Bestuursprofiel, Professionele Organisatie en Middelen. De eerste twee onderdelen zijn afgehecht (AV 16 november 2010); de overige twee verkeren in een gevorderd stadium. Zo is de begrotings- en rapportagesystematiek gewijzigd en daarmee transparanter geworden; aan MT-leden en hoofden zijn taakstellingen opgelegd. Alle stappen worden afgestemd met de Ondernemingsraad; deze kan zich vinden in de lijn zoals deze is ingezet. De voorzitter vervolgt dat mede naar aanleiding van de discussie gisteren tijdens het Ledenberaad, bestuur, directie en MT van NOC*NSF willen benadrukken blij te zijn met het werk van de Taskforce. Het was een intensief traject, maar heeft geleid tot goede resultaten. De taken van de organisatie van NOC*NSF zijn goed inzichtelijk gemaakt. Nu moet deze complexe discussie in de komende maanden worden afgerond. Ten aanzien van het woord afronding in de agendering van dit agendapunt wordt opgemerkt dat dit bij sommige bonden slecht is gevallen, in die zin dat zij het idee kregen geen rol meer te kunnen spelen in de finale afronding. De voorzitter benadrukt dat het tegendeel waar is: de bonden zijn de baas in deze organisatie en om dat in deze procedure dan nog duidelijker te maken, wordt voorgesteld een tweede Taskforce te vormen om het proces vanaf nu tot mei 2011 te toetsen (aangaande de implementatie en de consequenties van de uitwerking). Zodanig dat in de Algemene Vergadering van 17 mei ook daadwerkelijk een door de Taskforce 2 getoetst document voorligt. De voorzitter vraagt instemming met de voorliggende notitie en instemming met de vorming van een Taskforce 2 om dit traject gezamenlijk te effectueren. De heer Van Heijningen (KNZB) verwijst naar het proces waarin de bonden een eigen verantwoordelijkheid hebben. Hij benadrukt dat NOC*NSF niet voor niets een bestuur heeft en het is al benadrukt dat het juist goed is dat er een gescheiden verantwoordelijkheid is tussen bestuur NOC*NSF enerzijds en bonden anderzijds. Vele bonden zien als doel een professionele, krachtige en slanke organisatie bij NOC*NSF. Daarbij willen de bonden het tempo er in houden, zodanig dat in de meivergadering ook daadwerkelijk een plan van aanpak voorligt met ook een doorwerking naar de begroting Van Heijningen is blij met de gegeven toelichting, hetgeen in zijn beleving aansluit met de gedachten en beleving van veel bonden. Hij realiseert zich dat dit proces zorgvuldig moet worden gelopen, met het oog op het doel, de medewerkers van NOC*NSF en de wijze waarop het doel wordt bereikt. Het is van belang tempo te maken om de vele inhoudelijke doelen te bereiken. Bij verschillende bonden heeft de afgelopen tijd teleurstelling en zelfs ergernis geleefd. Dit heeft mogelijk te maken met (te) hoge verwachtingen. Er zijn hoge verwachtingen om via dit proces in gezamenlijkheid met gescheiden verantwoordelijkheden op korte termijn uit te komen bij het uiteindelijke doel. Van Heijningen is het eens met de voorzitter dat er gisteren een goede discussie heeft plaatsgevonden: deze discussie heeft zaken helder gemaakt. Ook de vorming van een Taskforce 2 is een goede zaak. De vergadering stemt in met de notitie en met het gepresenteerde plan van aanpak. De voorzitter zegt toe te zullen zien op het tempo; tijdens de Algemene Vergadering van 17 mei zal niet alleen het plan van aanpak worden gepresenteerd, maar ook de resultaten die al zijn bereikt. 6. Bestuurlijke kalender NOC*NSF Toelichting door mevrouw Visser aan de hand van sheets (Bijlage 2). De bestuurlijke kalender heeft tot doel om alle bestuurlijke processen gericht op besluitvorming binnen de vereniging te beschrijven, de planning van de routing van deze processen te beschrijven en spelers / overlegorganen te (her-)benoemen. De vergadering stelt de voorliggende bestuurlijke kalender NOC*NSF vast. 7. Begroting NOC*NSF 2011 en 8. Meerjarenbegroting NOC*NSF Mevrouw Visser geeft aan de hand van een presentatie (Bijlage 2) een toelichting op de begroting De begroting is opgesteld volgens een nieuwe begroting- en rapportagesystematiek en een - 6 -

7 kaderstelling. Het doel is een beter beheers- en sturingsinstrument te verschaffen, waarmee op effectieve en efficiënte wijze inzet van middelen wordt gewaarborgd en op transparante wijze intern en extern verantwoording wordt afgelegd. Er is sprake van een functionele indeling (naar (CBF-)doelstellingen, taken en financieringsstromen. Ter vergadering worden de vergelijkende cijfers over 2010 op organisatieniveau besproken (met een betrouwbaarheid van 95%). E.e.a. komt uiteraard nader aan de orde bij de presentatie van de Jaarrekening 2010 (AV 17 mei 2010). De penningmeester, mevrouw Van Zanen, geeft aan dat zij aangenaam is verrast door de veranderingen die ten opzichte van vorig jaar zijn doorgevoerd. Deze zijn de transparantie, beheersbaarheid en bestuurbaarheid ten goede zijn gekomen. Dat is een grote vooruitgang, met complimenten voor de werkorganisatie. Mevrouw Van Zanen geeft ook aan dat dit nog een vertrekpunt is, de jaarrekening moet nog worden opgesteld en ook de accountant moet nog zijn oordeel geven. De heer Koemans (Gehandicaptensport Nederland) informeert nader naar de systematiek van de begroting. Mevrouw Van Zanen antwoordt dat, zoals aangegeven, deze nog in ontwikkeling is. reeds veel werk is verzet de nieuwe systematiek is nog in ontwikkeling. Alvorens de vergadering wordt gevraagd over te gaan tot vaststelling van de begroting 2011 en de meerjarenbegroting stelt de voorzitter eerst agendapunt 9 aan de orde. 9. Verslag Financiële Commissie NOC*NSF heeft het verslag van de Financiële Commissie op 10 januari jl. ontvangen; vanmorgen is dit digitaal naar de leden gezonden. Dit is helaas erg kort voor deze vergadering; de voorzitter verontschuldigt zich hier voor. De Financiële Commissie adviseert de leden als volgt: De FC adviseert de AV om de begroting 2011 aan te houden tot de volgende AV en deze dan vast te stellen, mede op basis van dan wel beschikbare vergelijkingen en op grond van de financiële rapportage over zowel het jaar 2010 als het 1 e kwartaal Ook adviseert de FC de AV om het bestuur op grond van de voorliggende begroting 2011 tot de volgende AV haar beleid uit te laten voeren, onder voorwaarde dat het beleidsplan 2011 en het voorstel inzake de Professionele Organisatie (vandaag) door de AV aangenomen worden. De FC adviseert de meerjarenbegroting (2011 en 2012) eerst vast te stellen nadat de begroting 2011 is vastgesteld, er naar aanleiding van de afsluiting van het boekjaar 2010 vergelijkende cijfers beschikbaar zijn en er een eerste financiële rapportage is van het eerste kwartaal De heer Van Heijningen (KNZB) informeert naar de mening van het bestuur inzake het advies van de Financiële Commissie. De voorzitter antwoordt in te kunnen stemmen met dit advies onder de voorwaarde dat de vergadering vandaag wel instemt met de werkbegroting Na nog enige discussie en een toelichting door de voorzitter van de Financiële Commissie, de heer Van Kouterik, wordt besloten de agendapunten 7 en 8 aan te houden tot de volgende Algemene Vergadering, waarbij de vergadering wel toestemming geeft om binnen de kaders van de gepresenteerde begroting aan het werk te gaan c.q. het werk voort te zetten. 10. Subsidieaanvragen die niet (volledig) voldoen aan de kwaliteitseisen Toelichting door mevrouw Visser. In 2011moeten alle bonden en NOC*NSF voldoen aan de minimale kwaliteitseisen om in aanmerking te komen voor financiële regelingen zoals opgenomen Richtlijnen Regelingen Sportagenda 2012, subsidiejaar Gebleken is dat een groot aantal bonden en NOC*NSF nog niet (volledig) aan de Algemene Aanvraagvoorwaarden voldoen; in bijna alle gevallen zijn dit de minimale kwaliteitseisen. Voorgesteld wordt om voor het jaar 2011 het systeem van toekenning van statussen (groen, geel, oranje of rood) ook te hanteren voor de minimale kwaliteitseisen. Dit betekent dat de aanvragen toch in behandeling worden genomen en het aangevraagde geld wordt bevoorschot (geel) of gereserveerd (oranje) voor Uiteraard blijft de verplichting voor bonden en NOC*NSF om (alsnog) te voldoen aan de Algemene aanvraagvoorwaarden

8 De heer Van Mourik (Reddingsbrigades Nederland) verzoekt de tekst van het voorstel te wijzigen en sowieso bevoorschotting plaats te laten vinden. Daarnaast informeert de heer Van Mourik of NOC*NSF inzicht heeft in de redenen waarom zoveel bonden niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Mevrouw Visser antwoordt dat niet aan het verzoek van de heer Van Mourik kan worden voldaan. Zoals aangegeven zijn bevoorschotting of reservering gekoppeld aan de toegekende status. Met betrekking tot de tweede vraag meldt mevrouw Visser dat er op 25 januari een vergadering van de TAC plaatsvindt, waarbij het overzicht van bonden, die niet voldoen aan de kwaliteitseisen aan de orde komt en ook een inventarisatie van de redenen. De TAC zal hierover in de Algemene Vergadering van 17 mei 2011 rapporteren. De heer Van Mourik vraagt om enige coulantie, omdat de gevolgen voor vooral kleinere bonden groot kunnen zijn; indien het geld achterwege blijft, kan het functioneren van de bond in gevaar komen en op die manier wordt het heel lastig om te kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen. Mevrouw Visser antwoordt dat de TAC hierover een uitspraak moet doen. Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen stemt de vergadering in met het voorstel. 11. Voorstel tot aanpassing Reglementen CRGB, TAC en BCB Mevrouw Visser geeft aan dat de Reglementen op onderdelen niet meer aansluiten bij de praktijk; dat is de aanleiding voor de betreffende reglementswijzigingen. De heer Peters (KNSA) informeert naar het onderscheid dat wordt gemaakt met betrekking tot het aantal commissieleden. Alle commissies bestaan uit 7 leden, maar in de commissie waar het minst gebruik van wordt gemaakt (BCB) wordt voorgesteld dat de commissie uit 4 tot 7 leden bestaat. Daarnaast merkt de heer Peters op dat alleen bij het einde lidmaatschap TAC wordt geregeld dat de zittingstermijn doorloopt naar een volgende vergadering. Dit is niet opgenomen in de andere reglementen. Mevrouw Visser antwoordt met betrekking tot de BCB dat hieraan vooral een praktisch argument ten grondslag ligt. Van de BCB wordt zeer weinig gebruik gemaakt (afgelopen jaren 0 procedures). Daarom wordt voorgesteld om een ledenaantal tussen 4 en 7 te hanteren en per procedure drie leden te benoemen, die de procedure in behandeling nemen. De heer Peters vindt dit antwoord onvoldoende bevredigend. Afgesproken wordt dat mevrouw Visser en de heer Peters buiten de vergadering om hier nader over zullen spreken. Mevrouw Visser zegt toe de reglementen aan te laten sluiten op het TAC-reglement voor wat betreft het einde lidmaatschap. De heer Hoex (Atletiekunie) merkt op dat in het kader van de governance is gesproken over een onafhankelijke voorzitter van de TAC. Bij de CRGB is een tegenovergestelde beweging te zien (mevrouw Van Zanen is onlangs benoemd tot voorzitter). Ook wordt afgeweken van het eerder vastgestelde uitgangspunt dat de CRGB-voorzitter wel wordt aangewezen door het bestuur, maar niet uit het bestuur kan komen. Mevrouw Visser antwoordt dat met de voorzitters en leden van alle commissies is afgesproken dat, op het moment dat de governance verder wordt verbeterd en er een nieuwe Sportagenda wordt ingevoerd, de rol en posities van deze drie commissies verandert, zij allen bereid zijn om hun zetel eventueel neer te leggen. De heer Hoex vraagt zich dan af waarom hier dan toch vooruitlopend op de governance voor is gekozen en stelt voor hier toch nog eens naar te kijken. Mevrouw Visser stelt daarop voor het woord uit te vervangen door door (het bestuur). Vervolgens stelt de vergadering de volgende reglementen vast: - Reglement Commissie Richtlijnen en Globaal Bestedingsplan (CRGB) - Reglement Toekennings- en Afreken Commissie (TAC) - Reglement Beroepscommissie Bestedingsplan (BCB). 12. Samenstelling Commissie Richtlijnen en Globaal Bestedingsplan (CRGB) Aan de Algemene Vergadering wordt gevraagd tot lid van de CRGB te benoemen (tot 11 januari 2015): de heer Ruud Bruijnis, directeur KNVB amateurvoetbal en de heer Gijs van der Scheer, - 8 -

9 directeur Nederlandse Bridgebond en te herbenoemen (tot 11 januari 2014) de heer Geert-Jan Venekamp, directeur Nederlandse Badminton Bond De voorzitter merkt op, dat zoals velen inmiddels weten, dat de heer Bruijnis ernstig ziek is. Er zal contact met hem worden opgenomen om te kijken in hoeverre aan de benoeming uitvoering kan worden gegeven. Zoals voorgesteld benoemt de vergadering de heren Bruijnis en Van der Scheer tot lid van de CRGB en herbenoemt zij de heer Venekamp. 13. Rondvraag De heer Van den Heuvel geeft aan dat dit zijn laatste vergadering is als voorzitter van de KNHS. Hij dankt het bestuur van NOC*NSF en alle overige collega s voor de fijne en (soms) intensieve samenwerking en wenst iedereen veel succes. Koninklijke Nederlandse Biljart Bond 100 jaar De voorzitter staat stil bij het feit dat het op 22 januari 2011 honderd jaar geleden is dat een aantal biljartverenigingen de toenmalige NBB heeft opgericht. Vervolgens wordt een kort filmpje met historische momenten getoond en krijgt de heer Vervoort, voorzitter van de KNBB, het woord waarin hij stil staat bij het jubileum. André Bolhuis feliciteert de bond met deze prachtige mijlpaal en overhandigt symbolisch een cheque ter waarde van 500; dit bedrag kan worden besteed aan een sportstimuleringsproject. 14. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering af met de verheugende mededeling dat het ministerie van VWS ( 5 mln ), de provincie Gelderland ( 7,5 mln) en de gemeente Arnhem ( 2,5 mln) definitief gelden (totaal 15 mln) hebben toegezegd voor de bouw van de Arnhemhal op het terrein van Papendal. Niets meer aan de orde zijnde en met dank voor een ieders inbreng sluit de voorzitter vervolgens de vergadering